MUNHEER PIMPELMANS GAAT PAARDJE RIJDEN 85 LAND- EN TUINBOUW BURGERLIJKE STAND DOOR G. TH. ROTMAN voor 't publiek, maar een museum is het toch. Hier staat de Brusselsche guillotine, de zoogenaamde „moderne" met het val ines daar ligt het materiaal van den „Monsieur de Bruxelles" de gereedschap pen van den beul. Daar staat de scband- kar, die de ter dood veroordeelden naar het schavot bracht. En hier de ouderwetsche guillotine, de kapblok met den zak. Het linnen is geheel hard geworden van het verstijfde bloed en 't heeft nog niets van z'n sinistre roode kleur verloren. Aan de muren hangen de martelwerktuigen, ge wrichtklemmen, nageltangen en brand ijzers in alle soort. Een andere zaal brengt weer een andere verrassing, 't Staat er vol mannen en vrouwenin gips, de afgietsels van waardevolle monumenten en beeldhouw werken die de Brusselsche pleinen, open bare gebouwen en kerken sieren. Een der giganteske wanden is de gevel van het Brusselsche stadhuis, een copie in gips. De ze copieën kunnen, in geval van vernieling der origineele voorwerpen, als reconstitutie- materiaal dienen. Men ziet het, het ge meentebestuur van Brussel is vol vroede- vaderlrjke voorzorg. De heer Cousin toont ons nog zijn dierentuin een groote open ruimte, vol vervaarlijke draken en andere wreedaardige monsters. Deze beestjes moeten dit jaar in den Ommeganck mee, beduidt de heer Cousin. Het zijn de grootste. De kleinere worden elders vervaardigd. Voor den muil van een dezer voorhisto rische gedrochten, wier houten karkassen als scheepsrompen zijn, staat een trapje. De heer Cousin gaat ons voor. Ziet ge de monsterachtige tanden Het zijn stoelen, zegt hü, de zitplaatsen der muzikanten die tijdens den optocht, in de kaken van den draak verborgen, muziek moeten maken, 't Is het „Beest der Ten- tatie", het monster uer verleiding, een oud- symbolische voorstelling der Sirene. En in den muil van den draak der ver leiding.namen we afscheid van den heer Cousin, die ons de wonderen liet zien van het oord der verrassingen, dat hij met zooveel zorg beheert. W. V. M. UIT ZEEUWSCH-VLAANDEREN. Bij den grensboer. Het smok kelen. Ambtenaren. Sport. Drie heirbanen vloeien samen bij de Vlaamsche hoeve „Sterrekenstoren". Zij be zit de stereotype lochtink (boomgaard), waarin veeljarige zeugen ijverig wroeten, vergezeld door knorrende viggeseen schuur, oud-Frankisch model met de onmis bare aalpomp en natuurlijk het witgekalkte, halfverweerde woonhuis, waarvan de ramen stevige, groene blinden torsen, terwgl bun ijzeren spijlen herinneren aan onrustige tij den, waarin nachtruiters en benden de streek brandschatten. De patriarchale Vlaamsche pachter is trotsch op een talrijk kroost, menigmaal dartelt een jolige schare blauwoogige vlaskoppen over de „koer", tot ergernis van den nerveuzen heemhond. Sterrekenstoren wordt bewoond door den bejaarden Edegar van Overboelaere, oud- schepene zijner gemeente en „goelêver", want hij heeft zijn schaapjes op het droge. De moor neuriet het welkomstlied bij het binnentreden op de plattebuiskachel, 't loopt tegen de nanoenversterking en met ryth- mischen slag vallen buiten de dorschvlegels neer op de deel. (In Zeeuwsch-Vlaanderen lappen vele boeren ministerieele invitaties van deze bewerking netjes aan de laars, doch er liggen nog eenige zeer harde eieren over werkloosheid etc. te pellen, geduld maar). Bij 't naderen der overheerschers vluchtte, de baas en daarvoor bestonden gegronde redenen met de keur uit zijn beestiaal over de streep, kwam uitgeput aanzeulen. Vijf dagen later, na uiterst voorzichtig poolshoogte genomen te hebben, aanvaard de de karavaan den terugtocht, vond kaal hoofdige „Stürmers" met kennerstalent be zig het bedrijf te verzorgen. De bloedige sporen der felle jagers op menschelyk wild hadden zich reeds naar het Westen, ver plaatst. Of deze, door verwoede Franskiljons zoo minachtend bestempelde „cocbon de Fla- mand" aan bekrompen verstand laboreert? Luister even. Op zekeren dag overviel hem een patrouille der beruchte militaire politie van de Pickelhauben (het volk betitelde ze Marken Pakkers, wijl ze maar al te kwistig boeten en gevangenisstraf uitdeelden). Juist was de pachter bezig in zijn handmolentje (made in Germany) graan te malen, waar tegen een streng verbod was uitgevaardigd. Iedereen weet, dat de bewakingskrijgers van elke gastronomische overdaad gespeend bleven. De geëlectrocuteerde „Hase" aan den doodelyken draad vormde een Lucullus maal, volgens geruchten gingen „Katzen" den weg van alle vleesch, want „ze zagen ze vliegen zulle", monkelen nog de grens bewoners. Discipline echter onverzwakt Wat deed nu ons boerken om den storm te bezweren? Even geheimzinnig gefluis terd met de eega en twee minuten later prikkelde de geur van heerlijk varkensge braad de reukzenuwen dezer zonen van Mars. Tantaluskwelling Met een „Wees gezeten meneeren, ge zijt alle man nie", der glimlachende bazinne namen ze plaats. Een dacapo bij de invitatie was totaal over bodig. „Ik peisde, dat der kakebeenen scheurden, want ze speelden nog een scheu- tel kiepkap (hoofdkaas) ook in der bottie- nen en de „Gott mit uns" werden losge maakt", lacht Edegar. En het resultaat? „We komen nog wel eens terug bij den „Wirtschaft", maar zet den molen op een minder zichtbare plaats, men moet toch „essen, wasz I" Waar leidt de weg door bg den soldaat door hem grootmoedig te stemmen Aan de wanden met de zware zolderbal ken hangen eenige goedkoope gravuren en netjes ingelijst zijn decoraties, want daar in het Zuiden verleent men de onderscheidin gen ongeveer aan allen, die in overheids- of particulieren dienst op langdurige plichtsbetrachting kunnen bogen, vandaar in den volksmond Drie Belgen, twee gede coreerden t Nog een ander eereteeken trekt de aandacht onder het portret van een kloek- gebouwden jongeling en 't was, een studdy-boy in zwierige grenadiersuni form, moeders oogappel. Hij ging in 1914 om niet weer te keeren en dit kruis te tor sen viel de brave menschen ontzettend zwaar. Deze landman is oprecht en eenvou dig vroom wars van alle commercieel ge loof of huichelarij, waarvan ook een vloed over de wereld ging in de laatste decennia en men vindt onder dit afbeeldsel dus niet het ronkende „Dulce et decorum est pro patria mari" der verdierlijkte oude Romei nen, doch aangrijpend in de berusting „God gaf, God nam, Zijn daaden zijn gepree- zen". Wie zal echter verklaren, hoeveel bit tere tranen leekten bij het met bevende hand neerschrijven dezer van kinderlijke overgave getuigende woorden? De rustende pachter ziet letterlijk alles wat op de breede kasseiwegen voorvalt en vormt dus een geschikt object om te inter viewen, wijl nuchtere opvatting zakelijke beschouwing waarborgt. „De smokkeiderij m'n vrind, zij marcheert meugelijk wel niet zoo straf als vroeger, maar van weerskan ten staan ze voor niet meer. Er passeert nog van alles genoeg. Een stuitje geleden was ik in de korte uren te wege naar den stal van gebuur Charelouis te gaan, want een zijner koes was niet wel te pas. 'k Steek den kop juyst buiten of 'k meende al een vliegmachien te hooren, maar 't waren an dere papieren zille maatje Transport auto's De eerste raasde voorbij, numero twee van 's gelijken, terwijl de scheuten uit de revolvers van alle kanten kraakten. Vierstralen van geweld en 'k ree het af naar binnen. De derde was bepaald geraakt, begon te „batavieren" om de politie over hoop te rijden en toen vloog hij opeens vooruit, weg was de affaire Weinig nach ten gaan voorbij of ze geven hem jas. De luchtbalmannen schijnen van hel noch duvel meer verveerd, batsen door landerijen en slooten of ze geen centiem meer voor hun leven geven, 'n Slechten tijd, den dop (steun) geeft niet vele en 't schouwken mot toch rooken, niewaar? Veel eirde brengt het niet aan den dijk, want de prijzen der beesten en van den kaffie loopen elkaar zoover niet mis bij jullie en bij ons. De grootste schuld ligt in 't gouvernement, dat alles buiten de deure houdt, zelfs treffelijke marchands zitten op hun achterste en door het kotigeteer gaat gansch den boel den dieperik in. Redelijken invoer zal de prijzen geen grooten aftrok bezorgen, da's mijn gedacht". „Is er soms een lek in de bewaking of worden de douanen „uitgekocht?" vervolg de ik. ,,'t En doet, 't en doet. Ze zitten er ge noeg achter, dat de tong op hun veste hangt en worden rs-p afgesteld, zooals laatst die twee met den essence naar Holland. Maar kunt gij de wegeltjes tellen? Laatst botste een auto vol vreemde gendarmes en tolbe ambten uit E. op een troep drijvers. Sakke ren en vuren van belang. Net als in de cierk, de dieren werden voortgezweept naar alle kanten, kwamen verre achter de route schoon weer bij elkaar en de frankskens waren verdiend. Ja, ge zijt er wel mee, als ze bij de leege kamions komen en de zak ken of de kalfkens zijn partie „Pantserwagens zijn bij ons echter streng verboden". „'k Weet het, 'k weet het. Eh wel, tien minuten werk en de cabien is afgedekt. Maar loop straks het turijntjesmenneke (sijsjesvoetpad) af, steek de baan over en neem den langen polderweg tot ge achter Z. komt. Daar zult ge meugelijks wel een scheune provisie van alle slag in de weiden zien". „Enne, zouden er nog waaghalzen zijn, die sacharine of cocaïne (la pëste blancne) durven overbrengen?" „Da's een slecht spel en verscheidenen zitten al in 't prison voor lange maanden op de tippen van de nagels te bijten, want par don krijgen ze niet. Zulk volk werkt meest al in 't duister, zwijgt net als de stokdooven en zonder verraad krijgen ze die moeilijk aan den pardessus vast. By 't Holleken knepen ze 'n galjaard tusschen de vingers, maar dieën kader had fors in de spieren, geraakte los en een gendarm uit A. had er zijn bekomst van, was haast versmacht. Zelf snuiven doen de transporteurs niet, al leen de zucht naar de blauwe briefkens" Op de terugreis naar mijn „home" heb ik dat emigrantenoord of liever doorgangshuis der gehoorende viervoetige passanten eens bekeken. Van alle slag vond men er. Som migen waarborgden naderende moeder vreugd een select transport met ver lenging van levensduur, doch het leeuwen deel der collectie kon na een uitputtenden tocht langs drassige wegen en doorweekte velden het„Ave Caesar, morituri te salu- tant" uitloeien, want hardnekkige speurders snuffelden in stallen, op markten, ja overal om vreemde eenden in de byt te ontdekken enaangeslagen is reddeloos verloren. Vier en twintig uur later was het bont- gevlekte gezelschap van domicilie veran derd, eventueele naturalisatie werd over bodig geacht. Hoe staat het bij ons vraagt nu de be langstellende lezer. Ambtenaar in ryks dienst (surrogaten blyven buiten beschouwing), hetzy bfl de politie of het belastingwezen is in crisistijd aan de grenszone een echt „hondenbaantje". Meer dan het Yolle pond wordt soms van deze menschen geëischt en met duizeling wekkende snelheid volgen nieuwe besluiten, wijzigingen enz. elkaar op, waarmede zij terdege rekening moeten houden. Wanneer de gure noordwester door merg en been striemt, Pluvius de sluizen wijd openzet, een ondoordringbare, kille mist alle omtrekken opslorpt of snerpende kou ons doet huive ren, staan deze wetsdienaars des nachts, verstijfd van kou of doorweekt met hemel- vocht, urenlang in „observatie", zooals de geijkte term. luidt. Voor een zeer matige bezoldiging, waaraan zeker niet getornd mocht worden, wijl hunne gezinnen voor dubbele uitgaven worden geplaatst, turen ze achter aardhoopen, door struikgewas of on beschermd op holle wegen in tastbare duis ternis naar sluikers, die bij voorkeur abnor maal weer uitkiezen bij hunne operaties. Daarenboven „genieten" ze maar ai te licht vaardig de twijfelachtige eer als wrijfpaal te worden gebruikt, door ontevreden pub-iek bij de uitvoering der maatregelen, van hoo- ger hand gebiedend opgelegd. Is er Napo leon's hardvochtige taktiek de schuld van, dat onze ronds de cuir" zich niet in popu lariteit mogen verheugen? Welnu, dan werkt ze als zuurdeesem na. Op duizenden manieren en alle terrein tracht men hen te vergauwen. Voorbeel den? Januari wordt door de bangooren met uitbundige vreugde begroet. Ongestoord zouden ze bij lyrische ontboezemingen met de lepels kunnen wuiven naar hunne dul cinea's, beschermd als de knagers tegen Nimrod's zonen worden door de wet, inrlien er geen stroopers of pensers het gebied af graasden. „Kijk", zei me een kranige briga dier eens, „ze zijn weer op 't pad en maken het van eieren. Houdt eens goed ginds huisje in het oog, waar die witte lap uit het zolderraam hangt". Onze politieman schoof behoedzaam in de richting van het stulpje, doch plotseling werd het doek ingetrokken en het vuren hield op. Signaal onveilig, ge vaar in aantocht Regenweer. Met haastige stappen komt iemand aandraven, de paraplu onder den arm. Een kommies schiet achter een heg te voorschijn. „Niets bij u?" „Neen, mijnheer" Kleine inspectie over het regenscherm en een worstvormig breiwerk wordt er uit voor den dag gehaald, met boter gevuld. Druk keuvelend passeert in de scheme ring een gezelschap de wacht. Argusoogen loeren. Een der vrienden lijkt wat in corpu lentie toegenomen. „Wil u even binnenko men?" De visitatie levert een kilo gesmok kelde suiker op, handig in zakjes onder de jas verborgen, plus een quantum sigaretten papier. Werkloozen fietsen naar bekend visch- water, keeren spoedig over ons gebied te rug. Nakijken en weer frauduleuze klontjes in de bagage. En zoo gaat de reeks voort. Voor lieden, die zich uit, de hoogte aan dienen óf kruiperig-vleiend bun een loer trachten te draaien, moeten ze driedubbel op de hoede zijn addertjes onder het gras Doornige taak? Verleden zomer bolde te S. een auto over de grens. Geen „papieren", dus borgstellen, waarmede zich in den regel een zgn. expediteur belast, want door koersschom melingen en eruit voortvloeiende onaange naamheden is het den fiscusmannen daar streng verboden vreemde munt aan te ne men. De chauffeur berustte, niet echter zijn passagier, wien het heele geval feitelijk on verschillig kon laten. Op zeer onverstandige wijze begon deze op te „scheppen", gewaag de van „combines", zinspeelde op corruptie enz. enz. In hooge mate pijnlijk voor de be trokken ambtenaren; die als uiterst kalm en bezadigd staan bekend, correct en be schaafd en van hoogstaande plichtsbetrach ting. Geïncrimeerde uitdrukkingen als deze moeten op mannen als deze, onberispelijk den afgelegden ambtseed nalevend, een kwetsenden indruk maken. Onze wakers vertrouwden die heftigheid beslist niet en gingen tot lijfsvisitatie over. Deze geschiedt op ongeregelde tijden algemeen en in ver dachte gevallen onmiddellijk. Sta zuiver van geweten tegenover den fiscus en ze laat u onbewogen. Maar o, groote Olympische goden, zij hadden een jong uit het adelaars horst der Belgische sportimperatoren te pakken 1 Onze promotor greep naar de pen om in het bijvoegsel van zijn sterk verspreid lijf blad, dat over een staf kundige medewer kers beschikt, de beschuldiging naar het hoofd te slingeren der beide ambtenaren door hen mishandeld te zijn. In deze philip- pica bruischte de mentaliteit van den ove rigens niet onbekwamen schrijver sterk op en het stylistisch gedeelte zou ik of schoon de minste onder de broederen niet gaarne voor mijne rekening hebben geno men. 't Was in den komkommertijd en zon der het „audi ad alteram parti" af te wach ten namen bij ons persorganen van betee- kenis (de „Vlissingscbe Courant" gelukkig niet) alles over. Wijl zulke soep nooit zoo heet dient geslurpt als ze opgedischt wordt, heeft ondergeteekende lijdzaam gewacht eer de stalen klepper uit het befaamde „schuur- ken" werd gehaald om. k costi eens pools hoogte te nemen. Ondanks hardnekkig vol houden der tegenpartij gelooft geen mensch daar, dat deze degelijke, ernstige mannen symptomen van Dempsey-allures zouden vertoond hebben. Al zitten sportmanagers hier niet in de schaduw van éen koninklij ken troon en behooren ze evenmin tot een gepriveligeerde kaste, wie zou echter den iiivlccd durven miskennen der leiders op de groote massa? Dagelijks versnijden hun or ganen balen papier ter beschrijving der tallooze baan-gras-straat-kermiskoersen enz., op welke slag- en slachtvel- den helsche jachten worden ontketend, men naar hartelust demarreert, sprint, plat valt, crêveert, en mogelijk aspi reert naar vroegtijdige hartvergrooting door oververmoeidheid, alles ter wille der palmen ende lieve duiten. Ellenlange artikelen worden gewijd aan d« beschrijving De auto van apotheker Pil was nog zo'n knus wagentje uit de tijd, toen ze pas uitgevonden waren, maar 't liep in elk geval nog hard genoeg om er onge lukken mee te maken, en dat was de hoofdzaak. Bles werd er met de teugels aan vastgebonden en moest meedraven. „Waarom mag ik niet meerijden dacht hij verontwaardigd. (Nieuwe spelling) van ephemerische sterren, want op honderd zal er niet één misschien eenmaal schitteren met beduidende grootte; de lezers verwer ken het als klokspijs, hunkeren naar ver slagen van spannende wedstrijden en de in houd der bekende gele bladen interesseert hen oneindig meer dan het overige wat in het ondermaansche plaats grijpt. Gedachtig aan het „mens sana in corpore sano" kan niemand tegenover gezonde sport onsympathiek staan, doch het kan ook de spuigaten uitloopen en excessen moesten zeker worden ingetoomd. Bedoelt men er soms „internationale verbroedering" of „pénétration pacifique" mee van vreemde ideeën? Open vraag. Wanneer het jaar ten einde spoedt, duikt in onze districten weer de herinnering op aan de soepelheid van ons bestuur tegen over de vreemden. Komt iemand aan de grensposten en antwoordt hij op de beleefde vraag van den ambtenaar Zoekt u werk? ontkennend, dan wordt bem geen stroobreed in den weg gelegd eens per „vélo" een toertje te maken op den vaderlandscben bodem. Het werkwoord „einsperren", dat de fameuze Herschaften zoo gaarne in alle tijden leeren vervoegen, vindt men niet in het woordenboek. Aan de andere zijde ech ter halen de hooge oomes de teugels strak ker aan. Zonder lidmaatschap van een wie lerbond of bezit van een passe-avant kan de smalle beurs gerust het karretje thuis laten. De schatkist beurt door dezen maatregel geen centime en wanneer hij mocht gehand haafd blijven om verdachte elementen te weren, wordt het doel misgeschoten, want ongure typen schuwen daglicht als de uilen, sluipen 's nachts langs binnenwegen heime lijk over de grens om de centra te bereiken, waar ze de gelederen der schuimers verster ken en tamelijk onbezorgd leven, al be schikten ze bij aankomst over geen „sou valable". Hierover zou een interessante bij drage te schrijven zijn, ook over de wijze, waarop dat soort elkaar in de armen valt. Tabe echter Jammer, dat onze Staat weer zoo snood is geweest de jeugdige krulstaarten te tellen en van behoorlijk oormerk te voorzien, anders konden we in afzienbaren tyd eene invasie verwachten van spekmagazijnen in spé, wijl ze door overproductie bij onze buren slechts 35 francs 2.50 gulden en hier 12 15 Verrassende prijsverschillen? Kom, kom, de situatie vertoont nog wel andere beelden, die heusch 1935 niet met onverdeeld opti misme doen begroeten, zoo min hier als by de zuiderbroeders, waar de nypende crisis eveneens geducht wordt gevoeld, ondanks den aanmerkelijk lageren levensstandaard. S. Januari '35. E. M. TEELTREGELING AARDAPPELEN OOGST 1935. Ten aanzien van de teeltregeling van aardappelen oogst 1935, kan thans worden medegedeeld, dat het verboden zal zijn, om aardappelen (andere dan vroege aard appelen en fabrieksaardappelen) te telen op een totaal-oppervlakte grooter dan 5 Aren, zonder een teeltvergunning, welke door de besturen der Provinciale Land- bouw-Crisis-Organisaties op aanvrage zul len worden verstrekt aan telers welke by deze organisatie zijn aangesloten. De bo venbedoelde organisaties hebben dezer da gen aan iederen by haar aangesloten teler, een aanvraagformulier met bijbehoorende toelichting toegezonden, hetwelk vóór 2 Februari door den teler ingevuld en onder teekend, moet zijn teruggezonden. Ieder, die voor 'n dergelijke teeltvergun ning in aanmerking wenscht te komen en op 26 Januari a.s. nog niet in het bezit mocht zijn van een aanvraagformulier, wordt in overweging gegeven alsnog een biljet aan te vragen bij de Landbouw-Cri- sis-Organisatie van die Provincie, waaron der de aanvrager ressorteert. Die aanvragers, die nog niet als georga niseerde der Landbouw-Crisis-Organisatie mochten zijn erkend, dienen tevens by hun aanvrage een verzoek tot erkenning te voegen. Zij, die verzuimen de hiervoren bedoelde aanvrage in te dienen worden er opmerk zaam op gemaakt, dat het verbouwen van 86 En hij begon nijdig aan de teugels te rukken. Nu, die waren niet erg best vast gemaakt en schoten spoedig los. Bles liet de auto een eindje vooruitryden, om 'n goede afstand te krijgen vervolgens nam hjj, in vliegende vaart, een aanloop en sprongpardoes boven op de auto (Dinsdag vervolg) aardappelen zonder bovengenoemde teelt vergunning door de nieuwe regeerings- maatregelen terzake van aardappelen oogst 1935, strafbaar zal zijn, terwijl voorts nk 1 Februari een aanvrage voor een der gelijke teeltvergunning slechts bij hooge uitzondering in behandeling zal kunpen worden genomen. De teelt van vroege aardappelen ressor teert onder den tuinbouw en is als zooda nig onderworpen aan de voor den tuinbouw voorgeschreven beperkingsschaal. Onder de vroege aardappelen worden verstaan Eersteling, Schotsche muis, Paarspitten, Kralen, Opperdoezen ronde, Schoolmees ters, Ideaal, Wilde Due, Ninety fold, Sut ton, Duke of York, Arran Crest. Voor de teelt van pootaardappelen van de vroege soorten, speciaal van belang voor Eerstelingen en Ideaal zal echter een uitzondering worden gemaakt met betrek king tot de voor den tuinbouw voorgeschre ven beperkingsschaal. Verbouwers van pootaardappelen van vroege rassen, die hunne velden aan den Nederl. Algemeenen Keuringsdienst ter keuring opgeven zullen tot een maximum van 2/3 van hun uitpoot van pootgoed in 1933 mogen telen. Aangezien dit een afwijking is van de voorschriften voor den tuinbouw, zullen aardappelen van deze velden ook niet voor de consumptiemarkt geleverd mogen wor den in den tijd dat de Nederlandsche Groenten- en Fruitcentrale de afzetrege- lingen treft. Wel zullen de aardappelen boven 55 m.M. van deze velden in de consumptieregelingen worden opgenomen. Het risico voor afkeuren van by de N.A. K. opgegeven pootgoed blijft dus geheel voor rekening van den teler. Wel is het mogelijk, dat aardappelen van afgekeurde velden na 1 Augustus 1935 in de consumptie kunnen worden gebracht. Alle niet onder de vroege soorten ge rangschikte aardappelen welke dus niet ressorteeren onder de Tuinbouwsteunrege- ling (speciaal van belang voor middel- vroege soorten als Eigenheimers en Bin tje) mogen niet gerooid worden in den tijd dat de Nederlandsche Groenten- en Fruit centrale de afzet voor vroege aardappelen regelt, d.i. tot 1 Augustus 1935, hetzij naar het oordeel van voornoemde Centrale de marktsituatie toestaat, dat vóór dien da tum met rooien een aanvang gemaakt kan worden. De door de Nederlandsche Akkerbouw - centrale opgelegde teeltheffing is verschul digd voor alle soorten aardappelen, die niet behooren tot de genoemde rassen, ook ai worden ze gerooid vóór 1 Augustus. Hetzelfde geldt voor pootaardappelen van die rassen. Het feit, dat de heffing aan de Neder landsche Akkerbouwcentrale werd betaald zal geen reden tot vrijstelling zyn van een eventueel e beffing van de Nederlandsche Groenten- en Fruitcentrale. MIDDELBURG. Van 1618 Januari. ONDERTROUWD: A. Buijze, jm. 30 j. en J. Maartense, jd. 26 j. GETROUWD: I. van Ham, jm. 30 j. en M. S. M. de Buk viel, jd. 26 j. BEVALLEN: J. Kooman, geb. Catsman, z« LICHT OP VOOR AUTO'S, FIETSEN EN VOERTUIGEN Januari uur Zondag 20 4.52 Maandag 21 4.53 HOOGWATER TE VLISSINGEN Januari Zondag 20 1.48 14.09 Maandag 21 É2.2r 14.43

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1935 | | pagina 10