VEiasinische Courant N.C.C. Hel vraagt niets voor zich zelf DERDE BLAD SPORT Smokkelaars op de grens. van de van Vrijdag 21 December 1934. No. 301. ZEEÜWSCHE MAATSCHAPPIJ VAN LANDBOUW. Vergadering bestuur der Z. L. M. gehouden op Maandag 17 December 1934. De vergadering werd geleid door Mr. P. Dieleman, algemeen voorzitter der Z.L.M. O.m. kwam de volgende onderwerpen in [bespreking. Fabricage van alcohol uit suikerbieten. Kennis werd genomen van een rapport over de fabricage van alcohol uit suikerbie ten, uitgebracht door de afdeeling Land bouwnijverheid van het Landbouwcomité. In bedoeld rapport komt men tot de con clusie dat de fabricage van alcohol uit sui kerbieten in ons land niet rendabel zal zijn en dat voorloopig dan ook niet op steun aan den landbouw in dezen vorm moet wor den aangedrongen om het bietenareaal uit te breiden ten behoeve van deze fabricage, daar hiermede zeer groote steunbedragen gemoeid zouden zijn, welke niet beschik baar kunnen worden gesteld. De vergade ring heeft zich met de conclusie uit het rapport vereenigd. Veelevering voor afslachting. Het Landbouwcomité heeft het oordeel van het Dagelijksch Bestuur gevraagd over een schrijven van de Noord-Brabantsche Maat schappij van Landbouw betreffende de ver plichte levering van vee bestemd voor af slachting. Daar in bedoeld schrijven vrijwel dezelfde voorstellen naar voren worden gebracht als in de nota welke de Zeeuwsche organisa ties o.a. bij de 3 centrale landbouworgani saties hebben ingediend werd besloten naar laatstbedoelde nota te verwijzen. Vetrapport. De vergadering heeft zich vereenigd met de conclusies welke zijn op genomen in het bekende vetrapport, dat is uitgebracht door de verschillende zuivelor- ganisaties en de drie centrale landbouwor ganisaties. In het bijzonder werd de wen- schelijkheid betoogd dat aan de natuurbo ter een ruime plaats in de consumptie dient te worden ingeruimd en dat de margarine productie dient te worden beperkt. Tertiaire wegen. Met belangstelling werd kennis genomen van een schrijven dat de centrale landbouworganisaties op voor stel van den voorzitter van het K.N.L.C. hebben gezonden aan de Minister van Wa terstaat betreffende de tertiaire wegen. De benoodigde kosten voor een dringende ver betering van ca. 6000 K.M. tertiaire weg worden geraamd op 4000 per K.M. weg, wat neerkomt op een jaarlijks benoodigd bedrag van 2 millioen gulden. Een gedeelte van dit bedrag zal uit het Wegenfonds moeten komen, daar gemeen ten, waterschap- en polderbesturen zwaar gebukt gaan onder de lasten der wegen- yerbetering. Een andere bron is ook het z.g. Werk fonds 1934, daar het billijk moet worden ge acht, dat ook de tertiaire wegen uit dit fonds worden bekostigd. De wegenverbetering is immers een werk verschaffingsobject bij uitnemendheid, daar de gelden voor bijna 100 aan nationalen arbeid worden uitgegeven. Melkbroodactie. Besloten werd als af gevaardigden van de Z.L.M. om zitting te nemen in een permanente commissie voor het meerdere gebruik van melkbrood in Zeeland aan te wijzen de heeren P. J. J. Dekker te Wemeldinge en Iz. van Cruijnin- gen te Zuidzande. Crisisvraagstukken. In verband met de besprekingen op de verschillende crisis vergaderingen die de Z.L.M. in onderschei dene kringen van Zeeland heeft gehouden en welke zich zonder uitzondering in een zeer groote belangstelling mochten ver heugen, werd uitvoerig van gedachten ge wisseld op welke wijze aan de bezwaren en moeilijkheden die de praktijk van de Over heidsmaatregelen ondervindt, kan worden tegemoet gekomen. In het bijzonder werd nagegaan op welke wijze het klein landbouw- en tuinbouwbe drijf, dat in onze provincie onder groote lasten gebukt gaat, kan worden geholpen. Vaak zijn deze kleine bedrijven zwaar met hypotheek belast, zoodat getracht zal moeten worden de lasten voor deze be drijfjes te verminderen. De aardappelteelt is voor deze kleine be drijven vaak de hoofdbron van inkomsten. In verband met de daling der aardappel prijzen, waardoor deze bedrijven in het bij zonder worden gedupeerd, werd besloten bfj het Landbouwcomité wederom aan te drin gen op invoering van de minimumprijzen op basis van die van vorige jaar. Als een onbillijkheid werd het beschouwd dat de kleine tuinbouwbedrijven, die b.v. ook nog grasland bezitten, door de voorgestelde teeltbeperking voor tuinbouwgewassen nog eens extra moeten beperken. Juist door de voorstellen tot progressie ve beperking van de teelt van tuinbouw gewassen in de gemengde bedrijven waar tegen de Z.L.M. steeds stelling heeft geno men, worden ook deze kleine bedrijfjes ge dupeerd. Besloten werd een rapport samen te stellen waarin zal worden nagegaan op welke wijze de kleine land- en tuinbouw bedrijven op de meest doelmatige wijze kunnen worden geholpen. Dit rapport zal in de volgende vergadering worden be sproken. Eveneens zullen de Zeeuwsche organisa ties gezamenlijk een nota over de steun- verleening aan den tuinbouw zenden aan de centrale organisaties, waarin de aan dacht zal worden gevestigd op de uitzon derlijke positie waarin de Zeeuwsche tuin bouwbedrijven verkeeren. Omzetbelasting op fruit. Besloten werd bij het Landbouw-Comitè nogmaals aan te dringen op de afschaffing van de omzet belasting op fruit. Gemeend werd dat be zwaarlijk een product kan worden belast, dat voor den teler den productieprijs niet opbrengt. Teeltregeling 19S5. Besproken werd de teeltregeling voor vlas en suikerbieten voor het oogstjaar 1935. Medegedeeld werd dat de teelt van vlas vermoedelijk zal wor den uitgebreid en dat de garantie voor de suikerbieten voor Zeeland eenzelfde hoe veelheid zal bedragen als in 1934. Medegedeeld werd dat de grond welke vrijkomt door het rooien van de onderbe planting der boomgaarden in 1935 mag worden medegeteld bij de totale opper vlakte grond van het bedrijf voor de be bouwing van landbouwgewassen. Dorschen met den vlegel. In verband met de besprekingen in de vorige vergade ring werd medegedeeld dat de minister van sociale zaken aan een 19-tal gemeenten, gelegen in Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen een schrijven heeft gericht inzake het dorschen met den vlegel van granen en peulvruch ten. De minister heeft besloten hiermede in Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen een proef' te nemen. Onder deze proef vallen tarwe en peulvruchten en de toeslag welke door rijk en gemeente tezamen wordt gegeven zal per 100 K.G. bedragen 0.80 voor tarwe en 0.60 voor peulvruchten. De regeling zal voorloopig gelden tot einde Maart 1935. Uitvoer koudbloedpaarden. De rege ling voor de afgifte van consenten voor den uitvoer van koudbloedpaarden is opge dragen aan het Vleeschexportbureau te Nijmegen. Daar de bestaande regeling niet bevredigend wordt geacht zal er bij het Landbouw-Comité op worden aangedron gen de afgifte van deze consenten te doen geschieden door het Stamboek. Violetkleuring bij uien. Naar aanleid ding van de besprekingen gevoerd in de vorige vergadering over het vraagstuk van violetkleuring der uien, een verschijnsel dat geacht wordt bezwaar op te leveren voor onzen uienexport, werd medegedeeld dat het Instituut voor Plantenveredeling te Wageningen een onderzoek instelt over de oorzaken welke deze violetkleuring be werkstelligen. Na bespreking van enkele huishoudelijke aangelegenheden werd de vergadering door den voorzitter gesloten. VOETBAL: De competitie-wedstrijden voor a.s. Zondag. De belangrijkste ontmfveting van 't com petitie-program voor aanstaanden Zondag is de plaatselijke ontmoeting, die te Mid delburg tusschen Zeelandia en Middelburg gespeeld wordt. Enkele maanden geleden ontmoetten de twee plaatselijke rivalen elkaar reeds op het gemeentelijk sportter rein. Toen bleef Middelburg met 50 in de meerderheid. Sindsdien zijn de onder linge krachtsverhoudingen niet veranderd. Het zal al heel raar moeten loopen, willen a.s. Zondag de ex-eersteklassers niet op nieuw een overwinning behalen, want ze hebben ontegenzeggelijk een veel sterkere ploeg dan de pas gepromoveerde Zeelan- dianen. Er zit voor Zeelandia o.i. niets an ders op als te trachten zoo eervol mogelijk te verliezen. T.S.C. speelt een thuiswedstrijd tegen Breda. Dat kan. voor de Oosterhouters een puntenwinst van twee beteekenen, want Breda heeft tot dusver nog niet heel veel gepresteerd. In Breda won T.S.C. ook reeds en wel met 42. Terneuzen, dat thuis tegen Alliance speelt, krijgt eveneens de kans haar pun- tenaantal met twee te vermeerderen. De Zeeuwsch-Vlamingen zullen daarvoor ook wel zorgen, want ze hebben de punten voorloopig nog hard noodig. Te Roosendaal won Terneuzen van Alliance met 63. Op den Raaijberg treedt de Baronie,te gen Dosko in het veld. Enkele weken gele den wisten de Bergenaren op het Baronie terrein een gelukkige en tegelijk verras sende 10 overwinning te boeken. Zondag j.l. verloor de Baronie weer in eigen home. Het lijkt ons toe, dat de Bredanaars er mo menteel min of meer uit zijn. Onder deze omstandigheden kunnen we hun Zondag a.s. op het Raaijberg-terrein weinig kans geven. De rood-witten treden aan op het R.B.C.- veld le Roosendaal. Aan den Koudekerk- schen weg won Vlissingen indertijd met 40 van denzelfden tegenstander. Willen onze stadgenooten Zondag a.s. winnen, dan zal er voor gezwoegd moeten worden, want R.B.C. lijkt ons, ondanks het feit dat ze zoo laag geclasseerd is, thuis een lastige en gevaarlijke tegenstander. Middelburg wist op het R.B.C.-veld een aantal weken geleden met veel moeite een 32 over winning te behalen, waarbij de Middelbur gers bovendien niet onfortuinlijk waren. De Vlissingers weten dus, dat ze Zondag a.s. voor een heet vuur zullen komen te staan en dienen zich tot het uiterste in te spannen, willen ze succes hebben. Voor dezen wedstrijd is als scheidsrechter aange wezen de heer Nuijten. De wedstrijd op het gemeentelijk sportterrein te Middelburg zal geleid worden door den bekenden referee J. v. d. Dungen. Een aardige ontmoeting staat a.s. Zon dag op het Zeeuwen-terrein te wachten. Daar komt Breskens op bezoek, een club, die het vorig seizoen een hardnekkigen strijd om het kampioenschap met de Zeeu wen streed, waarbij tenslotte de Zeeuwen met de eer gingen strijken. Dit seizoen onderneemt Breskens weer een poging zich voor de promotie-wedstrijden om een plaats in de tweede klasse te classeeren en het moet gezegd, dat Breskens er nog steeds goed voor staat en hun kansen op een kampioenschap in dit seizoen niet ge ring zijn. De Zeeuwen, die dit seizoen een minder prominente rol spelen dan het vo rige jaar, zullen Zondag a.s. een tegen stander tegenover zich krijgen, die in alle opzichten tegen hen opgewassen is. Een spannende wedstrijd staat dan ook te wach ten en als onze stadgenooten hun dag heb ben en 't terrein-voordeel weten uit te bui ten achten we hen geenszins kansloos, daar de Zeeuwen gewoonlijk tegenover de sterk ste tegenstanders hun beste spel spelen. Als scheidsrechter is aangewezen de heer Huij- bregts. R.C.S. speelt een uitwedstrijd tegen de Zeeuwsche Boys. Deze ontmoeting staat onder leiding van referee Bliek. INSIDER. DIEREN IN DEN WERELDOORLOG. Een groot aantal van de meest uiteenloo- pende diersoorten vindt men afgebeeld op het vredes-gedenkteeken te Edinburgh paarden, honden, ossen, duiven, enz. het is een teeken voor de hulp der trouwe die ren in de uren van den bittersten nood aan het front Duitschland heeft den hond en de duif uit den wereldoorlog geëerd met een gedenk- teeken, België heeft de postduif gewaar deerd met een gedenkteeken de men- schen hebben hun schuld tegenover het dier ingezien en eeren het thans naar behooren. Tal van regimenten verschaffen heden ten dage nog het genadebrood aan paarden, die levend uit den wereldoorlog terugkeer den naar hun stallen oude, vermoeide veteranen, die lidteekens en rheumatiek als aandenken aan den strijd hebben medege bracht. Zestien millioen oorlogshonden en -paar den bevonden zich op den wapenstilstands dag in militaire diensten of waren in deze diensten gevallen Dadelijk zetten de die- renbeschermingsvereeniginger. alle zeilen bij om hen te helpen. Maar veel grooter is het aantal vergeten diersoorten, dat in den wereldoorlog de menschen hielp Met na me de ezel en het muildier, de kameel ja, zelfs apen, zeeleeuwen, wezels, olifan ten, rendieren, kanarievogels en duiven* Ossen en kameelen dienden als rij- en trekdieren voor de Amerikaansche troepen* Moeilijk was het om de kameelen aan de vliegtuigen te. wennen, die over vlogen, Vooral als zij eens meegemaakt hadden, hoe deze reuzenvogels dood- en verderf ver spreidende bommen omlaag wierpen. Ka meelen deden ook bij de Russen dienst bij het vervoer der Siberische reserve-trans porten. Te Archangel werden rendieren ge bruikt en olifanten' trokken niet alleen de zware Indische batterijen, maar werkten ook achter het Fransche front bij het bou wen van versterkingen. Apen lieten bij duizenden het leven in de laboratoria, waar de werking van gifgassen op hen beproefd werd, wezels liet men in de Fransche loop graven los, om de ratten te vangen en te verdrijven, kanarievogels werden bij het leggen van mijnen gebruikt, een half mil lioen postduiven werkte voor de verschil lende legers en brachten boodschappen op_ de ontoegankelijkste plaatsen. Goudvis- schen werden gebruikt, om den invloed vaii gifgassen op water na te gaan. Al deze dieren lieten zich gewillig ge bruiken om de hun opgelegde taak te ver vullen. Slechts één dier stelde teleur, vol deed nietde zeeleeuw Men had dit dier willen africhten om onderzeeërs te „be luisterden" en te melden Maar het dier reageerde niet op het naderende gevaar, gaf geen enkel teeken van opwinding in zijn zwemtank en daarom moest men hem als „ongeschikt" uit den legerdienst ont slaan. Men construeerde een meetapparaat en liet den zeeleeuw met rust j, Reportage door WILLY VAN MOOK. Als ge me geen loer draait en m'n naam niet noemt, zei Tiesje de smokkelaar, terwijl hij me achterdochtig aankeek, dan wil ik U het een en ander vertellen voor de krant. Het zou U trouwens moeilijk vallen om me tuk te nemen, voegde hij er lachend aan toe, de kommiezen probeeren het al jaren, maar Tiesje kent z'n vak. Zooals ik zeg meneer, al jaren ontloop ik de ambte naren, 'k mag dus wel van 'n „vak" spre ken. Wat zou Tiesje anders doen dan smok kelen? 'k Leerde het van mijn vader, die zoutsmokkelaar was. En mijn vader leerde het van mijn grootvader, die er het leven bij liet. Hij woonde tusschen Aarle en Baarle, in een huizeken met riet bedekt. Mijn vader heeft me dikwgls verteld van den droeven avond, toen men hem thuis bracht, op een baar van takkenbossen. Gin der in de heide, op de grens, had hij zijn leven gelaten, voor een zak zout. M'n vader liep achter het lijk, weenend als een kind. Een tijdlang is hij toen gaan werken brj de boeren, maar 's winters was er geen werk en we moesten toch leven. En van lieverlede keerde mijn vader terug tot zijn ouden stiel, dien ik van 'm overnam. Vroeger hadden de menschen het niet zoo gemakkelijk ze moesten uren vèr dragen met zware zakken en vechten tegen de kommiezen, als het er op aankwam. Dat doen wij niet meer w\j wandelen over de grens op ons gemak. Ervaren smokkelaars komen niet met de kommiezen in botsing, zij zijn eerder weg. Eén teeken van den „voorlooper", die natuurlijk geen smokkel waar draagt en we weten genoeg. Dus ne men we het niet al te zwaar op. De oude trucs passen we niet meer toe en ook de kommiezen hebben afstand gedaan van de oude methode. Toen mijn vader nog op de baan was, kwamen de Hollandsche ambte naren hier als boeren vermomd, om de smokkelaars uit te hooren. Daar hebben we ook al geen last meer van. Er zijn geen boe ren meer, tenminste geen boeren die smok- i). Te Poppel (B.), in een bekende her- terg,. keiaars uit kunnen hooren. Vroeger, als het gesneeuwd had, slopen er witte schimmen over de heide 't waren kommiezen, die lange witte gewaden aangetrokken hadden, om in de besneeuwde vlakte onopgemerkt te blijven. Maar de smokkelaars trokken ook een wit hemd over hun kleeren en de spoken konden zoo ongestoord hun gang gaan. Eens, toen m'n vader in 't nauw gedreven was, moest hij z'n toevlucht nemen tot de „fakkel", het nabootsen van brand, om de aandacht der ambtenaren af te leiden. Dor schaarhout of stroo werd dan op een hoop gelegd en aangestoken. Gewoonlijk konden de kommiezen hun nieuwsgierigheid niet be dwingen en liepen ze naar het punt waar zij dachten, dat een hoeve in vlammen op ging. De baan was dan voor de smokkelaars vrij. Maar ook dit middel was doelloos toen het bij de douanen bekend werd. Al brandde het nog zoo fel en al stond er ook werkelijk een boerderij in lichterlaaie, de kommiezen lieten het branden èn gingen niet meer kg- ken. Tegenwoordig is het nogal wat gemakke lijker, tenminste als men „stielman" is en niet te veel wil verdienenwant het ge beurt nog wel eens, als de beenen de weelde niet meer kunnen dragen, dat ze zich laten rijden, de gevangenis in. Ik heb er nogal wat gekend, die er met den auto op uit trokken, de kommiezen tegemoet. Zelf ben ik er bijna eens ingeloopen. Toen er de autoval nog niet was, ge weet wel, die vier voudige rij naar België grijpende spoorsta ven bij het grenskantoor voor Goirle, heb ik 'n keer, uit pure nieuwsgierigheid, zoo'n autotochtje meegemaakt. Maar dat doe ik nooit meer De smokkelauto, een oude Minerva, pri mitief met stalen platen rondom de cabine voor kogels beschermd, werd losgelaten over den Poppelschen weg, in de richting Tilburg. De grenswacht had onmiddellijk alarm gemeld, aan alle in de buurt surveil- leerende douaniers, door het uitzenden van lichtseinen. Er was telefonisch bericht ge zonden naar de politie van Goirle en Tilburg en aan de brigade der marechaussees al daar. Met één draadsein had de telefoonspin haar net der omsingeling geweven. In en kele minuten waren alle in de buurt pa- trauilleerende grensbewakers gealarmeerd, al de mazen van het net der ontsnapping gestopt. De smokkelauto kon niet ontko men. Ik riep al, dat ik er genoeg van had, dat ik er uit wou, maar de chauffeur hoor de het niet. Vrees joeg hem voort. Kramp achtig omklemden zijn handen het stuur, dat hij steeds in voorwaartsche richting dwong. Hij keek niet om, hoorde niet het ketsen van de kogels tegen het pantser van zijn wagen, luisterde slechts naar het alles overstemmend gebrom van zijn motor. Die muziek moest hij hooren, steeds luider. En hij gaf gas, nog meer gas. Voor hem, achter hem, verborgen achter de boomen en in de slooten langs de baan, overal wachtte hem de wrekende justitie. Zonder licht, voor noch achter, vluchtte hij in den nacht Even voor Goirle was het gedaan. De achterbanden der auto waren doorschoten en als een kermend metalen beest met ver brijzeld achterwerk schoof het gekwetst vehikel schokkend neer langs den weg. In allergl verlieten we den auto, om vluchtend over de heide een goed heenkomen te zoe ken. Maar de chauffeur kende de heide niet en liep in de armen der kommiezen. Voor mij was het een goede les, ik rijd nooit meer met zoo'n duivelsch masjien mee. Te voet duurt het wel langer maar men blijft ook langer uit de handen der kommiezen Het zijn trouwens bijna uitsluitend nieuwlichters en gelegenheidssmokkelaars, die in de val loopen. De oude vossen laten zich zoo maar niet vangen. Ze hebben me dikwijls genoeg aangehouden, maar dan was de lading geloosd. Enkele maanden ge leden heette het, dat ze „den Bels" hadden zitten. Het zou wat, net als altgd „vrij spraak", wegens gebrek aan bewijs. Wie of „den Bels" is? Tiesje zelf, om U te dienen meneer. Hier in de buurt kennen ze me niet anders, maar toch ben ik een Hollan der. Weet U meneer waarom het zoo moei lijk is de oude sluikers te vangen? Omdat ze eiken dag een andere methode volgen. Ons geheim is, dat we nooit te werk gaan volgens het plan van den vorigen dag. Hier (en hij wees op zijn rimpelend voorhoofd) heb ik een smokkelkaart verborgen. Als ik een verklikker was en ik ging naar de „hcoge mannen", dan kreeg ik er misschien wel een boel geld voor. Want met behulp van die smokkelkaart konden ze, in één week tijd, zoowat alle smokkelaars vangen, een voor een, of met heele benden tegelijk, als vinken in een slagnet. De kaart is niet geschreven, dus nog minder gedrukt, we hebben ze in ons hoofd en ze wordt trouwens voortdurend gewijzigd, naar ge lang de omstandigheden. Hoe die kaart er uit ziet, vraagt ge? Ge bent nogal nieuws gierig. Ik kan u slechts zeggen, dat we ons smokkelplan regelen over één hoofdroute en waarop tal van onbestaande en onge baande wegen uitkomen, die we, in tijd van nood, dienstbaar maken. De naam „route" zooals wij hem gebruiken, beteekent voor ons de wildernis, waarin we onzen weg we ten. Van Poppel naar Tilburg kennen wij elk stukje grond, elke baan, alle zijwegel- kens en schuilhoeken. Op het oogenblik ligt er voor een groot bedrag aan smokkel waar op de heide de kommiezen weten het wel, maar ze weten niet waar. Of ze ooit iets vinden? Ja zeker, maar niet wat ze zoeken gewoonlijk is het ach tergelaten smokkelwaar, weggeworpen bal last van beginnende dragers, die hun stiel tje nog moeten leeren. De stapelplaatsen waar de beroepssmokkelaars, bij de nade ring van gevaar, hun vracht verbergen, worden bijna nooit ontdekt. Hoe zouden ze die ook vinden, op zoo'n uitgestrektheid als de heide is. Natuurlijk zorgen we, dat de over te brengen koopwaar, die we bij nacht en ontij moeten verbergen, zoo maar niet voor iedereen te bereiken is. Ze ligt goed verborgen, alleen de mannen van onze ploeg kennen de plaats. En een stapelplaats die eenmaal gebruikt is mag geen dienst meer doen, want ook onder smokkelaars zijn al te begeerige lieden. Dat de kommiezen geen vrienden van ons zijn, ligt voor de hand. Maar toch hebben we grootere vijanden de pseudo-smokke- laars en de leden der „Zwarte Bende". Pseudo-smokkelaars zijn lieden die steepen, netjes verpakt, voor margarine, of zakken met zand gevuld voor suiker verkoopen en den „smokkelhandel" op die manier veel schade toebrengen, door hem een oplich tersreputatie te bezorgen. Want men kan van de beroepssmokkelaars zeggen wat men wil oplichters zijn het niet. De Zwar te Bende kent u zeker niet? Tegenwoordig hebben w'r weer veel last van. Zij bestaat uit afgedankte en mislukte smokkelaars, die zich in hinderlaag leggen en de dragers verschalken met den uitroep „rijksambtena ren". Deze namaak-kommiezen veroveren dan den buit. Want gewoonlijk zetten het de verraste smokkelaars op een loopen en laten hun vracht achter. De mannen van de Zwarte Bende zijn voor ons gevaarlijker dan de kommiezen zelf. Ook staan zij niet op de „smokkel kaart", gelijk de echte ambtenaren. Tiesje weet preci.es, althans zoo ongeveer en bij benadering, waar de kommiezen gaan of staan, liggen of zitten, maar de Zwarte Bende kan overal opduiken. En wij kunnen het toch niet riskeeren, bij het hooren van het vreeselijke woord „rijksambtenaren", even de zich aldus aandienende personen te vragen, of zij wel echte ambtenaren zijn. Een andere moeilijkheid is het vervoer der smokkelwaar in de stad. Het is geen kunst om een vracht over de grens naar Tilburg te sjouwen, maar om ze in Tilburg aan den man te brengen, dat vordert dik wijls veel list. Alle middelen worden ge bruikt vrouwen van smokkelaars, die over een zuigeling en een kinderwagen be schikken, vullen de benedenruimte van den wagen met smokkelwaar, het bedje wordt er over uitgespreid en zoo terwijl bébé de lading dekt gaat het de klanten af. Maar alleen met sjieke vrouwen en moder ne kinderwagens lukt het trucje nog komt men armoedig voor den dag dan wekt men achterdocht. Ook voddenkoopers brengen veel weg zij pakken de smokkelwaar in zakken die ze rondom opvullen met lompen. De lompenkarretjes worden te Tilburg aan ook in de gaten gehouden. Ik vertrouw er tenminste m'n vrachtje niet aan toe en geef er de voorkeur aan zelf te leveren, zooals ge me hier ziet meneer, met twaalf liters tegelijk. En Tiesje knoopte zijn jasje dicht, om te laten zien hoe kunstig hij, door een bijzondere lichaamshouding, zijn corpulentie van twaalf flesschen Martell-cognac wist te verbergen Ge zet het maar in de krant, lachte hij, saluut, ik moet het aftrappen, de jon gens wachten buiten En de smokkelaars gingen op pas, Tiesje voorop, de richting van Nieuwkerk in, op zoek naar een vrije baan.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1934 | | pagina 9