500
PALM O LIVE
Demonstratie Electnsch Men
DONDERDAG
EERSTE BLAD
No. 210
72e Jaargan
1934
Uitgave: Firma F. VAK DE VELDE Ir., Walstraat 58-60, Vlissingen. Telef. 10. Postrekening 66287
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke Feestdagen
Minister Marchant's zorgen.
N.V.Prov.ZeeuwsclieElectr Mij.
NIET DOORGAAN
Het Duitsche transfervraagstuk.
STADS- EN PROV1NOEN1EUWS
...cLe zeep ckr^mgd
I
JE5
VLISSINGSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Voor alle gemeenten op Walcheren en waar agentschappen geves
tigd zijn 2.20 per 3 maanden. Franco door het geheelerijk/2.50. Voor België, Duitschland
en Frankrijk /3.40. Voor de overige landen bij wekei. verz. 3.20. Afzonderlijke nrs, 5 cent.
ADVERTENTIEPRIJSVan 1—5 regels '1.25; iedere regel meer 25 cent. Bij abonnement
speciale prijzen. Reclames 50 ct. p. regel. Kleine advertenties van 15 regels 50 ct Iedere regel
meer 10 ct. (max. 10 regels). Bij 3 maal plaatsing van 1—5 regels /l.alles bij vooruitbetaling
De abonné's in 't bezit eener
Polis, zijn GRATIS verze
kerd tegen ongelukken voor
gulden bij levens
lange ongeschikt
heid tot werken.
gulden bij dood
door
een ongeluk.
gulden bij verlies
van een
hand, voet of oog.
gulden bij verlies
van
een duim
gulden bij verlies
van een
wijsvinger
gulden bij verlies
van eiken
anderen vinger
AANGESLOTEN BIJ HET BUREAU VOOR PUBLICITEITSWAARDE, INGESTELD DOOR DE VEREENIGING „DE NEDERLANDSCHE DAGBLADPERS"
Dit nummer bestaat uit 2 bladen
Wordt zoo-zó Of blijft alles
zoo-zoo? Waar we ons druk
over maken Onderwijl de
massa verarmt en nieuwe las
ten aan haar worden opgelegd.
Minister Marchant is bezig zich „naam"
te maken in zijn nieuwe ambt. De vervul
ling van dat ambt is een eerzuchtig levens
ideaal van den heer Marchant geweest en
we kunnen ons voorstellen dat hij, eindelijk
op hoogen leeftijd het doel van zijn streven
bereikt hebbende, thans ook de dwangbe-
hoefte gevoelt om zijn niet onverdienstelij
ke carrière te beëindigen met een knallend
politiek vuurwerk, waarvan de schittering
nog jaren lang zal heugen.
Ook een goed vuurwerk echter eischt ge
degen voorbereiding en vooral gunstige
omstandigheden. Als een vuurwerk ontsto
ken wordt in mist of regen en terwijl ook
om andere redenen het publiek in mineur is
afgestemd, dan zal geen herinnering blij
ven aan schittering, maar aan rook, ellen
de en narigheid.
Hetgeen de heer Marchant ons tot nog
toe als minister heeft vertoond, kan ons
maar weinig enthousiast stemmen. Hij
heeft ons volk een reorganisatie van het
onderwijs in uitzicht gesteld, maar hetgeen
hij wrochtte was nog niets dan afbraak
de reconstructie laat zich nog steeds wach
ten. Als verzachtende omstandigheid kan
gelden, dat de financieele omstandigheden
van de schatkist dwongen om aan de eco
nomische zijde van het vraagstuk bóven
alles voorrang te verleenen.
Geheel onnoocUg echter lijkt ons de haast,
waai'mede de heer Marchant ook het spel-
lingsvraagstuk heeft pogen op te lossen
met als voorloopig resultaat, dat de ver
warring op dat gebied thans grooter is dan
ooit te voren.
De z.g. spelling-Marchant is een compro
mis-spelling. Compromissen op taalgebied
komen ons op zich zelf volstrekt ontoelaat
baar voor de taal mag geen „handeltje"
worden, hetwelk men op koopmanswijze tot
stand brengt door het verschil samen te
deelen.
Taal is een levend iets taaiwijzigingen
moeten derhalve groeien. Eerst als de groei
zich heeft voltrokken, kan de ontstane wij
ziging worden gedecreteerd en vastgelegd.
Wanneer de geschoolde volksmassa nog
schrijft van „zoo", dan kan geen commis
sie, geen regeering en geen minister op een
gegeven moment gaan verordenen, dat we
„zó" moeten gaan schrijven. Wie een wijzi
ging of vereenvoudiging van de spelling
wenscht, kan daar propaganda voor maken
en als de voorgestelde schrijfwijze op de
massa vat blijkt te hebben gekregen, kun
nen de officieele instanties de nieuwe rege
len bij wet of decreet gaan vastleggen.
Dat is blijkbaar ook het inzicht der re
geering, welke geweigerd heeft om minis
ter Marchant's voorstellen te aanvaarden.
Deze heeft daarop zijn zin doorgezet in de
beperkte mate, waartoe hij middels zijn
ambt als minister van Onderwijs bevoegd
was. De minister heeft zijn spelling opge
drongen, als moetende worden gevolgd bij
het afleggen van bepaalde examens.
Wat oorspronkelijk als een vereenvoudi
ging was bedoeld, wordt voor de studee
renden thans eene bezoeking en eene ver
warring, want ze moeten de vereenvoudig
de spelling kennen voor hun examens en
de spelling van De Vries en Te Winkel om
zich behoorlijk te kunnen uiten in het ge
wone schriftelijk-maatschappelijke verkeer.
In het publieke leven immers zal de oude
spelling in zwang blijven, ja, zelfs de
stukken, welke van de regeeringsdeparte-
menten en dus ook van het departement
van Onderwijs uitgaan, blijven in de oude
spelling gesteld I
We vragen ons af, waarom ons volk in
dezen tijd, waarin zooveel belangrijke
vraagstukken van leven en bestaan aan de
orde zijn, die spellingsverwarring niet kon
worden bespaard. Nu verschijnen kranten
artikelen en zelfs boekwerkjes over het di-
limma of zoo zó moet geschreven gaan
worden, dan wel of we alles zoo-zoo kun
nen laten.
Straks begint het parlementaire Nieuw
jaar dan krijgen we een Troonrede te
hooren met vermoedelijk nieuwe belasting-
verhoogingen en een millioenen-nota te le
zen, welke den staatsburger het koude
zweet op het voorhoofd doet parelen.
Door omstandigheden kan de
in onze Toonzaal Koningsweg
45, op Vrijdag 7 September
De eerstvolgende Demonstratie
zal worden gehouden op
VRIJDAG 5 OCTOBER 1934
En tóch zullen we misschien allereerst
de noodige spellings-interpellaties te be
handelen krijgen, dank zij Marchant.
Ons volk, de massa, verarmt door werk
loosheid, loonsverlagingen, nieuwe belas
tingen en duurtegolf, maarwe leuteren
in krant en parlement over zoo of zo en
over vleesch of vlees, visch of vis, terwijl
de massa straks geen geld meer heeft om
vleesch of vlees, visch of vis te betalen.
Het heet, dat de regeering zeer ernstig
een nieuwe indirecte belasting overweegt,
n.l. om een kwartje te heffen van elke Ki
lowatt voor huishoudelijke doeleinden ver
bruikte electriciteit.
Dat zou iets vrééselijks zijn, duizendmaal
erger dan de vraag of we „zoo", dan wel
„zó" moeten schrijven.
Ons volk is bezig te verpauperen en dat
wel mede door de vele indirecte belastin
gen, welke op de armsten, dikwijls reeds po
sitief zwaarder drukken dan op de beter
gestelden, maar relatief zelfs haast onduld
baar zwaar. We wijzen op de accijnzen op
suiker, vleesch, vetten, op aardappelentoe
slag enz. Vele gezinnen teren weer als in
een vorige eeuw op brood en aardappelen
ondervoeding komt weer te lezen op de ge
zichten der jeugd.
En moeten die armen nu straks ook nog
gestraft gaan worden met 'n kwartje be
lasting voor een kilowatt aan lichtver-
bruik?
Moeten de armen gedoemd gaan worden
om een 18-kaars-lampje in hun fitting te
schroeven, omdat de armoe geen licht kan
lijden? Moeten de ondervoede kindertjes
's winters vroegtijdig naar bed worden ge
jaagd, omdat de staat het licht tot weelde
heeft verklaard?
De belangstelling voor dergelijke vraag
stukken mag niet ten onder gaan in het
geroezemoes over Marchant's spellings
spelletje. Of we „zoo" eens „zó" zullen
gaan schrijven, zal de natuurlijke groei van
onze taal op den duur wel uitwijzen.
Maar of de massa als gevolg van de eco
nomische ellende geheel verpauperen moet,
dan wel of we haar daarvan gemeenschap
pelijk moeten trachten te redden, dat is
een kwestie, welke we niet zóó-zóó kunnen
laten, doch waarvoor de aandacht en inte
resse van heel onze maatschappij in al haar
geledingen moet worden levendig gehouden.
Fl itsen
Dr. Schacht heeft op ostentatieve wijze
nogmaals betoogd, dat het zoo met Duitsch
land niet door kan gaan. Het land kan zijn
buitenlandsche schulden niet blijven beta
len, zelfs niet op de zeer beperkte wijze,
waarop het zulks tot nu deed, daar het niet
over voldoende buitenlandsche deviezen be
schikt. Het is algemeen hekend, dat de
Duitsche handelsbalans, sinds den aanvang
van dit jaar, weer negatief is, d.w.z. dat
Duitschland voor grootere bedragen invoert
dan dat het exporteert. De bron van bui
tenlandsche deviezen, die tot nu toe gedu
rende de crisisjaren bestond, het uitvoer-
saldo, is opgedroogd. Zoo bezien lijkt het,
alsof dr. Schacht gelijk heeft in zijn beroep
op de wereld om meer Duitsche producten
te koopen, wanneer men verlangt, dat
Duitschland zijn buitenlandsche schulden
zal betalen.
Want inderdaad, dat thans de invoer van
Duitschland grooter is dan de uitvoer, ligt
voor een belangrijk deel aan den achteruit
gang van den export. Terwijl in de meeste
goudlanden, waartoe Duitschland formeel
ten minste nog steeds behoort, de waarde
van den uitvoer gedurende het laatste jaar
vrijwel constant is gebleven, ook o.a. in ons
land, is deze in Duitschland hard achteruit
gegaan. Men weet nog niet, en het zal wel
zeer moeilijk te bepalen zijn, in hoeverre de
afkeer van Duitschland uit politieke en mo-
réele overwegingen, die in wijdverbreide
kringen heerscht, medegewerkt heeft aan
dezen achteruitgang. Het feit bestaat, er
schijnt weinig kans te zijn, dat men in het
buitenland op dr. Schacht's pathetischen op
roep zal ingaan en zijn aankoopen in
Duitschland zal gaan vergrooten.
Toch heerscht er allerwegen een geprik
kelde stemming ten aanzien van die verkla
ring van onmacht van Duitsche zijde. Met
wantrouwen vraagt men zich af, hoe dit
nationale faillissement van het Derde Rijk
te vereenigen is met de verschijnselen van
economischen binnenlandschen opbloei,
waarvan steeds met zooveel ophef gewag
wordt gemaakt. Of dit wantrouwen ge
rechtvaardigd is. zullen wy hier niet bespre
ken. Wel dient er de nadruk op te worden
gelegd, dat een handelsbalans niet alles
zegt omtrent de betalingscapaciteit van een
land aan het buitenland. Er zijn verschil
lende bronnen, waaruit inkomsten in bui
tenlandsche valuta vloeien, die in de han
delsbalans niet tot uiting komen. Als zoo
danige noemen wij bijv. de ontvangsten aan
scheepsvraehten boven de uitgaven in bui
tenlandsche valuta, de inkomsten van
vreemdelingen-touristen, die Duitschland in
grooten getale bezoeken, de inkomsten in
buitenlandsche deviezen uit den zeer om
vangrijken doorvoerhandel der groote Duit
sche havens, die uit assurantiepremies, enz.
enz. Pij een eerlijke beschouwing van de
betalingscapaciteit van Duitschland aan het
buitenland moet met al deze factoren reke
ning worden gehouden.
Daarnaast komt de- netelige vraag op, of
Duitschland geen inkomsten heeft in bui
tenlandsche valuta in den vorm van rente
van in het buitenland belegd geld. Het is
overbekend, dat er de laatste jaren op enor
me schaal Duitsch kapitaal naar het bui
tenland is gevlucht. Voor een groot deel is
dit in andere landen belegd, hetzij in effec
ten, hetzij in vaste goederen. De strenge
bepalingen tegen en straffen op kapitaal-
vlucht maken, dat de betrokkenen deze in
komsten natuurlijk liefst verzwijgen, des
noods de rente in het buitenland laten staan
als een „appeltje voor den dorst" en hun
levenswijze inrichten naar de bedragen, die
zij in Duitschland zelve ontvangen. Om wel
ke bedragen ga' t het daarbij Men kan er
slechts een schatting naar maken, maar het
zou ons niet verwonderen, wanneer het to
taal dier sommen in de milliarden marken
liep.
En tenslotte heeft Duitschland valuta
gebruikt om ee" deel van zijn schuld aan
het buitenland de laatste jaren af te lossen,
wanneer zulks op gunstige voorwaarden
mogelijk was. Waar Duitsche dollarobliga
ties opgekocht zijn tegen den koers van
30 hoofdzakelijk door banken en groote
industrieën, terwijl de rente op die obliga
ties in Duitschland zelf volledig in Marken
wordt uitbetaald, beteekent zulks, dat de
Duitsche eigenaars dier obligaties, bij een
rentévoet van 7 meer dan 20 rente
van htm geld te maken. Volgens dr. Schacht
heeft Duitschland de laatste jaren voor 7
milliard mark aan schulden afgelost, d.w.z.
aan nominale schulden. Wanneer voor
1000 dollar obligatie slechts 300 werd
betaald, nam de scjhuld met de volle 1000
af. Hoeveel van die 7 milliard mark is nu
afgelost door opkoop van eigen obligaties
tegen lage koersen Er zijn bedragen van
1.3 milliard Mark genoemd. Als deze werke
lijk zijn besteed en bij aankoop zulke lage
koersen zijn betaald, komt een groot deel
der aflossing voor rekening van deze ma
noeuvres. Duitschland verlangt nog verdere
vermindering der buitenlandsche schulden
daarover kan worden gepraat, wanneer alle
desbetreffende gegevens openlijk worden
bekend gemaakt, maar niet eerder.
Dankbetuiging van H. M. de Koningin.
Hare Majesteit de Koningin heeft, door
Haar particulier secretaris, atn het bestuur
en de leden van den „Vlissingschen Oranje-
bond" Haar dank doen-betuigen voor de
Haar, ter gelegenheid van de herdenking
van Haar geboortedag aangeboden geluk-
wenschen.
Zangvereeniging „Looft den Heer
Het bestuur van bovengenoemde zangver
eeniging verzoekt ons mede te deelen dat de
heer Bernard ten Cate, organist der Groote
Kerk alhier, zich bereid heeft verklaard de
leiding op zich te nemen voor de uitvoering
van het in studie zijnde oratorium „Saul"
van G. F. Handel.
Het 75-jarig bestaan van de C.M.J.V.
De Christelijke Jongemannen-Vereeniging
alhier zal binnenkort haar 75-jarig bestaan
herdenken»
De groote hoeveelheden olijf- en
palmoliën, in elk stuk Palmolive
zeep verwerkt, zijn van onschat
bare waarde voor het behoud van
een frissche, soepele huid.
(2 stuks voor 25 Ct.)
De herdenking begint met een' bidstond
voor de leden, welke op Dinsdag 23 October
in het gebouw van genoemde vereeniging
wordt gehouden.
Woensdag 24 October vindt in de Groote
Kerk een herdenkings-samenkomst plaats,
welke onder leiding staat van den ee'rer
voorzitter, ds. A. T. W. de Kluis.
De vroegere eere-voorzitter, ds. W. A. B.
ten Kate te Wassenaar er. ds. E. H. Blaau-
wendraad te Baarn zullen in deze herden
kings-samenkomst het woord voeren.
Nutsspaarbank.
In de Nutsspaarbank werd in de maand
Augustus 1934 ingelegd in 766 posten
130.845.73, terugbetaald in 516 posten
81.078.46. Er is dus meer ingelegd dan
terugbetaald 49.767.27.
Het aantal nieuw uitgegeven boekjes be
draagt 28, en steeg daardoor tot 7149.
Het totaal tegoed dér inleggers bedraagt
2.295.347.96.
Met 1123 spaarzegels werd bespaard
56.15 en ter lediging werden 47 spaarbus-
jes aangeboden, inhoudende 539.57, welke
bedragen op de spaarboekjes werden bijge
schreven.
Nieuws van den dag in beeld.
Foto's in 'onze Tijdinghal.
Het 31ste Nationale Middenstandscongres
te Amsterdam. Ingebruikneming van de
automatische telefooncentrale te IJmuiden.
Eenige opnamen van de V.V.V.-winkel-
week te Rotterdam. Een der nieuwe Vel-
ser stoomponten loopt van een werf te
Sliedrecht te water. Demonstraties van
de luchtbeschermingsdienst te Nijmegen.
Enkele opnamen van den geweldigen brand
te Rhenen, die de Cunera-kerk verwoestte.
Minister Deckers spreekt tijdens den
Marinedag te Scheveningen. Het West
minster-zangkoor gaf Dinsdagavond zijn
première in Nederland in het Schevening-
sche Kurhaus.
Vreemdelingen.
In de Belgische badplaatsen blijken nog
veel toeristen te vertoeven, want heden
kwamen met de provinciale booten 2000
passagiers mede, terwijl 85 auto's werden
overgezet.
Op 8 September 1933 werden 1800 passa
giers vervoerd en 100 auto's overgezet.
MIDDELBURG
De stadhuisbelichting.
Het was gisteravond goed te merken bij
de belichting van het stadhuis, dat de eigen
lijke vacantiemaanden achter den rug zijn,
al waren nog verschillende vreemden een
kijkje komen nemen en had het mooie weer
en het nog open zijn van winkels ook vele
stadgenooten naar de Markt gelokt.
Een aanrijding.
Woensdagavond is een postbesteller, die
van den Noordsingel de Noordbrug wilde
oprijden, aangereden door een auto van den
heer G. uit Oostkapelle. De postambtenaar
kwam onder den auto te liggen en is bloe
dend verwond naar het Gasthuis, dat vlak
in de buurt staat overgebracht.
Politie was spoedig ter plaatse en stelt
een onderzoek in naar de schuldvraag.
OOST- EN WEST-SOUBURG
Gouden bruiloft.
Gisteren was de Buteuxstraat in vlagge-
tooi. Wie een driekleur had of machtig kon
worden, liet haar wapperen ter eere van het
echtpaar C. WilleboordseBoogaard, dat
dien dag zijn gouden bruiloft mocht herden
ken. Door rappe handen was in de vroegte
de woning van het echtpaar met bloemen
en groen versierd en voor de deur een eere
poort opgericht. Dat het verder de jubilee
renden dien dag niet aan belangstelling
heeft ontbroken, spreekt wel van zelf.
Ringryderü.
Begunstigd door prachtig zomerweer er.
onder veel belangstelling werd gisteren op
den Abeele de jaarlijksche ringrrjderij ge
houden, waarvan de uitslag is als volgt
Eerste prijs C. Stroo, met 21 ringen 2e
•pr. P. de Visser, met 19 ringen 3e pr. J.
Louwerse, met 19 ringen 4e pr. C. de
Rijcke, met 16 ringen 5e pr, D. de Visser,
met 15 ringen 6e pr. W. Bezuijen, met 15
ringen 7e pr. J. Janse, met 15 ringen Se
pr. Li. Dorleijn, met 14 ringen 9e pr. G. de
Visser, met 13 ringen 10e pr. M. de Vis
ser, met 11 ringen lie pr. J. Bezuijen, met
10 ringen 12e pr. P. Roose, met 9 ringen
13e pr. P. Jasperse, met 7 ringen.
De wisselbeker werd met 6 ringen gewon
nen door G. de Visser.
De potleper met 2 ringen door D. de Vis
ser.
ZOUTELANDE
Loop der bevolking.
Over de maand Augustus 1934.
Vertrokken: Fam. D. H. Quist
naar Koudekerke.
TERNEUZEN
Feest week te Ter Neuzen.
Gedurende deze week herdenkt Ter-Neu
zen op feestelijke wijze het feit, dat het
350 jaren geleden van den Prins Willem
van Oranje het privilege kreeg om een af
zonderlijk stadsbestuur te hebben, alsmede
het houden van een weekmarkt. Nadat de
feestelijkheden jl. Maandag zijn geopend
met een muzikale wandeling door de stad
door het muziekgezelschap „De Vereenigde
Werklieden", gevolgd door een marsch door
de stad van de padvinders met een concert
op de Markt door de mondharmonicaclub
„Bravo", op jl. Dinsdag, was gisteren een
groote dag in de feestweek aangebroken.
De historische, allegorische en reclame-op
tocht zou door Ter Neuzen's straten trek
ken.
Tegen den middag werden de bezoekers
van buiten de stad per autobus, tram, trein
en boot aangevoerd, en wel in zulk een ge
tale, dat onze veste wat de drukte betreft
de allures van een wereldstad aannam.
Des namiddags om 3 uur vertrok de stoet
vanaf de Markt, voorop gegaan door het
plaatselijk muziekgezelschap „De Vereenig
de Werklieden", terwijl de mondharmonica
club „Bravo" en het muziekgezelschap „Elk
naar zijn krachten" van Hoek den optocht
ook met hun pittig" gespeelde marschmuziek
opluisterden.
De eerste praalwagen stelde voor het
ontstaan van Ter Neuzen, een vooruitste
kende landtong in zee geeft weer hoe onze
stad door het volhardend optreden harer
eerste bewoners, zich aan de baren heeft
weten te ontworstelen.
De wagen werd voorafgegaan door ba
zuinblazers en geëscorteerd door ruiters en
dijkwerkers.
De tweede groep bestond uit Maria van
Artois, Vrouwe van Sluis, en weduwe van
Jan van Namen met gevolg, die in het be
gin der veertiende eeuw het werk liet voort
zetten dat in 1274 was begonnen, nl. het be
dijken der gronden, gelegen in de nabijheid
van het Zwaantje en die den polder Trini
teit vormden.
De derde groep beeldt uit de eerste kerk
op Triniteit, op de schorren, welke Willem,
graaf van Namen, voor dit doel had ge
schonken.
De vierde groep brengt ons de graaf van
Hohenlohe, die door zijn huwelijk met Ma
ria van Nassau, een zwager van Prins
Maurits was geworden. Hij kwam in 1583
met 19 vendels Duitsche huurlingen naar
Vlaanderen en landde te Ter Neuzen, en liet
niet ver vandaar een schans opwerpen,
welke thans nog bekend staat onder den
naam „de Moffenschans".
De hierna volgende groep stelde voor de
Prins van Oranje met gevolg.
De 6e groep gaf een voorstelling van het
burgerlijk gezag der gemeente in die dagen,
de burgemeester met schepenen en baljuw
met hunne echtgenooten.
De 7e groep liet ons „de Moffenschans"
zien, zooals zy was toen zij bewoond werd
door burgemeester Serlippens, welke de
buitenplaats ter beschikking stelde aan Pe
trus Hondius, de predikant-dichter, die op
4 Juli 1604 te Ter Neuzen werd toegelaten,