500 25 2Ö OCTOBER EERSTE BLAD 72e Jaargang 1934 Üilgave: Firma F. VAN DE VELDE Ir., Walstraat 58-60, Vlissingen.Telef. 16. Postrekening 66287 Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke Feestdagen GEMEENTEBESTUUR STADS- EN PR0VINCIENIEUWS Nlo. 25481 VLISSINGSCHE COURANT ABONNEMENTSPR!|S: Voor alle gemeenten op Walcheren en waar agentschappen geves tigd zijn /2.20 per 3 maanden. Franco door het geheele rijk /2.50. Voor België, Duitschland en Frankrijk /3.40. Voor de overige landen bij wekel. verz. 3.20. Afzonderlijke nrs. 5 cent. ADVERTENTIEPRIJSVan 1—5 regels r 1.25iedere regel meer 25 cent. Bij abonnement speciale prijzen. Reclames 50 ct. p. regel. Kleine advertenties van 15 regels 50 ct. Iedere regel meer 10 ct. (max. 10 regels). Bij 3 maal plaatsing van 1—5 regels /l.alles bij vooruitbetaling De abonné's in 't bezit eenei Polis, zijn GRATIS verze kerd tegen ongelukken voor gulden bij levens lange ongeschikt heid tot werken. gulden bij dood door een ongeluk. gulden bij verlies van een hand, voet of oog. gulden bij verlies van een duim gulden bij verlies van een wijsvinger gulden bij verlies van eiken anderen vinger AANGESLOTEN BIJ HET BUREAU VOOR PUBLICITEITSWAARDE, INGESTELD DOOR DE VEREENIGING „DE NEDERLANDSCHE DAGBLADPERS" Dit nummer bestaat uit 3 bladen en een Kindercourant. VERKEER. Besluit betreffende verlichting; van stilstaande auto's. Burgemeester en Wethouders van Vlis singen brengen ter algemeene kennis, dat de raad dezer gemeente in zijn vergadering van 12 October jl., onder No. 8, beeft be sloten, dat, behalve gedurende het tijdvak, gelegen tusschen 12 uur middernacht en een half uur vóór zonsopgang, inachtne ming van het voorschrift, vervat in artikel 16, le lid, van het Motor- en Rijwielregle ment verlichting van auto's ten aan zien van stilstaande motorrijtuigen op meer dan twee wielen, niet noodig is op de open bare wegen, gelegen binnen de in artikel 10 der Algemeene Politieverordening omschre- van bebouwde kom der gemeente, voorzoo ver die wegen voorzien zijn van openbare verlichting. Vlissingen, 19 October 1934. Burg. en Weth. voornoemd, VAN WOELDEREN. De Secretaris, F. BISSCHOP. NOORBZEE-SCHIETOEFENINGEN. De Burgemeester van Vlissingen, brengt ter openbare kennis dat zoo noodig de aangekondigde schiet oefeningen te Petten in de week van 22 27 October a.s. zullen worden voortgezet Vlissingen, 20 October 1934. De Burgemeester voornoemd, VAN WOELDEREN Lezing in de Doopsgezinde kerk door zendeling Legêne over „Een heilige Erfenis". Reeds vóór achten was het kerkgebouw Vrijdagavond bijna geheel bezet en vele stoelen moesten worden ingedragen om te zorgen dat om kwart over acht zooveel mogelijk ieder een plaatsje had. Met een kort openingswoord van welkom aan allen opende da. Van den Ban de bijeenkomst en gaf daarop het woord aan den heer Legêne. Na een gemeenschappelijk lied begon spr. met te wijzen op het Zendingsbevel van Jezus Christus als een heilige erfenis van de Christelijke Kerk en al degenen die zich naar den naam van Christus noemen ,,Ik heb het tegen mijn vrienden gezegd." De eerste Christenen waren ook trouw tot in den dood jegens hun Heer en Heiland en gaven met blijdschap hun leven voor de uit breiding van Zijn Koninkrijk. Toen echter de kerk grooter werd, stierf de liefde tot den Heiland bij de Christenen meer en meer, en daarmee verdween ook de Zendingsliefde. Maar twee honderd jaar geleden maakte God hierin als het ware weer een nieuw be gin. De kleine rest van de oude Broeder- kerk werd daarvoor door Hem geroepen en gebruikt. Aan de hand van fraai gekleurde en vaak zeer treffende lichtbeelden leidde spreker de hoorders dan de geschiedenis door van deze merkwaardige kerk, die ontstaan is door Joh. Huss na zijn dood op den brandstapel in 1415. Wij volgden deze vluchtelingen en ver volgden in de holen en spelonken van het Reuzengebergten, waar zij hun leven moes ten doorbrengen om niet ontdekt en geheel uitgeroeid te worden. In 1721 kwam een van deze vluchtelin gen, Christiaan David, in aanraking met den jongen graaf von Zinzendorr'. De graaf, een man vol brandende liefde voor zijn Hei land, stelde zijn landgoed Bethelsdorf ter beschikking van deze vervolgde Protestan ten. Christiaan David vertrok diezelfden nacht naar Bohemen en vond spoedig een tiental der vluchtelingen in een spelonk, die hij als de eerstelingen van de Hernieuw de Broederkerk overbracht naar Bethels dorf, waar zij hun stadje Herrnhut („onder de hoede des Heeren") begonnen te bouwen. Tien jaar later telde de gemeente 600 zielen. Toen kwam de roepstem Gods tot hen door middel van een negerslaaf uit West- Indië, die hun vertelde van het ontzaglijk lijden, geestelijk en lichamelijk, zijner broe ders en zusters. Hij smeekte dat men aan ben de zegenende boodschap van het Evan gelie brengen zou. Overtuigd dat het Gods wil was, werden de eerste zendboden uitge zonden naar West-Indië, door iedereen be spot en tegengewerkt. Zij werden door allen voor dwazen aangezien en overal waren de deuren voor hen gesloten. Binnen twee jaren waren reeds 19 zende lingen uit Herrnhut in West-Indië overle den of omgebracht. Maar het vuur der lief de in de gemeente kon niet worden uitge- bluscht. De stroom van zendelingen ging door, niet alleen naar West-Indië, maar ook naar Groenland, naar de Indianen in Noord en Zuid-Amerika, de Himalaya, Australië, naar de Kaffers en Hottentotten, Centraal- Afrika en tal van andere landen, waarin spreker ons door de lichtbeelden even een blik liet slaan. Spoedig was één derde van de geheele ge meente actief in de zending werkzaam, en de overigen waren gereed om te gaan, zoo dra zij toestemming kregen. Tal van zende lingen vielen alom ten offer aan het klimaat of werden uitgeroeid, soms op de meest wreede wijze, door de wilde stammen. De Indianen vermoordden er elf op één avond, de Eskimo's 2, Labrador zes, en ook in Ni caragua werden verschillende zendelingen omgebracht. In Suriname liggen niet min der dan 216 zendelingen begraven behalve nog tal van kinderen. Maar de vruchten hieven niet uiter ontstonden bloeiende Christengemeenten alom. Bewaarheid ook hier de wet van het tarwegraan dat in de aarde moet vallen en sterven om vrucht te dragen, honderdvoud In den inflatietijd in Duitschland verloor de Broedergemeente al haar kapitaal en kwam weer geheel arm te staan met haar wereldomvattenden zendingsarbeid. Zij moest verschillende zendingsgehieden af staan. Daarom kwam zij ook in 1928 tot Neder land met het verzoek Suriname te willen overnemen met haar Christengemeenten, scholen, kindertehuizen, internaten, enz. en deze arbeid te willen voortzetten. Het Zeis ter Zendingsgenootschap werd opgericht met het doel in alle protestantsche kerken van Nederland liefde en belangstelling voor dezen arbeid te wekken. Van jaar tot jaar krijgen wij er nieuwe vrienden bij, die ons komen helpen. Doch o~" liet oogenblik is de toestand zeer critiek, daar wij een tekort van rond 130.000 gulden hebben en alle reservefondsen op zijn. Spreker sloot met een dringend verzoek aan de aanwezigen dezen arbeid te willen steunen. Na gezang en gebed, sprak Da. Van den Ban nog een enkel woord van hartelijken dank: Van allerlei verschillende kerkge nootschappen hier vanavond samengeko men zijn wij toch verbonden door één band, zeide spr. Wij allen kennen iets van het Evangelie, en zagen vanavond iets van den nood van degenen die het niet kennen. Dit geeft ons allen een taak, laat ons ieder zelf aan God vragen welke. Nadat door velen nog iets gekocht was aan de boekentafel, stroomde het kerkje weer leeg. Een avond waar veel zegen uit voort kan komen. Het nieuws «van den dag in beeld. Foto's in onze Tydinghal. De tentoonstelling „De Kunst in Nood" in de prachtige troonzaal van het Koninklijk paleis op den Dam te Amsterdam. Rouw dienst in de Christ. Church aan den Groen burgwal te Amsterdam voor wijlen Koning Alexander van Joego-Slavië. De Russische priester aan het altaar. Eenige opnamen van de aankomst van den Duitschen krui ser „Schleswig Holstein" in de Amsterdam- sche haven, o.a. het bezoek van den burge meester dr. W. de Vlugt en van den com mandant der Nederlandsche marine, kapt.- luit. ter zee Meyer Ranneft. Het oude paardetrammetje in Dordrecht's straten. Polo-kampioen-wedstrijden van „Het Y" te Amsterdam. Reddingsdemonstraties bij ruwe zee nabij Egmond aan Zee. Crema tie van het stoffelijk overschot van wijlen dr. Van der Leeuw, die op zijn solovlucht van Kaapstad naar Nederland verongeliikte. Ruiterfeesten te Breda. De bouw van een reusachtig silo en pakhuis aan de Maashaven te Rotterdam. Alhambra-Theater. Mariene Dietrich in The Scarlet Empress" (Catharina II). De Rodeo Kampioen. Vrijwel gelijktijdig waren Paul Czinner met Elisabeth Bergner en Josef von Stern berg met Mariene Dietrich bezig het begin van leven van Catharina de Groote te ver filmen. De zwakheid van de eerste film was, dat men alle karakters zoo goed kon be grijpen zelfs dat van Catharina's half gek ken man wordt nog begrijpelijk. Men hoeft echter niet bijster veel histori sche studies gemaakt te hebben om te be seffen, dat géén van de beide films een be trouwbare reconstructie van de werkelijk heid biedt. De opvatting van Mariene Die trich, dat het arme Duitsche prinsesje, door een gril van het noodlot geroepen tot de even hooge als gevaarlijke plaats op den Russischen troon, vermoedelijk niet zulk een verschijning vol romantische zielenadel ge weest is, als Elisabeth Bergner ons wil doen gelooven, doch veel meer als slachtoffer, na een tijd van verbijstering, haar karakter heeft weten te plooien en met het aanpas singsvermogen van een geknot mensch tot grooter begrip, grooter nut en grooter da den kwam. Zooals .Czinner het verteld heeft, is het begrijpelijker voor den burgerman. Hij vindt het veel fijner, waardiger, bepaald hoogstaand. Hij ziet nu eenmaal graag iets verheffends. Juist dat gemakkelijk begrijpe lijke was het zwakke van de eerste Catha- rina-de-Groote-film. Sternberg trachtte naar iets veel hoogers, zonder rem in de hand. Hij wilde zulk een visueele hevigheid, dat wij in een irreëele wereld zouden belanden t de wereld der Russische exorbitante geest vervoering. In het eind der film bijv. trekt hij Mariene een idioot operette-pakje aan en het bravourstukje van die ruiters, welke door het paleis jagen tot voor den troon, is van een bijzondere mentaliteit, die allerlei krasse middelen aanwendt een irrealiteit, een droomwereld te bereiken, waarin gek- k~n rondwaren,' half uitgeteerd en half tij gerachtig, waarin alles spookt en alles ge tuigt van barbaarscbe schoonheidsdrift, waarin de felste wreedheid bijna een liturgie wordt en de zotste verdwazing soms mild lijkt. Het Kremlin heeft er nooit zoo infer naal uitgezien, maar Sternberg bezit iets van de Russische verwrongenheid. Hij had er bultenaars en idioten, bruten en verlei ders en ontelbare requisieten bij noodig. doch hij deed dit opzettelijk. Zoo wil hi] in die slottafereelen het kokende, kolkende Rusland laten zien. Elisabeth Bergner kreeg de taak een schoon vrouwenkarakter uit te beelden, schoon naar de begrippen van den braver burgerman, die de geschiedenis verwringt naar zijn geborneerde combineervermogen, hetwelk geen geschiedenis maakt, doch slechts een durende factor is. De koenheid van Sternberg baant nieuwe wegen en zijn film is daardoor moeilijker te begrijpen. Over tien jaar zal de Catharina de Groote van CzinnerBergner alleen nog maar worden genoemd bij de opsomming hunner films. Maar de Scarlet Empress zal dan nog gelden als een levende fase, een moedige poging om de filmkunst weer een impuls voorwaarts te geven. Inplaats van cirkeltjes en streepjes ge bruikt Sternberg de oogen, mond en beenen van Mariene Dietrich inplaats van licht punten en figuurtjes neemt hij een stroo- halmpje, een stukje gaas, eenige beeldhouw werken, kaarsen en het gezicht van een zwakzinnige. Hoewel er in „The Scarlet Empress" (Catharina n) ook massascènes voorkomen, concentreert zich de aandacht toch voornamelijk op de stille lichtreflecties, die Marlene's gelaat op de lens werpt, wan neer zij bijv. onscherp, achter een scherp beddegaas eenige juweelen ligt te bekijken. Onvergetelijk zijn daarnaast al die ver schrikkende beeldhouwwerken, waar Mar iene tusschen door kruipt om kaarsen uit te blazen, daarbij niet anders dan verlegen eenige woorden mompelend. Ook wanneer zij zich met haar geliefde in een stal tus schen het stroo bevindt, en zij telkens een strootje in haar mond steekt en hij het haar afneemt, gaat deze reëele handeling geheel over in een abstracte-filmische bewegings wisseling. De trillende fotografie is opvallend Ir. „The Scarlet Empress". De veelvuldig voor komende camera wordt toegepast met een vanzelfsprekende soepelheid. Er wordt trou wens in deze film een zeer interessante scherpte-montage gebruikt, d.w.z. verdee ling van het beeld in verschillende dieptes door verandering van de scherpte-instelling van de lens tijdens de opname, dus eigenlijk door het invoeren van een derde dimensie in het beeldvlak. Eén lange reeks van close-ups, één door- loopende verheerlijking van het gezicht, dat Josef von Sternberg heeft uitverkoren, be ven alle andere. Het wordt zoo geregisseerd, het wordt zoo gefotografeerd, het wordt zoo gedirigeerd, dat Mariene er nog maar beter, treffender, ontroerender door uitkomt. De groote verwonderde kinderoogen van het Duitsche prinsesje, de teleurstelling in het strakke huwelijksgericht, de schemerende oogen achter het dunne gordijn, haar lok kende lach, als zij langs de officieren schrijdt, haar trotsche zegevierende blik, wanneer zij aan het hoofd van de cavalerie de trappen opstormt en bezit neemt van den troon. En ofschoon de tegenspelers recht op een aparte vermelding hebben, is het (terecht) Mariene, Mariene en nog eens Mariene. Ook de virtuositeit in de toépassing van de suggereerende muziek van Tsjaikowski met een geweldig tempo op den achter grond, doet mede deze film verre rijzen bo ven de, bal-masqué reportage van de Berg- ner-film, die ook „Catharina de Groote" heette. Luxor-theater. De dame met den zwarten sluier. Janmaat op stap. Wie is de geheimzinnige dame met den zwarten sluier? Wie vermoordde den mon- dainen fabrieksdirecteur? Ziedaar de twee voornaamste vragen, welke zich aan ons opdringen bij het aanschouwen van deze buitengewoon sterke detective-film der Ufa. die ons door tal van sensationeele wendin gen heen tot op het laatste moment in on zekerheid laat, als de verrassende, intelli gent gevonden ontknooping de onverwachte oplossing van hef raadsel brengt, en een einde maakt aan allé spanning, geheimzin nigheid en sensatie. Dank zij de kundige re gie vair Georg Jacoby en het eminente spel van alle medespelenden w.o. Olga Tsche- chowa, Paul Otto, Hansi Niese, Johannes Riemann, Walter Steinbeck, een meester werk van den eersten rang. Of het den bioscoop-bezoekers gelukken zal een tip van den sluier op te lichten betwijfelen we, maar het is te probeeren. Luxor biedt deze week nog een andere attractie dan detective spelen. Men kan er n.l. met de Jantjes op stap, en wel op Ame- rikaansche manier. Ruim een uur kan men met den zeeman passagieren gaan en dat het daarbij vroolrjk toegaat en allerlei avon turen worden beleefd, ligt voor de hand. De geschiedenis zou niet volkomen zijn, als er geen sprake was van een lief meisje en een sympathieken jongeling, die het pe«r saldo eens moeten worden. En zij worden het ook, zij het na een geweldige vechtpartij, waar de geheele marine aan te pas schijnt te ko men. De hoofdrollen zijn bij James Dunn, Sally Eilers, Sammy Cohen en Victor Jory ii„ uitstekende handen. Niet alleen, dat men met Janmaat een amusanten avond beleeft, misschien maakt men ook nog een verove ring zonder het geluk van den zeeman. Met het onderhoudende voorprogramma een voortreffelijk geheel. P. T. en T. Aan den kantoorknecht bij den post-, tele graaf- en telefoondienst S. F. Lako van het post-, telegraaf- en telefoonkantoor te Vlis singen is op zijn verzoek eervol ontslag verleend met ingang van 1 Januari 1935. Ned. Christ. Vrouwenbond. Voor genoemden Bond wordt Donderdag 25 October, des avonds 8 uur, een lezing gehouden in het gebouw der C.J.M.V. in de Noordstraat. Als spreeksterz al optredèn mevr. L. A. A. RingelingVerhoef, met het onderwerp „De Christenvrouw en de sport". Oproeping. De commissaris van politie alhier ver zoekt dengene, die op 3 October zijn rijwiel geplaatst heeft in een der gangen van „Goed Wonen" en waarvan het rijv .elbelasting- plaatje werd ontvreemd, zich ten spoedig ste aan zyn bureau te willen melden, daar dit plaatje terecht is en het wenschelijk is dat de benadeelde zich in verbinding stelt met de politie. MIDDELBURG Gemeentebegrooting 1934. Een der leden van de commissie van Financiën heeft naar aanleiding van de nieuwe voorgestelde vaststelling van de be grooting 1934, als zijn meening naar voren gebracht, dat het presentiegeld voor de raadsleden zou kunnen worden terugge bracht ingaande 1935 tot 3., zooals naar hij meent ook te Goes wordt betaald. Nog heeft dit lid er op gewezen, dat Ged. Staten het wel niet goed zullen keuren dat op den post drukken raadsverslag 330 bij zal moeten. Een zeer aanmerkelijke verlaging van dezen post is alleen mogelijk, indien men in plaats van voort te gaan met drukwerk, dit in den vervolge zou willen vervangen door cyclostyleerwerk, wat Ged. Staten blijkbaar ook wenschen. Al is het niet zonder be zwaar terug te komen op een kort geleden genomen afwijzende beslissing, wat intus- schen met de openstelling der winkels op Zondag toch wel is geschied, toch zou het gewenscht zijn, dat de Raad zich nog eens de vraag stelde of het beter is op de ge nomen beslissing terug te komen, of af te wachten of Ged. Staten het cyclostyleeren zullen opleggen, waarop z.i. groote kans be staat. Provinciaal Comité voor Werkloozenzorg. Kunstavond. Concert- en Gehoorzaal. Ten bate van het Provinciaal Comité voor Werkloozenzorg, gesticht op initiatief van den Centralen Raad van Ned. Kerken voor practisch Christendom, werd gisteravond een kunstavond gegeven, waaraan door ver schillende personen, alsmede Cloeting's ge mengd koor, welwillende medewerking werd verleend. De avond werd geopend door den voorzit ter, den heer S. Dekker Lz., die dank bracht aan de goed gevulde zaal voor de aanwezig heid, evenals aan de dames en heeren, die bereid waren hun krachten te geven, ten einde door een kunstavond het kas-tekort van het te Seppe georganiseerde werkkamp te dekken. Daarna hield de secretaris, de heer Lo- rier, een inleiding, waarin hij doel en aard van de werkkampen, die geenszins concen tratiekampen zijn, en ook de bedrijven geen concurrentie aandoen, doch er alleen op ge richt zijn om voor de jeugdige werkloozen van 1624 jaar arbeid te vinden, welke de jeugdbeweging ten goede komt, uiteenzette. Daar 1934 een tekort bracht en in 1935 helaas weer hetzelfde werk zal moeten wor den gedaan, beval spr. de na afloop te hou den collecte ten zeerste aan, waarbij hij er speciaal op wees, dat de tijdsomstandighe den nog steeds de belangstelling vragen voor de moreele verzorging der werkloozen. Vervolgens werd met de afwerking van het lijvige en, volgens de spelwijzen, inte ressante programma aangevangen. Cloe ting's gemengd koor, onder leiding van den heer S. J. Tamminga, behaalde met zijn a cappella liederen 'n mooi succes. Met lie deren van Bach en Schubert en een aria uit Handel's Messias, waarvan de vertolkingen getuigden van fraaie vocale en muzikale intenties, oogstte de sopraan-zangeres Riek Caro warmen bjjval. De tenor P. C. Boone Jzn. zong 'o.a. een recitatief en aria uit „Elias" en met de sopraan duetten van Handel en Mendelssohn. Het karakter van dezen avond sluit critische opmerkingen, hetzij ten goede, hetzij ten kwade, uit on daarom volstaan we met een opsomming, ook wat de pianiste Heieen van Hooren be treft, die het accompagnement verzorgde en piano-soli van Bach, Haydn, Chopin en Brahms voor haar rekening had. Beide ge noemde dames werden met bloemen gehul digd. Afwisseling in het muzikale deel bracht de heer D. A. Poldermans, die een van zijn Zuid-Bevelandsche schetsen, „Ze wist nie

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1934 | | pagina 1