PLOUVIER HEEFT DE SCHOENEN TWEEDE BLAD GEWOONTE-MISDADIGERS. BINNENLAND FEUILLETON Haar moeders evenbeeld Donderdag 30 Augustus 1934. N° 204 Zedelijk gedegenereerden moeien verpleegd worden. Ze zijn in de vrije maatschappij een voortdu rend gevaar. De kindermoord te Amsterdam. Met afgrijzen en ontzetting heeft elk weldenkend mensch kennis genomen van den gruwelijken lustmoord, gepleegd op een 8-jarig" Amsterdamsch meisje. En velen zul len zich. hebben afgevraagd, of er toch niet iets méér te doen zou zijn tegen het ontzet tende gevaar, dat vrouwen en kinderen be dreigt van de zijde der zedelijk ontaarden, welke een onuitroeibaar onderdeel der maatschappij schijnen te vormen. We weten niet, welk type misdadigers de Amsterdamsche moordenaar vertegenwoor digt. De man, die van de misdaad wordt verdacht, is nog zeer jong hij heeft noch tans reeds eerder een langdurige gevange nisstraf voor een zedendelict ondergaan. Vast 'staat in elk. geval, dat zedelijk gede- genéreerden heel moeilijk hun normalitéit schijnen te kunnen herwinnen menschen, die zich aan tegennatuurlijke handelingen bezondigen en deswege met den strafrech ter in aanraking komen, worden regelmatig weerkeerende figuren in rechtszaal en ge vangenis. Ze zijn onverbeterlijke gewoonte- misdadigers,onverbéterlijker en gevaarlijker dan beroepsuitbrekers. We kiezen nu maar het normaliter gebruikte woord misdadi gers" voor degenen die zedendelicten be gaan, maar betwijfelen, of velen hunner niet eerder zelve slachtoffers zijn van hun geestelijke minderwaardigheid of hun gees telijke krankheid. We hebben èr vroeger als eens op gewe zen, hoe absurd het is, dat deze lieden wor den opgepakt, wanneer ze zijn betrapt, een poosje opgesloten, dan weer opgepakt, ver oordeeld, vrijgelaten enz. De moordenaar van Marietje Oss in Rotterdam had .reeds zes veroordeelingen achter den rug" wegens het aanranden van meisjes, voor hij zijn laatste misdrijf beging. En de man was ten slotte zelf zóó benauwd, dat hij opnieuw kinderen tot zijn slachtoffer zou maken, dat hij uit eigen beweging den moord aan de politie gingbekennen, om maar opge sloten te. worden Het is ontoelaatbaar en niet langer te duldén, dat zedelijk ontaarden telkens op nieuw op de maatschappij worden losgela ten, terwijl degenen, die de poorten der vrij heid voor ze heropenen, overtuigd zijn en weten, dat de vrijheid slechts tijdelijk zal zijn, doch eerst weer een jong leven mo reel moet worden vernietigd, alvorens het „recht" haar' loop kan herkrijgen. Sinds jaar en dag ligt een wetsontwerp te wachten op behandeling, waarin wordt voorzien in de mogelijkheid, dat gewoonte misdadigers worden verpleegd, zoolang hun terugkeer in de maatschappij gevaarlijk wordt geacht. De jongste Amsterdamsche kindermoord moge aanleiding zijn om dat ontwerp nu eens spoedig aan de orde te stellen. Al is het crisis, voor de beveiliging van de jeugd tegen physieken en moreelen onder gang door toedoen van onverlaten, moet geld gevonden worden. De Koningin in Noorwegen. De particuliere correspondent van „de Maasbode" meldt d.d. 29 Augustus uit Aas- gaardstrand De Koningin is gisteren wederom een dag thuis gebleven, zoodat wij mogen aannemen, dat H.M. zich slechts langzaam van de on dergane depressie herstelt. Wij vernemen nu, dat H.M,, die tijdens haar indispositie ook herhaaldelijk telefo nisch haar lijfarts in Den Haag liet consul teeren, Zondag een vrouwelijke dokter van het ziekenhuis in het nabije Toensberg bij zich ontboden heeft. Deze zou H.M. hebben geadviseerd, niet thuis te blijven, doch zoo veel mogelijk de lucht in te gaan en de Ko ningin heeft Maandag onmiddellijk aan dit advies gevolg gegeven. Ook vandaag 'is Zij weer uigegaan. Nu het weer zich niet leent voor een boottocht is H.M. met de Prinses per auto uitgereden. Wij ontmoetten Moeder en Dochter in de buurt van Borrekirke, de eenige kerk, een Protestantsche, in dit verlaten land. Er zijn in die buurt uitgestrekte dennen- bosschen, waartusschen hier en daar op ontgonnen plaatsen een eenzame boerderij staat. Geen gerucht verbreekt er de zware stilte. De Prinses blijft thans voortdurend in de onmiddellijke nabijheid van haar Moeder. De vorige week bracht H. K. H. een bezoek aan Prins Olav en diens echtgenoote Prinses Martha, die een dochter is van den Zweed- schen Koning, op hun buitenverblijf Skau- gum in Asker in de nabijheid van Oslo. De nieuwe spelling. In de „Staatscourant" van gisterenavond is de volgende mededeeling vanwege het ministerie van onderwijs, kunsten en weten schappen opgenomen In de programma's voor het eindexamen der gymnisia en het daarmede gelijk gesteld examen, vermeld in artikel 12 der hoóger onderwijswet, voor de eindexamens der hoo- gere burgerscholen, voor het onderwijzers examen en het eindexamen der kweekscho len, en voor het hoofdonderwijzers-examen is door een aanvulling van de desbetreffen de algemeene maatregelen van bestuur het volgende opgenomen Bij het schriftelijk werk volgt de candi- daat de schrijfwijze volgens De Vries en Te Winkel met de navolgende afwijkingen 1. De e wordt aan het eind van open let tergrepen niet verdubbeld. De ee blijft ech ter aan het einde van een woord, alsmede in afleidingen en samenstellingen van woorden op ee 2. De o wordt aan het eind van open let tergrepen niet verdubbeld. De oo blijft ech ter vóór ch in de woorden goochelen, goo chem, loochenen, alsmede in hun afleidingen en samenstellingen 3. Scji wordt alleen "daar geschreven, waar de ch gesproken wordt. Echter be houdt het achtervoegsel -isch de thans gangbare spelling 4. De verbuigingsuitgangen e en en van het lidwoord een, van geen en van de bij voeglijk gebruikte bezittelijke voornaam woorden mijn, uw, zijn, hun, haar worden weggelaten, behalve in staande uitdrukkin gen als ,Hare Hoogheid, te zijnen huize, waar deze uitgangen in de beschaafde ge sproken taal worden gehoord 5. De naamvalsuitgang n bij lidwoorden, voornaamwoorden, bijvoeglijke naamwoor den of daarmede gelijkstaande verbuigbare woorden, wordt behalve in staande uitdruk kingen, als onder 4 bedoeld, slechts ge bruikt in het enkelvoud bij de namen van mannelijke personen en bij de namen van dieren, die uitsluitend een mannelijk indi vidu aanduiden 6. Bij de voornaamwoordelijke aanduiding van zelfstandigheden en bij het gebruik van genitiefvormen als der, dezer, des richt men zich naar het beschaafde spraakgebruik. De opleiding ter koopvaardij. De aandacht van den minister van sociale zaken is gevestigd op de moeilijkheid voor de leerlingen der zeevaartscholen, dat zij na hun theoretische opleiding niet in staat zijn practisch zich te bekwamen, omdat de koopvaardij geen behoefte heeft aan hun kracht. Bij een eerste onderzoek is gebleken dat inderdaad het aanbod van opgeleiden belangrijk grooter is dan de behoefte, zoo dat de minister geen maatregel zal kunnen nemen, waarvan het gevolg zou zijn, dat de bezetting der zeevaartscholen wellicht nog zou toenemen. Intusschen zou een maatregel met be trekking tot degenen, die in 1934 hun theo retische opleiding hebben voltooid, zoodanig ongunstig gevolg niet hebben, wanneer te voren vaststaat, dat deze maatregel tot dit ééne jaar beperkt blijft. Na overleg met de zeevaartscholen en met de koopvaardij heeft de minister een commissie ingesteld die de zaak voor dit jaar ter hand neemt. In deze commissie hebben zitting de heeren E. P. Westerveld, oud-minister van marineG. L. Heeris, secretaris-penningmeester derNed. Ree- dersvereeniging W. Polderman, inspecteur van het nijverheidsonderwijs en mr. H. B. Wildt Meyboom,hoofdcommies bij het de partement van sociale zaken. De bedoeling is dat wanneer de medewer king der ouders wordt verkregen, door een bescheiden toelage vanwege het departe ment het mogelijk wordt gemaakt, dat on geveer 100 jongelieden eerlang zullen kun nen gaan varen om zich practisch -te be kwamen. De voorgestelde wijziging van de Kieswet. Het is in den loop van jaren vrijwel ge woonte geworden, zegt de „N.R.Ct.", dat elk kabinèt zich geroepen voelt, eene wij ziging van de kieswet aanhangig te maken. Geen kabinet echter is er, dat de koe bij de horens durft te vatten, en met een voor stel voor den dag komt, waarin de eenige herziening van ons kiesstelsel vervat is, waaraan wezenlijke behoefte bestaat een voorstel, dat ten doel heeft, weer verband tusschen kieskring en verkozene te schep pen, en de kiesgerechtigde burgers uit hun staat van „stemvee" te verlossen. Men be paalt zich tot al maar weer technische wij- zigingetjes en tot veranderingen ter wering van kleine partijtjes, die aan velen een doorn in het oog zjjn. Ook het onlangs ingediende ontwerp gaat in hoofdzaak dien weg op. Het wil de deel neming van kleine partijtjes aan de ver kiezing, en, ingeval die deelneming niet afgewend wordt, hun intrede in de Kamer bemoeilijken. Het blad zegt -hiervan Ofschoon wij alle bezwaren van de groote partijverbrokkeling, die ons land inzonderheid te zien geeft, erkennen, heb ben wjj toch nooit zoo vijandig tegenover nieuwekleine partijtjes óns gesteld, als in parlementaire kringen gebruikelijk is. Mits maar de nieuwe partijtjes hun, grondslag, de partijgenooten hun vereenigingspunt, vinden in een staatkundig beginsel. Indien dat het geval is,, zien wij niet in, dat een partijtje, dat slechts één zetel zich weet te verwerven, iiit de Kamer zou moeten wor den geweerd. Men verliest uit het oog de gansch veranderde positie, die eene partij in het staatkundig leven gaat innemen, zoodra zij, al is het maar één afgevaardigde, in de Kamer heeft, daardoor in de actueele vraagstukken der politiek kleur moet gaan bekennen, mede verantwoordelijkheid tegenover het land moet gaan dragen, en tegelegenertijd tegenover de kiezers re kenschap geven van de gedragingen harer vertegenwoordigers in het parlement. Wat dit beteekent is duidelijk. Een ieder kan het waarnemen, die om zich heen kijkt. Partijen buiten het parlement bepalen zich zoo goed als steeds tot critiek en demagogie. Zij spreken, al naar de omstan digheden van het oogenblik, dan deze, dan gene groep kiezers naar den mond, spelen schuilevinkje ten aanzien van de groote vraagstukken, die aan de orde van den dag worden gesteld. Opbouwend vermogen treedt van zulke partijen schier nimmer aan den dag. Geef nu aan zoo'n partij al is het maar één zetel in de Kamer en zij wordt spoedig van haar kiezersglorie be roofd. De vertegenwoordiger moet nu in de actueele politiek zijn beginselen verkla ren, zijn meening uiteenzetten, en door het uitbrengen van zijn stem zich bloot geven en aan de kiezers duidelijk maker t welke praktijk de beginselen van zijn tij leiden. Dat heeft ontegenzeggelijk zijn nut en zal tot verhooging van het peil der poli tieke zeden bijdragen. Geheel anders staan we echter tegen over zoogenaamde partijen, die hun grond slag in niets anders hebben, dan in de be vordering van bepaalde belangen, of persoonlijke eerzucht zonder wezenlijk staatkundig beginsel. Vele van deze kleine partijtjes vinden vooral in dit laatste hun oorsprong. Indien aan deze belangen en ijdelheidsuitingen op staatkundig terrein een passende breidel kan worden aange legd, is daarvoor zeer zeker veel te zeggen. Het komt ons echter voor, dat daartoe niet zoo ver behoeft te worden gegaan, als met de voorgestelde kieswetwijziging zou worden gedaan. Volstaan kan, naar on.s inzien, worden met het tweede in het wetsontwerp ondergebrachte voorstel de waarborgsom, die bij de candidaatstelling zal moeten worden gestort en die verspeeld wordt, wanneer de partij bij de stemming den kiesdeeler niet weet te halen. Over het g"ekozen bedrag van de waarborgsom kan gemakkelijk worden getwist. De som v I' 250) lijkt niet groot, maar indien men in aanmerking neemt, dat de som voor elke ingediende lijst moet worden gestort, dan lijkt zij voldoende, om op niet ernstig te nemen partijtjes eene afschrikkende wer king te hebben, zonder dat wezenlijke staatkundige partijen er door zullen worden bemoeilijkt, daar toch het geld, zoo maar de kiesdeeler door de partij (dus niet per kieskring) wordt behaald, wordt terug gegeven. vens medewerking van rijks-, provincie- en gemeente-instellingen. Reeds in 1933 bestonden soortgelijke plannen, doch deze zijn in verband met de Tilburgsche tentoonstelling en de Almitento opgeschort. Weduwen- en weezenrenten. Op 1 Augustus 1934 werden 27.506 wedu- wenrenten en 13.855 weezenrenten krach tens de invaliditeitswet genoten, terwijl op genoemden datum krachtens art. 373 dier wet 107.386 personen in het genot waren van een als vrucht hunner verzekering ver kregen ouderdomsrente van drie gulden per week. Voorts genoten 45.425 personen een inva- liditeitsrente, als bedoeld in art. 17 dier wet Krachtens art. 24 der ouderdomswet 193 9 waren op vorengenoemden datum 129.345 personen in het genot van een als vrucht hunner verzekering verkregen ouderdoms rente van 3 per week. Middenstandstentoonstelling te Eindhoven. De R.-Kath. Middenstandsbond te Eind hoven is voornemens zijn dertigjarig be staan te herdenken met een grootsch opge zette tentoonstelling voor vak, handel en in dustrie, in Mei 1935 hier ter stede te hou den. Behalve de groepen handel en nijver heid krijgen voorts alle 19 aangesloten vak organisaties gelegenheid met een eigen vak expositie uit te komen. Men verwacht te Jaarverslag van het Verbond van Ned. Werkgevers. Het jaarverslag van het Verbond van Ned. Werkgevers bevat een krachtig plei dooi voor handhaving van den gouden standaard. Het vasthouden daaraan brengt echter consequenties mede, die resoluut onder de oogen moeten worden gezien. Uitvoerig wordt gewezen op de noodzakelijkheid om mede door verlaging van overheidslasten de productiekosten aan te passen aan het ge zonken prijspeil. Nog steeds behoort Neder land tot de duurste landen, waar de pro ductie dus onder de ongunstigste voorwaar den plaats vindt. Nog steeds schijnt een groot deel van onze bevolking niet in te zien dat wij sedert den wereldoorlog ge leefd hebben op een peil, dat boven onze krachten ging. Het verslag bepleit samenwerking in plaats van moordende concurrentie, doch wijst tevens af een algemeene machtiging aan de regeering, om op dit gebied van be drijf sordening naar willekeur haar handen uit te strekken. Het standpunt van het Verbondsbestuur komt hierop neer, dat men wenscht, dat het accent ligt op het uit den weg ruimen van belemmeringen (hooge be lastingen, handhaving van een hoog loon- en salarispeil, dure levensmiddelen, hooge huren voor arbeiderswoningen enz.) en niet op vermeerdering van kunstmatige beïn vloeding" van het bedrijfsleven. In het verslag wordt verder aangedron gen op geleidelijke verlaging van den land bouwsteun. Het verbond meent, dat de regeering met deze steunverleening op den verkeerden weg is en met genoegen wordt melding ge maakt van verschillende recente regee- ringsuitlatingen, waaruit de indruk wordt verkregen, dat het hoogtepunt voor de steunverleening aan den landbouw is be reikt. Het verslag bepleit geleidelijke ver mindering van den landbouwsteun, waarbij gewezen wordt op de stijging van de we reld-marktprijzen voor granen. Het verslag vermeldt voorts, dat de mo gelijkheid om oudere door jongere arbeids krachten te vervangen, bij het verbond een onderwerp van studie uitmaakte. Daarbij stuitte men al spoedig op de hoofdvraag, of voldoende middelen kunnen worden gevon den om aan ontslagen oudere arbeiders een uitkeering te verstrekken. Voorloopige berekeningen toonden aan, dat hiermede zoo groote bedragen zouden zijn gemoeid, dat verwezenlijking van dit denkbeeld op ruime schaal niet wel moge lijk geacht kón worden. Dit nam niet weg, dat het verbond waar mogelijk, gaarne de vervanging van oudere door jongere arbei ders toejuicht, wanneer men daardoor niet in al te groote onbillijkheden tegenover de ouderen vervalt. Uit een onder de leden gehouden enquête bleek, dat de mogelijkheden, die hier be staan, intuschen niet overschat mogen wor den, omdat herhaaldelijk het antwoord bin nen kwam, dat men reeds zooveel mogelijk eigener beweging de ouderen had ontslagen en door jongeren had vervangen, zoodat er op dit gebied niet veel meer te doen viel. Gcu/onc doos. Naar het Engelsch van LOUIS TRACY. (Nadruk verboden) 48) Hoe ze de volgende, vreeselijke dagen, met den afstootelijken Greyfoot voortdu rend om zich heen, doorkwam, wist Wini fred zich later ternauwernood te herinne ren. Ze merkte op dat de vensters van de zitkamer, die ze met Greyfoot deelde, van ijzeren tralies waren voorzien. De kruk van haar slaapkamerdeur was verwijderd en als ze naar bed ging werd de sleutel omge draaid-en meegenomen door Rachel Craik, die 's nachts als cipier scheen dienst te doen. Maar toen haar eerste radelooze woede en de, als reactie daarop gevolgde, doffe wanhoop, geweken waren, kwam er iets van weldoende berusting over haar het vaste geloof dat er redding zou komen op dagen, werd. steeds levendiger. Ten slotte was ze maar luttele mijlen van Londen ver wijderd en niet ergens in de ondoordring bare wildernisEn zoowel Rachel Craik, als de ruwe Greyfoot 'en de brutale bulle bak, die voorgegeven had haar vader te Zijn, bezaten voldoende menschenkennis om te begrijpen dat degelijkmoedige kalmte, waarmede Winifred hen tegemoet trad, al lerminst als een bewijs van onderwerping moest worden opgevat. „Ik moet een middel bedenken dat dat gezanik eens en voorgoed uit is", mopperde Voles, toen hij. in de benedenkamer met Rachel alleen was. „Het is een heele toer om die heks klein te krijgen. De omgang- met dien verduivelden baronet heeft een ander mensch van haar gemaakt." Hij liep met groote stappen het vertrek op en neer. Opeens bleef hij stilstaan en liet een zware vuist neerkomen op een blad van een buffet waarbij hij zich toevallig bevond. „Verdraaid-nog-aan-toe viel hij toen uit. „Ik geloof dat ik het heb. Ik moet zien dat ik haar met Fowle laat trouwen. Dat is de eenige oplossing XXV. Moeder en zoon. „In een Week tijds moet ik haar hebben", hamerde het in sir Reginald's hersenen, terwijl de express hem in bliksemende vaart wederom Zuidwaarts voerde. Enkele uren na zijn aankomst in Schot land had. hem een telegram bereikt. Zijn eerste, hoopvolle gedachte was geweest dat het nieuws omtrent Winifred bevatte, maar het bleek een antwoord van den directeur der fabrieken in Yorkshire op zijn eigen brief. Deze, aan wien hij zijn diensten had aangeboden, hield hem aan zijn woord. „Niet later dan den twintigsten", luidde het kort maar krachtig in het telegram. Sir Reginald had namelijk gevraagd wat den laatsten datum was, waarop hij op het kan toor werd verwacht. Het was nu Zaterdag, den elfden. Maandag over een week moest hij zijn nieuwe taak aanvaarden, wilde hij niet een moreele verplichting schenden die hij vrijwillig en uit eigen beweging op zich had genomen. „Ik z a 1 haar vinden", hield hij zichzelf nadrukkelijk voor. Na overleg te hebben gepleegd met mr. Marshall's plaatsvervanger, sponnen zijn gedachten verder, zou zijn eerste werk zijn voor een speciale huwelijksvergunning te zorgen. Geen macht ter wereld zou meer tusschen hem en Winifred komen, wanneer hij haar eenmaal gevonden had. Hij was zich bewust geweest van een diepe, warme genegenheid voor het meisje, maar dat zijn liefde zóó sterk was als hij in deze dagen van onrust en scheiding had ontdekt, dat had hij niet geweten. Hij hon gerde letterlijk naar een glimp van haar gezicht, naar een enkele klank van haar prettige stem, naar een lach van haar zachte oogen. Het was niet vroeg meer, toen hij in Londen arriveerde, maar dit weerhield hem niet om vanaf het station rechtstreeks naar Scotland Yard te gaan en de brief van mr. Marshall, dien hij kon toonen, werkte als een „Sesam open U" Anders zijn ze op de Yard niet zoo toeschietelijk voor late be zoekers. Dc inspecteur, die den recherche-commis saris verving, las met zorgvuldige aandacht de instructies van zijn chef, raadpleegde vervolgeus een agenda en zond daarna een .ordonnans naar de politie van de sectie,. waarin Fowle's kamers gelegen waren, een tweeden agent naar de autoriteiten onder wie Henry Street ressorteerde en een der den naar mr. Meiklejohn's kamers en het Lagerhuis, om daar eens poolshoogte te nemen. Toen wendde hij zich tot den bezoeker met de mededeeling dat de theater-agent, wiens brief sir Reginald in Winifred's pen sion in handen had gekregen, dien middag uit Parijs was teruggekeerd en, vernemende dat de politie inlichtingen van hem wensch- te, zich direct met Scotland Yard in verbin ding had gesteld. Hij had het schrijven van het meisje getoond, waarin ze hem be richtte niet op de afgesproken tijd in Ux- bridge te zullen komen. De man had eraan toegevoegd, dat hij niets meer kon vertellen dan hij aan miss Bartlett geschreven had, nl. dat hij haar nimmer een voorstel had gedaan daar te komen en hij en de inspec teur waren het er over eens geweest, dat iemand van zijn naam misbruik moest heb ben gemaakt, om Winifred naar het een zaam gelegen plaatsje te lokken. „Ik zou zeggen", concludeerde de inspec teur, „dat miss Bartlett zich op het laatste oogenblik bedacht heeft en toch naar Ux- bridge is gegaan. Uit de inlichtingen van de hospita weten we dat ze in den vooravond overhaast het pension verlaten heeft hij greep een spoorboek en bladerde er in „dat zou er op wijzen dat ze den trein genomen heeft, die om 20.05 in Uxbridge aankomt. Ik geloof dat het spoor allereerst daarheen wijst.we. moeten er-morgenoch tend direct naar toe. „Waarom vanavond niet meer „Alleen om er te slapen Daar zouden we immers niets mee opschieten, sir Regi nald. Heusch, u moet nog even geduld oefe nen tot morgen vroeg De jongeman moest toegeven dat de in specteur gelijk had en ging naar de flat, die zijn moeder sinds enkele dagen in Ken sington betrokken had. Ze was nog op en toen hijbinnentrad, vroeg ze „Waar ben je al dien tijd geweest „Naar Schotland." „Nog altijd achter dat meisje aan „Ja moeder." „En heb je haar gevonden „Neen moeder." „Reginald", klonk het toen en er was eensklaps een trilling in lady Carshaw's stem, „heb je me heelemaal uit je hart ge bannen, jongen „Maar moeder, hoe zou ik dat kunnen En bovendien, Winifred is wel de laatste die dat zou wenschen, hoe harteloos u zich ook tegen haar gedragen hebt." „Och Reginald, val me niet zoo hard. Ik heb het zonder dat al moeilijk genoeg. Het is geen kleinigheid voor een vrouw op mijn leeftijd, die altijd iets beteekend heeft in de wereld, om ineens in de buitenste duisternis te worden geworpen (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1934 | | pagina 5