Vlissingsciie Courant
NEIL LYNDON ONTSNAPT
TWEEDE BLAD
FEUILLETON
6)
Neem 'n "AKKERTJE"
van de
van
Woensdag 23 Januari 1935. No. 19.
PROVINCIALE STATEN.
Zitting van 22 Januari,
des middags 1.30 uur.
Zooals wij gisteren reeds meldden heeft
de Commissaris der Koningin, de vergade
ring van de Provinciale Staten geopend met
een Nieuwjaarsrede.
Nieuwjaarsrede van den Commis
saris der Koningin.
Aan die rede ontleenen wij het volgende
Aangezien aldus jhr. Quarles van Uf-
ford nog slechts enkele weken van het
nieuwe jaar verstreken zijn, wil ik niet na
laten U bij den aanvang uwer eerste ver
gadering in dit jaar mijne hartelijke geluk-
wenschen aan te bieden en mijn oprechten
dank uit te spreken voor de goede wen-
schen, welke ik bij de wisseling des jaars
van velen uwer mocht ontvangen. Moge
1935 U allen, alsmede uwe gezinnen en al
len, die U dierbaar zijn, veel geluk, voor
spoed en zegen brengen.
Mijne beste wenschen voorts voor het
welzijn onzer provincie en harer ingeze
tenen. Ongetwijfeld zullen we reeds dank
baar zijn, indien aan het einde van het jaar
van althans eenige opleving sprake zal
kunnen zijn. Niemand kan, alhoewel meer
deren het trachten, met zekerheid zeggen,
hoe de toekomst zich voor ons vaderland
zal ontwikkelen. Onze Vaderlandsche over
heidsorganen kunnen slechts weinig invloed
uitoefenen op den algemeenen economischen
toestand, die toch in hoofdzaak afhankelijk
is van internationale verhoudingen, maar
de taak, die op hunne schouders rust, is des
te zwaarder. Aan allen, die in deze provin
cie met eene openbare functie zijn of wor
den bekleed, wensch ik daarom toe sterkte
en kracht, trouw en toewijding, een gezond
optimisme, een goed oordeel en wijs beleid.
Hoe zorgwekkend ook de tijdsomstandighe
den bij voortduring nog blijven, laat ons
allen met Gods hulp moedig voorwaarts
gaan. De strijd om het bestaan wordt voor
velen steeds moeilijker en zwaarder, alle
takken van bedrijf hebben een kwijnend be
staan, de werkloosheid neemt steeds groo-
tere afmetingen aan, de bronnen van vroe
gere welvaart zijn uitgeput. En toch laat
ons vertrouwen blijven stellen in de toe
komst in de vaste overtuiging, dat het licht
door de duisternis zal doorbreken. Van
harte hoop ik, dat Gods onmisbare zegen in
1935 op onze provincie en hare ingezetenen
en op ons aller arbeid zal mogen rusten.
In den loop van dit jaar zal in uwe sa
menstelling door de aanstaande verkiezin
gen wijziging worden gebracht. Aan U allen
breng ik oprechten dank voor de wijze,
waarop gij de belangen dezer provincie in
het bijna afgeloopen vierjarig tijdperk hebt
behartigd, voor uwe aangename samen
werking, voor den goeden vriendschappe-
lijken geest, waarin uwe beraadslagingen
zijn gevoerd, alsmede voor de wijze, waarop
gij mij de leiding uwer vergaderingen hebt
makkelijk gemaakt. Moge het U allen gege
ven zijn nog lange jaren tot heil en ten
nutte onzer provincie werkzaam te zijn. Al
vorens onze verdere werkzaamheden aan te
vangen, noodig ik U uit met mij een korten
terugblik te werpen op het zooeven be
doelde vierjarig tijdperk, dat in Juli a.s. ten
einde loopt.
Allereerst denken wij daarbij met diep
leedwezen terug aan de zware slagen, welke
ons Vorstelijk Huis in het afgeloopen jaar
hebben getroffen. De innige deelneming van
ons volk in het leed onzer beide Vorstinnen
is op ontroerende en treffende wijze tot
uiting gekomen en diepe rouw, deernis en
smart heerschten allerwege. De dankbare
nagedachtenis aan de beide zoo beminde
Geautoriseerde vertaling.
Uit het Engelsch van Victor Bridges.
(Nadruk verboden)
Gedurende een kwart mijl liep de grond
byna effen toen, na een kleine rijzing, be
vond ik mij op den top van een heuvel. Ik
remde en reed langzaam de eerste bocht
om, waar mij een verrassing wachtte. Van
hieruit liep de weg steil naar omlaag door
een klein dorp, over een brug* en een korte,
steile helling op aan den overkant van de
rivier.
Ik overzag den toestand met een enkelen
blik en de rem loslatend, liet ik de oude
fiets gaan. Ik had maar weinig lust in het
dorp af te stappen en tegen de andere hel
ling op te wandelen en ik was te vermoeid
om iets anders te doen dan er in één vaart
overheen te rijden.
Ik vloog de helling af de machine liep
geruischloos en won ieder oogenblik vaart.
Bijna was ik beneden en ik was op het punt
weer te gaan trappen, toen ik plotseling
iets zag, dat mij bijna verstijven deed.
Hecht voor mij, midden op het dorpsplein,
stond een bewaker der gevangenishg
stond met zijn rug naar mij toe en ik zag
het maanlicht glimmen op den loop van
zyn karabijn.
Ik had zulk een snelheid, dat alles gelijk
ontslapenen zal onvergankelijk blijven
voortbestaan.
Het ten einde spoedende vierjarig" tijdperk
is op velerlei gebied uitermate zorgwekkend
geweest. De jaren van hoogconjunctuur,
welke daaraan vooraf gingen, waren be
ëindigd en een algemeene depressie, die
reusachtige afmetingen aannam, vertoonde
zich over de geheele wereld. Op economisch,
sociaal, geestelijk en zedelijk gebied was
tijdens de hoogconjunctuur schier alles mo
gelijk, schier alles heette een eisch des tijds,
schier alles scheen toelaatbaar. De inzin
king kwam en bracht speciaal op econo
misch gebied groote ellende en stilstand in
menig bedrijf.
Toch kan er m.i. ondanks den buitenge
woon zwaren druk der tijden, welke wij
thans beleven, reden tot dankbaarheid zijn,
dat de jaren van schijnwelvaart en schijn
geluk voorbij zijn en dat men althans eeni-
germate tot bezinning is gekomen. Temid
den van alle ellende en alle depressie mag
meer en meer worden geconstateerd een
zich ontluikend schuldbesef en een erken
ning, dat veler levensstandaard op een te
hoog niveau was ingesteld en dat versobe
ring en bezuiniging een eerste plicht voor
een ieder moet worden geacht.
Ook uwe vergadering heeft bij het votee-
ren van uitgaven daarmede zeer ernstig re
kening gehouden en in het algemeen haar
bijzondere zorg besteed aan onze provin
ciale begrooting. Met vreugde heb ik bij uw
beraadslagingen over de begrooting voor
1935 mogen vernemen, dat het voorzichtige
beleid van Ged. Staten ten opzichte der pro
vinciale financiën bij zeer velen uwer volle
dige instemming heeft genoten. Overeen
komstig het voorstel van Ged. Staten zijn
door U een aantal ingrijpende maatregelen
getroffen en zijn meerdere bezuinigingen
ingevoerd.
Spr. wees o.a. op de vermindering van de
bijdrage in de kosten van krankzinnigen
verpleging, verlaging van subsidies en even
eens van de meeste jaarwedden. Verder
wees spr. op andere maatregelen, die groo-
ten invloed hadden op de provinciale be
grooting, als het besluit om de batige saldi
van vorige dienstjaren weg te werken, het
instellen van een zeeweringenfonds en van
wegenonderhoudsfonds, het laatste naast
het reeds eerder ingesteld wegenfonds.
Inzake de bestrijding der werkloosheid
wees spr. op verschillende werken, die in de
laatste jaren van provinciewege tot uitvoe
ring zijn gebracht en die hun aandeel in die
bestryding bij hebben gedragen, tei*wijl de
commissie die daarmede belast is succes
had bij lagere overheidsorganen en particu
lieren, waar het gold werkverschaffing.
Een en ander neemt niet weg, dat dit
vraagstuk ook in de naaste toekomst nog
steeds de volle aandacht van de Prov. en
Ged. Staten zal dienen te hebben.
Zooals vanzelf spreekt, kon bestrijding
der werkloosheid in belangrijke mate ge
paard gaan met de uitvoering van werken,
waardoor de algemeene verkeersbelangen in
deze provincie werden gebaat. In dit ver--
band wees spr. op het doen bouwen van
drie motorschepen op „de Schelde", waar
van het gevolg was, dat de provinciale
vloot, mede gelet op de drie motorschepen
van grooter type, die eenige jaren eerder
zijn gebouwd, thans aan alle eischen van
het moderne verkeer beantwoordt. Voor den
dienst op de Oosterschelde ging daarmede
gepaard het aanbrengen van de noodige
voorzieningen aan het havenkanaal en de
zwaaiplaats te Zierikzee.
Dank zij de activiteit en de ijverige zor
gen van den provincialen waterstaat zijn,
aldus merkte spr. op, in de laatste 4 jaren
ook verscheidene K.M. secundairen weg
aangelegd of hersteld en zijn verschillende
dier wegen na herstelling in beheer en on
derhoud door de provincie overgenomen.
Spr. las daarop een staat voor van de we
gen en wegvakken, welke na 1931 onder
handen zijn genomen en was het totaal
daarvan 103.446 K.M., waarvan in uitvoe-
uil zoo'n nieuw handig zalsdoosja
bii Gevalle kou. Griep, Influenza.
tijdig scheen te gebeuren. Als in een flits
zag ik hem omkeeren en hoorde ik hem
roepen, dat ik moest stoppen het volgend
oogenblik was ik hem voorbij en over de
brug.
Of hij mij had herkend, durf ik niet te
zeggen. Ik geloof het niet, want dan zou
hij waarschijnlijk wel eerder geschoten
hebben nu was ik voor driekwart den
heuvel op, toen hij het waagde een schot
te lossen.
Pang ging zijn karabijn en bijna tegelij
kertijd, met een tweeden harden knal,
sprong de band van mijn achterwiel. Wan
neer hij daarop gemikt had, was het een
goed schotin ieder geval scheelde het
weinig of hij had zijn doel bereikt. De oude
fiets maakte een grooten zwaai, maar met
een nydigen ruk slaagde ik er in haar weer
in mijn macht te krijgen. Een seconde lang
hoorde ik hem schreeuwen, mij na rennen
daarna trapte ik als een waanzinnige de
rest van den heuvel op en verdween achter
den beschermenden top.
Van mijn rit over de volgende mijl heb
ik slechts een verwarde herinnering. Ik
herinner mij alleen, dat ik blindelings
voorttrapte, terwijl het achterwiel knarste
en steunde onder mij en dat de weg voor
mij rees en daalde. Het moet de mded der
wanhoop zijn geweest, die mij deed voort
gaan, want ik was in net laatste stadium
van honger en vermoeidheid en wist meest
al nauwelijks, wat ik deed.
Ten slotte, nadat ik langzaam een lange
helling op gehobbeld was, bevond ik mij
aan dg uiterste grens yan deze vochtige
ring 5.739 K.M. en nieuw aangelegd 5.902
K.M., dus hersteld zyn 91.805 K.M.
Ook is bij verschillende besiuiten een
renteloos voorschot toegekend voor tertiaire
wegen, terwijl met medewerking van de
Staten thans alle wegen in de provincie tol
vrij zyn geworden. Die tolvrijheid bestaat
niet voor de brug over de Eendracht, eigen
dom der gemeente Tholen, welke gemeente
alle hulde toekomt voor de totstandkoming
van dit werk.
Met het oog op de verkeersbelangen zijn
verder eenige der provinciale steigers her
steld.
Een zeer belangrijk besluit noemde spr.
dat tot handhaving als zuiver provincialen
dienst van de bootverbinding Vlissingen
Terneuzen. Het moge aldus, spr. uwe
vergadering een voldoening zijn, dat de fi-
nancieele resultaten van dezen dienst gun
stiger zijn gebleken, dan Ged. Staten zich
aanvankelijk hadden voorgesteld.
Dan herinnerde spreker aan de uitvoerige
discussies over de opheffing van den tram-
dienst Hansweert-Vlake, om dan te consta-
teeren dat de Staten voorts te kort zouden
hebben gedaan aan hun eerbied voor oude
gebruiken, indien zij niet 't vraagstuk der
Zondagsdiensten op de provinciale bootdien
sten meerdere malen tot. een onderwerp van
breedvoerige gedachtenwisseling had ge
maakt.
Ook het luchtverkeer, dat voor Zeeland
van zoo uitermate groot belang kan wor
den, heeft zich in de sympathie van de Sta
ten mogen verheugen, getuige hun besluit
tot toekennen van een renteloos voorschot
voor aankoop van het vliegveld te Haam
stede.
Nog tal van andere belang'en hebben in de
bijna afgeloopen vierjarige periode de ern
stige aandacht der Staten gevraagd. Inzake
den landbouw noemde spr. het tweemaal
genomen besluit tot toekenning van een
risicogarantie van 1.000.000 voor den tar
weoogst resp. 1932 en 1933. Met dankbaar
heid kan spr. vermelden, dat het niet nood
zakelijk is gebleken van de garantie gebruik
te maken.
Een besluit, waarbij de belangen van het
platteland in de toekomst zeer zeker ge
diend zullen zijn, is voorts dat tot oprich
ting van het waterschap „het Hulster- en
Axelerambacht", waardoor een gebied van
ruim 20.000 H.A. van wateroverlast bevrijd
zal kunnen worden. Ook het mogelijk ma
ken van herschatting der gronden van de
calamiteuze polders binnen 7 jaren, noemde
spr. van groot belang en ook het verschui
ven van het voorschrift inzake de breedte
der wielbanden tot Januari 1940.
Het vraagstuk der electriciteitsvoorzie-
ning heeft zich ook in debelangstelling der
Staten mogen verheugen, al is er niet zoo
veel over beraadslaagd als in de vorige 4-
jarige perioden. Er zijn elf netten overge
nomen.
Naast de electriciteitsvóorziëning hebben
de Staten in December ook de gasvoorzie-
ning binnen den kring hunner bemoeiingen
getrokken. Spr. hoopt'van harte, dat het
dienaangaande getroffen besluit gunstige
gevolgen voor de provincie zal mogen heb
ben. Een belangrijk besluit op sociaal ge
bied namen de Staten volgens spreker door
toekenning van een renteloos voorschot
aan de N.V. Waterleidingsmaatschappij
„Zeeuwsch-Vlaanderen" en de toekenning
van een extra subsidie ten bate van de hy
giëne van het kind bewijst, dat de Staten
ook een open oog hebben gehad voor de
volksgezondheid.
Het lot der ambtenaren kwam niet alleen
ter sprake bij het besluit inzake hunne sa
larisregeling, maar ook bij de vaststelling
van een belangrijke wijziging van het re
glement op de rechtspositie der provinciale
ambtenaren, bij die van een arbeidsover-
eenkomsienreglement en bij die van een re
glement voor de polder- en waterschaps
ambtenaren, alsmede bij een wijziging van
het algemeen reglement op de polders en
waterschappen.
Nog herinnerde spr. aan de wijzigingen in
enkele bijzondere reglementen en aan de
samenvoeging van de Oud- en Nieuw-Noord
Bevelandpolders en aan het binnenkort m
studie nemen van het vraagstuk der combi
natie van polders en waterschappen.
heuvelstreek. Recht voor mij uit gleed de
weg verscheidene honderden voeten naar
omlaag, een breede vlakte van velden en
bosschen in. Zes of zeven mijl verwijderd
sloegen de lichten van Plymouth en Devon-
port een gelen gloed tegen den hemel en
nog daarachter kon ik even de glinstering
zien van maanlicht op de zee.
Het diende nergens toe hier te blijven,
want ik wist, dat binnen een ,uur de be
wakers mij op het spoor zouden zijn. Ik
reed de lange helling af, terwijl ik door
remmen er voor zorgde dat de fiets niet,
zooals bij den vorigen heuvel, in volle vaart
naar beneden vloog.
Ik kwam veilig beneden, waar een weg
wijzer stond met twee armen, een wijzend
naar Devonport, de andere naar Plymouth,
ik volgde den eersten, waarom weet ik
eigenlijk niet, en met een laatste samen
raping van mijn bijna verbruikte energie,
reed ik duizelig tusschen de hooge hagen
aan weerskanten van den weg.
Tot op dezen dag begrijp ik nog niet, hoe
ik toen zoover heb kunnen komen. Twee
keer viel ik van louter zwakheid omver,
maar beide keeren slaagde ik er in, weer
op te stappen en eerst, toen ik voor den
derden keer viel, besloot ik, niet verder te
gaan.
Ik was op een donker gedeelte van den
weg aan weerskanten stonden dichte aan
plantingen. Het was een goede plek om mij
te verbergen, maar er lag nog een ander,
belangrijker probleem voor mij hoe uitge
put ik ook was, ik begreep, dat mijn loop
baan van ontsnapte gevangene spoedig ten
Met deze korte opsomming van een aan
tal besluiten, door U in de laatste 4 jaren
getroffen aldus de Commissaris moge
ik volstaan en ik ben er van overtuigd,
daarmede aangetoond te hebben, dat door
U zeer omvangrijk en zeer belangrijk werk
is verricht, zoodat uwe vergadering aan
sprak kan maken op den warmen dank der
provincie voor hare goede zorgen en hare
toewijding.
Ik eindig thans met het uitspreken van
den wensch, dat onze provincie onder Gods
zegen, kan het zijn binnen korten tijd, een
goede toekomst moge tegemoet gaan en dat
zij, die geroepen zullen worden aandeel te
nemen in het bestuur van deze provincie,
met dezelfde toewijding én hetzelfde beleid,
als waarvan gij blijk hebt gegeven, zich
van hunne taak zullen kwijten.
Op deze woorden klonken blijken van in
stemming, evenals na de woorden van den
heer Van de Putte, die den Commissaris
dank bracht voor zijn rede en hem namens
de Staten ook Gods besten zegen in 1935
toewenschte.
De gasvoorziening.
Onder de ingekomen stukken waren de
Koninklijke besluiten tot goedkeuring van
enkele Statenbesluiten, en wel o.a. dat tot
deelneming in het maatschappelijk kapitaal
van een op te richten N.V. Zeeuwsche Gas
maatschappij en het aangaan van een geld-
leening van 2.000.000.
Weegbruggen en dienstgebouwen.
In de vergadering van 19 December werd
aangehouden de beslissing over de beide
volgende voorstellen
a. stichting van weegbruggen te Zierikzee
en Wolphaartsdijk voor den prov. stoom-
bootdienst op de Oosterschelde en den veer
dienst Kortgene-Wolphaartsdijk en een kan
toorgebouw te Zierikzee
b. stichting van dienstlokalen voor den
prov. stoombootdienst op de Westerschelde
te Terneuzen.
Ged. Staten hebben zich uitvoerig verde
digd tegenover de opmerkingen inzake de
weegbruggen en den wensch om andere
wijze van vrachtheffing en met aandrang in
overweging gegeven de beide voorstellen
als ongewijzigd aan te nemen.
De heer Schippers kan zich met de voor
stellen van Ged. Staten vereenigen.
De heer Sonke is door de argumenten
van Ged. Staten niet geheel overtuigd. De
meerderheid van de argumenten van Ged.
Staten heeft hem niet kunnen bevredigen.
Het wegen zal tijdverlies veroorzaken en
het meten zal na eenigen tijd niet meer
noodig zijn.
Hij zal noodgedwongen met het voorstel
van Ged. Staten medegaan en trok daarom
zijn in de vorige vergadering ingediend
amendement in.
De heer Moelker zeide dat Ged. Staten
getoond hebben het vraagstuk van het
auto-vervoer onder het oog te hebben ge
zien. Hij verklaarde zich voor het voorstel
van Ged. Staten en hij vertrouwt dat het
met groote meerderheid zal worden aan
genomen.
De heer Hamelink weet voor een verloren
zaak te pleiten, doch hij bleef zijn bezwaren
tegen het voorstel van Ged. Staten handha
ven. Hij gelooft nog altijd dat het voorstel
van Ged. Staten zeer belemmerend werken
zal op het verkeer en de vrachtprijzen voor
de auto's veel te hoog zijn.
Op financieele en practische gronden
was hij tegen het voorstel van Ged. Staten
en hij zette zijn bezwaren daartegen nog
nader uiteen.
Ged. Staten zijn wel tegemoet gekomen
aan de bezwaren tegen de hooge tarieven,
doch niet voor het vervoer van weinig kost
bare producten.
Er had verschil gemaakt moeten worden
tusschen beladen en onbeladen wagens en
meer andere practische bezwaren, welke
hij breedvoerig uiteenzette.
Men moet de zaak breed bezien en dat is
niet gebeurd.
Er wórdt fraude gepleegd omdat deze .Is
het ware in de hand wordt gewerkt.
De veren zijn eigenlijk een verlengstuk
van de wegen en daarom moet niet per ge
wicht worden gerekend.
einde zou zijn, wanneer ik niet in dien
nacht nog iets te eten vond.
Ik verzamelde al mijn kracht en trok de
fiets aan den kant van den weg. Toen
kroop ik door het hek, dat langs de aan
planting liep en ging struikelend voor
waarts langs het pad, dat iets hooger lag
dan den weg.
Op deze wijze was ik misschien veertig
meter gevorderd, toen geheel onverwachts
zoowel de boomen als het hek ophielden.
Een oogenblik bleef ik staan, wankelend,
half ongeloovig toen begreep ik, dat ik
voor een open poort stond, die toegang gaf
tot een buitengewoon slecht onderhouden
oprijlaan. Aan het eind van deze oprijlaan
stond een huis en het maanlicht, dat op
den voorgevel scheen, toonde mg, dat de
geheele plaats een zoo verlaten en ver
waarloosd uiterlijk had, als een bewoond
gebouw maar hebben kon. En dat het was
bewoond bewees een zwakke lichtstrook,
welke door het laam boven de voordeur
viel.
Ik kan niet zeggen, dat het huis mij be
paald uitnoodigde tot een bezoek, maar ik
kon moeilijk op een uitnoodiging wachten,
waar het een mogelijkheid om eten te krij
gen betrof. Ik sloop dus de poort binnen
en mij geheel in de schaduw houdend, na
derde ik langzaam en onzeker de voordeur.
Daar hurkte ik een oogenblik neer en nam
het huis op. Behalve die eene lichtstreep
was er nergens eenig teeken van leven.
Eerst had ik een sterken lust om aan te
bellen en voor te geven, dat ik een vru
honger uitgeputte zwerver was, maar ik
De heer Vogelaar wenscht hetgeen da
heer Hamelink gezegd heeft te steunen, zij
het op andere gronden. Hij is tegen het
voorstel van Ged. Staten, omdat de vracht
tarieven te hoog zijn. De tarieven voor de
vrachtauto's dienen zoo laag mogelijk te
zijn. De tarieven over de veren zijn overal
in het land veel lager dan in Zeeland. In het
algemeen belang dienen dan ook de tarie
ven voor vrachtauto's zoo goedkoop moge
lijk gesteld te worden.
De heer Kodde zeide dat de zaak waarom
het hier gaat is de verlaging der tarie--
ven. Hij zou de voorkeur er aan geven dat
het rijk de veren zóu exploiteeren. Men
moet komen tot centralisatie van de veren
en dan zal men op den duur kunnen komen
tot lagere tarieven.
Hij zal voor het voorstel van Ged. Staten
stemmen.
De heer Bosselaar heeft met belangstel
ling de verschillende stukken over deze
voorstellen gelezen. Ged. Staten bewande-"
len den juisten middenweg en op dien grond
zal hij met het voorstel van Gëd. Staten
medegaan. Hij zeide dat de weegbruggen
fraude zullen voorkomen.
De heer Van Rompu verdedigde het voor
stel van Ged. Staten.
Hij zeide dat Ged. Staten niet over ijs
van één nacht gaan en dat is ook met dit
voorstel niet het geval geweest
Het voorstel var Ged. Staten sub a werd
daarna in stemming gebracht en aangeno
men met 32 tegen 8 stemmen.
Het voorstel sub b werd aangenomen
zonder hoofdelijke stemming, doch met
aanteekening dat dezelfde leden die tegen
het voorstel sub a waren, ook hier tegen
hebben gestemd.
Wijziging algemeen reglement voor
de polders of waterschappen in
Zeeland.
Ten slotte kwam het voorstel ter tafel tot
wijziging van het algemeen reglement voor
de polders of waterschappen in Zeeland,
welke wijziging een gevolg is van opening
van de mogelijkheid, om ook van het ge
bouwd onder alle omstandigheden desver-
langd een geschot te heffen.
Eenige aanvulling in het reglement zdjn
daarvoor nog noodig o.a. ter zake van de
stembevoegdheid der aldus aangeslagenen.
Bovendien zijn nog enkele andere wijzigin
gen en aanvullingen noodzakelijk gebleken.
In twee afdeelingen zijn enkele algemeene
beschouwingen over het voorstel gehouden
en is o.a. gevraagd wat er voor beschermt,
dat niet iedere polder tot den aanslag van
het gebouwd zal overgaan, waarop het ant
woord luidde, dat het besluit nu eenmaal
gevallen is en de uitvoering er van in han
den van Ged. Staten ligt.
Op een vraag waarom voor dit regle
ment, dat voor vele jaren zal moeten gel
den, de spelling-Marchant niet gebruikt is,
luidde het antwoord, dat ook de regeering
zelve zich aan de oude spelling houdt.
Op een desbetreffende vraag bleek, dat de
kwestie der scherpere controle op de han
delingen van de ontvangers-griffiers, in
het Polder-ambten^«nreglement zal wor
den opgenomen en wel in de volgende zit
ting aan de orde zal kunnen worden gesteld.
Overwogen zal worden of het mogelijk is
als alle leden der Staten het reglement thuis
krijgen, het in boekvorm en met wit door
schoten te doen verschijnen.
In hun antwoord op het algemeen verslag
deelen Ged. Staten mede, dat met den mi
nister overeenstemming is verkregen of al
thans weldra in allen vorm verkregen zal
worden, betreffende het reeds in 1931 door
de Prov. Staten vastgestelde polderambte
narenreglement. Uit den aard der zaak zul
len eenige bepalingen betreffende de rechts
positie van de polderambtenaren, welke
thans nog in het algemeen polderreglement
voorkomen, moeten worden overgebracht
naar het polderambtenarenreglement.
Een voorstel, om beide reglementen met
elkander in overeenstemming te brengen,
zal, naar Ged. Staten vertrouwen, in de vol
gende'zitting aan de Staten kunnen worden
aangeboden en dan zullen tevens de bepalin
gen van de controle op de handelingen van
de ontvangers-griffiers nader in aandacht
worden genomen.
bedacht, dat mgn signalement overal in de
buurt was aangeplakt en dat ieder mij hier
onmiddellijk als den ontsnapten gevangene
zou herkennen.
Hoezeer het mij ook tegen de borst
stuitte, ik kon geen anderen uitweg vinden
dan een tweede inbraak te plegen. Langs
den zijkant van het huis liep een pad ik
bedacht, dat dit mij misschien bij een ven
ster brengen kon, dat niet gesloten was en
daar het nergens toe diende te wachten tot
ik van uitputting in elkaar zou zakken,
stond ik op, gings langs de laurieren tot
het einde van de laan en sloop verder on
der de beschermende schaduw der overhan
gende boomen.
Langzaam volgde ik het pad, één hand
tegen den muur, en kwam aan een kleine,
open vierkante ruimte, met schelpen be
dekt, waar ik tegen den achterkant van
het huis ópkeek. Er was een deur in het
midden, tusschen twee vensters daarboven
lagen nog enkele kamers, blijkbaar geheel
in het duister.
Ik voelde, dat ik een bezwijming nabij
was, maar met de uiterste wilsinspannning
bleef ik mijzelf meester. Ik ging naar het
dichtstbijzijnde venster en gluurde door de
ruit. Ik zag vaag den omtrek van een tafel,
met enkele borden er op. Ik drukte het
raam aan ae stijlen omhoog. Het week
langzaam en met een niepend geluid, dat
mij het hart in de keel deed slaaa,
'/Wordt vervolgd.)