MUNHEER PIMPELMANS GAAT PAARDJE RIJDEN
85
LAND- EN TUINBOUW
BURGERLIJKE STAND
DOOR G. TH. ROTMAN
voor 't publiek, maar een museum is het
toch. Hier staat de Brusselsche guillotine,
de zoogenaamde „moderne" met het val
ines daar ligt het materiaal van den
„Monsieur de Bruxelles" de gereedschap
pen van den beul. Daar staat de scband-
kar, die de ter dood veroordeelden naar het
schavot bracht. En hier de ouderwetsche
guillotine, de kapblok met den zak. Het
linnen is geheel hard geworden van het
verstijfde bloed en 't heeft nog niets van
z'n sinistre roode kleur verloren. Aan de
muren hangen de martelwerktuigen, ge
wrichtklemmen, nageltangen en brand
ijzers in alle soort.
Een andere zaal brengt weer een andere
verrassing, 't Staat er vol mannen en
vrouwenin gips, de afgietsels van
waardevolle monumenten en beeldhouw
werken die de Brusselsche pleinen, open
bare gebouwen en kerken sieren. Een der
giganteske wanden is de gevel van het
Brusselsche stadhuis, een copie in gips. De
ze copieën kunnen, in geval van vernieling
der origineele voorwerpen, als reconstitutie-
materiaal dienen. Men ziet het, het ge
meentebestuur van Brussel is vol vroede-
vaderlrjke voorzorg. De heer Cousin toont
ons nog zijn dierentuin een groote open
ruimte, vol vervaarlijke draken en andere
wreedaardige monsters.
Deze beestjes moeten dit jaar in den
Ommeganck mee, beduidt de heer Cousin.
Het zijn de grootste. De kleinere worden
elders vervaardigd.
Voor den muil van een dezer voorhisto
rische gedrochten, wier houten karkassen
als scheepsrompen zijn, staat een trapje.
De heer Cousin gaat ons voor.
Ziet ge de monsterachtige tanden
Het zijn stoelen, zegt hü, de zitplaatsen der
muzikanten die tijdens den optocht, in de
kaken van den draak verborgen, muziek
moeten maken, 't Is het „Beest der Ten-
tatie", het monster uer verleiding, een oud-
symbolische voorstelling der Sirene.
En in den muil van den draak der ver
leiding.namen we afscheid van den
heer Cousin, die ons de wonderen liet zien
van het oord der verrassingen, dat hij met
zooveel zorg beheert.
W. V. M.
UIT ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
Bij den grensboer. Het smok
kelen. Ambtenaren. Sport.
Drie heirbanen vloeien samen bij de
Vlaamsche hoeve „Sterrekenstoren". Zij be
zit de stereotype lochtink (boomgaard),
waarin veeljarige zeugen ijverig wroeten,
vergezeld door knorrende viggeseen
schuur, oud-Frankisch model met de onmis
bare aalpomp en natuurlijk het witgekalkte,
halfverweerde woonhuis, waarvan de ramen
stevige, groene blinden torsen, terwgl bun
ijzeren spijlen herinneren aan onrustige tij
den, waarin nachtruiters en benden de
streek brandschatten. De patriarchale
Vlaamsche pachter is trotsch op een talrijk
kroost, menigmaal dartelt een jolige schare
blauwoogige vlaskoppen over de „koer", tot
ergernis van den nerveuzen heemhond.
Sterrekenstoren wordt bewoond door den
bejaarden Edegar van Overboelaere, oud-
schepene zijner gemeente en „goelêver",
want hij heeft zijn schaapjes op het droge.
De moor neuriet het welkomstlied bij het
binnentreden op de plattebuiskachel, 't loopt
tegen de nanoenversterking en met ryth-
mischen slag vallen buiten de dorschvlegels
neer op de deel. (In Zeeuwsch-Vlaanderen
lappen vele boeren ministerieele invitaties
van deze bewerking netjes aan de laars,
doch er liggen nog eenige zeer harde eieren
over werkloosheid etc. te pellen, geduld
maar).
Bij 't naderen der overheerschers vluchtte,
de baas en daarvoor bestonden gegronde
redenen met de keur uit zijn beestiaal
over de streep, kwam uitgeput aanzeulen.
Vijf dagen later, na uiterst voorzichtig
poolshoogte genomen te hebben, aanvaard
de de karavaan den terugtocht, vond kaal
hoofdige „Stürmers" met kennerstalent be
zig het bedrijf te verzorgen. De bloedige
sporen der felle jagers op menschelyk wild
hadden zich reeds naar het Westen, ver
plaatst.
Of deze, door verwoede Franskiljons zoo
minachtend bestempelde „cocbon de Fla-
mand" aan bekrompen verstand laboreert?
Luister even. Op zekeren dag overviel hem
een patrouille der beruchte militaire politie
van de Pickelhauben (het volk betitelde ze
Marken Pakkers, wijl ze maar al te kwistig
boeten en gevangenisstraf uitdeelden). Juist
was de pachter bezig in zijn handmolentje
(made in Germany) graan te malen, waar
tegen een streng verbod was uitgevaardigd.
Iedereen weet, dat de bewakingskrijgers
van elke gastronomische overdaad gespeend
bleven. De geëlectrocuteerde „Hase" aan
den doodelyken draad vormde een Lucullus
maal, volgens geruchten gingen „Katzen"
den weg van alle vleesch, want „ze zagen
ze vliegen zulle", monkelen nog de grens
bewoners. Discipline echter onverzwakt
Wat deed nu ons boerken om den storm
te bezweren? Even geheimzinnig gefluis
terd met de eega en twee minuten later
prikkelde de geur van heerlijk varkensge
braad de reukzenuwen dezer zonen van
Mars. Tantaluskwelling Met een „Wees
gezeten meneeren, ge zijt alle man nie",
der glimlachende bazinne namen ze plaats.
Een dacapo bij de invitatie was totaal over
bodig. „Ik peisde, dat der kakebeenen
scheurden, want ze speelden nog een scheu-
tel kiepkap (hoofdkaas) ook in der bottie-
nen en de „Gott mit uns" werden losge
maakt", lacht Edegar. En het resultaat?
„We komen nog wel eens terug bij den
„Wirtschaft", maar zet den molen op een
minder zichtbare plaats, men moet toch
„essen, wasz I" Waar leidt de weg door bg
den soldaat door hem grootmoedig te
stemmen
Aan de wanden met de zware zolderbal
ken hangen eenige goedkoope gravuren en
netjes ingelijst zijn decoraties, want daar in
het Zuiden verleent men de onderscheidin
gen ongeveer aan allen, die in overheids-
of particulieren dienst op langdurige
plichtsbetrachting kunnen bogen, vandaar
in den volksmond Drie Belgen, twee gede
coreerden t
Nog een ander eereteeken trekt de
aandacht onder het portret van een kloek-
gebouwden jongeling en 't was, een
studdy-boy in zwierige grenadiersuni
form, moeders oogappel. Hij ging in 1914
om niet weer te keeren en dit kruis te tor
sen viel de brave menschen ontzettend
zwaar. Deze landman is oprecht en eenvou
dig vroom wars van alle commercieel ge
loof of huichelarij, waarvan ook een vloed
over de wereld ging in de laatste decennia
en men vindt onder dit afbeeldsel dus niet
het ronkende „Dulce et decorum est pro
patria mari" der verdierlijkte oude Romei
nen, doch aangrijpend in de berusting
„God gaf, God nam, Zijn daaden zijn gepree-
zen". Wie zal echter verklaren, hoeveel bit
tere tranen leekten bij het met bevende
hand neerschrijven dezer van kinderlijke
overgave getuigende woorden?
De rustende pachter ziet letterlijk alles
wat op de breede kasseiwegen voorvalt en
vormt dus een geschikt object om te inter
viewen, wijl nuchtere opvatting zakelijke
beschouwing waarborgt. „De smokkeiderij
m'n vrind, zij marcheert meugelijk wel niet
zoo straf als vroeger, maar van weerskan
ten staan ze voor niet meer. Er passeert
nog van alles genoeg. Een stuitje geleden
was ik in de korte uren te wege naar den
stal van gebuur Charelouis te gaan, want
een zijner koes was niet wel te pas. 'k Steek
den kop juyst buiten of 'k meende al een
vliegmachien te hooren, maar 't waren an
dere papieren zille maatje Transport
auto's De eerste raasde voorbij, numero
twee van 's gelijken, terwijl de scheuten uit
de revolvers van alle kanten kraakten.
Vierstralen van geweld en 'k ree het af
naar binnen. De derde was bepaald geraakt,
begon te „batavieren" om de politie over
hoop te rijden en toen vloog hij opeens
vooruit, weg was de affaire Weinig nach
ten gaan voorbij of ze geven hem jas. De
luchtbalmannen schijnen van hel noch duvel
meer verveerd, batsen door landerijen en
slooten of ze geen centiem meer voor hun
leven geven, 'n Slechten tijd, den dop
(steun) geeft niet vele en 't schouwken mot
toch rooken, niewaar?
Veel eirde brengt het niet aan den dijk,
want de prijzen der beesten en van den
kaffie loopen elkaar zoover niet mis bij
jullie en bij ons. De grootste schuld ligt in
't gouvernement, dat alles buiten de deure
houdt, zelfs treffelijke marchands zitten op
hun achterste en door het kotigeteer gaat
gansch den boel den dieperik in. Redelijken
invoer zal de prijzen geen grooten aftrok
bezorgen, da's mijn gedacht".
„Is er soms een lek in de bewaking of
worden de douanen „uitgekocht?" vervolg
de ik.
,,'t En doet, 't en doet. Ze zitten er ge
noeg achter, dat de tong op hun veste hangt
en worden rs-p afgesteld, zooals laatst die
twee met den essence naar Holland. Maar
kunt gij de wegeltjes tellen? Laatst botste
een auto vol vreemde gendarmes en tolbe
ambten uit E. op een troep drijvers. Sakke
ren en vuren van belang. Net als in de
cierk, de dieren werden voortgezweept naar
alle kanten, kwamen verre achter de route
schoon weer bij elkaar en de frankskens
waren verdiend. Ja, ge zijt er wel mee, als
ze bij de leege kamions komen en de zak
ken of de kalfkens zijn partie
„Pantserwagens zijn bij ons echter streng
verboden".
„'k Weet het, 'k weet het. Eh wel, tien
minuten werk en de cabien is afgedekt.
Maar loop straks het turijntjesmenneke
(sijsjesvoetpad) af, steek de baan over en
neem den langen polderweg tot ge achter Z.
komt. Daar zult ge meugelijks wel een
scheune provisie van alle slag in de weiden
zien".
„Enne, zouden er nog waaghalzen zijn,
die sacharine of cocaïne (la pëste blancne)
durven overbrengen?"
„Da's een slecht spel en verscheidenen
zitten al in 't prison voor lange maanden op
de tippen van de nagels te bijten, want par
don krijgen ze niet. Zulk volk werkt meest
al in 't duister, zwijgt net als de stokdooven
en zonder verraad krijgen ze die moeilijk
aan den pardessus vast. By 't Holleken
knepen ze 'n galjaard tusschen de vingers,
maar dieën kader had fors in de spieren,
geraakte los en een gendarm uit A. had er
zijn bekomst van, was haast versmacht.
Zelf snuiven doen de transporteurs niet, al
leen de zucht naar de blauwe briefkens"
Op de terugreis naar mijn „home" heb ik
dat emigrantenoord of liever doorgangshuis
der gehoorende viervoetige passanten eens
bekeken. Van alle slag vond men er. Som
migen waarborgden naderende moeder
vreugd een select transport met ver
lenging van levensduur, doch het leeuwen
deel der collectie kon na een uitputtenden
tocht langs drassige wegen en doorweekte
velden het„Ave Caesar, morituri te salu-
tant" uitloeien, want hardnekkige speurders
snuffelden in stallen, op markten, ja overal
om vreemde eenden in de byt te ontdekken
enaangeslagen is reddeloos verloren.
Vier en twintig uur later was het bont-
gevlekte gezelschap van domicilie veran
derd, eventueele naturalisatie werd over
bodig geacht.
Hoe staat het bij ons vraagt nu de be
langstellende lezer.
Ambtenaar in ryks dienst (surrogaten
blyven buiten beschouwing), hetzy bfl de
politie of het belastingwezen is in crisistijd
aan de grenszone een echt „hondenbaantje".
Meer dan het Yolle pond wordt soms van
deze menschen geëischt en met duizeling
wekkende snelheid volgen nieuwe besluiten,
wijzigingen enz. elkaar op, waarmede zij
terdege rekening moeten houden. Wanneer
de gure noordwester door merg en been
striemt, Pluvius de sluizen wijd openzet, een
ondoordringbare, kille mist alle omtrekken
opslorpt of snerpende kou ons doet huive
ren, staan deze wetsdienaars des nachts,
verstijfd van kou of doorweekt met hemel-
vocht, urenlang in „observatie", zooals de
geijkte term. luidt. Voor een zeer matige
bezoldiging, waaraan zeker niet getornd
mocht worden, wijl hunne gezinnen voor
dubbele uitgaven worden geplaatst, turen ze
achter aardhoopen, door struikgewas of on
beschermd op holle wegen in tastbare duis
ternis naar sluikers, die bij voorkeur abnor
maal weer uitkiezen bij hunne operaties.
Daarenboven „genieten" ze maar ai te licht
vaardig de twijfelachtige eer als wrijfpaal
te worden gebruikt, door ontevreden pub-iek
bij de uitvoering der maatregelen, van hoo-
ger hand gebiedend opgelegd. Is er Napo
leon's hardvochtige taktiek de schuld van,
dat onze ronds de cuir" zich niet in popu
lariteit mogen verheugen? Welnu, dan
werkt ze als zuurdeesem na.
Op duizenden manieren en alle terrein
tracht men hen te vergauwen. Voorbeel
den?
Januari wordt door de bangooren met
uitbundige vreugde begroet. Ongestoord
zouden ze bij lyrische ontboezemingen met
de lepels kunnen wuiven naar hunne dul
cinea's, beschermd als de knagers tegen
Nimrod's zonen worden door de wet, inrlien
er geen stroopers of pensers het gebied af
graasden. „Kijk", zei me een kranige briga
dier eens, „ze zijn weer op 't pad en maken
het van eieren. Houdt eens goed ginds
huisje in het oog, waar die witte lap uit het
zolderraam hangt". Onze politieman schoof
behoedzaam in de richting van het stulpje,
doch plotseling werd het doek ingetrokken
en het vuren hield op. Signaal onveilig, ge
vaar in aantocht
Regenweer. Met haastige stappen komt
iemand aandraven, de paraplu onder den
arm. Een kommies schiet achter een heg te
voorschijn. „Niets bij u?" „Neen, mijnheer"
Kleine inspectie over het regenscherm en
een worstvormig breiwerk wordt er uit voor
den dag gehaald, met boter gevuld.
Druk keuvelend passeert in de scheme
ring een gezelschap de wacht. Argusoogen
loeren. Een der vrienden lijkt wat in corpu
lentie toegenomen. „Wil u even binnenko
men?" De visitatie levert een kilo gesmok
kelde suiker op, handig in zakjes onder de
jas verborgen, plus een quantum sigaretten
papier.
Werkloozen fietsen naar bekend visch-
water, keeren spoedig over ons gebied te
rug. Nakijken en weer frauduleuze klontjes
in de bagage. En zoo gaat de reeks voort.
Voor lieden, die zich uit, de hoogte aan
dienen óf kruiperig-vleiend bun een loer
trachten te draaien, moeten ze driedubbel
op de hoede zijn addertjes onder het gras
Doornige taak?
Verleden zomer bolde te S. een auto over
de grens. Geen „papieren", dus borgstellen,
waarmede zich in den regel een zgn.
expediteur belast, want door koersschom
melingen en eruit voortvloeiende onaange
naamheden is het den fiscusmannen daar
streng verboden vreemde munt aan te ne
men. De chauffeur berustte, niet echter zijn
passagier, wien het heele geval feitelijk on
verschillig kon laten. Op zeer onverstandige
wijze begon deze op te „scheppen", gewaag
de van „combines", zinspeelde op corruptie
enz. enz. In hooge mate pijnlijk voor de be
trokken ambtenaren; die als uiterst kalm en
bezadigd staan bekend, correct en be
schaafd en van hoogstaande plichtsbetrach
ting.
Geïncrimeerde uitdrukkingen als deze
moeten op mannen als deze, onberispelijk
den afgelegden ambtseed nalevend, een
kwetsenden indruk maken. Onze wakers
vertrouwden die heftigheid beslist niet en
gingen tot lijfsvisitatie over. Deze geschiedt
op ongeregelde tijden algemeen en in ver
dachte gevallen onmiddellijk. Sta zuiver van
geweten tegenover den fiscus en ze laat u
onbewogen. Maar o, groote Olympische
goden, zij hadden een jong uit het adelaars
horst der Belgische sportimperatoren te
pakken 1
Onze promotor greep naar de pen om in
het bijvoegsel van zijn sterk verspreid lijf
blad, dat over een staf kundige medewer
kers beschikt, de beschuldiging naar het
hoofd te slingeren der beide ambtenaren
door hen mishandeld te zijn. In deze philip-
pica bruischte de mentaliteit van den ove
rigens niet onbekwamen schrijver sterk op
en het stylistisch gedeelte zou ik of
schoon de minste onder de broederen niet
gaarne voor mijne rekening hebben geno
men. 't Was in den komkommertijd en zon
der het „audi ad alteram parti" af te wach
ten namen bij ons persorganen van betee-
kenis (de „Vlissingscbe Courant" gelukkig
niet) alles over. Wijl zulke soep nooit zoo
heet dient geslurpt als ze opgedischt wordt,
heeft ondergeteekende lijdzaam gewacht eer
de stalen klepper uit het befaamde „schuur-
ken" werd gehaald om. k costi eens pools
hoogte te nemen. Ondanks hardnekkig vol
houden der tegenpartij gelooft geen mensch
daar, dat deze degelijke, ernstige mannen
symptomen van Dempsey-allures zouden
vertoond hebben. Al zitten sportmanagers
hier niet in de schaduw van éen koninklij
ken troon en behooren ze evenmin tot een
gepriveligeerde kaste, wie zou echter den
iiivlccd durven miskennen der leiders op de
groote massa? Dagelijks versnijden hun or
ganen balen papier ter beschrijving der
tallooze baan-gras-straat-kermiskoersen
enz., op welke slag- en slachtvel-
den helsche jachten worden ontketend,
men naar hartelust demarreert, sprint,
plat valt, crêveert, en mogelijk aspi
reert naar vroegtijdige hartvergrooting
door oververmoeidheid, alles ter wille der
palmen ende lieve duiten. Ellenlange
artikelen worden gewijd aan d« beschrijving
De auto van apotheker Pil was nog
zo'n knus wagentje uit de tijd, toen ze
pas uitgevonden waren, maar 't liep in
elk geval nog hard genoeg om er onge
lukken mee te maken, en dat was de
hoofdzaak. Bles werd er met de teugels
aan vastgebonden en moest meedraven.
„Waarom mag ik niet meerijden dacht
hij verontwaardigd.
(Nieuwe spelling)
van ephemerische sterren, want op honderd
zal er niet één misschien eenmaal schitteren
met beduidende grootte; de lezers verwer
ken het als klokspijs, hunkeren naar ver
slagen van spannende wedstrijden en de in
houd der bekende gele bladen interesseert
hen oneindig meer dan het overige wat in
het ondermaansche plaats grijpt.
Gedachtig aan het „mens sana in corpore
sano" kan niemand tegenover gezonde sport
onsympathiek staan, doch het kan ook de
spuigaten uitloopen en excessen moesten
zeker worden ingetoomd. Bedoelt men er
soms „internationale verbroedering" of
„pénétration pacifique" mee van vreemde
ideeën? Open vraag.
Wanneer het jaar ten einde spoedt, duikt
in onze districten weer de herinnering op
aan de soepelheid van ons bestuur tegen
over de vreemden. Komt iemand aan de
grensposten en antwoordt hij op de beleefde
vraag van den ambtenaar Zoekt u werk?
ontkennend, dan wordt bem geen stroobreed
in den weg gelegd eens per „vélo" een
toertje te maken op den vaderlandscben
bodem. Het werkwoord „einsperren", dat
de fameuze Herschaften zoo gaarne in alle
tijden leeren vervoegen, vindt men niet in
het woordenboek. Aan de andere zijde ech
ter halen de hooge oomes de teugels strak
ker aan. Zonder lidmaatschap van een wie
lerbond of bezit van een passe-avant kan de
smalle beurs gerust het karretje thuis laten.
De schatkist beurt door dezen maatregel
geen centime en wanneer hij mocht gehand
haafd blijven om verdachte elementen te
weren, wordt het doel misgeschoten, want
ongure typen schuwen daglicht als de uilen,
sluipen 's nachts langs binnenwegen heime
lijk over de grens om de centra te bereiken,
waar ze de gelederen der schuimers verster
ken en tamelijk onbezorgd leven, al be
schikten ze bij aankomst over geen „sou
valable". Hierover zou een interessante bij
drage te schrijven zijn, ook over de wijze,
waarop dat soort elkaar in de armen valt.
Tabe echter Jammer, dat onze Staat
weer zoo snood is geweest de jeugdige
krulstaarten te tellen en van behoorlijk
oormerk te voorzien, anders konden we in
afzienbaren tyd eene invasie verwachten
van spekmagazijnen in spé, wijl ze door
overproductie bij onze buren slechts 35
francs 2.50 gulden en hier 12 15
Verrassende prijsverschillen? Kom, kom,
de situatie vertoont nog wel andere beelden,
die heusch 1935 niet met onverdeeld opti
misme doen begroeten, zoo min hier als by
de zuiderbroeders, waar de nypende crisis
eveneens geducht wordt gevoeld, ondanks
den aanmerkelijk lageren levensstandaard.
S. Januari '35. E. M.
TEELTREGELING AARDAPPELEN
OOGST 1935.
Ten aanzien van de teeltregeling van
aardappelen oogst 1935, kan thans worden
medegedeeld, dat het verboden zal zijn,
om aardappelen (andere dan vroege aard
appelen en fabrieksaardappelen) te telen
op een totaal-oppervlakte grooter dan 5
Aren, zonder een teeltvergunning, welke
door de besturen der Provinciale Land-
bouw-Crisis-Organisaties op aanvrage zul
len worden verstrekt aan telers welke by
deze organisatie zijn aangesloten. De bo
venbedoelde organisaties hebben dezer da
gen aan iederen by haar aangesloten teler,
een aanvraagformulier met bijbehoorende
toelichting toegezonden, hetwelk vóór 2
Februari door den teler ingevuld en onder
teekend, moet zijn teruggezonden.
Ieder, die voor 'n dergelijke teeltvergun
ning in aanmerking wenscht te komen en
op 26 Januari a.s. nog niet in het bezit
mocht zijn van een aanvraagformulier,
wordt in overweging gegeven alsnog een
biljet aan te vragen bij de Landbouw-Cri-
sis-Organisatie van die Provincie, waaron
der de aanvrager ressorteert.
Die aanvragers, die nog niet als georga
niseerde der Landbouw-Crisis-Organisatie
mochten zijn erkend, dienen tevens by hun
aanvrage een verzoek tot erkenning te
voegen.
Zij, die verzuimen de hiervoren bedoelde
aanvrage in te dienen worden er opmerk
zaam op gemaakt, dat het verbouwen van
86
En hij begon nijdig aan de teugels te
rukken. Nu, die waren niet erg best vast
gemaakt en schoten spoedig los. Bles liet
de auto een eindje vooruitryden, om 'n
goede afstand te krijgen vervolgens nam
hjj, in vliegende vaart, een aanloop en
sprongpardoes boven op de auto
(Dinsdag vervolg)
aardappelen zonder bovengenoemde teelt
vergunning door de nieuwe regeerings-
maatregelen terzake van aardappelen
oogst 1935, strafbaar zal zijn, terwijl voorts
nk 1 Februari een aanvrage voor een der
gelijke teeltvergunning slechts bij hooge
uitzondering in behandeling zal kunpen
worden genomen.
De teelt van vroege aardappelen ressor
teert onder den tuinbouw en is als zooda
nig onderworpen aan de voor den tuinbouw
voorgeschreven beperkingsschaal.
Onder de vroege aardappelen worden
verstaan
Eersteling, Schotsche muis, Paarspitten,
Kralen, Opperdoezen ronde, Schoolmees
ters, Ideaal, Wilde Due, Ninety fold, Sut
ton, Duke of York, Arran Crest.
Voor de teelt van pootaardappelen van
de vroege soorten, speciaal van belang
voor Eerstelingen en Ideaal zal echter een
uitzondering worden gemaakt met betrek
king tot de voor den tuinbouw voorgeschre
ven beperkingsschaal.
Verbouwers van pootaardappelen van
vroege rassen, die hunne velden aan den
Nederl. Algemeenen Keuringsdienst ter
keuring opgeven zullen tot een maximum
van 2/3 van hun uitpoot van pootgoed in
1933 mogen telen.
Aangezien dit een afwijking is van de
voorschriften voor den tuinbouw, zullen
aardappelen van deze velden ook niet voor
de consumptiemarkt geleverd mogen wor
den in den tijd dat de Nederlandsche
Groenten- en Fruitcentrale de afzetrege-
lingen treft.
Wel zullen de aardappelen boven 55 m.M.
van deze velden in de consumptieregelingen
worden opgenomen.
Het risico voor afkeuren van by de N.A.
K. opgegeven pootgoed blijft dus geheel
voor rekening van den teler.
Wel is het mogelijk, dat aardappelen van
afgekeurde velden na 1 Augustus 1935 in
de consumptie kunnen worden gebracht.
Alle niet onder de vroege soorten ge
rangschikte aardappelen welke dus niet
ressorteeren onder de Tuinbouwsteunrege-
ling (speciaal van belang voor middel-
vroege soorten als Eigenheimers en Bin
tje) mogen niet gerooid worden in den tijd
dat de Nederlandsche Groenten- en Fruit
centrale de afzet voor vroege aardappelen
regelt, d.i. tot 1 Augustus 1935, hetzij naar
het oordeel van voornoemde Centrale de
marktsituatie toestaat, dat vóór dien da
tum met rooien een aanvang gemaakt kan
worden.
De door de Nederlandsche Akkerbouw -
centrale opgelegde teeltheffing is verschul
digd voor alle soorten aardappelen, die niet
behooren tot de genoemde rassen, ook ai
worden ze gerooid vóór 1 Augustus.
Hetzelfde geldt voor pootaardappelen
van die rassen.
Het feit, dat de heffing aan de Neder
landsche Akkerbouwcentrale werd betaald
zal geen reden tot vrijstelling zyn van een
eventueel e beffing van de Nederlandsche
Groenten- en Fruitcentrale.
MIDDELBURG.
Van 1618 Januari.
ONDERTROUWD:
A. Buijze, jm. 30 j. en J. Maartense, jd.
26 j.
GETROUWD:
I. van Ham, jm. 30 j. en M. S. M. de
Buk viel, jd. 26 j.
BEVALLEN:
J. Kooman, geb. Catsman, z«
LICHT OP VOOR AUTO'S,
FIETSEN EN VOERTUIGEN
Januari uur
Zondag 20 4.52
Maandag 21 4.53
HOOGWATER TE VLISSINGEN
Januari
Zondag 20 1.48 14.09
Maandag 21 É2.2r 14.43