Courant
TWEEDE BLAD
Gemakkelijk Ioopen - Welfschoenen koopen
De crisisbollebof ontdekt.
BINNENLAND
FEUILLETON
Haar moeders evenbeeld
van de
Donderdag13September1934. N°216
ONS WEEKPRAATJE
Z.M. de Spoorweg-wegwerker.
Deze hoog-gesalarieerde houdt
ons in den crisisput.
Merkwaardig1, dat eerst thans bekend is
geraakt, wie eigenlijk het voortduren van
de crisis op z'n geweten heeft. Ergens
moest er een lek zijn dat voelde een
ieder waar doorheen alle welvaart weer
wegvloeide, welke de maatschappij 5 of
6 crisisjaren lang bezig is te verzamelen
met belastingverhooging, bezuiniging, ver
sobering, loonsverlaging enz. Gelet op de
hoeveelheid toegepaste middelen, had de
crisis al lang geweken moeten zijn, en
tóch
Aan mr. Wendelaar, voorzitter van de
Liberale Staatspartij, danken we het, dat
het lek in onzen welvaartspot eindelijk is
ontdekt. Mr. Wendelaar had zijn liberale
mannen uit het hooge noorden van ons
land op Zondag jl. in Zuidlaren ter po-
litieken Landdag vergaderd en bij die ge
legenheid heeft hij ze, alles blijkens het
verslag in „de Courant", allereerst den
somberen toestand van 's Rijks schatkist
voorgehouden.
Op de begrooting komen we nog een
slordige 40 millioen tekort, zei hij, maar
die moeten dan maar gevonden worden
door middel van bezuinigingen, in geen
geval door nieuwe of verhoogde belastin
gen, want de bevolking kan geen nieuwen
druk meer torsen.
Juist
Onder „bezuiniging" bleek mr. Wende
laar ook een nieuwe korting te verstaan
op het salaris van het overheidspersoneel,
hetwelk derhalve blijkbaar niet tot „de
bevolking" behoort, althans niet tot het
deel, hetwelk geen nieuwen druk meer zou
kunnen torsen.
Mr Wendelaar wenscht alleen niet een
percents-gelijken aftrek voor allen. Hij acht
b.v. de materieele positie van een leeraar
M.O. niet al te lucratief en zelfs vrij be
roerd, vergeleken met een gelijkwaardige
positie in de vrije maatschappij. Van het
salaris van zoo'n leeraar kan derhalve niet
veel meer af, meent mr. Wendelaar.
Anders is dat echter, en let wel hier
komt de onthulling, Anders is dat, als
men „kijkt naar het loon van een weg
werker bij de Spoorwegen en naar dat
van diëns gelijkwaardige in het particu
liere bedrijf". Wie dAt beziet, meent mr.
Wendelaar, moet
:oncludeeren, dat de spoorweg
arbeider nog wel wat kan laten
„vallen".
DAAr hebben we dus den crisisdader,
den bollebof, die tot op heden stiekum
parasiteerde op de malaise en door het
toucheeren van een onevenwichtig-hoog in
komen het herstel van het economisch even
wicht in de maatschappij tegenhield.
Zoo'n rakker Zijn hooge sprongen zullen
nu weldra uit zijn.
We wilden zoo'n crisls-croesus nog wel
eens zien en spreken, vóór hij gevild en
geschoren zou zijn door het politieke jager-
dom, dat hem op het spoor is gekomen.
Na óns in onze Zondagsche plunje te
hebben gestoken en onzen hoed te heb
ben geborsteld, wat we alleen bij begrafe
nissen en andere plechtigheden plegen te
doèn, hebben we ons aan een der sta
tions van de Ned. Spoorwegen aangemeld
en daar gevraagd, of we „meneer" mochten
spreken.
Eerst kwam er iemand met een rooie
pet, maar toen we vroegen, of hij. zoo'n
mensch was, van wiens loon, volgens mr.
Wendelaar, nog wel wat Af kon, toen
moesten we snel drie pas achterwaarts
springen om een moord te ontwijken.
Wien je zoekt, weet ik niet brulde
de man maar ik ben de chef hier van
het station, ik heb 33 jaar lang dag en
nacht gewerkt en geploeterd voor de maat
schappij, welke nu in enkele jaren tijds
mijn salaris met méér dan 'n vierde heeft
gekortik heb trouw premie betaald van
mijn oude, hoogere inkomen, maar ik word
straks óp straat gezet met een pensioen,
dat naar mijn verlaagde inkomen wordt
berekend. Ik
't Was ons al lang duidelijk, dat we
den verkeerde te pakken hadden. „Neem
me niet kwalijk stamelde ik maar
ik zocht dien man met het groöte inkomen;
den spoorweg-wegwerker
Man repliceerde de chef als je
gekomen bent om ons hier een beetje te
beduvelen, dan zal ik je eens laten zien,
hoe ik jou hier van den spoorweg kan
wegwerken, ja, dan zal ik je
Omdat de man min of meer dreigend
op me afkwam, hebben we haastig de
beenen genomen. Maar ons doel hebben
we tenslotte toch bereikt, want we heb
ben in Utrecht geïnformeerd en daar hebben
ze de noodige gegevens verstrekt.
De meeste spoorwegwegwerkers, zoo
leerden we, zijn in de IVe klasse onder
gebracht, omdat de meeste lijnen nu een
maal buiten de steden liggen. Zoo'n vol
slagen wegwerker der IVe klasse wordt
aangesteld op een loon van 1125.20 per
jaar, waarvan 8V2 pet. wordt geminderd
voor pensioen hij ontvangt dus per week
ƒ19.80. Na een aantal dienstjaren kan de
man zijn maximum bereiken en een in
komen te genieten krijgen van 1306.08,
welk bedrag ook weer met 8V2 pet. wordt
geminderd er blijft dan per week over
23.Op verdere verhooging is dan geen
uitzicht meer, tenzij de man een groot gezin
krijgt, in welk geval vanaf het derde kind
een toeslag van 3 pet. wordt verleend.
Zoo'n spoorweg-arbeider heeft dag-in
dag-uit zwaren arbeid, grondwerk, te ver
richten telkens weer wordt hij opgeroe
pen voor nachtarbeid, zonder dat hem daar
extra-vergoeding voor wordt gegeven.
De menschen klagen' niet. We hebben
van deze lieden gesproken en ze erken
nen, dat ze tevreden waren met hun po
sitie en dat ze voor dezen tijd uitverko-,
renen mochten worden geheeten.
Maar dat zij de menschen zouden zijn,
van wie- mr. Wendelaar zei, dat ze nog
wel wat van hun loon kunnen laten vallen
eerder zij, dan leeraars bij het M.O.
is iets om er van te huilen.
In dezelfde rede vertelde de heer Wen
delaar onder applaus van zijn gehoor, dat
op leger en vloot in geen géVAl 'meer be
zuinigd mocht \vorden onze weerkracht,
zei hij, moet integendeel wórden verhoogd.
Laten we toch eens gaan inzien, dat
noch onze economische weerkracht, noch
onze militaire weerkracht worden ver
hoogd door ons volk in het pauperisme
terug te trappen. Economische weerkracht
eischt'koopkracht van de massa; militaire
weerkracht is onmogelijk, als het volk,
waaruit de soldaten moeten voortkomen,
verzwakt door de ellende van een armoe-
be.~taan.
De derde Dinsdag van September.
Tweede Kamer bijeengeroepen.
De Tweede Kamer is in vergadering bij
eengeroepen op Dinsdag 18 September, te
kwart over drie.
Aan de orde is de aanbiedipg van de
rijksbegrooting voor 1935 en opmaken van
een nominatie voor het voorzitterschap.
Uitvoering van de tabakswet.
De Bond van Sigarenwinkeliersvereeni-
gingen, welke 27 vereenigingen over het ge-
heele land omvat, heeft aan den minister
van financiën een schrijven gericht, waarin
de Bond zpn erkentelijkheid aan den minis
ter betuigt met de uitvoering van de ban-
derolle-bescherming en afschaffing van het
cadeaustelsel, vervatin de gewijzigde ta
bakswet.
De Bond heeft echter geconstateerd, dat
de naleving van de gewone tabakswet veel
te wenschen overlaat en dat zijn leden zien
daardoor-ernstig in hunbestaansmogelijk
heid zien bedreigd. Zij :hebben bij dit schrij
ven de medewerking van den minister ver
zocht om aan die euvelen een einde te ma
ken.
Huldiging mr. P. W. A. Cort van der
Linden.
Het hoofdbestuur van den Bond van Jonge
Liberalen heeft besloten, ter gelegenheid
van de herdenking van' den aanvang der
mobilisatie in 1914, den minister van staat,
mr. P. W. A. Cort van der Linden te hul
digen voor het feit, dat het voor een zeer
groot deel aan zijn beleid is te danken, dat
Nederland buiten den wereldoorlog is ge
bleven. >■-
Wegens het verblijf buitenslands van mr.
Cort van der Linden zal deze huldiging
eerst plaats hebben op Zaterdag 15 Septem
ber. Op dien dag zal men zich om 3 uur
opstellen op het Malieveld in Den Haag sn
gezamenlijk wandelen naar het huis van
mr. Cort van der Linden,
Belasting enLijfsdwang.
Het eerste geval in de residentie.
Verleden jaar 's de wet op de inkomsten
belasting van 22 Mei 1845 aangevuld met
een artikel betreffende tóepassing van lijfs
dwang. Dit in verband met de groote moei
lijkheden waarvoor de fiscus dikwijls komt
te staan bij 't innen van achterstallige gel
den. H~t spreekt vanzelf, dat met de toe
passing hiérvan zeer voorzichtig te werk
moet worden gegaan en het ligt zeker niet
in de bedoeling an autoriteiten om lijfs
dwang toe te passen tenz-; men beseft, dat
dit krachtig optreden door en door verant
woord en gewettigd is.
Indien men echter van meening mocht
zijn, dat de fiscus tot de practische uitvoe
ring van dit, door velen louter als „dreige
ment" gevoelde artikel niet zou overgaan,
dan vergist men zich.
Dinsdagochtend heeft zich een dergelijk
geval te 's-Gravenhage voorgedaan. Mr. de
Groot, plaatsvervangend kantonrechter,
vergezeld van een deurwaarder en twee re
chercheurs heeft zich om 8 uur v.m. ver
voegd bij een bewoner van de Paviljoens
gracht, mét wien de fiscus reeds lang op
slechten voet staat. Natuurlijk ontstond in
de buurt onmiddellijk een oploop en weldra
was bekend, dat de bewoner meegenomen
zou worden wegens een belastingconflict.
Motorpolitie zette de :omgeving van het huis
af. De man is per auto overgebracht naar
het huis van bewaring in de Casuariestraat.
Men ziet, dat het den belastingautoriteiten
ernst is en de fiscus is van plan met dezen
maatregel door te. gaan in gevallen, die
daarvoor in aanmerking komen.
Minister Steenberghe bezoekt de Jaarbeurs.
Gisterenmorgen heeft de minister vaa
economische zaken, mr. M. P. L. Steen
berghe, een officieel bezoek gebracht aan de
Nederlandsche Jaarbeurs te Utrecht.
De minister arriveerde te ongeveer elf
uur op het Jaarbeursterrein. De minister
werd vergezeld door den heer F. K. J. He
ringa, regeeringscommissaris.
Bij de ontvangst waren, behalve de voor
zitter en de secretaris-generaal van den
raad van beheer, de heeren F. H. Fentener
van Vlissingen en W. Graadt van Roggen,
aanwezig de leden Jos. ten Berg, A. A.
Freijlink, ir. P. A. Roelofse en J. C. Rijk.
De minister bezocht de verschillende, bui-
tenlandsche afdeelingen en wijdde vervol
gens voornamelijk zijn aandacht aan de
stands van de vooraanstaande nationale in
dustrieën.
Op de Duitsche afdeeling, waar de minis
ter werd rondgeleid door den heer Franke,
voorzitter van de Duitsche Kamer van
Koophandel, toonde hij veel belangstelling
voor het' reiigieuse houtsnijwerk van Ober-
ammergau.
Langdurig verbleef de minister op de af
deeling van zijn eigen departement van eco
nomische zaken, waar de aanwezige ambte
naren bij de verschillende statistieken een
uitvoerige toelichting gaven.
Naar aanleiding van het overzicht van
handelsbetrekkingen met Nederland en
Nederlandsch-Indië met eenige landen in
1933, ontwikkelde zich tusschen den minis
ter en den heer Fentener van Vlissingen
een gesprek over de exportmogelijkheden
van ons land.
Op de daarnaast gelegen Koloniale afdee
ling werd aan den minister en de andere
gasten door de inlandsche vrouw in de hut
voor Surinaamsch fruit een glas sinaasap
pelen aangeboden.
Prof. De Bussy leidde den minister verder
op deze afdeeling rond.
In de afdeeling Philips was bij het bezoek
van den minister dr. A. F. Philips aanwezig.
De minister wandelde de natrium-straat
door en had daarna veel aandacht voor den
super-inductie-trein. Ook de minister onder
wierp de gevoeligheid van de super-induc
tielamp aan een proef en liet het treintje
bij Budapest stoppen.
De minister heeft ongeveer 2 uur op de
Jaarbeurs vertoefd, waarna hem in het gele
zaaltje door den raad van beheer een lunch
werd aangeboden.
Ook de burgemeester van Utrecht, mr. dr.
G. A. W. ter Pelkwijk, was hierbij aan
wezig.
Kolen verzending tusschen Nederland
en België.
Naar aanleiding van de in Nederland ge
nomen contingenteeringsmaatregelen be
treffende den invoer van buitenlandsche ko
len, overweegt men in België nog in den
loop van deze maand nieuwe onderhande
lingen met Nederland te openen, aldus de
Brusselsche correspondent van het „Hbl.",
teneinde een overeenkomst betreffende den
wederzijdschen invoer van steenkolen uit de
beide landen te sluiten.
combineerde vergadering van de hoofdbe
sturen van deze organisaties heeft men te
genover de voorstellen van de directie een
afwijzend standpunt ingenomen. De organi
saties zullen trachten de directie er van te
overtuigen, dat het spoorwegpersoneel, het
welk men steeds met het rijkspersoneel wil
vergelijken, dit laatste steeds in verslechte
rende omstandigheden vooruit is, doch dat
het spoorwegpersoneel in de verbeteringen,
die het rijkspersoneel in verschillende op
zichten deelachtig is geworden, niet heeft
gedeeld.
De organisaties willen trachten te ver
krijgen, dat de directie een minder scherpen
maatregel toepast.
A.R. Partij en Chr. Vakbeweging.
Op 31 Maart van het vorige jaar werd
door de leiding van de A.R. partij met de
leidinggevende personen in den kring der
Chr. Vakbeweging, voorzoover ze lid waren
van een A.R. kiesvereeniging, een confe
rentie gehouden, waarin dr. H. Colijn een
uiteenzetting gaf van den economischen
toestand. Thans heeft het Centraal Comité
van A.R. kiesvereenigingen en de A.R.
Kamerfractie dezelfde personen uit de Chr.
Vakbeweging weer uitgenoodigd tot een
zelfde conferentie op 21 Sept a.s. te Utrecht,
waar de heer J. Schouten en C. Smeenk een
korte inleiding hopen te geven over den
economischen toestand en de in verband
daarmede getroffen en nog te treffen maat
regelen.
Loonsverlaging bij de Spoorwegen.
Directie wil met ingang van 1 Jan.
1935 globaal 3 korten.
Naar de „Tel." verneemt, heeft de direc
tie van de Nederlandsche Spoorwegen aan
den personeelraad een voorstel inzake een
nieuwe loonsverlaging doen toekomen. Glo
baal genomen komt dit voorstel neer op een
verlaging van. 3 voor de nieuwe loonen
van het geheele personeel. Het ligt in de be
doeling van de directie, den maatregel met
ingang van 1 Januari 1935 toe te passen.
De nieuwe verlaging zal voor diegenen
van het personeel, die niet op hun maximum
staan, voorloopig op 3 neerkomen. Zij,
die al op hun maximum staan, hebben ech
ter nog met een overschot te maken, dat de
directie1 tot nieuwe maxima wil afronden.
Voor den een zal dit mee, voor den ander
tegen loopen. Dit betreft echter slechts
fracties over het algemeen kan dan ook
van een verlaging, ook voor deze groep, van
3 worden gesproken.
De personeelraad heeft de voorstellen van
de directie reeds aan de organisaties van
spoorwegpersoneel doorgegeven. In een ge
Sociale studieclubs van het Chr. Nat.
Vakverbond.
Naar wij vernemen heeft het Dagelijksch
bestuur van het Chr. Nationaal Vakverbond
besloten ook in den a.s. winter weer voort
te gaan met den arbeid der studieclubs in
verschillende plaatsen van het land.
De volgende zes onderwerpen zullen dezen
winter aan de orde komen
1. De practijk van het Vakvereenigings-
werk in de afdeelingen onzer vakbonden
2. Beteekenis en inhoud van de sociaal-
politieke programs van het C.N.V.
3. Overheidsbemoeiing met productie en
distributie
4. Arbeid, natuur en kapitaal, de drie
voornaamste productiefactoren in het maat
schappelijk leven
5. Chr. vakbeweging en coöperatie
6. De geestelijk-zedelijke en maatschap
pelijke beteekenis van werkloozenzorg.
Over deze onderwerpen zullen weer even
als vórige winters schetsen en leidraden
worden uitgegeven.
Dr. B. C. J. Loder 85 jaar.
De oud-president van het Permanente
Hofvan Internationale Justitie, dr. B. C. J.
Loder, viert vandaag zijn 85sten verjaardag.
Dr. Loder is een der vermaardste juristen,
die, ons land ooit heeft gekend. Zijn schitte
rende carrière begon te Rotterdam, waar hij
zich, na te Leiden te zijn gepromoveerd op
een bekroonde prijsvraag over de leer der
volkssoevereiniteit, als advocaat en dispa
cheur vestigde. De jonge jurist verwierf
hier snel een groote reputatie. Niet alleen
dat hij het burgerlijk recht cn het interna
tionaal zeerecht tot in finesses beheerschte,
hij was ook een vurig pleiter, die door de
bondigheid van zijn argumentatie en zijn
welsprekendheid een gevreesde tegenstan
der was.
In de rechtszaal bevocht mr. Loder me
nige overwinning door de kracht van zijn
woord en zoo was het geen wonder, dat hij
de raadsman van talrijke firma's werd.
Naar het Engelsch van LOUIS TRACY.
(Nadruk verboden
60)
Ze knabbelde aan haar sandwiche en
dronk haar thee. Deze vrouw van de wereld
was een veel te goede menschenkenster om,
nu ze haar kaarten had opengelegd, haar
tegenpartij tot het uiterste të drijven als
het niet noodig was. Hij moest tijd hebben
om. op adem te komen om zijn houding
te bepalen.
Ze was zeker van haar zaak. Juridisch
gesproken stond ze weliswaar niet sterk en
dat zou hij zeker wel merken, maar over
dien boeg wilde ze het ook niet gooien. Als
anderen konden complotteeren, nu, dan was
zij ook niet van gisteren dat was alles.
Er viel een lange stilte, waarin zij rustig
doorging met eten en drinken.
(Misschien wilt u wel zoo goed zijn om
precies uit te leggen, waarom u naar Cro
mer bent gekomen, lady Carshaw", viel
Meiklejohn eindelijk uit.
De uitdagende klank in zijn stem ontging
haar niet, maar ze reageerde er met een
lachje op. Er zou een woordenduel op leven
en dood plaats vinden en ze had zich ter
dege voorbereid.
„Toe, eerst nog even een kopje thee",
verdocht ze en hij schoof onbehaaglijk op
zijn stoel heen en weer. Dat telkens weer
uitstellen pijw rde hem. Ze rolde haar blaad
jes met notities uit. Meiklejohn keek er met
voorgewende onverschilligheid naar.
„Ik heb een afspraak", begon hij, op zijn
horloge knkend.
„Die moet u dan maar afzeggen", pa
reerde ze, plotseling scherp. „De gewich
tigste conferentie, die u ooit in uw leven
kunt hebben gehad, vindt nu plaats, in uw
kamer, William Meiklejohn. Ik had het
straks over Scotland Yard. Met wie wilt u
liever spreken met mij of een ambtenaar
van de politie?"
Het beetje kleur dat weer op zijn gezicht
gekomen was, trok opnieuw weg. Deze
vrouw uit de groote wereld had klauwen en
ze zou niet aarzelen die te gebruiken als ze
geprikkeld werd.
„Ik geloof niet dat ik iets gezegd heb om
op een dergelijken toon toegesproken te
worden", mompelde hij, met 'n mislukte po
ging tot glimlachen.
„U hebt mij er toe aangezet om het meis
je waarvan mijn zoon hield, de woestijn in
te sturen" was het bescheid. „U hebt daar
mee een ernstige vergissing begaan. Na een
poosje drong het tot mij door wie ze was.
Ik heb haar moeder gekend. Moet ik nog in
bijzonderheden treden?"
„Ikwerkelijkik..."
„Uitstekend. Achttien jaar geleden ver
moordde Uw broer, Ralph Vane Meiklejohn,
een zekeren Mr. Marchbanks, die ontdekt
had dat u en uw broer zijn vrouw beroofden
van fondsen, die bij uw bank, welke haar
vermogen beheerde, waren gedeponëerd. Ik
heb hiep alle .bijzonderheden, yan de mis
daad. Ik zeg niet dat het wettig bewijs is
geleverd dat uw broer, die naderhand ge
vangenisstraf heeft moeten ondergaan en u
nu onder den naam van Ralph Voles hand-
langers-diensten bewijst, dien moord heeft
gepleegd. Misschien is ook het woord
„Moord" te sterk met betrekking tot den
dood van Mr. Marchbanks, maar ik ben
overtuigd dat iedere officier van Justitie u
en hem veroordeeld kan krijgen wegens een
berooving van een inmiddels overleden da
me en haar dochter, het meisje, dat u en hij
de vorige week hebben ontvoerd."
De wrekende gerechtigheid zat tegenover
hem in de gedaante van deze welopgevoede,
beschaafd en zakelijk pratende vrouw.
Meiklejohn had geen folterender zieleangst
kunnen uitstaan als hij in de beklaagden
bank gestaan had. 't Was al erg genoeg zoo
als 't vreeselijk geheim al die jaren aan zijn
leven had geknaagd, maar dat hier in koelen
bloede werd blootgelegd door een dame uit
de kringen, waarin hij zich ten koste van
alles een plaats had hopen te veroveren,
was nog duizendmaal erger. Hij begroef het
hoofd in de handen. Éven flitste de gedachte
aan moc-l door zijn hersens. Maar Lady
Carshaw's aristocratische stem bracht hem
weer tot zich zelf.
„Zal ik voortgaan?" vroeg ze. „Zal ik
over Rachel Barlett spreken, van het schan
daal dat niet alleen ontstaan zal door die
financieele malversaties, maar ook door dien
schandelijken aanslag op Lord Ronald To
wer?"
Hij hief zijn ontdaan gezicht op. Hij was
een .trotsch man en niet van glan zich zon
der tegenstand gewonnen te geven.
„Natuurlijk ontken ik alles, wat u gezegd
heb", klonk het. „Maar, als het waar was,
dan moet u er een heimelijke bedoeling mee
hebben op deze insinueerende wijze tegen
mij op te treden. Wat is die
„Ik ben blij dat u dat inziet. Ik ben hier
om u voorwaarden aan te bieden."
„En die zijn?"
„U moet dat meisje, Winifred March-
banks, onmiddellijk aan mijn hoede toever
trouwen ze zal bij mij blijven tot mijn
zoon met haar gaat trouwen en u moet
haar haar moeders erfdeel restitueeren."
„U hebt ongetwijfeld een bepaalde som in
Uw gedachten?"
„Zeker. Mijn advocaten hebben mij ge
zegd, dat u de rente ook behoort te betalen.
Maar Winifred zal met de hoofdsom tevre
den zijn. U moet haar vijf en tachtig dui
zend pond uitkeeren
Hij sprong overeind, grijs van emotie.
„Mensch", schreeuwde hij onbeheerscht,
„je bent stapèlgek
HOOFDSTUK XXX.
Wie het laatst lacht
Lady Carshaw keek hem door de glazen
van haar gouden face A main scherp aan.
„Gek?" protesteerde ze. „Geen sprake
van, hoor Alleen maar een oude vrouw,
die voor haar zoon tracht te krijgen, wat er
te krijgen is. Reginald zelf zou het nooit
hebben willen doen. Na je een duchtig pak
slaag te hebben gegeven, zou hij je aan den
sterken arm van de wet hebben overgelaten
en dat zou uw ondergang beteekend heb
ben, Mr. Meiklejohn. Maar ik sta er anders
tegenover. Ik wil me niet beter voordoen
dan ik ben de groote voet waarop ik heb
geleefd en mijn zorgeloosheid, hebben ten
gevolge gehad dat Reginald's bezittingen
bezwaard zijn met een hypotheek van tach
tig duizend pond. Als ik zijn vrouw een
bruidschat kan bezorgen, waarmee de hy
potheek kan worden afbetaald en die haar
nog een speldegeld van vijfduizend overlaat,
heeft hij mij niets te verwijten. Dan zal ik
erg tevreden over mezelf zijn
„Vijf en tachtig duizend pond Ik ontken
alles waarvan u mij beschuldigd heeft. Bo
vendien heb ik een dergelijk bedrag niet ter
beschikking."
„Dat hebt u wel, of kunt het binnenkort
gemakkelijk hebben. Wenscht u dat ik u de
tails geef omtrent uw West-Afrikaansche
concessie, Uw nieuwste manoeuvre, samen
met die nobelen Mr. Jacob en Lady Helen
Tower? Die kunt u krijgen, hoor En wat
uw ontkenning betreft, misschien ben ik een
beetje haastig geweest. Sta me toe de
geschiedenis op m'n gemak, hoofdstuk voor
hoofdstuk, met u door te gaan."
Ze spreidde de blaadjes met aanteekenin-
gen, die ze al had opgevouwen, weer voor
zich uit.
„Schei uit met die verwenschte come-
die......" Meiklejohn schreeuwde het bijna
uit, want -»aar kalmte maakte hem wild van
zenuwachtigheid. „Alsiktoestem
welke garantie heb ik
(Wordt vervolgd).