POKON BINNENLAND KUNST LAND- EN TUINBOUW voor het gebruik der steigers onbillijk is, zeggen Ged. Staten, dat zoodanige aanleg plaatsen hen niet bekend zijn, prov. pon tons zyn aanwezig te Vlissingen, Hoede- kenskerke en Zierikzee. Deze pontons zyn uitsluitend gebouwd ten behoeve van de Provinciale bootdiensten voor derden zijn fejj tot dusver niet toegankelijk. Daarin wordt voor de toekomst in bovengenoemd voorstel voorzien. Gasvoorziening. Ged. Staten leggen ter vaststelling voor feen „Gasverordening voor Zeeland", welke in hoofdzaak overeen komt met de „Elec- triciteitsverordening voor Zeeland" en de „Drinkwaterleidingverordening voor Zee land". Er zijn enkele afwijkingen en wel dat duidelijk omschreven wordt, dat het betreft z.g. steenkolengas, omdat er ook andere gasvormige producten in den han del zijn, terwyl ook wordt bepaald, dat de toestemming alleen noodig is voor gas, dat door buizen naar de aangesloten perceelen wordt overgebracht. 'Aanvaarding legaat. De heer P. J. J. Jonas van 'sHeer Arends- kerke, overleden te Amsterdam, legateerde aan de provincie Zeeland vrij van alle rech ten en kosten de Ambachtsheerlijkheid 3s Heer Arendskerke, daaronder begrepen den grondeigendom van meerdere in de kadastrale gemeente 's Heer Arendskerke gelegen in erfpacht uitgegeven perceelen, den vollen eigendom van meerdere in de zelfde gemeente gelegen perceelen, het recht van stemuitbrenging bij het beroepen van den Hervormden predikant te 's Heer Arendskerke en in het algemeen de uit oefening van alle daartoe behoorende of daaraan verbonden rechten. Uit nadere inlichtingen is aan Ged. Staten gebleken, dat de ambachtsheerlijke rechten niet veel meer omvatten dan hetgeen als zoodanig in de testamentaire beschikking staat omschreven, t.w. den blooten en den vollen eigendom van verschillende perceel tjes grond, het vischrecht in de havenkom en voorts in het algemeen, voorzoover dat den ambachtsheeren behoort en het recht van stemuitbrenging bij het beroepen van den Herv. predikant te 's Heer Arendskerke. Het ambachtsheerlijk jachtrecht, dat, toen de erflrter destijds het bezit van de am bachtsheerlijkheid verwierf, daaraan nog was verknocht, is, tengevolge het bepaalde in art. 70 der jachtwet 1923, inmiddels ko men te vervallen. Uit een overgelegde afrekening van den rentmeester der heerlijkheid over 1934 blykt, dat de gronden na aftrek van de daarop vallende lasten, netto hebben opge bracht een som van 11.12. Het vischrecht, voor zoover dit dan nog bestaat, bezit blijkbaar geen op geld waardeerbare waar de. Wat het recht van stemuitbrenging bjj het beroepen van den Herv. predikant te 's-Heer Arendskerke aangaat, ten aanzien van de vraag, of dit recht thans inderdaad nog bestaat kan gereedelijk twijfel rijzen. Art. Hl der Aditioneele Bepalingen van de Grondwet, gelijk dit luidt nk de herziening 1922, bepaaltDe heerlijke rechten betref fende voordracht of aanstelling van per sonen tot openbare of kerkelijke betrekking zijn afgeschaft. Een vraag is echter of on der het in dit artikel bedoelde z.g. recht van collatie of electie, ook valt het recht van stemuitbrenging, als in het testament bedoeld. Evenwel schijnt het niet noodig, op deze, min of meer netelige, vraag van kerkrechterlijken aard in te gaan, indien de Staten met Ged. van oordeel zijn, dat, ook al zou het hier bedoelde recht ook thans nog bestaan, het toch niet op den weg eener provincie ligt, dit recht uit te oefe nen of te doen uitoefenen. Daargelaten de vraag, door wie het recht eventueel zou moeten worden uitgeoefend, kan toch be zwaarlijk worden ontkend, dat eenigerlei bemoeiing van de overheid, zij het dan dat zij optreedt e jure privato, met de benoe ming van den predikant eener kerkelijke gemeente, in strijd is met de beginselen, waarop onze staat is opgebouwd. Ged. Sta ten zouden dan ook gemachtigd willen wor den met den kerkeraad der Ned. Herv. ge meente, dan wel met dat orgaan dier ge meente, hetwelk daardoor overeenkomstig het geldende kerkelijke recht is aangewe zen, een overeenkomst aan te gaan, waarbij de provincie afstand doet van het recht van stemuitbrenging. Overigens zien Ged. Staten geen bezwaar in het aanvaarden van heA legaat, ook al zullen de baten niet van beteekenis zijn, doch dit is, naar Ged. Staten meenen te mogen veronderstellen, ook niet de bedoeling van den erflater ge weest. Veeleer meenen zij in des erflaters daad een streven te mogen zien om maat schappelijke verhoudingen, die terugwijzen naar een tijd, toen publiekrechterlijke be voegdheden niet enkel berustten in handen van de organen van de overheid, doch ook toekwamen aan en werden uitgeoefend door particulieren, doch die, nadat hier te lande de eenheidsstaat werd geconstitueerd, ge leidelijk aan hare daadwerkelijke beteeke nis hebben verloren, zoowel feitelijk als rechtens teniet te doen gaan, doordat de overheid als zoodanig de plaats in gaat nemen, tot dusverre door een privaat per soon vervuld. Oprichting Pro.sperpolder Neder- landsch gedeelte De N.V. Maatschappij tot exploitatie van onroerende goederen „Huis en Haard" te St. Jansteen verzoekt Ged. Staten de op richting te willen bevorderen van een wa terschap over de aan die maatschappij toe- behoorende gronden, welke tezamen vor men het op Nederlandsch grondgebied ge legen gedeelte van den z.g. internationalen Prosperpolder. Gelijk de Maatschappij opmerkt, bestaat het voornemen binnenkort tot verkoop in kavels van de betrokken gronden welke nu nog in één hand zijn over te gaan. Bestendiging van den tegenwoordigen toestand, welke ook thans reeds zijn be zwaren heeft op de bedoelde gronden is het. algemeen reglement voor de polders of waterschappen in Zeeland niet van toepas sing ontmoet zeker bedenking ingeval van verkaveling, waardoor dan immers een complex van gronaen, toebehoorende aan verschillende eigenaren, zou ontstaan, dat naar uiterlrjken vorm meer nog dan tevoren gelijkenis vertoont met de gewone water- keerende polders en waterschappen, zonder echter eenige reglementaire basis als wa terschap te hebben. Zoowel om redenen van administratieven aard als met het oog op de belangen niet alleen van de betrokken gronden zelf, maar ook op die van de belendende polders, komt dit niet gewenscht voor. Ged. Staten kunnen zich zeer wel ver eenigen met de door genoemde vennoot schap uitgedrukte gedachte en wijzen er op dat vaststelling van een bijzonder regle ment voor den nieuw op te richten polder h.i. achterwege kan blijven en besloten kan worden, dat het nieuwe waterschap gere geerd zal worden door het algemeen regle ment. Wel zullen in het oprichtingsbesluit om trent verschillende onderwerpen bepalingen dienen te worden opgenomen, betreffende de begrenzing van den nieuwen polder, de wa terscheiding met de gronden, gelegen in het thans reeds als afzonderlijke Belgische pol der onder den naam Prosperpolder bekend staande gedeelte, de regeling van den on derhoudsplicht van de dijken, van de wa terleidingen en de wegen en het opmaken van een kaart van den nieuwen polder. Het ontwerpbesluit bepaalt dan ook o.a. dat de verplichting tot het beheeren en on derhouden van de scheidingsdijken van den Louisapolder, den Koningin Emmapolder en den Hertogin Hedwigepolder eenerzijds en den nieuw opgerichten polder anderzijds op dezen laatstgenoemden zal rusten en dat binnen één jaar na de benoeming van het eerste bestuur van Gedep. Staten een kaart ter goedkeuring moet worden inge zonden, aangevende a. de watergemeen schap met den Belgischen Prosperpolder, welke watergemeenschap, zooveel toelaat baar is, zal dienen te worden opgeheven b. de afmetingen van de waterleidingen en andere afwateringsmiddelen, welke aan die watergemeenschap dienstig zullen zijn. Opbrengst rijksmiddelen over Mei. Directe belastingen: Bedrag van de Totaal raming. zuiver bedrag. Grondbelast. 9.870.000 9.860.398.04 Inkomstenbel. - 75.333.000 - 20.267.308.02 Vermogensbel. - 19.022.000 - 5.827.704.09 Verdedigingsb. - 9.200.000 - 3.021.024.39 Belasting v. d. doode hand 9.300.000 - 197.646. Totalen ƒ116.425.000 39.474.080.54 Gemeentefonds: Bedrag van de Totaal raming. zuiver bedrag. Gemeentef.bel. 47.000.000 55.621.853.48 Tijd. opc. gem.- fondsbelasting - 21.000.000 - 20.940.371.53 Opc. vermo gensbel. ten ge tale van 50 - 5.650.000 - 5.413.291.07 Tijd. opc. op de vermogensbel. - 3.390.000 - 3.247.974.65 Verkeersfonds: Bedrag van over de de raming. maand Mei Motorrijtuigenb. ƒ22.000.000 ƒ2.221.096.90 Rijwielbelasting - 7.250.000 - 22.967.50 Totaal 29.250.000 2.244.064.40 Overige middelen in verge lijking met de overeenkomstige periode van het vorig jaar 198/f 193S Divid.- en tant.bel. 991.610 840.199 Invoerrechten - 7.594.624 - 7.025.402 Statistiekrecht 137.574 - 151.659 Acc. op zout - 198.027 - 152.892 geslacht - 451.385 - 572.832 wijn - 116.300 - 76.516 gedistill. - 2.515.516 - 2.687.324 bier - 635.529 - 948.298 M suiker - 3.362.269 - 3.655.556 tabak - 3.032.688 - 2.418.751 Goud en zilver - 42.598 - 38.801 Omzetbelasting - 5.619.284 - 5.310.716 Couponbelasting - 434.615 - 407.724 Zegelrechten - 1.376.117 - 1.488.951 Registratierechten - 1.095.849 - 1.200.557 Successierechten - 2.698.282 - 3.017.472 Loodsgelden - 235.659 - 303.628 Totalen 30.537.934 30.297.287 De „Tel." voegt aan deze middelenstaat de volgende beschouwing toe Blijkens het jongste overzicht van den stand der Rijksmiddelen is voor den dienst 1935 tot heden aan directe belastingen 1.749.946.03 minder ontvangen dan in de overeenkomstige periode in het vorig jaar. Deze daling komt vooral door den achter uitgang van de inkomstenbelasting, die thans reeds 1.837.375.03 minder heeft op gebracht dan in 1934. Slechts de grondbelasting bracht een be drag van 350.874.54 meer op dan in het vorige jaar, terwijl ook de belasting van de doode hand met 497.646 h'et hare deed om de opbrengst te verhoogen. In het binnen komen van deze belasting, die de vorige maand nog slechts met ƒ189.203 te boek stond, schijnt dus schot te komen. Wat de overige middelen betreft, de Om zetbelasting, waarvan de opbrengst per maand op 6.791.666.67 is geraamd, bracht het in de afgeloopen maand tot ƒ5.619.284.65 tegen ƒ5.310.716.81 in Mei 1934. De op brengst is anderszij ds beduidend hooger dan die van April 1935, toen slechts ƒ4.953.987 aan Omzetbelasting in de schat kist vloeide. Tot de overige middelen, die in Mei 1935 meer opbrachten dan de raming, behooren de accijns op zout (ƒ160.929.88), couponbe lasting (ƒ287.685.63), rechten en boeten van zegel (f 980.233.77) en de rechten en boeten van successie, van overgang bij overlijden en van schenking (ƒ1.836.075.92). In hooge mate bleven echter in gebreke de div.- en tantièmebelasting (ƒ1.437.066.95), invoer rechten (ƒ5.646.036.48), accijns op het ge distill. (ƒ1.233.520.62), bier (ƒ1.114.814,66) en de omzetbelasting 9.365.284.35), die wel zeer veel minder opbrachten dan de raming. De opbi*engst van de invoerrechten be droeg in Mei 1935 toch nog 7.323.499.28 meer dan het vorige jaar. Ook de zout- accijns, suikeraccijns, tabaksaccijns, omzet belasting, couponbelasting, rechten en boe ten op zegel en rechten en boeten van suc cessie brachten meer op dan in het vorige jaar. Werkverruiming voor jeugdige werkloozen. Naar aanleiding van een bericht, betref fende een nationale verloting ten bate van de werkverruiming voor jeugdige werkloo zen, welk plan by den minister van sociale zaken in studie zou zijn, vernemen wij van de meest bevoegde zijde, dat dit geen plan is, dat van de regeering uitgaat. Een der organisaties, welke zich met het vraagstuk der werkloosheid bezig heeft te houden, heeft een dergelijk plan bij het departement ingediend. De minister heeft toen geant woord, dat in verband met het feit, dat de centrale commissie voor de jeugdwerkloos heid binnenkort geïnstalleerd zal worden, er voor hem geen reden was zich op dit oogenbük nader met de zaak bezig te hou den. Naar men weet is bedoelde commissie Donderdag jl. door den minister geïnstal leerd. De Warenwet buiten werking? De Haagsche Kamer van Koophandel en Fabrieken heeft aan de Tweede Kamer een adrés gericht, waarin zij zegt met bezorgd heid te hebben kennis genomen van para graaf 56 van het wetsontwerp ter verlaging van de openbare uitgaven, waarbij bepaald wordt, dat bij algemeenen maatregel van bestuur de Warenwet geheel of ten deele buiten werking gesteld kan worden. De invoering van. de Warenwet schrijft adressante is indertijd door het 'bedrijfs leven met instémming begroet, overtuigd als het was, dat de voorschriften, die krachtens deze wet konden worden gegeven, naast het algemeene belang der volksgezondheid de belangën van den bona fide handel zouden bevorderen. Thans, ruim vijftien jaren na de invoering, kan worden geconstateerd, dat dit inderdaad het geval is geweest en dat het in hooge mate betreurd moet wor den, indien deze voorzorgs- en controle maatregelen zouden moeten worden gemist, waardoor in ruime mate de mogelijkheid geopend wordt om ondeugdelijke of minder deugdelijke waren te leveren, een mogelijk heid, waarvan in de eerste plaats minder nauwgezette kooplieden ten nadeele zoowel van de volksgezondheid als van het reëele bedrijfsleven gebruik zullen maken. De Kamer acht het haar taak er ernstig op te wijzen, dat door de algeheele ophef fing van de Warenwet iets zeer waardevols zou verloren gaan. Wel wordt de mogelijkheid aangenomen om bezuiniging te verkrijgen door slechts een gedeelte der wet buiten werking te stel len. Met nadruk wordt verzocht om te be vorderen, dat de regeering in dezen geen stap verder ga dan met het oog op het staatsbudget strikt noodzakelijk is. Dat het aanwezig zijn van dergelijke op de wet gebaseerde instellingen ook in het consumentenbelang buitengewoon ge wenscht is, behoeft geen nader betoog, doch de Kamer heeft gemeend, zich bij dit adres te moeten beperken tot het vestigen van de aandacht op ue bedrijfsbelangen, welke door een geheele buiten-werking-stelling der Wa renwet ernstig zouden worden geschaad, Vacantie in eigen land. Wij ontvingen een exemplaar van een propaganda-uitgave van den A.N.W.B. voor reizen per auto en fiets door ons eigen land. Men vindt hierin aan de hand van een groot aantal foto's en eenige schetskaartjes tal rijke tochten beschreven, zoo o.m. een rond rit langs het IJsselmeer, een toer door Overijssel, Drenthe en Friesland, een reis door het westelijk deel van Noord-Brabant, Zeeland èn over de Zuid-Hollandsche eilan den, een tocht langs de groote rivieren, enz. De Koninklijke Nederlandsche Toeristen bond A.N.W.B., die deze keurig uitgevoer de brochure gratis ter beschikking stelt van belangstellenden, is dezer dagen met de ver spreiding op ruime schaal begonnen. De A.N.W.B. heeft met deze propaganda voor vacantie in ons eigen land ongetwijfeld zeer velen aan zich verplicht Een kunsttentoonstelling. Uit Brussel ontvingen wij het verzoek tot opneming van het volgende rondschrijven De koninklijke musea voor kunst- en ge schiedenis zullen in de maand Juli a.s. het de oplosbare r65'/2 °/o voedsel voor 40 cent, met kunstmest voor gratis verzorgingsaanwijzingen. Ver kamerplanten (.krijgbaar bij de Bloem- en Zaadwinkels feit herdenken, dat zij honderd jaar geleden door Leopold I werden gesticht. De regeering van het onafhankelijke België had slechts weinig voorwerpen uit het artistiek verleden en industrieels kun sten kunnen bijeenbrengen, welke als grond slag voor het stichten van een museum zouden kunnen dienen. Het is dus noodzakelijk geweest om met geduld weder opnieuw te beginnen en wel onder bescherming van onze Koninklijke Familie, met de hulp van edelmoedige kunstbeschermers het elementaire van ar tistieke en historische verzamelingen bijeen te brengen. In dit jaar 1935, zal het resultaat van een eeuw arbeid het publiek getoond worden in een groep gebouwen, waarvan verschillende van 1928 tot 1934 gebouwd zijn. Onze expositiezalen jeven in het alge meen een weerspiegeling van. de geschiede nis der menschelijke beschaving vanaf het voorhistorisch tijdvak tot aan den modernen .tijd waarbij de artistieke daden van onze gewesten hoofdzakelijk op den voorgrond treden. Een herinneringsbijeenkomst zal in de eerste week van Juli plaats vinden, en we noodigen allen die zich voor het bestaan en de welvaart van onze Musea interesseeren vriendelijk tot deze bijeenkomst uit. Op een geschikte wijze zullen wij de giften welke aan onze Musea geschonken werden ter ge legenheid van het honderdjarig bestaan ex- poseeren. Verscheidene belangrijke zendingen zijn ons reeds geworden. Een comité is in Japan gevormd met het doel onze collectie Japansche kunst met het een of andere stuk van buitengewoon belang te verrijken. Een juist programma van het herden kingsfeest ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan zal U nader worden toegezonden. Het komt ons wenschelijk voor U nu reeds van deze kunstzinnige en wetenschap pelijke plechtigheid in kennis te stellen, in de hoop dat U hieraan op eenigerlei wijze zoudt kunnen deelnemen. Eenheid in den tuinbouw noodig. In een vergadering van den raad van advies van het centraal bureau der veilin gen in Nederland is met groote verontwaar diging kennis, genomen van de afwijzende houding van den minister van economische zaken terzake verruiming der betalings- contingenten voor tuinbouwproducten. Algemeen vond de door den afgetreden minister van economische zaken gevoerde contingenteeringspolitiek, afkeuring. De vergadering sprak haar bezorgdheid uit over den toenemenden roep tot industria lisatie van Nederland. Ter bereiking daar van zou een sterk doorgevoerde contingen- teering van industrieproducten noodig zijn, v/at met het oog op den export van onze tuinbouwproducten funest zou zijn. Ook de kwestie van de groentendistribu- tie werd besproken. De voorzitter zette als zijn standpunt uiteen dat waar een groote massa groenten zou moeten worden vernie tigd, niet het verwijt zou mogen worden gehoord, dat zij, die niet in staat zijn groen ten te koopen, niet in de gelegenheid waren gesteld deze voor vernietiging bestemde groenten te betrekken. Tenslotte machtigde de raad van advies het bestuur een vergadering samen te roe pen van den geheelen Nederlandschen tuin bouw, zoodra het daar den tijd toe geko men acht, aangezien "net in de huidige om standigheden noodzakelijk is, dat de tuin bouw, zooals die in de verschillende organi saties vertegenwoordigd is, bij een zooda nige vergadering als één geheel optreedt. LUCHTVAART Het „Uiveri'-rapport. Naar aanleiding van de publicatie van het rapport inzake de ramp van de „Uiver" heeft dr. P. G. J. Duker, die reeds eerder elders als zijn meening heeft kenbaar ge maakt, dat daarvan blikseminslag de oor zaak is, thans opnieuw enkele gegevenS naar voren gebracht, waaruit zijns inziens tot geen andere conclusie dan blikseminslag kan worden gekomen. Dr. Duker wijst daartoe op de brandwon den, juister verschroeiïng van de huid bij enkele der slachtoffers waargenomen onder volkomen onbeschadigd gebleven kleeding. Sporen, dat de wonden, die zijn waargeno men, afkomstig zijn van blikseminslag, zijn teniet gedaan, doordat de slachtoffers zijn blootgesteld geweest aan benzinebrand. Voorts voert dr. Duker die door den Rijksstudiedienst voor de Luchtvaart in het bezit is gesteld van een stuk van den vleugel van het verongelukte vliegtuig als bewijs voor zijn stelling aan, dat het alu minium is weggeschroeidbenzinebrand veroorzaakt bij duraluminium, zooaïs de vleugel doet zien en proeven hebben uitge wezen, slechts bobbeling van het vlak. Naar de meening van dr. Duker is bij deze ramp uitsluitend sprake van blikseminslag ais oorzaak, en wel zou de „Uiver" een der grootste inslagcatastrophen hebben getrof fen, welke ooit zijn voorgevallen. De bliksem zou op de antenne zijn ingeslagen en op den vleugel. Desgevraagd deelde dr. Duker mede, dat hij door de commissie is gehoord voor een pathologisch-anatomisch rapport. Daarbij heeft hij in zijn beschouwingen doen uitko men, dat hij als vaststaand aannam, dat de slachtoffers zijn blootgesteld geweest aan de gevolgen van den blikseminslag in het toestel. In hoeverre de commissie met zijn zienswijze rekening heeft willen houden, kon dr. Duker niet beoordeelen, doch hij meent in de conclusies van het gepubliceerde rap port niet te kunnen lezen, dat daaraan breede aandacht is geschonken. Tot welke conclusies dr. Rochat, de Haag sche patholoog-anatoom, en dr. ir. Van der Maas in dit opzicht zijn gekomen, is dr. Du ker niet bekend. Wat zijn persoonlijke on derzoekingen betreft, deelde hij mede, dat hij en de commissie naast elkaar hebben voortgewerkt, daar voor hem, na zijn mede- deelingen bij het pathologisch-anatomisch rapport, geen aanleiding bestond de aan dacht te vragen voor het gebied, waarop de commissie zich van voorlichting door an deren wilde doen dienen. BataviaAmsterdam in 5 y2 dag. Gisteravond om vier minuten vóór half zeven is de „Koetilang", het eerste Dou- glas-vliegtuig op retourvlucht uit Indië en tevens het eerste toestel, dat de thuisreis BataviaAmsterdam in öy2 dag heeft af gelegd, op Schiphol teruggekeerd. Met het toestel kwam mede de heer Hans Martin, die, na vijf jaar, voor de K.L.M. de Indië- route weer heeft geïnspecteerd. Een zomersch zonnetje en een wakkere bries gaven Schiphol een vroolijk aanzien. Er waren behalve de reizigers voor de Euro- peesche lijnen, familie en vrienden van de terugkeerende Indië-vliegers en -passagiers, tal van belangstellenden. De heer Plesman was er en verschillende andere bij de K.L.M. betrokken personen. Met elf minuten vertraging kwart over zes was zijn „officieels tijd" raakten de wielen van de „Koetilang" den vaderland- schen bodem, waaruit bij het voorttaxiën naar het platform, na den regen der laatste dagen heel wat modder omhoog kwam. Nog even ronken zwaar de motoren bij den laat- sten draai en dan staat het Indië-vliegtuig stil tegenover den douana-doorgang en ko men passagiers en bemanning naar buiten. Enkele ©ogenblikken van hartelijke be groeting. De dochtertjes van commandant Scholte waren het eerst bij hun vader en dan was ook de heer Plesman er om zijn piloot de hand te drukken en naar het ver loop van de reis te informeeren. „Elf minu ten te laat", zei een kameraad tegën Scholte. „Beter elf minuten te laat dan één te vroeg", lachte deze terug. De heer Hans Martin werd het eerst be groet door zijn hond, welke zoo ongeveer den baas tot in het vliegtuig tegemoet kwam gesprongen. „Dag lieve hond", riep, de heer Martin, dieal dadelijk een micro foon voor den neus kreeg om via den Phohi- zender in een paar woorden zijn bevindin gen te vertellen. Later, in het restaurant, had de heer Martin gelegenheid om den wachtenden journalisten rapport uit te brengen over deze Indië-reis per Douglas. Woensdagochtend vertrokken we van Batavia en Maandagavond zijn we dus hier, vertelde de heer Martin. Voor het eerst vermeldt de Indië-dienstregeling thans tij den van vertrek en aankomst nauwkeurig in uren en minuten. Ik heb deze tijden ge controleerd en deze klopten bijna altijd op nauwelijks enkele minuten. Hierbij was dan meestal de post oorzaak van de vertraging. Over het verloop van heen- en retour vlucht was de heer Martin zeer tevreden* Aan de grondorganisatie hapert niets. Alles is puik in orde en vergeleken bij den vori- gen inspectietocht natuurlijk sterk verbe terd. De ijver van de agenten op de route is soms haast te groot. Zoo kreeg men op de thuisreis na het eerste ontbijt in Bagdad, te Ghaza een tweede „ontbijt" bestaande uit soep, gebakken visch en biefstuk Overal is men uitstekend gehuisvest, in Bagdad in het allernieuwste hotel van de stad. Alle passagiers, zoowel zij, die voor het eerst vlogen en daarbij was er één, die „even" een retourtje Soerabaya nam, om zijn zuster te bezoeken als zij, die al meer tusschen de vleugels hadden gezeten, zijn enthousiast over het toestel. Het ge bruikelijke repertoire van lezen, slapen, eten en drinken vulde ruimschoots de lut tele vlieguren per dag, terwijl de omstan digheid, dat het hinderlijk motorgeronk uit de cabine wordt geweerd, als een groot voordeel wordt beschouwd. Want niets ver moeit op den langen duur méér dan het voortdurend lawaai. Nu kan men rustig converseeren en men verlaat het toestel frisch en fit. Op deze thuisreis vervoerde het vliegtuig één- passagier van Batavia naar Amster dam, één van Rangoon naar Jodhpur, één van Jodhpur naar Amsterdam en twee van Karachi naar Amsterdam. Bij deze passa giers zijn drie Engelschen, van wie er twee, na aankomst te Amsterdam, met 't avond vliegtuig van 7.10 onmiddellijk doorreisden naar Londen. En ten slotte, zeide de heer Martin, was ik zelf ook passagier, onder ging ik méé alle emoties en kan ik nu haast niet gelooven, dat ik eergisteren nog ergens in Britsch-Indië liep en bij een temperatuur van 48 gr. C. blij was, dat ik er vandaan kon, want men vliegt meest op hoogten van 3000 tot 4000 meter en daar is de tempera tuur weer zóó, datde verwarming aan gezet wordt. Een voorspelling van Fokker. Anthony Fokker, de bekende vliegtuig bouwer, die thans in Engeland vertoeft, waar hij aan het onderhandelen is over li centies voor het bouwen van zijn nieuw ont worpen viermotorige vliegtuigen, welke een snelheid kunnen bereiken van 320 KM. per uurs heeft aan een vertegenwooidiger van

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1935 | | pagina 6