Voor Y7 Cent INGEZONDEN STUKKEN BRIEVEN UIT BELGIE «Nationaal Herstel moet niet op een gusle met de N.S.B. hopen. De N.S.B. heeft $?an den beginne af en in beginsel elke fu sie met welke politieke partij ook, uitdruk kelijk afgewezen. „Nooit fusie" is ons parool. Laat men Mch dit nu eindelijk eens voor gezegd kouden." De katholieke „Utrechtsche Courant" teekent hierbij het volgende aan „Van z ij n standpunt bezien, heeft de leider der N.S.B. misschien geen ongelijk. Het voorbeeld van Mussolini eerst, van Hitier daarna, heeft hem geleerd, dat men met het strak doortrekken van de eenmaal 'uitgezette lijn verder komt dan met het ?.eggen van knoopen en kronkels in den F/orm van overeenkomsten, die altijd min of yneer concessie vereischen en onwillekeurig afwijkingen van het onmiddellijk gestelde doel met zich brengen. Ook tactisch kan de N.S.B.-leiding gere deneerd hebben Nationaal Herstel in zijn liberalistischen vorm zal toch nooit een grooten aanhang vinden. Het zal eerder terugloopen, zooals de beide andere vormen, waarin het Nederlandsch liberalisme zich belichaamd heeft, voortdurend terrein ver liezen. En dan brokkelt het vanzelf uit een en sluiten de individueele leden zich ge leidelijk vanzelf aan bij de beweging, waar hij zij 't naast staan, zonder dat deze aan een fusie-leider eenigen dank verschuldigd zijn. Indien ook deze door de N.S.B. niet Üritgesproken bedoeling bij haar besliste Weigering achteraf gegolden heeft, kan men haren leider op dit punt althans een goed aanvoelen van de verhoudingen Sliet ontzeggen." Wijziging der Kieswet. In een nota naar aanleiding van het ver slag der Eerste Kamer over wijziging der Kieswet enz., zegt de minister, dat geen vrees behoeft te bestaan, dat hij de regeling van het kiesrecht volmaakt zou achten, ■wanneer de onderhavige voorstellen een- snaai zijn tot stand gekomen. Niet alleen toch de uitwerking van het bestaande stel sel zelf een materie die voortdurend leidt tot nieuwe problemen, die oplossing yragen maar ook de veel meer omvat tende vraag, of het bestaande stelsel voor de vorming van een volksvertegenwoordi ging het juiste is, zijn punten, die voortdu rend de aandacht van de regeering vorderen. Het kiesrecht is uit zijn aard nu eenmaal sen stof, die aan wisseling onderhevig is en waarvan nimmer kan worden getuigd, dat het laatste woord er over gesproken is. Zon der ten deze eenige concrete toezegging te kunnen doen, moge de minister toch opmer ken, dat vrees voor stilstand op dit punt van de zijde der regeering ook al heeft de ondernomen poging tot meer ingrijpende wijziging thans geen succes gehad niet behoeft te bestaan. Wat de hoogte van het bedrag van de waarborgsom aangaat, het is uitermate moeilijk, een objectief criterium te dien aan zien te geven. De thans nog onbekende practijk speelt hier een belangrijke rol. Mocht deze te zijner tijd een antwoord ge ven, waaruit blijkt, dat de thans voorge stelde hoogte van het bedrag niet aan de bedoeling beantwoordt, dan zal niet mogen worden geaarzeld, de noodige wijziging tot Stand te brengen, Nieuwe frankeerzegels van V/2 cent. De nieuwe oplaag van de frankeerzegels Van li/2 cent wordt vervaardigd in grijze kleur. Deze zegels zullen op de postkanto ren verkrijgbaar worden gesteld zoodra de aanwezige voorraad zegels in rood-lila kleur zal zijn uitgeput. Aan de zgn. verzamelaarsloketten zullen jde zegels reeds dadelijk na het gereedko men verkrijgbaar zijn. Handeldreven door ambtenaren. Een verbod voor universiteits- personeel De middenstandsbonden hebben zich meermalen beklaagd over het verrichten van nevenarbeid en het handeldrijven door ambtenaren. Materiaal is daarvoor verza meld en via den Middenstandsraad ter be- voegder plaatse overgelegd. In een rapport van den Koninkl. Nederl. Middenstandsbond werd ook het handeldrij ven door universitedtsambtenaren in dienst tijd vermeld en daarvan bewijsmateriaal overgelegd. Thans heeft de minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen een schrijven ge richt aan Curatoren der Rijksuniversiteit te Leiden, Utrecht en Groningen en van de Technische Hoogeschool te Delft, waarin de minister zijn voornemen te kennen geeft, om in het reglement op den werkkring en de verplichtingen van de beambten der rijksuniversiteiten, waarvan de herziening reeds eenigen tijd aan de orde is, op te ne men het verbod om 1. In diensttijd of met gebruikmaking van werktuigen of materiaal aap het Rijk toe- behoorend, te werken aan te verkoopen goe deren, 2e. eenigen handel te drijven, die met de universiteit in verband staat. Slechts zal worden toegelaten de bemiddeling van twee de-handsleermiddelen, onder opgave van wie ze afkomstig zijn. Deze regelen zullen reeds met ingang van 1 September a.s. gelden, zoowel voor het personeel van de Technische Hoogeschool als voor dat van de Rijksuniversiteiten. De minister verzoekt tenslotte aan cura toren, den hoogleeraren en de verdere amb tenaren hiervan reeds thans medodeeling te doen en er nauwlettend op toe te zien, dat aan de gestelde regelen de hand wordt ge houden, In middenstandskringen zal intusschen met voldoening worden geconstateerd, dat de regeering met de bezwaren door de organi saties in deze geuit rekening zal gaan hou den en eraan tegemoet zal komen, door het handeldrijven en 't verrichten van nevenar beid door ambtenaren te verbieden. Hamburg, Antwerpen, Nieuwe Waterweg en Rotterdam. In de haven van Hamburg met inbegrip van Altona, Harburg en Wilbemsburg zijn in April binnengekomen 132S schepen, met. 1.438.219 ton, tegen 1393 schepen, metende 1.521.985 ton in April 1934, zijnde een ver mindering met 65 schepen en een vermin dering met 83.766 ton. Sedert 1 Januari zijn te Hamburg binnen gekomen 3948 schepen, met. 5.745.493 ton, tegen 4033 schepen met. 5.886.885 ton in hetzelfde tijdvak van 1934. Er is dus een vermindering met 85 schepen en een ver mindering met 141.392 ton. In de haven van Antwerpen zijn in April binnengekomen 843 schepen, met. 1.453.683 ton (herleid) tegen 863 schepen, metende 1.466.991 ton (herleid) in April 1934. Er is dus een vermindering met 10 schepen en met 13.308 ton. Sedert 1 Januari zijn te Antwerpen bin nengekomen 3303 schepen, met. 5.665.096 ton, tegen 3281 schepen, met. 5.659.752 ton in de eerste 4 maanden van 1934. Er is dus een vermeerdering met 22 schepen en met 5344 ton. Sedert 1 Januari zijn den Nieuwen Wa terweg binnengekomen 4053 schepen, met. 6.706.080 ton, tegen 4055 schepen, metende 6.488.697 ton in de eerste 4 maanden van 1934. Er is dus een vermindering met 2 schepen en een vermeerdering met 217.383 ton. Sedert 1 Januari zijn te Rotterdam bin nengekomen 3240 schepen met. 5.194.145 ton, tegen 3370 schepen met. 5.066.110 ton in hetzelfde tijdvak van 1934. Er is dus een vermindering met 130 schepen en een ver meerdering met 128.035 ton. Over de eerste 4 maanden van 1935 heeft dus de havenbeweging van den Nieuwen Waterweg die van Antwerpen met 1.040.984 ton overtroffen. Het verschil ten nadeele van Rotterdam bedroeg in deze maanden 470.951 ton. oei week ontvangt U iederen avonc Vlissingsche Courant thuisbezorgd en isU bovendien •1 itn verzekerd tegen ongelukker Bulten verantwoordelijkheid der redactie. De copie wordt niet teruggegeven. EEN BILLIJKER WIJZE VAN BELASTINGHEFFING. Reeds geruimen tijd doe ik moeite om mij voor te stellen, hoe het billijk en goed kan zijn, dat iemand, die bijv. 8000 KM. per jaar rijdt, d.w.z. met zijn auto den weg ge bruikt, evenveel belasting moet betalen als hij, die 40.000 KM. of méér over diezelfde wegen. rijdt. Op hoe eenvoudige wijze zou aan deze onbillijkheid een einde te maken zijn, indien de wegenbelasting werd omgeslagen over de benzine en dus werd verdisconteerd in den prijs daarvan. DAN ware deze belasting naar billijkheid verdeeld en daardoor veel eerlijker, DAN kwamen zelfs méér wagens op den weg, men kon dan immers rijden voorzoo ver men belasting „kon" betalen en werd niet voor de keuze gesteld öf het maximum te betalen of niet te lijden, DAN zou het aantal wagens niet, zooals thans, door buitenbedrijfstelling verminde- i-en, DAN werd er meer benzine verbruikt, d.w.z. idem zooveel meer malen 7 cent per Liter „tijdelijke" benzinebelasting in de schatkist, DAN steeg de omzet ook in olie, banden en vele andere artikelen, wat DAN weer meer invoerrechten zou op brengen alsmede omzetoelasting, DAN zouden de oude wagens weer ver koopbaar worden en dus weer eenige waar de krijgen, DAN kon de betreffende con'.röle op den weg geheel vervallen, wat een niet te on derschatten bezuiniging zou medebrengen, DAN geen hatelijke boeten meer, indien men, aan al zijn verplichtingen voldaan hebbende, bij het verkleeden vergeet de wegenkaart bij zich te steken, dan wel door verstrooidheid den datum voor vernieuwing laat voorbijgaan, of in die periode buiten slands is, DAN zouden er ook weer zwaardere wa gens op den weg komen met een grooter benzineverbruik, DAN zou de man met de kleine beurs ook weer eens een wagentje gaan rijden, DAN zou de werkloosheid in verschillen de zaken en vooral bij importeurs en han delaren in automobielen, olie, balden, on- derdeelen, gereedschappen, machines en b:j garages, carrossiers, spuitinrichtingen, las- schers, enz. zonder twijfel niet meer toe nemen, DAN zou last not least de minister van financiën de opbrengst van alles grooter en de kosten kleiner zien worden. En zoo zou ik nog eenigen tijd kunnen voortgaan. In Ned-Indië heeft men de zaak blijk baar beter begrepen, en hebben de autori teiten de wegenbelasting in den benzineprijs verwerkt. De „N.R.Crt." van 18 Januari j.l. schreef dan ook, dat als onmiddellijk gevolg van dezen maatregel een toeneming van het motorverkeer was waar te nemen, vooral van zwaardere wagens. Men ziet het, alleen voordeelen en niet het minst voor den fiscus. Een kleine categorie menschen, die per jaar een zeer groot aantal K.M. aflegt, zal meer moeten betalen, doch rijee zij thans eigenlijk niet voor rekening van hen, die hun wagen minder gebruiken? Een mis stand, die bij de voorgestelde regeling met een gecorrigeerd wordt. EEN AUTOMOBILIST. KAMER VAN KOOPHANDEL. In de gisterenavond gehouden vergade ring van de Kamer van Koophandel en Fa brieken voor de Zeeuwsche eilanden te Mid delburg waren met den voorzitter, den heer C. Boudewijnse, aanwezig 17 leden. Afwezig waren de heeren van Raalte, Siebenga, Lin- denbergh, Anker en Olthoff. Na opening der vergadering en vaststel len der notulen van de vergadering van 19 Januari, ging de vergadering over in een met gesloten deuren. Ongeveer na zeven kwartier, nl. te kwart voor tien, werden de deuren heropend. Bij de mededeelingen van den voorzitter was er een betreffende de kanaalbrug. In verband met de zoo vaak geboorde klachten, in onze Kamer en daarbuiten aldus de voorzitter over de stagnatie in het verkeer over de kanaalbrug te Middel burg, hadden de voorzitter en de secretaris een onderhoud met den hoofdingenieur-di recteur van den rijkswaterstaat. Hoewel omtrent de mate van het ongerief de opvattingen niet geheel gelijk waren, bleek toch, dat waterstaat opheffing of ver mindering daarvan wel gewenscht zou ach ten. De bespreking heeft ons dan ook de overtuiging gegeven, dat deze aangelegen heid de volle aandacht van den rijkswater staat heeft, maai' tevens hebben wij inge zien, dat vele moeilijkheden het vinden van een goede oplossing in den weg staan. Een radicale wijziging van den toestand door den bouw van een nieuwe brug, zou voor het doorgaande verkeer zeer zeker een verbetering geven, doch ons is gebleken, dat zij voor de gemeente Middelburg aller minst wenscbelijk moet worden geacht. Electrificatie van de bestaande brug zou slechts een zeer geringe verbetering bren gen. Niettemin is hieraan wel gedacht, maar om technische redenen is men voor alsnog huiverig, hiertoe over te gaan en wil men althans de ervaring afwachten, welke elders met electrificatie van een paar oude bruggen zal worden opgedaan. Ik erken de gegrondheid van de ons ken baar gemaakte bezwaren en ik vermeen daarom, dat in den bestaanden toestand als nog moet worden berust, hopende dat het waterstaat moge gelukken, een oplossing te vinden, waardoor eenerzijds belangen zullen worden gebaat, doch anderzijds zullen wor den geschaad. Deze mededeeling van den voorzitter werd voor kennisgeving aangenomen. Inzake het schrijven van den minister be treffende de voorgenomen vermindering van de bijdrage voor het handelsregister en de samenvoeging van kamers met opwek king de uitgaven tot het hoog noodige te beperken, werd voor kennisgeving aangeno men, in afwachting van de toegezegde na dere berichten ter zake. Rekening 1934. Bij het voorstel tot vaststellen van de rekening 1934 in ontvangsten op 82.346.18 en uitgaaf 79.399.41, alzoo een goed slot van 2946.77, heeft de heer Menheere of er bij aankoop van effecten gebruik wordt gemaakt van de tusschenkomst van een bank en zoo ja, of het dan niet op den weg- ligt van de Kamer om daarvoor de midden- standsbank in aanmerking te doen komen, omdat de Kamer toch een vertegenwoordi ging is van den middenstand. De heer Jeronimus meende, dat de Ka mer in haar geheel moeilijk in deze een keuze kan doen, men is toch ook vertegen woordigster van de groot-banken. Men moet het aan de prudentie van het dagelijksch bestuur overlaten. De heer P. G. Laernoes meende ook, dat het voor de vergadering niet is om te be slissen bij welke bank met het best kan gaan. De heer Menheere verzocht toch overwe ging van zijn vraag. De voorzitter zeide, dat het bureau met het gesprokene rekening zal houden. Bijdragen winkelweken. Brf het voorstel om aan de Vereeniging Nemidso te Souburg en het Comité voor organisatie van volksfeesten te 's-Heeren- hoek ieder 25 en aan de Hanze te Goes 100 toe te kennen voor te houden winkel weken, merkte de heer P. G. Laernoes op, dat het geven aan een comité voor volks feesten een precedent kan scheppen, men kan dan bijv. ook komen voor Oranjefees ten, die spr, overigens zeer toejuicht. De heer Menheere zette nog weer eens uiteen, dat het hier het houden van een winkelweek en etalagewedstrijd geldt, waarvoor de middenstandsvereeniging zich zelf niet spant maar wel een comité voor volksfeesten, dat iets wil brengen in plaats van de afgeschafte kermis, het komt ooh de caféhouders ten goede, het zijn toch ook middenstanders en er zjjn er onder, die geen 25 van hun vroeger inkomen hebben. De voorzitter meende, dat het doel in alle plaatsen hetzelfde is. De heer Veenis zeide, dat de week te Goes van de beide middenstandsvereenigingen uitgaat De secretaris zeide, dat Handelsbelangen te laat was. De heer P. G. Laernoes dankte voor de toelichting en zal geen stemming vragen. De heer Machgeels raadde 's-Heerenhoek aan een andere naam te kiezen om verwar ring te voorkomen. Het voors4- werd zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Fruittentoonstelling te Goes. Het voorstel om 25 bij te dragen voor de in October te Goes te houden fruittentoon stelling der V.V.Z.B., zeide de heer Veenis dat het hier een streekbelang betreft, en. hij daarom 100 voorstelde. De heer Jeronimus ontkende, dat de ten toonstelling een deel heeft de bevordering van het bedrijf, het is een onderlinge wed strijd. De heer Veenis Het zal iets goeds wor den. De heer Masseer acht 25 zeer weinig en is ook voor 100, de tentoonstelling is toch ook van wetenschappelijke beteekenis. De heer Menheere wilde een tusschenweg en stelde 50 voor. Het amendement-Veenis werd verwor pen met 13 tegen 4 en het amendement- Menheere met 9 tegen 8 stemmen, zoodat 25 zal worden bijgedragen. Bedrage voor „Mooi Nederland". Het voorstel van het bureau om 150 te geven aan de Prov. Zeeuwsche Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer voor de deelna me aan de tentoonstelling „Mooi Neder land", deed den heer Menheere herinneren aan een vorige tentoonstelling te Amster dam, waar Zeeland vertegenwoordigd was, maar door een persoon, die niets Zeeuwscb had, het was een kleeding, die de oudste inwoonster van Zeeland nog niet zou wil len dragen. Daarbij kwam, dat het nog een leelijk mormel was, daar kon zij wel niets aan doen, maar een propaganda voor Zee land ging er zeker niet van uit. De heer Jeronimus Laten wij den heer Menheere als deskundige naar Amsterdam zenden. De heer P. G. Laernoes meende, dat men wel wat laat komt met dit voorstel, de ten toonstelling is reeds enkele dagen geleden geopend en wellicht weer haast gesloten ook. Is het werkelijk zoo de moeite waard, om er dat geld aan te geven. De voorzitter wees er op, diat het de be doeling is te laten zien wat moois er in Ne derland te aanschouwen is. De heer P. G. Laernoes meende, dat men het geld beter hier bij de vereenigingen voor vreemdelingenverkeer kan gebruiken. Men weet ten slotte niet wat de tentoon stelling voor Zeeland inhoudt. De heer M. Laernoes zeide, dat aanvan kelijk Zeeland zou achterblijven, maar op aandrang van den heer Kraaijenhof is be sloten er nog heen te gaan. De heer Berdenis van Berlekom zeide, dat Zeeland met iets goeds voor den dag komt, volgens de recensies. Het voorstel wordt aangenomen, de heer P G. Laernoes wordt geacht te hebben te gengestemd. Tegen de ïandbouwinkoop- vereenigingen. Het voorstel om aan den Middenstands- raad te verzoeken de kwestie van het ver koopen van allerlei artikelen van huishou delijk gebruik door landbouw-maatschappij en dergelijke organisaties of vereenigingen, in behandeling te willen nemen en zoo mo gelijk een goede oplossing aan de hand te doen, werd zonder hoofdelijke stemming aangenomen, nadat de heer Veenis gezegd had, dat de Z.L.M. zelfs schoenen verkoopt, dat gaat z.i. toch veel te ver. De nood der visschers. De heer Mes gaf een inleiding over het doel en werken der Kamers van koophandel en was ook nu weer teleurgesteld door de agenda. Het doel moet zijn op de bres te staan voor de belangen van den handel, de nijver heid en de industrie. In October bij de be handeling van de kwestie van het econo misch instituut voor den middenstand heeft spr. er reeds op gewezen, dat men niet vol doende rekening met die belangen houdt. Het spijt spr., dat het bureau geen aandacht schenkt aan grootere vraagstukken. Spre ker weet heel goed, dat de Kamers slechts adviseerende lichamen zijn, maar zooals Amsterdam werkte in het belang van een betere kanaalverbinding met den Rijn, is toch een bewijs, dat er wat bereikt kan worden. Thans zou spr. speciaal de belangen van de visscherij onder de aandacht van bu reau en kamer willen brengen. Over de toe standen te Tholen en Ierseke kan spr. min der goed oordeelen, maar wel over Arne- muiden en over de visschers te Vlissingen, die groote werkloosheid hebben, welke lei den zal tot groote armoede, wat voor den middenstand ook slechte gevolgen zal heb ben. Spr. wil aandringen op het verleenen van uitvoerconsenten en het maken van propaganda voor meer gebruik van onzen visch. De heer P. G. Laernoes meende, dat als de visschers steun van de kamer willen hebben, zij zich tot de Kamer of tot het bureau moeten wenden. Maar over de ellen de onder de visschers heeft de heer Mes niets te veel gezegd. De kwestie van steun voor de visschers is niet zoo eenvoudig, al is het goed, dat velen er aandacht aan schenken. De heer Mes meende, dat de Kamer toch zelf tot iets het initiatief kan nemen. Dit is nu iets, dat men kan aanpakken. Men moet steeds op het aanbeeld slaan, en toonen, dat de Kamer al is Zeeland maar klein, toch iets kan bereiken. De heer Wesseling meende, dat de heer Mes wat lichtvaardig het bureau beschul digde. De voorzitter zal op de klacht over te weinig presteeren door het bureau niet in» gaan. Als men niet tevreden is over het bureau, heeft men ieder jaar weer gele genheid andere leden ervan te Mezen. Spr. ziet niet in wat de Kamer in deze kan doen. Men zou biljetten met „eet meer visch" of iets dergelijks kunnen ophangen, maar dat is geen werk van de Kamer. Het aandringen op consenten achtte spr. ge vaarlek. De heer Mes overziet het tegen woordige gebeuren niet. Zoo kan uitvoer van bepaalde producten naar Duitschland weer ten gevolge hebben dat vroegere leve ranciers hun geld niet krijgen. De heer Jeronimus zag in deze ook niet veel te doen, want de belangen van de vis schers worden alom naar voren gebracht. De heer P. G. Laernoes zeide ten eerste, dat men moet oppassen bij de visschers geen verwachtingen te wekken. De Kamer kan niets aan de ellende doen. De gemeen tebesturen werken er reeds IVs jaar aan om het te verbeteren. Er is echter niet makke lijk verandering in te brengen. Daarbij kan men ook niet alles aan de regeering vragen, die kan ook niet alles oplossen. De valuta-moeilijkheden. De heer Berdenis van Berlekom wees op de moeilijkheden, die het Nederlandsch loodswezen ondervindt van de nieuwe de valuatie van den Belgischen franc en vroeg of de Kamer ook diligent zal zijn inzake gelijkstelling van beide loodswezens. De voorzitter zeide, dat deze kwestie des tijds ook bij onderhandelingen tot het hér zien van het tractaat van 1839 ter sprake is gekomen. Men zal er weer op moeten wijzen, maar daarbij moeten trachten de goede verstandhouding tusschen België en Nederland te behouden. Opheffing keuringsdienst. De heer Veenis wees op het voornemen om de keuringsdiensten voor waren op te heffen. Hij ziet daarin een groot nadeel voor de bonafide winkeliers en zou er dan ook tegen op willen komen en den steun van andere Kamers er voor inroepen. De voorzitter zeide, dat men met alles te behouden, geen bezuiniging kan bereiken. Het mes moet er hier en daar diep ingezet worden. De heer Veenis wees er op, dat de dienst toch maar 17 cent per jaar en per hoofd kost. De heer Menheere had een voorstel ver wacht naar aanleiding van een vraag van den Middenstandsbond, waarom de Kamer niet op zijn maandschrift is geabonneerd. De voorzitter zeide, dat de Kamer zich niet overal op kan abonneeren en sloot te 11 uur de vergadering. De gevolgen der devaluatie. Om en op de Wereld-Tentoonstel» ling. Wat de Chinees er van zei De heer Van Isacker, minister van eco nomische zaken, wendt zich minstens drie maal in de week tot de Belgische pers, met het doel de bevolking te suggereeren, dat de devaluatie van den franc geen invloed had op de prijzen der eerste levensbehoef ten. Bj ieder nieuw ministerieel communi qué echter ziet men de prijzen der levens middelen stijgen. Dat gaat schier onge merkt en wel zoo De minister Iaat bekend maken, dat het brood te Brussel d.d. 6 Mei niet duurder verkocht wordt dan frs. 1.30 per twee kilogram. Dien dag echter wordt het brood in geheel Brussel nergens goed- kooper verkocht dan frs. 1.45. Het wachten is thans op het communiqué, waarin het brood niet duurder dan frs. 1.45 zal worden verklaard en men het in werkelijkheid frs. 1.60 zal moeten betalen, zooals thans reeds op de meeste plaatsen geschiedt. Ge middeld betaalt men hier, naar den Holland- schen koers gerekend, acht cent voor een fijn tarwebrood van twee kilo waarmede we nog altijd vèr blijven van den Holland- schen broodprijs 15 cent voor acht ons Over het algemeen genomen zijn de ge volgen der devaluatie voor België niet on gunstig te noemen. Gelijk uit de wel is waar late oekasen van minister Van Isacker blijkt, wordt prijsopdrijving door de regee ring zooveel mogelijk onderdrukt. Winke liers die hun prijzen ongemotiveerd opdrij ven komen met den strafrechter in aanra king. Daarentegen worden den handel in deviezen geen beperkende bepalingen meer in den weg gelegd, het inderhaast genomen besluit dienaangaande van 30 Januari 1935 is opgeheven. De belastingen worden be langrijk verlaagd, alsmede de douane-rech ten. Het aantal werkloozen is sinds de vo rige maand beduidend verminderd. Zoo werden op 2 Maart 11. voor geheel België nog 220.777 werkloozen gecontroleerd. Op 2 Mei was dat cijfer verminderd tot 178.797 of een vermindering van 41.980. Steeds wor den meer werkloozen in het productie-pro ces opgenomen, hetgeen zich verklaren laat als men weet, dat de laatste weken in Bel gië zeer veel gekocht werd. Op de binnen- landsche .markt raken de voorraden uitge put en volgen nieuwe bestellingen op groote schaal, die tal van fabrieken werk geven. Men meent hier dat deze economische opleving zich verder in dezelfde stijgende lijn zal blijven ontwikkelen, want vermin dering der werkloosheid verhoogt de koop kracht. Het handelsverkeer neemt gestadig toe. Vooral is dit merkbaar aan de Ant- werpsche haven. De schepen varen weer geregelder uit en aan bijna alle reederijen Is het werk hervat. Overal worden zaken gedaan en ondanks het einde der Paasch- vacantie, blijft het vreemdelingenverkeer aanhouden in een stee''* stijgend tempo. De eerste resultaten der devaluatie zijn hier derhalve tastbaar in meer handel, minder werkloosheid, versterking der koopkracht

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1935 | | pagina 6