E
RAADSELS EN BRIEFJES
i K
L i
REGENWEERTJE
PLAATJES- EN
BONNETJESBEURS
OM AAN DE KLEINTJES VOOR TE LEZEN EEN ANGSTIGE T0CHT.
Het regent, het regent,
Het klettert en het spat,
De huizen en de boomen
Die worden druipend nat.
De wegen waar haast niemand
Nu wandelt meer of rijdt,
Die glimmen net als spiegels
Van al die nattigheid
Het regent, het regent,
Maar onze Janneman,
Die wandelt nog heel rustig
Of 't hem niet schelen kan.
Toen 't-buitje viel heeft Jantje
Zijn mantel omgedaan
En van dien natten regen
Trekt Jan zich nu niets aan
o neen, geen... Och, ik weet 't al 1 Er staat
natuurlijk Het is geen man, die niet rooken
kan 1 Hoe vind jij 't En 't kost maar twee
gulden."
„Nou, dan ben je klaar," besloot Wim.
„Wou je het nu meteen koopen
„Zeker zonder geld Of denk je soms, dat
ik mijn spaarpot altijd in mijn zak draag
„Ik denk niks verklaarde Wim. Maar
'deze opmerking was een heel eind bezijden
de waarheid, want hij dacht wél iets. Hij
dacht namelijk aan wat er op het sigaren
kistje stond. „Het is geen man, die niet
rooken kan 1" Zou dat waar zijn Maar als
het zoo was, dan werd het toch hoog tijd,
dat hij ook eens een pijp of een sigaar
opstak, net als vader. Jawel, net als vader
Maar vader zou hem zien aankomen Die
zou natuurlijk als hij, Wim, er om vroeg,
hartelijk lachen en zeggen „Neen jongetje,
daar komt nog niets van in, hoor 1 Later,
als je een man geworden bent." Daarom
moest hij het stilletjes doen, zonder dat
iemand het merkte.
Met dit besluit kwam hij, na Piet een
achteloos „Tabeh 1" te hebben toegeroepen,
thuis. De omstandigheden waren hem gun
stig. Moeder was uitgegaan, en Leny en
Meta, de twee zusjes, die anders volgens
Wim altijd overal hun neus instaken, gingen
juist met stoffers en stofdoeken gewapend
naar hun kamertje om dit eens een flinke
beurt te geven. Vader's sigarenkistje stond
op het tafeltje bij den divan. Met een gebaar
alsof het zijn dagelijksch werk was, nam
Wim er een sigaar uit en beet er het puntje
af. 't Gaf hem een bitteren smaak in den
mond. Lang niet lekker, hoor Maar enfin,
dat zou wel overgaan. Eigenlijk had hij het
puntje er ook af moeten knippen. Dat deed
vader ook. Maar knip maar eens als je geen
schaar hebt
De lucifers lagen ook op het tafeltje en
weldra gloeide de sigaar, waaraan Wim uit
alle macht trok opdat zij niet uit zou gaan.
Eerst vond Wim het verschrikkelijk
„echt". Wel drong de rook voor een groot
deel in zijn keel, maar hij smaakte toch ook
de voldoening hem in dikke wolken omhoog
In dit rubriekje mag je op
geven welke plaatjes of bons
je graag wil ruilen tegen
andere plaatjes of bons.
Bons die geldswaarde hebben
en sigarettenbonnetjes komen
niet in aanmerking. Briefjes
moeten weer gericht worden
Aan de redactrice van Jong
Zeeland, De Vlissingsche
Courant te Vlissingen.
Er ligt een enveloppe met plaatjes voor
CLEMENCE MERCY en CORR1E VAN
ZWEEDEN en een enveloppe met een
vreemd postzegel voor MAR1NUS ENGELSE,
die zij van het bureau van de krant mogen
komen afhalen.
Van een lieve kindervriendin kregen we
allerlei plaatjes en bonnetjes ter verdeeling
gestuurd, waarvoor wij haar hartelijk dank
zeggen. Ons voorraadschuurtje ziet er nu
zoo uit
Verkade's plaatjes Vetplanten.
Sportplaatjes.
Droste's plaatjes Bali.
Kwattasoldaatjes.
Wie er iets van kan gebruiken, mag dit
volgende week opgeven.
„Hansje Hansje 1" riep Jetje. „Kom eens
bij me, Hansje 1"
Hansje was een lief hondje, dat op Jetje's
roepen dadelijk bij haar kwam. Hij zwaaide
vroolijk met zijn staartje toen hij voor haar
stond. Wat wilde het kleine vrouwtje van
hem Ging hij met haar uit Had ze iets
lekkers voor hem
Neen hoor, niets van dat alles. Jetje greep
Hansje bij zijn halsband, bond daar een
touwtje aan en maakte het touwtje weer aan
een kleinen wagen vast. In dien wagen zaten
Toosje en Leentje, Jetje's poppen. Ze zou
den een rijtoer maken en Hansje zou ze
trekken. Was dat niet deftig? Asjeblieft!
•De poppenkindcren zaten daar als prin
sessen.
„Nu dag schatten 1" zei moeder Jetje.
„Veel plezier, hoor. En denk er om, niet
uit de raampjes leunen 1"
Hansje bleef eerst staan waar hij stond.
Moest hij loopen met zoo'n karretje aan zijn
halsband gebonden Hij dacht er niet aan.
Maar toen Jet vooruit liep cn lokkend
„Hansje Kom dan, Hansje I" riep, toen
zette hij er den pas in. Het wagentje hob
belde achter hem aan. Jetje kraaide van
plezier. „Hou je vast, hoor riep ze naar
Toosje en Leentje. Nu, dat mochten ze dan
ook heusch wel, want het karretje schokte
van belang over de kiezeltjes van het
tuinpad.
Opeens, o wat een schrik, zette Hansje
het op een loopen. Want Hansje zag een
poesje en van poesjes kon hij niets ver
dragen, daar was hij altijd woest op. Het
wagentje zwaaide van den eenen kant naar
den anderen en de popjes zwaaiden mee.
Jet gilde van angst. O, o, aanstonds zouden
haar kinderen er uitvallen
„Hansje Hansje
Maar Hansje stoorde zich niet aan het
geroep. Blaffend rende hij den tuin door en
sleepte den wagen met zich mee.
Plotseling slingerden de popjes over den
weg en kwamen midden in een modderplas
terecht. Jetje was in een ommezientje bij
hen. „O gelukkig 1" zuchtte ze toen ze zag,
te zien stijgen. Doch op ten gegeven oogen-
blik voelde hij zich erg draaierig worden en
het leek wel of er op zijn maag een steen
lag, die hoe langer hoe zwaarder werd. Ja,
het werd zóó hevig, dat Wim beslist even
op den divan moest gaan liggen. Maar hij
knapte er niet van op. Hij voelde zich be
paald ziek en dat gevoel werd nog erger als
hij keek naar de sigaar, die hij op het asch-
bakje op de tafel had gelegd. O wat had hij
een spijt, dat hij die proef had genomen
Hij wou dat moeder maar thuis kwam. Zij
zou er wel iets op weten om hem beter te
maken.
Het gebeurde na tien minuten. Vroolijk en
rozig van den frisschen wind stapte moeder
'de kamer binnen, maar ze schrok niet weinig
toen ze Wim daar zoo bleek en lusteloos
op den divan zag liggen. „Jongetje, vent,
wat scheelt er aan vroeg ze haastig en
dringend.
„Ik voel me naar," zei Wim. „Ik voel me
ziek." En eerlijk verklaarde hij toen maar
ronduit „Ikik heb gerookt. Ik wou
eens weten hoe dat was en
„O gelukkig 1" riep moeder verlicht. „Ik
was al bang, dat je echt ziek was 1 Heb je
gerookt Nu schaterde ze het uit. „O jon
getje En daarvoor word je nu vanzelf ge
straft. Alleen als je een man bent kun je
dat zonder narigheid doen. Ga nu maar even
den tuin in en adem daar eens diep de
frissche lucht in, dan zal ik in dien tijd een
glas citroen voor je maken."
Wim liet zich dit geen tweemaal zeggen.
Hij was veel te verlangend zich weer flink
en vroolijk te voelen, hetgeen na een half
uurtje ook werkelijk het geval was. Maar
een les was het gebeurde toch voor hem
geweest, want hij verbeeldde zich niet lan
ger meer een man te zijn, maar nam er ge
noegen mee nog maar een jongen te wezen,
die nog lang niet zonder straf zou kunnen
rooken.
dat de popjes zich niet bezeerd hadden. Wel
huilden Toosje en Leentje erg, maar dat
kwam van den schrik.
„Stil maar, hoor 1" troostte Jetje. „Stil
maar I Moesje is weer bij jullie I Kijk, daar
is Hans ook weer. Stout hondje 1 Mag jij
zoo draven, hè Alag jij lieve poesjes ach
terna zitten
De popjes keken moesje angstig aan. Er
stond duidelijk in hun oogjes te lezen
„Moeten wij nu weer in dat akelige kar
retje zitten
„Neen hoor 1" stelde ze gerust en ze
drukte de kindertjes, zoo viiil als ze waren,
tegen zich aan. „jullie gaan fijn met moesje
naar huis en dan zal ze jullie een lekker
warm badje geven 1"
En stilletjes in zich zelf nam moeder Jet
het besluit haar lievelingen nooit meer aan
zoo'n groot gevaar bloot te stellen.
ft
5 F
RAADSELTJES VAN
DE VORIGE WEEK
Dit keer zijn er nogal wat kinderen, waar
van we moeten zeggen, dat ze maar 4 goede
oplossingen instuurden. De moeilijkheid zat
in het eerste raadsel van het tweede groepje.
Velen gaven als oplossing „Een ei", an
deren weer „Een noot". Maar wie dit
schreef, heeft er natuurlijk niet op gelet, dat
er in de opgave stond „En zijn bewoonster
is nooit uit 1" Dat gaat met een ei en een
noot niet erg op, vind je wel Zoo zie je,
dat aandachtig lezen altijd noodig is.
Hoe is nu de uitslag van het geheel
Van het eerste groepje stuurden 5 goede
oplossingen Leunis Louwerse Ella Moor
Aploona Delnad Adriana Koole Janna
- Stroo Marie Willemsen Corrie Willem-
sen Saartje Buurman Arie Nederhand
M. Schilleman Max Wondergem Tanny
Wondergem Tini van der HofPiet van
der HofCorrie van Zweeden.
4 goede oplossingen stuurde Tonia Delle-
beke.
Van het tweede groepje stuurden 5 goede
oplossingen Kobi Sonius Kobi Caljouw
Jeanne Debrae Nans Alewijnse Clemence
Mercy Leni Kievit Frans van Eenennaam.
4 goede oplossingen stuurden Marinus
Engelse Koos Wondergem Willem van
Meerveght Koosje Corbijn Sjaan van
Schelven Corry Stroo David Louwerse.
HOE LUIDEN DE
OPLOSSINGEN?
Voor kinderen beneden 11 jaar.
Annie kreeg een RINGETJE.
II.
De letter A.
III.
Verborgen meisjes- en jongensnamen
De (hen k)akelde van belang. HENK.
De man klom dapper ooven op de
st(ella)ge. ELLA.
„Mogen we in den tuin spelen, (ma?"
riejpen de kinderen. MARIE.
Van wie is die (pet? Er) staat geen
r. erk in. PETER.
Ik k(an nie)t naar je toe somen, maar
kun je niet bij me komen eten ANNIE.
IV.
L
P 1 t
e m M e r
LIMBURG
prUim
a R m
G
V.
KAATSBAL (lak, stal. bak)
Voor kinderen boven 11 jaar.
I.
SLAKKENHUISJE.
II.
Japon
Orgel
Namen
Groen
Zadel
Enkel
Emmer
Lepel
Appel
Naald
Doorn
Het geheel is 'us :JONG ZEELAND.
III.
Verborgen steden in Europa
Voor het steunen van de boonenplanten
gingen we met (pa rijs)hout snijden.
PARIJS.
De jongens mochten elk een appel kiezen
Kees koos een groote bellefleur, Jan
(nam en)kz! een mandarijntje. NAMEN.
Piet boog den tak voorzichtig k(rom e)n
sprong verschrikt ach'eruit, want het ding
brak in tweeën. ROME.
IV.
Jan kreeg een FIETS.
V.
K
u
R
K
U
I
E
N
1 R
I
E
D
E
N
E
V.
Wat staat hier Het geheel is iets wat
je pas gekregen hebt.
Voor kinderen boven 11 jaar.
I.
Het geheel bestaat uit 15 letters en is de
no m van een bekend zeevaarder.
4-2-14-7 is een deel van oen voet.
10-5-6-13 is een gewas, dat je vaak in
slooten en plassen aantreft.
15-9-3-4-13 door zee is de beste weg.
1-12-13-6-10 is een bisschopsmuts.
8-11-2-1 is de naam van een onzer vingers.
II.
Een jongen heeft op de etiketjes van zijn
schoolschriften staan
NIEUWE RAADSELS
De oplossingen moeten uiterlijk Dinsdag
avond aan het bureau van de krant zijn. Op
de enveloppe of het netjes dichtgevouwen
briefje moet staan Aan de redactrice van
Jong Zeeland. De Vlissingsche Courant te
Vlissingen.
Voor kinderen beneden 11 jaar.
I.
Zeg, welke ooren kunnen niet
Naar wat je zegt ooit luist'ren,
Al zal je ook dicht bij ze staan
En schreeuwen of wel fluist'ren
'k Denk dat je het wel raden kan.
Het zijn de ooren van een 1
II.
Als je de letters van zijn naam in een
andere volgorde plaatst, kom je te weten
van welke vruchten hij het meeste houdt.
III.
Vul dit - uur zoo in, dat van boven naar
beneden en vai. links naar rechts dezelfde
woorden komen te staan.
In de le rij een groentesoort.
In de 2e en 3e rij een jongensnaam.
In de 4e rij een zwaar metaal.
lil.
Het geheel bestaat uit 16 letters en is de
titel van een sprookje.
Als je 13-2-5-13 zegt, schud je gewoonlijk
meteen met het hoofd.
3-16-10-13-11 -13 heb je aan je voet.
Een 14-16-9-12-13 ligt op bed.
15-16-3 i§ een afkorting van Henriëtte.
Moeder hangt het waschgoed te drogen
aan een 7-8-13.
Een 1-2-9 vind je in den tuin.
6-4 is een lengtemaat.
IV.
xxxx
x
x
X
X
Vul dit figuur zoo in, dat op kruisjes-
lijnen een mooie, boschrijke plaats in ons
land komt te staan.
Op den 2den regel een meisjesnaam.
Op den 3den regel een lichaamsdeel
Op den 4dcn regel een deel van een schip.
Op den 5den regel een medeklinker.
Vul dit figuur zoo in, dat van links naar
rechts en van boven naar beneden dezelfde
woorden komen te staan.
In de le rij een voorwerp dat moeder ge
bruikt als ze nootmuskaat tot poeder moet
maken.
In de 2e rij een meisjesnaam.
In de 3e rij een ander woord voor vlug.
In de 4e rij een plant.
IV.
Verborgen boomen
De arme jongen viel in de put.
Het boek ligt in de kast, An je zoekt
niet goed.
ie wil graag meedoen?
Het is pas half drie speel je met ons
mee
V.
Heel gaarne ik kom dadelijk.
„Hè wat ruikt het hier lekker 1" riepen de
kinderen toen ze uit de school thuis kwa
men. „Moeke, vertelt u eens gauw wat li
gebakken hebt 1"
Maar dat deed moeke maar niet zoo dade
lijk. De kinderen moesten er eerst eens naar
raden. Daarvoor schreef ze op een stukje
paoier het volgende
E P A N.
Wie kan vertellen waar de kinderen later
van smulden
TINGELING, DE POST!
DOKTER. Goed dat ik je spreek, Dok
tertje. Ik kom je eens raadplegen. Ik ben
snipverkouden. Hoesten en niezen geen ge
brek. Eetlust ho maar 1 En een keel, die
akelig prikt. Wat moet ik daartegen doen
Schrijf me volgende week maar een receptje
voor en stuur meteen de doktersrekening
in. Niet zoo erg duur zijn, hoor. Dat kan
Bruintje op 't oogenblik niet trekken. Is
vader jarig geweest Dan nog wel gefelici-