VEiasinische Courant
N.C.C.
Hel
vraagt
niets voor
zich zelf
DERDE BLAD
SPORT
Smokkelaars op de grens.
van de
van
Vrijdag 21 December 1934. No. 301.
ZEEÜWSCHE MAATSCHAPPIJ
VAN LANDBOUW.
Vergadering bestuur der Z. L. M.
gehouden op Maandag 17 December 1934.
De vergadering werd geleid door Mr. P.
Dieleman, algemeen voorzitter der Z.L.M.
O.m. kwam de volgende onderwerpen in
[bespreking.
Fabricage van alcohol uit suikerbieten.
Kennis werd genomen van een rapport
over de fabricage van alcohol uit suikerbie
ten, uitgebracht door de afdeeling Land
bouwnijverheid van het Landbouwcomité.
In bedoeld rapport komt men tot de con
clusie dat de fabricage van alcohol uit sui
kerbieten in ons land niet rendabel zal zijn
en dat voorloopig dan ook niet op steun
aan den landbouw in dezen vorm moet wor
den aangedrongen om het bietenareaal uit
te breiden ten behoeve van deze fabricage,
daar hiermede zeer groote steunbedragen
gemoeid zouden zijn, welke niet beschik
baar kunnen worden gesteld. De vergade
ring heeft zich met de conclusie uit het
rapport vereenigd.
Veelevering voor afslachting. Het
Landbouwcomité heeft het oordeel van het
Dagelijksch Bestuur gevraagd over een
schrijven van de Noord-Brabantsche Maat
schappij van Landbouw betreffende de ver
plichte levering van vee bestemd voor af
slachting.
Daar in bedoeld schrijven vrijwel dezelfde
voorstellen naar voren worden gebracht als
in de nota welke de Zeeuwsche organisa
ties o.a. bij de 3 centrale landbouworgani
saties hebben ingediend werd besloten naar
laatstbedoelde nota te verwijzen.
Vetrapport. De vergadering heeft zich
vereenigd met de conclusies welke zijn op
genomen in het bekende vetrapport, dat is
uitgebracht door de verschillende zuivelor-
ganisaties en de drie centrale landbouwor
ganisaties. In het bijzonder werd de wen-
schelijkheid betoogd dat aan de natuurbo
ter een ruime plaats in de consumptie dient
te worden ingeruimd en dat de margarine
productie dient te worden beperkt.
Tertiaire wegen. Met belangstelling
werd kennis genomen van een schrijven dat
de centrale landbouworganisaties op voor
stel van den voorzitter van het K.N.L.C.
hebben gezonden aan de Minister van Wa
terstaat betreffende de tertiaire wegen. De
benoodigde kosten voor een dringende ver
betering van ca. 6000 K.M. tertiaire weg
worden geraamd op 4000 per K.M. weg,
wat neerkomt op een jaarlijks benoodigd
bedrag van 2 millioen gulden.
Een gedeelte van dit bedrag zal uit het
Wegenfonds moeten komen, daar gemeen
ten, waterschap- en polderbesturen zwaar
gebukt gaan onder de lasten der wegen-
yerbetering.
Een andere bron is ook het z.g. Werk
fonds 1934, daar het billijk moet worden ge
acht, dat ook de tertiaire wegen uit dit
fonds worden bekostigd.
De wegenverbetering is immers een werk
verschaffingsobject bij uitnemendheid, daar
de gelden voor bijna 100 aan nationalen
arbeid worden uitgegeven.
Melkbroodactie. Besloten werd als af
gevaardigden van de Z.L.M. om zitting te
nemen in een permanente commissie voor
het meerdere gebruik van melkbrood in
Zeeland aan te wijzen de heeren P. J. J.
Dekker te Wemeldinge en Iz. van Cruijnin-
gen te Zuidzande.
Crisisvraagstukken. In verband met
de besprekingen op de verschillende crisis
vergaderingen die de Z.L.M. in onderschei
dene kringen van Zeeland heeft gehouden
en welke zich zonder uitzondering in een
zeer groote belangstelling mochten ver
heugen, werd uitvoerig van gedachten ge
wisseld op welke wijze aan de bezwaren en
moeilijkheden die de praktijk van de Over
heidsmaatregelen ondervindt, kan worden
tegemoet gekomen.
In het bijzonder werd nagegaan op welke
wijze het klein landbouw- en tuinbouwbe
drijf, dat in onze provincie onder groote
lasten gebukt gaat, kan worden geholpen.
Vaak zijn deze kleine bedrijven zwaar
met hypotheek belast, zoodat getracht zal
moeten worden de lasten voor deze be
drijfjes te verminderen.
De aardappelteelt is voor deze kleine be
drijven vaak de hoofdbron van inkomsten.
In verband met de daling der aardappel
prijzen, waardoor deze bedrijven in het bij
zonder worden gedupeerd, werd besloten bfj
het Landbouwcomité wederom aan te drin
gen op invoering van de minimumprijzen
op basis van die van vorige jaar. Als een
onbillijkheid werd het beschouwd dat de
kleine tuinbouwbedrijven, die b.v. ook nog
grasland bezitten, door de voorgestelde
teeltbeperking voor tuinbouwgewassen nog
eens extra moeten beperken.
Juist door de voorstellen tot progressie
ve beperking van de teelt van tuinbouw
gewassen in de gemengde bedrijven waar
tegen de Z.L.M. steeds stelling heeft geno
men, worden ook deze kleine bedrijfjes ge
dupeerd.
Besloten werd een rapport samen te
stellen waarin zal worden nagegaan op
welke wijze de kleine land- en tuinbouw
bedrijven op de meest doelmatige wijze
kunnen worden geholpen. Dit rapport zal
in de volgende vergadering worden be
sproken.
Eveneens zullen de Zeeuwsche organisa
ties gezamenlijk een nota over de steun-
verleening aan den tuinbouw zenden aan
de centrale organisaties, waarin de aan
dacht zal worden gevestigd op de uitzon
derlijke positie waarin de Zeeuwsche tuin
bouwbedrijven verkeeren.
Omzetbelasting op fruit. Besloten werd
bij het Landbouw-Comitè nogmaals aan te
dringen op de afschaffing van de omzet
belasting op fruit. Gemeend werd dat be
zwaarlijk een product kan worden belast,
dat voor den teler den productieprijs niet
opbrengt.
Teeltregeling 19S5. Besproken werd
de teeltregeling voor vlas en suikerbieten
voor het oogstjaar 1935. Medegedeeld werd
dat de teelt van vlas vermoedelijk zal wor
den uitgebreid en dat de garantie voor de
suikerbieten voor Zeeland eenzelfde hoe
veelheid zal bedragen als in 1934.
Medegedeeld werd dat de grond welke
vrijkomt door het rooien van de onderbe
planting der boomgaarden in 1935 mag
worden medegeteld bij de totale opper
vlakte grond van het bedrijf voor de be
bouwing van landbouwgewassen.
Dorschen met den vlegel. In verband
met de besprekingen in de vorige vergade
ring werd medegedeeld dat de minister van
sociale zaken aan een 19-tal gemeenten,
gelegen in Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen een
schrijven heeft gericht inzake het dorschen
met den vlegel van granen en peulvruch
ten. De minister heeft besloten hiermede
in Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen een proef' te
nemen. Onder deze proef vallen tarwe en
peulvruchten en de toeslag welke door rijk
en gemeente tezamen wordt gegeven zal
per 100 K.G. bedragen 0.80 voor tarwe en
0.60 voor peulvruchten. De regeling zal
voorloopig gelden tot einde Maart 1935.
Uitvoer koudbloedpaarden. De rege
ling voor de afgifte van consenten voor
den uitvoer van koudbloedpaarden is opge
dragen aan het Vleeschexportbureau te
Nijmegen. Daar de bestaande regeling niet
bevredigend wordt geacht zal er bij het
Landbouw-Comité op worden aangedron
gen de afgifte van deze consenten te doen
geschieden door het Stamboek.
Violetkleuring bij uien. Naar aanleid
ding van de besprekingen gevoerd in de
vorige vergadering over het vraagstuk van
violetkleuring der uien, een verschijnsel dat
geacht wordt bezwaar op te leveren voor
onzen uienexport, werd medegedeeld dat
het Instituut voor Plantenveredeling te
Wageningen een onderzoek instelt over de
oorzaken welke deze violetkleuring be
werkstelligen.
Na bespreking van enkele huishoudelijke
aangelegenheden werd de vergadering door
den voorzitter gesloten.
VOETBAL:
De competitie-wedstrijden voor a.s. Zondag.
De belangrijkste ontmfveting van 't com
petitie-program voor aanstaanden Zondag
is de plaatselijke ontmoeting, die te Mid
delburg tusschen Zeelandia en Middelburg
gespeeld wordt. Enkele maanden geleden
ontmoetten de twee plaatselijke rivalen
elkaar reeds op het gemeentelijk sportter
rein. Toen bleef Middelburg met 50 in
de meerderheid. Sindsdien zijn de onder
linge krachtsverhoudingen niet veranderd.
Het zal al heel raar moeten loopen, willen
a.s. Zondag de ex-eersteklassers niet op
nieuw een overwinning behalen, want ze
hebben ontegenzeggelijk een veel sterkere
ploeg dan de pas gepromoveerde Zeelan-
dianen. Er zit voor Zeelandia o.i. niets an
ders op als te trachten zoo eervol mogelijk
te verliezen.
T.S.C. speelt een thuiswedstrijd tegen
Breda. Dat kan. voor de Oosterhouters
een puntenwinst van twee beteekenen,
want Breda heeft tot dusver nog niet heel
veel gepresteerd. In Breda won T.S.C. ook
reeds en wel met 42.
Terneuzen, dat thuis tegen Alliance
speelt, krijgt eveneens de kans haar pun-
tenaantal met twee te vermeerderen. De
Zeeuwsch-Vlamingen zullen daarvoor ook
wel zorgen, want ze hebben de punten
voorloopig nog hard noodig. Te Roosendaal
won Terneuzen van Alliance met 63.
Op den Raaijberg treedt de Baronie,te
gen Dosko in het veld. Enkele weken gele
den wisten de Bergenaren op het Baronie
terrein een gelukkige en tegelijk verras
sende 10 overwinning te boeken. Zondag
j.l. verloor de Baronie weer in eigen home.
Het lijkt ons toe, dat de Bredanaars er mo
menteel min of meer uit zijn. Onder deze
omstandigheden kunnen we hun Zondag
a.s. op het Raaijberg-terrein weinig kans
geven.
De rood-witten treden aan op het R.B.C.-
veld le Roosendaal. Aan den Koudekerk-
schen weg won Vlissingen indertijd met
40 van denzelfden tegenstander. Willen
onze stadgenooten Zondag a.s. winnen, dan
zal er voor gezwoegd moeten worden, want
R.B.C. lijkt ons, ondanks het feit dat ze
zoo laag geclasseerd is, thuis een lastige
en gevaarlijke tegenstander. Middelburg
wist op het R.B.C.-veld een aantal weken
geleden met veel moeite een 32 over
winning te behalen, waarbij de Middelbur
gers bovendien niet onfortuinlijk waren.
De Vlissingers weten dus, dat ze Zondag
a.s. voor een heet vuur zullen komen te
staan en dienen zich tot het uiterste in te
spannen, willen ze succes hebben. Voor
dezen wedstrijd is als scheidsrechter aange
wezen de heer Nuijten. De wedstrijd op het
gemeentelijk sportterrein te Middelburg zal
geleid worden door den bekenden referee
J. v. d. Dungen.
Een aardige ontmoeting staat a.s. Zon
dag op het Zeeuwen-terrein te wachten.
Daar komt Breskens op bezoek, een club,
die het vorig seizoen een hardnekkigen
strijd om het kampioenschap met de Zeeu
wen streed, waarbij tenslotte de Zeeuwen
met de eer gingen strijken. Dit seizoen
onderneemt Breskens weer een poging zich
voor de promotie-wedstrijden om een
plaats in de tweede klasse te classeeren
en het moet gezegd, dat Breskens er nog
steeds goed voor staat en hun kansen op
een kampioenschap in dit seizoen niet ge
ring zijn. De Zeeuwen, die dit seizoen een
minder prominente rol spelen dan het vo
rige jaar, zullen Zondag a.s. een tegen
stander tegenover zich krijgen, die in alle
opzichten tegen hen opgewassen is. Een
spannende wedstrijd staat dan ook te wach
ten en als onze stadgenooten hun dag heb
ben en 't terrein-voordeel weten uit te bui
ten achten we hen geenszins kansloos, daar
de Zeeuwen gewoonlijk tegenover de sterk
ste tegenstanders hun beste spel spelen. Als
scheidsrechter is aangewezen de heer Huij-
bregts.
R.C.S. speelt een uitwedstrijd tegen de
Zeeuwsche Boys. Deze ontmoeting staat
onder leiding van referee Bliek.
INSIDER.
DIEREN IN DEN WERELDOORLOG.
Een groot aantal van de meest uiteenloo-
pende diersoorten vindt men afgebeeld op
het vredes-gedenkteeken te Edinburgh
paarden, honden, ossen, duiven, enz. het
is een teeken voor de hulp der trouwe die
ren in de uren van den bittersten nood aan
het front
Duitschland heeft den hond en de duif uit
den wereldoorlog geëerd met een gedenk-
teeken, België heeft de postduif gewaar
deerd met een gedenkteeken de men-
schen hebben hun schuld tegenover het dier
ingezien en eeren het thans naar behooren.
Tal van regimenten verschaffen heden ten
dage nog het genadebrood aan paarden,
die levend uit den wereldoorlog terugkeer
den naar hun stallen oude, vermoeide
veteranen, die lidteekens en rheumatiek als
aandenken aan den strijd hebben medege
bracht.
Zestien millioen oorlogshonden en -paar
den bevonden zich op den wapenstilstands
dag in militaire diensten of waren in deze
diensten gevallen Dadelijk zetten de die-
renbeschermingsvereeniginger. alle zeilen
bij om hen te helpen. Maar veel grooter is
het aantal vergeten diersoorten, dat in den
wereldoorlog de menschen hielp Met na
me de ezel en het muildier, de kameel
ja, zelfs apen, zeeleeuwen, wezels, olifan
ten, rendieren, kanarievogels en duiven*
Ossen en kameelen dienden als rij- en
trekdieren voor de Amerikaansche troepen*
Moeilijk was het om de kameelen aan de
vliegtuigen te. wennen, die over vlogen,
Vooral als zij eens meegemaakt hadden,
hoe deze reuzenvogels dood- en verderf ver
spreidende bommen omlaag wierpen. Ka
meelen deden ook bij de Russen dienst bij
het vervoer der Siberische reserve-trans
porten. Te Archangel werden rendieren ge
bruikt en olifanten' trokken niet alleen de
zware Indische batterijen, maar werkten
ook achter het Fransche front bij het bou
wen van versterkingen. Apen lieten bij
duizenden het leven in de laboratoria, waar
de werking van gifgassen op hen beproefd
werd, wezels liet men in de Fransche loop
graven los, om de ratten te vangen en te
verdrijven, kanarievogels werden bij het
leggen van mijnen gebruikt, een half mil
lioen postduiven werkte voor de verschil
lende legers en brachten boodschappen op_
de ontoegankelijkste plaatsen. Goudvis-
schen werden gebruikt, om den invloed vaii
gifgassen op water na te gaan.
Al deze dieren lieten zich gewillig ge
bruiken om de hun opgelegde taak te ver
vullen. Slechts één dier stelde teleur, vol
deed nietde zeeleeuw Men had dit dier
willen africhten om onderzeeërs te „be
luisterden" en te melden Maar het dier
reageerde niet op het naderende gevaar,
gaf geen enkel teeken van opwinding in
zijn zwemtank en daarom moest men hem
als „ongeschikt" uit den legerdienst ont
slaan. Men construeerde een meetapparaat
en liet den zeeleeuw met rust j,
Reportage door WILLY VAN MOOK.
Als ge me geen loer draait en m'n
naam niet noemt, zei Tiesje de smokkelaar,
terwijl hij me achterdochtig aankeek, dan
wil ik U het een en ander vertellen voor de
krant. Het zou U trouwens moeilijk vallen
om me tuk te nemen, voegde hij er lachend
aan toe, de kommiezen probeeren het al
jaren, maar Tiesje kent z'n vak. Zooals ik
zeg meneer, al jaren ontloop ik de ambte
naren, 'k mag dus wel van 'n „vak" spre
ken. Wat zou Tiesje anders doen dan smok
kelen? 'k Leerde het van mijn vader, die
zoutsmokkelaar was. En mijn vader leerde
het van mijn grootvader, die er het leven
bij liet. Hij woonde tusschen Aarle en
Baarle, in een huizeken met riet bedekt.
Mijn vader heeft me dikwgls verteld van
den droeven avond, toen men hem thuis
bracht, op een baar van takkenbossen. Gin
der in de heide, op de grens, had hij zijn
leven gelaten, voor een zak zout. M'n vader
liep achter het lijk, weenend als een kind.
Een tijdlang is hij toen gaan werken brj de
boeren, maar 's winters was er geen werk
en we moesten toch leven. En van lieverlede
keerde mijn vader terug tot zijn ouden stiel,
dien ik van 'm overnam.
Vroeger hadden de menschen het niet zoo
gemakkelijk ze moesten uren vèr dragen
met zware zakken en vechten tegen de
kommiezen, als het er op aankwam. Dat
doen wij niet meer w\j wandelen over de
grens op ons gemak. Ervaren smokkelaars
komen niet met de kommiezen in botsing,
zij zijn eerder weg. Eén teeken van den
„voorlooper", die natuurlijk geen smokkel
waar draagt en we weten genoeg. Dus ne
men we het niet al te zwaar op. De oude
trucs passen we niet meer toe en ook de
kommiezen hebben afstand gedaan van de
oude methode. Toen mijn vader nog op de
baan was, kwamen de Hollandsche ambte
naren hier als boeren vermomd, om de
smokkelaars uit te hooren. Daar hebben we
ook al geen last meer van. Er zijn geen boe
ren meer, tenminste geen boeren die smok-
i). Te Poppel (B.), in een bekende her-
terg,.
keiaars uit kunnen hooren. Vroeger, als het
gesneeuwd had, slopen er witte schimmen
over de heide 't waren kommiezen, die
lange witte gewaden aangetrokken hadden,
om in de besneeuwde vlakte onopgemerkt
te blijven. Maar de smokkelaars trokken
ook een wit hemd over hun kleeren en de
spoken konden zoo ongestoord hun gang
gaan.
Eens, toen m'n vader in 't nauw gedreven
was, moest hij z'n toevlucht nemen tot de
„fakkel", het nabootsen van brand, om de
aandacht der ambtenaren af te leiden. Dor
schaarhout of stroo werd dan op een hoop
gelegd en aangestoken. Gewoonlijk konden
de kommiezen hun nieuwsgierigheid niet be
dwingen en liepen ze naar het punt waar
zij dachten, dat een hoeve in vlammen op
ging. De baan was dan voor de smokkelaars
vrij. Maar ook dit middel was doelloos toen
het bij de douanen bekend werd. Al brandde
het nog zoo fel en al stond er ook werkelijk
een boerderij in lichterlaaie, de kommiezen
lieten het branden èn gingen niet meer kg-
ken.
Tegenwoordig is het nogal wat gemakke
lijker, tenminste als men „stielman" is en
niet te veel wil verdienenwant het ge
beurt nog wel eens, als de beenen de weelde
niet meer kunnen dragen, dat ze zich laten
rijden, de gevangenis in. Ik heb er nogal
wat gekend, die er met den auto op uit
trokken, de kommiezen tegemoet. Zelf ben
ik er bijna eens ingeloopen. Toen er de
autoval nog niet was, ge weet wel, die vier
voudige rij naar België grijpende spoorsta
ven bij het grenskantoor voor Goirle, heb
ik 'n keer, uit pure nieuwsgierigheid, zoo'n
autotochtje meegemaakt. Maar dat doe ik
nooit meer
De smokkelauto, een oude Minerva, pri
mitief met stalen platen rondom de cabine
voor kogels beschermd, werd losgelaten
over den Poppelschen weg, in de richting
Tilburg. De grenswacht had onmiddellijk
alarm gemeld, aan alle in de buurt surveil-
leerende douaniers, door het uitzenden van
lichtseinen. Er was telefonisch bericht ge
zonden naar de politie van Goirle en Tilburg
en aan de brigade der marechaussees al
daar. Met één draadsein had de telefoonspin
haar net der omsingeling geweven. In en
kele minuten waren alle in de buurt pa-
trauilleerende grensbewakers gealarmeerd,
al de mazen van het net der ontsnapping
gestopt. De smokkelauto kon niet ontko
men. Ik riep al, dat ik er genoeg van had,
dat ik er uit wou, maar de chauffeur hoor
de het niet. Vrees joeg hem voort. Kramp
achtig omklemden zijn handen het stuur,
dat hij steeds in voorwaartsche richting
dwong. Hij keek niet om, hoorde niet het
ketsen van de kogels tegen het pantser van
zijn wagen, luisterde slechts naar het alles
overstemmend gebrom van zijn motor. Die
muziek moest hij hooren, steeds luider. En
hij gaf gas, nog meer gas. Voor hem, achter
hem, verborgen achter de boomen en in de
slooten langs de baan, overal wachtte hem
de wrekende justitie. Zonder licht, voor
noch achter, vluchtte hij in den nacht
Even voor Goirle was het gedaan. De
achterbanden der auto waren doorschoten
en als een kermend metalen beest met ver
brijzeld achterwerk schoof het gekwetst
vehikel schokkend neer langs den weg. In
allergl verlieten we den auto, om vluchtend
over de heide een goed heenkomen te zoe
ken. Maar de chauffeur kende de heide niet
en liep in de armen der kommiezen. Voor
mij was het een goede les, ik rijd nooit meer
met zoo'n duivelsch masjien mee. Te voet
duurt het wel langer maar men blijft ook
langer uit de handen der kommiezen
Het zijn trouwens bijna uitsluitend
nieuwlichters en gelegenheidssmokkelaars,
die in de val loopen. De oude vossen laten
zich zoo maar niet vangen. Ze hebben me
dikwijls genoeg aangehouden, maar dan
was de lading geloosd. Enkele maanden ge
leden heette het, dat ze „den Bels" hadden
zitten. Het zou wat, net als altgd „vrij
spraak", wegens gebrek aan bewijs. Wie of
„den Bels" is? Tiesje zelf, om U te dienen
meneer. Hier in de buurt kennen ze me
niet anders, maar toch ben ik een Hollan
der. Weet U meneer waarom het zoo moei
lijk is de oude sluikers te vangen? Omdat
ze eiken dag een andere methode volgen.
Ons geheim is, dat we nooit te werk gaan
volgens het plan van den vorigen dag. Hier
(en hij wees op zijn rimpelend voorhoofd)
heb ik een smokkelkaart verborgen.
Als ik een verklikker was en ik ging
naar de „hcoge mannen", dan kreeg ik er
misschien wel een boel geld voor. Want met
behulp van die smokkelkaart konden ze, in
één week tijd, zoowat alle smokkelaars
vangen, een voor een, of met heele benden
tegelijk, als vinken in een slagnet. De kaart
is niet geschreven, dus nog minder gedrukt,
we hebben ze in ons hoofd en ze wordt
trouwens voortdurend gewijzigd, naar ge
lang de omstandigheden. Hoe die kaart er
uit ziet, vraagt ge? Ge bent nogal nieuws
gierig. Ik kan u slechts zeggen, dat we ons
smokkelplan regelen over één hoofdroute
en waarop tal van onbestaande en onge
baande wegen uitkomen, die we, in tijd van
nood, dienstbaar maken. De naam „route"
zooals wij hem gebruiken, beteekent voor
ons de wildernis, waarin we onzen weg we
ten. Van Poppel naar Tilburg kennen wij
elk stukje grond, elke baan, alle zijwegel-
kens en schuilhoeken. Op het oogenblik
ligt er voor een groot bedrag aan smokkel
waar op de heide de kommiezen weten het
wel, maar ze weten niet waar.
Of ze ooit iets vinden? Ja zeker, maar
niet wat ze zoeken gewoonlijk is het ach
tergelaten smokkelwaar, weggeworpen bal
last van beginnende dragers, die hun stiel
tje nog moeten leeren. De stapelplaatsen
waar de beroepssmokkelaars, bij de nade
ring van gevaar, hun vracht verbergen,
worden bijna nooit ontdekt. Hoe zouden ze
die ook vinden, op zoo'n uitgestrektheid als
de heide is. Natuurlijk zorgen we, dat de
over te brengen koopwaar, die we bij nacht
en ontij moeten verbergen, zoo maar niet
voor iedereen te bereiken is. Ze ligt goed
verborgen, alleen de mannen van onze
ploeg kennen de plaats. En een stapelplaats
die eenmaal gebruikt is mag geen dienst
meer doen, want ook onder smokkelaars
zijn al te begeerige lieden.
Dat de kommiezen geen vrienden van ons
zijn, ligt voor de hand. Maar toch hebben
we grootere vijanden de pseudo-smokke-
laars en de leden der „Zwarte Bende".
Pseudo-smokkelaars zijn lieden die steepen,
netjes verpakt, voor margarine, of zakken
met zand gevuld voor suiker verkoopen en
den „smokkelhandel" op die manier veel
schade toebrengen, door hem een oplich
tersreputatie te bezorgen. Want men kan
van de beroepssmokkelaars zeggen wat
men wil oplichters zijn het niet. De Zwar
te Bende kent u zeker niet? Tegenwoordig
hebben w'r weer veel last van. Zij bestaat
uit afgedankte en mislukte smokkelaars,
die zich in hinderlaag leggen en de dragers
verschalken met den uitroep „rijksambtena
ren". Deze namaak-kommiezen veroveren
dan den buit. Want gewoonlijk zetten het
de verraste smokkelaars op een loopen en
laten hun vracht achter.
De mannen van de Zwarte Bende zijn
voor ons gevaarlijker dan de kommiezen
zelf. Ook staan zij niet op de „smokkel
kaart", gelijk de echte ambtenaren. Tiesje
weet preci.es, althans zoo ongeveer en bij
benadering, waar de kommiezen gaan of
staan, liggen of zitten, maar de Zwarte
Bende kan overal opduiken. En wij kunnen
het toch niet riskeeren, bij het hooren van
het vreeselijke woord „rijksambtenaren",
even de zich aldus aandienende personen te
vragen, of zij wel echte ambtenaren zijn.
Een andere moeilijkheid is het vervoer
der smokkelwaar in de stad. Het is geen
kunst om een vracht over de grens naar
Tilburg te sjouwen, maar om ze in Tilburg
aan den man te brengen, dat vordert dik
wijls veel list. Alle middelen worden ge
bruikt vrouwen van smokkelaars, die
over een zuigeling en een kinderwagen be
schikken, vullen de benedenruimte van den
wagen met smokkelwaar, het bedje wordt
er over uitgespreid en zoo terwijl bébé
de lading dekt gaat het de klanten af.
Maar alleen met sjieke vrouwen en moder
ne kinderwagens lukt het trucje nog komt
men armoedig voor den dag dan wekt men
achterdocht. Ook voddenkoopers brengen
veel weg zij pakken de smokkelwaar in
zakken die ze rondom opvullen met lompen.
De lompenkarretjes worden te Tilburg aan
ook in de gaten gehouden. Ik vertrouw er
tenminste m'n vrachtje niet aan toe en geef
er de voorkeur aan zelf te leveren, zooals
ge me hier ziet meneer, met twaalf liters
tegelijk. En Tiesje knoopte zijn jasje dicht,
om te laten zien hoe kunstig hij, door een
bijzondere lichaamshouding, zijn corpulentie
van twaalf flesschen Martell-cognac wist te
verbergen
Ge zet het maar in de krant, lachte
hij, saluut, ik moet het aftrappen, de jon
gens wachten buiten
En de smokkelaars gingen op pas, Tiesje
voorop, de richting van Nieuwkerk in, op
zoek naar een vrije baan.