WETENSWAARDIGHEDEN Vrouwen uit het verre verleden. 'Jfe nf: SCHAAKSPEL Correspondentie en oplossingen te zendeD onder motto ..Schaakrubriek" aan het bureau der „Vlissingsche Courant"» Walstraat 5860. Redacteur J. D. C. DE VRIES. Zwart abode tgh W t t PROBLEEM No. 459 van. J. Berghmans. Compositietournooi 1984. De Schelde. WitKgS, Df6, Tel, Tg5, La6, Lb6, Pc3. p b2, c5, f2 (10). ZwartKd4, Da2, Ta3, Tc7, Ld6, Lh5, Pe5, Pf7, p a4, d5, d7, e4, g6 (13). Mat in twee zetten. OPLOSSING PROBLEEM No. 457. 1. Dh6—h7. A. Pd3 willekeurig 2. Dh7f5v B. Pf4g6 2. Dh7 C. Pf4d5 of h5 2. Dh7—g6+ p. Pf4 verder 2. idem of 2. Dh7—f5^ E. Tg8xg7 2. Dh7Xg7+ P. Tg8h8 2. g7XhS D of 14 G. Tg8xf8 2. g7—g8P? H. Kf7—f6 2. Dh7—f5± Goede oplossing J. St., Pion B., D. G. S. Opmerking 1 Pc7 of Pe7d5 wordt weerlegd door Tg8—h8. EINDSPEL. 1 Pe4g5t Kh7—h8 2 Pg5xf7f en wint of 1 Pe4—g5f h6Xg5 2 Pf3xg5f Kh7—h8 of h6 3 Pg5Xf?t en wint of 2 Dd8Xg5 3 LclxgS en wint. Goede oplossing A. C., Pion B., D. G. S. PARTIJ No. 484. FALKBEER-GAMBIET. WitTschigorin. ZwartPillsbury. 1 e2e4 e7eö 2 f2—f4 d7d5 3 e4xd5 e5e4 Deze zet werd het eerst gespeeld door den Oostenrijkschen schaakmeester Falk- beer. Deze verdediging, die tot doel heeft wit te beletten een sterk centrum te vor men en de f-baan te openen, waartoe zwart een pion offert, heet naar hem Fallcbeer- gambiet. 4 Lflb5f De gewone voortzetting is 4 d3. 4 c7c6 5 d5xc6 b7Xc6 Dr. Tarrasch geeft aan 5Pxc6 de voorkeurdr. Lasker en Pillsbury verkie zen den tekstzet 6 Lb5—c4 Pg8—f6 7 d2d4 Lf8d6 Beter was Pb8d7. Pillsbury meende, dat de volgorde dezer beide zetten er niet op aan kwam. Toch is deze kleine nalatig heid voldoende om tegen een speler als Tschigorin te verliezen. 8 Pgl—e2 Had zwart 7 Pbd7 gespeeld» dan had hij nu door 8 Pdb6 den witten lo.oper naar b3 kunnen dringen, terwijl thans wit het paard naar g3 kan ontwik kelen en e2 als aftochtsveld voor den loo- per vrij blijft. 8 Pb8—d7 Lg4 gevolgd door 9 Le2: zou aan wit het voordeel der twee loopers laten. 9 Pe2—g3 Pd7b6 10 Lo4e2 Wit kan nu met twee paarden e4 aan vallen en belet tevens de. ontwikkeling van Lc8 naar a6. 10 Pb6—d5 11 0—0 Dd8—c7 Strijd om pion f4. 12 Pblc3 Zwart 'kan"nu den f-pion niet nemen:' 12PXf4 13 PcXe4, Pfxe4 14 PgX e4, Pfxe2f 15 Dxe2, LXh2f r 16 Khl, 0—0 17 g3, LXg3 18 Dg2, Ld6 19 Lh6 en wit wint de kwaliteit, want op 19 f6 volgt 20 Pxd6. 12 Pd5xc3 13 b2Xc8 0—0 14 c3c4 c6c5 15 d4d5 Tf8e8 16 Lel—e3 Kg8—h8 Om Pg8 en f5 mogelijk te maken. 17 Tal—bl Pf6—g8 18 Ddl—el f7—f5 19 Del—c3 Pg8—f6 20 Dc3a3 Lc8d7 21 Tbl—b3 Ta8b8 22 Pg3h5 Pf6Xh5 23 Le2xb5 Te8c8 24 g2—g3 Wit wil Tfl én Le3 vöpr.den aanval ge bruiken, maar beveiligt eerst f4. Beide partijen hebben een vrijen pion, die door een loopei' der tegenpartij wordt geblokkeerd, d.w.z. de pion kan niet opschuiven naar het volgende veld, omdat dat bezet is door den vijandelijken looper. Wit heeft wel een pion meer op de c-lrjn, maar deze beide worden tegengehouden door den zwarten c-pion. Voor 't overige staan de partijen in mate riaal gelijk en het spel schijnt op remise te zullen uitloopen. Toch zit het vol spannin gen, bijv. Ld2, a6 25 La5, Da7 26 g3, Tb4. en zwart dreigt zoowel Ta4 als Tx c4, want op Lxb4 of TXb4 zou volgen cX b4f en wit verliest zijn dame en de partij. Het spel van wit heeft het voordeel van over de lange diagonaal alh8 te kunnen beschikken. Dit zal zwart noodlottig wor den. Naar allen schijn zal de strijd op den dame-vleugel beslist worden, maar in het opbouwen van een verborgen aanval had Tschigorin zijns gelijke niet. 24 Tb8b4 25 Lhöe2 a7—a5 26 Le3d2 a5—a4 27 Tb3b2 27 TXb4?, cxb4; 28 Lxb4, Db6t29 c5, TXc5 30 Kg2 (Lxc5 dan Lxc5f en zwart wint dame en spel) Tx^» enz* 27 Tc8—b8 28 Tfl—bl 28 LXb4?, cxbé 29 DeS, Lc5 28 Tb8b6 29 Kgl—g2 Tb4Xb2 30 Tbl Xb2 Dc7b8 31 Ld2cS Kh8gS 32 Le2h5 Om een verzwakking door g6 uit te lok ken. Wit hoopt in dat geval Le2 gevolgd door Txb6, Lb2 en Dc3 te kunnen spelen. 32 Kg8—f8 33 Lc3Xg7f Dit offer had Pillsbury overzien, anders had hij g7 wel gedekt. 33 KXg7 34 Dc3f, Kg8 35 Df6, Txb2 (of Lc7) 36 Lf7f, Kf8 37 Le6f, Ke8 38 Df7f Kd8 39 DXd7:j:. Indien 35 Le8 dan 36 Lx ©8 en wint. 33 Kf8e7 34 Da3c3 Ke7—d8 35 Dc3aö Zwart geeft op. SCHAAKNIEUWS. In Mei heeft te Moskou een meestertour- nooi plaats met dubbele ronden. Als deel nemers worden genoemd S. Flohr, Las ker, Capablanca, Lilienthal, Euwe (koml deze niet dan R. Fine) en de Russen Bot- winnik, Kan, Löwenfisch, Alatortzef en Rjoemin. Van 16—25 Juli 1936 heeft een interna tionaal meestertournooi plaats te Bad Nau- helm. J. D. C. DE VRIES. Is het V bekend DAT in de omgeving van CMlons-sur- Marne in een krijtrots een grot is blootge legd, die hl$jkens daarin gevonden overblijf selen voor 5 6000 jaar als begraafplaats heeft gediend? 3 3 3 DAT Turkije thans schoeisel van lino leum produceert? DAT het slechts een levensduur heeft van drie vier weken, doch maar dertig a veertig cents per paar kost?, 9 9 9 DAT een Londensch fabrikant een twee persoons paraplu in den handel heeft ge bracht? DAT Duitschland thans in het geheel 220.000 K.M. landwegen bezit?, til DAT in de middeleeuwen kooplieden, die bedorven eieren verkochten, aan een paal werden gebonden en iedereen, die er zin in had, het slachtoffer met zulke bedorven eieren mocht bekogelen? s» 13 DAT het een Californische bloemkweeker gelukt is een roos te kweeken, die een door snede van 84 centimeter heeft en drie pond weegt? 3 3 3 DAT in het begin der vorige eeuw de halsdoeken als voorloopers van de tegen woordige dassen in zwang kwamen? Madame du Barry. Ten tijde van de Fransche revolutie te leven, als vrouw daarbij, schoon te. zijn en met het Hof in connectie te staan of alleen maar te hebben behoord tot 's konings. fa vorieten, was ailerminst een genoegen, om dat die eindigde met een gang naar het schavot. De terreur was verschrikkelijk. Jaren lang had het volk gelaten de ver kwisting, de zedeloosheid en verwildering van het Fransche Hof gade geslagen, maar öp eenmaal barstte het los in verzet en ver bittering en het zijn maar weinigen ge weest, die aan de ontzettende wraakneming ontkomen zijn. Men mag aannemen, dat Madame du Barry, de laatste gunstelinge van koning Lodewijk XV, tot de uitbarsting heeft bij gedragen. Niet alleen door haar gedrag, maar ook- door haar afkomst werd zij ge haat, waardoor men het koningsschap, dat eertijds toch nog eerbied afdwong, van zijn luister zag beroofd. Men leefde in een tyd perk van gemakkelijk moraal. Men had zich eigenlijk al sinds eeuwen aangepast aan het favorieten-stelsel bij het Hof en de minnaressen des konings genoten openlijk aanzien en populariteit. Dat Lodewijk XV echter zijn vorstelijke waardigi; eid zoo zeer vergat, dat hij op ztjn zestigste jaar een volkskind met een zeer duister verleden tot zijn gunstelinge maakte, haar bevoorrechtte op een wijze als nooit eerder, zelfs niet bij een Madame de Pompadour gebeurd was, al haar wenschen en grillen, tot de buiten- sporigste toe, inwilligde, waardoor alles en iedereen door dit verwende, gevierde kind geregeerd werd, dat zette kwaad bloed en toen dan ook het schrikbewind over het rampzalig land woedde, was het bijna van zelf sprekend, dat ook la Du Barry naar het schavot werd gesleept. Inderdaad was Madame du Barry van zeer bescheiden afkomst. Zij was de dochter van Anne Bécu en Jean Jacques Gomard de Vaubernier en werd den 19den Augustus 1743 in het Lotharingsche stadje Vancou- leurs geboren. Men noemde haar Jeanne en zij was vier jaar oud en reeds een mooi, bevallig kind.toen zij naar Parijs ging, waar haar moeder dienstbode werd bij de familie Billard. Ten huize van de Billaidb verscheen geregeld een zekere heer Dumonceaü, die in de kleine Jeanne veel belang stelde en op zijn aanraden ging het kind naar het kloos ter Sainte Sara, wat heelemaal niet naar den zin van de levenslustige Jeanne was. Zij haatte de gansche kloosterwereld, de stilte, de ingetogenheid en de tucht, die er hee—chten en de kloosterzusters hadden aan haar geen gemakkelgk pupil. Verheugd waren èn Jeanne èn de kloosterzusters toen Anne Bécu haar vijftienjarige dochter ein delijk halen kwam, waarna deze een be trekking kreeg by Monsieur I abille, eige naar van een modehuis, dat door de demi- monde gefréquerteerd werd en een niet be paald vlekkelooze reputatie genoot Jeanne, mooi en bekoorlijk als zij was. werd dan ook spoedig opgemerkt door een zekere Madame Gourdan, een berucht koppelaar ster, die haar voor haar bedrijf wist te winnen, waarvoor bij het lichtzinnige, pret- lievende kind niet veel overredingskracht noodig was. Madame Gourdan achtte zich gelukkig op dit schoone, gracieuse wezen tje de hand te hebben kunnen leggen, waar door haar woning drukker dan ooit bezocht werd. Deze voorspoed was echter van kor ten duur, daar Jeanne's oude beschermer, Dumonceau alles te weten kwam. Een hef tige scène volgde en Jeanne waagde het niet meer Madame Gourdan's huis te betre den. Een onzekere tijd brak nu aan. Het Onder redactie van TRUÜS EYGENHUYSEN. mooie, vroolijke kind werd in een paar vluchtige liaisons gewikkeld en daarna wist het niets anders te doen dan een onderko men bij haar moeder te zoeken, die wat geld trachtte te verdienen als ziekenoppas- seres en verder in haar onderhoud voorzag door middel van nachtelijke omzwervingen in de huurt van de Tuilerieën, die daarvoor toentertijd berucht was. Jeanne vergezelde haar moeder op deze duistere tochten en op een er van ontmoette zij haar vader, die zich nooit iets aan haar had laten gelegen liggen en zich ook al met onfrcssehe prak ttjken ophield. Door hem kwam zij in ken nis met een schatrijke weduwe, Madame La Garde, die haar een poos verwende en vertroetelde, maar het meisje onmiddellijk op straat zette toen zij bemerkte, dat het met haar zoons betrekkingen had aange knoopt. Wéér begon een zwerversbestaan, maar het lot scheen Jeanne Vaubernier gunstig te zijn, want zij kwam spoedig daarna in kennis met een markiezin de Quesnay, die een speelhuis bezat en Jeanne goed gebruiken kon als lokaas voor een druk bezoek. Jeanne was niet kieskeurig en het galante leventje beviel haar wel. In het huis van de markiezin leerde zij o.a. den seigneur Du Barry kennm en dit was de eerste stap op den weg, die voerde tot" Frankrqk's koning, Lodewijk XV en een tqdperk van grenzelooze weelde en genie tingen, Seigneur Du Barry zouden we een streber kunnen noemen. Hij mislukte in de politiek, maar gaf daarom nog geenszins zrjn po gingen op om met het Hof betrekkingen aan te knoopen. Moch hij dan al als diplo maat geen succes hebben, beier ging he' hem als leverarcier van schoone vriendin netjes aan de adellijke hofheeren. Den grootsten, rjjksten en machtigsten had hij echter nog nimmer tot zijn k'ant kunnen maken, wat hij steeds spijtig moest vast stellen. Jeanne Vaubernier echter scheen z|jn kansen gunstig te beïnvloeden het geoefend oog van Du Barry ontdekte dit onmiddellijk. H|j wachtte het gunstigste oogenblik af en maakte Jeanr.e intusschen tot z|jn minnares. Dit oogenblik scheen in 1768 gekomen te ztjn. De avonturier Du Barry ontmoette Monsieur Lebel, de ver trouweling van Lodewijk XV. en met hem in gesprek rakend, vernam br hoe diens hooge meester leed aan verregaande melan cholie, hoe niets hem meer kon boeien, boe geen vrouw vermocht hem in een opge- wekter stemming te brengen. Madame de Pompadour was gestorven en 's koning.- geneesheeren achtten het gewenscht, dat een ander haar plaats kwam innemen. Maar waar ter wereld was een vrouw té vinden, die als een waardigste plaatsver vangster van de Pompadour te beschouwen was Monsieur Lebel schudde mistroostig het hoofd. Hij had op zich genomen een nieuwe vriendin voor den koning- te zoeken maar al had hij reeds vele- mooie vrouwen gezien, niet één was er onder baar geweest, waarvan hij zeker was, dat ze den verwen den monarch uit zijn apathie vermocht te wekken. Zonder resultaat zou hij moeten terugkeeren. „Dat zullen wij nog wel eens zien riep Du Barry en hij vertelde den verbaasden Lebel van Jeanne Vaubernier. die hij zijn schoonzuster noemde, gehuwd met zijn broeder Guillaume, en de schoon ste en lieftalligste vrouw van Frankrijk mocht heeten. „Kom bij me dineeren en je zult haar met eigen oogen zien riep de intrigant. „Aan uw zorg en 's konings ver veling zal thans een einde kómen Zooals Du Barry het zich had gedacht, droeg het zich toe. Lebel was buitengewoon verrukt van haar lieftalligheid en met Du Barry maakte hij de afspraak Jeanne op een souper ten zq'nen huize uit te noodigen, waar dan ook de koning aanwezig zou zijn om het bekoorlijke „gravinnetje", te zien. Aldus geschiedde. Jeanne kwam van aan gezicht tot aangezicht tegenover Frank- rijk's koning te staan en zóó beviel z|j hem, dat h|j haar nog dien zelfden avond in het paleis liet ontbieden. De nieuwe gunstelinge bleek een ware toovenares te z|jn. Z|j wist de neerslach tige buien van den verzadigden vorst vol komen te verdrijven. Zij maakte van hem opnieuw een levenskunstenaar en een levensgenieter. Vroolijker, beminlijker, jon ger werd hjj weer en hij betreurde het dit natuurlijke, brilliante wezentje niet reeds veel eerder ontmoet te hebben Intusschen stond Lebel doodsangsten uit, want het was hem ter oore gekomen, dat Jeanné aller minst een „gravinnetje" wa-s, maar daar entegen een verleden had, dat het daglicht schuwde. Als de koning te weten kwam om den tuin geleid te z|jn...... De koning kwam het te weten. Maar af stand doen van zijn pas verworven bezit deed hij niet. Hij beval haar uit te huwe lijken, hetgeen Du Barry inminder dan geen t|jd wist klaar te spelen. Z|jn broeder Guillaume werd de aangewezen man. Guil laume du Barry wist van niets en keek wel eenigszins verwonderd toen zijn broeder Jean Baptiste plotseling met zijn onalle- daagsch voorstel uit de lucht kwam vallen. Weigeren echter deed hij niet. Er waren aan dit huwelijk te groote voordeelen ver bonden en zoo gebeurde het, dat Jeanne Vaubernier en Guillaume Du Bairy, den lej September 1768 trouwden, ha welke „plech tigheid" de jonge comtësse onmiddellijk weer terugkeerde, naar haar koninklijken minnaar. Vijf jaar lang is Jeanne du Barry 's ko nings byzondere gunstelinge geweest. Z|j woonde in zijn paleis en werd officieel aan de hofhouding voorgesteld, waarvoor Lode wijk veel tegenstand moest overwinnen. Bij alle feesten was zij aanwezig, zelfs b|j die, welke werden gegeven ter eere van Marie Antoinette, de bruid van 's konings klein zoon en opvolger, den laterer Lodewijk XVI. Wie in trots zich niet voor haar bui gen wilde, verviel in ongenade, evenals zij, die zich in Jeanne's sympathie niet verheu gen mochten. Zelfs de hertog van Choisene, 's konings meest ervaren en bekwame mi nister, die het volkskind niét wilde erken nen, werd ontslagen. Een ongekroonde ko ningin was zij, méér nog, een machtig heerseheres, gevleid en gevierd in de eerste plaats om haar schitterende schoonheid en meeslependen levenslust, in de twee plaats omdat de koning dit wenschte. Wat z|j deed, werd bjj voorbaat goedgekeurd. Om haar dwaze invallen werd welwillend geglimlacht. Dat er schatten werden ver kwist aan haar verwanten, daartegen durfde niemand op te komen. (Slot volgt.) De schoonmaak nadert de dekens worden vast gewasschen WoUen dekens. De wollen deken weeken we eerst ge durende een half uur in lauw water met een handvol keukenzout. Intusschen maken we van kokend water en vette, witte zeep een goed schuimend sop, dat we met koud water aanvullen tot het mengsel lauw is, maar nog altijd schui mend. Hierin brengen we den deken over en drukken en. wentelen hem zachtjes m en om. Zoo noodig geven we een nieuw sop, vooral lauw Vervolgens wordt de deken opgespoeld in koud water, waaraan een scheut azijn is toegevoegd. Dit wordt zoo vaak herhaald (na de eerste spoeling blijft de azijn achter wege) tot het water volkomen nelder blijft. Tusschen de vlakke handen wórdt het vocht uit den deken geperst. Rij wringen is er kans, dat er gaten in het weefsel ko men. Geheel uitgevouwen hangen we den deken buiten aan de lijn. Nu en dan kloppen we hem voorzichtig uit, waarna de deken soe pel en donzig wordt. Gewatteerde dekens Alvorens we den gewatteerden dekei. aan een reinigingsproces onderwerpen, kij ken we eerst zorgvuldig na of alle stiksels nog intact z|jn. Is dat niet het geval, dan moeten we eerst dat in orde maken, daai anders bij het wasschen het vulsel van den deken verschuift en de deken er verfom faaid komt uit te zien. Vervolgens zetten we den deken te wee ken in lauw water met zout. Intusschen maken we voor een donker gekleurden deken een aftreksel van hout- zeep gereed, dat we eerst mei- heet water vermengen om er een sop van te maken en daarna met koud om een lauw mengsel te verkregen. .Voor een licht gekleurden deken maken we een sop van vette, witte zeep op de zelfde wijze als voor den wollen deken is aangegeven. Vóór we den deken in het zeepsop over brengen, bestreken we „smoezelige" plek ken en randen met wat galzeep. In het sop wordt de deken gedrukt en geknepen. De randen worden zoo noodig met een zacht borsteltje schoon geborsteld. In helder koud water wordt de deken eenige malen opgespoeld. Het water wordt er tusschen de vlakke handen uitgedrukt, waarna de deken buiten aan een lijn wordt opgehangen. Nu en dan wordt hij met een klein klop pertje of een stokje beklopt om de vulling los te maken. Een schotel voor den Zondag". 2 K.G. aardappelen. V2 liter melk. 50 gram boter. 1 ei. 2 eetlepels paneermeel, Kook de aardappelen in de schil. Giet ze af, verwijder de schil en wrijf dt aardappe len door een paardeharen zeef. Vermeng ze met de melk in kleine scheutjes, daarbij krachtig kloppend, waardoor de massa mooi glad wordt en luchtig blijft. Roer er het laatst het losgeklopte ei door. Wr|jf dan een rijstrand aan den binnenkant met boter, strooi er paneermeel overheen en doe er dan de aardappelpurée in. Zet den rand in een matig warmen oven, waarm h|j af en toe gedraaid moet worden om den aardap- pelrand overal gelijkmatig te laten worden. Zorg intusschen dat de kalfsfricassê zachtjes staat te stoven. Zij wordt gemaakt van 1 K.G. malsch kalfsvleesch. Wat zout. 4 afgestreken eetlepels bloem. 2% afgestreken eetlepel boter. Wat citroensap. 1 eierdooier. Wasch het vleesch, giet er kokend water over, doe er wat zout bq en laat het op - een zacht vuur gaar worden. Snijd het dan in nette, kleine stukjes. Verwarm in een niet te groote pan de boter met de bloem tot een glad mengsel, verdun dit door er onder voortdurend roe ren langzamerhand ongeveer a.L. van het gezeefde doorkoken, maak ze af met de saus even doorkoken, maak ze af met de citroen en meng er het vleescn door. Stort dan den aardappelpuréerand op een verwarmden schotel en schik om het geheel een rand van groentenvakjes, zooals dop erwtjes, spercieboontjes, worteltjes en ver- sche of gestoofde tomaatjes. Strooi op de ragout in het midden van den puréerand en op de doperwtjes, de tomaten en de wor teltjes wat fijngehakte peterselie.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1936 | | pagina 7