IBRIDGE-RIUIBIRIEK BURGERLIJKE STAND De wereldreis van Pietje Pluis en Jantje Joppe RADIO-RUBRIEK HOOGWATER TE VLISSWGEN AGENDA •s en in een onverwachte opleving van het toe risme. De verdere resultaten zullen ons openbaren of België zich, door de devalua tie, op den weg naar den afgrond begaf, dan wel op het klimmend pad naar den berg van den economischen vrede. In een der vele „stamineekes" langs den weg naar de Brusselsche wereldtentoon stelling hoorden we een jolig Brusselaar schimpen Nor d'exposiese gaan menier En vur wa? Emme wtflie 't hier veel beter en d'ex posiese zien we toch. Elle est la, daar zie, 'k Ken 'k ik z'al van binnen en van boiten. 't Is niks as gips mee wa beton en óm den anderen dag een van de 140 paviljoens da open ga. As ze zoo rap blijven avanceeren zijn ze. btj de sluiting in November nog zoo best aan 't openen Deze Brusselaar had meer dan een „gueuze" gedronken. Maar ook zonder diè lichteljjke bedwelming zou hjj met zijn „gipsen exposiese" gespot hebben. De Brus selaar moet spotten, het zit hem in het bloed. Zoo goed zijn afkeuring als zijn be wondering drukt hij uit in spotternij. Wat daar op het plateau van Heysel met veel energie gewrocht werd kan nochtans de critiek doorstaan. Alleen kan men zeggen, dat het geheel lijdt aan de gewone tentoon stellingsziekte van onbescheidenheid en overdrijving in architectuur, aan de zucht om den nabuur te overtreffen en te verplet teren zoowel in stijl en vorm als in afme tingen. Maar de elegantie dezer zoo talrijke grillige en in vorm zoo uiteenloopende ge bouwen berust in hun schoone verhoudin gen, hun geslaagde rangschikking en daar door getroffen onverwachte harmonie. O ogenschijnlijk is er te veel gewicht ge hecht aan bijzonderheden. Doch men moet dit werk beoordeelen naar het milieu het is tentoonstellingswerk, het drukt de om geving of wordt er door verdrukt. Deze lichtgevende koepelwanden, die helle pavil joenmuren hebben geen zon genoeg bij zoo veel schaduw en in al hun pracht doen ze nog somber aan. Daarom hebben die mo numenten uitgesproken reliefs noodig, die het licht vasthouden. En deze reliefs, die onder de lentezon overdreven uitkomen, zijn in wezen niet overdreven. Felheid en strak ke lijnen, al wat in de nieuwe kunst tot uiting moet komen, vindt men in deze ar chitectuur terug. 's Avonds teekenen zich boven de ten toonstelling heldere gedaanten af, met een rijkdom van schakeeringen de verlichte gebouwen bevatten in zich een oneindigheid van lichtbronnen. Onder den gloed van reu- zenluchters spelen andere gloeden in zeer geslaagde verscheidenheid ieder der kleine parallelopipeda is als een lichtdoos, waar uit een geheimzinnige gloeilijn trilt, die de doode allegorieën der door het duister ont kleurde fagades bleek bestraalt Schoon is het sterven van den dag btj de Oostersche afdeeling der tentoonstelling. De beeldhouwwerken schenen in den sche mer dolende zielen, die te leven tijgen. De op de gevels neergehurkte monsterachtige afgoden blaffen den nacht aan. En de enor me slangen om de reuzenzuilen schijnen vervaarlijk naar beneden te kronkelen om een prooi te gaan verslinden. Men houdt den adem in en verwijdert zich, want een leven dat men niet vermoedde sluipt uit de slapende lijnen dezer tooverstad. Wij onder gaan de bekoring van het Oosten. Alleen de zwarte tempelsoldaatjes, met dien won deren glimlach op hun getaande gezichten, blijven onbewogen. Zq alleen weten zich in hun milieu. En hun vreemde gezichtsplooi, die we glimlach noemen doch meer dan ernst uitdrukt, blijkt bij nader inzien een grijns We behoeven hier niet te beginnen met het afgezaag cliché „De tentoonstelling mag zich in een druk bezoek verheugen". Dat leutert ieder krantenman, die niet weet wat hij over de tentoonstelling schrijven moet. Maar als we over de tentoonstelling schrijven, mogen we de geschiedenis van dien Chinees niet vergeten. Zoowaar, de tentoonstelling mocht zich dezer dagen „verhèugen" in het bezoek van een Chinees. Misschien was hjj een uit Holland ontsnapt pindaman of was hg als bootsman te Ant werpen even naar Brussel over gewipt. Hij zat ergens in een bierwinkel op „Oud-Brus sel" aan eèn tafeltje naast het onze. Moet u wéten, m'n vriend Anatole Tonneau, kort weg genoemd Tolleke Tón, tolk bjj een Brusselsch reisbureau, was bij me en be roemde zich weer, voor de zooveelste maal en tot mijn groote ergernis, op z'n talen kennis. Dat was zoo zijn gewoonte als ie óm 'n glaasje verlegen was, want aan betalen had-ie'n broertje dood, maar talen, dat was z'n sport, hij kende er wel zeven zelfs Chineesch er btj. Nou Tolleke, zeg ik zoo, als jij Chi neesch kent geef ik 'n rondje, daar zit 'n Chinaman, spreek er maar eens mee. Tolleke keerde zich doodbedaard naar den Chinees en. stotterde Fen-chaou, yang-haou De Chinees haalde de schouders op en zei nijdig slechts dit ééne woord Cheng. Ik nieuwsgierig aan Tolleke gevraagd, wat ie van den Chinees, in diat ééne woord „cheng", wel vernomen had. Och, niet zoo heel veel, deed Tolleke droog, de Chinees zei me, dat ie in China nooit zijn ouders gekend en men hem bij zijn geboorte te vondeling gelegd heeft Dat ié gelukkig nog levend gevonden en verkocht werd aan een Japansch kinderhandelaar..... Heeft ie dat allemaal met dat ééne woord gezegd, vroeg ik. verbaasd. Maar laat me toch uitspreken, stoof Tolleke op. De Chinees zei nog, vervolgde hij, dat ie, reeds op jeugdigen leeftijd den kinderkoopman wist te ontvluchten en naar Tokio trok, waar ie enkele jaren in een groote wapenfabriek gewerkt heeft. Maar Tolleke, onderbrak ik m'n vriend ongèloovig, dat kan ie toch allemaal nigt in dat ééne woord „cheng" gezegd hebben Ken j\j Chineesch of ik, beet Tolleke me toe, dus laat mé verder vertalen De Chinees zei voorts, dat ie, tijdens de laatste Chineesch-Japansche troebelen, uit Tokio weer naar zijn vaderland is moeten vluch ten, waar hij zich vestigde te Peking en met z'n spaarcentjes een zaakje in ligmat- jes begon. Maar hij ging spoedig failliet en om aan zijn schuldeischers te ontkomen trok ie naar Europa, om er fortuin te zoe ken. 't Laatst was ie in Holland als pinda man, waar men 'm over de grens gezet heeft en zoo is ie hier op de Brusselsche tentoonstelling terecht gekomen. Is me dat. een practische taal, dat Chineesch, riep ik bewonderend uit, wat kunnen die Chineezen met één woord veel zeggen ze sissen zoo maar even met bet ééne woordje „cheng" heele levensge schiedenis tusschen hun tanden uit. Maar Tolleke, voegde ik er aan toe, vraag den Chinees eens hoe hij de Brusselsche ten toonstelling vindt. Hetgeen m'n vriend onmiddellijk deed, met een paar brabbelwoorden die ik niet verstond en waarop dit lange antwoord van den ex-pindaman loskwam Tchaou chaou, Chen-Toung, wang- ngan-chen, tchin-tsjing, kou-sou, si-chy, kéang-tsjang, chung-tsjung, tsou-jou, Chang-wou-kien, tchen-jen, tsjieng, wieng, Kan-tjang-tsi-pjieng Wat heeft Te nou toch wel allemaal gezegd, vroeg ik Tolleke vol verbazing. Net wat ik gedacht had, beduidde Tol leke, ik vroeg den Chinees hoe hij de ten- toonstélling vond en hg zei niets dan dit ééne woord Goed. W. v. M. MIDDELBURG. ONDERTROUWD: L. M. Annot, 36 j. en L. van Helleman, 29 j. A. Dingemanse, 27 j. en J. E. van Wijnen, 22 j. J, J. Minderhoud, 22 j. en door G. TH. ROTMAN. <p/ 81 Maar de veldwachter was óók niet van gisteren. Hij liet zich pardoes uit de boom vallen, sloeg zijn knieën af en bond de dief, die juist z'n vestje los wilde knopen om zich te bevrijden, stevig aan de paal vast,; zodat hij geen vin meer kon verroeren. Hij gebruikte daarvoor het drooglijntje, dat van ijzerdraad was en dus wel houden zou. Alleen liet hg er in de haast al het waschgoed aanzitten. „Geef me nou je carrier eens zei hij tegen Krijn. (Nieuwe spelling) 82 Krijn was namelijk boterboer en had een rijwielcarrier. Deze werd te voor schijn gehaald. De veldwachter trok nu met behulp van Krijn de paal uit de grond en de gevangene werd met paal en al bons in de carrier neergezet, waarop onze dappere politieman zo trots als een. pauw met zijn prooi wegfietste. „We krijgen de beloning, hoera riep Jantje, die met Pietje alles over de schut ting afgeloerd had. (Dinsdag vervólg) C. de Bree, 21 j. J. C. de Beste, 33 j. en S. Machielse, 32 J. C. Wouters, 21 j. en A. Cornelisse, 19 j. GETROUWD: P. A. de Kam, 22 j. en F. S. Berkeveld, 23 j. J. Gillisse, 32 j. en M. E. Listing, 20 j. P. M. Eigeman, 34 j. en M. S. Ca- latz, 26 j. J. H. Roth, i. én J. Hen gelaar, 22 j. BEVALLEN: H. C. Korstanje, geb. Beekman, z. M. M, K. Meijeren, geb. Greitemann, z. OVERLEDEN: W. C. J. Bos, 62 j., wed. M. J. Plugmers. (MC.) GOES. BEVALLEN: J. de Coninck, geb. Snoep, z. P. Com- mee, geb. van Hese, cL OVERLEDEN: M. G. J. Contant, 78 j., wedn. van C. M. Duininck. (D.Z.) BRESKENS. Over de maand April 1935. GETROUWD: M. Florussen, 24 j. en M. J_ Jansen, 23 J. P. Leenhouts, 26 j. en S. M. Brand, 26 j. I. L. A. van Poelje, 24 j. en A. F. Jan- sens, 23 j. BEV ALL EN: C. J. van de Sande, geb. Kense, d. J. M. Hoogstad, gëb. Ekkehbus, z. O V E R L E D E N H. J. Fenijn, 70 j., man van J. M. Zonne- vijlle. M. Ie Feber, 58 j., vrouw van Ch. van den Broecke. (B.C.) GROEDE. Over de maand April 1935.. GETROUWD: I. Voogdt, 26 j. en S. A. Voogdt, 26 j. BEVALLEN: B. M. van 't Westeinde, geb. Taalman, z. A. S. de Jonge, geb. Maat, d. M. M. Merk, geb. Leenhouts, d. (B.C.) Maandag 13 Mei. Hilversum, 301 M. Algemeen program ma, verzorgd door de Vara. 8.00 Vioolre cital H. Wiggelaar. 8.30 Gramofoonplaten. 9.00 De Notenkrakers, o.l.v. D. Wins. 10.00 Morgenwijding, io.15 E. Walis en zijn or kest. 11.00 Declamatie L. de Jong. 11.20 G. Smit, viola en J. Jong, piano. 11.40 Vervolg declamatie. 12.00 Orgelspel C. Sterjn. 12.30 Gramofoonplaten. 1.00 De Flierefluiters o.l. v. E. Walis. 2.15 De Zonnekloppers o.l.v. C. Stegn. 3.00 Voor de vrouwen. 3.30 „Orvitro- pia, o.Lv. J. v. d. Horst. 4.30 Kinderuurtje. 5.00 Gramofoonplaten. 5.40 Declamatie R. Numan. 6.00 Vioolrecital N. de Klgn. 6.30 Muzikale lezing P. Tiggers. 7.10 Astrono mische lezing J. de Jager. 7.30 Zang door Engel Lund. 8.00 S.O.S.-berichten. 8.03 Vaz Dias. 8.10 Gramofoonplaten. 8.40 Declama tie door F. Nienhuys en concert door De Zonnekloppers o.l.v. C. Stegn. 9.40 „The Bohemians". 10.10 Vaz Dias. 10.15 Gramo foonplaten. 11.00 Fragm. „Ein Traumspiel", Strinsberg, mrm.v. het Vara-tooneel o-l.v. W. van Cappellen. 11.30 Orgelspel J. Jong.- Huizen, 1875 M. 8.00 Schriftlezing en meditatie. 8.15 Gramofoonplaten. 10.30 Morgendienst o.l.v. ds. N. P. E. G. v. Uche- len. 11.00 Chr. lectuur. 11.30 en 12.15 Gra mofoonplaten. 12.30 Orgelconcert J. Zwart. 2.00 Voor de scholen. 2.35 Causerie A. J. Herwig. 3.15 Gramofoonplaten. 4.00 Bgbel lezing ds. J. H. H. v. Beem, m.m.v. zang en orgel. 5.00 Gramofoonplaten. 5.15 Chr. lie- derenuurtje m.m.v. mevr. C. Labberté-Kits, mej. C. de Jager en W. Verver, viool. 6.15 Gramofoonplaten. 6.30 Vragenhalfuur. 7.00 Ned. Chr. Persbureau. 7.15 Reportage. 7.30 Vragenhalfuur. 8.00 Vaz Dias. 8.05 Herden kingssamenkomst in de Herst. Evang. kerk te Amsterdam ter gelegenheid van het 10- jarig bestaan van den Centr. bond voor in wendige zending en Chr. Philh. inlichtingen. 9.30 Gramofoonplaten. 9.45 Vaz Dias. 9.50 H.O.V.-kleinorkest o.l.v. M. Adam, m.m.v. L. de Graaff, viool. 11.10 Gramofoonplaten. Droitwich, 1500 M. 9.35 Morgenwij ding. 10.20 Gramofoonplaten. 10.50 Duitsche les. 11.05 Orgelconcert M. M. Gilchrist. 11.35 Gramofoonplaten. 12.20 B.B.C.-varié- té-orkest o.l.v. Kneale Kelley, m.m.v. W« Thomas, bariton. 1.25 Voor de scholen. 2.10: Gramofoonplaten. 2.55 Duitsche les. 3.20 Sonate-concert door L. Phillips, cello en A. Mukle, piano. 3.50 Orkestconcert o.l.v. T. J. Powell, m.m.v. W. Miles, tenor. 4.35 Man- tovani en zijn orkest. 5.20 Berichten. 5.50 en 6.05 Lezing. 6.25 Bach-concert. 6.50 Cau serie. 7.20 Radio militair orkest o.l.v. B. W. O'Donnell. 7.50 2e acte van Wagner's „Cot ter dammerucg' o.l.y. sir Thomas Beecham. 9.05 Berichten. 9.25 Lezing. 9.40 Het- Par- kington kwintet, m.m.v. M. Brownè, So praan. 10.35 Sydney Kyte en zijn band. Radio-Paris, 1648 M. 6.20 en 7.20'Gra mofoonplaten. 11.35 Orkestconcert o.l.v. Touche. 7.20 Opera-concert, m.m.v.orkest o.l.v. Bigot en solisten. 9.55 Dansmuziek. Kalundborg, 1261 M. 11.20 Strijkor-. kest o.l.v. Thyregod. 2.20 Concert uit rest. Wivex. 4.30 Zang en piano. 7.30 Omroep orkest o.l.v. Reesen. 8.10 Zang en declama tie. 8.55 Omroeporkest o.l.v. Reesen. 9:20 Zang. 9.45 Omroeporkest o.l.v. Reésen. Keulen, 456 M. 5.20 en 6.20 Orkest- concert. 10.05 Cellorecital, 11.20 Omroepor kest. Leiding Eysoldt. 1.35 Zang. 3.20 Zang en piano. 4.20 Orkestconcert o.l.v. Schulz- Dornburg. 6.20 Radio-schrammelensemble. 8.00 Pianorecital. 8.20 Radiotooneel. 9.40. Mandolineorkest, kwintet, vocaal sextet en sopraan. Rome, 421 M. 8.10 Gramofoonplaten, 9.20 Mandolineconcert of dansmuziek. Brussel, 322 M. 11.20 en 12.30 en 5^0 Gramofoonplaten, 6.20 Sonateconcert. 7.20 Symphonieconcert o.l.v. Kurnps. 8.05 Gra mofoonplaten. 8.20 Symphonieconcert o.lJV. Kumps. 9.30 Gramofoonplaten. 484 M. 11.20 Gramofoonplaten. 11.50 Omroepor kest o.l.v. Douliez. 12.50, 4.20 en 5.35 Gra<» mofoonplaten. 6.35 Zang. 7.20 Omroepor-* kest o.l.v. Douliez m.m.v. solisten. 9.30 Gra- mofoonmuziek. Deutschlandsender, 1571 M. 7.35 Ad. Lutter's. dansorkest. 8.50 „Geist werde wach", hoorspel met muziek van Handel en Mozart. 9.20 en 10.05 Berichten. 10.20" Ad. Lutter's dansorkest.. Mei Maandag 18 10.02 22.21 Dinsdag 14 10.58 23.07 Woensdag 15 12.37 van publieke vermakelijk" heden, vergaderingen enz» Alhanibra-theater. Van Vrijdag 10 tot en met Donderdag 16 Mei„Boefjes" en „Polenbloed".- Luxör-theater. Van Vrijdag 10 tot en met Maandag 13 Mei„Afzwaaien" en „De geheime opdracht", van Dinsdag 14 tot. en met Donderdag 16 Mei „De eige nares van de Nachtclub". Zaterdag 11 Mei. Variété- en cabaret voorstelling, Concertgebouw, 8.15 uur. Zaterdag 11 Mei. Concert accordeon-' vereeniging „Crescendo", „de Oude Vriendschap", 8 uur. Vrijdag 17 Mei en Zaterdag 18 Mei. - Bazaar Doopsgezinde gemeente in hotel Oosterhuis. Zaterdag 18 Mei. 2 uur nam. Poppen- kastvertooning in het hotel Oosterhuis. CLXXV. HET SNIJDEN. Vorige week gaven wij een voorbeeld van een spel dat tengevolge van het sneden werd verloren door aftroeven. Tnans zullen wg een voorbeeld geven van het andere genre, dat eveneens door snijden verloren kan gaan of gaat, maar nu niet door in troeven, doch tengevolge van het feit, dat men de tegen party het tempo verstrekt om achtereen voldoende slagen te maken, waar door aan het contract niet meer kan wor den voldaan. Het spel is als volgt <0 x h v a x 9 b b X X X X a v x v x x 3 O x x x x "2 •f» 9 8 x o Blinde Speler x x x 9 h X X XXX x x 10 h x 10 x 10 b h x b a a v Op dit spel moet eveneens 4 harten wor den gespeeld, terwijl de voorhand met kla ver 9 voorkomt. Bfj het open komen der kaarten ziet de speler, dat hij beschikt over 4 vaste slagen in troef (harten), 4 slagen, in ruiten en 2 slagen in klaver, tezamen 10 slagen, mits hij den tijd heeft ze te maken, want anders om geredeneerd moet hij tot de conclusie komen-, dat hij 5 verliesslagen heeft, althans mogelijke verliesslagen, nl. 3 schóppen, har tenvrouw en klaverheer, waardoor bij 2 down zou zgn. Hij zou nu kunnen probeeren om uit snij den te gaan en zoowel klaver heer als har tenvrouw te vangen, waardoor, hij zelfs klein slem zou maken, nl. 5 harten, 4 ruiten en 3 klaverslagen, tezamen 12 slagen. Maar wie dit probeert komt bedrogen uit, want wanneer het sngden mislukt, dan heeft hjj het tempo verloren, d.w.z. dan is"de tegen partij hem voor, en moet hg ten slotte vrije slagen van zich zelf aftroeven. Tot behoud van het tempo mag dus niet worden gesheden, maar moet het initiatief worden gehouden. Alzoo moet klaveraas worden genomen en dan veiligheidshalve een kleine hart worden gespeeld. Ook nu moet niet worden gesneden, doch moet aas worden ingelegd, waarmede de kans is ge nomen of eventueel de hartenvrouw sèc zit. Na hartenaas moeten ruitenaas èn heer worden afgespeeld. Nu moet een kleine hart worden gespeeld en deze met heer worden overgenomen, waarna ruiten vrouw en heer volgen. Het is natuurlijk mogelijk, dat rui- tenboer zou worden getroefd, indien de spe ler, die de laatstè troef heeft ook slechts 3 ruiten., zou hebben, maar dit heeft óp het winnen van het spel niet den minsten in vloed, want pok in dit geval wordt door den speler een kleine schoppen afgeworpen, en worden 5 troefslagen, 3 ruiten slagen en 2 klaverslagen gemaakt, eveneens 10 slagen dus, terwijl de tegenpartij slechts maakt klaverheer, troefvrouw en één schoppen. Wg moeten thans nog even wijzen op de mogelijkheid, dat har ten vrouw tweede zit en dus valt onder den heer, in welk geval nogmaals troef wordt'gespeeld en waarvoor troef 9 moest blijven liggen om niet te wor den geblokkeerd. In dit geval wordt 5 trek gemaakt, terwgl het spel zou zijn verloren wanneer was gesneden. Misschien zal men - willen betoogen, dat het snijden toch zou kunnen gelukken en dat het ook mogelg1' zou zgn,-dat de ruiten verkeerd zitten, en dat dan direct de vrouw kon worden getroefd. Dat is juist, maar men moet in de eerste plaats uitgaan van de methode, welke de meeste kans op winst waarborgt. Daarbij moe t dé. spe ler zek-n* overwegen, dat wanneer; het snij den één keer mislukt,.onmiddellijk daarna 3 schoppènslagen verloren gaan, waardóór het behalen van bet contract reeds, direct ,en zeker faalt. Thans volge een voorbeeld van een sans- spel. Blinde A cU V a a a 9 X h 8 X b X 10 X x x 9 x x 10 h x b a h v x Speler Op dat spel moet klein slem sans worden gespeeld, waarbij de voorhand uitkomt met schoppenboer. Het spel werd verloren omdat de speler uitging van de volgende foutieve redenee ring. Wanneer ik op klavervrouw direct ga snijden en dit gelukt, dan heb ik het spel altijd gewonnen, want dan beschik Ik over 3 schoppenslagen, 2 in harten, 4 in ruiten en zeker 3 in klaveren, alzoo tezamen 12 slagen. Waarom is deze redeneering fout? De speler moet uitgaan van deze gedachte. Ik móet den ruitenheer steeds afstaan. Ga, ik nu direct sngden op de klaveren, en mis lukt dit, dan heb ik het spel zeker verloren. Daarom moet hg. bg zijn berekening van de -volgende veronderstelling uitgaan. Wanneer ik zonder aarzelen ruitenheer cadéau geef," dan beschik ik over de volgen de vaste slagen. In schoppen 8, harten 2. ruiten 4 en klaveren 2, dat is tezamen 11. Waar haal- ik de 12e .éxtra.slag vandaan-? Dit is 'niogelijk in klaveren'*' doeh ook. in Schóppen en in schoppen is dei: kans grooter dan in klaveren/ omdat de voorhand met den bóer is uitgekomen en daarom waar schijnlijk ook de 10 heeft. Zelfs is er moge lijkheid dat de voorhand boer, 10 derde heeft. Doch zekerheid bestaat daaromtrent niet, zoodat niet direct de schoppen moeten worden afgespeeld, omdat, indien het snij den op schoppen onverhoopt mocht misluk ken, de tegenpartij altijd met ruitenheer aan slag komt en het spel dus eveneens wordt verloren. Daarom moeten eerst de ruiten worden afgespeeld en wel als volgt Schoppenaas wordt genomen en daarmee de blinde met ruitenaas aan slag gebracht. Daarna wordt een kléine schop met den heer genomen en ruitenvrouw nagespeeld. Nu zal de heer wel genomen worden, zoo niet, dan worden de ruiten verder afge speeld tot de heer wordt ingezet. Nu; de tegenpartij met ruitenheer aan slag is ge komen moet deze den speler of den blinde-' altijd aan slag brengen. De vraag is nu, waar de ruitenheer zat Zit deze bij de na- hand, dan is het niet denkbaar dat bg kla veren of schoppen natrekt, zoodat hij rui- ten of harten zal naspelen. Worden harten gespeeld, dan wordt deze slag met heer ge nomen en daarna worden verder de ruiten afgespeeld. Worden ruiten gespeeld, dan worden deze zonder meer afgespeeld, waar bij men echter bedenke, dat uit den blinde op deze ruiten slechts één kleineharten mag worden afgeworpen, omdat de- andere' voor den hartenheer moet worden'bewaard. Het moet nu wel zonderling loopen, wil het afwerpen op de ruiten door de tegen partij niet eenig licht verschaffen, terwgl de tegenpartg in moeilijkheden komt, omdat zoowel klaveren, als harten als schoppen moeten worden aangehoüden én het., niet denkbeeldig is,, dat'op de' 5e ruitenslag dé voorhand; in éen' dwangpositie kómt. Mocht dit doel niet worden bereikt; dan is en blgft nóg altgd de beste kans. óm op schoppenvrouw 9 te snijden, en dus op de 5e ruiten den klaverboer af te werpen.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1935 | | pagina 7