HONIG S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor lOcl
pers, zijn briefje af zou lezen, stond de Se
nator van Doornik op en voegde den Sena
tor met het briefje toe
Ik weet al wat U zeggen gaat meneer
de franskiljon, het stond gisteren al in de
krant en ik heb het natuurlijk gelezen
luister maar even, ik ben zoo met uw speech
klaar.
En met radde tong las de Senator van
Doornik de speech van den Senator met
het briefje voor.
Te Dinant is jl. Zondag een gemeentelijk
museum geopend, dat geheel is ingericht
naar het ontwerp van het model-museum
te Gent. Al wie den eeredienst van het ver-
lc "en beiijdt, zal in het nieuwe museum
van Dinant iets van zijn gading vinden
schilderijen van groote meesters, artistieke
beeldhouwwerken, antiek Romeinsch brons
en aardewerk, porselein, ivoor, snijwerk,
kostbare handschriften, kunstsmeedwerk,
tapijten en gobelins, borduurwerk, dinande-
ries, meubelen, juweelen, teekeningen van
oud-Dinant en vooral een prachtige verza
meling van munten, zegels en mcdaljes.
Voor dit museum werden een dertigtal wer
ken van oude meesters aangekocht, onder
welke een Roger Van Der Weyden, een
Quentin Matsys, een Adrien Ysebrant, een
Ambrosius Benson, een Gossart, een Breu
ghel, een Rubens, een Jordaens, een Te-
ïiiers, een Hennequin en last not least een
Louis Gallait, voorstellend „De laatste eer
bewijzen van de Dinanteezen aan de Gra
ven van Egmont en Hoorn."
Het Gentsen Gemeentelijk Museum is den
inrichters van het Museum te Dinant een
dankbaar voorbeeld geweest. Alleen bij het
uiterlijk aspect heeft men dit voorbeeld
moeten verlaten. De Dinanteezen hebben
hun nieuwe kunsthalle, die voor ruim twee
millioen francs aan kunstwerken bevat, als
een beginnelinge op het gebied, in het kleed
der bescheidenheid gestoken en ztf kan na
tuurlijk niet, gelijk de Gentsche, bogen op
den eerenaam van „Model Museum". Want
het Gentsch Gemeentelijk Museum is een
der schoonste en grootste musea van Bel
gië. Het gebouw, in zijn grootscheepschen
eenvoud, ligt verdoken tusschen loover van
omringende boomen, heesters en klimplan
ten. Alleen de trotsche zuilengalerij is vrij
vandaar waart den blik over breede la,nen
en bloemrijke hovingen, volgend de glinste
rende spettering van een grillige waterval
in het groote museum park. Het interieur
dezer fraaie schepping van den Gentschen
bouwmeester Charles van Rijsselberghe, is
geheel naar hetzelfde geslaagde plan uit
gewerkt. Rijke muurbekleedingen spreiden
er hun kleuren ten toon, schitterend nog,
niettegenstaande de smet des tijds. Deze
muurkleeden, afkomstig uit de zittingzaal
van het Oude-Burgcollege in het Graven
kasteel en van de Sint-Pieter-Abdij, zijn van
Urbain Leyniers.
Het moderne gedeelte van het museum
strekt zich uit links van den ingang aan
den rechterkant vindt de bezoeker een
aaneenschakeling van zalen uitsluitend
voorbehouden aan oudere werken. Gent is
de hoofdstad der Vlaanderen. Haar ge
schiedkundig verleden, haar macht ten tijde
der gemeentelijke autonomie, hebben er toe
bijgedragen, dat haar oude verzamelingen
in rykdom die van vele andere musea
overtreffen. De grootste rijkdom der Arte-
veldestad, o.a. de thans gehavende triptiek
der gebroeders Van Eyck en verschillende
doeken van Rubens, bevinden zich nog altijd
in de kathedraal van Gent, sinds de ont
vreemding van het koningen-paneel uit bo
vengenoemde triptiek is er echter sprake
van, ook deze kostbaarheden voortaan in
het Gentsche Museum ten toon te stellen.
Het is echter niet alleen het koningen
paneel uit de Van Eyck-triptiek, dat Gent
door diefstal verloren heeft. Reeds in vroe
gere eeuwen werd het herhaaldelijk van zijn
kunstschatten beroofd. Belangrijke ver
duisteringen werden gepleegd onder de
regeering van Maria-Theresia en Jozef II,
ten gunste van het Museum van Weenen,
dat nog met de gestolen Gentsche kunst
werken paradeert. Ook de Fransche over-
heersching deed haar best de Fransche
musea te verrijken ten koste van de Gent
sche verzamelingen ook verkoopingen aan
spotprijzen deden schilderwerken verdwij
nen waarvan het onherstelbaar verlies be
treurd blijft.
Het Gentsch Museum is van oorsprong
een private instelling. Het werd gesticht
door de vereeniging „De Vrienden van het
Gentsch Museum", die de openbare verza
meling verrijkt heeft met tal van zeer kost
bare en belangwekkende werken. Bovenge
noemde vereeniging kwam in 1897, onder
den aandrang van den Gentschen maecenas
Fernand Scribe tot stand. De stichting van
het museum werd een feit bij het overlijden
van Fernand Scribe, die geheel zijn rijke
verzameling, ter waarde van millioenen,
aan het Gentsch Museum vermaakte. De
verzameling Scribe, die in het Museum drie
afzonderlijke zalen vult, is een selectie door
den gever zelf, een man van smaak op het
gebied, geduldig aangelegd gedurende vele
jaren. Kunstenaar vóór alles was Scribe
nimmer de klassieke speurder, de droomer
van teruggevonden wonderen. Hij had al
le m oog voor het schoone en verwierp elk
stuk, hoe zeldzaam ook, indien het geen
kunstwaarde bezat. Scribe, die zelf een
talentvol schilder was, heeft recht op de
dankbaarheid van zijn geboortestad. Hij
maakte het Gentsche hoofdstuk in het
Kunstboek dat België heet tot een der
merkwaardigste van het land.
W. v. M.
RADIO-RUBRIEK
Maandag 11 Juni.
Hilversum, 301 M. Algemeen pro
gramma, verzorgd door de Vara. S.00
Gramofoonplaten. 9.00 De Notenkrakers o.
I.v. D. Wins. 10.00 Morgenwijding V.P.R.O.
10.15 Declamatie F. Nienhuys. 10.35 Ver
volg orkestconcert. 11.00 Vervolg decla
matie. 11.20 Vervolg orkestconcert. 12.00
Klein Vara.-ensemble o.l.v. F. Bakels en
gramofoonplaten. 2.00 Zenderverzorging.
2.15 Gramofoonplaten. 2.30 Voor de vrou
wen. 3.00 L. Schuyer, cello en Malka Slu-
zew3ki, piano. 3.30 Orgelspel C. Steyn.
4.00 Gramofoonplaten. 4.30 Voor de kinde
ren. 5.00 De Flierefluiters o.l.v. J. v. d.
Horst, m.m.v. A. de Booy, zang. 6.00 J.
Jong, orgel en N. v. Kinsbergen, viool. 6.30
Muzikale causerie P.^Tiggers. 7.15 Gramo
foonplaten. 7.30 J. P. Strijbos Neerlands
natuur. 7.50 Gramofoonplaten. 8.00 Herh.
S.O.S.-berichten en Vaz Dias. 8.1C Vara-or-
kest o.l.v. H. de Groot m.m.v. S. Brill,
cello. 8.45 Zang door mevr. G. v. Nierop
Ritterhaus. 9.00 Vervolg orkestconcert
9.30 Declamatie J. Lamaire. 9.45 Vervolg
orkestconcert. 10.15 Vaz Dias en gramo
foonplaten. 10.30 Vervolg orkestconcerr
II.00 Gramofoonplaten.
Huizen, 1875 M. N.C.R.V. 8.00 Schrift
lezing en meditatie. 8.15 Gramofoonplaten
10.30 Morgendienst o.l.v. ds. N. P. E. G.
v. Uchelen. 11.00 Chr. lectuur. 11.30 Gra
mofoonplaten. 12.30 Orgelconcert J. Zv/art
2.00 Gramofoonplaten. 2.35 Causerie A. .1.
Herwig. 3.15 Knipcursus. 4.00 Bijbellezing
door ds. L. J. v. Leeuwen, m.m.v. zang en
orgel. 5.00 Concert. F. Glastra van Loon,
sopraan. J. v. d. Rosière v. Emmerik, alt,
C. v. d. Beek, cello en A. v. d. Rosière,
piano. 6.30 Vragenuur. 7.00 Ned. Chr. Pers
bureau. 7.15 Gramofoonplaten. 7.30 Vra
genuur. 8.00 Chr. Radiokoor o.l.v. J. Cou-
vée m.m.v. S. P. Visser, orgel. 9.00 Mevr.
M. Vigelius De kunst van den Potten
bakker. 9.30 Orgelspel S. P. Visser. 10.00
Vaz Dias. 10.10 Gramofoonmuziek.
Daventry, 1500 M. 10.35 Morgenwij
ding. 11.05 Lezing. 12.20 Orgelspel T. Jen
kins. 1.05 Western Studio-orkest o.l.v. F.
Thomas, m.m.v. A. E. Watts, bariton. 1.50
Sportreportage. 2.00 Vervolg concert. 2.25
Voor de scholen. 3.20 Gramofoonplaten.
3.55 Duitsche les. 4.20 Concert m.m.v. E.
Robinson, cello en A. Morrison, piano. 4.50
Sportreportage. 5.00 Schotsch Studio-or
kest o.l.v. Daines. 5.35 Kinderuur. 6.20 Be
richten. 6.45 Sportreportage. 6.55 Purcell's
cembalo-muziek. 7.15, 7.30 en 7.50 Lezin
gen. 8.20 B.B.C.-orkest o.l.v. J. Lewis, m.
m.v. C. Willis, alt. 9.20 Berichten. Lezing.
9.55 Concert door A. Brosa, viool en Fr.
Mannheimer, piano. 10.55 Voordracht. 11.00
Jack Hackson en zijn orkest.
Brussel, 322 M. 12.20 Piano-recital en
gramofoonplaten. 1.30 Salon-orkest. 5.20
Symphonieconcert o.l.v. Meulemans. 6.50
Gramofoonplaten. 8.20 Symphonieconcert
o.l.v. Meulemans. In de pauze zangvoor
dracht. 10.30 Gramofoonplaten. 484 M.
12.20 Salonorkest. 1.30 Gramofoonplaten.
5.20 Concert door blaaskwintet en piano.
6.35 en 8.20 Gramcfoonplaten. 8.40 2e acts
van R. Strauss' „Der Rosenkavalier". 9.45
Hoorspel. 10.10 Kwartetconcert. 10.45 Dito.
11.10 Gramofoonplaten.
Parijs, „Radio-Paris", 1648 M. 7.20 en
8.20 Gramofoonplaten. 12.20 Krettly-orkest.
8.20 „Les brigands", opera van Offenbach.
10.50 Dansmuziek.
Kalundborg, 1261 M. 12.20 Concert
uit rest. Ritz. 2.55 Omroeporkest o.l.v.
Reesen. 5.20 Gramofoonplaten. 7.50 Discus
sie. 9.50 Saxofoonsoli. 10.25 R. Strauss-
concert o.l.v. F. Mahler. 11.20 Dansmuziek.
Deutschlandsendcr, 1571 M. 7.20
Opera „Der Rosenkavalier", van R.
Strauss. In de pauzes berichten en cause
rie. 11.05 en 11.20 Berichten. 11.35 Concert
uit Keulen door orkest o.l.v. Kühn m.m.v.
solisten.
HET RADIO-MENU.
Belangrijke uitzendingen van
de komende week.
Zondag: Deze dag staat in het tee-
ken van den zeventigsten verjaardag van
Richard Strauss en de voetbalfinale te Ro
me. 11.50 uur. Weenen (507 M.) opent de
rij der Strauss-concerten. Elisabeth Schu
mann treedt daarbij als soliste op.
21.25 uur. Hilversum (301 M.) Avro her
denkt den geboortedag van den componist
met uitvoering van zijn „Don Quixote" ui',
het Concertgebouw te Amsterdam. Het or
kest wordt door Eduard van Beinum gedi
rigeerd. De cello-soliste is Raphael Llanes.
Om 23.00 uur komt het laatste deel van de
opera „Tosca" van Puccini (aansluiting
met Turijn), waaraan o.a. als sopraan B.
Scacciati medewerkt.
19 20 uur. Deutschlandsender (1571 M.»
geeft een ooggetuigeverslag van de finale
der wereldkampioenschappen voetbal te
Rome.
22.20 uur. Brussel (Vlaamsch 322 M.)
doet een verslag van deze wedstrijden.
Maandag: Bijna alle stations vieren
nog Strauss' verjaardag. 19.20 uur. Leipzig
(382 M.) komt o.a. met „Der Rosenkava
lier" uit de „Dresdener Opera", waarvan
Brussel (484 M.) om 20.40 de 2e acte relay-
eert.
OMROEP-INCIBENT.
Onlangs heeft zich bij een Amerikaansch
relay van een Fransche uitzending, waarbij
de minister van buitenlandsche zaken Bar-
thou, het woord voerde, het volgende inci
dent voorgedaan.
De minister werd vooraf op enthousiaste
wijze door den Franschen gezant bij de
Vereenigde Staten ingeleid. Daarna werd
op de rede van den minister overgescha
keld. Doch hetgeen toen in den luidspre-
per kwam was zulk intiem Fransch gebab
bel, dat de technische dienst ontsteld uit
schakelde.
Achteraf bleek, dat deze stoornis als
volgt was ontstaan. Juist toen de rede zou
beginnen, sprong een koelbuis van een der
zendlampen. Deze bezweek, waardoor de
zender uitviel. Amerika begreep echter van
dat plotseling verdwijnen heel weinig en
begon te zoeken op andere golflengten..
Hierbij stemde men af op een anderen
Franschen kortegolfzender, nl. die van het
koloniaal station Lille P.T.T., hetwelk een
niet van lentesfeer gespeend tooneelschetsje
uitzond, getiteld „Het cafétje".
Gelukkig was na eenige minuten de rede
van den minister echter solied in de lucht.
MUZIEK IN ITALIË.
In Italië is een nieuwe wet aangenomen,
die bepaalt, dat alle leden van openbare
muziek-ensemble's en orkest in het bezit
moeten zijn van vaardigheids-diploma's
voor het instrument, dat zij bespelen. Ook
de Italiaansche omroeporkesten zullen on
der de nieuwe wet vallen.
VAN ONZE BOEKENTAFEL
„De weg bereidBrieven aan
een predikant door M. BessonBis
schop van LausanneGenève en
Freiburg. H ollandia-Drukker ij N.V
Baarn 193Jf.
Einde 1929 publiceerde de inmiddels over
leden Ds. A. O. Dubuis, predikant te Char-
donnc, Kanton Vand, in Zwitserland Onder
den titel va.n „La Voile déchiré" een apolo-
gi - van het Protestantisme, die onrecht
streeks een volledige afrekening met het
Katholicisme beduidde. Daar door dit boek
veel propaganda werd gemaakt, werd het
van Katholieke zijde noodzakelijk geacht
van repliek te dienen.
Met dit antwoord belastte zich Monseig
neur Marius Besson, hetwelk werd vervat
in het onderhavige boek, dat uit het
Fransch is bewerkt door den heer Kasteel.
Hoewel 's heeren Besson's boek het twee
de deel van een pro en contra is, vormt het
toch voor den lezer een voldoende geheel,
naar vorm en inhoud, zeer interessant, voor
katholiek en niet-katkoliek.
De schrijver toont zich een publicist van
distinctie, in zijn betoogtrant waardig, slag
vaardig, fijn en raak.
Toen de Hollandia-drukkerij te Baarn een
Nederlandsche vertaling van Ds. Dubuis het
licht liet zLn, meende de apologetische ver
eeniging „Petrus Canisius" den tijd geko
men, om ook het bisschoppelijk antwoord
ter kennis van het belangstellend Neder-
landsch publiek te moeten brengen.
Ds. Dubuis' boek werd onder den titel
„Het voorhangsel gescheurd" vertaald door
mej. N. Oosterlo, waarin Prof. Dr. Slote-
maker de Bruine een woord vooraf schreef.
„Fontamara", door I. Silone.
Van Holkema Warendorf N.V.,
Amsterdam.
Ignazio Silone werd in Mei 1900 geboren
in de omstreken van Fontamara, een ge
hucht in de Zuid-Italiaanse ne Abruzzen, als
zoon van een grootgrondbezitter. Door den
grooten wereldoorlog ontwaakt zijn belang
stelling voor politieke verhoudingen. Een
aardbeving vernielt het huis zijner familie
en zijn moeder en vijf broers sterven den
zelfden dag. Deze dag is beslissend voor
Silone, verdreven van den huiselijken haard
leeft hij langen tijd onder de boerenarbei
ders in zijn geboorteplaats. Hij trekt zich
het lot dier bezitloozen, die armsten der ar
men, de z.g. „Cafoni" aan en energiek
werpt hij zich op het boerenvraagstuk.
Zijn werk „Fontamara" is er het uitvloei
sel van. In eenvoudige, voor ieder begrijpe
lijke woorden en zinnen vertelt hij in een
10-tal hoofdstukken van het vreugdelooze
en tragische leven van zijn personen uit het
hedendaagsche fascistische Italië.
Wanneer het fascisme zijn bestuursappa
raat in het achterlijk binnenland wil vesti-,
gen, wordt het niet begrepen noch gewaar
deerd. De overheidsfunctionnarissen begrij
pen de volksmentaliteit niet, door ruwe
handen van zwarthemden wordt er veelal
meer verknoeid dan tot stand gebracht.
„Fontamara" is een veel misstanden aan
het licht brengend boek, dat veler belang
stelling verdient en vertaald in twaalf
talen ook stellig onder de Nederlandsche
lezers zijn weg zal vinden.
N. Brunt zorgde voor een vlot lezende
vertaling.
Bommen op Nederland", door
M. J. M. Gemmeke. Uitgave
N.V. Drukkerij Jacob van Campen,
Amsterdam.
In een voorwoord zegt minister De Wilde,
dat de schrijver van het boek een goed werk
gedaan heeft door de gevaren uiteen te
zetten, welke bij een luchtaanval dreigen
en de middelen aan te geven om zich
daartegen te beschermen.
Daar van dit boek reeds de tweede druk
is verschenen, bewijst wel dat het een gun
stig onthaal heeft gevonden.
De heer Gemmeke, de samensteller van
het boek, is inspecteur van politie te Am
sterdam en reserve eerste luitenant.
In een inleiding zegt de heer Gemmeke,
dat het boek bedoeld is als een opwekking,
een oproep aan het Nederlandrahe volk, het
wakker te schudden, zoomede sympathie en
medewerking te vragen bij het nemen van
maatregelen ter bescherming van de levens
onzer medemensclien.
De gevaren van den luchtoorlog worden
duidelijk uiteengezet.
Met belangstelling zal men van dit boek
kennis nemen.
Wij hopen met den schrijver, dat het
oogenblik, waarop de civiele luchtbescher
mingsdienst aan de practijk van den oorlog
zal worden getoetst, verre zal zijn, doch
mochten wij onverhoopt in een toekomstig
Europeesch conflict worden betrokken, dat
wij dan als natie kunnen blijven leven, blij
ven werken en met Gods hulp overwinnen.
DE REGISSEURS EN DE FILM.
Het juiste aandeel, hetwelk een regisseur
in de uitbeelding van het karakter eens
spelers wordt toegekend is steeds een on
derwerp van gesprek geweest in filmland.
Men is het er over eens, dat een acteur
of actrice beïnvloed wordt door den leider
en dat hij of zij op diens opvatting ver
schillend reageert.
Ka.y Francis' meening is interessant ge
noeg om deze hier weer te geven. Zij zegt
Ieder acteur ziet zijn rol te individueel, in-
plaats van dat h\j haar als onderdeel be
schouwt van de geheele compositie. Het ge
volg daarvan is, dat zij te veel aan zichzelf
denken en daardoor het ensemble, waarvan
zij deel uitmaken, over het hoofd zien.
Een goed regisseur echter overziet het
scenario in zijn geheel, gelijk een dirigent
zijn partituur, en zal er voor zorgdragen,
dat geen enkele speler domineert zonder
noodzaak. Het spreekt vanzelf, dat geen
enkele regisseur van een slechten speler een
goed artist kan maken gedurende den tijd
da'; hij zijn werkzaamheden als leider van
een geheel ensemble moet benutten, doch
hij kan een teveel of een te weinig aan
actie voorkomen en zijn handeling toetsen
aan het scenario.
Miss Francis neemt tot voorbeeld de rol
van een acteur, die als Kamerdienaar speelt
in een stuk waarin hij de hoofdrol speelt.
Het was een belangrijke rol met verschei
dene dramatische scènes. Tot tweemaal toe
kon men hem later niet gebruiken in der
gelijke rollen omdat zij van ondergeschikt
belang waren en hij er te veel den gerouti-
neerden kamerdienaar in wilde leggen,
waardoor verschillende scènes te opdringe
rig werden.
Kay is een van de weinige sterren, die
zich aanpast aan de andere spelers, wan
neer de omstandigheden dit verlangen. In
haar nieuwe film „Dr. Mcnica", waarin ze
met Warren William als tegenspeler de
hoofdrol vervult, laat zij Joan Muit en
Verree Teasdale, die in deze film de bijrol
len spelen, in de eer deelen.
Een der Warner Bros-regisseurs moet
eens van haar gezegd hebben Kay Francis
behoeft niet te vreezen dat men haar over
treft, daarvoor is ze veel te veel actrice en
heeft ze te veel persoonlijkheid.
Misschien voelt ze dat zelf ook, doch ze
is te bescheiden om dit van zichzelf te
zeggen.
OVER ONTDEKKINGEN AAN DEN
STERRENHEMEL.
Regisseur Cecil B. de Mille heeft reeds
meermalen de wereld verrast door een te
voren vrijwel onbekend acteur of actrice
een zeer belangrijke rol toe te deelen. En
ofschoon doorgaans zijn „ontdekkingen"
over groote talenten bleken te beschikken,
heeft zijn voortdurend speuren naar nieuwe
krachten, terwijl er toch zooveel erkend
goede spelers zijn, reeds dikwijls kritiek
moeten hooren. Onlangs heeft hij zich tegen
aantijgingen van dien aard verdedigd en
schreef het volgende
Hoe ik sterren maak.
Men heeft mij al van heel wat beticht,
van een voorkeur voor badkuipen, voor
vleiers en andere min of meer ongezonde
onderwerpen, maar nog nooit heeft men
van mij kunnen zeggen, dat ik een artikel
in een krant heb geschreven. Nu ik dat toch
doen ga, is het een prachtgelegenheid om
nu eens fantastische en dwaze geruchten
te verspreiden over journalisten, net zooals
die heeren al twintig jaar geruchten over
mij verspreid hebbenmaar dat is toch
niet mijn plan.
Een van de dingen waarover ze mij ge
regeld kapittelen is mijn voortdurend zoe
ken naar allerlei talenten iederen keer dat
ik weer een film maak. De journalisten wil
len er mijn aandacht op vestigen dat Holly
wood overbevolkt is met talentvolle spelers,
die maar al te graag een rol van mij zou
den aannemen.
Nu is Hollywood inderdaad overbevolkt,
maar niet met talent. Dit laatste is een
zeldzaam artikel, waarnaar men lang zoe
ken kan zonder iets te vinden. Daarom
moeten regisseurs zoo nu en dan afwijken
van de gebaande wegen, indien zij een
„Alice in Wonderland", een onbedorven
meisjesstudent of een vrouw me', vampier
eigenschappen noodig hebben.
Soms hoeven we niet ver van huis te
zoeken, maar dat gebeurt niet dikwijls.
Twee bijzondere voorbeelden daarvan zijn
Judith Allen en Claudette Colbert.
De eerste was pas kort geleden uit New-
York naar Hollywood gekomen, na door
Paramount te zijn geëngageerd, toen ik op
zoek ging naar een actrice, die voor de
hoofdrol van „This Day and Age" in aan
merking zou kunnen komen. Ik liet tallooze
opnamen voor mij afdraaien en juist toen
ik er aan begon te wanhopen het geschikte
meisje onder de Hollywoodsche actrices te
zullen ontdekken, werd een proefopname
van Judith geprojecteerd. Onmiddellijk zag
ik, dat zij de personificatie was van de
figuur, die ik me had voorgesteld de be
treffende rol te doen uitbeelden.
Maar haar opname was de eenige uit
ongeveer driehonderd stuks, die rnij bevredi
gen kon en het had dus weinig gescheeld,
of ik had mijn speurtocht buiten Hollywood
moeten uitstrekken.
Een nog opzienbaarder vondst van on
ontdekt talent midden in Hollywood deed
ik met Claudette Colbert. Ik zocht tijdens
de voorbereiding van „Het Teeken des Krui-
ses'', naar een schoone actrice, die de rol
van Ge wreecie en boosaardige Poppea, de
vrouw van Nero, zou kunnen vervullen.
Tot op dat oogenLlik had nog nooit
iemand Claudette Colbert voor een rol van
dat genre in aanmerking doen komen. Al
jaren lang speelde ze voor de film, doch
beeld slechts lieftallige heldinnen uit. Zij
verwierf daarmee ook zekere mate van po
pulariteit, maar kon toch niet tot de groote
sterren gerekend worden. Niemand had zich
ooit afgevraagd, wat voor indruk Claudette
zou maken in de rol van verleidster, maar
toen ik films en proefopnamen van Holly
woodsche actrices voor mij liet vertoonen,
trok iets in Claudette's oogen, mond en
stem mijn aandacht. Daar waren mogelijk
heden, waar nog geen gebruik van was ge
maakt. Haar mond er. oogen hadden den
klassieken vorm en diepte, welke door de
eeuwen heen hun bekoring hebben bewezen,
terwijl het timbre van haar stem voorspel
de, dat cr met deze actrice iets bijzonders
te bereiken zou zijn.
Ik deed haar een metamorfose ondergaan
in overeenstemming met d^ rol, die ik haar
had toegedacht en Claudette Colbert ont
popte zich als een eerste rangs actrice,
waar iedereen verrast over was. Tot dusver
had zich haar filmloopbaan eenzijdig en
onjuist ontwikkeld, maar nu ik haar groote
kracht ken, aarzel ik niet haar de rol van
C'eopatra in een komende film te geven.
De gevallen van Judith Allen en Clau
dette Colbert zijn, zooals ik zeide, uitzon
deringen, waarbij het gezochte talent voor
speciale rollen in Hollywood zelf werd ge
vonden. De filmindustrie zal altijd de we
reld blijven afzoeken naar nieuwe en bij
zonder talentvolle krachten. Men moet er
dus niet te veel waarde aan hechten, indien
de kranten ons speuren naar filmtalent in
een bespottelijk daglicht stellen. Wij hebben
daarvoor wel degelijk een grondige reden.
Wel blijkt dikwijls, dat zij iets nastreven
dat niet te verwezenlijken is, dat practisch
niet bestaat, maar indien wij tusschen de
duizend menschen, die wij erover aanspre
ken ook maar één groote ster vinden, dan
zijn tijd, moeite en geld waardig besteed.
RUSSISCHE TEEKENFILMS.
De Sovjet-filmindustrie heeft een proef
ondernomen met het uitgaven van teeken-
fi'ms naar het voorbeeld der bekende Ame-
rikaansche series. De hoofdfiguur ir deze
film is een kleine egel. De filmseries zullen
reizen voorstellen van de sovjet-egels door
het buitenland en de toestandei in de Euro-
peesche -anden tegenover die der Sovjet-
Unie. De eerste film „De gekke reis" werd
reeds vertoond.
FILMOPNAMEN IN ZEELAND.
Naar men weet heeft de Technicolor
Lomp. te Hollywood in Nederland een
kleurenfilm laten maken.
Het is de bedoeling door toepassing van
een nieuw procédé alles in de natuurlijke
kleuren op het doek te brengen. Er wordt
daartoe gebruik gemaakt van een driedeelig
negatief voor de drie hoofdkleuren.
Het Amerikaausche gezelschap heeft en-
kek dag -1 gewerkt onder leiding van Mrs.
Filtz Patrick in de bollenstreek en in Volen-
dam en in Zeeland.
Zoo zijn te Veere, Arnemuiden, 's-Keeren-
hoek en enkele andere plaatsen opnamen
gemaakt.
Naar wij vernemen, zal het October wor-
der eer hier in Holland deze kleurfilm,
waarvan men zoo een groote verandering in
he;, filmwezen verwacht, vertoond zal wor:
den.
BUSTER KEATON FILMT IN
FRANKRIJK.
Buster Keaton heeft zijn contract met de
Metro-Goidwyn niet vernieuwd. Hij gaat te
Parijs filmen. De ticel zal luiden „Le Roi
des Champs Elyseés". Voor deze film zul
len driehonderd American girls worden ge-
impoiteerd. Voor het eerst in zijn loopbaan
zal deze beroemde komiek lachen. Max
Nasseck voert de regie