PLOUVIER HEEFT DE SCHOENEN
TWEEDE BLAD
GEWOONTE-MISDADIGERS.
BINNENLAND
FEUILLETON
Haar moeders evenbeeld
Donderdag 30 Augustus 1934. N° 204
Zedelijk gedegenereerden moeien
verpleegd worden. Ze zijn in de
vrije maatschappij een voortdu
rend gevaar.
De kindermoord te Amsterdam.
Met afgrijzen en ontzetting heeft elk
weldenkend mensch kennis genomen van
den gruwelijken lustmoord, gepleegd op een
8-jarig" Amsterdamsch meisje. En velen zul
len zich. hebben afgevraagd, of er toch niet
iets méér te doen zou zijn tegen het ontzet
tende gevaar, dat vrouwen en kinderen be
dreigt van de zijde der zedelijk ontaarden,
welke een onuitroeibaar onderdeel der
maatschappij schijnen te vormen.
We weten niet, welk type misdadigers de
Amsterdamsche moordenaar vertegenwoor
digt. De man, die van de misdaad wordt
verdacht, is nog zeer jong hij heeft noch
tans reeds eerder een langdurige gevange
nisstraf voor een zedendelict ondergaan.
Vast 'staat in elk. geval, dat zedelijk gede-
genéreerden heel moeilijk hun normalitéit
schijnen te kunnen herwinnen menschen,
die zich aan tegennatuurlijke handelingen
bezondigen en deswege met den strafrech
ter in aanraking komen, worden regelmatig
weerkeerende figuren in rechtszaal en ge
vangenis. Ze zijn onverbeterlijke gewoonte-
misdadigers,onverbéterlijker en gevaarlijker
dan beroepsuitbrekers. We kiezen nu maar
het normaliter gebruikte woord misdadi
gers" voor degenen die zedendelicten be
gaan, maar betwijfelen, of velen hunner
niet eerder zelve slachtoffers zijn van hun
geestelijke minderwaardigheid of hun gees
telijke krankheid.
We hebben èr vroeger als eens op gewe
zen, hoe absurd het is, dat deze lieden wor
den opgepakt, wanneer ze zijn betrapt, een
poosje opgesloten, dan weer opgepakt, ver
oordeeld, vrijgelaten enz. De moordenaar
van Marietje Oss in Rotterdam had .reeds
zes veroordeelingen achter den rug" wegens
het aanranden van meisjes, voor hij zijn
laatste misdrijf beging. En de man was ten
slotte zelf zóó benauwd, dat hij opnieuw
kinderen tot zijn slachtoffer zou maken,
dat hij uit eigen beweging den moord aan
de politie gingbekennen, om maar opge
sloten te. worden
Het is ontoelaatbaar en niet langer te
duldén, dat zedelijk ontaarden telkens op
nieuw op de maatschappij worden losgela
ten, terwijl degenen, die de poorten der vrij
heid voor ze heropenen, overtuigd zijn en
weten, dat de vrijheid slechts tijdelijk
zal zijn, doch eerst weer een jong leven mo
reel moet worden vernietigd, alvorens het
„recht" haar' loop kan herkrijgen.
Sinds jaar en dag ligt een wetsontwerp
te wachten op behandeling, waarin wordt
voorzien in de mogelijkheid, dat gewoonte
misdadigers worden verpleegd, zoolang hun
terugkeer in de maatschappij gevaarlijk
wordt geacht.
De jongste Amsterdamsche kindermoord
moge aanleiding zijn om dat ontwerp nu
eens spoedig aan de orde te stellen. Al is
het crisis, voor de beveiliging van de
jeugd tegen physieken en moreelen onder
gang door toedoen van onverlaten, moet
geld gevonden worden.
De Koningin in Noorwegen.
De particuliere correspondent van „de
Maasbode" meldt d.d. 29 Augustus uit Aas-
gaardstrand
De Koningin is gisteren wederom een dag
thuis gebleven, zoodat wij mogen aannemen,
dat H.M. zich slechts langzaam van de on
dergane depressie herstelt.
Wij vernemen nu, dat H.M,, die tijdens
haar indispositie ook herhaaldelijk telefo
nisch haar lijfarts in Den Haag liet consul
teeren, Zondag een vrouwelijke dokter van
het ziekenhuis in het nabije Toensberg bij
zich ontboden heeft. Deze zou H.M. hebben
geadviseerd, niet thuis te blijven, doch zoo
veel mogelijk de lucht in te gaan en de Ko
ningin heeft Maandag onmiddellijk aan dit
advies gevolg gegeven.
Ook vandaag 'is Zij weer uigegaan. Nu
het weer zich niet leent voor een boottocht
is H.M. met de Prinses per auto uitgereden.
Wij ontmoetten Moeder en Dochter in de
buurt van Borrekirke, de eenige kerk, een
Protestantsche, in dit verlaten land.
Er zijn in die buurt uitgestrekte dennen-
bosschen, waartusschen hier en daar op
ontgonnen plaatsen een eenzame boerderij
staat. Geen gerucht verbreekt er de zware
stilte.
De Prinses blijft thans voortdurend in de
onmiddellijke nabijheid van haar Moeder. De
vorige week bracht H. K. H. een bezoek aan
Prins Olav en diens echtgenoote Prinses
Martha, die een dochter is van den Zweed-
schen Koning, op hun buitenverblijf Skau-
gum in Asker in de nabijheid van Oslo.
De nieuwe spelling.
In de „Staatscourant" van gisterenavond
is de volgende mededeeling vanwege het
ministerie van onderwijs, kunsten en weten
schappen opgenomen
In de programma's voor het eindexamen
der gymnisia en het daarmede gelijk gesteld
examen, vermeld in artikel 12 der hoóger
onderwijswet, voor de eindexamens der hoo-
gere burgerscholen, voor het onderwijzers
examen en het eindexamen der kweekscho
len, en voor het hoofdonderwijzers-examen
is door een aanvulling van de desbetreffen
de algemeene maatregelen van bestuur het
volgende opgenomen
Bij het schriftelijk werk volgt de candi-
daat de schrijfwijze volgens De Vries en Te
Winkel met de navolgende afwijkingen
1. De e wordt aan het eind van open let
tergrepen niet verdubbeld. De ee blijft ech
ter aan het einde van een woord, alsmede in
afleidingen en samenstellingen van woorden
op ee
2. De o wordt aan het eind van open let
tergrepen niet verdubbeld. De oo blijft ech
ter vóór ch in de woorden goochelen, goo
chem, loochenen, alsmede in hun afleidingen
en samenstellingen
3. Scji wordt alleen "daar geschreven,
waar de ch gesproken wordt. Echter be
houdt het achtervoegsel -isch de thans
gangbare spelling
4. De verbuigingsuitgangen e en en van
het lidwoord een, van geen en van de bij
voeglijk gebruikte bezittelijke voornaam
woorden mijn, uw, zijn, hun, haar worden
weggelaten, behalve in staande uitdrukkin
gen als ,Hare Hoogheid, te zijnen huize,
waar deze uitgangen in de beschaafde ge
sproken taal worden gehoord
5. De naamvalsuitgang n bij lidwoorden,
voornaamwoorden, bijvoeglijke naamwoor
den of daarmede gelijkstaande verbuigbare
woorden, wordt behalve in staande uitdruk
kingen, als onder 4 bedoeld, slechts ge
bruikt in het enkelvoud bij de namen van
mannelijke personen en bij de namen van
dieren, die uitsluitend een mannelijk indi
vidu aanduiden
6. Bij de voornaamwoordelijke aanduiding
van zelfstandigheden en bij het gebruik van
genitiefvormen als der, dezer, des richt men
zich naar het beschaafde spraakgebruik.
De opleiding ter koopvaardij.
De aandacht van den minister van sociale
zaken is gevestigd op de moeilijkheid voor
de leerlingen der zeevaartscholen, dat zij na
hun theoretische opleiding niet in staat zijn
practisch zich te bekwamen, omdat de
koopvaardij geen behoefte heeft aan hun
kracht. Bij een eerste onderzoek is gebleken
dat inderdaad het aanbod van opgeleiden
belangrijk grooter is dan de behoefte, zoo
dat de minister geen maatregel zal kunnen
nemen, waarvan het gevolg zou zijn, dat de
bezetting der zeevaartscholen wellicht nog
zou toenemen.
Intusschen zou een maatregel met be
trekking tot degenen, die in 1934 hun theo
retische opleiding hebben voltooid, zoodanig
ongunstig gevolg niet hebben, wanneer te
voren vaststaat, dat deze maatregel tot dit
ééne jaar beperkt blijft.
Na overleg met de zeevaartscholen en
met de koopvaardij heeft de minister een
commissie ingesteld die de zaak voor dit
jaar ter hand neemt. In deze commissie
hebben zitting de heeren E. P. Westerveld,
oud-minister van marineG. L. Heeris,
secretaris-penningmeester derNed. Ree-
dersvereeniging W. Polderman, inspecteur
van het nijverheidsonderwijs en mr. H. B.
Wildt Meyboom,hoofdcommies bij het de
partement van sociale zaken.
De bedoeling is dat wanneer de medewer
king der ouders wordt verkregen, door een
bescheiden toelage vanwege het departe
ment het mogelijk wordt gemaakt, dat on
geveer 100 jongelieden eerlang zullen kun
nen gaan varen om zich practisch -te be
kwamen.
De voorgestelde wijziging van de Kieswet.
Het is in den loop van jaren vrijwel ge
woonte geworden, zegt de „N.R.Ct.", dat
elk kabinèt zich geroepen voelt, eene wij
ziging van de kieswet aanhangig te maken.
Geen kabinet echter is er, dat de koe bij
de horens durft te vatten, en met een voor
stel voor den dag komt, waarin de eenige
herziening van ons kiesstelsel vervat is,
waaraan wezenlijke behoefte bestaat een
voorstel, dat ten doel heeft, weer verband
tusschen kieskring en verkozene te schep
pen, en de kiesgerechtigde burgers uit hun
staat van „stemvee" te verlossen. Men be
paalt zich tot al maar weer technische wij-
zigingetjes en tot veranderingen ter wering
van kleine partijtjes, die aan velen een
doorn in het oog zjjn.
Ook het onlangs ingediende ontwerp gaat
in hoofdzaak dien weg op. Het wil de deel
neming van kleine partijtjes aan de ver
kiezing, en, ingeval die deelneming niet
afgewend wordt, hun intrede in de Kamer
bemoeilijken.
Het blad zegt -hiervan
Ofschoon wij alle bezwaren van de
groote partijverbrokkeling, die ons land
inzonderheid te zien geeft, erkennen, heb
ben wjj toch nooit zoo vijandig tegenover
nieuwekleine partijtjes óns gesteld, als in
parlementaire kringen gebruikelijk is. Mits
maar de nieuwe partijtjes hun, grondslag,
de partijgenooten hun vereenigingspunt,
vinden in een staatkundig beginsel. Indien
dat het geval is,, zien wij niet in, dat een
partijtje, dat slechts één zetel zich weet te
verwerven, iiit de Kamer zou moeten wor
den geweerd.
Men verliest uit het oog de gansch
veranderde positie, die eene partij in het
staatkundig leven gaat innemen, zoodra zij,
al is het maar één afgevaardigde, in de
Kamer heeft, daardoor in de actueele
vraagstukken der politiek kleur moet gaan
bekennen, mede verantwoordelijkheid
tegenover het land moet gaan dragen, en
tegelegenertijd tegenover de kiezers re
kenschap geven van de gedragingen harer
vertegenwoordigers in het parlement.
Wat dit beteekent is duidelijk. Een ieder
kan het waarnemen, die om zich heen kijkt.
Partijen buiten het parlement bepalen
zich zoo goed als steeds tot critiek en
demagogie. Zij spreken, al naar de omstan
digheden van het oogenblik, dan deze, dan
gene groep kiezers naar den mond, spelen
schuilevinkje ten aanzien van de groote
vraagstukken, die aan de orde van den
dag worden gesteld. Opbouwend vermogen
treedt van zulke partijen schier nimmer
aan den dag. Geef nu aan zoo'n partij al
is het maar één zetel in de Kamer en zij
wordt spoedig van haar kiezersglorie be
roofd. De vertegenwoordiger moet nu in
de actueele politiek zijn beginselen verkla
ren, zijn meening uiteenzetten, en door het
uitbrengen van zijn stem zich bloot geven
en aan de kiezers duidelijk maker t
welke praktijk de beginselen van zijn
tij leiden.
Dat heeft ontegenzeggelijk zijn nut en
zal tot verhooging van het peil der poli
tieke zeden bijdragen.
Geheel anders staan we echter tegen
over zoogenaamde partijen, die hun grond
slag in niets anders hebben, dan in de be
vordering van bepaalde belangen, of
persoonlijke eerzucht zonder wezenlijk
staatkundig beginsel. Vele van deze kleine
partijtjes vinden vooral in dit laatste hun
oorsprong. Indien aan deze belangen en
ijdelheidsuitingen op staatkundig terrein
een passende breidel kan worden aange
legd, is daarvoor zeer zeker veel te zeggen.
Het komt ons echter voor, dat daartoe
niet zoo ver behoeft te worden gegaan,
als met de voorgestelde kieswetwijziging
zou worden gedaan. Volstaan kan, naar on.s
inzien, worden met het tweede in het
wetsontwerp ondergebrachte voorstel de
waarborgsom, die bij de candidaatstelling
zal moeten worden gestort en die verspeeld
wordt, wanneer de partij bij de stemming
den kiesdeeler niet weet te halen. Over het
g"ekozen bedrag van de waarborgsom kan
gemakkelijk worden getwist. De som
v I' 250) lijkt niet groot, maar indien men
in aanmerking neemt, dat de som voor elke
ingediende lijst moet worden gestort, dan
lijkt zij voldoende, om op niet ernstig te
nemen partijtjes eene afschrikkende wer
king te hebben, zonder dat wezenlijke
staatkundige partijen er door zullen worden
bemoeilijkt, daar toch het geld, zoo maar
de kiesdeeler door de partij (dus niet per
kieskring) wordt behaald, wordt terug
gegeven.
vens medewerking van rijks-, provincie- en
gemeente-instellingen.
Reeds in 1933 bestonden soortgelijke
plannen, doch deze zijn in verband met de
Tilburgsche tentoonstelling en de Almitento
opgeschort.
Weduwen- en weezenrenten.
Op 1 Augustus 1934 werden 27.506 wedu-
wenrenten en 13.855 weezenrenten krach
tens de invaliditeitswet genoten, terwijl op
genoemden datum krachtens art. 373 dier
wet 107.386 personen in het genot waren
van een als vrucht hunner verzekering ver
kregen ouderdomsrente van drie gulden per
week.
Voorts genoten 45.425 personen een inva-
liditeitsrente, als bedoeld in art. 17 dier wet
Krachtens art. 24 der ouderdomswet 193 9
waren op vorengenoemden datum 129.345
personen in het genot van een als vrucht
hunner verzekering verkregen ouderdoms
rente van 3 per week.
Middenstandstentoonstelling te Eindhoven.
De R.-Kath. Middenstandsbond te Eind
hoven is voornemens zijn dertigjarig be
staan te herdenken met een grootsch opge
zette tentoonstelling voor vak, handel en in
dustrie, in Mei 1935 hier ter stede te hou
den. Behalve de groepen handel en nijver
heid krijgen voorts alle 19 aangesloten vak
organisaties gelegenheid met een eigen vak
expositie uit te komen. Men verwacht te
Jaarverslag van het Verbond van Ned.
Werkgevers.
Het jaarverslag van het Verbond van
Ned. Werkgevers bevat een krachtig plei
dooi voor handhaving van den gouden
standaard.
Het vasthouden daaraan brengt echter
consequenties mede, die resoluut onder de
oogen moeten worden gezien. Uitvoerig
wordt gewezen op de noodzakelijkheid om
mede door verlaging van overheidslasten de
productiekosten aan te passen aan het ge
zonken prijspeil. Nog steeds behoort Neder
land tot de duurste landen, waar de pro
ductie dus onder de ongunstigste voorwaar
den plaats vindt. Nog steeds schijnt een
groot deel van onze bevolking niet in te
zien dat wij sedert den wereldoorlog ge
leefd hebben op een peil, dat boven onze
krachten ging.
Het verslag bepleit samenwerking in
plaats van moordende concurrentie, doch
wijst tevens af een algemeene machtiging
aan de regeering, om op dit gebied van be
drijf sordening naar willekeur haar handen
uit te strekken. Het standpunt van het
Verbondsbestuur komt hierop neer, dat men
wenscht, dat het accent ligt op het uit den
weg ruimen van belemmeringen (hooge be
lastingen, handhaving van een hoog loon-
en salarispeil, dure levensmiddelen, hooge
huren voor arbeiderswoningen enz.) en niet
op vermeerdering van kunstmatige beïn
vloeding" van het bedrijfsleven.
In het verslag wordt verder aangedron
gen op geleidelijke verlaging van den land
bouwsteun.
Het verbond meent, dat de regeering met
deze steunverleening op den verkeerden
weg is en met genoegen wordt melding ge
maakt van verschillende recente regee-
ringsuitlatingen, waaruit de indruk wordt
verkregen, dat het hoogtepunt voor de
steunverleening aan den landbouw is be
reikt. Het verslag bepleit geleidelijke ver
mindering van den landbouwsteun, waarbij
gewezen wordt op de stijging van de we
reld-marktprijzen voor granen.
Het verslag vermeldt voorts, dat de mo
gelijkheid om oudere door jongere arbeids
krachten te vervangen, bij het verbond een
onderwerp van studie uitmaakte. Daarbij
stuitte men al spoedig op de hoofdvraag, of
voldoende middelen kunnen worden gevon
den om aan ontslagen oudere arbeiders een
uitkeering te verstrekken.
Voorloopige berekeningen toonden aan,
dat hiermede zoo groote bedragen zouden
zijn gemoeid, dat verwezenlijking van dit
denkbeeld op ruime schaal niet wel moge
lijk geacht kón worden. Dit nam niet weg,
dat het verbond waar mogelijk, gaarne de
vervanging van oudere door jongere arbei
ders toejuicht, wanneer men daardoor niet
in al te groote onbillijkheden tegenover de
ouderen vervalt.
Uit een onder de leden gehouden enquête
bleek, dat de mogelijkheden, die hier be
staan, intuschen niet overschat mogen wor
den, omdat herhaaldelijk het antwoord bin
nen kwam, dat men reeds zooveel mogelijk
eigener beweging de ouderen had ontslagen
en door jongeren had vervangen, zoodat er
op dit gebied niet veel meer te doen viel.
Gcu/onc
doos.
Naar het Engelsch van LOUIS TRACY.
(Nadruk verboden)
48)
Hoe ze de volgende, vreeselijke dagen,
met den afstootelijken Greyfoot voortdu
rend om zich heen, doorkwam, wist Wini
fred zich later ternauwernood te herinne
ren. Ze merkte op dat de vensters van de
zitkamer, die ze met Greyfoot deelde, van
ijzeren tralies waren voorzien. De kruk van
haar slaapkamerdeur was verwijderd en als
ze naar bed ging werd de sleutel omge
draaid-en meegenomen door Rachel Craik,
die 's nachts als cipier scheen dienst te
doen.
Maar toen haar eerste radelooze woede
en de, als reactie daarop gevolgde, doffe
wanhoop, geweken waren, kwam er iets
van weldoende berusting over haar het
vaste geloof dat er redding zou komen op
dagen, werd. steeds levendiger. Ten slotte
was ze maar luttele mijlen van Londen ver
wijderd en niet ergens in de ondoordring
bare wildernisEn zoowel Rachel Craik,
als de ruwe Greyfoot 'en de brutale bulle
bak, die voorgegeven had haar vader te
Zijn, bezaten voldoende menschenkennis om
te begrijpen dat degelijkmoedige kalmte,
waarmede Winifred hen tegemoet trad, al
lerminst als een bewijs van onderwerping
moest worden opgevat.
„Ik moet een middel bedenken dat dat
gezanik eens en voorgoed uit is", mopperde
Voles, toen hij. in de benedenkamer met
Rachel alleen was. „Het is een heele toer
om die heks klein te krijgen. De omgang-
met dien verduivelden baronet heeft een
ander mensch van haar gemaakt."
Hij liep met groote stappen het vertrek
op en neer. Opeens bleef hij stilstaan en
liet een zware vuist neerkomen op een blad
van een buffet waarbij hij zich toevallig
bevond.
„Verdraaid-nog-aan-toe viel hij toen
uit. „Ik geloof dat ik het heb. Ik moet zien
dat ik haar met Fowle laat trouwen. Dat is
de eenige oplossing
XXV.
Moeder en zoon.
„In een Week tijds moet ik haar hebben",
hamerde het in sir Reginald's hersenen,
terwijl de express hem in bliksemende
vaart wederom Zuidwaarts voerde.
Enkele uren na zijn aankomst in Schot
land had. hem een telegram bereikt. Zijn
eerste, hoopvolle gedachte was geweest dat
het nieuws omtrent Winifred bevatte, maar
het bleek een antwoord van den directeur
der fabrieken in Yorkshire op zijn eigen
brief. Deze, aan wien hij zijn diensten had
aangeboden, hield hem aan zijn woord.
„Niet later dan den twintigsten", luidde
het kort maar krachtig in het telegram. Sir
Reginald had namelijk gevraagd wat den
laatsten datum was, waarop hij op het kan
toor werd verwacht. Het was nu Zaterdag,
den elfden. Maandag over een week moest
hij zijn nieuwe taak aanvaarden, wilde hij
niet een moreele verplichting schenden die
hij vrijwillig en uit eigen beweging op zich
had genomen. „Ik z a 1 haar vinden",
hield hij zichzelf nadrukkelijk voor.
Na overleg te hebben gepleegd met mr.
Marshall's plaatsvervanger, sponnen zijn
gedachten verder, zou zijn eerste werk zijn
voor een speciale huwelijksvergunning te
zorgen. Geen macht ter wereld zou meer
tusschen hem en Winifred komen, wanneer
hij haar eenmaal gevonden had.
Hij was zich bewust geweest van een
diepe, warme genegenheid voor het meisje,
maar dat zijn liefde zóó sterk was als hij
in deze dagen van onrust en scheiding had
ontdekt, dat had hij niet geweten. Hij hon
gerde letterlijk naar een glimp van haar
gezicht, naar een enkele klank van haar
prettige stem, naar een lach van haar
zachte oogen.
Het was niet vroeg meer, toen hij in
Londen arriveerde, maar dit weerhield hem
niet om vanaf het station rechtstreeks naar
Scotland Yard te gaan en de brief van mr.
Marshall, dien hij kon toonen, werkte als
een „Sesam open U" Anders zijn ze op de
Yard niet zoo toeschietelijk voor late be
zoekers.
Dc inspecteur, die den recherche-commis
saris verving, las met zorgvuldige aandacht
de instructies van zijn chef, raadpleegde
vervolgeus een agenda en zond daarna een
.ordonnans naar de politie van de sectie,.
waarin Fowle's kamers gelegen waren, een
tweeden agent naar de autoriteiten onder
wie Henry Street ressorteerde en een der
den naar mr. Meiklejohn's kamers en het
Lagerhuis, om daar eens poolshoogte te
nemen.
Toen wendde hij zich tot den bezoeker
met de mededeeling dat de theater-agent,
wiens brief sir Reginald in Winifred's pen
sion in handen had gekregen, dien middag
uit Parijs was teruggekeerd en, vernemende
dat de politie inlichtingen van hem wensch-
te, zich direct met Scotland Yard in verbin
ding had gesteld. Hij had het schrijven van
het meisje getoond, waarin ze hem be
richtte niet op de afgesproken tijd in Ux-
bridge te zullen komen. De man had eraan
toegevoegd, dat hij niets meer kon vertellen
dan hij aan miss Bartlett geschreven had,
nl. dat hij haar nimmer een voorstel had
gedaan daar te komen en hij en de inspec
teur waren het er over eens geweest, dat
iemand van zijn naam misbruik moest heb
ben gemaakt, om Winifred naar het een
zaam gelegen plaatsje te lokken.
„Ik zou zeggen", concludeerde de inspec
teur, „dat miss Bartlett zich op het laatste
oogenblik bedacht heeft en toch naar Ux-
bridge is gegaan. Uit de inlichtingen van de
hospita weten we dat ze in den vooravond
overhaast het pension verlaten heeft
hij greep een spoorboek en bladerde er in
„dat zou er op wijzen dat ze den trein
genomen heeft, die om 20.05 in Uxbridge
aankomt. Ik geloof dat het spoor allereerst
daarheen wijst.we. moeten er-morgenoch
tend direct naar toe.
„Waarom vanavond niet meer
„Alleen om er te slapen Daar zouden
we immers niets mee opschieten, sir Regi
nald. Heusch, u moet nog even geduld oefe
nen tot morgen vroeg
De jongeman moest toegeven dat de in
specteur gelijk had en ging naar de flat,
die zijn moeder sinds enkele dagen in Ken
sington betrokken had. Ze was nog op en
toen hijbinnentrad, vroeg ze
„Waar ben je al dien tijd geweest
„Naar Schotland."
„Nog altijd achter dat meisje aan
„Ja moeder."
„En heb je haar gevonden
„Neen moeder."
„Reginald", klonk het toen en er was
eensklaps een trilling in lady Carshaw's
stem, „heb je me heelemaal uit je hart ge
bannen, jongen
„Maar moeder, hoe zou ik dat kunnen
En bovendien, Winifred is wel de laatste die
dat zou wenschen, hoe harteloos u zich ook
tegen haar gedragen hebt."
„Och Reginald, val me niet zoo hard. Ik
heb het zonder dat al moeilijk genoeg. Het
is geen kleinigheid voor een vrouw op mijn
leeftijd, die altijd iets beteekend heeft in de
wereld, om ineens in de buitenste duisternis
te worden geworpen
(Wordt vervolgd.)