Vlissiniache Oooraiit
MAKKELIJK LOOPEN WELFSCHOENEN KOOPEN I
TWEEDE BLAD
HELGA's WEDDENSCHAP.
gsag
Het recht van
den sterkste.
200-jarig bestaan der Evang.
Luth. gemeente te Vlissingen.
Uil de Vlissingsche Courant
yan vóór 50 jaar.
Zomersproeten ver=
FEUILLETON
Teekening voor
De GroeneK.
De politieagent
bemoeit zich er
liever niet mee.
van de
van
Zaterdag 6 Juli 1935. No. 157.
In het herdenkingsnummer van hét
.Zuiderlicht", maandblad van de Evang.
Luth. gemeente te Middelburg-Vlissingen
en Groede, komt een artikel voor van den
heer B. Crucq, in verband met het 200-
jarig bestaan van de Evang. Luth. ge-
jneente alhier.
Aan dit artikel is het volgende ontleend
Het jaar 1735 was het jaar van de stich
ting der gemeente binnen deze veste. Zij
Vormde zich uit een afgezonderd deel der
Middelburgsche Lutheranen ten getale van
100, waarbij zich een 40-tal Vlissingsche
geestverwanten aansloten.
Op 12 Maart van genoemd jaar ver-
Voegde men zich bij de stedelijke regeering,
met het verzoek om toestemming tot vrije
^uitoefening van den openbaren godsdienst,
yolgens Luthersche geloofsbelijdenis.
Dit verzoek werd vrijwel onmiddellijk in
gewilligd. Toch beteekende zulks aller
minst, dat nu alle bezwaren en moeilijkhe
den uit den weg geruimd waren, om tot
een behoorlijke uitoefening van den gods
dienst te kunnen overg-aan.
Het inrichten van een kerkgebouw, het
het bezoldigen van een predikant enz., dat
alles vorderde groote opofferingen, temeer
daar men op geen financieelen steun van
het hooge kerkelijk bestuur kon rekenen.
Intusschen kwam de hulp uit eigen
kring. Ongeveer een 6-tal leden bekostig
den voor het grootste gedeelte alles, wat
voor de inrichting noodig was, terwijl de
overige leden naar vermogen het hunne bij
droegen.
Den 22en Maart 1735 werd als eerste
predikant beroepen ds. Theodorus de Har-
togh, terwijl op 13 April d.a.v. onder zeer
billijke voorwaarden en onder verleening
yan gunstige privilegiën door de stedelijke
regeering in koop werd afgestaan, het huis
en erve genaamd het Schuttershof van St.
Joris, ook wel bekend als De Doelen en ge
legen aan de Walstraat voor een bedrag
yan 400 Vlaamsche ponden is f 2400.
Onderwijl het gebouw, ons tegenwoordig
kerkgebouw, voor den dienst werd inge
licht, namen de godsdienstoefeningen toch
reeds een aanvang, dank zij de medewer
king van het bestuur der Doopsgezinde
gemeente, dat zijn kerk tegen een billijke
vergoeding in bruikleen afstond. -
Reeds eerder gewaagde ik van onzen
grooten dank aan het adres der Doopsge
zinde gemeente voor de gelegenheid welke
Zij ons bood, binnen haar kerk onze ge
meente te vestigen.
Op Zondag 29 April 1735 werd onze
gemeente gesticht, met een predikatie door
ds. De Hartogh naar aanleiding van Psalm
80 vers 1520 in de Doopsgezinde kerk,
destijds gelegen op den Peperdijk.
Door het beroepen van den opvolger van
Ös. De Hartogh m.n. ds. Christophorus
Michels naar Middelburg, ontvolkte de
Vlissingsche gemeente voor een niet onbe
langrijk deel, mede doordat verscheidene
leden te Middelburg woonden.
Toch dient zulks slechts als een tijdelij-
ken teruggang aangemerkt te worden,
want later n.l. in 1775 blijkt het noodza
kelijk het kerkgebouw uit te breiden.
Collecten, liefdegaven, zoowel uit eigen
Omgeving als uit de voornaamste Luther
sche zustergemeenten van ons land, een
gift van 200 gouden Ducaten van Zijne
Doorl. Hoogheid Prins Willem, benevens
een gratificatie van f 600 uit de gemeente
kas stelden in staat op 1 Maart 1779 het
vernieuwde cn verruimde kerkgebouw in te
wijden.
Ds. Albertus Langebeek, hiertoe overge
komen uit Bodegraven ging in dezen dienst
voor en had tot tekst Exodus 20 vers 24.
Het jaar 1790 vermeldt de aanschaffing
van een orgel voor den prijs van 850,
waartoe de leden plm. 550 bijeen brach
ten en het resteerende bedrag uit de stads
kas werd gesuppleerd, Ging het tot dien
tijd tamelijk voor den wind, de jaren 1808
en 1809 waren rampspoedjaren voor de ge
meente.
Door de watervloed van 1808 werd veel
aan de kerk en kerkelijke goederen be
schadigd. Als schadebedragen vond ik ver
meld voor de kerk 3030 en voor de ker
kelijke goederen 3220. Ook het achter
de kerk gelegen woonhuis van den predi
kant bleef allerminst gespaard. Zelfs ver
loor de moeder van den predikant, ds.
Diephuizen, daarbij op haar slaapkamer,
door verdrinking, het leven.
Was de schade groot, niet minder groot
bleek de weldadigheid, waarmee getracht
werd de wonden te heelen. Van alle zijden
kwam steun binnen en in het bijzonder van
de Luthersche gemeenten te Amsterdam en
Rotterdam.
Toch werd dit rampjaar nog overtroffen
door 1809, toen bij het vreeselijk bombar
dement van Vlissingen ons kerkgebouw en
het orgel gedeeltelijk werden verwoest, ter
wijl de kerk eenigen tijd als kazerne moest
dienen.
Ook toen werden harten en handen ge
opend en kwamen liefdegaven den nood
lenigen, terwijl het stedelijk bewind be
sloot tot toekenning van een periodieke
schadevergoeding.
Voegen we daaraan toe, dat na het her
stel van het bestuur der Oranjes, het nun-
nen vorst behaagde aan den leeraar een
jaarlijksche toelage uit 's lands kas te ver-,
zekeren en deze toelage later nog eens
werd verhoogd, dan kunnen we ons inden
ken dat het toenmalig kerkbestuur met
grooten dank vervuld was, In het jaar
1819 werd krachtens Synodaal besluit de
bij het Avondmaal in gebruik zijnde ouwel
door brood vervangen.
Op den 2en Augustus 1835 werd het
100-jarig bestaan der gemeente feestelijk
herdacht.
De predikant ds. J. L. Becker hield een
rede naar aanleiding van Psalm 138, vers
1 en 2.
Het jaar 1838 vermeldt de aanstelling
van den eersten z.g. voorlezer, met name
Wouter Schmidt.
Voorts besloot men in 1844, dat de pre
dikant in den vervolge in ambtsgewaad,
toga met bef, de godsdienstoefening zou
leiden.
Op Zondag 26 Juli 1885 werd het 150-jarig
bestaan feestelijk herdacht. In dezen dienst
ging voor ds. D. Pont, terwyl de zangver-
eeniging „Looft den Heer" onder leiding
van den heer Merckens, zijn medewerking
verleende.
Wanneer men de laatste 100 jaar der ge
schiedenis raadpleegt, dan blijkt daarbij
meermalen, dat de gemeente opnieuw voor
belangrijke uitgaven geplaatst werd. Zoo
vond ik, dat in 1843 de nieuw gebouwde
consistorie in gebruik genomen werd, in
1847 werd dienst gehouden in de Engelsche
kerk wegens verbouwing en in het jaar
1905 genoten wij zelfs gedurende een 5-tal
maanden gastvrijheid bij de Doopsgezin
den, tengevolge van het tot den grond af
breken en opnieuw opbouwen der consis
torie annex kost er swoning
Na het overlijden van ds. H. R. Snijder
werd om financieele redenen, bij Synodaal
besluit, de gemeente met Middelburg ge
combineerd.
Zoo hebben voor- en tegenspoed zich
ongetwijfeld afgewisseld in het leven der
gemeente.
Thans volge een lijst van de predikanten
welke haar sedert de oprichting dienden,
t.w.
17351741 Theodorus De Hartogh.
17411742 Christoffel Michels.
17421762 Andreas Thomas Dreulner.
-17621768 Pieter Christoffel Hageman.
17691775 Wilhelm Reuter.
17751778 Albertus Langebeek.
17791780 Daniel Beekman.
17801787 Anthony Christiaan Maas.
17881789 Adrianus Theodorus
Reershemius.
17891791 Diederick Tameling.
17911810 Johannes Stephanus.
Diephuizen.
18101812 Vacature.
18121817 Gustavus Eckhart.
18181824 Johan Georg. Liernur.
18251857 Johan Laurents Becker.
18581863 Willem Frederik Loman.
18631870 Johan Gerard Diederick
Martens.
18701882 Jacobus Bakker.
18831887 Daniel Pont.
18881921 Hendrik Reinier Snijder.
1923 Dirk Jacobus Leepel.
19251927 Johannes Nicolaas Bieger.
1928—1930 Johannes Ernst Bernard
Blase.
1932heden Carl. Friedrich Nolte.
21e week 1885.
Ter gelegenheid van het feit, dat Vlissin
gen thans definitief tot aanlegplaats der
Duitsche stoomvaartlijnen werd uitverko
ren, is van alle openbare gebouwen en de
huizen der ingezetenen algemeen de natio
nale driekleur ontplooid, terwijl van de St.
Jacobstoren het carillon werd bespeeld.
Aan de heeren Arie Smit en Jos. van
Raalte werd een ovatie gebracht.
Het dagelijksch bestuur bocd den heer
Smit een album aan, bevattende alle na
men van de personen, die aan het gemeen
tebestuur in hooger en lager kring verbon
den zijn, wat met diepe ontroering werd
aanvaard.
Het gemeentebestuur van Middelburg
heeft bij het vernemen van de voor onze
gemeente en ons gewest zoo blijde tijding,
een adres van gelukwensch gezonden aan
het Vlissingsche gemeentebestuur,
In een vergadering van aandeelhouders
der Mij. tot Expl. van gronden te Vlissin
gen is opnieuw een plan ontworpen tot het
bouwen van een badhotel op de duinen, dat
de goedkeuring van het gemeentebestuur
zal kunnen verwerven en tevens de kans
biedt, om ten bate van de maatschappij
geëxploiteerd te kunnen worden, wat met
het vroeger door den raad goedgekeurde
plan niet het geval scheen te zijn.
Op 29 Juni had op het plein achter het
voormalig marine-arsenaal, de installatie
plaats van den nieuwbenoemden majoor
commandant der d.d. schutterij, den heer
Jos. van Raalte.
De voorlezing werd gedaan van de Ko
ninklijke besluiten, waarbij het ontslag en
de benoeming waren bepaald, waarop de
majoor W. C. van Duuren Dutilt, die ge
durende een 17-jarig tijdvak het comman
do had gevoerd, tot afscheid een hartelijk
woord richtte aan de officieren en man
schappen, onder aanbeveüng van zijn op
volger.
De heer Van Uye Pieterse, die als waar
nemend-burgemeester tegenwoordig was,
nam daarop het woord en sprak den afge
treden titularis in treffende bewoordingen
namens de gemeente Vlissingen toe, onder
dankbetuiging voor de vele gedurende het
langdurig tijdvak bewezen diensten, terwijl
daarna door hem tot de installatie van den
nieuwbenoemden commandant werd over
gegaan, wien hij aan den troep voorstel
lende, de belangen onzer stedelijke schut
terij ten zeerste aanbeval.
De heer Jos. van Raalte bedankte de
beide vorige sprekers en verklaarde alles
te zullen aanwenden, wat in het belang
van het corps zou te doen zijn, terwijl hij
op aller medewerking rekenende,hoopte, dat
de Vlissingsche schutterij een keurcorps
zou mogen worden genoemd.
De muziek der schutterij, die bij alles te
genwoordig was, speelde eenige stukken,
waardoor de plechtigheid zeer werd ver
hoogd.
Na afloop der installatie maakte de
troep een militaire wandeling door een ge
deelte der stad, met het muziekcorps aan
het hoofd.
De officieren evenals het kader waren
door den commandant tot een gezellige
bijeenkomst in den tuin van de sociëteit
„de Unie" uitgenoodigd, alwaar nog eenige
muziekstukken werden uitgevoerd en ver
der den avond in een genoeglijk samenzijn
werd doorgebracht.
Mejuffrouw Marie de Man te Middel
burg, is benoemd tot Associé étranger de la
Société royale de Numismatique Beige te
Brussel en wel wegens haar verdienstelijk
opstel ,,Le Cimetière de Mariekerke", voor
komende in de Revue Beige de Numismati
que, 3e aflevering 1885.
Mejuffrouw de Man is de eerste Neder-
landsche vrouw, aan welke die titel ver
leend werd.
Aangenomen het beroep naar de Ned,
Herv. gemeente te Nieuw- en St. Joosland
door den heer J. H. F. Gobius du Sart, can-
didaat te Nijkerk o/d. Velüwe.
dwijnen in korten tijd geheel door
SpE'Utol. Bij alle Drogisten.
TJit het Noorsch door SIGKID BOO.
28) i
Maar deze Itleine, onschuldige wandelin-
gen van ons beiden geven den anderen stof
te over tot praatjes. Den heelen langen dag
plagen ze me. Erger dan erg werd het, toen
Laurense er achter kwam, dat ik room stal
om in zijn glas te doen. Je begrijpt, dat ik
hetzelfde gedaan zou hebben, wanneer Ola
en Andreas den halven nacht zaten te stu-
deeren na den heelen dag hard te hebben
gewerkt. Tegen het voorjaar kreeg hij zulke
ingevallen wangen, maar lachte enkel, toen
ik hem voorstelde, levertraan te nemen.
Mannen zijn zóó onverstandig als ik ze
misschien daar straks wat opgehemeld heb,
bedoel ik daarmee werkelijk niet, dat ze op
eigen beenen kunnen staan.
Opdat de stakker niet louter vel over
been zou worden, moest ik de zaak wel in
handen nemen. Daarom deed ik voortdurend
stilletjes room in z'n melk, en lachte in
mezelf toen Frigaard naderhand beweerde,
dat de melk den laatsten tijd zoo vreemd
smaakte, terwijl Laurense, die partij trok
Voor de koeien, verklaarde dat je nergens
in Noorwegen zulke beste melk kreeg.
Maar op een dag ontdekte Laurense m'n
krijgslist en toen had je de poppen aan het
dansen. Het hindert niets of ze mij een
beetje plagen, als ze hem maar met rust
laten, ik laat niets op me zitten, reken
maar ik ken de zwakke punten, en als ik
ze niet op een andere manier tot zwijgen
kan brengen, dan trek ik met een gerust
hart partij van wat ik weet. Minder fijn,
maar op z'n tijd een noodzakelijkheid in
deze booze wereld.
Lotten is de ergste. Dat is geen katje om
zonder handschoenen aan te pakken nee,
die is jiiet op 'r mondje gevallen, bijdehand,
pienter en je moet meer dan koelbloedig
zijn om niet knockout geslagen te worden
door haar zoodat ze je allemaal uitlachen.
Ze is intelligent, zie je. Ja, niet van dien
aard dat het iets te beteekenen heeft ze
is lang niet zoo ontwikkeld als jij en ik. Ze
leest Schopenhauer. Maar wanneer leest ze
hem? Bij voorkeur in den trein of ergens
anders, waar de menschen het zien. Hoe
leest ze hem? Op z'n kop behalve de en
kele hoofdstukken, die haar belang inboe
zemen. Waarom leest ze hem? Om hem bij
passende gelegenlieden te kunnen citeeren.
Ze leest de krant ook. Ja -zeker. Eerst de
rubriek personalia op het vijfde blad, dan de
ongelukken op het zesde. En dan de feuille
ton op het laatste. Even kijken of er ook
aankondigingen van huwelijken in staan.
Volgen de korte stukjes op pagina twee. En
tenslotte vermant ze zich en duikt onder in
de politieke telegrammen maar of ze die
doorwerkt, is meer dan twijfelachtig.
Tegenwoordig zit ze eeuwig en altijd in
de keuken en zijn we voortdurend aan het
schermen met woorden, met wisselend ge
luk. Haar hart is er ook bij betrokken, in
zooverre ze monsieur Frigaard bijzonder
graag mag, en nog meer op hem gesteld
zou zijn indien hij geen chauffeur was. En
bij tijden spannen ze allen samen tegen de
arme Helga. Gisteren bracht Frigaard me
neer en mevrouw Bech met den auto naar
de stad. De twee laatsten zouden eenige
dagen wegblijven, maar Frigaard kwam
dien avond terug en we hadden afgespro
ken, dat ik hem een eind tegemoet zou
gaan. Hoe de anderen daar lucht van ge
kregen hadden, snap ik nietmaar toen ik
's avonds op mijn kamer was en m'n rooden
mantel aantrok, hoor ik ineens den sleutel
aan den buitenkant omdraaien.
Een onderdrukt gegrinnik in de verte ver
klaarde de situatie volkomen.
Na vergeefs de samenzweerders te heb
ben gesmeekt, me er uit te laten, begon ik
over een anderen uitweg te denken, en vond
dien dan ook spoedig. Een mensch heeft
niet voor niets urenlang in de bioscoop ge
zeten. Haastig bond ik een laken aan het
raamkozijn en liet me, doodsbenauwd, ik
snij nooit op als het niet beslist noodzake
lijk is naar beneden glijden, zoo ver mo
gelijk, en sprong op het balcon van de
slaapkamer van meneer en mevrouw. Het
was een streep door de rekening, dat de
balcondeuren gesloten waren. Dus moest ik
over de leuning heen en langs een van ds
pilaren tot op de veranda een experi
ment, dat niet te best was voor m'n mantel
en ook niet voor den wit geschilderden
pilaar. Het was nog lang niet gemakkelijk
ook, en ik zal niemand deze manier van
naar-beneden-gaan aanraden als hij er an
ders komen kan. Maar ik kwam er dan toch
en ik genoot van de situatie, toen ik de
keuken inslenterde, waar ze het er druk
over hadden, of ze me al dan niet zouden
los laten. Voor zoover ik er uit wijs kon
worden, had Laurense medelijden met me
gekregen maar alle anderen gunden het
me, opgesloten te zitten.
Waar hebben jullie het zoo druk over
zei ik, zoo onverschillig mogelijk. Ik .ga
alleen maar een eindje wandelen. Als je er
om zou kunnen denken, Laurense, haal dan
het laken binnen, dat uit het raam hangt.
Hemel barstte Lotten uit. Ik ge
loof werkelijk, dat je bij het circus ge
weest bent
Ja, wist u dat dan niet? zei ik.
Donna Pepita Caligula Mazawatteetea,
luchtacrobate, koorddanseres en vlammen-
slikster.
Het is het beste, iemand met gelijke munt
te betalen. Daarentegen heeft het eigenlijk
geen zin te vertellen, hoe het verder ging.
Ik wandelde dus statig den landweg af, en
ten laatste kwam ik den auto tegen met
mevrouw Bech erin Ze liet stilhouden.
Zoo, Helga, schep je een luchtje. Ben
je klaar gekomen met het mangelgoed?
Mooi, dat is dan in orde. Ja, het is heerlijk
weer vanavond. Plezierige wandeling
Onhoorbaar en voornaam gleed de auto
verder. Daar zat hij. Daar stond ik. Ik ken
wel gevoelens die aangenamer zijn dan die,
welke mij op dit oogenblik beheerschten.
Zie je me in gedachten niet op den terug
weg? Danig de duvel in en met een groote
witte vlek van de klimpartij.
Laat je mantel heelemaal donkerblauw
verven, raadde me Laurense, Dan is ze
ook niet meer zoo apart.
Jij bent apart, viel ik uit, wat heb
je noodig mee te doen, met me op te slui
ten. Dsn eersten keer den besten ga ik niet
met je naar de bijeenkomst in het lokaal,
als je dat maar weet,
Arme Laurense. Den volgenden ochtend
stond ze om 6 uur op, maakte de vlek uit
m'n mantel met terpentijn en perste hem
netjes op. Ik was er wérkelijk aangedaan;
van en beloofde bij hoog en laag dat Lau
rense voor 't einde van het jaar mevrouw;
Opstadzou zijn. Och jij, met je onzin4
lachte Laurense.
De volgende maand moet ik naar een
bruiloft. Ola en Olga gaan trouwen. Consul
Bech heeft in een der bijgebouwen een
paar apartementen voor ze in laten richten,
boven den tuinman. De bruiloft wordt ge
geven in het ouderlijk huis van Olga, in
Bruseth.
Olga is hevig aan het naaien en bordu
ren, groote roode rozen op beige linnen en
witte zwanen op groen laken. Och ja,
zeg ik, cm haar een genoegen te doen,
als je maar eenmaal zóó ver bent. Dan ge
niet Olga ervan, dat ze ons Ola voor den
neus heeft weggekaapt en lacht tot ze er
den hik van krijgt, bij gebrek aan eten, om
haar in 't verkeerde keelgat te schieten*
Thuis op Bruseth vinden ze, dat ze een
boerenzoon had moeten trouwen maar wie
weet, misschien heeft Olga een boerderijtje
voor iemand er op verdacht is.
Lotten roept me en vraagt of ik mee ga;
naar den dorpswinkel. Verdraaid. Ik mag
wel opschieten
Dit gekrabbel moet meteen maar weg^
daarom voor vandaag genoeg.
Morning Je Helga.
(Wordt vervolgd.)