Vlissiflgsche Courant PLOUVIER HEEFT DE SCHOENEN TWEEDE BLAD Een sprong in het duister BINNENLAND FEUILLETON van de van Woensdag 2 Januari 1935. No. 1. DE DOKTER AAN 'T WOORD. BETEEKENIS en OORZAKEN VAN HOOFDPIJN. Hoofdpjjn als op zichzelfstaand ziektegeval en als symptoom van organische ziekten. Sla de waarschuwing, niet in den wind, door dr. S. K. P. IN I VELD, Hoofdpijn is 'n veel voorkomende kwaal, 'doch slechts uiterst zelden doet hij zich als op zichzelfstaande ziekte voor. Bij nage noeg alle ziektetoestanden van ons li chaam treedt hoofdpijn als symptoom op. Het meest hekend zijn de hoofdpijnen die i hij catarrhale aandoeningen van de bovenste luchtwegen, speciaal de neus en de daar mede in verbinding staande holten (mond holte, keelholte, hersenholte) optreden. Van meer ernstigen aard en moeilijker tb behandelen zijn de „rheumatische" hoofd pijnen, d'"! dikwijls in neuralgischen vorm optreden, d.w.z. dat zij zich nu eens aan het voorhoofd, dan weer aan het achter hoofd meedeelen. Ook menschen, die aan ver- of bijziendheid lijden en die een te zwakke of te sterke bril dragen, klagen dikwijls over hoofdpijn. De migraine is een bijzondere vorm van hoofdpijn, die dikwijls gepaard gaat met onpasselijkheid, braken, het zien van ster ren voor de oogen en psychische depressie. Hij berust waarschijnlijk op samentrekking yan bepaalde bloedvaten van het hersen vlies. In ernstige gevallen kan het hierbij zelfs tot kleine bloedingen achter de oog bolten komen. Hersenschudding of kwets uren aan hersenen of schedel veroorzaken vanzelfsprekend hoofdpijn. Van zeer ern stigen aard zijn alle vormen van hoofdpijn, die door prikkeling van. de gevoelige ze nuwen van het hersenvlies ontstaan en die zich voordoen bij alle ziekten, die de herse nen het hersenvlies of de hersenbloedvaten Behalve dat ^hoofdpijn dus dikwijls is terug te voeren tot aandoeningen van be- paal'de afzonderlijke organen, kan hij ook deel uitmaken van algemeene ziektetoe standen, waarbij het geheele lichaam en de stofwisseling in mindere of meerdere "mate betrokken zijn. Alle ziekten van het bloed, zooals bleekzucht, anaemie en leukaemïe kunnen hoofdpijn veroorzaken, zoo ook stofwisselingsziekten als jicht en diabetes, laatstgenoemde ziekte kan in ernstige ge vallen tot hevige hoofdpijn en bewusteloos heid leiden. Ook bij vele zielsziekten doet zich in het begin hoofdpijn voor. Tal van menschen, vooral jonge menschen en school kinderen krijgen hoofdpijn bij geestelijke overspanning, bij oververhitting en bij ver blijf in overvolle lokalen tengevolge van warmte, ophooping en gebrek aan zuurstof. Resumeerend zien we dus, dat hoofdpij nen in vele gevallen onschadelijk kunnen zijn, doch meestal een aankondiging zijn van het optreden van ernstige ziekten van onze gewichtigste organen, een waarschu wing, die niet in den wind geslagen mag worden. Blijven de hoofdpijnen ondanks het ge bruik van de bekende middelen bestaan, dan moet de hulp van den geneesheer wor den ingeroepen, die alleen in staat is de ziekteaard vast te stellen, waarin de pijnen hun oorsprong vinden. Bij een juiste be handeling .verdwijnen de pijnen dan van zelf. Kwetsuren door Kunstgebitten. In den laatsten tijd zijn er herhaaldelijk gevallen geconstateerd, waarbij het gehe melte min of meer was aangedaan, soms zelfs ernstig gewond. Het betreft hier overigens volmaakt gezonde patiënten, die hun kunstgebit, dat zy jarenlang zonder eenigen hinder droegen, geruimen tijd ach tereen des nachts hadden „aangehouden". De kwetsuren zijn meestentijds door het gummizüignapje ontstaan. Laat ieder, die een kunstgebit draagt, zich deze onaange name ervaringen van anderen ten nutte maken en des nachts zijn gebit uit den mond leggen, Ademnood. De grootte van den ademnood, veroor zaakt door inspanning (trappen klimmen, loopen, enz.) is een maatstaf voor de sterkte van het hart. Ademnood treedt eveneens op, wanneer de luchtwegen door een binnen gedrongen lichaam, door een gezwel of door ziekte van de longen of het hart, niet genoeg lucht kunnen binnen krijgen of wanneer bij ziekte of vergifti ging van het bloed de roode bloedlichaamp jes niet genoeg zuurstof kunnen opnemen. Dr. Colijn over 1935. In een interview met den parlementairen redacteur van „HetHandelsblad" heeft minister Colijn zijn meening geuit over de vooruitzichten voor het jaar 1935. Z. i. valt te vreezen, dat het internatio nale goederenverkeer nog meer beperkt zal worden dan in den loop van 1934 het geval is geweest. Het vermoeden ligt voor de hand, dat deze inkrimping ook grootere moeilijkheden met zich zal brengen. Verder houdt de inkrimping verband met de beta lingsmoeilijkheden en deze zullen, volgens den minister, eerder grooter worden dan dat zij zullen afnemen. De minister concludeert daaruit, dat in 1935 eerder verzwaring dan verlichting van druk ons te wachten staat. Algeheele aanpassing bij de gewijzigde wereldstructuur, acht dr. Colyn voor de landen van West-Europa uitgesloten. De toestand in Twente is wel iets verbe terd, doch blijft toch nog donker, omdat de Twentsche industrie voor 55 pet. van den export leefde en slechts een gedeelte daar van naar Ned.-Indië ging. Wat verloren werd door de sluiting van andere markten, laat zich niet meer terugwinnen, naar het zich laat aanzien. Wat den politieken toestand betreft, is de minister-president van oordeel, dat thans het vermijden van toespitsingen van politieke tegenstellingen nog noodzakelij ker is dan bij het optreden van het huidige kabinet in Mei 1933. Over de ontwikkeling der nationale luchtvaart Zeide de minister, 'dat hij den tijd niet ver meer ziet, dat men met groote vliegtuigen en drie piloten den afstand AmsterdamBatavia tot ongeveer twee maal 24 uur terugbrengt. Het verblijdende in Indië is, dat wij niet verder terugzakken. Het bedrijfsleven en de werkverschaffingen. De „Aannemer", orgaan van den Neder- landschen Aannemersbond pleit voor de in schakeling- van het particuliere bedrijfs leven bij de werkverschaffing. Eindelijk scheen er licht te komen. Er kwam een nieuwe bewindsman, die zich be reid verklaarde het particuliere bedrijfsle ven bij de uitvoering van werkverschaf fingsobjecten in te schakelen. Er waren er, die de vlag wilden hijschen. Er waren anderen, die het verstandiger vonden de ontwikkeling van de dingen af te wachten. De eerste teleurstelling was, dat de nieuwe bewindsman de inschakeling van de vroegere ondernemers niet voorschreef, doch alleen wilde toelaten. De gemeenten en soortgelijke organen bleven echter in de veronderstelling, dat de particuliere on dernemers net als vroeger buiten de deur moesten worden gehouden. En er- veran derde niets. Ten slotte bleek de nieuwe bewindsman bereid den gemeenten enz. van het gewij zigde Regeeringsinzicht kennis te geven. Hij deed het niet zelf, maar verzocht zijn „werkverschaffings-inspecteurs" om het bericht door te geven. Het is niet bekend, of sommige dier inspecteurs het vergeten hebben, dan wel of de post de brieven niet bezorgd heeft, dan wel of de gemeentebe sturen de brieven niet gelezen hebben. Feit is, dat meermalen gebleken is, dat men er bij de gemeenten niets van af wist, dat het Regeeringsinzicht veranderd was...... Het particuliere bedrijfsleven had nu tot taak colleges op te diepen, die in werkver- schaffingswerken de aannemers zouden willen inschakelen. Het gelukte, sommige der lagere Overheidsorganen bereid te vin den, maarzij ondervonden zoo weinig medewerking of zooveel tegenwerking, dat den goedwillenden al gauw de lust weer is begonnen te vergaan. De laatste film is dezer dagen in Nij megen vertoond. Er bestaat reeds 10 maan den plan een belangrijk project De Goffert uit te voeren in werkverschaffing. Tegen den wil van twee wethouders besloot de Gemeenteraad het werk aan te besteden. En wat gebeurt er Er verschijnt een Rijksinspecteur. Deze wordt toegelaten in een geheime Raadszit ting ende inschakeling van het parti culiere bedrijf blijkt weer van de baan te zijn gewerkt. Dé Raadszitting is geheim. Geen controle dus over de gebezigde argumenten aan nemende dat er argumenten gebruikt zijn. De aannemer er uit en de Heide Maat schappij er in De vraag is op haar plaatshoe lang moeten we nog geduld hebben? De nood is dermate gestegen, dat het niet langer uit te houden is. Er zijn reeds velen, die ge brek lijden. Dat de tijden ons niet onge merkt voorbijgaan, spreekt vanzelf. Wij willen als bouwbedrijf ons steentje in de narigheid bijdragen. Maar we zijn 't moede geworden nog langer van het kastje naar den muur gestuurd te worden, VJeeschkeurïngswet. "Volgens de „Telegraaf" zal het ontwerp tot wijziging van de Vleeschkeuringswet het zoo goed als zeker niet brengen tot een openbare behandeling in de Tweede Kamer. Minister Slotemaker de Bruine is door de critiek, welke sedert de indiening van het ontwerp is losgekomen, overtuigd, dat het doei, hetwelk hij zich voorstelde te berei ken, nl. verlichting van de lasten der sla gers, door de ontworpen wijziging der Vleeschkeuringswet niet zal worden be reikt. Kon. Ned. Middenstandsbond. In het Jaarbeursrestaurant te Utrecht is een vergadering van den jeugdraad gehou den, welke door den heer M. Kropveld, voorzitter der permanente commissie voor Jeugdaangelegenheden, werd geleid. Medegedeeld werd, dat te Bussum een A.M.J.O. is opgericht en dat de A.M.J.O.- Arnhem verhinderd was zich te doen ver tegenwoordigen. Etn uitvoerige bespreking volgde over de nieuwe regeling voor de Jeugdgroep in ver band met de reorganisatie, waarbij spijt werd betuigd over het verdwijnen der Per manente Commissie. Ook werd bezwaar ge maakt tegen de leeftijdsgrens naar boven, welke men hooger gesteld zou willen zien. Soepele toepassing werd toegezegd. Besloten werd het Jeugdbestuur uit 5 le den samen te stellen. Tot voorzitter werd gekozen de heer A. Overöuin, terwijl werden aangewezen als onder-voorzitter de heer Vlotman en v. d. yVerf, secretaris-penningmeester. De heer Kropveld vond bij de overdracht van het voorzitterschap gelegenheid om den heer Weber, de aftredende, acurate en ijve rige secretaris der Perm. Commissie te hul digen. Spr. dankte voorts ook de overige commissieleden voor hun medewerking en hoopt, dat het nieuwe Jeugdbestuur succes mrge hebben. De leiding is in handen van den heer Overduin veilig. De heer C. A. van Asperen stelde de groote verdiensten van den heer Kropveld in liet licht, die de middenstandsbeweging heeft helpen opbouwen en reeds 10 jaren zvjn beste krachten daaraan gaf. Spr. weet namens de jongeren te spreken, wanneer hij hem hiervoor hulde brengt. De gemeentebegrooting van Botterdam. Ged. Staten van Zuid-Holland hebben de Rotterdamsche gemeentebegrooting voor 1934 goedgekeurd. De missive, waarin daarvan mededeeling wordt gedaan, luidt als volgt i Mede naar aanleiding van de aanneming door den raad van de salarisvoorstellen hebben wij thans besloten goedkeuring te verleenen aan de begrooting voor het dienstjaar 1934. Wij brengen onder uw aandacht, dat wij, zooals ook uit de cor respondentie over de ontwerp-begrooting 1935 is gebleken, een verdere versobering van dé gemeentehuishouding dan in de be- grooting 1934, zooals deze thans luidt, tot uitdrukking komt, noodzakelijk achten. Uit den aard loopt de thans verleende goedkeu ring niet vooruit op de te gelegener tijd door de regeering te nemen beslissing in zake het voor bijdrage-verleening in aan merking te nemen uitgestooten bedrag, Steuncomité voor noodlijdende kunstenaars. Door eenige personen is een steuncomité voor noodlijdende kunstenaars en intellec- tueelen opgericht, dat kantoor houdt Sta tionsweg 36, 's-Gravenhage. Tal van voor aanstaande Nederlanders zijn aangezocht zitting te nemen in het eere-comité. De secretaris van den Armenraad te 's-Gravenhage Kerkplein 3 geeft in over weging alvorens met dit comité in relatie te treden, inlichtingen in te winnen aan zijn bureau. De tunnel onder de Maas te Rotterdam. De heer J, ter Laan heeft zich tot B. en W. te Rotterdam gericht met enkele vra gen inzake den bouw van den tunnel. Ge vraagd wordt of B. en W. willen mededee- len in welk stadium de voorbereiding van den tunnelbouw, waartoe de gemeenteraad van Rotterdam op 18 Mei 1933 in beginsel het besluit nam en waarvoor de raad bij besluit van 19 December 1933 een crediet van 50.000 werd verleend, zich thans be vindt en met name of de mededeeling van den minister van waterstaat gedaan in de Tweede Kamer, juist is, dat de gemeente Rotterdam nog slechts de vraag hoe een tunnel moet worden aangelegd in voorbe reiding heeft. Ten slotte wordt gevraagd, welke maat regelen het college sedert 15 Maart 1934 heeft getroffen, teneinde de totstandko ming van een tweede oeververbinding in Rotterdam, zoo dringend noodig uit ver- keersoogpunt en als object van werkverrui ming, zoo snel mogelijk te bevorderen, Mr. G. P. van Rossum f Te Huis ter Heide is Dinsdagavond plot seling overleden mr. C. P. van Rossum, be kend publicist en medewerker van de „Haagsche Post". Hij was schrijver van eenige tooneelstukken, o.a. Femina. De laatste jaren is de overledene vooral be kend geworden door zijn studies op occult gebied. Van zijn hand verschenen ook eenige werken over het spiritisme, terwijl hij zich voorts bewoog op het gebied der graphologie. Mr. van Rossum was een vlot schryver, die boeiend wist te vertellen en over een aangenamen betoogtrant beschikte. Hij heeft veel gereisd en van hetgeen in vreem de landen zijn belangstelling trok, heeft hij in verschillende artikelen verhaald, De Nederlandsche koopvaardijvloot» De Nederlandsche koopvaardijvloot ver minderde in 1934 door verkoop naar het buitenland of naar het binnenland voor sloop met 36 schepen, tezamen metende 99.107 bruto registerton. Verloren gingen het stoomschip „Orania" van dén Kon. Holl. Lloyd in de haven van Leixoes, het stoom schip „Brion" van de Kon. Ned. Stoom boot-Mij. in het Panamakanaal en de mo torboot „Jupiter" van de reederxj D. Pos ting te Delfzijl in de Noordzee, welke drie schepen een inhoud hadden van 10.893 ton. Totaal verminderde de koopvaardijvloot dus met 39 schepen en 110.000 ton. Daartegenover staat een aanwinst van 9 nieuwe schepen, nl. de „Aagtekerk", „Alm- kerk", „Bloemfontein" en „Jagersfontein'1 van de Ver. Nederl. Scheepvaart Maat schappij te Amsterdam; de „Tuva" voor de N.V. Vrachtvaart Maatschappij te Rotter dam, de „Alfoer" (in Indië gebouwd) voor de Kon. Paketvaart Mij., de „Birmingham" en „Nottingham" voor de Internationale Kustvaart My. te Rotterdam en de „Rens- dorp" voor de N.V. Maatschappij voor Zwa velzuurbereiding te Amsterdam. Aangekocht werden voor Rotterdamsche reederijen het Engelsche stoomschip „Pur- ley Downs" en het Panamasche stoomschip „Hannah". Dit beteekent een aanwinst van 11 schepen met 53.451 ton, zoodat er nog een teruggang valt te boeken van 28 sche pen en 56.549 ton. Een warm slot van 1934, De weerkundige medewerker van het „Handelsblad" schrijft Frisch groene weiden met grazende koei en op Oudejaarsdag is wel iets om in de kronieken te vermelden en om in te griffen in het geheugen van hen, die bestemd zijn eens de „oudste bewoners" te worden en zich zoo iets niet meer te herinneren. Dat Oudejaarsdag in 1934 dit kon ver- toonenj is het gevolg van het abnormaal zachte weer van de laatste maanden, dat wel een toppunt bereikt heeft in December. Wanneer we de abnormaliteit van deze maand willen nagaan moeten we de laagste waarnemingsreeks in ons land daarin be trekken en dat is die van UtrechtDe Bilt, in 1849 begonnen, dus 86 jaren lang. De ge middelde temperatuur van De Bilt in De cember 1934 is natuurlijk nog niet precies berekend, doch uit de diagrammen der da- gelijksche weerkaartjes kan toch reeds wor den opgemaakt, dat dit gemiddelde hooger is dan in eenige Decembermaand in de voorafgaande 85 jaren is voorgekomen. Het bedraagt 7.4 gr. C., dat is 4.5 gr. boven nor maal. Tot nu toe gold December 1852 met een gem. van 7.3 gr. als de warmste. Dit was tevens de maand met de grootste positieve afwijking van het normale. Dus geen enkele maand (ook niet in andere jaargetyde) van geen enkel jaar was zoo veel te warm ge weest. Ook in dit opzicht is December 1934, dat nog 0.1 gr. meer afwijkt, een unicum in de serie. Dat dergelijke warme wintermaanden ge heel buiten de schreef vallen en dus direct ook veel warmer zijn dan andere zachte Decembers, blijkt wel uit dit staatje van de vijf warmste uit de serie Dec. 1934 1852 1868 1898 1918 7.4 7.3 6.8 6.2- 6.2 Reeds December 1898 en 1918, die toch ook heel zacht waren, blijven meer dan 1 gr. C. beneden de twee allerwarmste. Doordat er op Zwanenburg (Halfweg) gedurende meer dan een eeuw (17431860) nauwkeurige temperatuurwaarnemingen zijn verricht, kunnen we nog verder in de geschiedenis terug gaan en dan vinden we, dat aldaar alleen December 1806 en Decem ber 1748 een hoogere temperatuur hadden dan December 1852. In 1806 was December Naar het Engelsch. (Nadruk verboden) 17) „O, wat was het toch heerlijk, om zoo weer eens vertrouwelijk samen, te kunnen spreken Op de ruwe houten tafel zette ik het eenvoudige maal gereed, den eersten geza- menlijken maaltijd, dien wij genoten, na dat wij samen hadden, thee gedrongen in het huis van mrs. Mayne. De omelette smaakte ons uitstekend ook stond er in den kelder nog een stuk kip van den vorigen dag, en, ofschoon ik het graag anders had gewild, was Chris topher er op gesteld, dat wij alles eerlijk samen deelden. Hoe wij daar nog zoo rustig konden zit ten, terwijl ieder oogenblik de vijand ach ter ons kon staan, is mij nog een raadsel Toen wij klaar waren, zei Chris „Wil je wel gelooven, Phyl, dat we later het personeel een vrijen dag zullen geven, zoodat we samen in de keuken een ome- lette kunnen eten Maar nu moeten wij weg, liefste Terwijl ik een paar benoodigdheden bij elkaar knoopte, volgde ik hem naar buiten, 4 in de heerlijke, frissche avondlucht. Chri- topher leidde zijn paard uit den geïmpro- viseerden stal. „Het was niet mogelijk om voor jou ook een paard mee te brengen, Phyl, of om een voertuig te bemachtigen. Maar misschien wil jij op mijn paard zitten, dan zal ik er naast loopen." Nu, daar dacht ik natuurlijk niet aan. „Je paard is nog heel versch en ik ben geen zware vracht. Stap jij eerst op, laat mij dan één stijgbeugel en ik zal wel zien, dat ik achterop kom. Het dier kan best eenigen tijd ons beiden dragen maar nu moeten wij ook voortmaken." Dit was nu met recht kameraadschap pelijk werk wij reden samen en zouden samen ontsnappen, of den vijand in handen valleh. De weg was er nog niet op verbeterd door het werpen van de bommen ook was Christopher's paard er niet cp gesteld, dien dubbelen last te dragen. Ik was echter zoo goed bekend met de streek, dat ik hem af en toe nog een goeden wenk kon geven, wat den te volgen weg betrof. „Ik zal je naar een geïmproviseerd hos pitaal brengen, dat staat onder leiding van Fransche nonnen. Mijns inziens is het te dicht bij de vuurlinie maar daar kan nu niets aan verholpen worden Ik moet weer zoo gauw mogelyk in het hoofdkwartier present zijn. Je zult daar nog genoeg te doen vinden, tot je nieuwe orders krijgt." Het hospitaal was een oud vervallen gebouw, dat een somberen, geheimzinrdgen indruk maakte in het halfduister. Ik liet mij van het paard glijden en een van de nonnen kwam mij begroeten. Christopher scheen haar te kennen en stelde mij voor als„Mrs. Spencer, die reeds bij de ambu lance werkzaam is, maar die nu eenigen tijd kon helpen. Wees zoo goed en draagt u zorg voor haarvoegde hij er bij met vriendelijken aandrang. Ik nam een glim lach waar op het gelaat van de goede zus ter, want in het hart van iedere Fransche is en blijft gevoel voor het romantische schuilen. Daarop wendde Christopher zijn paard ik kuste hem vaarwel en als trouwe kame raden hervatten wij ieder den arbeid. HOOFDSTUK VXI. Eéns was het gebouw een aanzienlijk kasteel, dat heel wat beduidde voor de buurt. De eigenaars waren echter ge vlucht, toen de Duitschers naderbij trokken en die hadden er geweldig huisgehouden, zoodat er niets meer in was en ook haast geen stuk was héél gelaten. Op dat oogenblik was het aantal ge wonden zóó groot, dat enkele nonnen kalm bezit namen van de ruimte, en er dan toch in ieder geval de patiënten borgen. Meer dan eens werd het gebouw bescho ten en dan werden de verpleegden naar de kelders vervoerd. Op het oogenblik, dat ik kwam, was het van den nok tot aan den kelder gevuld met gewondén uit de loop graven, die daar dicht bij waren. Telkens werden er weer nieuwe aangedragen en bij gebrek aan bed of baar werden ze, in een deken gerold, op den grond gelegd. Er viel dus genoeg te doen en het was goed, dat ik met Christopher had gesou peerd, want er was geen tijd om te-et-en of te slapen. De zuster, die ons ontvangen had, leidde mij naar een groote zaal en vroeg, of ik zorg wilde dragen voor dit deel van het hospitaal. Waarschijnlijk had het oude Fransche slot toch niet veel gerieflijkheden gehad, maar na den vijandelijken overval was daar niets meer van over, zoodat er geen sprake was van electrisch licht en van badkamers en. dat er maar heel weinig koud water was te verkrijgen, dat dan nog opgepompt moest worden. Als er nog tijd was, eer er een nieuwe bezending patiënten werd gebracht, werd de zaal zoo goed mogelijk geschrobd en gedweild. Moes had mij eens bezig moeten zien met mijn emmers water, die ik moest putten aan de bron op de binnenplaats. Maar men moest dan ook niet vragen, hoe dikwijls mijn rug my pijn deed. Ieder oogenblik moesten lakens en verbanden gewasschen worden en werden dan in de zon te drogen gehangen. En dat, terwijl men met ieder artikel even voorzichtig moest zijn met de brandstoffen moest de grootste zuinigheid worden betracht, zoo dat een liter warm water een kostbaar be zit was. Hoe druk de eenige dokter het had in zijn operatiekamer, valt met geen pen te beschrijven En de flinkheid van de zus ters, die hem bijstonden, is ook boven allen lof verheven. Maar de nonnen Ik geloof niet, dat zij zich ooit den tyd gunden om te eten en te slapen en toch waren ze altijd even kalm en bereidvaardig en handig. Men hield dan -ook weinig tijd over, om aan zich zeiven te denken, want de gewonden, die werden bin nengedragen1 O, wat een wreede be spotting, dat Christenen elkaar opzettelijk zoo verminken kunnen Als ik het niet langer zonder een uur slaap kon uithouden, nam ik maar een de ken en rolde mij daarin, in den tuin, onder den gouden-regenboom. In het kasteel zelf was geen plaats meer. Geen enkelen keer ging ik zitten voor een maaltijd, at maar wat onderweg, ter wijl ik door de eindelooze corridors liep. Met zulke verschrikkelijke gewonden wa ren er natuuxdijk ook dikwijls dooden. Die werden dan in den tuin hegraven. En door dat de aard van mijn vroegere werkzaam heden zoo meebracht, dat ik misschien, nog het beste spitten kon, viel mij meestal de weinig-opwekkende taak ten deel, een graf te gravenIn ieder geval was ik dan een poosje in de luchtdie genoot men hier ook niet te veel Drie weken verliepen op deze wijze. Eéns werd ik gewaar dat er iemand aan den an deren kant van het bed van een patiënt zat en dat die mij het verband aanreikte. Ik dacht, dat het een oppasser was en keek niet eens op. Maar het welgevormde van de hand trok toch mijn aandacht, en, terwijl ik eens even in den grooten spiegel keek, die nog boven den schoorsteenmantel was bly- ven hangen, zag ikChristopher's ver minkt gelaat I Hij keek mij aan met ern stigen, droeven glimlach en samen gingen wij naar den volgenden patiënt. XWordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1935 | | pagina 5