1000
500
300
150
100
25
l|ïPI
Luxe- en
Huishoudelijke
Artikelen
WOENSDAG
27 NOVEMBER
EERSTE BLAD
HET HOOGSTE RECHT
173e Jaargang
1935
UitgaveFirma F. VAN DE VELDE Ir., Walstraat 58-60, Vlissingen. Telei. 10. Postrekening 66287
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke Feestdagen
r
HET SINTERKLAASFEEST.
in Mag. „Hefa"
STADS- EN PR0V1NCIENÏEUWS
Mijn verlanglijstje voor Sinterklaas
FEUILLETON
No.280
VUSSINGSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Voor alle gemeenten op Walcheren en waar agentschappen geves
tigd zijn f2,20 per 3 maanden. Franco door het geheele rijk f2.50. Voor België, Duitschland
en Frankrijk f3.40. Voor de overige landen bij wekel. verz. f3.20. Afzonderlijke nrs. 5 cent.
M
ADVERTENTIEPRIJS: Van 1—5 regels fl.25; iedere regel meer 25 cent. Bij abonnement
speciale prijzen. Reclames 50 ct. p. regel. Kleine advertenties van 1 —5 regels 50 ct. iedere regel
meer 10 ct. (max. 10 regels). Bij 3 maal plaatsing van 1 5 regels f 1.alles bij vooruitbetaling
De abonné's in 't bezit eener
Polis, zijn GRATIS verze
kerd tegen ongelukken voor
gulden bij levens
lange ongeschikt
heid tot werken.
gulden bij
door
een ongeluk.
dood
gulden bij verlies
van een
hand, voet of oog.
gulden bij verlies
van
een duim.
gulden bij verlies
van een
wijsvinger.
gulden bi) verlies
van een
anderen vinger.
AANGESLOTEN BIJ HET BUREAU VOOR PUBLICITEITSWAARDE, INGESTELD DOOR DE VEREENIGING „DE NEDERLANDSCHE DAGBLADPERS"
Dit nummer bestaat uit 2 bladen
Uit het verleden
naar het heden
Zelfverrijking door het geluk van anderen.
Het zoo bij uitstek Nederlandsche feest
van St. Nicolaas moet men weten te ver
staan om het ten volle te kunnen waar-
deeren.
Gelukkig degene, die de romantiek der
Sinterklaasviering nog kent uit den goeden
ouden tijd.
Gelukkig hij, die de helle tinteling van
het verwachten nog weet te wekken in de
oogen van den dreumes, dien hij luisteren
liet naar het oud en mild verhaal van den
Heilige met den rijken baard, van den
koenen tocht met den schimmel over de
daken, van de goede gaven en den Zwar
ten Piet, van den zak en de roede en an
dere angstaanjagende attributen
Gelukkig het kind, dat de mooiste jeugd
illusie, nog te bewaren wist. Het kind, dat
nog niet met groote-menschen-waan voor
bijloopt aan de eerste droom-ruïne in zijn
jong leventje, voorbij aan den eersten puin
hoop langs den levensweg, zooals er later
nog zoovele volgen zullen, restanten van
een mooien waan, die werd stukgeslagen.
Weet ge 't nog, groote mensch, het
Sinterklaasfeest van uw kinderjaren? Her
innert ge u nog de siddering om de ge
heimzinnigheid, de popeling van het ver
wachten, de romantiek van het lied op den
vooravond, de onzekerheid inzake dé ver-
langenslijst en de altijd terugkeerende ver
rassing op den morgen van 6 December?
Ha, die sfeer, van geheimzinnigheid, wel
ke in onze jeugd de dagen vóór het Sin
terklaasfeest omgaf Hoe rukte de wervel
wind aan de ramen van het huis, waar we
gelukkig waren, en hoe dichtte onze kin
derverbeelding de grilligste Sinterklazen en
zwartste Pietermannen in iederen kamer
hoek, in de donkerte van. den schoorsteen,
in de kale hooge hoornen, waardoor de
wind floot, somber en donker
Zat er geen leven toen, in het schuwe
piepen van de kamerdeur? School er geen
geheimzinnigheid in het late liedje door de
avondstraat? En wekte het luide klossen
van het paard van den groentenmain, dat
naar den stal werd gebracht door zijn
baas, niet het gerucht van den schimmel
van Sinterklaas?
Sinterklaas, feest van verwachten Da
gen te voren leefde je op spanning, van
den avond af, dat de klomp met het hooi
en de wortels gezet werd onder den schoor
steen. Te wachten lag je, de nachten dóór,
driftig soms de slaap uit de oogen wrij
vend. Klaar wakker wilde je zijn, wakker
tot den morgen, met één oor boven de
dekens uit. Maar ook klaar om weg te
duiken bij het minste gerucht aan de ra
men, bang en blij tegelijk, om de komst
van den Heiligen Man.
Was er een morgen mooier dan deze,
waarop je ervaren mocht, hoe goed Sin
terklaas je prille verlangens had verstaan
hoe hij het zwaartepunt van je verlangens
lijstje had begrepen en als eenige tegen
prestatie slechts het brood en de wortels
uit je schoen of klomp had meegenomen
voor zijn trouwen schimmel?
En was het je onderbewustzijn, dat je
in een primitieve dankbaarheid deed weg
kruipen in de armen van vader of tegen
den zachten schoot van moeder
Wat heeft onze moderne cultuur van dat
alles gelaten? Negatief een heimwee naar
voorheen. Positief de resultans van een
vervlakten pakjesavond, een rommelkermis
in de binnenkamers, ieder jaar geforceer-
der vroolijkheid, bergen leeg pakpapier en
holle hulzen. De moderne surprise-avond,
armetierig restant van het feest van het
onverwachte, waarbij de cadeautjes de
eenige werkelijkheid bleven en het geest
loos gerijmel alleen maar de reflex is van
de zinloosheid van veel levens.
En dat alles omdat de groote mensch
het kinderfeest bij uitstek, voor zich zelf
opeischte. Voor de kinderen hebben we bet
Sinterklaasfeest vervlakt tot een maske-
radekermis en den Sint verlaagd tot een
pias in bisschopskleeren, die hoogstens nog
slechts als boeman kan dienen voor de
heel kleinen.
Het. Sinterklaa:sfeest is veelal tot een
Sinterklaasje-spelen verworden.
Tot het verleden hoort in elk geval het
Sinterklaasfeest, zooals dat in den tijd van
de Genestet nog voor de groote meerder
heid van ons volk bestond.
Sint Nicolaas, niet waar? O, wèl hem,
wie dat feest
Nog altijd meeviert met een kinderlijken
geest
Wiens hoofd niet al te zeer vervuld is
van die schatten
Der wijsheid, die, helaas, mijn brein
niet kan bevatten,
'k Meen beursnieuws, politiek en
soortgelijke meer.
Om met zijn kinderen mee te leven
in 't weleer,
Om dagen lang vooruit de winkels rond
te dwalen.
Of aan een „vrijster" nog zijn hart
eens op te halen.
Toen de moderne mensch den mooien
wijdvertakten boom der Sinterklaasviering
met het hakmes der moderne ongevoelig
heid omhakte, liet hij één wortel zitten,
het menschelijkheidsgevoel. De wetenschap,
dat er nog duizenden zijn, die in de dagen
rond het kinderfeest van 5-6 December
den anderen mensch herdenken, verzacht
veel van het verlies der mooiste elementen
uit de Sinterklaasviering. Blijë gezichten
te willen zien, prikkelt nog steeds den
goedheidsdrang van het sociale wezen den
mensch. En anderen blij te maken is de
goede daad, welke thans nog in Sinter
klaastijd veelvuldig wordt toegepast.
En daarom zijn deze regels mede een be
roep op hen, die nog geven kunnen in deze
harde tijden, om te denken aan degenen,
voor wie het ontvangen zelfs hard is.
Want daarbij zullen er ook wezen, die
betere dagen hebben gekend, waarin zij
zelf óók geven konden. In zoovele wonin-
U treft een betere sorteering
St. Jacobsstraat
Telefoon 298
gen zijn de lampen der vreugde, de een na
de andere, uitgeknipt door het crisis-
spook.
En ook de gever zelf zal misschien wat
licht kunnen gebruiken in de zwarte oogen-
blikken, dat er twijfel komt, of het nog
wel ooit weer licht zal worden.
Bedenk, hce dichtbij de armoedemensch
woont, die kinderen heeft, die slechts het
vale leven kennen en in een even mateloos
als ongefundeerd vertrouwen op Sinter
klaasavond hun klompjes zullen zetten
Om ze op den ochtend van den 6en leeg
te vinden. Uitgezonderd dan het dotje hooi
of stroo, dat door Sinterklaas z'n schim
mel geweigerd werd.
De behandeling der gemeente-begrooting.
In de gisteravond gehouden vóórvergade
ring van den gemeenteraad werden de ge-
meente-begrooting en die uer bedrijven voor
1936 behandeld.
De vergadering werd bijgewoond door 18
leden. De heer Harts had bericht van ver
hindering gezonden.
De beraadslagingenduurden tot het mid
dernachtelijk uur voort.
Het ligt in de bedoeling de openbare ver
gadering te houden op Vrijdag 20 December.
Theosofische Vereeniging.
De afdeeling Vlissingen van bovenge
noemde vereeniging houdt Zaterdag 30 No
vember des avonds 8 uur, een openbare
vergadering in de Doopsgezinde Kerk al
hier. Als spreker zal optreden de heer K.
de Jong te Amsterdam, met het onder
werp „Leven en Dood".
MIDDELBURG
Verkiezing Kamer van Koophandel.
Bij de gisteren gehouden verkiezing van
12 leden van de Kamer van Koophandel en
Fabrieken voor de Zeeuwscbe Eilanden, is
in alle plaatsen bij enkele candv'aatstelling
voorzien.
Gekozen zijn voor de afdeeling groot-be
drijf de heeren W. Berdenis van Berlekom,
W. Bosman, beide Middelburg J. C. E.
Massee, Kloetinge en D. L. H. van Raalte,
Vlissingen, allen aftredend ir. H. C. Ghij-
sen, Middelburg en W. Kakebeeke, Goes, in
plaats van de heeren C. Boudewijnge en ir.
H. J. Siebenga, die zich niet meer herkies
baar stelden.
Gekozen zijn voor de afdeeling klein-be-
drijf de heeren L. A. Stofkoper en J. P. A.
Machgeels, beiden Middelburg, M. Veenis,
Goes, P. G. Laernoes, Vlissingen, W. van
den Berg Dzn., Bruinisse en A. J. J. Klij-
berg, Breda, allen aftredend.
Hegelingscommissïe voor de paarden
fokkerij.
Gedeputeerde Staten van Zeeland hebben
met ingang van 1 December 1935 benoemd
tot lid van de Provinciale Regelingscom
missie voor de paardenfokkerij in Zeeland,
mr. M. C. van der Minne te Middelburg.
Loterijwet.
Bij een controle inzake de loterijwet heeft
de politie bij een 20-tal winkeliers gelegen
heid aangetroffen om deel te nemen aan
zgn. spinneweb-prijsvragen. Waar h.i. het
zoeken van een resultaat een wiskundige
berekening noodig zou doen zgn, heeft de
politie het verwijderen der betrokken kaar
ten geordend en tegen een winkelier, die
meent daaraan niet te moeten voldoen, pro
cesverbaal worden opgemaakt.
Reeds eerder is dit spinneweb strafbaar
gesteld door een veroordeeling.
OOST- EN WEST-SOUBURG
Vergadering gemeenteraad.
Aan de raadsagenda voor de vergadering
van Donderdag a.s. is toegevoegd
Punt 5a Behandeling opmerkingen ge-
meentebegrooting 1935.
De bietencampagne.
Gedurende dc bietencampagne 1935 zijn
alhier aan de loskade aangevoerd 2-281.500
K.G. suikerbieten.
KOUDEKERKE
De toren te Koudekerke.
Nu de kerk te Koudekerke gerestaureerd
zal worden, is het, betoogt minister Slote-
maker de Bruine in zijn Memorie van Ant
woord op het Voorloopig Verslag der
Tweede Kamer betreffende de begrooting
van onderwijs, kunsten en wetenschappen,
wenschelijk gebleken om tegelijkertijd aan
den toren, die aan de burgerlijke gemeente
toebehoort, verschillende gebreken te her
stellen. Uitvoering dezer werkzaamheden
gelijktijdig met de restauratie van de kerk
is aangewezen, niet alleen omdat daardoor
besparing wordt verkregen, maar ook om
dat bij uitvoering nadat de kerk gerestau
reerd is het herstelde kerkdak weer zou
kunnen worden beschadigd. De kosten zijn
op 9000 geraamd, waarvan het rijk, even
als voor de kerk, 40 pet. voor zijn rekening
zou kunnen nemen tot een maximum van
3600.
GROEDE
Groene Kruis.
Gisteravond hield de afdeeling Groede
van het Groene Kruis een algemeene ver-
Ik wensch een landhuis, vrij en frisch,
Vlak bij ons zonnig strand
Zooiets als 't Wooldhuis k noem maar wat!),
En alles navenant.
Daarin een eet- en rooksalon
Van Pander uit Den Haag
Een pels van zilvervossen-bont
Een pels, niet slechts een kraag
Een doek van Rembrandt of Jan Steen,
Van zes k zeven ton
Een Citroen, in pracht en kracht
Wedijverend met de zon.
Dan geef ik gauw „de Vlissinger"3
Als rijmelman congé
Want, alsmaar dichten, Lezerlief!
Valt heusch volstrekt niet mee.
'k Verdien met al m'n dichterij
Het zout niet in de pap
'k Ga liever met m'n wederhelft
In mgn caros op stap
En voorts, (ik wil bescheiden zijn,
Naar d'eischen van den tijd.)
'k Verlang ook lest is toch het best?
Een pond tevredenheid.
En dan, dan schouw ik hoogst voldaan
Langs 't schuimend Scheldesop
...Daar schudt m'n vrouw mij uit den droom:
„Het komt wel Hou maar op
TELESCOOP.
gadering in het café van den heer Beun
alhier.
Wegens afwezigheid van den voorzitter,
den heer Beuningh, werd de vergadering
geleid door de vice-presidente, mevr. Dees
Haak, die de vergadering met een toepasse
lijk woord opende en alle aanwezigen wel
kom heette.
De begrooting 1936 werd goedgekeurd tot
een bedrag van 1080 aan inkomsten en
uitgaven, met een post onvoorzien van
111.45.
De periodiek aftredende bestuursleden,
mej. Risseeuw en de heer Pas, werden bij
acclamatie herkozen.
Wegens bedanken van het bestuurslid
mej. Mazure, werd de heer C. Salomé ge
kozen.
ZIERIKZEE
De Kweekschool te Zierikzee.
In het Voorloopig Verslag der Tweede
Kamer betreffende de begrooting van on
derwijs, kunsten en wetenschappen voor
het dienstjaar 1936 werd opgekomen voor
het behoud der Kweekschool voor onderwij
zers te Zierikzee.
De minister merkt in zijn Memorie van
Antwoord op, dat de huidige bezetting van
deze Rijkskweekschool wijst op een zoo ge
ringe behoefte daaraan van de streek,
waarin de school is gelegen, dat zij waar
schijnlijk moeilijk gehandhaafd zal kunnen
worden.
Naar het Amerikaansch van
MILDRED DANNING.
Toen begon hg weer te slaan, maar Hilda
voelde geen pijn meer. Virginia, haar goede
behandeling, haar mooi stal, alles was ver
geten, behalve het brandend verlangen, dat
wreede schepsel van haar rug kwijt te ra
ken en te rennen tot ze niet meer kon en
dan neer te vallen, om op de plaats zelf te
sterven.
Zg kwamen nu voorbij een land, waar 't
koren meer dan kniehoog stond en Lloyd,
dien kant opkijkend, in de hoop, een oplos
sing te vinden, realiseerde plotseling, dat
als 't hem gelukte de merrie in dat koren
veld te jagen, het koren en de zacht ge
ploegde grond haar, buiten haar wil, in
snelheid zouden doen verminderen. Er was
geen hek, alleen een lage heg tusschen het
veld en den weg. Dus trok hij regelmatig de
teugels in, terwijl hij de merrie naar de
uiterste zijde van den weg dwong te gaan
van het veld weg.
't Lukte hem haar langzamer te laten
loopen en toen leidde hij haar schuin naar
do beg. 't Was buitengewoon gevaarlijk
maa*- Lloyd had 'n bepaald soort van moed.
Toch bleef Hilda, niettegenstaande den
plotselingen halven draai, dien ze genood
zaakt werd te maken, op de been en hoe
wel ze half struikelde na over de heg te zijn
gesprongen en haast viel, trok Lloyd haar
weer overeind, waarna zij als waanzinnig
voortrende, een lange strook koren plat
trappend.
Halverwege 't veld struikelde ze, verviel
in een korten galop, vervolgens in een draf
en toen ze eenige oogenblikken later op een
ontgonnen stuk grond kwamen, ging ze
vrijwel stapvoets.
Lloyd sprong uit den zadel en liep naar
haar kop de teugels stevig vasthoudend.
Hilda steigerde, poogde zich los te rukken,
maar zij kon niet ontsnappen en stond ten
slotte stil, haar slanke pooten hevig trillend,
den fgnen kop gebogen, tot de neus haast
den grond raakte. Lloyd stond erbij, luis
terde een oogenblik naar de moeilijke adem
haling, en veegde toen het zweet van zijn
gezicht.
„Hè riep hij, „dat is achter den rug
er is niets gebeurd gelukkig
Ongelukkigerwijze echter was deze ver
zuchting voorbarig. Het veld, waarin hij
gereden had, behoorde aan een blanken
kolonist, een ongemakkelijk type. De man,
Jud Marshall genaamd, zat dien avond toe
vallig op de veranda van zijn hut en toen
Lloyd langs den weg kwam aangerend en
op zijn veld verscheen, was Jud met een
schreeuw opgesprongen en snelde het huis
binnen, om een geweer te halen niet, om
dat hij van plan was er gebruik van te ma
ken, maar omdat 't altijd goed is, voorbe
reid te zijn, want er waren verscheidene
zwarte bladzijden in Jud's levensboek. Toen
Lloyd echter op 't veld, in de nabijheid van
Jud's hut te voorschijn kwam, na zijn koren
platgetrapt te hebben en kalm zijn paard
liet uitblazen, veranderde Jud'» plotselinge
angst in een volkomen gerechtvaardigde
woede. Hij sprong naar beneden en kwam
op Lloyd toegehold al schreeuwende onder
't loopen.
Lloyd keek om, tot het tot hem door
drong, wat hem te wachten stond en
kroop zoo vlug hij kon op Hilda's rug, maar
op hetzelfde moment was de man bij hem.
„Waarom voor den duivel heb je mijn
koren platgetrapt en wie ben je?" was zijn
begroeting, terwijl hij zijn hand uitstak en
trachtte, de teugels te grijpen.
„Laat dat, idioot J" schreeuwde Lloyd.
„Blijf met je handen van de teugels af
Hilda begon te steigeren en sloeg naar
dit nieuwe gevaar, maar Jud liet niet los.
Hij was buiten zichzelf van woede.
„Mijn kop er af, als 't Lloyd Fairfax niet
is", sprak hij lijmerig. „Ze vertellen, dat je
een drinkebroer bent, maar ik wist niet dat
je bovendien nog een schobbejak was. Mijn
veld plat trappen en
Maar dat was „olie op 't vuur" voor
Lloyd. Zijn zenuwen waren door den rit
toch al overspannen en dan nog door een
vent als Jud Marshall beleedigd te worden
„Laat je 'm gaan schreeuwde hij, en
toen gebeurde er alles tegelijk. Lloyd sloeg
de merrie met zijn zweep en het dier sprong
vooruit. Voor ze gewaar werd, wat ze deed,
had haar schoft Jud geraakt en de man
werd tegen den grond gesmakt. Op het
zelfde oogenblik ging zijn geweer af, maar
het schot raakte gelukkig niemand en toen
worstelde Lloyd opnieuw met het opge
schrikte paard. Niettegenstaande haar
angst, had het dier kans gezien, over den
gevallen man heen te springen en nadat
Lloyd haar eindelijk weer tot bedaren had
gebracht, keerde hij terug naar de plek,
waar Jud lag...
Ongeveer drie kwartier later bracht
rechter Kent, op den terugweg van het sta
tion Virginia thuis, waarna hij alleen ver
dér ging.
Jackson was vertrokken om examen te
doen en zij hadden hem een koninklijk uit
geleide gedaan.
Terwijl Virginia de trap van het huis
opliep, gingen haar gedachten al reeds
vooruit naar 't oogenblik, dat Jackson weer
bij haar terug zou zijn, maar plotseling zag
zij licht in Lloyd's kamer en dacht met te
genzin aan het komende onderhoud met
hem, want natuurlijk moest zg te weten
zien te komen, waarom hij dien avond niet
verschenen was. Bij ondervinding, wist zij,
dat als Lloyd zijn woord niet gehouden had,
hij meestal in moeilijkheden zat.
Zij ging naar zijn kamer, onderwijl be
denkend wat zij zou zeggen zonder hem te
beleedigen, maar toen zij hem haar hoorde
roepen en binnentrad, vergat ze te zeggen,
wat zij zich had voorgenomen en liep re
gelrecht op hem af.
„Lloyd, jongen, wat is er? Wat heb je
gedaan?" riep ze ontsteld „wat is er met
je gebeurd Wat heb je gedaan
Lloyd lag met verwarde haren en ver
schrikte oogen op bed en keek Virginia
onnoozel en schuw aan.
„Ik heb op Hilda gereden en toen
Langzamerhand kwam de heele geschiede
nis er uit. Lloyd voelde er niets voor om
text en uitleg te geven, waarom de merrie
er van door was gegaan en 't kwam niet
bij Virginia op, om hem er naar te vragen.
„Maar die man, Lloyd?" viel ze uit, toen
ze ten slotte begreep, wat hij gedaan had.
„Had hij zich bezeerd, was hij ernstig
gewond?"
„Ik weet 't niet", antwoordde Lloyd.
„Maar dat moet je toch weten, was er
niemand anders bij? Je hebt hem toch naar
huis gebracht, niet waar?"
„Ja, zijn zoon was thuis, een jongen van
'n jaar of negentien. Een leelijke kerel en
ik ben zoo gauw ik maar kon, weer weg
gegaan."
„En je weet 't niet? Lloyd, Lloyd, denk
je, dat hij dood is?"
Er was een oogenblik van stilte, terwijl
Lloyd's oogen door de kamer dwaalden, als
om een uitkomst te zoeken. Toen ant
woordde hij „ik weet 't niet
(Wordt vervolgd.)