Vlissingsciie Courant NEIL LYNDON ONTSNAPT TWEEDE BLAD FEUILLETON 6) Neem 'n "AKKERTJE" van de van Woensdag 23 Januari 1935. No. 19. PROVINCIALE STATEN. Zitting van 22 Januari, des middags 1.30 uur. Zooals wij gisteren reeds meldden heeft de Commissaris der Koningin, de vergade ring van de Provinciale Staten geopend met een Nieuwjaarsrede. Nieuwjaarsrede van den Commis saris der Koningin. Aan die rede ontleenen wij het volgende Aangezien aldus jhr. Quarles van Uf- ford nog slechts enkele weken van het nieuwe jaar verstreken zijn, wil ik niet na laten U bij den aanvang uwer eerste ver gadering in dit jaar mijne hartelijke geluk- wenschen aan te bieden en mijn oprechten dank uit te spreken voor de goede wen- schen, welke ik bij de wisseling des jaars van velen uwer mocht ontvangen. Moge 1935 U allen, alsmede uwe gezinnen en al len, die U dierbaar zijn, veel geluk, voor spoed en zegen brengen. Mijne beste wenschen voorts voor het welzijn onzer provincie en harer ingeze tenen. Ongetwijfeld zullen we reeds dank baar zijn, indien aan het einde van het jaar van althans eenige opleving sprake zal kunnen zijn. Niemand kan, alhoewel meer deren het trachten, met zekerheid zeggen, hoe de toekomst zich voor ons vaderland zal ontwikkelen. Onze Vaderlandsche over heidsorganen kunnen slechts weinig invloed uitoefenen op den algemeenen economischen toestand, die toch in hoofdzaak afhankelijk is van internationale verhoudingen, maar de taak, die op hunne schouders rust, is des te zwaarder. Aan allen, die in deze provin cie met eene openbare functie zijn of wor den bekleed, wensch ik daarom toe sterkte en kracht, trouw en toewijding, een gezond optimisme, een goed oordeel en wijs beleid. Hoe zorgwekkend ook de tijdsomstandighe den bij voortduring nog blijven, laat ons allen met Gods hulp moedig voorwaarts gaan. De strijd om het bestaan wordt voor velen steeds moeilijker en zwaarder, alle takken van bedrijf hebben een kwijnend be staan, de werkloosheid neemt steeds groo- tere afmetingen aan, de bronnen van vroe gere welvaart zijn uitgeput. En toch laat ons vertrouwen blijven stellen in de toe komst in de vaste overtuiging, dat het licht door de duisternis zal doorbreken. Van harte hoop ik, dat Gods onmisbare zegen in 1935 op onze provincie en hare ingezetenen en op ons aller arbeid zal mogen rusten. In den loop van dit jaar zal in uwe sa menstelling door de aanstaande verkiezin gen wijziging worden gebracht. Aan U allen breng ik oprechten dank voor de wijze, waarop gij de belangen dezer provincie in het bijna afgeloopen vierjarig tijdperk hebt behartigd, voor uwe aangename samen werking, voor den goeden vriendschappe- lijken geest, waarin uwe beraadslagingen zijn gevoerd, alsmede voor de wijze, waarop gij mij de leiding uwer vergaderingen hebt makkelijk gemaakt. Moge het U allen gege ven zijn nog lange jaren tot heil en ten nutte onzer provincie werkzaam te zijn. Al vorens onze verdere werkzaamheden aan te vangen, noodig ik U uit met mij een korten terugblik te werpen op het zooeven be doelde vierjarig tijdperk, dat in Juli a.s. ten einde loopt. Allereerst denken wij daarbij met diep leedwezen terug aan de zware slagen, welke ons Vorstelijk Huis in het afgeloopen jaar hebben getroffen. De innige deelneming van ons volk in het leed onzer beide Vorstinnen is op ontroerende en treffende wijze tot uiting gekomen en diepe rouw, deernis en smart heerschten allerwege. De dankbare nagedachtenis aan de beide zoo beminde Geautoriseerde vertaling. Uit het Engelsch van Victor Bridges. (Nadruk verboden) Gedurende een kwart mijl liep de grond byna effen toen, na een kleine rijzing, be vond ik mij op den top van een heuvel. Ik remde en reed langzaam de eerste bocht om, waar mij een verrassing wachtte. Van hieruit liep de weg steil naar omlaag door een klein dorp, over een brug* en een korte, steile helling op aan den overkant van de rivier. Ik overzag den toestand met een enkelen blik en de rem loslatend, liet ik de oude fiets gaan. Ik had maar weinig lust in het dorp af te stappen en tegen de andere hel ling op te wandelen en ik was te vermoeid om iets anders te doen dan er in één vaart overheen te rijden. Ik vloog de helling af de machine liep geruischloos en won ieder oogenblik vaart. Bijna was ik beneden en ik was op het punt weer te gaan trappen, toen ik plotseling iets zag, dat mij bijna verstijven deed. Hecht voor mij, midden op het dorpsplein, stond een bewaker der gevangenishg stond met zijn rug naar mij toe en ik zag het maanlicht glimmen op den loop van zyn karabijn. Ik had zulk een snelheid, dat alles gelijk ontslapenen zal onvergankelijk blijven voortbestaan. Het ten einde spoedende vierjarig" tijdperk is op velerlei gebied uitermate zorgwekkend geweest. De jaren van hoogconjunctuur, welke daaraan vooraf gingen, waren be ëindigd en een algemeene depressie, die reusachtige afmetingen aannam, vertoonde zich over de geheele wereld. Op economisch, sociaal, geestelijk en zedelijk gebied was tijdens de hoogconjunctuur schier alles mo gelijk, schier alles heette een eisch des tijds, schier alles scheen toelaatbaar. De inzin king kwam en bracht speciaal op econo misch gebied groote ellende en stilstand in menig bedrijf. Toch kan er m.i. ondanks den buitenge woon zwaren druk der tijden, welke wij thans beleven, reden tot dankbaarheid zijn, dat de jaren van schijnwelvaart en schijn geluk voorbij zijn en dat men althans eeni- germate tot bezinning is gekomen. Temid den van alle ellende en alle depressie mag meer en meer worden geconstateerd een zich ontluikend schuldbesef en een erken ning, dat veler levensstandaard op een te hoog niveau was ingesteld en dat versobe ring en bezuiniging een eerste plicht voor een ieder moet worden geacht. Ook uwe vergadering heeft bij het votee- ren van uitgaven daarmede zeer ernstig re kening gehouden en in het algemeen haar bijzondere zorg besteed aan onze provin ciale begrooting. Met vreugde heb ik bij uw beraadslagingen over de begrooting voor 1935 mogen vernemen, dat het voorzichtige beleid van Ged. Staten ten opzichte der pro vinciale financiën bij zeer velen uwer volle dige instemming heeft genoten. Overeen komstig het voorstel van Ged. Staten zijn door U een aantal ingrijpende maatregelen getroffen en zijn meerdere bezuinigingen ingevoerd. Spr. wees o.a. op de vermindering van de bijdrage in de kosten van krankzinnigen verpleging, verlaging van subsidies en even eens van de meeste jaarwedden. Verder wees spr. op andere maatregelen, die groo- ten invloed hadden op de provinciale be grooting, als het besluit om de batige saldi van vorige dienstjaren weg te werken, het instellen van een zeeweringenfonds en van wegenonderhoudsfonds, het laatste naast het reeds eerder ingesteld wegenfonds. Inzake de bestrijding der werkloosheid wees spr. op verschillende werken, die in de laatste jaren van provinciewege tot uitvoe ring zijn gebracht en die hun aandeel in die bestryding bij hebben gedragen, tei*wijl de commissie die daarmede belast is succes had bij lagere overheidsorganen en particu lieren, waar het gold werkverschaffing. Een en ander neemt niet weg, dat dit vraagstuk ook in de naaste toekomst nog steeds de volle aandacht van de Prov. en Ged. Staten zal dienen te hebben. Zooals vanzelf spreekt, kon bestrijding der werkloosheid in belangrijke mate ge paard gaan met de uitvoering van werken, waardoor de algemeene verkeersbelangen in deze provincie werden gebaat. In dit ver-- band wees spr. op het doen bouwen van drie motorschepen op „de Schelde", waar van het gevolg was, dat de provinciale vloot, mede gelet op de drie motorschepen van grooter type, die eenige jaren eerder zijn gebouwd, thans aan alle eischen van het moderne verkeer beantwoordt. Voor den dienst op de Oosterschelde ging daarmede gepaard het aanbrengen van de noodige voorzieningen aan het havenkanaal en de zwaaiplaats te Zierikzee. Dank zij de activiteit en de ijverige zor gen van den provincialen waterstaat zijn, aldus merkte spr. op, in de laatste 4 jaren ook verscheidene K.M. secundairen weg aangelegd of hersteld en zijn verschillende dier wegen na herstelling in beheer en on derhoud door de provincie overgenomen. Spr. las daarop een staat voor van de we gen en wegvakken, welke na 1931 onder handen zijn genomen en was het totaal daarvan 103.446 K.M., waarvan in uitvoe- uil zoo'n nieuw handig zalsdoosja bii Gevalle kou. Griep, Influenza. tijdig scheen te gebeuren. Als in een flits zag ik hem omkeeren en hoorde ik hem roepen, dat ik moest stoppen het volgend oogenblik was ik hem voorbij en over de brug. Of hij mij had herkend, durf ik niet te zeggen. Ik geloof het niet, want dan zou hij waarschijnlijk wel eerder geschoten hebben nu was ik voor driekwart den heuvel op, toen hij het waagde een schot te lossen. Pang ging zijn karabijn en bijna tegelij kertijd, met een tweeden harden knal, sprong de band van mijn achterwiel. Wan neer hij daarop gemikt had, was het een goed schotin ieder geval scheelde het weinig of hij had zijn doel bereikt. De oude fiets maakte een grooten zwaai, maar met een nydigen ruk slaagde ik er in haar weer in mijn macht te krijgen. Een seconde lang hoorde ik hem schreeuwen, mij na rennen daarna trapte ik als een waanzinnige de rest van den heuvel op en verdween achter den beschermenden top. Van mijn rit over de volgende mijl heb ik slechts een verwarde herinnering. Ik herinner mij alleen, dat ik blindelings voorttrapte, terwijl het achterwiel knarste en steunde onder mij en dat de weg voor mij rees en daalde. Het moet de mded der wanhoop zijn geweest, die mij deed voort gaan, want ik was in net laatste stadium van honger en vermoeidheid en wist meest al nauwelijks, wat ik deed. Ten slotte, nadat ik langzaam een lange helling op gehobbeld was, bevond ik mij aan dg uiterste grens yan deze vochtige ring 5.739 K.M. en nieuw aangelegd 5.902 K.M., dus hersteld zyn 91.805 K.M. Ook is bij verschillende besiuiten een renteloos voorschot toegekend voor tertiaire wegen, terwijl met medewerking van de Staten thans alle wegen in de provincie tol vrij zyn geworden. Die tolvrijheid bestaat niet voor de brug over de Eendracht, eigen dom der gemeente Tholen, welke gemeente alle hulde toekomt voor de totstandkoming van dit werk. Met het oog op de verkeersbelangen zijn verder eenige der provinciale steigers her steld. Een zeer belangrijk besluit noemde spr. dat tot handhaving als zuiver provincialen dienst van de bootverbinding Vlissingen Terneuzen. Het moge aldus, spr. uwe vergadering een voldoening zijn, dat de fi- nancieele resultaten van dezen dienst gun stiger zijn gebleken, dan Ged. Staten zich aanvankelijk hadden voorgesteld. Dan herinnerde spreker aan de uitvoerige discussies over de opheffing van den tram- dienst Hansweert-Vlake, om dan te consta- teeren dat de Staten voorts te kort zouden hebben gedaan aan hun eerbied voor oude gebruiken, indien zij niet 't vraagstuk der Zondagsdiensten op de provinciale bootdien sten meerdere malen tot. een onderwerp van breedvoerige gedachtenwisseling had ge maakt. Ook het luchtverkeer, dat voor Zeeland van zoo uitermate groot belang kan wor den, heeft zich in de sympathie van de Sta ten mogen verheugen, getuige hun besluit tot toekennen van een renteloos voorschot voor aankoop van het vliegveld te Haam stede. Nog tal van andere belang'en hebben in de bijna afgeloopen vierjarige periode de ern stige aandacht der Staten gevraagd. Inzake den landbouw noemde spr. het tweemaal genomen besluit tot toekenning van een risicogarantie van 1.000.000 voor den tar weoogst resp. 1932 en 1933. Met dankbaar heid kan spr. vermelden, dat het niet nood zakelijk is gebleken van de garantie gebruik te maken. Een besluit, waarbij de belangen van het platteland in de toekomst zeer zeker ge diend zullen zijn, is voorts dat tot oprich ting van het waterschap „het Hulster- en Axelerambacht", waardoor een gebied van ruim 20.000 H.A. van wateroverlast bevrijd zal kunnen worden. Ook het mogelijk ma ken van herschatting der gronden van de calamiteuze polders binnen 7 jaren, noemde spr. van groot belang en ook het verschui ven van het voorschrift inzake de breedte der wielbanden tot Januari 1940. Het vraagstuk der electriciteitsvoorzie- ning heeft zich ook in debelangstelling der Staten mogen verheugen, al is er niet zoo veel over beraadslaagd als in de vorige 4- jarige perioden. Er zijn elf netten overge nomen. Naast de electriciteitsvóorziëning hebben de Staten in December ook de gasvoorzie- ning binnen den kring hunner bemoeiingen getrokken. Spr. hoopt'van harte, dat het dienaangaande getroffen besluit gunstige gevolgen voor de provincie zal mogen heb ben. Een belangrijk besluit op sociaal ge bied namen de Staten volgens spreker door toekenning van een renteloos voorschot aan de N.V. Waterleidingsmaatschappij „Zeeuwsch-Vlaanderen" en de toekenning van een extra subsidie ten bate van de hy giëne van het kind bewijst, dat de Staten ook een open oog hebben gehad voor de volksgezondheid. Het lot der ambtenaren kwam niet alleen ter sprake bij het besluit inzake hunne sa larisregeling, maar ook bij de vaststelling van een belangrijke wijziging van het re glement op de rechtspositie der provinciale ambtenaren, bij die van een arbeidsover- eenkomsienreglement en bij die van een re glement voor de polder- en waterschaps ambtenaren, alsmede bij een wijziging van het algemeen reglement op de polders en waterschappen. Nog herinnerde spr. aan de wijzigingen in enkele bijzondere reglementen en aan de samenvoeging van de Oud- en Nieuw-Noord Bevelandpolders en aan het binnenkort m studie nemen van het vraagstuk der combi natie van polders en waterschappen. heuvelstreek. Recht voor mij uit gleed de weg verscheidene honderden voeten naar omlaag, een breede vlakte van velden en bosschen in. Zes of zeven mijl verwijderd sloegen de lichten van Plymouth en Devon- port een gelen gloed tegen den hemel en nog daarachter kon ik even de glinstering zien van maanlicht op de zee. Het diende nergens toe hier te blijven, want ik wist, dat binnen een ,uur de be wakers mij op het spoor zouden zijn. Ik reed de lange helling af, terwijl ik door remmen er voor zorgde dat de fiets niet, zooals bij den vorigen heuvel, in volle vaart naar beneden vloog. Ik kwam veilig beneden, waar een weg wijzer stond met twee armen, een wijzend naar Devonport, de andere naar Plymouth, ik volgde den eersten, waarom weet ik eigenlijk niet, en met een laatste samen raping van mijn bijna verbruikte energie, reed ik duizelig tusschen de hooge hagen aan weerskanten van den weg. Tot op dezen dag begrijp ik nog niet, hoe ik toen zoover heb kunnen komen. Twee keer viel ik van louter zwakheid omver, maar beide keeren slaagde ik er in, weer op te stappen en eerst, toen ik voor den derden keer viel, besloot ik, niet verder te gaan. Ik was op een donker gedeelte van den weg aan weerskanten stonden dichte aan plantingen. Het was een goede plek om mij te verbergen, maar er lag nog een ander, belangrijker probleem voor mij hoe uitge put ik ook was, ik begreep, dat mijn loop baan van ontsnapte gevangene spoedig ten Met deze korte opsomming van een aan tal besluiten, door U in de laatste 4 jaren getroffen aldus de Commissaris moge ik volstaan en ik ben er van overtuigd, daarmede aangetoond te hebben, dat door U zeer omvangrijk en zeer belangrijk werk is verricht, zoodat uwe vergadering aan sprak kan maken op den warmen dank der provincie voor hare goede zorgen en hare toewijding. Ik eindig thans met het uitspreken van den wensch, dat onze provincie onder Gods zegen, kan het zijn binnen korten tijd, een goede toekomst moge tegemoet gaan en dat zij, die geroepen zullen worden aandeel te nemen in het bestuur van deze provincie, met dezelfde toewijding én hetzelfde beleid, als waarvan gij blijk hebt gegeven, zich van hunne taak zullen kwijten. Op deze woorden klonken blijken van in stemming, evenals na de woorden van den heer Van de Putte, die den Commissaris dank bracht voor zijn rede en hem namens de Staten ook Gods besten zegen in 1935 toewenschte. De gasvoorziening. Onder de ingekomen stukken waren de Koninklijke besluiten tot goedkeuring van enkele Statenbesluiten, en wel o.a. dat tot deelneming in het maatschappelijk kapitaal van een op te richten N.V. Zeeuwsche Gas maatschappij en het aangaan van een geld- leening van 2.000.000. Weegbruggen en dienstgebouwen. In de vergadering van 19 December werd aangehouden de beslissing over de beide volgende voorstellen a. stichting van weegbruggen te Zierikzee en Wolphaartsdijk voor den prov. stoom- bootdienst op de Oosterschelde en den veer dienst Kortgene-Wolphaartsdijk en een kan toorgebouw te Zierikzee b. stichting van dienstlokalen voor den prov. stoombootdienst op de Westerschelde te Terneuzen. Ged. Staten hebben zich uitvoerig verde digd tegenover de opmerkingen inzake de weegbruggen en den wensch om andere wijze van vrachtheffing en met aandrang in overweging gegeven de beide voorstellen als ongewijzigd aan te nemen. De heer Schippers kan zich met de voor stellen van Ged. Staten vereenigen. De heer Sonke is door de argumenten van Ged. Staten niet geheel overtuigd. De meerderheid van de argumenten van Ged. Staten heeft hem niet kunnen bevredigen. Het wegen zal tijdverlies veroorzaken en het meten zal na eenigen tijd niet meer noodig zijn. Hij zal noodgedwongen met het voorstel van Ged. Staten medegaan en trok daarom zijn in de vorige vergadering ingediend amendement in. De heer Moelker zeide dat Ged. Staten getoond hebben het vraagstuk van het auto-vervoer onder het oog te hebben ge zien. Hij verklaarde zich voor het voorstel van Ged. Staten en hij vertrouwt dat het met groote meerderheid zal worden aan genomen. De heer Hamelink weet voor een verloren zaak te pleiten, doch hij bleef zijn bezwaren tegen het voorstel van Ged. Staten handha ven. Hij gelooft nog altijd dat het voorstel van Ged. Staten zeer belemmerend werken zal op het verkeer en de vrachtprijzen voor de auto's veel te hoog zijn. Op financieele en practische gronden was hij tegen het voorstel van Ged. Staten en hij zette zijn bezwaren daartegen nog nader uiteen. Ged. Staten zijn wel tegemoet gekomen aan de bezwaren tegen de hooge tarieven, doch niet voor het vervoer van weinig kost bare producten. Er had verschil gemaakt moeten worden tusschen beladen en onbeladen wagens en meer andere practische bezwaren, welke hij breedvoerig uiteenzette. Men moet de zaak breed bezien en dat is niet gebeurd. Er wórdt fraude gepleegd omdat deze .Is het ware in de hand wordt gewerkt. De veren zijn eigenlijk een verlengstuk van de wegen en daarom moet niet per ge wicht worden gerekend. einde zou zijn, wanneer ik niet in dien nacht nog iets te eten vond. Ik verzamelde al mijn kracht en trok de fiets aan den kant van den weg. Toen kroop ik door het hek, dat langs de aan planting liep en ging struikelend voor waarts langs het pad, dat iets hooger lag dan den weg. Op deze wijze was ik misschien veertig meter gevorderd, toen geheel onverwachts zoowel de boomen als het hek ophielden. Een oogenblik bleef ik staan, wankelend, half ongeloovig toen begreep ik, dat ik voor een open poort stond, die toegang gaf tot een buitengewoon slecht onderhouden oprijlaan. Aan het eind van deze oprijlaan stond een huis en het maanlicht, dat op den voorgevel scheen, toonde mg, dat de geheele plaats een zoo verlaten en ver waarloosd uiterlijk had, als een bewoond gebouw maar hebben kon. En dat het was bewoond bewees een zwakke lichtstrook, welke door het laam boven de voordeur viel. Ik kan niet zeggen, dat het huis mij be paald uitnoodigde tot een bezoek, maar ik kon moeilijk op een uitnoodiging wachten, waar het een mogelijkheid om eten te krij gen betrof. Ik sloop dus de poort binnen en mij geheel in de schaduw houdend, na derde ik langzaam en onzeker de voordeur. Daar hurkte ik een oogenblik neer en nam het huis op. Behalve die eene lichtstreep was er nergens eenig teeken van leven. Eerst had ik een sterken lust om aan te bellen en voor te geven, dat ik een vru honger uitgeputte zwerver was, maar ik De heer Vogelaar wenscht hetgeen da heer Hamelink gezegd heeft te steunen, zij het op andere gronden. Hij is tegen het voorstel van Ged. Staten, omdat de vracht tarieven te hoog zijn. De tarieven voor de vrachtauto's dienen zoo laag mogelijk te zijn. De tarieven over de veren zijn overal in het land veel lager dan in Zeeland. In het algemeen belang dienen dan ook de tarie ven voor vrachtauto's zoo goedkoop moge lijk gesteld te worden. De heer Kodde zeide dat de zaak waarom het hier gaat is de verlaging der tarie-- ven. Hij zou de voorkeur er aan geven dat het rijk de veren zóu exploiteeren. Men moet komen tot centralisatie van de veren en dan zal men op den duur kunnen komen tot lagere tarieven. Hij zal voor het voorstel van Ged. Staten stemmen. De heer Bosselaar heeft met belangstel ling de verschillende stukken over deze voorstellen gelezen. Ged. Staten bewande-" len den juisten middenweg en op dien grond zal hij met het voorstel van Gëd. Staten medegaan. Hij zeide dat de weegbruggen fraude zullen voorkomen. De heer Van Rompu verdedigde het voor stel van Ged. Staten. Hij zeide dat Ged. Staten niet over ijs van één nacht gaan en dat is ook met dit voorstel niet het geval geweest Het voorstel var Ged. Staten sub a werd daarna in stemming gebracht en aangeno men met 32 tegen 8 stemmen. Het voorstel sub b werd aangenomen zonder hoofdelijke stemming, doch met aanteekening dat dezelfde leden die tegen het voorstel sub a waren, ook hier tegen hebben gestemd. Wijziging algemeen reglement voor de polders of waterschappen in Zeeland. Ten slotte kwam het voorstel ter tafel tot wijziging van het algemeen reglement voor de polders of waterschappen in Zeeland, welke wijziging een gevolg is van opening van de mogelijkheid, om ook van het ge bouwd onder alle omstandigheden desver- langd een geschot te heffen. Eenige aanvulling in het reglement zdjn daarvoor nog noodig o.a. ter zake van de stembevoegdheid der aldus aangeslagenen. Bovendien zijn nog enkele andere wijzigin gen en aanvullingen noodzakelijk gebleken. In twee afdeelingen zijn enkele algemeene beschouwingen over het voorstel gehouden en is o.a. gevraagd wat er voor beschermt, dat niet iedere polder tot den aanslag van het gebouwd zal overgaan, waarop het ant woord luidde, dat het besluit nu eenmaal gevallen is en de uitvoering er van in han den van Ged. Staten ligt. Op een vraag waarom voor dit regle ment, dat voor vele jaren zal moeten gel den, de spelling-Marchant niet gebruikt is, luidde het antwoord, dat ook de regeering zelve zich aan de oude spelling houdt. Op een desbetreffende vraag bleek, dat de kwestie der scherpere controle op de han delingen van de ontvangers-griffiers, in het Polder-ambten^«nreglement zal wor den opgenomen en wel in de volgende zit ting aan de orde zal kunnen worden gesteld. Overwogen zal worden of het mogelijk is als alle leden der Staten het reglement thuis krijgen, het in boekvorm en met wit door schoten te doen verschijnen. In hun antwoord op het algemeen verslag deelen Ged. Staten mede, dat met den mi nister overeenstemming is verkregen of al thans weldra in allen vorm verkregen zal worden, betreffende het reeds in 1931 door de Prov. Staten vastgestelde polderambte narenreglement. Uit den aard der zaak zul len eenige bepalingen betreffende de rechts positie van de polderambtenaren, welke thans nog in het algemeen polderreglement voorkomen, moeten worden overgebracht naar het polderambtenarenreglement. Een voorstel, om beide reglementen met elkander in overeenstemming te brengen, zal, naar Ged. Staten vertrouwen, in de vol gende'zitting aan de Staten kunnen worden aangeboden en dan zullen tevens de bepalin gen van de controle op de handelingen van de ontvangers-griffiers nader in aandacht worden genomen. bedacht, dat mgn signalement overal in de buurt was aangeplakt en dat ieder mij hier onmiddellijk als den ontsnapten gevangene zou herkennen. Hoezeer het mij ook tegen de borst stuitte, ik kon geen anderen uitweg vinden dan een tweede inbraak te plegen. Langs den zijkant van het huis liep een pad ik bedacht, dat dit mij misschien bij een ven ster brengen kon, dat niet gesloten was en daar het nergens toe diende te wachten tot ik van uitputting in elkaar zou zakken, stond ik op, gings langs de laurieren tot het einde van de laan en sloop verder on der de beschermende schaduw der overhan gende boomen. Langzaam volgde ik het pad, één hand tegen den muur, en kwam aan een kleine, open vierkante ruimte, met schelpen be dekt, waar ik tegen den achterkant van het huis ópkeek. Er was een deur in het midden, tusschen twee vensters daarboven lagen nog enkele kamers, blijkbaar geheel in het duister. Ik voelde, dat ik een bezwijming nabij was, maar met de uiterste wilsinspannning bleef ik mijzelf meester. Ik ging naar het dichtstbijzijnde venster en gluurde door de ruit. Ik zag vaag den omtrek van een tafel, met enkele borden er op. Ik drukte het raam aan ae stijlen omhoog. Het week langzaam en met een niepend geluid, dat mij het hart in de keel deed slaaa, '/Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1935 | | pagina 7