POKON
BINNENLAND
KUNST
LAND- EN TUINBOUW
voor het gebruik der steigers onbillijk is,
zeggen Ged. Staten, dat zoodanige aanleg
plaatsen hen niet bekend zijn, prov. pon
tons zyn aanwezig te Vlissingen, Hoede-
kenskerke en Zierikzee. Deze pontons zyn
uitsluitend gebouwd ten behoeve van de
Provinciale bootdiensten voor derden zijn
fejj tot dusver niet toegankelijk. Daarin
wordt voor de toekomst in bovengenoemd
voorstel voorzien.
Gasvoorziening.
Ged. Staten leggen ter vaststelling voor
feen „Gasverordening voor Zeeland", welke
in hoofdzaak overeen komt met de „Elec-
triciteitsverordening voor Zeeland" en de
„Drinkwaterleidingverordening voor Zee
land". Er zijn enkele afwijkingen en wel
dat duidelijk omschreven wordt, dat het
betreft z.g. steenkolengas, omdat er ook
andere gasvormige producten in den han
del zijn, terwyl ook wordt bepaald, dat de
toestemming alleen noodig is voor gas, dat
door buizen naar de aangesloten perceelen
wordt overgebracht.
'Aanvaarding legaat.
De heer P. J. J. Jonas van 'sHeer Arends-
kerke, overleden te Amsterdam, legateerde
aan de provincie Zeeland vrij van alle rech
ten en kosten de Ambachtsheerlijkheid
3s Heer Arendskerke, daaronder begrepen
den grondeigendom van meerdere in de
kadastrale gemeente 's Heer Arendskerke
gelegen in erfpacht uitgegeven perceelen,
den vollen eigendom van meerdere in de
zelfde gemeente gelegen perceelen, het
recht van stemuitbrenging bij het beroepen
van den Hervormden predikant te 's Heer
Arendskerke en in het algemeen de uit
oefening van alle daartoe behoorende of
daaraan verbonden rechten.
Uit nadere inlichtingen is aan Ged. Staten
gebleken, dat de ambachtsheerlijke rechten
niet veel meer omvatten dan hetgeen als
zoodanig in de testamentaire beschikking
staat omschreven, t.w. den blooten en den
vollen eigendom van verschillende perceel
tjes grond, het vischrecht in de havenkom
en voorts in het algemeen, voorzoover dat
den ambachtsheeren behoort en het recht
van stemuitbrenging bij het beroepen van
den Herv. predikant te 's Heer Arendskerke.
Het ambachtsheerlijk jachtrecht, dat, toen
de erflrter destijds het bezit van de am
bachtsheerlijkheid verwierf, daaraan nog
was verknocht, is, tengevolge het bepaalde
in art. 70 der jachtwet 1923, inmiddels ko
men te vervallen.
Uit een overgelegde afrekening van den
rentmeester der heerlijkheid over 1934
blykt, dat de gronden na aftrek van de
daarop vallende lasten, netto hebben opge
bracht een som van 11.12. Het vischrecht,
voor zoover dit dan nog bestaat, bezit
blijkbaar geen op geld waardeerbare waar
de.
Wat het recht van stemuitbrenging bjj
het beroepen van den Herv. predikant te
's-Heer Arendskerke aangaat, ten aanzien
van de vraag, of dit recht thans inderdaad
nog bestaat kan gereedelijk twijfel rijzen.
Art. Hl der Aditioneele Bepalingen van de
Grondwet, gelijk dit luidt nk de herziening
1922, bepaaltDe heerlijke rechten betref
fende voordracht of aanstelling van per
sonen tot openbare of kerkelijke betrekking
zijn afgeschaft. Een vraag is echter of on
der het in dit artikel bedoelde z.g. recht
van collatie of electie, ook valt het recht
van stemuitbrenging, als in het testament
bedoeld. Evenwel schijnt het niet noodig,
op deze, min of meer netelige, vraag van
kerkrechterlijken aard in te gaan, indien
de Staten met Ged. van oordeel zijn, dat,
ook al zou het hier bedoelde recht ook thans
nog bestaan, het toch niet op den weg
eener provincie ligt, dit recht uit te oefe
nen of te doen uitoefenen. Daargelaten de
vraag, door wie het recht eventueel zou
moeten worden uitgeoefend, kan toch be
zwaarlijk worden ontkend, dat eenigerlei
bemoeiing van de overheid, zij het dan dat
zij optreedt e jure privato, met de benoe
ming van den predikant eener kerkelijke
gemeente, in strijd is met de beginselen,
waarop onze staat is opgebouwd. Ged. Sta
ten zouden dan ook gemachtigd willen wor
den met den kerkeraad der Ned. Herv. ge
meente, dan wel met dat orgaan dier ge
meente, hetwelk daardoor overeenkomstig
het geldende kerkelijke recht is aangewe
zen, een overeenkomst aan te gaan, waarbij
de provincie afstand doet van het recht
van stemuitbrenging. Overigens zien Ged.
Staten geen bezwaar in het aanvaarden
van heA legaat, ook al zullen de baten niet
van beteekenis zijn, doch dit is, naar Ged.
Staten meenen te mogen veronderstellen,
ook niet de bedoeling van den erflater ge
weest. Veeleer meenen zij in des erflaters
daad een streven te mogen zien om maat
schappelijke verhoudingen, die terugwijzen
naar een tijd, toen publiekrechterlijke be
voegdheden niet enkel berustten in handen
van de organen van de overheid, doch ook
toekwamen aan en werden uitgeoefend door
particulieren, doch die, nadat hier te lande
de eenheidsstaat werd geconstitueerd, ge
leidelijk aan hare daadwerkelijke beteeke
nis hebben verloren, zoowel feitelijk als
rechtens teniet te doen gaan, doordat de
overheid als zoodanig de plaats in gaat
nemen, tot dusverre door een privaat per
soon vervuld.
Oprichting Pro.sperpolder Neder-
landsch gedeelte
De N.V. Maatschappij tot exploitatie van
onroerende goederen „Huis en Haard" te
St. Jansteen verzoekt Ged. Staten de op
richting te willen bevorderen van een wa
terschap over de aan die maatschappij toe-
behoorende gronden, welke tezamen vor
men het op Nederlandsch grondgebied ge
legen gedeelte van den z.g. internationalen
Prosperpolder.
Gelijk de Maatschappij opmerkt, bestaat
het voornemen binnenkort tot verkoop in
kavels van de betrokken gronden welke
nu nog in één hand zijn over te gaan.
Bestendiging van den tegenwoordigen
toestand, welke ook thans reeds zijn be
zwaren heeft op de bedoelde gronden is
het. algemeen reglement voor de polders of
waterschappen in Zeeland niet van toepas
sing ontmoet zeker bedenking ingeval
van verkaveling, waardoor dan immers een
complex van gronaen, toebehoorende aan
verschillende eigenaren, zou ontstaan, dat
naar uiterlrjken vorm meer nog dan tevoren
gelijkenis vertoont met de gewone water-
keerende polders en waterschappen, zonder
echter eenige reglementaire basis als wa
terschap te hebben.
Zoowel om redenen van administratieven
aard als met het oog op de belangen niet
alleen van de betrokken gronden zelf, maar
ook op die van de belendende polders, komt
dit niet gewenscht voor.
Ged. Staten kunnen zich zeer wel ver
eenigen met de door genoemde vennoot
schap uitgedrukte gedachte en wijzen er op
dat vaststelling van een bijzonder regle
ment voor den nieuw op te richten polder
h.i. achterwege kan blijven en besloten kan
worden, dat het nieuwe waterschap gere
geerd zal worden door het algemeen regle
ment.
Wel zullen in het oprichtingsbesluit om
trent verschillende onderwerpen bepalingen
dienen te worden opgenomen, betreffende de
begrenzing van den nieuwen polder, de wa
terscheiding met de gronden, gelegen in het
thans reeds als afzonderlijke Belgische pol
der onder den naam Prosperpolder bekend
staande gedeelte, de regeling van den on
derhoudsplicht van de dijken, van de wa
terleidingen en de wegen en het opmaken
van een kaart van den nieuwen polder.
Het ontwerpbesluit bepaalt dan ook o.a.
dat de verplichting tot het beheeren en on
derhouden van de scheidingsdijken van den
Louisapolder, den Koningin Emmapolder en
den Hertogin Hedwigepolder eenerzijds en
den nieuw opgerichten polder anderzijds
op dezen laatstgenoemden zal rusten en dat
binnen één jaar na de benoeming van het
eerste bestuur van Gedep. Staten een
kaart ter goedkeuring moet worden inge
zonden, aangevende a. de watergemeen
schap met den Belgischen Prosperpolder,
welke watergemeenschap, zooveel toelaat
baar is, zal dienen te worden opgeheven
b. de afmetingen van de waterleidingen en
andere afwateringsmiddelen, welke aan die
watergemeenschap dienstig zullen zijn.
Opbrengst rijksmiddelen over Mei.
Directe belastingen:
Bedrag van de Totaal
raming. zuiver bedrag.
Grondbelast. 9.870.000 9.860.398.04
Inkomstenbel. - 75.333.000 - 20.267.308.02
Vermogensbel. - 19.022.000 - 5.827.704.09
Verdedigingsb. - 9.200.000 - 3.021.024.39
Belasting v. d.
doode hand 9.300.000 - 197.646.
Totalen ƒ116.425.000 39.474.080.54
Gemeentefonds:
Bedrag van de Totaal
raming. zuiver bedrag.
Gemeentef.bel. 47.000.000 55.621.853.48
Tijd. opc. gem.-
fondsbelasting - 21.000.000 - 20.940.371.53
Opc. vermo
gensbel. ten ge
tale van 50 - 5.650.000 - 5.413.291.07
Tijd. opc. op de
vermogensbel. - 3.390.000 - 3.247.974.65
Verkeersfonds:
Bedrag van over de
de raming. maand Mei
Motorrijtuigenb. ƒ22.000.000 ƒ2.221.096.90
Rijwielbelasting - 7.250.000 - 22.967.50
Totaal 29.250.000 2.244.064.40
Overige middelen in verge
lijking met de overeenkomstige periode van
het vorig jaar
198/f 193S
Divid.- en tant.bel. 991.610 840.199
Invoerrechten - 7.594.624 - 7.025.402
Statistiekrecht 137.574 - 151.659
Acc. op zout - 198.027 - 152.892
geslacht - 451.385 - 572.832
wijn - 116.300 - 76.516
gedistill. - 2.515.516 - 2.687.324
bier - 635.529 - 948.298
M suiker - 3.362.269 - 3.655.556
tabak - 3.032.688 - 2.418.751
Goud en zilver - 42.598 - 38.801
Omzetbelasting - 5.619.284 - 5.310.716
Couponbelasting - 434.615 - 407.724
Zegelrechten - 1.376.117 - 1.488.951
Registratierechten - 1.095.849 - 1.200.557
Successierechten - 2.698.282 - 3.017.472
Loodsgelden - 235.659 - 303.628
Totalen 30.537.934 30.297.287
De „Tel." voegt aan deze middelenstaat
de volgende beschouwing toe
Blijkens het jongste overzicht van den
stand der Rijksmiddelen is voor den dienst
1935 tot heden aan directe belastingen
1.749.946.03 minder ontvangen dan in de
overeenkomstige periode in het vorig jaar.
Deze daling komt vooral door den achter
uitgang van de inkomstenbelasting, die
thans reeds 1.837.375.03 minder heeft op
gebracht dan in 1934.
Slechts de grondbelasting bracht een be
drag van 350.874.54 meer op dan in het
vorige jaar, terwijl ook de belasting van de
doode hand met 497.646 h'et hare deed om
de opbrengst te verhoogen. In het binnen
komen van deze belasting, die de vorige
maand nog slechts met ƒ189.203 te boek
stond, schijnt dus schot te komen.
Wat de overige middelen betreft, de Om
zetbelasting, waarvan de opbrengst per
maand op 6.791.666.67 is geraamd, bracht
het in de afgeloopen maand tot ƒ5.619.284.65
tegen ƒ5.310.716.81 in Mei 1934. De op
brengst is anderszij ds beduidend hooger
dan die van April 1935, toen slechts
ƒ4.953.987 aan Omzetbelasting in de schat
kist vloeide.
Tot de overige middelen, die in Mei 1935
meer opbrachten dan de raming, behooren
de accijns op zout (ƒ160.929.88), couponbe
lasting (ƒ287.685.63), rechten en boeten van
zegel (f 980.233.77) en de rechten en boeten
van successie, van overgang bij overlijden
en van schenking (ƒ1.836.075.92). In hooge
mate bleven echter in gebreke de div.- en
tantièmebelasting (ƒ1.437.066.95), invoer
rechten (ƒ5.646.036.48), accijns op het ge
distill. (ƒ1.233.520.62), bier (ƒ1.114.814,66)
en de omzetbelasting 9.365.284.35), die wel
zeer veel minder opbrachten dan de raming.
De opbi*engst van de invoerrechten be
droeg in Mei 1935 toch nog 7.323.499.28
meer dan het vorige jaar. Ook de zout-
accijns, suikeraccijns, tabaksaccijns, omzet
belasting, couponbelasting, rechten en boe
ten op zegel en rechten en boeten van suc
cessie brachten meer op dan in het vorige
jaar.
Werkverruiming voor jeugdige werkloozen.
Naar aanleiding van een bericht, betref
fende een nationale verloting ten bate van
de werkverruiming voor jeugdige werkloo
zen, welk plan by den minister van sociale
zaken in studie zou zijn, vernemen wij van
de meest bevoegde zijde, dat dit geen plan
is, dat van de regeering uitgaat. Een der
organisaties, welke zich met het vraagstuk
der werkloosheid bezig heeft te houden,
heeft een dergelijk plan bij het departement
ingediend. De minister heeft toen geant
woord, dat in verband met het feit, dat de
centrale commissie voor de jeugdwerkloos
heid binnenkort geïnstalleerd zal worden,
er voor hem geen reden was zich op dit
oogenbük nader met de zaak bezig te hou
den. Naar men weet is bedoelde commissie
Donderdag jl. door den minister geïnstal
leerd.
De Warenwet buiten werking?
De Haagsche Kamer van Koophandel en
Fabrieken heeft aan de Tweede Kamer een
adrés gericht, waarin zij zegt met bezorgd
heid te hebben kennis genomen van para
graaf 56 van het wetsontwerp ter verlaging
van de openbare uitgaven, waarbij bepaald
wordt, dat bij algemeenen maatregel van
bestuur de Warenwet geheel of ten deele
buiten werking gesteld kan worden.
De invoering van. de Warenwet schrijft
adressante is indertijd door het 'bedrijfs
leven met instémming begroet, overtuigd als
het was, dat de voorschriften, die krachtens
deze wet konden worden gegeven, naast het
algemeene belang der volksgezondheid de
belangën van den bona fide handel zouden
bevorderen. Thans, ruim vijftien jaren na
de invoering, kan worden geconstateerd,
dat dit inderdaad het geval is geweest en
dat het in hooge mate betreurd moet wor
den, indien deze voorzorgs- en controle
maatregelen zouden moeten worden gemist,
waardoor in ruime mate de mogelijkheid
geopend wordt om ondeugdelijke of minder
deugdelijke waren te leveren, een mogelijk
heid, waarvan in de eerste plaats minder
nauwgezette kooplieden ten nadeele zoowel
van de volksgezondheid als van het reëele
bedrijfsleven gebruik zullen maken.
De Kamer acht het haar taak er ernstig
op te wijzen, dat door de algeheele ophef
fing van de Warenwet iets zeer waardevols
zou verloren gaan.
Wel wordt de mogelijkheid aangenomen
om bezuiniging te verkrijgen door slechts
een gedeelte der wet buiten werking te stel
len. Met nadruk wordt verzocht om te be
vorderen, dat de regeering in dezen geen
stap verder ga dan met het oog op het
staatsbudget strikt noodzakelijk is.
Dat het aanwezig zijn van dergelijke op
de wet gebaseerde instellingen ook in
het consumentenbelang buitengewoon ge
wenscht is, behoeft geen nader betoog, doch
de Kamer heeft gemeend, zich bij dit adres
te moeten beperken tot het vestigen van de
aandacht op ue bedrijfsbelangen, welke door
een geheele buiten-werking-stelling der Wa
renwet ernstig zouden worden geschaad,
Vacantie in eigen land.
Wij ontvingen een exemplaar van een
propaganda-uitgave van den A.N.W.B. voor
reizen per auto en fiets door ons eigen land.
Men vindt hierin aan de hand van een groot
aantal foto's en eenige schetskaartjes tal
rijke tochten beschreven, zoo o.m. een rond
rit langs het IJsselmeer, een toer door
Overijssel, Drenthe en Friesland, een reis
door het westelijk deel van Noord-Brabant,
Zeeland èn over de Zuid-Hollandsche eilan
den, een tocht langs de groote rivieren, enz.
De Koninklijke Nederlandsche Toeristen
bond A.N.W.B., die deze keurig uitgevoer
de brochure gratis ter beschikking stelt van
belangstellenden, is dezer dagen met de ver
spreiding op ruime schaal begonnen.
De A.N.W.B. heeft met deze propaganda
voor vacantie in ons eigen land ongetwijfeld
zeer velen aan zich verplicht
Een kunsttentoonstelling.
Uit Brussel ontvingen wij het verzoek tot
opneming van het volgende rondschrijven
De koninklijke musea voor kunst- en ge
schiedenis zullen in de maand Juli a.s. het
de oplosbare r65'/2 °/o voedsel voor 40 cent, met
kunstmest voor gratis verzorgingsaanwijzingen. Ver
kamerplanten (.krijgbaar bij de Bloem- en Zaadwinkels
feit herdenken, dat zij honderd jaar geleden
door Leopold I werden gesticht.
De regeering van het onafhankelijke
België had slechts weinig voorwerpen uit
het artistiek verleden en industrieels kun
sten kunnen bijeenbrengen, welke als grond
slag voor het stichten van een museum
zouden kunnen dienen.
Het is dus noodzakelijk geweest om met
geduld weder opnieuw te beginnen en wel
onder bescherming van onze Koninklijke
Familie, met de hulp van edelmoedige
kunstbeschermers het elementaire van ar
tistieke en historische verzamelingen bijeen
te brengen.
In dit jaar 1935, zal het resultaat van een
eeuw arbeid het publiek getoond worden in
een groep gebouwen, waarvan verschillende
van 1928 tot 1934 gebouwd zijn.
Onze expositiezalen jeven in het alge
meen een weerspiegeling van. de geschiede
nis der menschelijke beschaving vanaf het
voorhistorisch tijdvak tot aan den modernen
.tijd waarbij de artistieke daden van onze
gewesten hoofdzakelijk op den voorgrond
treden.
Een herinneringsbijeenkomst zal in de
eerste week van Juli plaats vinden, en we
noodigen allen die zich voor het bestaan en
de welvaart van onze Musea interesseeren
vriendelijk tot deze bijeenkomst uit. Op een
geschikte wijze zullen wij de giften welke
aan onze Musea geschonken werden ter ge
legenheid van het honderdjarig bestaan ex-
poseeren.
Verscheidene belangrijke zendingen zijn
ons reeds geworden.
Een comité is in Japan gevormd met het
doel onze collectie Japansche kunst met
het een of andere stuk van buitengewoon
belang te verrijken.
Een juist programma van het herden
kingsfeest ter gelegenheid van het 100-jarig
bestaan zal U nader worden toegezonden.
Het komt ons wenschelijk voor U nu
reeds van deze kunstzinnige en wetenschap
pelijke plechtigheid in kennis te stellen, in
de hoop dat U hieraan op eenigerlei wijze
zoudt kunnen deelnemen.
Eenheid in den tuinbouw noodig.
In een vergadering van den raad van
advies van het centraal bureau der veilin
gen in Nederland is met groote verontwaar
diging kennis, genomen van de afwijzende
houding van den minister van economische
zaken terzake verruiming der betalings-
contingenten voor tuinbouwproducten.
Algemeen vond de door den afgetreden
minister van economische zaken gevoerde
contingenteeringspolitiek, afkeuring.
De vergadering sprak haar bezorgdheid
uit over den toenemenden roep tot industria
lisatie van Nederland. Ter bereiking daar
van zou een sterk doorgevoerde contingen-
teering van industrieproducten noodig zijn,
v/at met het oog op den export van onze
tuinbouwproducten funest zou zijn.
Ook de kwestie van de groentendistribu-
tie werd besproken. De voorzitter zette als
zijn standpunt uiteen dat waar een groote
massa groenten zou moeten worden vernie
tigd, niet het verwijt zou mogen worden
gehoord, dat zij, die niet in staat zijn groen
ten te koopen, niet in de gelegenheid waren
gesteld deze voor vernietiging bestemde
groenten te betrekken.
Tenslotte machtigde de raad van advies
het bestuur een vergadering samen te roe
pen van den geheelen Nederlandschen tuin
bouw, zoodra het daar den tijd toe geko
men acht, aangezien "net in de huidige om
standigheden noodzakelijk is, dat de tuin
bouw, zooals die in de verschillende organi
saties vertegenwoordigd is, bij een zooda
nige vergadering als één geheel optreedt.
LUCHTVAART
Het „Uiveri'-rapport.
Naar aanleiding van de publicatie van
het rapport inzake de ramp van de „Uiver"
heeft dr. P. G. J. Duker, die reeds eerder
elders als zijn meening heeft kenbaar ge
maakt, dat daarvan blikseminslag de oor
zaak is, thans opnieuw enkele gegevenS
naar voren gebracht, waaruit zijns inziens
tot geen andere conclusie dan blikseminslag
kan worden gekomen.
Dr. Duker wijst daartoe op de brandwon
den, juister verschroeiïng van de huid bij
enkele der slachtoffers waargenomen onder
volkomen onbeschadigd gebleven kleeding.
Sporen, dat de wonden, die zijn waargeno
men, afkomstig zijn van blikseminslag, zijn
teniet gedaan, doordat de slachtoffers zijn
blootgesteld geweest aan benzinebrand.
Voorts voert dr. Duker die door den
Rijksstudiedienst voor de Luchtvaart in
het bezit is gesteld van een stuk van den
vleugel van het verongelukte vliegtuig
als bewijs voor zijn stelling aan, dat het alu
minium is weggeschroeidbenzinebrand
veroorzaakt bij duraluminium, zooaïs de
vleugel doet zien en proeven hebben uitge
wezen, slechts bobbeling van het vlak. Naar
de meening van dr. Duker is bij deze ramp
uitsluitend sprake van blikseminslag ais
oorzaak, en wel zou de „Uiver" een der
grootste inslagcatastrophen hebben getrof
fen, welke ooit zijn voorgevallen. De bliksem
zou op de antenne zijn ingeslagen en op den
vleugel.
Desgevraagd deelde dr. Duker mede, dat
hij door de commissie is gehoord voor een
pathologisch-anatomisch rapport. Daarbij
heeft hij in zijn beschouwingen doen uitko
men, dat hij als vaststaand aannam, dat de
slachtoffers zijn blootgesteld geweest aan
de gevolgen van den blikseminslag in het
toestel. In hoeverre de commissie met zijn
zienswijze rekening heeft willen houden, kon
dr. Duker niet beoordeelen, doch hij meent
in de conclusies van het gepubliceerde rap
port niet te kunnen lezen, dat daaraan
breede aandacht is geschonken.
Tot welke conclusies dr. Rochat, de Haag
sche patholoog-anatoom, en dr. ir. Van der
Maas in dit opzicht zijn gekomen, is dr. Du
ker niet bekend. Wat zijn persoonlijke on
derzoekingen betreft, deelde hij mede, dat
hij en de commissie naast elkaar hebben
voortgewerkt, daar voor hem, na zijn mede-
deelingen bij het pathologisch-anatomisch
rapport, geen aanleiding bestond de aan
dacht te vragen voor het gebied, waarop
de commissie zich van voorlichting door an
deren wilde doen dienen.
BataviaAmsterdam in 5 y2 dag.
Gisteravond om vier minuten vóór half
zeven is de „Koetilang", het eerste Dou-
glas-vliegtuig op retourvlucht uit Indië en
tevens het eerste toestel, dat de thuisreis
BataviaAmsterdam in öy2 dag heeft af
gelegd, op Schiphol teruggekeerd. Met het
toestel kwam mede de heer Hans Martin,
die, na vijf jaar, voor de K.L.M. de Indië-
route weer heeft geïnspecteerd.
Een zomersch zonnetje en een wakkere
bries gaven Schiphol een vroolijk aanzien.
Er waren behalve de reizigers voor de Euro-
peesche lijnen, familie en vrienden van de
terugkeerende Indië-vliegers en -passagiers,
tal van belangstellenden.
De heer Plesman was er en verschillende
andere bij de K.L.M. betrokken personen.
Met elf minuten vertraging kwart over
zes was zijn „officieels tijd" raakten de
wielen van de „Koetilang" den vaderland-
schen bodem, waaruit bij het voorttaxiën
naar het platform, na den regen der laatste
dagen heel wat modder omhoog kwam. Nog
even ronken zwaar de motoren bij den laat-
sten draai en dan staat het Indië-vliegtuig
stil tegenover den douana-doorgang en ko
men passagiers en bemanning naar buiten.
Enkele ©ogenblikken van hartelijke be
groeting. De dochtertjes van commandant
Scholte waren het eerst bij hun vader en
dan was ook de heer Plesman er om zijn
piloot de hand te drukken en naar het ver
loop van de reis te informeeren. „Elf minu
ten te laat", zei een kameraad tegën
Scholte.
„Beter elf minuten te laat dan één te
vroeg", lachte deze terug.
De heer Hans Martin werd het eerst be
groet door zijn hond, welke zoo ongeveer
den baas tot in het vliegtuig tegemoet
kwam gesprongen. „Dag lieve hond", riep,
de heer Martin, dieal dadelijk een micro
foon voor den neus kreeg om via den Phohi-
zender in een paar woorden zijn bevindin
gen te vertellen.
Later, in het restaurant, had de heer
Martin gelegenheid om den wachtenden
journalisten rapport uit te brengen over
deze Indië-reis per Douglas.
Woensdagochtend vertrokken we van
Batavia en Maandagavond zijn we dus hier,
vertelde de heer Martin. Voor het eerst
vermeldt de Indië-dienstregeling thans tij
den van vertrek en aankomst nauwkeurig
in uren en minuten. Ik heb deze tijden ge
controleerd en deze klopten bijna altijd op
nauwelijks enkele minuten. Hierbij was dan
meestal de post oorzaak van de vertraging.
Over het verloop van heen- en retour
vlucht was de heer Martin zeer tevreden*
Aan de grondorganisatie hapert niets. Alles
is puik in orde en vergeleken bij den vori-
gen inspectietocht natuurlijk sterk verbe
terd. De ijver van de agenten op de route is
soms haast te groot. Zoo kreeg men op de
thuisreis na het eerste ontbijt in Bagdad, te
Ghaza een tweede „ontbijt" bestaande uit
soep, gebakken visch en biefstuk Overal
is men uitstekend gehuisvest, in Bagdad in
het allernieuwste hotel van de stad.
Alle passagiers, zoowel zij, die voor het
eerst vlogen en daarbij was er één, die
„even" een retourtje Soerabaya nam, om
zijn zuster te bezoeken als zij, die al
meer tusschen de vleugels hadden gezeten,
zijn enthousiast over het toestel. Het ge
bruikelijke repertoire van lezen, slapen,
eten en drinken vulde ruimschoots de lut
tele vlieguren per dag, terwijl de omstan
digheid, dat het hinderlijk motorgeronk uit
de cabine wordt geweerd, als een groot
voordeel wordt beschouwd. Want niets ver
moeit op den langen duur méér dan het
voortdurend lawaai. Nu kan men rustig
converseeren en men verlaat het toestel
frisch en fit.
Op deze thuisreis vervoerde het vliegtuig
één- passagier van Batavia naar Amster
dam, één van Rangoon naar Jodhpur, één
van Jodhpur naar Amsterdam en twee van
Karachi naar Amsterdam. Bij deze passa
giers zijn drie Engelschen, van wie er twee,
na aankomst te Amsterdam, met 't avond
vliegtuig van 7.10 onmiddellijk doorreisden
naar Londen. En ten slotte, zeide de heer
Martin, was ik zelf ook passagier, onder
ging ik méé alle emoties en kan ik nu haast
niet gelooven, dat ik eergisteren nog ergens
in Britsch-Indië liep en bij een temperatuur
van 48 gr. C. blij was, dat ik er vandaan
kon, want men vliegt meest op hoogten van
3000 tot 4000 meter en daar is de tempera
tuur weer zóó, datde verwarming aan
gezet wordt.
Een voorspelling van Fokker.
Anthony Fokker, de bekende vliegtuig
bouwer, die thans in Engeland vertoeft,
waar hij aan het onderhandelen is over li
centies voor het bouwen van zijn nieuw ont
worpen viermotorige vliegtuigen, welke een
snelheid kunnen bereiken van 320 KM. per
uurs heeft aan een vertegenwooidiger van