TWEEDE BLAD
GEMEENTEBESTUUR
BINNENLAND
FEUILLETON
YSTERIES
van de
van
Vrijdag 7 Februari 1936. No. 32.
BEKENDMAKING.
Heryk der maten en gewichten.
Burgemeester en Wethouders der ge
meente Vlissingen
maken bekend
A. Dat dit jaar voor den herijk van ma
ten en gewichten in deze gemeente zitting
zal worden gehouden in een der lokalen
van het v.rtu Distributiegebouw aan de
Wilhehninastraat en wel als volgt
Voor nieuwe, ten verkoop bestemde ma
ten en gewichten
Maten en gewichten in gebruik bij rijks-,
provinciale- of gemeentelijke diensten, be
drijven of instellingen," spoorwegen, tram-
en bootdiensten, op Maandag 17 Februari
van 9.3012.30 en 13.3016.30 uur.
Voor de Koninklijke Maatschappij „de
Schelde" op Dinsdag 18 Februari van 9.30
—12.30 uur.
Voor hen, wier familienaam, naam van
de firma begint met een der letters A en
C, op Dinsdag 18 Februari van 13.3016.30
uur.
idem met de letter B, op Woensdag 19
Februari van 9.3012.30 en 13.3016.30
uur.
Idem met een der letters D, E, F en G,
op Donderdag 20 Februari van 9.3012.30
en 13.3016.30 uur.
Idem met een der letters H, I en J op
Vrijdag 21 Februari van 9.3012.30 en
13.30—16.30 uur.
Idem met een der letters K en L, op
Maandag 24 Februari van 9.3012.30 en
13.30—16.30 uur.
Idem met een der letters M en N, op
Dinsdag 25 Februari van 9.3012.30 en
13.30—16.30 uur.
Idem met een der letters O, P, Q en R,
op Woensdag 26 Februari van 9.3012.30
en 13.3016.30 uur.
Idem met de letter S, op Donderdag 27
Februari van 9.3012.30 en 13.3016.30
uur.
Idem met een der letters T, U. V. W. X,
Y en Z, op Vrijdag 28 Februari van 9.30-
12.30 en 13.30—16.30 uur.
Ie. dat de maten en gewichten schoon,
droog en roestvrij moeten worden aange
boden om onderzocht te kunnen worden
dat ijzeren maiten van binnen en van bui
ten geverfd dienen te zijn, koperen gewich
ten afgewasschen en ook de gaten gerei
nigd dat ijzeren gewichten niet gepot
lood mogen zijn, doch roestvrij moeten zijn
gemaakt en daarna ingewreven met ge
kookte lijnolie
2e. dat de maten en gewichten vóór 1
October 1937 gestempeld moeten zijn met
de letter k en dat er, bij verzuim of ver
hindering om van de zitting gebruik te
maken, nog gelegenheid bestaat maten en
gewichten te laten herijken aan het IJk-
kantoor te Middelburg in 1936 op 12 en
13 Maart, 9 April, 1415 Mei, 1112 Juni,
910 Julii, 1011 September, van 9 tot
12 uur en 13.30 tot 16.30 uur.
3e. dat de maten en gewichten, welke
zijn gestempeld met het afkeuringsmerk
niet in winkels enz. mogen worden
teruggebracht
4e. dat ten bate van 's rijks schatkist
betaald moet worden voor het onderzoek
der maten en gewichten (ijkloon) en voor
het justeeren der gewichten (justeerloon)
en
5e. dat de milligramgewichten niet op de
herijkzitting, maar alleen aan het ijkkan-
tcor herijkt kunnen worden. (Opzending
per post franco met insluiting van een
postbewijs tot een bedrag, overeenkomende
met de som van 10 cent voor elk gewicht
Ook is mede te zenden de gezegelde enve
loppe, afgegeven bij de vorige verificatie,
daar de gewichtjes anders aan de eischen,
gesteld voor de nieuwe, moeten voldoen
Vlissingen, 6 Februari 1936.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN WOELDEREN.
De Secretaris,
F. BISSCHOP.
KAMEROVERZICHT
EERSTE KAMER.
Vergadering van Donderdag.
Rgksbegrooting 1936.
De grondtoon van het algemeen debat
over de Rijksbegrooting voor 1936, kan
niet anders dan somber klinken. Het zijn
de financiën die de grootst mogelijke zorg
baren, omdat wij daarmede voor den muur
staan. Van een werkelijk sluitende begroo
ting zal in jaren nog geen sprake kunnen
zijn en van belastingverzwaring is geen
heil meer te verwachten.
Van twee zijden wordt de Regeering
thans bestooktde sociaal-democraten heb
ben hun Plan van den Arbeid ontworpen on
de nationaal-socialisten prediken hun leer,
die cLe grondslagen van onze regeering
aantast. Beide partijen zijn thans voor alle
andere groepen de hoof den-van-Jut, waar
op 'men met alle macht hamert, ten einde
het volk duidelijk te maken, dat men langs
die wegen geen heil heeft te wachten. De
vechtende koeien hebben zich vereenigd, nu
de wolven naderen de heeren Van Emb-
den, De Savornin Lohman, Van Lanschot
en Diepenhorst reiken elkaar de hand ter
verdediging van de Regeering. Men be
grijpt dat de eenmaal ingeslagen weg van
haar beleid niet meer verlaten kan wor
den en dat men dus het beste en het wijs
te doet alle detail-kritiek ter zijde te stel
len, ten einde te houden wat wij nog heb
ben.
De bezwaren tegen het roode plan zijn
bekend het benoodigde kapitaal van acht
honderd millioen gulden is niet te vinden
èn na de kunstmatige opleving vain de be
drijvigheid zal na de drie jaar een inzin
king volgen, die ernstiger is dan die welke
wij nu doormaken. Het socialisatie-spook
gluurt ook door het plan heen en maakt
het niet aannemelijker. Volgens prof. Die
penhorst laat het plan feitelijk het oude
Marxisme in den steek en aanvaardt het
een nieuw socialisme, hl. dat van den Belg
Hendrik de Man. Van het plan verwacht
deze afgevaardigde echter niet veel heil,
ook al omdat de financieele basis ervan
niet deugt. Als geheel suggereert het plan
ons volk, dat de Regeering eigenlijk tot nu
toe niets deed, niets kan en niets bereiken
zaL Dat is een foutieve theorie, die het
plan onaannemelijk maakt.
Mr. Mendels haalde de oude koe van de
Juli-kabinetscrisis nog eens uit de politieke
sloot om allerlei onvriendelijkheden te zeg
gen tot het kabinet en zijn formateur.
Voorts vroeg hij hoe het gestéld is met
de samenstelling van de Staats commissie in
zake concentratie van het bijzonder onder
wijs. Voor een grondwetsherziening ge
voelde deze afgevaardigde niet veeL Er
was daarvoor nietvoldoende aanleiding.
Overigens verdedigde hij en zijn partij
genoot La Bella het befaamde plan van
den arbeid, d'at plain was geen paradijsplan
maar een concreet plan, een eerlijke po
ging tot redding van Nederland uit het
moeras.
Na een pleidooi van den ht er Gelderman,
die vooral gelooft in de ontwikkeling der
vrije krachten in de maatschappij en dus
niet in een Plan-wirtschaft, heeft de eer
ste nationaal-soeiaiistische rede in ons
parlement weerklonken. De heer De Mar-
chant kleedde het democratische systeem
uit, dat tot deze crisis heeft geleid alleen
opheffing van die democratie kan de crisis
verbeteren. Het demo-liberale systeem
leidt tot slapheid, het kapitaal maakt de
gemeenschap tot een vennootschap met
een klein aantal commissarissen en een
groot aantal employé's. Het parlement»
moet op zij gezet worden. Er waren vol
gens hem vele personen, die dit inzicht
deelen maar er niet voor durven of willen
uitkomen. Zelfs ander de ministers waren
er van dezulken. Over de in beslagneming
van zijn lijfblad, over de vertooning van De
Beul spraak hg nog om te besluiten, dat
haat en angst de basis vormen van alle
actie tegen zijn partij en dat zij daarom
op de lijst der staatsgevaarlijke vereeni-
gingen is gezet.
Nog voerde de heer De Bruijn, het de-
mocratisch-Katholieke lid het woord. Vol
gens hem is de politiek der Regeering ge
heel en al mislukt. Meer niet
Prinses Juliana naar Weenen en
Boedapest
Het Boedapester blad „Pesti Hirlap" ver
neemt uit betrouwbare bron, aldus meldt
„de Maasbode", dat Prinses Juliana zeer
spoedig onder streng incognito een bezoek
aan Boedapest zal brengen. Tijdens het va-
cantieverblijf in Tirol zou de Prinses in ge
zelschap van twee vriendinnen, een hofdame
en een kamerheer een uitstapje maken naar
Weenen, en van daar uit een tweedaagsche
trip naar Boedapest. De Koningin zou ge
durende de afwezigheid van de Prinses te
Igls blijven.
De devaluatie-rede van mr. Steenberghe.
De „Telegraaf" noemt het een blijk van
halfslachtigheid in de R.-K. Staatspartij,
dat zij op haar landdag oud-minister Steen
berghe een pleidooi voor devaluatie heeft
laten houden. Het blad vervolgt
De heer Steenberghe heeft devaluatie
aanbevolen als de voornaamste voorwaarde
tot een meer intensieve industrialisatie van
ons land. Deze gedachtengang was logisch.
Bij ons heeft de industrie altijd slechts ge
bloeid in streken met 'n lagen levensstan
daard. Wil Nederland op groote schaal m-
dustrialiseeren, dan moet ons levensniveau
scherp omlaag en er bestaat geen radicaler
middel om dat te bereiken, dan een flinke
besnoeiing van den gulden. Wg hebben dat
altijd als een paardenmiddal beschouwd en
gaven daarom de voorkeur aan de aan
passingspolitiek van dir. Colijn. Dat bracht
ons herhaaldelijk in conflict met hen, die
tegen de offers van deze aanpassingspoli
tiek opziend, direct steun gaven aan de
devaluïsten. Nu weten de voorstanders van
devaluatie heel goed, dat men met be
snoeiing van den gulden er nog geenszins
is. Zij gaan uit van de juiste veronderstel
ling, dat op muntbederf duurte zal volgen
en dat deze duurte de inperking der per
soonlijke uitgaven zal brengen, die zij niet
door het middel van salarisverlaging dur
ven bereiken. In een klein land als het
onze, dat een binnenlandsche markt van
geringe beteekenis heeft, kan een algemee-
ne industrialisatie slechts gebaseerd zijn op
een zeer laag levensniveau.
Schrikt men voor deze algemeene ver
arming terug, dan ontstaan toestanden
zooals in Denemarken, waar men ten bate
van een kunstmatige industrie zgn laatste
reserves verteert. Ook het Deensche
systeem zal tenslotte tot een lagen levens
standaard leiden, maar daartoe zal het
eerst komen als alle hulpbronnen van het
land zgn uitgeput.
Wg achten het betoog van mr. Steen
berghe uitermate eenzijdig. Zijn redevoe
ring had geen typisch Nederlandsch ka
rakter. Ook een Belgische, Deensche of
Zwitsersche staatsman had haar kunnen
houden. Over onze koloniën bijv. sprak
deze oud-minister geen enkel woord. Onze
buitenlandsche handel bestond voor hem
niet. De boeren, die bij ons zulk een groote
categorie der bevolking vormen, kwamen
slechts in de tweede plaats. Mr. Steen
berghe zag in zijn verbeelding uitsluitend
rookende fabrieksschoorsteenen. Moeten zij
ons ideaal zijn Wij betwijfelen dat. De
Nederlander is niet in de eerste plaats fa
brieksarbeider en hg wordt dat slechts als
alle andere wegen hem zijn afgesneden. Het
was een groote fout, dat op dezen landdag
over die andere wegen met geen enkel
woord is gesproken.
De katholieke partij is in ons land nume
riek de grootste politieke organisatie en
alleen reeds dat feit legt haar zware ver
plichtingen op. Wij meenen, dat zij op de
Zondag gehouden landdag niet de leiding
heeft gegeven, die men van haar had mo
gen verwachten. Vooloopig zat 't land het
wel bij het recept van dir. Oolijn houden.
Het Verbond van Nederlandsche
Werkgevers.
Herdenking 10-jarig bestaa/n.
Hedenmiddag heeft in Pulchri Studio te
's-Gravenhage de algemeene vergadering
van het Verbond van Nederlandsche Werk
gevers plaats gehad ter viering van het 10-
jarig bestaan der organisatie.
De algemeen-voorzitter van het Verbond,
de heer H. P. Gelderman C.M.zn., heeft ia
die vergadering een rede uitgesproken,
waaraan het volgende is ontleend
Wij zijn vandaag bijeen teneinde op plech
tige wijze den dag te herdenken, waarop
wij vóór 10 jaren voor het eerst als Ver
bond van Nederlandsche Werkgevers teza
men waren.
Veel is. het Verbond verschuldigd aan den
man, die zijn eerste algemeen-voorzitter
was, aan dr. F. G. Waller, die in de eerste
moeilijke jaren van het gefusionneerd be
staan met de heeren Redelé en Spanjaard
met groote tact en doortastendheid leiding
aan de Verbondszaken heeft gegeven.
Maar er is tegelijk een gevoel van wee
moed in ons midden, omdat wij zoowel dr.
F. G. Waller, als den laatsten voorzitter
van de Vereeniging van Nederlandsche
Werkgevers, dr. C. F. Stórk, bij deze her
denkingsvergadering moeten missen. Met
groote dankbaarheid herdenken wij, wat zg
voor het Nederlandsche bedrijfsleven heb
ben gedaan. Ook onze fijnzinnige en gevoel
volle Kalff is niet mèer. Aan Krantz, onzen
oud-voorzitter, en aan zoovélen, die vooral
in de laatste jaren van ons gingen, behou
den wij dankbare herinneringen.
Door hun aller werk is hét Verbond- ge
worden wat het thans is en kunnen wij de
toekomst met gerustheid tegemoet zien.
De eerste algemeene ledenvergadering van
het nieuwe Verbond werd 21 Januari 1926
te Amsterdam gehouden. In deze vergade
ring stelde dr. Waller in het licht, dat het
Verbond zich tot taak stelt zgn denkbeel
den omtrent de groote vraagstukken, die
met de maatschappelijke welvaart in nauw
verband staan, ingang te doen vinden zoo
wel onder industrieelen als ook bij de pu
blieke opinie.
In diezelfde rede wees dr. Waller er nog
eens op, dat sedert den wereldoorlog in vele
landen en zeker niet het minst in ons land
een mentaliteit was ontstaan, die hierop
neerkomt, dat men groote uitgaven voor
allerlei doeleinden voteert zonder zich af te
vragen of voor dezen of genen maatregel
op den duur voldoende middelen voorhanden
zijn, of daardoor de kans, om op de wereld
markt niee te dingen, kleiner wordt.
Tenslotte gevoelt het. Verbond het als zijn
roeping alles bij te dragen wat mogelijk is
om een goede verstandhouding tusschen
patroon en arbeider te bevorderen.
Met groote erkentelijkheid gewaagde
spr. van de vele medewerking, die het Ver
bond van hoog tot laag op de verschillende
Departementen ondervindt
Wij verheugen ons zoo vervolgde spr.
over de goede samenwerking met andere
organisaties, zooals Centraal Overleg, de
Alg. R.K. Werkgeversvereniging, de Chr.
Werkgeversvereniging en de Ned. Maat
schappij voor Nijverheid en Handel en die
geregeld tot uiting komt in Nijverheids-
raad, Hoogen Raad van Arbeid en talrijke
andere colleges.
Vooral in tijden als thans, waar de Re
geering steeds meer in het bedrijfsleven in
grijpt en bijna alle tegenslagen het gevolg"
zijn van maatregelen, waartegen veelal de
Regeering alleen hulp kan bieden, is eens
gezindheid en samenwerking meer dan ooit
geboden.
Relletjes in Tuschïnsky.
Gisteravond hebben in en nabij het Tu-
schlnsky-theater te Amsterdam relletjes
plaats gehad.
Van de 19 personen, die wegens het ver
oorzaken van wanordelijkheden bjj de feest-
première van de film „La Kermesse Heroï-
que" in dit theater, naar het politiebureau
werden overgebracht, zijn er 15 weer op(
vrije voeten gesteld. Vier hebben den nacht
op het bureau doorgebracht, waarna ook
zij den volgenden morgen op vrije voeten
zijn gesteld.
Deze rolprent heeft ook in het buitenland
veel wanordelijkheden veroorzaakt. Wij
vertellen er morgen in de filmrubriek meer
van.
DE WERELDSCHEEPSBOÜW.
Uit het jaaroverzicht van Lloyd's Regis
ter of Shipping, waarin alleen koopvaardij
schepen van tenminste 100 registerton
bruto inhoud zijn opgenomen, blijkt, dat in
het afgéloopen jaar over de geheele wereld
zonder Rusland 649 zeeschepen, met
1.302.080 registerton bruto inhoud, zijn te
water gelaten. In 1934 was de wereldpro
ductie slechts 967.419 ton en in 1933 niet
meer dan 489.016 ton, doch in 1913 niet
minder dan 3.332.882 ton en in 1919 zelfs
7.144.549 ton.
Van de in het afgeloopen jaar te water
gelaten zeeschepen waren 198 (vorig jaar
183) stoomschepen met 477.704 (391.176
ton en 419 (246) motorschepen met 812.956
(552.247) ton bruto inhoud. De gemiddelde
bruto inhoud van de nieuwe stoomschepen
is verder gestegen van 2140 tot 2411 ton,
die van de motorschepen echter gedaald
van 2240 tot 1940 ton. Van de stoomschip
ruimte is ongeveer 200.000 ton ingericht
voor gebruik van stookolie, tegen 175.000
ton in het vorige jaar. Voorts zijn daarbij
32 schepen met 70.788 (vorig jaar 37.740)
tón uitgerust met een combinatie van
stoomzuigermachines en lagedruk-turbines,
23 schepen met 163.555 (151.967) ton met
enkel turbines en één schip van 17.528
(18.000) ton met een turbo-electrische in
stallatie. Voor het vervoer van olie zijn
behalve een aar tal kleinere schepen van
minder dan 1000 registerton bruto inhoud
elk, 43 (vorig jaar 31) groote schepen van
samen 338.021 (198.337) ton gebouwd.
Van de motorschepen zgn een groot aan
tal kustvaartuigen van geringe afmetingen#
In Engeland werden 74 (vorig jaar 80)
kleine motorscheepjes van minder dan 500
ton bruto voltooid, in Japan zelfs 143
(128) en in Nederland 33 (23). Over de ge
heele wereld zijn 349 (319) scheepjes van
deze groote gebouwd. Voorts11 werden te
water gelaten 2 motorschepen van 25.000
30.000 ton, één stoomschip van 20.000
25.000 ton, 16 motorschepen en 2 stoom
schepen van 10.000;15.000 ton, 18 motor
schepen en 7 stoomschepen van 8000—
10.000 ton.
Aan het einde van het jaar is de hoe
veelheid onderhanden werk ook weer be
langrijk grooter dan aan het einde van het
GAAT UW GOED
LANGER MEE^
Op de oude manier moet V boenen en wrijven, om het waschgoed schoon (e krijgen
Met H.Z,. is dit niet noodig, want het overvloedig schuimende sop dringt tot diep in
,\]J het weefsel en verwijdert alle vuilzonder dat U eenige moeite behoeft te doen.
H.Z. ZELEWERMEND WASEHMIDDEL! 17'j2 CTS. PER GROOT RAK
Een geval uit de praktijk
van Inspecteut Sanders
lid der Centrale Recherche.
RONDOM, .VREDELUST"
DOOR UDO VAN EWOUD
-0)
„Zeg me welk blad gjf leest en ik zal u
zeggen, wie gij zjjt", had Wils wel eens
gedacht, wanneer hg al die trouwe Schiller-
klanten, waarvan er nu slechts enkele aan
wezig waren, telkens weer dezelfde dag
bladen en periodieken zag uitzoeken. Hij
vond het wel eens aardig er een studie van
te maken.
Er kwamen nieuwe bezoekers dr. Van
Wessum de Bruin, een jonge arts, die zich
eerst voor kort had gevestigd en zich nu
hier af en toe liet opbellen om althans de
Schiller-gasten op zijn practijk opmerk
zaam te maken. Adverteeren paste nu een
maal niet voor een medicus, maar als straks
een piccolo luid zgn dubbelen naam door het
volle café zou roepen, was dat ook een
aardige en bovendien weinig kostbare re
clame. Hij nam natuurlgk de „Graphic" of
„London News". Wils kon het wel raden.
Nee, ditmaal viel zgn keus op „Die Woche";
dan had hij de Engelsche tijdschriften van
deze week zeker reeds gezien.
Onmiddellijk op hem volgde een heer, die
voornamelijk opviel door zijn klein pestuur
en modieuse kleeding. Met zijn bleek, scherp
gesneden en glad geschoren gelaat, de
kaarsrechte scheiding in het rijkelijk met
Stacomb bewerkte, blauwzwarte haar, en
het, door een prima vakman uit een voor
treffelijke stof gesneden colbert met. de
vierkante schouders en puntige revers,
maakte hij een on-Hollandschen indruk. Hij
nam, zonder te groeten, op een stoel haast
Wils plaats en wierp, niet zonder vertoon
van ijdelheid, een vluchtigen blik op zijn
gouden armbandhorloge.
Een prachtig studie-object, vond de re*
porter. De man behoorde niet tot de stam
gasten en wanneer hjj geen vreemdeling
was, zou het, door zijn keuze uit de groote
verscheidenheid aan lectuur, misschien mo
gelijk zijn zich eenigszins een beeld te vor
men van zijn persoon. Hij bestelde thee en
deed dat met één woord. Daarna stond hij
op om op den standaard een krant uit te
zoeken. Na een korte wandeling rond de
leeszaal keerde hg terug met het avond
blad van „De Hoofdstad".
Wils ergerde zich om drie redenen in de
eerste plaats omdat deze onbekende bezoe
ker juist het blad wegnam, dat hij had wil
len inzien, in de tweede plaats wijl zijn
buurman de voorkeur aan een concurree-
rend blad bleek te geven boven de „Mer-
cuur" en ten derde, omdat uit het feit, dat
hij een nieuwsblad verkoos geen enkele bij
zondere eigenschap viel af te leiden. Reeds
was ~ij van plan zgn studie er maar aan
te geven, toen de onbekende naast hem op
nieuw zijn aandacht opeischte en wel door
het tempo, waarmee hij de kolommen van
de „Hoofdstad" doorvloog. Zóó handelde
slechts iemand, die een bepaald bericht
zocht en dit laatste bleek dan ook het ge
val. Bij de rubriek „Stadsnieuws" kwam
de haastige lezer tot rust en met intense
aandacht las hij het eerste bericht in deze
rubriek, waarboven in zware headlines het
opschrift prijkte
MYSTERIES RONDOM „VREDELUST"
De politie staat voor een raadsel.
Dader en slachtoffer nog steeds
onbekend.
Wils was plotseling een en al belang
stelling, al _was hij zoo verstandig dit niet
te laten blgken. Deze man interesseerde
zich om een of andere reden in bgzondere
mate voor het Vredelust-drama. Zóó las
geen gewone krantenlezer een bericht, al
was dat dan ook nog zoo sensationeel.
Maar het merkwaardigste kwam nog.
Toen hij het bericht ten einde had gelezen,
maakte het mannetje een nieuwe wande
ling om de leestafel, om tenslotte terug te
keeren met een viertal andere avondbladen,
waarbij zich ditmaal ook de „Mercuur" be
vond. En in al deze bladen zocht en las hij
niets anders dan het bericht over den
moord in de villa van Van Opweeghen.
Zgn thee was inmiddels koud geworden,
maar daar bekommerde hij zich niet ora.
Toen hg blijkbaar alle bladen welke iets
over de moordzaak berichtten, had gezien,
nam hij een, in rood macorijn leder gebon
den boekje uit zijn portefeuille, waarin hij
eenige aanteekeningen maakte. Daarna
dronk hij in twee, drie teugen zijn kop thee
leeg, wenkte den kellner om af te rekenen
en nadat deze hem in zijn jas had geholpen
verliet hg, even rustig als hg gekomen was.
het café. Wils zag hem langs het raam
gaan In de richting van het plantsoen. Een
oogenblik later stond ook hg op straat.
Haastig liep hij langs het standbeeld van
Rembrandt en toen hij aan de andere zijde
het plantsoen verliet, kon hg nog juist
waarnemen, dat de ander inmiddels den
weg was overgestoken en de Regulier sbree-
straat inging.
De reporter zette er den pas in. Een in
wendige stem zei hem, dat dit modieuze
mannetje op de een of andere manier bij de
Vredelust-affaire betrokken was en het zou
daarom zeker de moeite waard zgn hem te
volgen.
Edoch, „schaduwen" is niet ieders werk.
Dat ondervond ook Wils, hoewel hij dit
toch niet voor het eerst deed. Het ging goed
zoolang de vreemde cafébezoeker zonder op
of om te zien zijn weg vervolgde, ook al
koos hij dien dan dwars door de drukke
binnenstad. De pech begon echter al, toen
het mannetje ter hoogte van den Heiligen-
weg een sigarenwinkel binnenstapte, het
geen Wils noodzaakte in bewondering voor
een galanteriezaak te blijven staan. Was dit
op zichzelf niet zoo erg, wel vervelend was
het. dat de kleine vreemdeling na zijn be
zoek aan den sigarenwinkel plotseling op
zijn schreden terugkeerde, zoodat Wils hem
moest passeeren en bepaald ergerlijk vond
de reporter het, toen hij na een minuut
eensklaps weer omdraaide, waardoor hij
den man voor de tweede maal tegen het
lgf liep. Doch daarna scheen deze dan toch
zijn weg bepaald te hebben.
Hij wandelde nu aan een stuk door tot
het Spui en Wils begon al weer moed te
krijgen, dat alles toch nog goed zou afloo-
pen, toen de achtervolgde verrassend on
verwacht zijn pas versnelde en op een taxi,
welke op het Spui geparkeerd stond, af
stevende. Het was de laatste wagen van de
standplaats en den reporter bleef derhalve
niet veel anders over dan met leede oogen
toe te zien, hoe de auto met zijn zonderlin
gen passagier in snelle vaart in de richting
van het Koningsplein, verdween.
Was het verbeelding of lachte de man
hem door het achterraampje werkelijk spot
tend toe? Wils kon het niet met zekerheid
vaststellen, want op het laatste moment
kwam nij op het idee het nummer van den
wagen op te nemen G 37218 en dat eischte
even zijn volle aandacht.
De vreemdeling in de residentie.
Dienzelfden avond trof Wils inspecteur
Sanders in diens gezellig ingerichte vrijge-
zellenwoning aan den Koninginneweg. Hij
was hier, zoo men dat noemt „kind in huis".
Hun vriendschap dateerde reeds van de
schoolbanken, toen de reporter weliswaar
nog aan geen journalistiek en de politie
man aan geen criminaliteit dacht, maar
andere, onschuldiger liefhebbergen, hen
eikaars gezelschap deden zoeken. In die
dagen was tusschen de beide knapen een
hechte vriendschap gegroeid, welke door da
jaren stand hield, ook toen in het maat
schappelijk leven hun wegen uiteen liepen,
(Wordt vervolgd.)