HONIG S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor lOcl pers, zijn briefje af zou lezen, stond de Se nator van Doornik op en voegde den Sena tor met het briefje toe Ik weet al wat U zeggen gaat meneer de franskiljon, het stond gisteren al in de krant en ik heb het natuurlijk gelezen luister maar even, ik ben zoo met uw speech klaar. En met radde tong las de Senator van Doornik de speech van den Senator met het briefje voor. Te Dinant is jl. Zondag een gemeentelijk museum geopend, dat geheel is ingericht naar het ontwerp van het model-museum te Gent. Al wie den eeredienst van het ver- lc "en beiijdt, zal in het nieuwe museum van Dinant iets van zijn gading vinden schilderijen van groote meesters, artistieke beeldhouwwerken, antiek Romeinsch brons en aardewerk, porselein, ivoor, snijwerk, kostbare handschriften, kunstsmeedwerk, tapijten en gobelins, borduurwerk, dinande- ries, meubelen, juweelen, teekeningen van oud-Dinant en vooral een prachtige verza meling van munten, zegels en mcdaljes. Voor dit museum werden een dertigtal wer ken van oude meesters aangekocht, onder welke een Roger Van Der Weyden, een Quentin Matsys, een Adrien Ysebrant, een Ambrosius Benson, een Gossart, een Breu ghel, een Rubens, een Jordaens, een Te- ïiiers, een Hennequin en last not least een Louis Gallait, voorstellend „De laatste eer bewijzen van de Dinanteezen aan de Gra ven van Egmont en Hoorn." Het Gentsen Gemeentelijk Museum is den inrichters van het Museum te Dinant een dankbaar voorbeeld geweest. Alleen bij het uiterlijk aspect heeft men dit voorbeeld moeten verlaten. De Dinanteezen hebben hun nieuwe kunsthalle, die voor ruim twee millioen francs aan kunstwerken bevat, als een beginnelinge op het gebied, in het kleed der bescheidenheid gestoken en ztf kan na tuurlijk niet, gelijk de Gentsche, bogen op den eerenaam van „Model Museum". Want het Gentsch Gemeentelijk Museum is een der schoonste en grootste musea van Bel gië. Het gebouw, in zijn grootscheepschen eenvoud, ligt verdoken tusschen loover van omringende boomen, heesters en klimplan ten. Alleen de trotsche zuilengalerij is vrij vandaar waart den blik over breede la,nen en bloemrijke hovingen, volgend de glinste rende spettering van een grillige waterval in het groote museum park. Het interieur dezer fraaie schepping van den Gentschen bouwmeester Charles van Rijsselberghe, is geheel naar hetzelfde geslaagde plan uit gewerkt. Rijke muurbekleedingen spreiden er hun kleuren ten toon, schitterend nog, niettegenstaande de smet des tijds. Deze muurkleeden, afkomstig uit de zittingzaal van het Oude-Burgcollege in het Graven kasteel en van de Sint-Pieter-Abdij, zijn van Urbain Leyniers. Het moderne gedeelte van het museum strekt zich uit links van den ingang aan den rechterkant vindt de bezoeker een aaneenschakeling van zalen uitsluitend voorbehouden aan oudere werken. Gent is de hoofdstad der Vlaanderen. Haar ge schiedkundig verleden, haar macht ten tijde der gemeentelijke autonomie, hebben er toe bijgedragen, dat haar oude verzamelingen in rykdom die van vele andere musea overtreffen. De grootste rijkdom der Arte- veldestad, o.a. de thans gehavende triptiek der gebroeders Van Eyck en verschillende doeken van Rubens, bevinden zich nog altijd in de kathedraal van Gent, sinds de ont vreemding van het koningen-paneel uit bo vengenoemde triptiek is er echter sprake van, ook deze kostbaarheden voortaan in het Gentsche Museum ten toon te stellen. Het is echter niet alleen het koningen paneel uit de Van Eyck-triptiek, dat Gent door diefstal verloren heeft. Reeds in vroe gere eeuwen werd het herhaaldelijk van zijn kunstschatten beroofd. Belangrijke ver duisteringen werden gepleegd onder de regeering van Maria-Theresia en Jozef II, ten gunste van het Museum van Weenen, dat nog met de gestolen Gentsche kunst werken paradeert. Ook de Fransche over- heersching deed haar best de Fransche musea te verrijken ten koste van de Gent sche verzamelingen ook verkoopingen aan spotprijzen deden schilderwerken verdwij nen waarvan het onherstelbaar verlies be treurd blijft. Het Gentsch Museum is van oorsprong een private instelling. Het werd gesticht door de vereeniging „De Vrienden van het Gentsch Museum", die de openbare verza meling verrijkt heeft met tal van zeer kost bare en belangwekkende werken. Bovenge noemde vereeniging kwam in 1897, onder den aandrang van den Gentschen maecenas Fernand Scribe tot stand. De stichting van het museum werd een feit bij het overlijden van Fernand Scribe, die geheel zijn rijke verzameling, ter waarde van millioenen, aan het Gentsch Museum vermaakte. De verzameling Scribe, die in het Museum drie afzonderlijke zalen vult, is een selectie door den gever zelf, een man van smaak op het gebied, geduldig aangelegd gedurende vele jaren. Kunstenaar vóór alles was Scribe nimmer de klassieke speurder, de droomer van teruggevonden wonderen. Hij had al le m oog voor het schoone en verwierp elk stuk, hoe zeldzaam ook, indien het geen kunstwaarde bezat. Scribe, die zelf een talentvol schilder was, heeft recht op de dankbaarheid van zijn geboortestad. Hij maakte het Gentsche hoofdstuk in het Kunstboek dat België heet tot een der merkwaardigste van het land. W. v. M. RADIO-RUBRIEK Maandag 11 Juni. Hilversum, 301 M. Algemeen pro gramma, verzorgd door de Vara. S.00 Gramofoonplaten. 9.00 De Notenkrakers o. I.v. D. Wins. 10.00 Morgenwijding V.P.R.O. 10.15 Declamatie F. Nienhuys. 10.35 Ver volg orkestconcert. 11.00 Vervolg decla matie. 11.20 Vervolg orkestconcert. 12.00 Klein Vara.-ensemble o.l.v. F. Bakels en gramofoonplaten. 2.00 Zenderverzorging. 2.15 Gramofoonplaten. 2.30 Voor de vrou wen. 3.00 L. Schuyer, cello en Malka Slu- zew3ki, piano. 3.30 Orgelspel C. Steyn. 4.00 Gramofoonplaten. 4.30 Voor de kinde ren. 5.00 De Flierefluiters o.l.v. J. v. d. Horst, m.m.v. A. de Booy, zang. 6.00 J. Jong, orgel en N. v. Kinsbergen, viool. 6.30 Muzikale causerie P.^Tiggers. 7.15 Gramo foonplaten. 7.30 J. P. Strijbos Neerlands natuur. 7.50 Gramofoonplaten. 8.00 Herh. S.O.S.-berichten en Vaz Dias. 8.1C Vara-or- kest o.l.v. H. de Groot m.m.v. S. Brill, cello. 8.45 Zang door mevr. G. v. Nierop Ritterhaus. 9.00 Vervolg orkestconcert 9.30 Declamatie J. Lamaire. 9.45 Vervolg orkestconcert. 10.15 Vaz Dias en gramo foonplaten. 10.30 Vervolg orkestconcerr II.00 Gramofoonplaten. Huizen, 1875 M. N.C.R.V. 8.00 Schrift lezing en meditatie. 8.15 Gramofoonplaten 10.30 Morgendienst o.l.v. ds. N. P. E. G. v. Uchelen. 11.00 Chr. lectuur. 11.30 Gra mofoonplaten. 12.30 Orgelconcert J. Zv/art 2.00 Gramofoonplaten. 2.35 Causerie A. .1. Herwig. 3.15 Knipcursus. 4.00 Bijbellezing door ds. L. J. v. Leeuwen, m.m.v. zang en orgel. 5.00 Concert. F. Glastra van Loon, sopraan. J. v. d. Rosière v. Emmerik, alt, C. v. d. Beek, cello en A. v. d. Rosière, piano. 6.30 Vragenuur. 7.00 Ned. Chr. Pers bureau. 7.15 Gramofoonplaten. 7.30 Vra genuur. 8.00 Chr. Radiokoor o.l.v. J. Cou- vée m.m.v. S. P. Visser, orgel. 9.00 Mevr. M. Vigelius De kunst van den Potten bakker. 9.30 Orgelspel S. P. Visser. 10.00 Vaz Dias. 10.10 Gramofoonmuziek. Daventry, 1500 M. 10.35 Morgenwij ding. 11.05 Lezing. 12.20 Orgelspel T. Jen kins. 1.05 Western Studio-orkest o.l.v. F. Thomas, m.m.v. A. E. Watts, bariton. 1.50 Sportreportage. 2.00 Vervolg concert. 2.25 Voor de scholen. 3.20 Gramofoonplaten. 3.55 Duitsche les. 4.20 Concert m.m.v. E. Robinson, cello en A. Morrison, piano. 4.50 Sportreportage. 5.00 Schotsch Studio-or kest o.l.v. Daines. 5.35 Kinderuur. 6.20 Be richten. 6.45 Sportreportage. 6.55 Purcell's cembalo-muziek. 7.15, 7.30 en 7.50 Lezin gen. 8.20 B.B.C.-orkest o.l.v. J. Lewis, m. m.v. C. Willis, alt. 9.20 Berichten. Lezing. 9.55 Concert door A. Brosa, viool en Fr. Mannheimer, piano. 10.55 Voordracht. 11.00 Jack Hackson en zijn orkest. Brussel, 322 M. 12.20 Piano-recital en gramofoonplaten. 1.30 Salon-orkest. 5.20 Symphonieconcert o.l.v. Meulemans. 6.50 Gramofoonplaten. 8.20 Symphonieconcert o.l.v. Meulemans. In de pauze zangvoor dracht. 10.30 Gramofoonplaten. 484 M. 12.20 Salonorkest. 1.30 Gramofoonplaten. 5.20 Concert door blaaskwintet en piano. 6.35 en 8.20 Gramcfoonplaten. 8.40 2e acts van R. Strauss' „Der Rosenkavalier". 9.45 Hoorspel. 10.10 Kwartetconcert. 10.45 Dito. 11.10 Gramofoonplaten. Parijs, „Radio-Paris", 1648 M. 7.20 en 8.20 Gramofoonplaten. 12.20 Krettly-orkest. 8.20 „Les brigands", opera van Offenbach. 10.50 Dansmuziek. Kalundborg, 1261 M. 12.20 Concert uit rest. Ritz. 2.55 Omroeporkest o.l.v. Reesen. 5.20 Gramofoonplaten. 7.50 Discus sie. 9.50 Saxofoonsoli. 10.25 R. Strauss- concert o.l.v. F. Mahler. 11.20 Dansmuziek. Deutschlandsendcr, 1571 M. 7.20 Opera „Der Rosenkavalier", van R. Strauss. In de pauzes berichten en cause rie. 11.05 en 11.20 Berichten. 11.35 Concert uit Keulen door orkest o.l.v. Kühn m.m.v. solisten. HET RADIO-MENU. Belangrijke uitzendingen van de komende week. Zondag: Deze dag staat in het tee- ken van den zeventigsten verjaardag van Richard Strauss en de voetbalfinale te Ro me. 11.50 uur. Weenen (507 M.) opent de rij der Strauss-concerten. Elisabeth Schu mann treedt daarbij als soliste op. 21.25 uur. Hilversum (301 M.) Avro her denkt den geboortedag van den componist met uitvoering van zijn „Don Quixote" ui', het Concertgebouw te Amsterdam. Het or kest wordt door Eduard van Beinum gedi rigeerd. De cello-soliste is Raphael Llanes. Om 23.00 uur komt het laatste deel van de opera „Tosca" van Puccini (aansluiting met Turijn), waaraan o.a. als sopraan B. Scacciati medewerkt. 19 20 uur. Deutschlandsender (1571 M.» geeft een ooggetuigeverslag van de finale der wereldkampioenschappen voetbal te Rome. 22.20 uur. Brussel (Vlaamsch 322 M.) doet een verslag van deze wedstrijden. Maandag: Bijna alle stations vieren nog Strauss' verjaardag. 19.20 uur. Leipzig (382 M.) komt o.a. met „Der Rosenkava lier" uit de „Dresdener Opera", waarvan Brussel (484 M.) om 20.40 de 2e acte relay- eert. OMROEP-INCIBENT. Onlangs heeft zich bij een Amerikaansch relay van een Fransche uitzending, waarbij de minister van buitenlandsche zaken Bar- thou, het woord voerde, het volgende inci dent voorgedaan. De minister werd vooraf op enthousiaste wijze door den Franschen gezant bij de Vereenigde Staten ingeleid. Daarna werd op de rede van den minister overgescha keld. Doch hetgeen toen in den luidspre- per kwam was zulk intiem Fransch gebab bel, dat de technische dienst ontsteld uit schakelde. Achteraf bleek, dat deze stoornis als volgt was ontstaan. Juist toen de rede zou beginnen, sprong een koelbuis van een der zendlampen. Deze bezweek, waardoor de zender uitviel. Amerika begreep echter van dat plotseling verdwijnen heel weinig en begon te zoeken op andere golflengten.. Hierbij stemde men af op een anderen Franschen kortegolfzender, nl. die van het koloniaal station Lille P.T.T., hetwelk een niet van lentesfeer gespeend tooneelschetsje uitzond, getiteld „Het cafétje". Gelukkig was na eenige minuten de rede van den minister echter solied in de lucht. MUZIEK IN ITALIË. In Italië is een nieuwe wet aangenomen, die bepaalt, dat alle leden van openbare muziek-ensemble's en orkest in het bezit moeten zijn van vaardigheids-diploma's voor het instrument, dat zij bespelen. Ook de Italiaansche omroeporkesten zullen on der de nieuwe wet vallen. VAN ONZE BOEKENTAFEL „De weg bereidBrieven aan een predikant door M. BessonBis schop van LausanneGenève en Freiburg. H ollandia-Drukker ij N.V Baarn 193Jf. Einde 1929 publiceerde de inmiddels over leden Ds. A. O. Dubuis, predikant te Char- donnc, Kanton Vand, in Zwitserland Onder den titel va.n „La Voile déchiré" een apolo- gi - van het Protestantisme, die onrecht streeks een volledige afrekening met het Katholicisme beduidde. Daar door dit boek veel propaganda werd gemaakt, werd het van Katholieke zijde noodzakelijk geacht van repliek te dienen. Met dit antwoord belastte zich Monseig neur Marius Besson, hetwelk werd vervat in het onderhavige boek, dat uit het Fransch is bewerkt door den heer Kasteel. Hoewel 's heeren Besson's boek het twee de deel van een pro en contra is, vormt het toch voor den lezer een voldoende geheel, naar vorm en inhoud, zeer interessant, voor katholiek en niet-katkoliek. De schrijver toont zich een publicist van distinctie, in zijn betoogtrant waardig, slag vaardig, fijn en raak. Toen de Hollandia-drukkerij te Baarn een Nederlandsche vertaling van Ds. Dubuis het licht liet zLn, meende de apologetische ver eeniging „Petrus Canisius" den tijd geko men, om ook het bisschoppelijk antwoord ter kennis van het belangstellend Neder- landsch publiek te moeten brengen. Ds. Dubuis' boek werd onder den titel „Het voorhangsel gescheurd" vertaald door mej. N. Oosterlo, waarin Prof. Dr. Slote- maker de Bruine een woord vooraf schreef. „Fontamara", door I. Silone. Van Holkema Warendorf N.V., Amsterdam. Ignazio Silone werd in Mei 1900 geboren in de omstreken van Fontamara, een ge hucht in de Zuid-Italiaanse ne Abruzzen, als zoon van een grootgrondbezitter. Door den grooten wereldoorlog ontwaakt zijn belang stelling voor politieke verhoudingen. Een aardbeving vernielt het huis zijner familie en zijn moeder en vijf broers sterven den zelfden dag. Deze dag is beslissend voor Silone, verdreven van den huiselijken haard leeft hij langen tijd onder de boerenarbei ders in zijn geboorteplaats. Hij trekt zich het lot dier bezitloozen, die armsten der ar men, de z.g. „Cafoni" aan en energiek werpt hij zich op het boerenvraagstuk. Zijn werk „Fontamara" is er het uitvloei sel van. In eenvoudige, voor ieder begrijpe lijke woorden en zinnen vertelt hij in een 10-tal hoofdstukken van het vreugdelooze en tragische leven van zijn personen uit het hedendaagsche fascistische Italië. Wanneer het fascisme zijn bestuursappa raat in het achterlijk binnenland wil vesti-, gen, wordt het niet begrepen noch gewaar deerd. De overheidsfunctionnarissen begrij pen de volksmentaliteit niet, door ruwe handen van zwarthemden wordt er veelal meer verknoeid dan tot stand gebracht. „Fontamara" is een veel misstanden aan het licht brengend boek, dat veler belang stelling verdient en vertaald in twaalf talen ook stellig onder de Nederlandsche lezers zijn weg zal vinden. N. Brunt zorgde voor een vlot lezende vertaling. Bommen op Nederland", door M. J. M. Gemmeke. Uitgave N.V. Drukkerij Jacob van Campen, Amsterdam. In een voorwoord zegt minister De Wilde, dat de schrijver van het boek een goed werk gedaan heeft door de gevaren uiteen te zetten, welke bij een luchtaanval dreigen en de middelen aan te geven om zich daartegen te beschermen. Daar van dit boek reeds de tweede druk is verschenen, bewijst wel dat het een gun stig onthaal heeft gevonden. De heer Gemmeke, de samensteller van het boek, is inspecteur van politie te Am sterdam en reserve eerste luitenant. In een inleiding zegt de heer Gemmeke, dat het boek bedoeld is als een opwekking, een oproep aan het Nederlandrahe volk, het wakker te schudden, zoomede sympathie en medewerking te vragen bij het nemen van maatregelen ter bescherming van de levens onzer medemensclien. De gevaren van den luchtoorlog worden duidelijk uiteengezet. Met belangstelling zal men van dit boek kennis nemen. Wij hopen met den schrijver, dat het oogenblik, waarop de civiele luchtbescher mingsdienst aan de practijk van den oorlog zal worden getoetst, verre zal zijn, doch mochten wij onverhoopt in een toekomstig Europeesch conflict worden betrokken, dat wij dan als natie kunnen blijven leven, blij ven werken en met Gods hulp overwinnen. DE REGISSEURS EN DE FILM. Het juiste aandeel, hetwelk een regisseur in de uitbeelding van het karakter eens spelers wordt toegekend is steeds een on derwerp van gesprek geweest in filmland. Men is het er over eens, dat een acteur of actrice beïnvloed wordt door den leider en dat hij of zij op diens opvatting ver schillend reageert. Ka.y Francis' meening is interessant ge noeg om deze hier weer te geven. Zij zegt Ieder acteur ziet zijn rol te individueel, in- plaats van dat h\j haar als onderdeel be schouwt van de geheele compositie. Het ge volg daarvan is, dat zij te veel aan zichzelf denken en daardoor het ensemble, waarvan zij deel uitmaken, over het hoofd zien. Een goed regisseur echter overziet het scenario in zijn geheel, gelijk een dirigent zijn partituur, en zal er voor zorgdragen, dat geen enkele speler domineert zonder noodzaak. Het spreekt vanzelf, dat geen enkele regisseur van een slechten speler een goed artist kan maken gedurende den tijd da'; hij zijn werkzaamheden als leider van een geheel ensemble moet benutten, doch hij kan een teveel of een te weinig aan actie voorkomen en zijn handeling toetsen aan het scenario. Miss Francis neemt tot voorbeeld de rol van een acteur, die als Kamerdienaar speelt in een stuk waarin hij de hoofdrol speelt. Het was een belangrijke rol met verschei dene dramatische scènes. Tot tweemaal toe kon men hem later niet gebruiken in der gelijke rollen omdat zij van ondergeschikt belang waren en hij er te veel den gerouti- neerden kamerdienaar in wilde leggen, waardoor verschillende scènes te opdringe rig werden. Kay is een van de weinige sterren, die zich aanpast aan de andere spelers, wan neer de omstandigheden dit verlangen. In haar nieuwe film „Dr. Mcnica", waarin ze met Warren William als tegenspeler de hoofdrol vervult, laat zij Joan Muit en Verree Teasdale, die in deze film de bijrol len spelen, in de eer deelen. Een der Warner Bros-regisseurs moet eens van haar gezegd hebben Kay Francis behoeft niet te vreezen dat men haar over treft, daarvoor is ze veel te veel actrice en heeft ze te veel persoonlijkheid. Misschien voelt ze dat zelf ook, doch ze is te bescheiden om dit van zichzelf te zeggen. OVER ONTDEKKINGEN AAN DEN STERRENHEMEL. Regisseur Cecil B. de Mille heeft reeds meermalen de wereld verrast door een te voren vrijwel onbekend acteur of actrice een zeer belangrijke rol toe te deelen. En ofschoon doorgaans zijn „ontdekkingen" over groote talenten bleken te beschikken, heeft zijn voortdurend speuren naar nieuwe krachten, terwijl er toch zooveel erkend goede spelers zijn, reeds dikwijls kritiek moeten hooren. Onlangs heeft hij zich tegen aantijgingen van dien aard verdedigd en schreef het volgende Hoe ik sterren maak. Men heeft mij al van heel wat beticht, van een voorkeur voor badkuipen, voor vleiers en andere min of meer ongezonde onderwerpen, maar nog nooit heeft men van mij kunnen zeggen, dat ik een artikel in een krant heb geschreven. Nu ik dat toch doen ga, is het een prachtgelegenheid om nu eens fantastische en dwaze geruchten te verspreiden over journalisten, net zooals die heeren al twintig jaar geruchten over mij verspreid hebbenmaar dat is toch niet mijn plan. Een van de dingen waarover ze mij ge regeld kapittelen is mijn voortdurend zoe ken naar allerlei talenten iederen keer dat ik weer een film maak. De journalisten wil len er mijn aandacht op vestigen dat Holly wood overbevolkt is met talentvolle spelers, die maar al te graag een rol van mij zou den aannemen. Nu is Hollywood inderdaad overbevolkt, maar niet met talent. Dit laatste is een zeldzaam artikel, waarnaar men lang zoe ken kan zonder iets te vinden. Daarom moeten regisseurs zoo nu en dan afwijken van de gebaande wegen, indien zij een „Alice in Wonderland", een onbedorven meisjesstudent of een vrouw me', vampier eigenschappen noodig hebben. Soms hoeven we niet ver van huis te zoeken, maar dat gebeurt niet dikwijls. Twee bijzondere voorbeelden daarvan zijn Judith Allen en Claudette Colbert. De eerste was pas kort geleden uit New- York naar Hollywood gekomen, na door Paramount te zijn geëngageerd, toen ik op zoek ging naar een actrice, die voor de hoofdrol van „This Day and Age" in aan merking zou kunnen komen. Ik liet tallooze opnamen voor mij afdraaien en juist toen ik er aan begon te wanhopen het geschikte meisje onder de Hollywoodsche actrices te zullen ontdekken, werd een proefopname van Judith geprojecteerd. Onmiddellijk zag ik, dat zij de personificatie was van de figuur, die ik me had voorgesteld de be treffende rol te doen uitbeelden. Maar haar opname was de eenige uit ongeveer driehonderd stuks, die rnij bevredi gen kon en het had dus weinig gescheeld, of ik had mijn speurtocht buiten Hollywood moeten uitstrekken. Een nog opzienbaarder vondst van on ontdekt talent midden in Hollywood deed ik met Claudette Colbert. Ik zocht tijdens de voorbereiding van „Het Teeken des Krui- ses'', naar een schoone actrice, die de rol van Ge wreecie en boosaardige Poppea, de vrouw van Nero, zou kunnen vervullen. Tot op dat oogenLlik had nog nooit iemand Claudette Colbert voor een rol van dat genre in aanmerking doen komen. Al jaren lang speelde ze voor de film, doch beeld slechts lieftallige heldinnen uit. Zij verwierf daarmee ook zekere mate van po pulariteit, maar kon toch niet tot de groote sterren gerekend worden. Niemand had zich ooit afgevraagd, wat voor indruk Claudette zou maken in de rol van verleidster, maar toen ik films en proefopnamen van Holly woodsche actrices voor mij liet vertoonen, trok iets in Claudette's oogen, mond en stem mijn aandacht. Daar waren mogelijk heden, waar nog geen gebruik van was ge maakt. Haar mond er. oogen hadden den klassieken vorm en diepte, welke door de eeuwen heen hun bekoring hebben bewezen, terwijl het timbre van haar stem voorspel de, dat cr met deze actrice iets bijzonders te bereiken zou zijn. Ik deed haar een metamorfose ondergaan in overeenstemming met d^ rol, die ik haar had toegedacht en Claudette Colbert ont popte zich als een eerste rangs actrice, waar iedereen verrast over was. Tot dusver had zich haar filmloopbaan eenzijdig en onjuist ontwikkeld, maar nu ik haar groote kracht ken, aarzel ik niet haar de rol van C'eopatra in een komende film te geven. De gevallen van Judith Allen en Clau dette Colbert zijn, zooals ik zeide, uitzon deringen, waarbij het gezochte talent voor speciale rollen in Hollywood zelf werd ge vonden. De filmindustrie zal altijd de we reld blijven afzoeken naar nieuwe en bij zonder talentvolle krachten. Men moet er dus niet te veel waarde aan hechten, indien de kranten ons speuren naar filmtalent in een bespottelijk daglicht stellen. Wij hebben daarvoor wel degelijk een grondige reden. Wel blijkt dikwijls, dat zij iets nastreven dat niet te verwezenlijken is, dat practisch niet bestaat, maar indien wij tusschen de duizend menschen, die wij erover aanspre ken ook maar één groote ster vinden, dan zijn tijd, moeite en geld waardig besteed. RUSSISCHE TEEKENFILMS. De Sovjet-filmindustrie heeft een proef ondernomen met het uitgaven van teeken- fi'ms naar het voorbeeld der bekende Ame- rikaansche series. De hoofdfiguur ir deze film is een kleine egel. De filmseries zullen reizen voorstellen van de sovjet-egels door het buitenland en de toestandei in de Euro- peesche -anden tegenover die der Sovjet- Unie. De eerste film „De gekke reis" werd reeds vertoond. FILMOPNAMEN IN ZEELAND. Naar men weet heeft de Technicolor Lomp. te Hollywood in Nederland een kleurenfilm laten maken. Het is de bedoeling door toepassing van een nieuw procédé alles in de natuurlijke kleuren op het doek te brengen. Er wordt daartoe gebruik gemaakt van een driedeelig negatief voor de drie hoofdkleuren. Het Amerikaausche gezelschap heeft en- kek dag -1 gewerkt onder leiding van Mrs. Filtz Patrick in de bollenstreek en in Volen- dam en in Zeeland. Zoo zijn te Veere, Arnemuiden, 's-Keeren- hoek en enkele andere plaatsen opnamen gemaakt. Naar wij vernemen, zal het October wor- der eer hier in Holland deze kleurfilm, waarvan men zoo een groote verandering in he;, filmwezen verwacht, vertoond zal wor: den. BUSTER KEATON FILMT IN FRANKRIJK. Buster Keaton heeft zijn contract met de Metro-Goidwyn niet vernieuwd. Hij gaat te Parijs filmen. De ticel zal luiden „Le Roi des Champs Elyseés". Voor deze film zul len driehonderd American girls worden ge- impoiteerd. Voor het eerst in zijn loopbaan zal deze beroemde komiek lachen. Max Nasseck voert de regie

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1934 | | pagina 10