bijzonders
De Jubileumsfeesten.
De bevoegdheden van den Koning.
BINNENLAND
FEUILLETON
YSTERIES
kroon van den koning aan en kuste zijn
vader op de wang. Op dat oogenblik vergat
de vorst de hofetiquette, omhelsde zijn zoon
tje en heeft door deze niet-ceremonieele
geste zeker zijn populariteit vergroot.
Na 't défilé der hoogwaardigheidsbeklee-
ders trokken de koning en koningin zich in
de sacristie terug, waar ze de heilige com
munie ontvingen.
Sinds de kroningsfeesten van 1910 had
Engeland niet iets beleefd, dat te verge
lijken was met de feestelijkheden van 193-5.
Londen was het Mekka van de-gelukkigen
dezer aarde.
De Engelsche regeering had voor de ju
bileumfeesten 50.000 uitgetrokken, ter
wijl de city van Londen een bedrag van
5000 beschikbaar stelde. Hiervan werden
5000 besteed aan het bal, dat op 22 Mei
te Guildhall plaats vond. Vijfduizend perso
nen waren voor dit bal uitgenoodigd. De
rest van het geld werd besteed aan versie
ring der straten en het bouwen van tribu
nes om St. Paul's Cathedral.
Op de Zaterdagen 11, 18 en 25 Mei en
op Zaterdag 8 Juni maakte het konings
paar groote ritten door Londen. Er had
een pompeuze ontvangst van het corps
diplomatique plaats benevens een van de
Engelsche pers. Groote diners in Bucking
ham Palace, bals ten hove, een Garden
party op 25 Juni en groote parade van de
Londensche politie in Hyde-Park op den
twintigsten van die maand stonden tevens
op het programma. Een der hoogtepunten
van de feestelijkheden was de kerkdienst,
die op 6 Mei in St. Paul's Cathedral ge
houden werd.
Het was de wensch des konings, dat de
armen en behoeftigen geen oogenblik ver
geten zouden worden. De opbrengst der zit
plaatsen op de tribunes, waarvan de prij
zen tusschen de drie en vijftig pond va
rieerden, is daarom den hospitalen ten goe
de gekomen. De werkgevers besloten den
feestdag als een werkdag te betalen. De
„Liga voor Kunst" heeft gratis-tooneel-
voorstellingen voor de onbemiddelden ge
houden. Tenslotte werden onder de aller
armsten levensmiddelen verdeeld, zoodat er
minder honger was, toen de koninklijke fa
milie feestvierde. Onmiddellijk na zijn te
rugkeer uit Kitzbühel heeft de Prins van
Wales ettelijke geestelijke en wereldlijke
autoriteiten in het St. James Paleis ont
boden en zette uiteen, dat het jubileum van
zijn vader den stoot moest geven tot de
stichting van een groot fonds voor jeugd-
hulp.
Men ziet, dat vader en zoon er steeds
ernstig naar hebben gestreefd zich populair
te maken. De natuurlijke bonhomie van
den koning heeft hem nader tot het volk
gebracht.
Hoever gaan de bevoegdheden van een
Engelschen Koning De macht, die den
Britschen monarch gebleven is, is zeer be
perkt en was dit van oudsher. Alle politie
ke rechten zijn de kroon ontnomen en
daarmee alle politieke verantwoordelijk
heid, hetgeen overigens in de meeste staten
het geval is. Maar niet iedere vorst duldt
de knellende banden der constitutie Ed
ward VII wist menigmaal zijn zin door te
drijven hij was vaak, zg bet achter de
schermen, zijn eigen minister van buiten-
landsche zaken en kwam daardoor wel
eens in conflict met personen, die verant
woording schuldig waren aan het parle
ment en volk. Ook Koningin Victoria, de
grootmoeder van Koning George, heeft het
niet zelden met haar ministers aan den
stok gehad, zooals o.m. blijkt uit haar
thans gepubliceerde brieven.
Moeilijke situaties.
Koning George V werd, misschien tegen
zgn wil, tot een dergelijk meeningsverschil
gedreven en wel in de jaren 19131914.
Daar is bijv. het Iersche vraagstuk,
waarbij de Koning moest kiezen tusschen
de Katholieke en de Protestantsche Ieren.
Reeds scheen een burgeroorlog onvermijde-
lgk, toen de wereldbrand uitbrak en tot
gevolg had, dat het Engelsch-Iersche vuur
tje niet verder werd opgestookt.
Nog een ander probleem dreigde den
Koning in moeilijkheden te brengen. De
liberale premier wilde hem dwingen een
aantal liberale peers in het Hoogerhuis te
brengen, een maatregel, die dienen moest
om de positie der liberale regeering te
versterken. Nu zegt de Engelsche grond
wet, dat niemand lid van het Hoogerhuis
kan worden zonder aanbeveling van den
eersten minister. Maar geldt ook het om
gekeerde De Koning weigerde tot de aan
bevolen benoemingen over te gaan. Men is
het er nooit over eens geworden of hij
daartoe het recht had, de wereldoorlog
maakte ook aan deze twist een einde.
De wereldoorlog.
Engeland's deelneming was onvermijde
lijk. De Engelsche industrieelen en groote
kooplieden konden niet gedoogen, dat
Frankrijk wellicht door Duitschland
verpletterd zou worden. Koning George
nam een houding aan, die deed vergeten,
dat het Engelsche vorstenhuis van Duit-
sche afkomst is.
Toen koningin Anna in 1714 tengevolge
van een beroerte stierf, was er geen
Stuart, die haar kon opvolgen. Onmiddel
lijk werd daarop Georg, keurmeester van
Hannover, zoon van Sofia van Brunswijk
en achterkleinzoon van den Engelschen
koning" Jacobus I ,tot vorst gekozen.
Uit de gedenkschriften van bekende per
soonlijkheden, o.a. Poincaré, blijkt dat Ko
ning George geen tegenstander van den
oorlog was. Op 1 December 1914 bracht
hij een bezoek aan het front en had toen
een lang onderhoud met den Franschen
president. Hierbij merkte hij o.m. op „Ik
heb altijd overwogen, dat Engeland
Duitschland den oorlog zou verklaren, wan
neer Duitschland dat aan Frankrijk deed.
Maar toen u mij daarover schreef, was ik
verplicht u zeer gereserveerd te antwoor
den, omdat mijn regeering nog geen be
slissing had genomen en de Britsche gevoe
lens nog niet rijp waren voor interventie.
Tot sir Grey heb ik gezegd het is uw
taak het land in te lichten, u zult wel in
staat zijn het land er van te overtuigen,
dat Groot-Brïttannië niet buiten den strijd
kan blijven. En Grey is er inderdaad in ge
slaagd het grootste deel van het Britsche
volk de oogen te openen".
Ook hieruit blijkt wel, dat de bevoegd
heden van den Engelschen vorst beperkt
zijn.
Om te doen uitkomen, hoe weinig hij
om familierelaties gaf, veranderde Koning
George V den naam van zijn huis in House
of Windsor. Hij dwong zijn familieleden
binnen het koninkrijk afstand te doen van
hun Duitsche titels en onderscheidingen, en
zijn neef Wilhelm II schrapte hij van de
lijst der Ridders van de Kouseband.
Toen de Koning den troon besteeg, v/as
zijn familienaam Wettin, de naam, die ge
dragen wordt door de hertogen van Saksen
-Coburg-Gotha en die ook gevoerd werd
door prinsgemaal Albert, echtgenoot van
koningin Victoria, grootvader van
George V.
In 1917 heeft Koning George van al zijn
Duitsche titels afstand gedaan en sindsdien
luidt zijn familienaam Plantegenet-Beau-
fort-Tudor-Macalpin-Bruce-Stuart- Guelph-
Windsor. Behalve de Engelsche koningen
telde George V onder zijn voorvaderen
Karei den Grooten, Rodrigo den Cid, Fre-
derik Barbarossa en Lodewijk den Vromen.
De briefwisseling tusschen Nederland en
België.
De Brusselsche „Standaard" heeft be
schouwingen bevat naar aanleiding van het
besluit der Nederlandsche regeering om
zich voortaan van de Nederlandsche taal te
bedienen in de diplomatieke betrekkingen
met België. In deze beschouwingen stelt de
„Standaard" de vraag, wanneer nu de be
slissing komt, dat Nederland voor zijn
briefwisseling onder meer met de post en
telegrafie in België nog enkel het Neder-
landsch zal gebruiken en de daarbij passen
de regeling van Belgische zijde.
Dit is voor een verslaggever van het
Algemeen Nederlandsch Persbureau aanlei
ding geweest om aan het hoofdbestuur van
de posterijen, telegrafie en telefonie te
vragen, welke regeling op dit punt wordt
gevolgd.
Men heeft hem medegedeeld, dat het
hoofdbestuur reeds vroeger stappen heeft
gedaan om te bewerkstelligen, dat de cor
respondentie tusschen het hoofdbestuur en
de Belgische autoriteiten van de posterijen
en van de telegrafie in het Nederlandsch
wordt gevoerd.
Als gevolg van deze stappen vindt de
correspondentie tusschen de Nederlandsche
en de Belgische autoriteiten dei* posterijen
reeds sedert eenige jaren wederkeerig in
het Nederlandsch plaats.
Wat den Belgischen telegraafdienst be
treft, het Nederlandsche hoofdbestuur der
posterijen correspondeert hiermede ook al
geruimen tijd uitsluitend in het Neder
landsch en de Belgische dienst van zijn
kant schrijft aan het Nederlandsche hoofd
bestuur zooveel mogelijk in het Neder
landsch.
Geldelijke uitkeerïng aan kleine boeren.
Zooals reeds bekend gemaakt is, ligt
het in het voornemen van den minis
ter van landbouw en visscherij over
te gaan tot het doen eener geldelijke
uitkeering aan de kleine boeren. Voor zulk
een uitkeering komen alleen in aanmerking
rundveehouders, a. wier hoofdberoep be
staat in het uitoefenen van akkerbouw en
veehouderij voor eigen rekening (landbou
wers), b. die bg de inventarisatie van
Mei 1935 ten hoogste 5 H.A. cultuurgrond
in gebruik hadden, c. te wier name bij een
der rundveetellingen, te weten die van Mei
1935 of December 1935, 1, 2 of 3 melk
en/of kalfkoeien werden geïnventariseerd,
d. die na 1 Januari 1936 niet in een van
rijkswege gesubsidieerde werkverschaffing
zijn opgenomen geweest of nè. dit tijdstip
geen steun hebben genoten ingevolge een
door den minister van sociale zaken goed
gekeurde steunregeling, e. die op 1 Januari
1936 niet waren aangesloten bij de werk-
loozenkas eener vereeniging, gesubsidieerd
ingevolge het werkloozenbesluit 1917, f.
die niet zijn aangeslagen in de inkomsten
en/of vermogensbelasting over het belas
tingjaar 1935—L936.
De uitkeering aan degenen, die tot voor
noemde categorie kunnen gerekend worden,
zal bedragen voor veehouders met 1
melk- of kalfkoe 25, voor veehouders met
2 melk- en/of kalfkoeien 35, met 3 of
meer melk- en/of kalfkoeien 50. Bij de
betaling van het bedrag zoowel als bij de
vraag of en voor wélk bedrag een veehou
der in verband met eventueelé verschil
lende resultaten der tellingen in aanmer
king komt, zal worden uitgegaan van het
normale bedrijf van den betreffenden vee
houder. Alle veehouders, die volgens de
voorhanden gegevens voorloopig in aan
merking zouden komen voor een uitkee
ring, krijgen een formulier ter onderteeke-
ning toegezonden, waarbij de betreffende
inspecteur der directe belastingen wordt
gemachtigd tot het verstrekken van de
hierboven onder f. bedoelde inlichtingen.
Dat formulier dient onverwijld in de bijge
sloten dienstenveloppe te worden ingezon
den bij de prov. landbouw-crisisorganisatie,
waarbij de betrokkene is aangesloten. In
dien het formulier ongeteekend of na den
daarop vermelden datum bij de landbouw
crisisorganisatie inkomt, wordt de betrok
ken veehouder geacht niet voor een uit
keering in aanmerking te komen.
Personen, die op 10 Februari a.s. nog
geen formulier ontvangen hebben en mee-
nen toch aan bovenomschreven voorwaar
den te voldoen, kunnen na dien datum,
doch uiterlijk vóór 23 Februari 1936 een
formulier, hetwelk bij den secretaris, hun
ner districtscommissie gratis verkrijgbaar
is, onderteekend inzenden bij de L.C.O.
waarbij zij zijn aangesloten. De door mis
gewas getroffen tuinders zijn in vorenbe
doelde categorie niet begrepen. Voor hen is
eveneens een regeling in voorbereiding,
waarover t.z.t. nadere mededeelingen in de
pers zullen volgen.
Ex-mmister-president van Roemenië in
ons land.
Naar wij vernemen zal de gewezen mi
nister-president van Roemenië, prof. N.
Jorga, op 28 dezer een bezoek aan ons land
brengen. Prof. Jorga, die een zeer bekend
historicus is en onder meer leeraar is ge
weest van koning Carol, zal een lezing hou
den voor de Utrechtsche universiteit als
ook voor de vereeniging Nederland-Roeme-
nië. Voor deze vereeniging zal hij te Den
Haag spreken, waar tevens in het gezant
schap een receptie zal plaats vinden.
Bond van Jonge Liberalen.
In de dezer dagen te Amersfoort gehou
den algemeene vergadering van bovenge-
noemden bond werd bij de gehouden hoofd
bestuursverkiezing als voorzitter herkozen
de heer mr. H. L. van Zanten (Rotterdam).
Tot leden van het hoofdbestuur werden ge
kozen de heeren J. Breedveldt (Den Haag)
en mr. R. P. 's Jacob (Amsterdam), in de
plaats van mr. A. B. Adrian en ir. B. W.
Haveman, die zich niet herkiesbaar hadden
gesteld. De heeren J. L. Verhagen (Vlissin-
gen) en H. Korthals (Dordrecht) werden
herkozen. De heer Haveman werd door het
nieuwe hoofdbestuur herbenoemd tot redac
teur van „De Jonge Liberaal". De verga
dering heeft mr. A. B. Adrian, den afge
treden secretaris tot eerelid van den bond
benoemd. Inleidingen werden gehouden door
mr. N. A. Stempels over Ordening en mr.
J. Cornelis over uitsluiting van revolutio
nairen.
De zitting van Zaterdag werd bijgewoond
door mr. J. Rutgers die van Zondag door
mr. W. C. Wendelaar, resp. secretaris en
voorzitter van de Liberale Staatspartij.
Beide heeren spraken de vergadering toe.
Het hoofdbestuur heeft in zijn nieuwe
samenstelling de functies onderling als
volgt verdeeld mr. H. L. van Zanten, Rot
terdam, voorzitter J. L. Verhagen, Vlis-
singen, vice-voorzitter H. Korthals, Dor
drecht, le secretarisJ. Breedveldt, Den
Haag, 2e secretaris mr. R. P. 's Jacob,
Amsterdam, penningmeester.
Zó bijzonder, dat het niet
mogelijk is het artikel naar
werkelijkheid af te beelden.
Zó fijn van smaak, dat
het moeilijk is U deze te
omschrijven. Grotendeels
chocolademaar hoe
vernuftig toegepast! Een
lekkernij: verrukkelijk van
smaak, pittig van aroma en
croquant van samenstelling.
In eerste klas raken verkrijg
baar: 14 ets. per ons
(2 ons voor 25 ets.)
TONNEMA JU C'e - SMEEK
PABIIKANTPN VA" KIN« PEPERMUNT
9
Poolsche onderzeebooten worden in
Nederland gebouwd.
Naar thans wel zoo goed als vaststaat,
zullfen voor rekening van de Poolsche re
geering hier te lande twee onderzeebooten
worden gebouwd, een bij de Rotterdamsche
Droogdok Maatschappij en een bij de Ko
ninklijke maatschappij „de Schelde". Voor
den bouw van deze booten zal in hoofdlijnen
de constructie worden gevolgd van de duik-
booten, bij de Nederlandsche marine in ge
bruik. De onderhandelingen over den bouw
dezer schepen loopen reeds ruim een jaar.
De betaling zal geschieden ingevolge een
compensatie-transactie.
Het „Handelsblad" meldt nog het vol
gende
De vier groote scheepswerven Neder
landsche Scheepsbouw-Maatschappij, Rot
terdamsche Droogdok-Maatschappij, Wii-
ton-Fejjenoord en de Kon. Mij. „dé Schel
de", hebben verleden jaar in Den Haag ge
zamenlijk een bureau opgericht, dat voor
alle vier gezamenlijk teekeningen uitvoert
voor Marine-werk, en dat zich ook bemoeit
met de verwerving van orders voor oorlogs
schepen in het buitenland. Dit bureau zal
waarschijnlijk dezer dagen zijn eerste bui-
tenlandsche opdracht kunnen boeken. Po
len zal hier te lande twee onderzeeërs la
ten bouwen. Technisch is deze opdracht
reeds geheel voorbereid. De verleening
staat wel vast. Zij brengt echter mede, dat
er zekere regelingen getroffen moeten wor
den voor uitvoer van goederen, die Neder
land uit Polen zal betrekken.
Wij vernemen, dat de reis van de minis
ters Deckers en Gelissen naar Polen niet
vreemd is aan deze zaak. De ministers
hebben zich niet bemoeid met de verwer
ving van deze opdracht, waar de Neder
landsche scheepsbouw-industrie zelf reeds
voor gezorgd had, doch van Poolsche zijde
wordt wel op zekere contraprestaties ge
rekend, en bij het bezoek is dat punt dan
ook onder de oogen gezien.
Bereids is, zooals wij hebben medege
deeld, vergunning verstrekt voor den in
voer van Poolsche gerst in Nederland.
Bij informatie bij de directie van de N.V.
Kon. Maatsch. „de Schelde" vernemen wij,
dat de onderhandelingen over den bouw vau
Poolsche onderzeebooten nog gaande zijn en
nog geen definitieve beslissing is gevallen.
Niet generaliseeren.
Het „Hdbld." waarschuwt tegen genera
liseeren ten opzichte van den hongersnood,
die in enkele deelen van Indië heerscht.
Men kan hier licht overdrijven.
Wie op de hoogte is van de toestanden
in Indië, weet dat het in de buitengewesten,
waar toch ook 19 millioen menschen wonen,
in het algemeen zeer goed is, en dat ook
verschillende streken op Java het door de
goede voedseloogsten, gezien binnen het
raam van dezen tijd, niet slecht hebben.
Ongetwijfeld moet in bepaalde gedeelten
van Java en Madoera de toestand onder het
ook vroeger arme deel dei* bevolking zeer
treurig genoemd worden. Maar het is oe-
kend, dat men in Indië daarentegen doet
wat overheid en particulieren vermogen.
Uit de al te zeer generaliseerende alarm-
berichten echter zou de indruk kunnen
postvatten, dat overheid en par' culier in
Indië hun plicht verzaken, en dat is geens
zins het geval. Het spreekt vanzelf, dat op
een eiland als Java met meer dan 40 mil
lioen bewoners, van wie het grootste deel
tot de kleine hoeren behoort, en van wie
een deel zelfs geen eigen grond heeft,
noch de overheid, noch de kleine bovenlaag
eener bezittende klasse alles kunnen doen
in korten tijd. Er is niet zoozeer voedsel-
nood op geheel Java als geldnood, waar
door de allerkleinsten, die zelf geen voed
sel produceeren, het ook niet kunnen koo-
pen. Er blijft dus nog altijd een groote
plaats open. voor geldelijken steun.
Zou men op dat gebied door particuliere
Nederlandsche steunactie tot leniging van
den ergsten nood in gewesten of deelen
van gewesten op Java, waar de bevolking,
al dan niet tengevolge van de depressie,
lijdt aan ondervoeding en ernstigp ziekten,
zooals de tuberculose, nog willen helpen.
Een geval uit de praktijk
van Inspecteur Sanders
lid der Centrale Recherche.
RONDOM „VREPELUST"
DOOR UDO VAN EWOUD
5)
„Vermoedelijk zijn het zelfs twee perso
nen geweest", meende Bartelink te moeten
opmerken. „De toestand, waarin het slacht
offer gevonden is, wekt weliswaar vermoe
dens van zelfmoord, maar ik kan me niet
indenken, dat iemand voor een dergelijke
wanhoopsdaad deze verlaten villa zou uit
kiezen."
„Wij zullen binnen eens gaan kijken",
besloot Sanders, die gewend was bij een
onderzoek als dit de leiding op zich te ne
men en daarbij geen acht placht te slaan
op opmerkingen, welke niet direct verband
hielden met hetgeen op dat oogenblik zijn
gedachten bezig hield. „Smulders zal nu
wel klaar zijn."
Hij keerde zich om, teneinde het huis
weer binnen te gaan, doch juist op dat
oogenblik scheen zijn aandacht te worden
getrokken door 'n paar modderige plekken
op het bordes, welke hem voorheen niet
waren opgevallen. Zoo onverwacht bleef hij
staan, dat hij beide armen moest uitstrek
ken om zijn metgezellen, die anders zeker
zouden zijn doorgeloopen, tegen te houden.
„Hallo, wat is dat hier?" zei hij meer tot
zichzelf, terwijl hij zich tegelijkertijd reeds
over de modderplekken heenboog. Onmid
dellijk richtte hij zich echter ook alweer op.
„Laat me je zolen eens kijken, Miel?"
De reporter voldeed aan dit eenigszins
merkwaardige verzoek, waarvan hij de be
doeling trouwens wel gedeeltelijk kon
raden.
„Dank je", zei Sanders, toen de ander
zijn evenwicht weer had teruggevonden.
„Draag jij gummihakken. Bartelink?"
„Neen, inspecteur en Smulders ook niet,
want toen die zooeven bij het fotografeeren
op z'n knieën lag, heb ik bg mezelf vastge
steld, dat het hoog tijd werd, dat hij zijn
laarzen eens naar een schoenmaker bracht.
De zool was bijna door en de hak danig
scheef geloopen."
„Dus blijft alleen nog de man op den
divan over", concludeerde Sanders. „Ande
ren zijn hier vanmorgen niet geweest. Als
hij ook geen gummihakken heeft, moet hier
na juffrouw Keizer's vertrek nog een twee
de persoon zijn geweest. Dat komt overeen
met jouw opmerking van zooeven, Barte
link. Kijk maar eens hier, dit zijn onmisken
baar afdrukken van een hak. Deze hier,
het dichtst bg de trap is het duidelijkst. Er
zgn zelfs nog een paar letters te lezen, ver
moedelijk het fabrieksmerk. De tweede is
nog als hak-afdruk te herkennen zonder
meer en de derde is niet meer dan een vlek.
We zullen er Smulders in ieder geval een
foto van laten maken. Dat die afdrukken
er vóór Zaterdag al geweest zouden zijn, is
dunkt me, uitgesloten, want een zindelijke
huisvrouw als juffrouw Keizer zou die
modder zeker vóór den Zondag hebben
weggeveegd."
Toen zij voor de tweede maal de woon
kamer binnentraden, was de fotograaf juist
bezig zijn paperassen bgeen te ruimen.
Sanders zelf, voorzichtig geworden door
de op het bordes opgedane ervaring, stapte
zorgvuldig over den eikenhouten drempel
heen, verzocht de beide anderen dit even
eens te doen en gaf daarna Smulders op
dracht de hakafdrukken te fotografeeren.
Daarna begaf hij zich direct naar den
divan, welke met een geel-witte ijsbeeren
vacht bedekt was. Het hoofd van den doode
lag dicht bij den kop van den ijsbeer. San
ders boog zich over het lijk heen en bekeek
dit eenigen tijd nauwkeurig. Bartelink en
Wils, die beiden reeds onmiddellijk consta
teerden, dat ook de doode geen gummihak
ken droeg, hielden zich hierbij eenigszins
op den achtergrond.
De man op den divan kon ongeveer vijf-
en-dertig jaar oud zijn. Hij had een knap,
clean-shaven gelaat en diep-zwart haar. Een
zuidelijk type, constateerde Wils bij zich
zelf en terwijl hij de gelaatsuitdrukking van
den doode wat nauwlettender beschouwde,
moest hij onwillekeurig denken aan de bg
velen heerschende overtuiging, dat deze
den gemoedstoestand, waarin de doode ge
durende z'n laatste oogenblikken verkeerde,
vrij duidelijk pleegt weer te geven. Als die
opvatting inderdaad juist was, moest deze
man de laatste minuten van zijn leven
geen emoties hebben gekend. Wanneer een
vechtpartij aan den moord vooraf was ge
gaan, zou het gelaat allicht sporen heb
ben vertoond van een verbitterden strijd en
als hier sprake was van zelfmoord, dan
ware zeker een andere trek op het gelaat
achter gebleven dan deze, welke slechts
van rust en misschien ook van eenige ver
wondering getuigde. Het leek, of de man
geheel onverwachts uit het leven van allen
dag was weggerukt, alsof hij de laatste
oogenblikken aan iets heel onbelangwek
kends had gedacht, bijv. dat hij noodig eens
een nieuwe das moest koopen, of dat hij
een nieuw merk scheermesjes zou probee-
ren. En in die overpeinzingen zou een re
volverschot hem dan van het leven hebben
beroofd. De kogel was door den linkérslaap
gedrongen een duidelijk waarneembaar
bloedspoor liep vandaar over de ijsbeer-
vacht op het tapijt.
Een andere merkwaardigheid was, dat de
doode een winterjas aan had hij scheen
zich dus onmiddellijk van buiten naar de
woonkamer te hebben begeven. Coupe en
stof van de jas waren geheel in overeen
stemming met de rest van zijn kleeding.
welke bewees, dat zij door een van smaak
was aangeschaft. Het keurige colbert, dat
onder de open hangende jas zichtbaar was,
verried het werk van een prima tailleur, de
kleur van de zwaar zijden das harmonieer
de voortreffelijk met die van het fijn pope-
line overhemd en de smettelooze, parelgrijze
sous-pieds over de zwarte, hooge Balty-
schoenen bewezen, dat de eigenaar deze
niet te lang placht te dragen.
Zijn rechterarm hing over den rand van
den divan heen in de onmiddellijke nabij
heid lag een revolver.
„Zelfmoord.?." dacht Wils even onder den
indruk van de houding van het slachtoffer,
welke dit vermoeden volkomen rechtvaar
digde en op het zelfde oogenblik zei San
ders, zich uit zijn gebogen houding oprich
tend „Zelfmoord is het nietWanneer
kan dr. Jurrians hier zijn, Bartelink?"
„Hij was naar Haarlem, toen ik hem
opbelde. Voor een particuliere aangelegen
heid. Men zou hem echter telefonisch van
een en ander op de hoogte stellen, zoodat
hrj binnen een uur hier kon zijn."
„Mooi, dan zullen we in afwachting van
zgn komst eens een onderzoek instellen
naarZie je niet, dat er iets ontbreekt?"
„Ja, zijn hoed", zei Bartelink zonder een
oogenblik te aarzelen, terwgl Wils met
eenigen spijt bg zichzelf vaststelde, dat dit
hem ten eenenmale ontgaan was.
„Misschien hangt hij in de vestibule?"
opperde de rechercheur. „Toen ik er zoo
even langs ging, hingen er twee hoeden en
een pet aan den kapstok
„Informeer dan eens bij juffrouw Keizer
of daar een vreemd hoofddeksel bg is."
Bartelink verdween en Sanders boog zich
opnieuw over het lijk. Ditmaal echter on
derzocht hg zorgvuldig alle zakken van den
doode. Het was vergeefsche moeite, want
de man bleek in het geheel geen papieren
bij zich te hebben. Slechts in een der zij
zakken van zgn jas vohd de inspecteur een
naar grijze, wildlederen handschoenen.
(Wordt vervolgd.)