IBRIDGE-RIUIBIRIEK
BURGERLIJKE STAND
De wereldreis van Pietje Pluis en Jantje Joppe
RADIO-RUBRIEK
HOOGWATER TE VLISSWGEN
AGENDA
•s
en in een onverwachte opleving van het toe
risme. De verdere resultaten zullen ons
openbaren of België zich, door de devalua
tie, op den weg naar den afgrond begaf, dan
wel op het klimmend pad naar den berg
van den economischen vrede.
In een der vele „stamineekes" langs den
weg naar de Brusselsche wereldtentoon
stelling hoorden we een jolig Brusselaar
schimpen
Nor d'exposiese gaan menier En vur
wa? Emme wtflie 't hier veel beter en d'ex
posiese zien we toch. Elle est la, daar zie,
'k Ken 'k ik z'al van binnen en van boiten.
't Is niks as gips mee wa beton en óm den
anderen dag een van de 140 paviljoens da
open ga. As ze zoo rap blijven avanceeren
zijn ze. btj de sluiting in November nog zoo
best aan 't openen
Deze Brusselaar had meer dan een
„gueuze" gedronken. Maar ook zonder diè
lichteljjke bedwelming zou hjj met zijn
„gipsen exposiese" gespot hebben. De Brus
selaar moet spotten, het zit hem in het
bloed. Zoo goed zijn afkeuring als zijn be
wondering drukt hij uit in spotternij. Wat
daar op het plateau van Heysel met veel
energie gewrocht werd kan nochtans de
critiek doorstaan. Alleen kan men zeggen,
dat het geheel lijdt aan de gewone tentoon
stellingsziekte van onbescheidenheid en
overdrijving in architectuur, aan de zucht
om den nabuur te overtreffen en te verplet
teren zoowel in stijl en vorm als in afme
tingen. Maar de elegantie dezer zoo talrijke
grillige en in vorm zoo uiteenloopende ge
bouwen berust in hun schoone verhoudin
gen, hun geslaagde rangschikking en daar
door getroffen onverwachte harmonie.
O ogenschijnlijk is er te veel gewicht ge
hecht aan bijzonderheden. Doch men moet
dit werk beoordeelen naar het milieu het
is tentoonstellingswerk, het drukt de om
geving of wordt er door verdrukt. Deze
lichtgevende koepelwanden, die helle pavil
joenmuren hebben geen zon genoeg bij zoo
veel schaduw en in al hun pracht doen ze
nog somber aan. Daarom hebben die mo
numenten uitgesproken reliefs noodig, die
het licht vasthouden. En deze reliefs, die
onder de lentezon overdreven uitkomen, zijn
in wezen niet overdreven. Felheid en strak
ke lijnen, al wat in de nieuwe kunst tot
uiting moet komen, vindt men in deze ar
chitectuur terug.
's Avonds teekenen zich boven de ten
toonstelling heldere gedaanten af, met een
rijkdom van schakeeringen de verlichte
gebouwen bevatten in zich een oneindigheid
van lichtbronnen. Onder den gloed van reu-
zenluchters spelen andere gloeden in zeer
geslaagde verscheidenheid ieder der kleine
parallelopipeda is als een lichtdoos, waar
uit een geheimzinnige gloeilijn trilt, die de
doode allegorieën der door het duister ont
kleurde fagades bleek bestraalt
Schoon is het sterven van den dag btj de
Oostersche afdeeling der tentoonstelling.
De beeldhouwwerken schenen in den sche
mer dolende zielen, die te leven tijgen. De
op de gevels neergehurkte monsterachtige
afgoden blaffen den nacht aan. En de enor
me slangen om de reuzenzuilen schijnen
vervaarlijk naar beneden te kronkelen om
een prooi te gaan verslinden. Men houdt
den adem in en verwijdert zich, want een
leven dat men niet vermoedde sluipt uit de
slapende lijnen dezer tooverstad. Wij onder
gaan de bekoring van het Oosten. Alleen
de zwarte tempelsoldaatjes, met dien won
deren glimlach op hun getaande gezichten,
blijven onbewogen. Zq alleen weten zich in
hun milieu. En hun vreemde gezichtsplooi,
die we glimlach noemen doch meer dan
ernst uitdrukt, blijkt bij nader inzien een
grijns
We behoeven hier niet te beginnen met
het afgezaag cliché „De tentoonstelling
mag zich in een druk bezoek verheugen".
Dat leutert ieder krantenman, die niet weet
wat hij over de tentoonstelling schrijven
moet. Maar als we over de tentoonstelling
schrijven, mogen we de geschiedenis van
dien Chinees niet vergeten. Zoowaar, de
tentoonstelling mocht zich dezer dagen
„verhèugen" in het bezoek van een Chinees.
Misschien was hjj een uit Holland ontsnapt
pindaman of was hg als bootsman te Ant
werpen even naar Brussel over gewipt. Hij
zat ergens in een bierwinkel op „Oud-Brus
sel" aan eèn tafeltje naast het onze. Moet
u wéten, m'n vriend Anatole Tonneau, kort
weg genoemd Tolleke Tón, tolk bjj een
Brusselsch reisbureau, was bij me en be
roemde zich weer, voor de zooveelste maal
en tot mijn groote ergernis, op z'n talen
kennis. Dat was zoo zijn gewoonte als ie óm
'n glaasje verlegen was, want aan betalen
had-ie'n broertje dood, maar talen, dat
was z'n sport, hij kende er wel zeven zelfs
Chineesch er btj.
Nou Tolleke, zeg ik zoo, als jij Chi
neesch kent geef ik 'n rondje, daar zit 'n
Chinaman, spreek er maar eens mee.
Tolleke keerde zich doodbedaard naar den
Chinees en. stotterde
Fen-chaou, yang-haou
De Chinees haalde de schouders op en zei
nijdig slechts dit ééne woord Cheng.
Ik nieuwsgierig aan Tolleke gevraagd,
wat ie van den Chinees, in diat ééne woord
„cheng", wel vernomen had.
Och, niet zoo heel veel, deed Tolleke
droog, de Chinees zei me, dat ie in China
nooit zijn ouders gekend en men hem bij zijn
geboorte te vondeling gelegd heeft Dat ié
gelukkig nog levend gevonden en verkocht
werd aan een Japansch kinderhandelaar.....
Heeft ie dat allemaal met dat ééne
woord gezegd, vroeg ik. verbaasd.
Maar laat me toch uitspreken, stoof
Tolleke op. De Chinees zei nog, vervolgde
hij, dat ie, reeds op jeugdigen leeftijd den
kinderkoopman wist te ontvluchten en naar
Tokio trok, waar ie enkele jaren in een
groote wapenfabriek gewerkt heeft.
Maar Tolleke, onderbrak ik m'n vriend
ongèloovig, dat kan ie toch allemaal nigt
in dat ééne woord „cheng" gezegd hebben
Ken j\j Chineesch of ik, beet Tolleke
me toe, dus laat mé verder vertalen De
Chinees zei voorts, dat ie, tijdens de laatste
Chineesch-Japansche troebelen, uit Tokio
weer naar zijn vaderland is moeten vluch
ten, waar hij zich vestigde te Peking en
met z'n spaarcentjes een zaakje in ligmat-
jes begon. Maar hij ging spoedig failliet en
om aan zijn schuldeischers te ontkomen
trok ie naar Europa, om er fortuin te zoe
ken. 't Laatst was ie in Holland als pinda
man, waar men 'm over de grens gezet
heeft en zoo is ie hier op de Brusselsche
tentoonstelling terecht gekomen.
Is me dat. een practische taal, dat
Chineesch, riep ik bewonderend uit, wat
kunnen die Chineezen met één woord veel
zeggen ze sissen zoo maar even met bet
ééne woordje „cheng" heele levensge
schiedenis tusschen hun tanden uit. Maar
Tolleke, voegde ik er aan toe, vraag den
Chinees eens hoe hij de Brusselsche ten
toonstelling vindt.
Hetgeen m'n vriend onmiddellijk deed,
met een paar brabbelwoorden die ik niet
verstond en waarop dit lange antwoord van
den ex-pindaman loskwam
Tchaou chaou, Chen-Toung, wang-
ngan-chen, tchin-tsjing, kou-sou, si-chy,
kéang-tsjang, chung-tsjung, tsou-jou,
Chang-wou-kien, tchen-jen, tsjieng, wieng,
Kan-tjang-tsi-pjieng
Wat heeft Te nou toch wel allemaal
gezegd, vroeg ik Tolleke vol verbazing.
Net wat ik gedacht had, beduidde Tol
leke, ik vroeg den Chinees hoe hij de ten-
toonstélling vond en hg zei niets dan dit
ééne woord Goed. W. v. M.
MIDDELBURG.
ONDERTROUWD:
L. M. Annot, 36 j. en L. van Helleman,
29 j. A. Dingemanse, 27 j. en J. E. van
Wijnen, 22 j. J, J. Minderhoud, 22 j. en
door G. TH. ROTMAN.
<p/
81
Maar de veldwachter was óók niet van
gisteren. Hij liet zich pardoes uit de
boom vallen, sloeg zijn knieën af en bond
de dief, die juist z'n vestje los wilde
knopen om zich te bevrijden, stevig aan
de paal vast,; zodat hij geen vin meer
kon verroeren. Hij gebruikte daarvoor
het drooglijntje, dat van ijzerdraad was
en dus wel houden zou. Alleen liet hg er
in de haast al het waschgoed aanzitten.
„Geef me nou je carrier eens zei hij
tegen Krijn.
(Nieuwe spelling)
82
Krijn was namelijk boterboer en had
een rijwielcarrier. Deze werd te voor
schijn gehaald. De veldwachter trok nu
met behulp van Krijn de paal uit de
grond en de gevangene werd met paal en
al bons in de carrier neergezet,
waarop onze dappere politieman zo trots
als een. pauw met zijn prooi wegfietste.
„We krijgen de beloning, hoera riep
Jantje, die met Pietje alles over de schut
ting afgeloerd had.
(Dinsdag vervólg)
C. de Bree, 21 j. J. C. de Beste, 33 j. en
S. Machielse, 32 J. C. Wouters, 21 j. en
A. Cornelisse, 19 j.
GETROUWD:
P. A. de Kam, 22 j. en F. S. Berkeveld,
23 j. J. Gillisse, 32 j. en M. E. Listing,
20 j. P. M. Eigeman, 34 j. en M. S. Ca-
latz, 26 j. J. H. Roth, i. én J. Hen
gelaar, 22 j.
BEVALLEN:
H. C. Korstanje, geb. Beekman, z. M.
M, K. Meijeren, geb. Greitemann, z.
OVERLEDEN:
W. C. J. Bos, 62 j., wed. M. J. Plugmers.
(MC.)
GOES.
BEVALLEN:
J. de Coninck, geb. Snoep, z. P. Com-
mee, geb. van Hese, cL
OVERLEDEN:
M. G. J. Contant, 78 j., wedn. van C. M.
Duininck. (D.Z.)
BRESKENS.
Over de maand April 1935.
GETROUWD:
M. Florussen, 24 j. en M. J_ Jansen, 23 J.
P. Leenhouts, 26 j. en S. M. Brand, 26 j.
I. L. A. van Poelje, 24 j. en A. F. Jan-
sens, 23 j.
BEV ALL EN:
C. J. van de Sande, geb. Kense, d. J.
M. Hoogstad, gëb. Ekkehbus, z.
O V E R L E D E N
H. J. Fenijn, 70 j., man van J. M. Zonne-
vijlle. M. Ie Feber, 58 j., vrouw van Ch.
van den Broecke. (B.C.)
GROEDE.
Over de maand April 1935..
GETROUWD:
I. Voogdt, 26 j. en S. A. Voogdt, 26 j.
BEVALLEN:
B. M. van 't Westeinde, geb. Taalman, z.
A. S. de Jonge, geb. Maat, d. M. M.
Merk, geb. Leenhouts, d. (B.C.)
Maandag 13 Mei.
Hilversum, 301 M. Algemeen program
ma, verzorgd door de Vara. 8.00 Vioolre
cital H. Wiggelaar. 8.30 Gramofoonplaten.
9.00 De Notenkrakers, o.l.v. D. Wins. 10.00
Morgenwijding, io.15 E. Walis en zijn or
kest. 11.00 Declamatie L. de Jong. 11.20 G.
Smit, viola en J. Jong, piano. 11.40 Vervolg
declamatie. 12.00 Orgelspel C. Sterjn. 12.30
Gramofoonplaten. 1.00 De Flierefluiters o.l.
v. E. Walis. 2.15 De Zonnekloppers o.l.v. C.
Stegn. 3.00 Voor de vrouwen. 3.30 „Orvitro-
pia, o.Lv. J. v. d. Horst. 4.30 Kinderuurtje.
5.00 Gramofoonplaten. 5.40 Declamatie R.
Numan. 6.00 Vioolrecital N. de Klgn. 6.30
Muzikale lezing P. Tiggers. 7.10 Astrono
mische lezing J. de Jager. 7.30 Zang door
Engel Lund. 8.00 S.O.S.-berichten. 8.03 Vaz
Dias. 8.10 Gramofoonplaten. 8.40 Declama
tie door F. Nienhuys en concert door De
Zonnekloppers o.l.v. C. Stegn. 9.40 „The
Bohemians". 10.10 Vaz Dias. 10.15 Gramo
foonplaten. 11.00 Fragm. „Ein Traumspiel",
Strinsberg, mrm.v. het Vara-tooneel o-l.v.
W. van Cappellen. 11.30 Orgelspel J. Jong.-
Huizen, 1875 M. 8.00 Schriftlezing en
meditatie. 8.15 Gramofoonplaten. 10.30
Morgendienst o.l.v. ds. N. P. E. G. v. Uche-
len. 11.00 Chr. lectuur. 11.30 en 12.15 Gra
mofoonplaten. 12.30 Orgelconcert J. Zwart.
2.00 Voor de scholen. 2.35 Causerie A. J.
Herwig. 3.15 Gramofoonplaten. 4.00 Bgbel
lezing ds. J. H. H. v. Beem, m.m.v. zang en
orgel. 5.00 Gramofoonplaten. 5.15 Chr. lie-
derenuurtje m.m.v. mevr. C. Labberté-Kits,
mej. C. de Jager en W. Verver, viool. 6.15
Gramofoonplaten. 6.30 Vragenhalfuur. 7.00
Ned. Chr. Persbureau. 7.15 Reportage. 7.30
Vragenhalfuur. 8.00 Vaz Dias. 8.05 Herden
kingssamenkomst in de Herst. Evang. kerk
te Amsterdam ter gelegenheid van het 10-
jarig bestaan van den Centr. bond voor in
wendige zending en Chr. Philh. inlichtingen.
9.30 Gramofoonplaten. 9.45 Vaz Dias. 9.50
H.O.V.-kleinorkest o.l.v. M. Adam, m.m.v.
L. de Graaff, viool. 11.10 Gramofoonplaten.
Droitwich, 1500 M. 9.35 Morgenwij
ding. 10.20 Gramofoonplaten. 10.50 Duitsche
les. 11.05 Orgelconcert M. M. Gilchrist.
11.35 Gramofoonplaten. 12.20 B.B.C.-varié-
té-orkest o.l.v. Kneale Kelley, m.m.v. W«
Thomas, bariton. 1.25 Voor de scholen. 2.10:
Gramofoonplaten. 2.55 Duitsche les. 3.20
Sonate-concert door L. Phillips, cello en A.
Mukle, piano. 3.50 Orkestconcert o.l.v. T. J.
Powell, m.m.v. W. Miles, tenor. 4.35 Man-
tovani en zijn orkest. 5.20 Berichten. 5.50
en 6.05 Lezing. 6.25 Bach-concert. 6.50 Cau
serie. 7.20 Radio militair orkest o.l.v. B. W.
O'Donnell. 7.50 2e acte van Wagner's „Cot
ter dammerucg' o.l.y. sir Thomas Beecham.
9.05 Berichten. 9.25 Lezing. 9.40 Het- Par-
kington kwintet, m.m.v. M. Brownè, So
praan. 10.35 Sydney Kyte en zijn band.
Radio-Paris, 1648 M. 6.20 en 7.20'Gra
mofoonplaten. 11.35 Orkestconcert o.l.v.
Touche. 7.20 Opera-concert, m.m.v.orkest
o.l.v. Bigot en solisten. 9.55 Dansmuziek.
Kalundborg, 1261 M. 11.20 Strijkor-.
kest o.l.v. Thyregod. 2.20 Concert uit rest.
Wivex. 4.30 Zang en piano. 7.30 Omroep
orkest o.l.v. Reesen. 8.10 Zang en declama
tie. 8.55 Omroeporkest o.l.v. Reesen. 9:20
Zang. 9.45 Omroeporkest o.l.v. Reésen.
Keulen, 456 M. 5.20 en 6.20 Orkest-
concert. 10.05 Cellorecital, 11.20 Omroepor
kest. Leiding Eysoldt. 1.35 Zang. 3.20 Zang
en piano. 4.20 Orkestconcert o.l.v. Schulz-
Dornburg. 6.20 Radio-schrammelensemble.
8.00 Pianorecital. 8.20 Radiotooneel. 9.40.
Mandolineorkest, kwintet, vocaal sextet en
sopraan.
Rome, 421 M. 8.10 Gramofoonplaten,
9.20 Mandolineconcert of dansmuziek.
Brussel, 322 M. 11.20 en 12.30 en 5^0
Gramofoonplaten, 6.20 Sonateconcert. 7.20
Symphonieconcert o.l.v. Kurnps. 8.05 Gra
mofoonplaten. 8.20 Symphonieconcert o.lJV.
Kumps. 9.30 Gramofoonplaten. 484 M.
11.20 Gramofoonplaten. 11.50 Omroepor
kest o.l.v. Douliez. 12.50, 4.20 en 5.35 Gra<»
mofoonplaten. 6.35 Zang. 7.20 Omroepor-*
kest o.l.v. Douliez m.m.v. solisten. 9.30 Gra-
mofoonmuziek.
Deutschlandsender, 1571 M. 7.35 Ad.
Lutter's. dansorkest. 8.50 „Geist werde
wach", hoorspel met muziek van Handel
en Mozart. 9.20 en 10.05 Berichten. 10.20"
Ad. Lutter's dansorkest..
Mei
Maandag 18 10.02 22.21
Dinsdag 14 10.58 23.07
Woensdag 15 12.37
van publieke vermakelijk"
heden, vergaderingen enz»
Alhanibra-theater. Van Vrijdag 10 tot en
met Donderdag 16 Mei„Boefjes" en
„Polenbloed".-
Luxör-theater. Van Vrijdag 10 tot en met
Maandag 13 Mei„Afzwaaien" en „De
geheime opdracht", van Dinsdag 14 tot.
en met Donderdag 16 Mei „De eige
nares van de Nachtclub".
Zaterdag 11 Mei. Variété- en cabaret
voorstelling, Concertgebouw, 8.15 uur.
Zaterdag 11 Mei. Concert accordeon-'
vereeniging „Crescendo", „de Oude
Vriendschap", 8 uur.
Vrijdag 17 Mei en Zaterdag 18 Mei. -
Bazaar Doopsgezinde gemeente in hotel
Oosterhuis.
Zaterdag 18 Mei. 2 uur nam. Poppen-
kastvertooning in het hotel Oosterhuis.
CLXXV.
HET SNIJDEN.
Vorige week gaven wij een voorbeeld van
een spel dat tengevolge van het sneden
werd verloren door aftroeven. Tnans zullen
wg een voorbeeld geven van het andere
genre, dat eveneens door snijden verloren
kan gaan of gaat, maar nu niet door in
troeven, doch tengevolge van het feit, dat
men de tegen party het tempo verstrekt om
achtereen voldoende slagen te maken, waar
door aan het contract niet meer kan wor
den voldaan.
Het spel is als volgt
<0
x h v a
x 9 b b
X X X X
a v x
v x x 3
O x x x x "2
•f» 9 8 x o
Blinde
Speler
x
x x 9 h
X X
XXX
x x 10 h
x 10 x
10 b h x
b a a v
Op dit spel moet eveneens 4 harten wor
den gespeeld, terwijl de voorhand met kla
ver 9 voorkomt.
Bfj het open komen der kaarten ziet de
speler, dat hij beschikt over 4 vaste slagen
in troef (harten), 4 slagen, in ruiten en 2
slagen in klaver, tezamen 10 slagen, mits
hij den tijd heeft ze te maken, want anders
om geredeneerd moet hij tot de conclusie
komen-, dat hij 5 verliesslagen heeft, althans
mogelijke verliesslagen, nl. 3 schóppen, har
tenvrouw en klaverheer, waardoor bij 2
down zou zgn.
Hij zou nu kunnen probeeren om uit snij
den te gaan en zoowel klaver heer als har
tenvrouw te vangen, waardoor, hij zelfs
klein slem zou maken, nl. 5 harten, 4 ruiten
en 3 klaverslagen, tezamen 12 slagen. Maar
wie dit probeert komt bedrogen uit, want
wanneer het sngden mislukt, dan heeft hjj
het tempo verloren, d.w.z. dan is"de tegen
partij hem voor, en moet hg ten slotte vrije
slagen van zich zelf aftroeven.
Tot behoud van het tempo mag dus niet
worden gesheden, maar moet het initiatief
worden gehouden. Alzoo moet klaveraas
worden genomen en dan veiligheidshalve
een kleine hart worden gespeeld. Ook nu
moet niet worden gesneden, doch moet aas
worden ingelegd, waarmede de kans is ge
nomen of eventueel de hartenvrouw sèc zit.
Na hartenaas moeten ruitenaas èn heer
worden afgespeeld. Nu moet een kleine hart
worden gespeeld en deze met heer worden
overgenomen, waarna ruiten vrouw en heer
volgen. Het is natuurlijk mogelijk, dat rui-
tenboer zou worden getroefd, indien de spe
ler, die de laatstè troef heeft ook slechts 3
ruiten., zou hebben, maar dit heeft óp het
winnen van het spel niet den minsten in
vloed, want pok in dit geval wordt door den
speler een kleine schoppen afgeworpen, en
worden 5 troefslagen, 3 ruiten slagen en
2 klaverslagen gemaakt, eveneens 10 slagen
dus, terwijl de tegenpartij slechts maakt
klaverheer, troefvrouw en één schoppen.
Wg moeten thans nog even wijzen op de
mogelijkheid, dat har ten vrouw tweede zit
en dus valt onder den heer, in welk geval
nogmaals troef wordt'gespeeld en waarvoor
troef 9 moest blijven liggen om niet te wor
den geblokkeerd. In dit geval wordt 5 trek
gemaakt, terwgl het spel zou zijn verloren
wanneer was gesneden.
Misschien zal men - willen betoogen, dat
het snijden toch zou kunnen gelukken en
dat het ook mogelg1' zou zgn,-dat de ruiten
verkeerd zitten, en dat dan direct de vrouw
kon worden getroefd. Dat is juist, maar
men moet in de eerste plaats uitgaan van
de methode, welke de meeste kans op
winst waarborgt. Daarbij moe t dé. spe
ler zek-n* overwegen, dat wanneer; het snij
den één keer mislukt,.onmiddellijk daarna
3 schoppènslagen verloren gaan, waardóór
het behalen van bet contract reeds, direct
,en zeker faalt.
Thans volge een voorbeeld van een sans-
spel.
Blinde
A
cU
V
a
a
a
9
X
h
8
X
b
X
10
X
x
x 9
x x 10
h x b
a h v x
Speler
Op dat spel moet klein slem sans worden
gespeeld, waarbij de voorhand uitkomt met
schoppenboer.
Het spel werd verloren omdat de speler
uitging van de volgende foutieve redenee
ring. Wanneer ik op klavervrouw direct ga
snijden en dit gelukt, dan heb ik het spel
altijd gewonnen, want dan beschik Ik over
3 schoppenslagen, 2 in harten, 4 in ruiten
en zeker 3 in klaveren, alzoo tezamen 12
slagen.
Waarom is deze redeneering fout? De
speler moet uitgaan van deze gedachte. Ik
móet den ruitenheer steeds afstaan. Ga, ik
nu direct sngden op de klaveren, en mis
lukt dit, dan heb ik het spel zeker verloren.
Daarom moet hg. bg zijn berekening van de
-volgende veronderstelling uitgaan.
Wanneer ik zonder aarzelen ruitenheer
cadéau geef," dan beschik ik over de volgen
de vaste slagen. In schoppen 8, harten 2.
ruiten 4 en klaveren 2, dat is tezamen 11.
Waar haal- ik de 12e .éxtra.slag vandaan-?
Dit is 'niogelijk in klaveren'*' doeh ook. in
Schóppen en in schoppen is dei: kans grooter
dan in klaveren/ omdat de voorhand met
den bóer is uitgekomen en daarom waar
schijnlijk ook de 10 heeft. Zelfs is er moge
lijkheid dat de voorhand boer, 10 derde
heeft. Doch zekerheid bestaat daaromtrent
niet, zoodat niet direct de schoppen moeten
worden afgespeeld, omdat, indien het snij
den op schoppen onverhoopt mocht misluk
ken, de tegenpartij altijd met ruitenheer
aan slag komt en het spel dus eveneens
wordt verloren.
Daarom moeten eerst de ruiten worden
afgespeeld en wel als volgt
Schoppenaas wordt genomen en daarmee
de blinde met ruitenaas aan slag gebracht.
Daarna wordt een kléine schop met den
heer genomen en ruitenvrouw nagespeeld.
Nu zal de heer wel genomen worden, zoo
niet, dan worden de ruiten verder afge
speeld tot de heer wordt ingezet. Nu; de
tegenpartij met ruitenheer aan slag is ge
komen moet deze den speler of den blinde-'
altijd aan slag brengen. De vraag is nu,
waar de ruitenheer zat Zit deze bij de na-
hand, dan is het niet denkbaar dat bg kla
veren of schoppen natrekt, zoodat hij rui-
ten of harten zal naspelen. Worden harten
gespeeld, dan wordt deze slag met heer ge
nomen en daarna worden verder de ruiten
afgespeeld. Worden ruiten gespeeld, dan
worden deze zonder meer afgespeeld, waar
bij men echter bedenke, dat uit den blinde
op deze ruiten slechts één kleineharten
mag worden afgeworpen, omdat de- andere'
voor den hartenheer moet worden'bewaard.
Het moet nu wel zonderling loopen, wil
het afwerpen op de ruiten door de tegen
partij niet eenig licht verschaffen, terwgl
de tegenpartg in moeilijkheden komt, omdat
zoowel klaveren, als harten als schoppen
moeten worden aangehoüden én het., niet
denkbeeldig is,, dat'op de' 5e ruitenslag dé
voorhand; in éen' dwangpositie kómt.
Mocht dit doel niet worden bereikt; dan
is en blgft nóg altgd de beste kans. óm op
schoppenvrouw 9 te snijden, en dus op de
5e ruiten den klaverboer af te werpen.