Courant
TWEEDE BLAD
Ook al Griep?
AKKER.UCHETS
DE TWEELINGZUSTERS
BINNENLAND
FEUILLETON
van do
van
Vrijdag 23 November 1934. No 277
KAMEROVERZICHT
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Donderdag.
Economische Zaken.
De nieuwe Minister van Economische
Zaken heeft voor de eerste maal zijn be
grooting verdedigd. Gelijk wij gisteren
reeds opmerkten, zet hij het werk voort,
gelijk dit door mr. Verschuur is aangevan
gen. De richting van het beleid is eenmaal
vastgesteld en daarin kan gèen belangrijke
wijziging worden gebracht. Veel moet de
Minister afwijzen. De 254 bezoekers die hij
zeide in vijf maanden tijds btf zich gehad
te hebben, zullen voor een groot deel wel
onverrichter zake naar huis zijn gegaan,
omdat zij het onmogelijke van den Minister
eischten.
Verschillende punten verdienen eenige
aanstipping. Er was geklaagd over het
hooge salaris van den nieuwen directeur-
generaal van landbouw. Na een onderhoud
met den betrokkene is dat nu 2000 gld. per
jaar verlaagd. Het salaris zal nu 9000 gld.
zijn. Toch nog behoorlijk. Deze function-
naris zal zich niet met crisis-aangelegen
heden inlaten, maar alleen den landbouw
zelf trachten te leiden. Wel zal hij deelne
men aan den zgn. Crisisraad.
Hoeveel salarissen betaalt de Regeering
aan crisis-ambtenaren Men zegt 12 mil-
lioen gulden per jaar volgens den Minister
veel minder.
De aanpassing der bedrijven wordt ge
regeld bevorderd, maar het vraagstuk is
moeilijk. Niet alle heil dient men van de
contingenteering te vernachten wel heeft
deze beteekenis voor den export als onder-
handelsobject, maar voor den binnenland-
schen handel staat het vraagstuk anders.
Verhooging van de invoerrechten is ook
aan een limiet gebonden de tariefsmach
tigingswet geeft den Minister bevoegdheid
tusschen contingenteering en verhooging
der invoerrechten heen te laveeren. Ge
slonken is de export niet. In 1933 was die
byna elf millioen ton, in 1934 11 millioen.
Bij tal van contingenteeringen wordt
vastgehouden aan den eisch van prijsver
laging, om allerlei verrassingen te voorko
men. Samenwerking tusschen Nederland
en Indië is gewenscht en de Minister be-~
vordert die ook bij de clearingkwestie met
Duitschland is dat gedaan.
Industrieën oprichten is heel best, maar
het moet met verstand geschieden, want de
financieele nadeelen die er aan verbonden
zijn, zijn niet gering. Een aardappelvlok-
kenfabriek is z,i. te riskant. Bij de industri
alisatie zijn de moeilijkheden zeer vele en
zeer groot. Vandaar dat elk geval nauw
keurig wordt onderzocht.
De kwestie der clearing met Duitschland
kon de Minister niet in het openbaar be
handelen. De moeilijkheden zijn pas in
Juni van dit jaar begonnen. Binnen enkele
dagen zullen uitbetalingen worden gedaan
loopend tot 25 September.
Ten slotte heeft de Minister zijn stand
punt over de befaamde coördinatie in het
bedrijfsleven uiteengezet. Dwang acht hij
in deze aangelegenheid af te keuren door
samenwerking moet iets bereikt worden en
de Regeering kan allen leidend en aanmoe
digend optreden. Wanneer het in sommige
gevallen tot dwang moet komen, dan is dat
omdat het geheel dreigt te mislukken. Een
synthese op economisch en sociaal gebied
is de allereerste eisch, dien de Minister
meent te moeten stellen. Het klinkt heel
mooi; maar hoe zal het in de praktijk we
zen Praktisch zullen de belangen telken
male tegen elkaar botsen en zal de Minis
ter meer te analyseeren hebben dan syn
thetisch te arbeiden.
Bij de afdeeling Handel en Scheepvaart
is van verschillende zijden aangedrongen op
steunverleening voor den bouw van een
nieuw schip voor de Holland:Amerika-lijn
in het type van de „Statendam".' Voor de
binnenschipper^, voor betere vrachtverdee-
ling, tegen steun aan den Kon. Holl. Lloyd,
voor meer steun'aan den middenstand, voor
een wetgeving op tentoonstellingen," uitvër-
koopen en cadeaux, voor hulp aan de pa
pier-industrie op de Veluwe, voor vestl-
gingseischen voor winkels en nog meer
detailpunten werd door diverse leden ijve
rig gepleit.
De Minister zal morgen daarop ant
woorden.
AVONDVERGADERING.
Begrooting van Defensie.
Dat de begrooting van Defensié dit jaar
tot een geanimeerde discussie aanleiding
zou geven, was te verwachten. Al aan
stonds kwamen de heeren Albarda en K.
ter Laan in het vuur. Pikanter zou het
misschien geweest zijn als ook de woord
voerder van de vrijzinnig-democraten vóór
het partijcongres van a.s. Zaterdag zijn
rede had gehouden. Nu bleef het althans
voor dezen avond bij een eenzij digen
aanval van socialistische zijde op de hou
ding van de vrijzinnig-democratische mi
nisters. Zóó erg had de heer K. ter Laan
het nog nooit beleefd Hoe konden nu de
ministers Marchant en Oud, die vroeger
zoo anders hadden gesproken en wier partij
nóg naar ontwapening, althans naar scher
pe bezuiniging op de militaire uitgaven
streeft, zich accoord verklaren met de
defensiepolitiek van het Kabinet, nu de be
grooting inplaats van een verlaging 'n ver
hooging aanwijst Terwijl alles omlaag
moet, aldus de soc.-dem. afgevaardigde,
blijft Defensie buiten schot. Gehéél waar
is dit niet. Er zijn belangrijke besparingen
ook op Defensie in uitzicht gesteld, terwijl
het Indisch budget toopt, dat het.de Regee
ring ernst is om.ook op militair terrein te
bezuinigen wat mogelijk is. En wanneer
men met emphase uitroept, dat Defensie
(dit jaar) buiten schot blijft, dan zou de
toevoeging niet overbodig zijn geweest, dat
Defensie jaren achtereen onder vuur is ge
nomen, zoodat op deze begrooting een
exceptioneel groote verlaging is verkregen,
zóó groot, dat er achterstand is' ontstaan,
een achterstand zóó nijpend, dat zelfs dit
Kabinet dat saneering van de publieke
financiën als primairen eisch stelt meen
de dat in dézen tijd van internationale
spanning althans de ergste achterstand
dient te worden ingehaald.
Is de begrooting voor 1935 nu „militaris
tisch" Mr. Van Rappard^dïé het débat
opende, ontkende zulks met nadruk. Ver
schillende kleinere landen hebben hun weer
macht versterkt, w.o. staten waar de socia
listen grooten invloed op de regeering heb
ben, in een land als Zwitserland heeft de
sociaal-democratie, na eenige jaren de een
zijdige ontwapening te hebben gepropa
geerd, onlangs met groote meerderheid
besloten zich voor landsverdediging uit te
spreken. Ook in onze S.D.A.P. gaan stem
men van twijfel op of de eenzijdige ontwa
pening nog wel houdbaar is. Aan den be
wapeningswedloop doen wij niet mee, con
stateerde de liberale spreker wij moeten
slechts hebben een niet te groot leger, dat
behoorlijk uitgerust is en dat dus preven
tieven vloed uitoefent, hetgeen van groot
belang kan zijn op de houding van even-
tueele belligerenten. De heer Duymaer van
Twist, die op hetzelfde standpunt staat
richtte zijn critiek vooral op de S.D.A.P
wier houding nog altijd tweeslachtig is en
die maar niet wil inzien, dat ons land bij
ontwapening zeker bij een conflict terrein
van den strijt za' worden.
Is het waar, wat de lieer Ter Laan den
Minister verwijt, dat hij een deèl van ons
volk van zich afstoot door zijn vijandschap
tegenover de S.D.A.P. Wij gelooven veel
eer, dat -ïinister Deckers niets liever zou
zien, dan dat deze partij tegenover de lands
verdediging een volkomen loyaal standpunt
innam en alle- uitzonderingsbepalingen zou
kunnen intrekken. Is het bij militaire con
flicten wel eens moeilijk uit te maken wie
de aanvaller is, in dit geval kan het
antwoord niet twijfelachtig zijn. Het is voor
tegenspraak niet vatbaar, dat deze partij
onder haar volgelingen een beslist vijandi-
gen geest tegen alles wat de landsverdedi
ging betreft heeft gekweekt en dat de Re
geering daarom genoodzaakt was maatre
gelen te nemen. Dat deze maatregelen mis
schien niet altijd onberispelijk worden uit
gevoerd, is mogelijk. Ir. Albarda heeft
daaraan zelfs zijn rede uitsluitend gewijd,
doch al ware al het door hem aangevoerde
juist en verkeerd, dan zou daarmee nog al
lerminst bewezen zijn dat de schuld van al
deze narigheid op de Regeering rust. Hoe
kort is het nog geleden, de heer Amelirik
heeft er aan herinnerd, dat de leiders der
sociaal-democratie openlijk verzet en sa
botage bij mobilisatie predikten Het is
waar, er is kentering ingetreden, een zwen
king in de goede richting is onmiskenbaar,
maar, helaas, de S.D.A.P. blijft tweeslach
tig, in haar houding is nog veel niet helder.
Of de heer Van Zadelhoff, dié oök op de
sprekerslijst staat, het verlossende woord
zal spreken Wij vreezen
Prinses Juliana te Londen.
De correspondent van. „de Maasbode" te
Londen meldt
Den eersten avond reeds, dat H. K. H.
Prinses Juliana ijl verband met het aan
staand huwelijk van Prins George en Prin
ses Marina in Londen vertoefde, heeft op
de Nederlandsche legatie 'n officieele maal
tijd plaats gehad te Harer eere. Een uitge
lezen gezelschap heeft daaraan deelgeno
men. Alle prinsessen en prinsen, welke op
het oogenblik in Londen vertoeven, hadden
er een uitnoodiging voor ontvangen. Ook de
Engelsche kroonprins, de prins van Wales,
bevond zich onder de gasten van den Ne-
derlandschen gezant, jhivmr. R. de Marees
van Swinderen.
Extra-steun voor Werkloozen.
De regeering is voornemens een bedrag
van ongeveer twee millioen gulden, dat ge
heel ten laste van het rijk zal komen, be
schikbaar te stellen als extra-steun voor de
werkloozen. Een deel van. dit bedrag zal ge
bruikt worden terverhoóging van den
Kersttoeslag, de rest- óm het Nationaal
Crisis-Comité in staat te stéllen, meer zgn.
B-steun, te verschaffen.
Minister Slotemaker de^ Bruine geeft van
dit voornemen kennis in een' schrijven aan
de Tweede Kamer. Daarin wordt herinnerd
.aan de toezegging van minister Colijn in de
zitting van 9 November jl., dat de regeering
bereid zou zijn, nu de organisatie van een
doeltreffende particuliere „Winterhilfe" nog
niet voorbereid is, een tegemoetkoming te
verschaffen om die particuliere hulp te
steunen. Daarbij werd gezegd, dat over den
vorm daarvan beter zou kunnen gesproken
worden bij de behandeling van hoofdstuk
XA.
Een bijzondere reden noopt den minister
reeds thans het resultaat van de overleg
gingen der regeering in zake die tegemoet
koming ter kennis van de Kamer te bren
gen. Het is hem namelijk bekend, dat van
particuliere zijde overwogen wordt, met net
oog op dezen winter een bijzondere poging
te wagen tot het bijeenbrengen van gelden
voor hen, die niet onder de steunregeling
voor werklooze arbeiders vallen. Indien dit
voornemen zal worden uitgevoerd, zal het
wenschelijk zijn, dat met die uitvoering bin
nenkort een aanvang gemaakt wordt. Daar
de regeering bereid is, voor ditmaal een bij
zonderen steun ten behoeve van de werk
looze valide arbeiders te verstrekken en
daar dè eene actie de andere steunen kan,
was het wenschelijk reeds thans van het
voornemen der regeering te doen blijken.
De minister brengt daarom ter kennis
van de Kamer, dat de regeering bereid is te
bevorderen, dat voor eenmaal een bedrag
beschikbaar wordt gesteld, dat omtrent 2
millioen zal bedragen en dat ten deeie
strekken zal tot verhooging van den Kerst
toeslag, gelijk deze reeds enkele jaren
wordt verstrekt, en grootendeels tot ver
grooting van het bedrag, dat het Nationaal
Crisis-comité ter beschikking zal hebben
voor den zgn. B-steun.
De. bedoeling is, dat deze verhooging en
vergrooting geheel voor rekening komt van
de rijkskas en niet mede door: de gemeemen
wordt gedragen. Een daartoe strekkende
suppletoire begrooting is in voorbereiding.
Herziening clearing-verdrag met
Duitschland.
Gisteren zijn op het departement van
economische zaken te 's-Gravenhage de
besprekingen tusschen Nederlandsche en
Duitsche regeeringsvertegenwoordigers be
gonnen, die voorloopig over een wijziging
van het onlangs opgezegde ciearingverdrag
zullen gaan.
Behalve de door ons reeds genoemde
Nederlandsche vertegenwoordigers nemer.,
aan deze besprekingen deel de heeren
Schaepmans, Rutgers, Bonthuis. Postuma,
Kortenhorst, Valstar en Philipse, secre
taris.
Leider van de Duitsche delegatie is dr
R. Kohier, ministerial-direktor aan het
Reich swirtschaftministeriüm te Berlijn. De
Duitsche delegatie bestaat verder uit de
heeren Flach, Walter, Dentzler, Harten-
stein, Scherer en Von Spintier.
Kindertoeslagen.
Naar „de Volkskrant" verneemt, zou het
in de bedoeling liggen van den minister van
sociale zaken om binnenkort den Hoogen
Raad van Arbeid advies te vragen over een
voor-ontwerp van wet, regelende de moge
lijkheid van bindendverklaring van kindcr-
toeslagregelingen.
Onderscheidingen.
Bij Kon. besluit zijn benoemd tot ridder
in de Orde van Oranje Nassau mej. A. E.
Beckly, brigadier, secretaresse van het
werk onder vrouwen en kinderen en maat
schappelijk secretaresse van het Leger des
Heils in Nederlandsch-Indië, en majoor H.
Loois, pionier-officier van het Leger des
Heils in Midden-Celebes, thans hoofd der
kweekschool voor officieren van dat leger
te Bandoeng.
Di© hoofdpijn, dat gevoel van
ziek zijn en die pijnen overal
zullen dan snel verdwijnen met
Volgent «-eeepf won Apotheker Dumont.
"AKKERTJES"
Incident in den gemeenteraad te Utrecht.
In de gisteren gehouden raadsvergade
ring te Utrecht kwam aan de orde 'n voor
stel van B. en W. tot het doen aanleggen in
contra-prestatie van banen voor paard- en
motorsport op Mereveld. Bos (S.D.A.P.)
stelde hierbij voor, geen contra-prestatie
toe te passen, maar het tot nu toe in
Utrecht gevolgde stelsel van werkverschaf
fing. Dit werd verworpen met alleen de
stemmen der S.D.A.P. voor.
'n Voorstel van protestantsch-christelijke
zijde om in de exploitatievoorwaarden de
bepaling op te nemen, dat op Zondag geen
sport mag beoefend worden, werd verwor
pen met 23 tegen 10 stemmen. Een R.K.
lid en de protestantsch-christelijke fractie
op één uitzondering na, stemden voor dit
voorstel. Tenslotte werd de voordracht van
B. en W. aangenomen met 20 tegen 14
stemmen.
Toen de voorzitter het volgende agenda
punt aan de orde stelde, verliet een groot-
aantal bezoekers de publieke tribune. Een
van de bezoekers riep nog „Weg met de
contra-prestatie".
LUCHTVAART
Huldiging A. Plesman.
De directeur van de K.L.M., de heer Ples
man, woont in de Balistraat in Den Haag.
Hij is er geboren, heeft er als jongen ge
speeld en is thans ruim 45 jaar (behoudens
enkele onderbrekingen) bewoner van de
Balistraat.-
.Dat alle „Balineezen" in deze dagen
trotsch op hun straatgenoot zijn, spreekt
wel vanzelf. Zij hebben het plan geopperd
den heer Plesman te huldigen „namens, de
bewoners van de Balistraat". Aan dit plan
is gisterenavond uitvoering gegeven. Een
deputatie van de buren begaf zich naar de
woning van den heer Plesman, waar de heer
Mazel namens allen het woord heeft ge
voerd en den heer Plesman op harteiijke
wijze heeft toegesproken en gehuldigd, hem
de verzekering gevende, dat alle bewonérs
van de Balistraat trotsch op hem zijn. Na
mens alle straat- en' buurtgenooten heelt
de heer Mazel den heer Plesman een zilve
ren presenteerblad aangeboden met een
inscriptie, betrekking hebbende c'p dén"
roemrijken tocht van de „Uiver". In een
geestig speechje bedankte de heer Plesman.
Deze huldiging was nauwelijks afgeioo-
pen of een nieuwe demonstratie Kondigde
zich aan.
Thans was het het tamboers- en pijper
corps van de Princevlag, dat met vlaggen
en fakkels den heer Plesman een serenade
kwam brengen. Een groote menschenmemg-
te was van deze serenade getuige. Toen de
heer Plesman en zijn echtgenoote naar bui
ten kwamen, hadden zij een ware ovatie in
QP ELKE,BUS, ÈtN BON VOOR, GESCHENKEN - DÉ BONS VAN DE REUZFNBUS HERBEN DUBBELE WAARDE
Uit het Engelsch
van PATRICIA WENTWORTH.
(Nadrak verboden)
55)
De boom, waartegen ze leunde, scheen te
bewegen, want ze voelde de ruwe schors
schuren tegen haar handpalmen. John zag
haar wankelen ze was op het punt te
vallen.
Voor ze het bewustzijn geheel verloor,
was ze zich nog vaag bewust van stevige
armen beschermend om haar heen.
XXXI.
Anne Belinda is boos
Anne kwam. tot zich zelf door den klank
van haar eigen naam.
„Anne Anne Anne Anne". Het
was als het geluid van het breken van gol
ven. Het was haar eigen naam, maar die
klonk haar vreemd in de ooren. Ze opende
de oogen. John's gezicht was zoo dichtbij,
dat zij ze onmiddellijk weer sloot. Haar lin
kerhand rustte op iets droog en hards.
Beukenbladeren. Ze zat op den grond op
een bed van beukenbladeren. John's arm
was om haar heengeslagen, haar hoofd lag
tegen zijn schouder, zijn gezicht beroerde
het hare, hij zei haar naam.
Zij antwoordde „Ik ben weer in orde",
en duwde met haar rechterhand tegen zijn
wm, Het was geen flinke duw,
„Ik ben weer in orde, John."
In plaats dat hij haar losliet, voelde zij
zijn arm steviger om zich heen.
„Laat me los", sprak Anne met vreemde,
bewogen stem.
„Voel je je niet op je gemak Is het
beter zoo
„Laat me alsjeblieft los."
„Je kunt veel beter rustig blijven zitten.
Je hebt me afschuwelijk aan het schrikken
gemaakt. Ik geloof vast, dat het verschrik
kelijke mensch je niet genoeg te eten heeft
gegeven. Luister eens, ik heb wat melk in
den auto. Zou jij even tegen een boom
kunnen leunen, terwijl ik de melk ga
halen
Hij liet haar tegen een boom leunen en
ging heen. Anne keek hem door haar oog
haren na. Ze moest er eigenlijk over na
denken, wat ze tegen hem zeggen zou. Wat
wist hij Hoeveel wist hij Als iemand
zegt dat hij alles weet, hoe moest men dan
zien uit te vinden of het inderdaad alles
was, wat men zelf wist. Ze moest het te
weten zien te komen ze moest iets zeg
gen. Het kwam er ontzettend veel op aan,
wat ze zei en ze zou maar niets bedenken
om te zeggen.
John kwam terug, in de beste stemming,
een thermosflesch en twee kroezen in de
hand.
„Het is geen melk het is koffie. Koffie
smaakt wel uit een thermosflesch, maar
thee is afschuwelijk. Er zijn eiersandxviches
in dit pakje."
Hij wierp het in haar schoot, schonk
koffie in en gaf haar een kroes vol. De
koffie rook heerlyk en Anne werd zich be
wust, dat een warme dronk juist hetgene
was, waaraan ze werkelijk behoefte nad.
„Als je een volgenden keer weer flauw
valt van den honger, zou ik graag willen,
dat je me waarschuwde. Voor jou is het
niet zoo erg, mgar ik schrik me een onge
luk als ik je zoo zonder waarschuwing
moet opvangen."
Het woord „Pollard" schoot door Anne's
geest als een .slang, die door het gras
schiet. John praatte en deed alsof er heeie-
maal niets gebeurd was. Moest zij het daar
bij laten Of moest ze nu zeggen ja, nu,
tusschen dezen slok koffie en den volgen
den „Wat heeft Pollard jou verteld
Ze zette haar kroes neer. Er volgde een
moment van ernstig pogen. Toen nam ze
den kroes weer op en dronk.
Nu niet. Waarom zou ze spreken Ze
kon niet spreken ze kón het niet.
„Ik was van plan over Lieth Hill te rij
den en in Dorking thee te drinken, maar
het zal te ver zijn. Wij moesten ons maar
niet haasten. Wat vindt jij
Anne vond niets. Ten slotte voerden ze
hun oorspronkelijk plan uit en John ver
dreef den tijd met opgewekte conversatie,
zonder met een woord over Pollard te
reppen.
Toen ze naar de stad terugreden, vroeg
hij Anne plotseling wat voor soort verlo
vingsring ze wenschte.
„Daar heb ik nooit over nagedacht.
Denkt men wel daar over als men niet ver
loofd is
„Ik weet het nietdat komt er ook niet
op aan. Wat voor een zou jij graag willen
hebben
„John, ik ben niet met jou verloofd."
„O, neen
„Natuurlijk niet."
„O Dat maakt het gecompliceerd, om
dat ik wel met jou verloofd ben, dus er zit
ook niets anders op, dan dat jij met mij
verloofd bent."
„Ik ben niet met jou verloofd."
„Ik geloof van wel. Ik zie ook geen uit
weg voor je. Zou je een ring met saffieren
en diamanten willen hebben of alleen dia
manten Of een groote saffier met kleine
diamantjes er om heen
„John, ik ben niet
„Ik weet het. Je hebt het al eerder ge
zegd. Ik wou, dat je het niet telkens her
haalde het maakt het zoo vreeselijk moei
lijk om v besluit te nemen. Zie je. ik kan
je niet gewoon komen opzoeken en dan over
ringen praten. Wij moeten het nu afspre
ken, anders zou ik je moeten opbellen. En
dan luistert dat verschrikkelijke mensch.
ons elefoongesprek misschien af. Dus je
ziet, dat het absoluut noodig is om alles nu
af te spreken. Zie je het ook niet in
Anne gaf geen antwoord.
„Ik voor mij houd veel van blauwe stee-
nen. Ik zou je dolgraag een groote saffier
willen geven. We moesten er samen maar
een Taan uitzoeken, een, die precies bij je
oogen past."
John praatte door over ringen, tot ze bij
den hoek van Malmesbury Terrace waren
Anne bleef zwijgen. Ze luisterde naai
zijn verhaal over kostbare steenen en anec
dotes over verlovingen en verlovingsringen
Soms had ze behoefte om te lachen, dan
weer om te huilen, maai ze slaagde ei in
om geen woord te zeggen.
John stopte bij den hóek en liep met haar
de Ossington Road in. Het was een donkere
avond. Er stonden niet veel lantaarns
midden in den weg was er een en de vol
gende brandde zoo goed als niet. Terwijl ze
door één donker gedeelte van den weg lie
pen. voelde Anne John's arm om zich heen.
Zijn stem, zacht en dringend, klonk aan
haar oor
„Ben je nog boos
Anne was hee'emaal niet boos, maar ze
zei „Ja."
„Omdat ik je in Wisley gekust heb
„Ja."
„Maar waarom Anne, je liet me ,mijn
gang gaan dat weet je wel
„O Het was een zachte kreet, van
protest.
„Anne je liet het toe Ik zou je nooit
gekust hebben, als je het niet goed gevon
den had. Dat weet je toch wel
„O klonk het weer.
Johh bracht zijn hand heel zacht naar
haar kin, duwde haar gezicht omhoog en
kuste haar zooals hij eerder gedaan had
twee kussen op haar oogen en één op haar
mond.
„O zei Anne weer. Toen stootte ze hem
met alle macht van zich af en rende weg.
Nadat hij haar het verlichte gedeelte van
den weg had zien oversteken en 'door een
poort van het blok huizen zien verdwijnen,
keerde hij zich om en wandelde naar den
auto terug.
Toen hij bij Malmesbury Ter race kwam,
neuriede hij een vrooiijk deuntje.
(Wordt vervolgd.)