TWEEDE BLAD GEMEENTEBESTUUR BINNENLAND FEUILLETON YSTERIES van de van Vrijdag 7 Februari 1936. No. 32. BEKENDMAKING. Heryk der maten en gewichten. Burgemeester en Wethouders der ge meente Vlissingen maken bekend A. Dat dit jaar voor den herijk van ma ten en gewichten in deze gemeente zitting zal worden gehouden in een der lokalen van het v.rtu Distributiegebouw aan de Wilhehninastraat en wel als volgt Voor nieuwe, ten verkoop bestemde ma ten en gewichten Maten en gewichten in gebruik bij rijks-, provinciale- of gemeentelijke diensten, be drijven of instellingen," spoorwegen, tram- en bootdiensten, op Maandag 17 Februari van 9.3012.30 en 13.3016.30 uur. Voor de Koninklijke Maatschappij „de Schelde" op Dinsdag 18 Februari van 9.30 —12.30 uur. Voor hen, wier familienaam, naam van de firma begint met een der letters A en C, op Dinsdag 18 Februari van 13.3016.30 uur. idem met de letter B, op Woensdag 19 Februari van 9.3012.30 en 13.3016.30 uur. Idem met een der letters D, E, F en G, op Donderdag 20 Februari van 9.3012.30 en 13.3016.30 uur. Idem met een der letters H, I en J op Vrijdag 21 Februari van 9.3012.30 en 13.30—16.30 uur. Idem met een der letters K en L, op Maandag 24 Februari van 9.3012.30 en 13.30—16.30 uur. Idem met een der letters M en N, op Dinsdag 25 Februari van 9.3012.30 en 13.30—16.30 uur. Idem met een der letters O, P, Q en R, op Woensdag 26 Februari van 9.3012.30 en 13.3016.30 uur. Idem met de letter S, op Donderdag 27 Februari van 9.3012.30 en 13.3016.30 uur. Idem met een der letters T, U. V. W. X, Y en Z, op Vrijdag 28 Februari van 9.30- 12.30 en 13.30—16.30 uur. Ie. dat de maten en gewichten schoon, droog en roestvrij moeten worden aange boden om onderzocht te kunnen worden dat ijzeren maiten van binnen en van bui ten geverfd dienen te zijn, koperen gewich ten afgewasschen en ook de gaten gerei nigd dat ijzeren gewichten niet gepot lood mogen zijn, doch roestvrij moeten zijn gemaakt en daarna ingewreven met ge kookte lijnolie 2e. dat de maten en gewichten vóór 1 October 1937 gestempeld moeten zijn met de letter k en dat er, bij verzuim of ver hindering om van de zitting gebruik te maken, nog gelegenheid bestaat maten en gewichten te laten herijken aan het IJk- kantoor te Middelburg in 1936 op 12 en 13 Maart, 9 April, 1415 Mei, 1112 Juni, 910 Julii, 1011 September, van 9 tot 12 uur en 13.30 tot 16.30 uur. 3e. dat de maten en gewichten, welke zijn gestempeld met het afkeuringsmerk niet in winkels enz. mogen worden teruggebracht 4e. dat ten bate van 's rijks schatkist betaald moet worden voor het onderzoek der maten en gewichten (ijkloon) en voor het justeeren der gewichten (justeerloon) en 5e. dat de milligramgewichten niet op de herijkzitting, maar alleen aan het ijkkan- tcor herijkt kunnen worden. (Opzending per post franco met insluiting van een postbewijs tot een bedrag, overeenkomende met de som van 10 cent voor elk gewicht Ook is mede te zenden de gezegelde enve loppe, afgegeven bij de vorige verificatie, daar de gewichtjes anders aan de eischen, gesteld voor de nieuwe, moeten voldoen Vlissingen, 6 Februari 1936. Burg. en Weth. voornoemd, VAN WOELDEREN. De Secretaris, F. BISSCHOP. KAMEROVERZICHT EERSTE KAMER. Vergadering van Donderdag. Rgksbegrooting 1936. De grondtoon van het algemeen debat over de Rijksbegrooting voor 1936, kan niet anders dan somber klinken. Het zijn de financiën die de grootst mogelijke zorg baren, omdat wij daarmede voor den muur staan. Van een werkelijk sluitende begroo ting zal in jaren nog geen sprake kunnen zijn en van belastingverzwaring is geen heil meer te verwachten. Van twee zijden wordt de Regeering thans bestooktde sociaal-democraten heb ben hun Plan van den Arbeid ontworpen on de nationaal-socialisten prediken hun leer, die cLe grondslagen van onze regeering aantast. Beide partijen zijn thans voor alle andere groepen de hoof den-van-Jut, waar op 'men met alle macht hamert, ten einde het volk duidelijk te maken, dat men langs die wegen geen heil heeft te wachten. De vechtende koeien hebben zich vereenigd, nu de wolven naderen de heeren Van Emb- den, De Savornin Lohman, Van Lanschot en Diepenhorst reiken elkaar de hand ter verdediging van de Regeering. Men be grijpt dat de eenmaal ingeslagen weg van haar beleid niet meer verlaten kan wor den en dat men dus het beste en het wijs te doet alle detail-kritiek ter zijde te stel len, ten einde te houden wat wij nog heb ben. De bezwaren tegen het roode plan zijn bekend het benoodigde kapitaal van acht honderd millioen gulden is niet te vinden èn na de kunstmatige opleving vain de be drijvigheid zal na de drie jaar een inzin king volgen, die ernstiger is dan die welke wij nu doormaken. Het socialisatie-spook gluurt ook door het plan heen en maakt het niet aannemelijker. Volgens prof. Die penhorst laat het plan feitelijk het oude Marxisme in den steek en aanvaardt het een nieuw socialisme, hl. dat van den Belg Hendrik de Man. Van het plan verwacht deze afgevaardigde echter niet veel heil, ook al omdat de financieele basis ervan niet deugt. Als geheel suggereert het plan ons volk, dat de Regeering eigenlijk tot nu toe niets deed, niets kan en niets bereiken zaL Dat is een foutieve theorie, die het plan onaannemelijk maakt. Mr. Mendels haalde de oude koe van de Juli-kabinetscrisis nog eens uit de politieke sloot om allerlei onvriendelijkheden te zeg gen tot het kabinet en zijn formateur. Voorts vroeg hij hoe het gestéld is met de samenstelling van de Staats commissie in zake concentratie van het bijzonder onder wijs. Voor een grondwetsherziening ge voelde deze afgevaardigde niet veeL Er was daarvoor nietvoldoende aanleiding. Overigens verdedigde hij en zijn partij genoot La Bella het befaamde plan van den arbeid, d'at plain was geen paradijsplan maar een concreet plan, een eerlijke po ging tot redding van Nederland uit het moeras. Na een pleidooi van den ht er Gelderman, die vooral gelooft in de ontwikkeling der vrije krachten in de maatschappij en dus niet in een Plan-wirtschaft, heeft de eer ste nationaal-soeiaiistische rede in ons parlement weerklonken. De heer De Mar- chant kleedde het democratische systeem uit, dat tot deze crisis heeft geleid alleen opheffing van die democratie kan de crisis verbeteren. Het demo-liberale systeem leidt tot slapheid, het kapitaal maakt de gemeenschap tot een vennootschap met een klein aantal commissarissen en een groot aantal employé's. Het parlement» moet op zij gezet worden. Er waren vol gens hem vele personen, die dit inzicht deelen maar er niet voor durven of willen uitkomen. Zelfs ander de ministers waren er van dezulken. Over de in beslagneming van zijn lijfblad, over de vertooning van De Beul spraak hg nog om te besluiten, dat haat en angst de basis vormen van alle actie tegen zijn partij en dat zij daarom op de lijst der staatsgevaarlijke vereeni- gingen is gezet. Nog voerde de heer De Bruijn, het de- mocratisch-Katholieke lid het woord. Vol gens hem is de politiek der Regeering ge heel en al mislukt. Meer niet Prinses Juliana naar Weenen en Boedapest Het Boedapester blad „Pesti Hirlap" ver neemt uit betrouwbare bron, aldus meldt „de Maasbode", dat Prinses Juliana zeer spoedig onder streng incognito een bezoek aan Boedapest zal brengen. Tijdens het va- cantieverblijf in Tirol zou de Prinses in ge zelschap van twee vriendinnen, een hofdame en een kamerheer een uitstapje maken naar Weenen, en van daar uit een tweedaagsche trip naar Boedapest. De Koningin zou ge durende de afwezigheid van de Prinses te Igls blijven. De devaluatie-rede van mr. Steenberghe. De „Telegraaf" noemt het een blijk van halfslachtigheid in de R.-K. Staatspartij, dat zij op haar landdag oud-minister Steen berghe een pleidooi voor devaluatie heeft laten houden. Het blad vervolgt De heer Steenberghe heeft devaluatie aanbevolen als de voornaamste voorwaarde tot een meer intensieve industrialisatie van ons land. Deze gedachtengang was logisch. Bij ons heeft de industrie altijd slechts ge bloeid in streken met 'n lagen levensstan daard. Wil Nederland op groote schaal m- dustrialiseeren, dan moet ons levensniveau scherp omlaag en er bestaat geen radicaler middel om dat te bereiken, dan een flinke besnoeiing van den gulden. Wg hebben dat altijd als een paardenmiddal beschouwd en gaven daarom de voorkeur aan de aan passingspolitiek van dir. Colijn. Dat bracht ons herhaaldelijk in conflict met hen, die tegen de offers van deze aanpassingspoli tiek opziend, direct steun gaven aan de devaluïsten. Nu weten de voorstanders van devaluatie heel goed, dat men met be snoeiing van den gulden er nog geenszins is. Zij gaan uit van de juiste veronderstel ling, dat op muntbederf duurte zal volgen en dat deze duurte de inperking der per soonlijke uitgaven zal brengen, die zij niet door het middel van salarisverlaging dur ven bereiken. In een klein land als het onze, dat een binnenlandsche markt van geringe beteekenis heeft, kan een algemee- ne industrialisatie slechts gebaseerd zijn op een zeer laag levensniveau. Schrikt men voor deze algemeene ver arming terug, dan ontstaan toestanden zooals in Denemarken, waar men ten bate van een kunstmatige industrie zgn laatste reserves verteert. Ook het Deensche systeem zal tenslotte tot een lagen levens standaard leiden, maar daartoe zal het eerst komen als alle hulpbronnen van het land zgn uitgeput. Wg achten het betoog van mr. Steen berghe uitermate eenzijdig. Zijn redevoe ring had geen typisch Nederlandsch ka rakter. Ook een Belgische, Deensche of Zwitsersche staatsman had haar kunnen houden. Over onze koloniën bijv. sprak deze oud-minister geen enkel woord. Onze buitenlandsche handel bestond voor hem niet. De boeren, die bij ons zulk een groote categorie der bevolking vormen, kwamen slechts in de tweede plaats. Mr. Steen berghe zag in zijn verbeelding uitsluitend rookende fabrieksschoorsteenen. Moeten zij ons ideaal zijn Wij betwijfelen dat. De Nederlander is niet in de eerste plaats fa brieksarbeider en hg wordt dat slechts als alle andere wegen hem zijn afgesneden. Het was een groote fout, dat op dezen landdag over die andere wegen met geen enkel woord is gesproken. De katholieke partij is in ons land nume riek de grootste politieke organisatie en alleen reeds dat feit legt haar zware ver plichtingen op. Wij meenen, dat zij op de Zondag gehouden landdag niet de leiding heeft gegeven, die men van haar had mo gen verwachten. Vooloopig zat 't land het wel bij het recept van dir. Oolijn houden. Het Verbond van Nederlandsche Werkgevers. Herdenking 10-jarig bestaa/n. Hedenmiddag heeft in Pulchri Studio te 's-Gravenhage de algemeene vergadering van het Verbond van Nederlandsche Werk gevers plaats gehad ter viering van het 10- jarig bestaan der organisatie. De algemeen-voorzitter van het Verbond, de heer H. P. Gelderman C.M.zn., heeft ia die vergadering een rede uitgesproken, waaraan het volgende is ontleend Wij zijn vandaag bijeen teneinde op plech tige wijze den dag te herdenken, waarop wij vóór 10 jaren voor het eerst als Ver bond van Nederlandsche Werkgevers teza men waren. Veel is. het Verbond verschuldigd aan den man, die zijn eerste algemeen-voorzitter was, aan dr. F. G. Waller, die in de eerste moeilijke jaren van het gefusionneerd be staan met de heeren Redelé en Spanjaard met groote tact en doortastendheid leiding aan de Verbondszaken heeft gegeven. Maar er is tegelijk een gevoel van wee moed in ons midden, omdat wij zoowel dr. F. G. Waller, als den laatsten voorzitter van de Vereeniging van Nederlandsche Werkgevers, dr. C. F. Stórk, bij deze her denkingsvergadering moeten missen. Met groote dankbaarheid herdenken wij, wat zg voor het Nederlandsche bedrijfsleven heb ben gedaan. Ook onze fijnzinnige en gevoel volle Kalff is niet mèer. Aan Krantz, onzen oud-voorzitter, en aan zoovélen, die vooral in de laatste jaren van ons gingen, behou den wij dankbare herinneringen. Door hun aller werk is hét Verbond- ge worden wat het thans is en kunnen wij de toekomst met gerustheid tegemoet zien. De eerste algemeene ledenvergadering van het nieuwe Verbond werd 21 Januari 1926 te Amsterdam gehouden. In deze vergade ring stelde dr. Waller in het licht, dat het Verbond zich tot taak stelt zgn denkbeel den omtrent de groote vraagstukken, die met de maatschappelijke welvaart in nauw verband staan, ingang te doen vinden zoo wel onder industrieelen als ook bij de pu blieke opinie. In diezelfde rede wees dr. Waller er nog eens op, dat sedert den wereldoorlog in vele landen en zeker niet het minst in ons land een mentaliteit was ontstaan, die hierop neerkomt, dat men groote uitgaven voor allerlei doeleinden voteert zonder zich af te vragen of voor dezen of genen maatregel op den duur voldoende middelen voorhanden zijn, of daardoor de kans, om op de wereld markt niee te dingen, kleiner wordt. Tenslotte gevoelt het. Verbond het als zijn roeping alles bij te dragen wat mogelijk is om een goede verstandhouding tusschen patroon en arbeider te bevorderen. Met groote erkentelijkheid gewaagde spr. van de vele medewerking, die het Ver bond van hoog tot laag op de verschillende Departementen ondervindt Wij verheugen ons zoo vervolgde spr. over de goede samenwerking met andere organisaties, zooals Centraal Overleg, de Alg. R.K. Werkgeversvereniging, de Chr. Werkgeversvereniging en de Ned. Maat schappij voor Nijverheid en Handel en die geregeld tot uiting komt in Nijverheids- raad, Hoogen Raad van Arbeid en talrijke andere colleges. Vooral in tijden als thans, waar de Re geering steeds meer in het bedrijfsleven in grijpt en bijna alle tegenslagen het gevolg" zijn van maatregelen, waartegen veelal de Regeering alleen hulp kan bieden, is eens gezindheid en samenwerking meer dan ooit geboden. Relletjes in Tuschïnsky. Gisteravond hebben in en nabij het Tu- schlnsky-theater te Amsterdam relletjes plaats gehad. Van de 19 personen, die wegens het ver oorzaken van wanordelijkheden bjj de feest- première van de film „La Kermesse Heroï- que" in dit theater, naar het politiebureau werden overgebracht, zijn er 15 weer op( vrije voeten gesteld. Vier hebben den nacht op het bureau doorgebracht, waarna ook zij den volgenden morgen op vrije voeten zijn gesteld. Deze rolprent heeft ook in het buitenland veel wanordelijkheden veroorzaakt. Wij vertellen er morgen in de filmrubriek meer van. DE WERELDSCHEEPSBOÜW. Uit het jaaroverzicht van Lloyd's Regis ter of Shipping, waarin alleen koopvaardij schepen van tenminste 100 registerton bruto inhoud zijn opgenomen, blijkt, dat in het afgéloopen jaar over de geheele wereld zonder Rusland 649 zeeschepen, met 1.302.080 registerton bruto inhoud, zijn te water gelaten. In 1934 was de wereldpro ductie slechts 967.419 ton en in 1933 niet meer dan 489.016 ton, doch in 1913 niet minder dan 3.332.882 ton en in 1919 zelfs 7.144.549 ton. Van de in het afgeloopen jaar te water gelaten zeeschepen waren 198 (vorig jaar 183) stoomschepen met 477.704 (391.176 ton en 419 (246) motorschepen met 812.956 (552.247) ton bruto inhoud. De gemiddelde bruto inhoud van de nieuwe stoomschepen is verder gestegen van 2140 tot 2411 ton, die van de motorschepen echter gedaald van 2240 tot 1940 ton. Van de stoomschip ruimte is ongeveer 200.000 ton ingericht voor gebruik van stookolie, tegen 175.000 ton in het vorige jaar. Voorts zijn daarbij 32 schepen met 70.788 (vorig jaar 37.740) tón uitgerust met een combinatie van stoomzuigermachines en lagedruk-turbines, 23 schepen met 163.555 (151.967) ton met enkel turbines en één schip van 17.528 (18.000) ton met een turbo-electrische in stallatie. Voor het vervoer van olie zijn behalve een aar tal kleinere schepen van minder dan 1000 registerton bruto inhoud elk, 43 (vorig jaar 31) groote schepen van samen 338.021 (198.337) ton gebouwd. Van de motorschepen zgn een groot aan tal kustvaartuigen van geringe afmetingen# In Engeland werden 74 (vorig jaar 80) kleine motorscheepjes van minder dan 500 ton bruto voltooid, in Japan zelfs 143 (128) en in Nederland 33 (23). Over de ge heele wereld zijn 349 (319) scheepjes van deze groote gebouwd. Voorts11 werden te water gelaten 2 motorschepen van 25.000 30.000 ton, één stoomschip van 20.000 25.000 ton, 16 motorschepen en 2 stoom schepen van 10.000;15.000 ton, 18 motor schepen en 7 stoomschepen van 8000— 10.000 ton. Aan het einde van het jaar is de hoe veelheid onderhanden werk ook weer be langrijk grooter dan aan het einde van het GAAT UW GOED LANGER MEE^ Op de oude manier moet V boenen en wrijven, om het waschgoed schoon (e krijgen Met H.Z,. is dit niet noodig, want het overvloedig schuimende sop dringt tot diep in ,\]J het weefsel en verwijdert alle vuilzonder dat U eenige moeite behoeft te doen. H.Z. ZELEWERMEND WASEHMIDDEL! 17'j2 CTS. PER GROOT RAK Een geval uit de praktijk van Inspecteut Sanders lid der Centrale Recherche. RONDOM, .VREDELUST" DOOR UDO VAN EWOUD -0) „Zeg me welk blad gjf leest en ik zal u zeggen, wie gij zjjt", had Wils wel eens gedacht, wanneer hg al die trouwe Schiller- klanten, waarvan er nu slechts enkele aan wezig waren, telkens weer dezelfde dag bladen en periodieken zag uitzoeken. Hij vond het wel eens aardig er een studie van te maken. Er kwamen nieuwe bezoekers dr. Van Wessum de Bruin, een jonge arts, die zich eerst voor kort had gevestigd en zich nu hier af en toe liet opbellen om althans de Schiller-gasten op zijn practijk opmerk zaam te maken. Adverteeren paste nu een maal niet voor een medicus, maar als straks een piccolo luid zgn dubbelen naam door het volle café zou roepen, was dat ook een aardige en bovendien weinig kostbare re clame. Hij nam natuurlgk de „Graphic" of „London News". Wils kon het wel raden. Nee, ditmaal viel zgn keus op „Die Woche"; dan had hij de Engelsche tijdschriften van deze week zeker reeds gezien. Onmiddellijk op hem volgde een heer, die voornamelijk opviel door zijn klein pestuur en modieuse kleeding. Met zijn bleek, scherp gesneden en glad geschoren gelaat, de kaarsrechte scheiding in het rijkelijk met Stacomb bewerkte, blauwzwarte haar, en het, door een prima vakman uit een voor treffelijke stof gesneden colbert met. de vierkante schouders en puntige revers, maakte hij een on-Hollandschen indruk. Hij nam, zonder te groeten, op een stoel haast Wils plaats en wierp, niet zonder vertoon van ijdelheid, een vluchtigen blik op zijn gouden armbandhorloge. Een prachtig studie-object, vond de re* porter. De man behoorde niet tot de stam gasten en wanneer hjj geen vreemdeling was, zou het, door zijn keuze uit de groote verscheidenheid aan lectuur, misschien mo gelijk zijn zich eenigszins een beeld te vor men van zijn persoon. Hij bestelde thee en deed dat met één woord. Daarna stond hij op om op den standaard een krant uit te zoeken. Na een korte wandeling rond de leeszaal keerde hg terug met het avond blad van „De Hoofdstad". Wils ergerde zich om drie redenen in de eerste plaats omdat deze onbekende bezoe ker juist het blad wegnam, dat hij had wil len inzien, in de tweede plaats wijl zijn buurman de voorkeur aan een concurree- rend blad bleek te geven boven de „Mer- cuur" en ten derde, omdat uit het feit, dat hij een nieuwsblad verkoos geen enkele bij zondere eigenschap viel af te leiden. Reeds was ~ij van plan zgn studie er maar aan te geven, toen de onbekende naast hem op nieuw zijn aandacht opeischte en wel door het tempo, waarmee hij de kolommen van de „Hoofdstad" doorvloog. Zóó handelde slechts iemand, die een bepaald bericht zocht en dit laatste bleek dan ook het ge val. Bij de rubriek „Stadsnieuws" kwam de haastige lezer tot rust en met intense aandacht las hij het eerste bericht in deze rubriek, waarboven in zware headlines het opschrift prijkte MYSTERIES RONDOM „VREDELUST" De politie staat voor een raadsel. Dader en slachtoffer nog steeds onbekend. Wils was plotseling een en al belang stelling, al _was hij zoo verstandig dit niet te laten blgken. Deze man interesseerde zich om een of andere reden in bgzondere mate voor het Vredelust-drama. Zóó las geen gewone krantenlezer een bericht, al was dat dan ook nog zoo sensationeel. Maar het merkwaardigste kwam nog. Toen hij het bericht ten einde had gelezen, maakte het mannetje een nieuwe wande ling om de leestafel, om tenslotte terug te keeren met een viertal andere avondbladen, waarbij zich ditmaal ook de „Mercuur" be vond. En in al deze bladen zocht en las hij niets anders dan het bericht over den moord in de villa van Van Opweeghen. Zgn thee was inmiddels koud geworden, maar daar bekommerde hij zich niet ora. Toen hg blijkbaar alle bladen welke iets over de moordzaak berichtten, had gezien, nam hij een, in rood macorijn leder gebon den boekje uit zijn portefeuille, waarin hij eenige aanteekeningen maakte. Daarna dronk hij in twee, drie teugen zijn kop thee leeg, wenkte den kellner om af te rekenen en nadat deze hem in zijn jas had geholpen verliet hg, even rustig als hg gekomen was. het café. Wils zag hem langs het raam gaan In de richting van het plantsoen. Een oogenblik later stond ook hg op straat. Haastig liep hij langs het standbeeld van Rembrandt en toen hij aan de andere zijde het plantsoen verliet, kon hg nog juist waarnemen, dat de ander inmiddels den weg was overgestoken en de Regulier sbree- straat inging. De reporter zette er den pas in. Een in wendige stem zei hem, dat dit modieuze mannetje op de een of andere manier bij de Vredelust-affaire betrokken was en het zou daarom zeker de moeite waard zgn hem te volgen. Edoch, „schaduwen" is niet ieders werk. Dat ondervond ook Wils, hoewel hij dit toch niet voor het eerst deed. Het ging goed zoolang de vreemde cafébezoeker zonder op of om te zien zijn weg vervolgde, ook al koos hij dien dan dwars door de drukke binnenstad. De pech begon echter al, toen het mannetje ter hoogte van den Heiligen- weg een sigarenwinkel binnenstapte, het geen Wils noodzaakte in bewondering voor een galanteriezaak te blijven staan. Was dit op zichzelf niet zoo erg, wel vervelend was het. dat de kleine vreemdeling na zijn be zoek aan den sigarenwinkel plotseling op zijn schreden terugkeerde, zoodat Wils hem moest passeeren en bepaald ergerlijk vond de reporter het, toen hij na een minuut eensklaps weer omdraaide, waardoor hij den man voor de tweede maal tegen het lgf liep. Doch daarna scheen deze dan toch zijn weg bepaald te hebben. Hij wandelde nu aan een stuk door tot het Spui en Wils begon al weer moed te krijgen, dat alles toch nog goed zou afloo- pen, toen de achtervolgde verrassend on verwacht zijn pas versnelde en op een taxi, welke op het Spui geparkeerd stond, af stevende. Het was de laatste wagen van de standplaats en den reporter bleef derhalve niet veel anders over dan met leede oogen toe te zien, hoe de auto met zijn zonderlin gen passagier in snelle vaart in de richting van het Koningsplein, verdween. Was het verbeelding of lachte de man hem door het achterraampje werkelijk spot tend toe? Wils kon het niet met zekerheid vaststellen, want op het laatste moment kwam nij op het idee het nummer van den wagen op te nemen G 37218 en dat eischte even zijn volle aandacht. De vreemdeling in de residentie. Dienzelfden avond trof Wils inspecteur Sanders in diens gezellig ingerichte vrijge- zellenwoning aan den Koninginneweg. Hij was hier, zoo men dat noemt „kind in huis". Hun vriendschap dateerde reeds van de schoolbanken, toen de reporter weliswaar nog aan geen journalistiek en de politie man aan geen criminaliteit dacht, maar andere, onschuldiger liefhebbergen, hen eikaars gezelschap deden zoeken. In die dagen was tusschen de beide knapen een hechte vriendschap gegroeid, welke door da jaren stand hield, ook toen in het maat schappelijk leven hun wegen uiteen liepen, (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1936 | | pagina 5