bijzonders De Jubileumsfeesten. De bevoegdheden van den Koning. BINNENLAND FEUILLETON YSTERIES kroon van den koning aan en kuste zijn vader op de wang. Op dat oogenblik vergat de vorst de hofetiquette, omhelsde zijn zoon tje en heeft door deze niet-ceremonieele geste zeker zijn populariteit vergroot. Na 't défilé der hoogwaardigheidsbeklee- ders trokken de koning en koningin zich in de sacristie terug, waar ze de heilige com munie ontvingen. Sinds de kroningsfeesten van 1910 had Engeland niet iets beleefd, dat te verge lijken was met de feestelijkheden van 193-5. Londen was het Mekka van de-gelukkigen dezer aarde. De Engelsche regeering had voor de ju bileumfeesten 50.000 uitgetrokken, ter wijl de city van Londen een bedrag van 5000 beschikbaar stelde. Hiervan werden 5000 besteed aan het bal, dat op 22 Mei te Guildhall plaats vond. Vijfduizend perso nen waren voor dit bal uitgenoodigd. De rest van het geld werd besteed aan versie ring der straten en het bouwen van tribu nes om St. Paul's Cathedral. Op de Zaterdagen 11, 18 en 25 Mei en op Zaterdag 8 Juni maakte het konings paar groote ritten door Londen. Er had een pompeuze ontvangst van het corps diplomatique plaats benevens een van de Engelsche pers. Groote diners in Bucking ham Palace, bals ten hove, een Garden party op 25 Juni en groote parade van de Londensche politie in Hyde-Park op den twintigsten van die maand stonden tevens op het programma. Een der hoogtepunten van de feestelijkheden was de kerkdienst, die op 6 Mei in St. Paul's Cathedral ge houden werd. Het was de wensch des konings, dat de armen en behoeftigen geen oogenblik ver geten zouden worden. De opbrengst der zit plaatsen op de tribunes, waarvan de prij zen tusschen de drie en vijftig pond va rieerden, is daarom den hospitalen ten goe de gekomen. De werkgevers besloten den feestdag als een werkdag te betalen. De „Liga voor Kunst" heeft gratis-tooneel- voorstellingen voor de onbemiddelden ge houden. Tenslotte werden onder de aller armsten levensmiddelen verdeeld, zoodat er minder honger was, toen de koninklijke fa milie feestvierde. Onmiddellijk na zijn te rugkeer uit Kitzbühel heeft de Prins van Wales ettelijke geestelijke en wereldlijke autoriteiten in het St. James Paleis ont boden en zette uiteen, dat het jubileum van zijn vader den stoot moest geven tot de stichting van een groot fonds voor jeugd- hulp. Men ziet, dat vader en zoon er steeds ernstig naar hebben gestreefd zich populair te maken. De natuurlijke bonhomie van den koning heeft hem nader tot het volk gebracht. Hoever gaan de bevoegdheden van een Engelschen Koning De macht, die den Britschen monarch gebleven is, is zeer be perkt en was dit van oudsher. Alle politie ke rechten zijn de kroon ontnomen en daarmee alle politieke verantwoordelijk heid, hetgeen overigens in de meeste staten het geval is. Maar niet iedere vorst duldt de knellende banden der constitutie Ed ward VII wist menigmaal zijn zin door te drijven hij was vaak, zg bet achter de schermen, zijn eigen minister van buiten- landsche zaken en kwam daardoor wel eens in conflict met personen, die verant woording schuldig waren aan het parle ment en volk. Ook Koningin Victoria, de grootmoeder van Koning George, heeft het niet zelden met haar ministers aan den stok gehad, zooals o.m. blijkt uit haar thans gepubliceerde brieven. Moeilijke situaties. Koning George V werd, misschien tegen zgn wil, tot een dergelijk meeningsverschil gedreven en wel in de jaren 19131914. Daar is bijv. het Iersche vraagstuk, waarbij de Koning moest kiezen tusschen de Katholieke en de Protestantsche Ieren. Reeds scheen een burgeroorlog onvermijde- lgk, toen de wereldbrand uitbrak en tot gevolg had, dat het Engelsch-Iersche vuur tje niet verder werd opgestookt. Nog een ander probleem dreigde den Koning in moeilijkheden te brengen. De liberale premier wilde hem dwingen een aantal liberale peers in het Hoogerhuis te brengen, een maatregel, die dienen moest om de positie der liberale regeering te versterken. Nu zegt de Engelsche grond wet, dat niemand lid van het Hoogerhuis kan worden zonder aanbeveling van den eersten minister. Maar geldt ook het om gekeerde De Koning weigerde tot de aan bevolen benoemingen over te gaan. Men is het er nooit over eens geworden of hij daartoe het recht had, de wereldoorlog maakte ook aan deze twist een einde. De wereldoorlog. Engeland's deelneming was onvermijde lijk. De Engelsche industrieelen en groote kooplieden konden niet gedoogen, dat Frankrijk wellicht door Duitschland verpletterd zou worden. Koning George nam een houding aan, die deed vergeten, dat het Engelsche vorstenhuis van Duit- sche afkomst is. Toen koningin Anna in 1714 tengevolge van een beroerte stierf, was er geen Stuart, die haar kon opvolgen. Onmiddel lijk werd daarop Georg, keurmeester van Hannover, zoon van Sofia van Brunswijk en achterkleinzoon van den Engelschen koning" Jacobus I ,tot vorst gekozen. Uit de gedenkschriften van bekende per soonlijkheden, o.a. Poincaré, blijkt dat Ko ning George geen tegenstander van den oorlog was. Op 1 December 1914 bracht hij een bezoek aan het front en had toen een lang onderhoud met den Franschen president. Hierbij merkte hij o.m. op „Ik heb altijd overwogen, dat Engeland Duitschland den oorlog zou verklaren, wan neer Duitschland dat aan Frankrijk deed. Maar toen u mij daarover schreef, was ik verplicht u zeer gereserveerd te antwoor den, omdat mijn regeering nog geen be slissing had genomen en de Britsche gevoe lens nog niet rijp waren voor interventie. Tot sir Grey heb ik gezegd het is uw taak het land in te lichten, u zult wel in staat zijn het land er van te overtuigen, dat Groot-Brïttannië niet buiten den strijd kan blijven. En Grey is er inderdaad in ge slaagd het grootste deel van het Britsche volk de oogen te openen". Ook hieruit blijkt wel, dat de bevoegd heden van den Engelschen vorst beperkt zijn. Om te doen uitkomen, hoe weinig hij om familierelaties gaf, veranderde Koning George V den naam van zijn huis in House of Windsor. Hij dwong zijn familieleden binnen het koninkrijk afstand te doen van hun Duitsche titels en onderscheidingen, en zijn neef Wilhelm II schrapte hij van de lijst der Ridders van de Kouseband. Toen de Koning den troon besteeg, v/as zijn familienaam Wettin, de naam, die ge dragen wordt door de hertogen van Saksen -Coburg-Gotha en die ook gevoerd werd door prinsgemaal Albert, echtgenoot van koningin Victoria, grootvader van George V. In 1917 heeft Koning George van al zijn Duitsche titels afstand gedaan en sindsdien luidt zijn familienaam Plantegenet-Beau- fort-Tudor-Macalpin-Bruce-Stuart- Guelph- Windsor. Behalve de Engelsche koningen telde George V onder zijn voorvaderen Karei den Grooten, Rodrigo den Cid, Fre- derik Barbarossa en Lodewijk den Vromen. De briefwisseling tusschen Nederland en België. De Brusselsche „Standaard" heeft be schouwingen bevat naar aanleiding van het besluit der Nederlandsche regeering om zich voortaan van de Nederlandsche taal te bedienen in de diplomatieke betrekkingen met België. In deze beschouwingen stelt de „Standaard" de vraag, wanneer nu de be slissing komt, dat Nederland voor zijn briefwisseling onder meer met de post en telegrafie in België nog enkel het Neder- landsch zal gebruiken en de daarbij passen de regeling van Belgische zijde. Dit is voor een verslaggever van het Algemeen Nederlandsch Persbureau aanlei ding geweest om aan het hoofdbestuur van de posterijen, telegrafie en telefonie te vragen, welke regeling op dit punt wordt gevolgd. Men heeft hem medegedeeld, dat het hoofdbestuur reeds vroeger stappen heeft gedaan om te bewerkstelligen, dat de cor respondentie tusschen het hoofdbestuur en de Belgische autoriteiten van de posterijen en van de telegrafie in het Nederlandsch wordt gevoerd. Als gevolg van deze stappen vindt de correspondentie tusschen de Nederlandsche en de Belgische autoriteiten dei* posterijen reeds sedert eenige jaren wederkeerig in het Nederlandsch plaats. Wat den Belgischen telegraafdienst be treft, het Nederlandsche hoofdbestuur der posterijen correspondeert hiermede ook al geruimen tijd uitsluitend in het Neder landsch en de Belgische dienst van zijn kant schrijft aan het Nederlandsche hoofd bestuur zooveel mogelijk in het Neder landsch. Geldelijke uitkeerïng aan kleine boeren. Zooals reeds bekend gemaakt is, ligt het in het voornemen van den minis ter van landbouw en visscherij over te gaan tot het doen eener geldelijke uitkeering aan de kleine boeren. Voor zulk een uitkeering komen alleen in aanmerking rundveehouders, a. wier hoofdberoep be staat in het uitoefenen van akkerbouw en veehouderij voor eigen rekening (landbou wers), b. die bg de inventarisatie van Mei 1935 ten hoogste 5 H.A. cultuurgrond in gebruik hadden, c. te wier name bij een der rundveetellingen, te weten die van Mei 1935 of December 1935, 1, 2 of 3 melk en/of kalfkoeien werden geïnventariseerd, d. die na 1 Januari 1936 niet in een van rijkswege gesubsidieerde werkverschaffing zijn opgenomen geweest of nè. dit tijdstip geen steun hebben genoten ingevolge een door den minister van sociale zaken goed gekeurde steunregeling, e. die op 1 Januari 1936 niet waren aangesloten bij de werk- loozenkas eener vereeniging, gesubsidieerd ingevolge het werkloozenbesluit 1917, f. die niet zijn aangeslagen in de inkomsten en/of vermogensbelasting over het belas tingjaar 1935—L936. De uitkeering aan degenen, die tot voor noemde categorie kunnen gerekend worden, zal bedragen voor veehouders met 1 melk- of kalfkoe 25, voor veehouders met 2 melk- en/of kalfkoeien 35, met 3 of meer melk- en/of kalfkoeien 50. Bij de betaling van het bedrag zoowel als bij de vraag of en voor wélk bedrag een veehou der in verband met eventueelé verschil lende resultaten der tellingen in aanmer king komt, zal worden uitgegaan van het normale bedrijf van den betreffenden vee houder. Alle veehouders, die volgens de voorhanden gegevens voorloopig in aan merking zouden komen voor een uitkee ring, krijgen een formulier ter onderteeke- ning toegezonden, waarbij de betreffende inspecteur der directe belastingen wordt gemachtigd tot het verstrekken van de hierboven onder f. bedoelde inlichtingen. Dat formulier dient onverwijld in de bijge sloten dienstenveloppe te worden ingezon den bij de prov. landbouw-crisisorganisatie, waarbij de betrokkene is aangesloten. In dien het formulier ongeteekend of na den daarop vermelden datum bij de landbouw crisisorganisatie inkomt, wordt de betrok ken veehouder geacht niet voor een uit keering in aanmerking te komen. Personen, die op 10 Februari a.s. nog geen formulier ontvangen hebben en mee- nen toch aan bovenomschreven voorwaar den te voldoen, kunnen na dien datum, doch uiterlijk vóór 23 Februari 1936 een formulier, hetwelk bij den secretaris, hun ner districtscommissie gratis verkrijgbaar is, onderteekend inzenden bij de L.C.O. waarbij zij zijn aangesloten. De door mis gewas getroffen tuinders zijn in vorenbe doelde categorie niet begrepen. Voor hen is eveneens een regeling in voorbereiding, waarover t.z.t. nadere mededeelingen in de pers zullen volgen. Ex-mmister-president van Roemenië in ons land. Naar wij vernemen zal de gewezen mi nister-president van Roemenië, prof. N. Jorga, op 28 dezer een bezoek aan ons land brengen. Prof. Jorga, die een zeer bekend historicus is en onder meer leeraar is ge weest van koning Carol, zal een lezing hou den voor de Utrechtsche universiteit als ook voor de vereeniging Nederland-Roeme- nië. Voor deze vereeniging zal hij te Den Haag spreken, waar tevens in het gezant schap een receptie zal plaats vinden. Bond van Jonge Liberalen. In de dezer dagen te Amersfoort gehou den algemeene vergadering van bovenge- noemden bond werd bij de gehouden hoofd bestuursverkiezing als voorzitter herkozen de heer mr. H. L. van Zanten (Rotterdam). Tot leden van het hoofdbestuur werden ge kozen de heeren J. Breedveldt (Den Haag) en mr. R. P. 's Jacob (Amsterdam), in de plaats van mr. A. B. Adrian en ir. B. W. Haveman, die zich niet herkiesbaar hadden gesteld. De heeren J. L. Verhagen (Vlissin- gen) en H. Korthals (Dordrecht) werden herkozen. De heer Haveman werd door het nieuwe hoofdbestuur herbenoemd tot redac teur van „De Jonge Liberaal". De verga dering heeft mr. A. B. Adrian, den afge treden secretaris tot eerelid van den bond benoemd. Inleidingen werden gehouden door mr. N. A. Stempels over Ordening en mr. J. Cornelis over uitsluiting van revolutio nairen. De zitting van Zaterdag werd bijgewoond door mr. J. Rutgers die van Zondag door mr. W. C. Wendelaar, resp. secretaris en voorzitter van de Liberale Staatspartij. Beide heeren spraken de vergadering toe. Het hoofdbestuur heeft in zijn nieuwe samenstelling de functies onderling als volgt verdeeld mr. H. L. van Zanten, Rot terdam, voorzitter J. L. Verhagen, Vlis- singen, vice-voorzitter H. Korthals, Dor drecht, le secretarisJ. Breedveldt, Den Haag, 2e secretaris mr. R. P. 's Jacob, Amsterdam, penningmeester. Zó bijzonder, dat het niet mogelijk is het artikel naar werkelijkheid af te beelden. Zó fijn van smaak, dat het moeilijk is U deze te omschrijven. Grotendeels chocolademaar hoe vernuftig toegepast! Een lekkernij: verrukkelijk van smaak, pittig van aroma en croquant van samenstelling. In eerste klas raken verkrijg baar: 14 ets. per ons (2 ons voor 25 ets.) TONNEMA JU C'e - SMEEK PABIIKANTPN VA" KIN« PEPERMUNT 9 Poolsche onderzeebooten worden in Nederland gebouwd. Naar thans wel zoo goed als vaststaat, zullfen voor rekening van de Poolsche re geering hier te lande twee onderzeebooten worden gebouwd, een bij de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij en een bij de Ko ninklijke maatschappij „de Schelde". Voor den bouw van deze booten zal in hoofdlijnen de constructie worden gevolgd van de duik- booten, bij de Nederlandsche marine in ge bruik. De onderhandelingen over den bouw dezer schepen loopen reeds ruim een jaar. De betaling zal geschieden ingevolge een compensatie-transactie. Het „Handelsblad" meldt nog het vol gende De vier groote scheepswerven Neder landsche Scheepsbouw-Maatschappij, Rot terdamsche Droogdok-Maatschappij, Wii- ton-Fejjenoord en de Kon. Mij. „dé Schel de", hebben verleden jaar in Den Haag ge zamenlijk een bureau opgericht, dat voor alle vier gezamenlijk teekeningen uitvoert voor Marine-werk, en dat zich ook bemoeit met de verwerving van orders voor oorlogs schepen in het buitenland. Dit bureau zal waarschijnlijk dezer dagen zijn eerste bui- tenlandsche opdracht kunnen boeken. Po len zal hier te lande twee onderzeeërs la ten bouwen. Technisch is deze opdracht reeds geheel voorbereid. De verleening staat wel vast. Zij brengt echter mede, dat er zekere regelingen getroffen moeten wor den voor uitvoer van goederen, die Neder land uit Polen zal betrekken. Wij vernemen, dat de reis van de minis ters Deckers en Gelissen naar Polen niet vreemd is aan deze zaak. De ministers hebben zich niet bemoeid met de verwer ving van deze opdracht, waar de Neder landsche scheepsbouw-industrie zelf reeds voor gezorgd had, doch van Poolsche zijde wordt wel op zekere contraprestaties ge rekend, en bij het bezoek is dat punt dan ook onder de oogen gezien. Bereids is, zooals wij hebben medege deeld, vergunning verstrekt voor den in voer van Poolsche gerst in Nederland. Bij informatie bij de directie van de N.V. Kon. Maatsch. „de Schelde" vernemen wij, dat de onderhandelingen over den bouw vau Poolsche onderzeebooten nog gaande zijn en nog geen definitieve beslissing is gevallen. Niet generaliseeren. Het „Hdbld." waarschuwt tegen genera liseeren ten opzichte van den hongersnood, die in enkele deelen van Indië heerscht. Men kan hier licht overdrijven. Wie op de hoogte is van de toestanden in Indië, weet dat het in de buitengewesten, waar toch ook 19 millioen menschen wonen, in het algemeen zeer goed is, en dat ook verschillende streken op Java het door de goede voedseloogsten, gezien binnen het raam van dezen tijd, niet slecht hebben. Ongetwijfeld moet in bepaalde gedeelten van Java en Madoera de toestand onder het ook vroeger arme deel dei* bevolking zeer treurig genoemd worden. Maar het is oe- kend, dat men in Indië daarentegen doet wat overheid en particulieren vermogen. Uit de al te zeer generaliseerende alarm- berichten echter zou de indruk kunnen postvatten, dat overheid en par' culier in Indië hun plicht verzaken, en dat is geens zins het geval. Het spreekt vanzelf, dat op een eiland als Java met meer dan 40 mil lioen bewoners, van wie het grootste deel tot de kleine hoeren behoort, en van wie een deel zelfs geen eigen grond heeft, noch de overheid, noch de kleine bovenlaag eener bezittende klasse alles kunnen doen in korten tijd. Er is niet zoozeer voedsel- nood op geheel Java als geldnood, waar door de allerkleinsten, die zelf geen voed sel produceeren, het ook niet kunnen koo- pen. Er blijft dus nog altijd een groote plaats open. voor geldelijken steun. Zou men op dat gebied door particuliere Nederlandsche steunactie tot leniging van den ergsten nood in gewesten of deelen van gewesten op Java, waar de bevolking, al dan niet tengevolge van de depressie, lijdt aan ondervoeding en ernstigp ziekten, zooals de tuberculose, nog willen helpen. Een geval uit de praktijk van Inspecteur Sanders lid der Centrale Recherche. RONDOM „VREPELUST" DOOR UDO VAN EWOUD 5) „Vermoedelijk zijn het zelfs twee perso nen geweest", meende Bartelink te moeten opmerken. „De toestand, waarin het slacht offer gevonden is, wekt weliswaar vermoe dens van zelfmoord, maar ik kan me niet indenken, dat iemand voor een dergelijke wanhoopsdaad deze verlaten villa zou uit kiezen." „Wij zullen binnen eens gaan kijken", besloot Sanders, die gewend was bij een onderzoek als dit de leiding op zich te ne men en daarbij geen acht placht te slaan op opmerkingen, welke niet direct verband hielden met hetgeen op dat oogenblik zijn gedachten bezig hield. „Smulders zal nu wel klaar zijn." Hij keerde zich om, teneinde het huis weer binnen te gaan, doch juist op dat oogenblik scheen zijn aandacht te worden getrokken door 'n paar modderige plekken op het bordes, welke hem voorheen niet waren opgevallen. Zoo onverwacht bleef hij staan, dat hij beide armen moest uitstrek ken om zijn metgezellen, die anders zeker zouden zijn doorgeloopen, tegen te houden. „Hallo, wat is dat hier?" zei hij meer tot zichzelf, terwijl hij zich tegelijkertijd reeds over de modderplekken heenboog. Onmid dellijk richtte hij zich echter ook alweer op. „Laat me je zolen eens kijken, Miel?" De reporter voldeed aan dit eenigszins merkwaardige verzoek, waarvan hij de be doeling trouwens wel gedeeltelijk kon raden. „Dank je", zei Sanders, toen de ander zijn evenwicht weer had teruggevonden. „Draag jij gummihakken. Bartelink?" „Neen, inspecteur en Smulders ook niet, want toen die zooeven bij het fotografeeren op z'n knieën lag, heb ik bg mezelf vastge steld, dat het hoog tijd werd, dat hij zijn laarzen eens naar een schoenmaker bracht. De zool was bijna door en de hak danig scheef geloopen." „Dus blijft alleen nog de man op den divan over", concludeerde Sanders. „Ande ren zijn hier vanmorgen niet geweest. Als hij ook geen gummihakken heeft, moet hier na juffrouw Keizer's vertrek nog een twee de persoon zijn geweest. Dat komt overeen met jouw opmerking van zooeven, Barte link. Kijk maar eens hier, dit zijn onmisken baar afdrukken van een hak. Deze hier, het dichtst bg de trap is het duidelijkst. Er zgn zelfs nog een paar letters te lezen, ver moedelijk het fabrieksmerk. De tweede is nog als hak-afdruk te herkennen zonder meer en de derde is niet meer dan een vlek. We zullen er Smulders in ieder geval een foto van laten maken. Dat die afdrukken er vóór Zaterdag al geweest zouden zijn, is dunkt me, uitgesloten, want een zindelijke huisvrouw als juffrouw Keizer zou die modder zeker vóór den Zondag hebben weggeveegd." Toen zij voor de tweede maal de woon kamer binnentraden, was de fotograaf juist bezig zijn paperassen bgeen te ruimen. Sanders zelf, voorzichtig geworden door de op het bordes opgedane ervaring, stapte zorgvuldig over den eikenhouten drempel heen, verzocht de beide anderen dit even eens te doen en gaf daarna Smulders op dracht de hakafdrukken te fotografeeren. Daarna begaf hij zich direct naar den divan, welke met een geel-witte ijsbeeren vacht bedekt was. Het hoofd van den doode lag dicht bij den kop van den ijsbeer. San ders boog zich over het lijk heen en bekeek dit eenigen tijd nauwkeurig. Bartelink en Wils, die beiden reeds onmiddellijk consta teerden, dat ook de doode geen gummihak ken droeg, hielden zich hierbij eenigszins op den achtergrond. De man op den divan kon ongeveer vijf- en-dertig jaar oud zijn. Hij had een knap, clean-shaven gelaat en diep-zwart haar. Een zuidelijk type, constateerde Wils bij zich zelf en terwijl hij de gelaatsuitdrukking van den doode wat nauwlettender beschouwde, moest hij onwillekeurig denken aan de bg velen heerschende overtuiging, dat deze den gemoedstoestand, waarin de doode ge durende z'n laatste oogenblikken verkeerde, vrij duidelijk pleegt weer te geven. Als die opvatting inderdaad juist was, moest deze man de laatste minuten van zijn leven geen emoties hebben gekend. Wanneer een vechtpartij aan den moord vooraf was ge gaan, zou het gelaat allicht sporen heb ben vertoond van een verbitterden strijd en als hier sprake was van zelfmoord, dan ware zeker een andere trek op het gelaat achter gebleven dan deze, welke slechts van rust en misschien ook van eenige ver wondering getuigde. Het leek, of de man geheel onverwachts uit het leven van allen dag was weggerukt, alsof hij de laatste oogenblikken aan iets heel onbelangwek kends had gedacht, bijv. dat hij noodig eens een nieuwe das moest koopen, of dat hij een nieuw merk scheermesjes zou probee- ren. En in die overpeinzingen zou een re volverschot hem dan van het leven hebben beroofd. De kogel was door den linkérslaap gedrongen een duidelijk waarneembaar bloedspoor liep vandaar over de ijsbeer- vacht op het tapijt. Een andere merkwaardigheid was, dat de doode een winterjas aan had hij scheen zich dus onmiddellijk van buiten naar de woonkamer te hebben begeven. Coupe en stof van de jas waren geheel in overeen stemming met de rest van zijn kleeding. welke bewees, dat zij door een van smaak was aangeschaft. Het keurige colbert, dat onder de open hangende jas zichtbaar was, verried het werk van een prima tailleur, de kleur van de zwaar zijden das harmonieer de voortreffelijk met die van het fijn pope- line overhemd en de smettelooze, parelgrijze sous-pieds over de zwarte, hooge Balty- schoenen bewezen, dat de eigenaar deze niet te lang placht te dragen. Zijn rechterarm hing over den rand van den divan heen in de onmiddellijke nabij heid lag een revolver. „Zelfmoord.?." dacht Wils even onder den indruk van de houding van het slachtoffer, welke dit vermoeden volkomen rechtvaar digde en op het zelfde oogenblik zei San ders, zich uit zijn gebogen houding oprich tend „Zelfmoord is het nietWanneer kan dr. Jurrians hier zijn, Bartelink?" „Hij was naar Haarlem, toen ik hem opbelde. Voor een particuliere aangelegen heid. Men zou hem echter telefonisch van een en ander op de hoogte stellen, zoodat hrj binnen een uur hier kon zijn." „Mooi, dan zullen we in afwachting van zgn komst eens een onderzoek instellen naarZie je niet, dat er iets ontbreekt?" „Ja, zijn hoed", zei Bartelink zonder een oogenblik te aarzelen, terwgl Wils met eenigen spijt bg zichzelf vaststelde, dat dit hem ten eenenmale ontgaan was. „Misschien hangt hij in de vestibule?" opperde de rechercheur. „Toen ik er zoo even langs ging, hingen er twee hoeden en een pet aan den kapstok „Informeer dan eens bij juffrouw Keizer of daar een vreemd hoofddeksel bg is." Bartelink verdween en Sanders boog zich opnieuw over het lijk. Ditmaal echter on derzocht hg zorgvuldig alle zakken van den doode. Het was vergeefsche moeite, want de man bleek in het geheel geen papieren bij zich te hebben. Slechts in een der zij zakken van zgn jas vohd de inspecteur een naar grijze, wildlederen handschoenen. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1936 | | pagina 6