Gemakkelijk loopen - Welfschoenen koopen
FEUILLETON
In het holst van den nacht
BINNENLAND
van deze allerveiligste en kortste interna
tionale route meester gemaakt. Geen an
dere haven biedt dezelfde voorwaarden en
vooral ook ten opzichte van het buitenland
wordt hier de Nederlandsche driekleur met
eere gevoerd. De sedert 1875 dagelijks op
Engeland varende Zeeland-booten, de gere
gelde, slankgelijnde voorbijgangers van het
strand, hebben zonder stagnatie den dienst
onafgebroken kunnen onderhouden. Zee
land is ondenkbaar zonder de „Zeeland".
Altijd interessant is een bezoek aan de
gemoderniseerde haven, na volhardenden
arbeid in deze jaren verkregen, dank zij
den hiervoor genoemden eersten burger
van Vlissingen. Bunker- en oliestations
vestigden zich er reeds. De perspectieven
voor deze Nederlandsche haven zyn groot.
KAMEROVERZICHT
EERSTE KAMER.
Vergadering van Dinsdagavond.
Goedgekeurd werden verschillende natu
ralisatie-ontwerpen.
Zonder debat en hoofdelijke stemming
werd aangenomen het wetsontwerp tot be
schikbaarstelling van een renteloos voor
schot uit 's rijks was ten behoeve van de
N.V. Waterleiding Mij. Zeeuwsch-Vlaande-
ren, te Ter Neuzen.
Aan de orde was hierna het wetsontwerp
tot verlaging der loodsgelden.
De heer Droogleever Fortuyn verklaarde
dat dit wetsontwerp voor de havensteden
volkomen gewettigd is. Voor een nieuwen
tarievenstrijd behoeft niet te worden ge
vreesd. De maatregel bedoelt niet te zijn uit
lokking van een tarievenstrijd. Spreker
acht het verkeerd dat voor lijnbooten on
derscheid wordt gemaakt in de nationali
teit van gezagvoerders en stuurlieden. Dit
zal ook in de practijk tot verkeerde toe
standen leiden. Spreker vindt dit jammer,
maar verheugt zich in het algemeen over
het wetsontwerp.
De heer Knottenbelt voegt hieraan toe,
dat de Staat door dezen maatregel de kos
ten van scheepvaartbedrijven verlicht en
deze dus steunt. Spreker hoopt hetzelfde
ook voor andere bedrijven. Spreker betoogt
dat 9 der nieuwe bepalingen niet te
streng moet worden toegepast, bijv. in ge
val van zware stuwage, waarvoor het inne
men van lading in meer havens noodig is,
bijv. resp. te Amsterdam, Hamburg en
weer te Amsterdam. Vervolgens onder
steunt spreker het betoog van den vorigen
spreker. Hij is echter overtuigd dat nooit
de bedoeling is geweest, de Nederlandsche
vlag te bevoordeelen. Het verdrag betref
fende het statuut in zake internationaal
havenregime, goedgekeurd bij de wet van
9 December 1923, voorziet reeds in deze
materie. De regeering beperke deze dus
niet tot Engeland.
De minister van defensie, de heer
Deckers, dankt den heer Droogleever For
tuyn voor diens woorden. Het doet spreker
genoegen, eenige verlichting voor de Neder
landsche scheepvaart te hebben kunnen bij
brengen. De critiek op eenige detailpunten
beantwoordend, zegt de minister, dat de
eisch van Nederlanderschap voor kapiteins
en stuurlieden van lijnbooten om het loods-
brevet te krijgen ten onrechte is beschouwd
als een beperking. Van groote beteekenis
is de kennis van Nederlandsche wetten,
welke niet kan worden gevergd van niet-
Nederlanders. Bovendien zijn eventueel te
nemen maatregelen veel moeilijker toe te
passen tegen niet-Nederlanders dan tegen
Nederlanders. Daarom is de regeling op
jneer bescheiden schaal gemaakt.
Voor het standpunt van den heer Knot
tenbelt is wel iets te zeggen. De algemeene
maatregel zal worden toegepast wederkee-
rig voor landen met gelijke faciliteit. Dit is
een voorzichtigheidsmaatregel. Op den
nieuwen weg moet met niet al te groote
schreden voorwaarts gegaan. Spreker zal
vóór het vaststellen van den algemeenen
maatregel van bestuur zijn meening nog
toetsen aan die van den heer Knottenbelt.
Het wetsontwerp wordt zonder hoofde
lijke stemming aangenomen.
i
Naar het Duitsch, bewerkt door
J. VAN DER SLUYS.
(Nadruk verboden)
16)
„Hier is de patiënte, dokter, maar u
moet haar met psychische middelen weer
beter maken, want ik wil u wel in het
diepste geheim vertellen, dat slecht sma
kende medicijnen zonder pardon worden
weggegooid
„Dat maakt mijn taak niet eenvoudiger",
zei dr. Römhild glimlachend, terwijl hij de
hand, die Traute hem ter begroeting had
toegestoken, bleef vasthouden. „Zegt u mij
maar eens, wat er aan scheelt, juffrouw
Falkenhayn V*
„O, het heeft niets te beteekenen de ge
wone hoofdpijn. Morgen is «het weer over.
Ik heb het liefst, dat u er geen notitie van
neemt."
Zij had haar hand teruggetrokken en er
vloog een schaduw over haar gezicht, toen
Römhild op een la^en stoel dicht bij den
divan ging zitten en zich naar haar voor
overboog.
„Zoo licht zullen wij het toch maar niet
opnemen", antwoordde hy op vriendelijk-
rustigen toon, waarin bij alle beleefdheid
toch ook het zelfbewuste was, dat bet fen
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Dinsdag.
Landbouwcrisisfonds.
Het heeft niet veel zin om over het land
bouwcrisisfonds veel te zeggen. Het zijn
altegader uitgemaakte zaakjes en over het
algemeen is men tevreden met het beleid
van den afgetreden minister van Economi
sche Zaken. Het is me dan ook een bedrag
dat hier besteed is, zoo tegen de 200 mil-
lioen gulden aan. Toch waren er nog leden
die niet tevreden zijn, zooals de heer Weit-
kamp. Wou die nog meer geld hebben
Want het is alleen om geld en nog eens
geld te doen. De klachten over de misbrui
ken zijn niet van de lucht geweest en dat
is teekenend.
Wijze adviezen werden niet gegeven of ze
waren al heel oud. De klachten betroffen
nog dikwijls de prijsdaling alsof de Regee
ring daar iets aan kan doen. Men vond
zelf dat in de zgn. beschutte bedrijven de
prijzen nu ook maar moeten dalen.
Voorts werd meer gevraagd voor de
zandboeren. Ook de pachtprijzen werden
behandeld. De holiebolle gijzen van het
agrariërsdom willen steeds meer, al weten
zij dat er geen geld in kas is.
Allerlei details zijn natuurlijk ter sprake
gebracht, maar ook die doen weinig ter
zake. Hoofdzaak is dat men tevreden
scheen en het beleid van ex-minister Ver
schuur toejuichte.
De toestand der werknemers in
administratieve en distributieve bedrijven.
Het dagelijksch bestuur van den Nederl.
R.-K. Bond van Handels-, Kantoor- en
Winkelbedienden, „St. Franciscus van
Assisië" heeft met aandacht en met zorg
in zijn laatste vergadering de positie van
een groot deel zijner leden onder oogen
gezien.
Het verweer der centrale Katholieke
arbeidersbeweging, waarvan de bedienden-
bond met het daarbij aangesloten winkel-,
kantoor- en vertegenwoordigend personeel
deel uitmaakt en welk verweer meer in het
bijzonder is gericht tegen een voortgaande
verlaging van loon- en steunnormen door
de huidige regeering, heeft de volle instem
ming van het bestuur van bovengenoemden
bond.
Nog immer zijn voorts de kantoorbedien
den wachtende op de uitvoering van het
voornemen van den minister van sociale
zaken, waarbij de minister in uitzicht stel
de een aanvang te zullen maken met invoe
ring van het Werktijdenbesluit voor de
kantoren, zij 't dan voorloopig voor slechts
enkele categorieën.
Ook de uitvoering van het Werktijdenbe
sluit voor winkels, bijv. de wijze waarop
het in dit besluit genoemde overleg met de
organisaties wordt geïnterpreteerd, kan
niet ten volle de goedkeuring van het
bondsbestuur wegdragen.
Met instemming werd voorts kennis ge
nomen van de houding van den minister
president dr. H. Colijn, ten aanzien van de
wijziging der Winkelsluitingswet, meer in
het bijzonder de Zondagssluiting betreffen
de, al had men gaarne gezien, dat de kabi
netsleider bij de behandeling der motie-Ku-
pers in de Tweede Kamer der Staten-Gene-
raal eveneens de ethische normen wat
zwaarder had laten wegen dan zijn econo
mische bezwaren.
De Diesel-electrische treinen.
Het begin van de invoering van de Die
sel-electrische tractie op sommige baan
vakken der Nederlandsche spoorwegen
heeft gisteren volop reden tot tevreden
heid gegeven. Wel was er eenige vertra
ging in den loop der treinen, hetgeen uit
den aard der zaak op den eersten dag van
een nieuwe dienstregeling verklaarbaar is,
doch voor het overige is er alleen een rem-
blok van een der Diesel-treinen bij Abcoude
warmgeloopener was verzuimd een
kraan van de luchtleiding om te draaien.
De vertraging van enkele treinen werd
mede veroorzaakt door de uitbreiding van
den groepswagendienst voor het goederen
vervoer en den loop der goederentreinen,
waarvoor des nachts één uur minder tijd
geweest was dan normaal.
Nederlandsche veilingomzetten weer
gedaald.
Blijkens het verschenen jaarverslag van
het Centraal bureau van veilingen in Ne
derland, heeft de totale omzet der bij deze
organisatie aangesloten veilingvereenigin-
gen, in 1933 bedragen 56.439.000 tegen
64.698.000 in 1932, een vermindering dus
met 13
De achteruitgang van de omzetcijfers
heeft zich dus ook in het afgeloopen jaar
voortgezet, en reeds vijf jaar achtereen
valt deze teruggang te constateeren. In
1928 werd het hoogste bedrag bereikt, nl.
100.240.000, doch in 1929 liep dit omzet
cijfer reeds met bijna 5 millioen terug.
In 1911 was de omzet reeds gedaald tot
80.149.000 en daarna volgde de grootste
vermindering in 1922 tot 64.698.000.
In vijf jaar tijd zijn dus de Nederland
sche veilingomzetten met 44 gedaald.
Verkeersweek.
Voor de door het Verbond van Vereenï-
gingen voor Veilig Verkeer in ons land van
49 Juni a.s. te houden verkeersweek be
staat in verschillende plaatsen groote be
langstelling. Deze verkeersweek zal ten
doel hebben een algemeene propaganda te
maken voor het nakomen van de verkeers
regels. In tal van gemeenten, waar vereeni-
gingen voor veilig verkeer bestaan, is men
druk bezig met het treffen van voorberei
dende maatregelen, welke ongetwijfeld tot
goede resultaten zulle i leiden, daar overal
de medewerking van politiewege is toege
zegd.
De Kunst in nood.
Het comité met den veelzeggenden naam
„De Kunst in nood", dat in stilte reeds een
massa voorbereidend werk heeft verzet en
dat bij zijn beroepen op medewerking van
het Nederlandsche volk ook naar buiten
van zich heeft doen hooren, heeft in een
persconferentie, gehouden bij Kleykamp te
's-Gravenhage, belangwekkende mededee-
lingen gedaan over de van alle zijden on
dervonden sympathie en over de wijze,
waarop het totnutoe heeft gehandeld, zoo
mede over zijn plannen voor de de naaste
en misschien nog verre toekomst. De
heer Luc. Willink, een van de ijverige leden
van dit comité, vertelde ons o.a., wat de
ervaringen aangaat, dat wel zeer duidelijk
is gebleken, dat er onder de Nederlandsche
kunstenaars bitter gebrek wordt geleden,
maar hij mocht er tevens bij zeggen, dat
er op zeldzaam verrassende en eensgezinde
wijze alle instanties, tot welke het comité
zich heeft gewend om hulp, die medewer
king hebben verleend.
Begin September 1932 is men „en trés
petit comité" begonnen en, zooals alle be
gin, is dat een moeilijke aanvangsperiode
geweest, maar al spoedig kwam de belang
rijke toezegging van H. M. de Koningin,
die, als kunstenares zich het lot van de
crisis-slachtoffers in de kunst in hooge ma
te aantrekkend, dadelijk een zestal harer
werken ter reproductie afstond voor de col
lecte, welke het comité zich voorstelde ten
bate van de noodlijdende beeldende-kunste-
naars in boekvorm uit te geven. Geleidelijk
kwamen toen tal van toezeggingen tot ac
tieve deelname van kunstena ,rs aan het
werk binnen, zoodat een rijke representa
tieve verzameling werd verkregen. Gerui-
men tijd was echter noodig voor het vor
men van een garantie-fonds om een derge
lijke lithografische uitgave te kunnen ver
wezenlijken, want men wilde niet in zee
gaan, alvorens het geld daartoe was bijeen
gebracht of althans verzekerd. In tal van
plaatsen van ons land is het comité er op
uitgetrokken om sympathie voor de uitga
ve te winnen en het mag met vreugde wor
den geconstateerd, dat men die sympathie
op royale wijze heeft mogen verwerven.
Het voorloopig resultaat was, dat de
fraaie uitgave betaald ter wereld ver
scheen, zoodat verder alle opbrenst ten
bate van de noodlijdende kunstenaars kon
worden geboekt. Het is een werk in zes
deelen geworden, waarvan elk deel ook af
zonderlijk verkrijgbaar werd gesteld, maar
dat als geheel een zoo waardevol bezit mag
worden genoemd, dat het geen twijfel meer
behoeft te lijden of de geheele voorraad
van 4600 exemplaren van de collectie zal
spoedig zijn uitverkocht.
Hierbij dient in aanmerking te worden
genomen, dat een 1200-tal exemplaren ge
reserveerd moest worden voor de deelne
mers aan het garantiefonds enz. Intusschen
hebben vele inteekenaren een veel hooger
bedrag dan den netto-prijs 15 met inbe
grip van linnen portefeuille) aan het comité
toegezonden, hetgeen den noodlijdenden
kunstenaars weder ten goede komt en bo
vendien mogelijk maakt, dat een grooter
aantal kan worden geholpen dan waarop
men aanvankelijk rekende.
De te helpen personen ontvangen geen
uitkeering, doch zij ontvangen honorarium
voor een of meer kunstwerken, die zij aan
het comité ten verkoop aanbieden. Natuur
lijk moet een keuring van het werk aan
den verkoop voorafgaanniet alles wat
aangeboden wordt, kan op den titel van
kunst aanspraak maken, doch in geval van
twijfel wat bij kunst nu eenmaal moge
lijk is dan geeft de nood den doorslag.
Voor de te koopen werken betaalt 't comi
té een redelijken prijs, in vele gevallen heel
wat meer dan de vaak al te bescheiden
vervaardiger ervoor heeft gevraagd.
Alle aangekochte werken zullen worden
tentoongesteld en bij elke tentoonstelling
zullen er een aantal worden verkocht, bij
loting of op andere manier, waarvan de
opbrengst langs een omweg weder aan de
noodlijdende kunstenaars ten goede. komt.
In alle steden en in tal van dorpen van be
teekenis zal de tentoonstelling van zich
doen getuigen.
Met de daadwerkelijke hulpverschaffing
is intusschen einde Maart reeds een begin
gemaakt en daarmede wordt in snel tempo
voortgegaan.
Voorzitter van 't comité de heer C. G.
Kleykamp, directeur van de Koninklijke
Kunstzaal, secretaris-penningmeester is mr.
J. Visser, directeur van A. Hoboken en Co's
Bank te 's-Gravenhage, welke laatste te
vens de verkoop-organisatie van de uitga
ve heeft behartigd, met medewerking van
den heer E. J. van Dort, die een krachtig
aandeel in de propaganda voor zijn reke
ning heeft genomen.
Op 10 Mei en 15 Mei jl. hebben minister
Marchant en oud-minister Reymer reeds
hartelijke woorden door de radio gesproken
ter aanmoediging van dit mooie werk.
KERK- EN SCHOOLNIEUWS
Ned. Herv. Kerk. Beroepen te Biezelinge
ds. C. G. H. Blok te Westmaas.
Drietal te Rotterdam ds. D. Tromp te
Zandvoort, dr. G. W. Oberman te Utrecht
en dr. J. van Dijk Oldenzaal.
Bedankfc voor het beroep naar Arnemizi-
den door G. van den Bogert, cand. te Som-
melsdijk.
Vereeniging van kerkvoogdijen in de
Ned. Herv. Kerk.
Gisterenmiddag is te 's-Gravenhage de
jaarvergadering van de Vereeniging van
kerkvoogdijen in de Ned. Herv. kerk ge
houden, onder leiding van den heer J. Bak
ker uit Menaldum. Deze stipte in zijn ope
ningswoord o.m. de moeilijkheden der cri
sis voor de kerkvoogdijen aan. Bij de afdoe
ning van huishoudelijke zaken kwam het
jaarverslag van den secretaris, mr. A. de
Jong uit Dordrecht, ter sprake. Wij ont-
leenen hieraan, dat 51 kerkvoogdijen toe
en laten van den dokter altijd kenmerkte.
„En ik wil u wel eerlijk bekennen, juffrouw
Falkenhayn, dat het niet heelemaal toeval
lig is, dat u mij hier ziet. Gisteravond al,
bij de von Puchdorf's, stond uw uiterlijk mij
niet aan."
„Dat is niet bepaald galant gezegd, dok
ter 1" riep Lizzy in vroolijk protest. „Met
een dergelijke openhartigheid zult u uw
vrouwelijke patiënten voor het hoofd stoo-
ten. Het lijkt mij niet bevorderlijk voor uw
praktijk."
„Ik dank u voor den goed gemeenden
wenk, juffrouw Delvendal", schertste Röm
hild terug, „maar ik kan tot mijn spijt geen
woord terugnemen van wat ik gezegd heb."
En daarop weer tot Traute „Toen u bin
nenkwam, zag u er uitstekend uit, juffrouw
Falkenhayn, maar ik schrok, toen ik later
nog eens naar u keek. En daar ik toch
moeilijk kan veronderstellen, dat u in de
gastvrije woning van Freiherr von Puch-
dorf iets onaangenaams gepasseerd is,
moet ik wel aannemen, dat u iets man
keert. Dat is de reden, dat ik vandaag ge
komen ben."
De rimpel tusschen Traude's wenkbrau
wen werd dieper.
„Ik stel uw belangstelling bijzonder op
prijs, dokter, maar u hebt u noodeloos
bezorgd gemaakt. Ik voelde mij gister
avond heel wel en ik verzeker u nog eens,
dat mijn hoofdpijn van vandaag niets te
beteekenen heeft."
Er werd geklopt en een dienstmeisje met
een mutsje op, keek om het hoekje van de
deur.
„Neemt u mij niet kwalijk, dat ik stoor",
zei ze beleefd, „maar kan juffrouw Delven
dal misschen een oogenblik komen Er is
iemand, die de juffrouw spreken wil."
„Je excuseert mij wel even, kind ik ben
zoo terug."
De deur sloot zich achter Lizzy en het
dienstmeisje. Traute maakte een beweging
alsof zij zich uit haar liggende houding
wilde oprichten, maar dr. Römhild legde de
hand op haar arm om dit te verhinderen.
„Neen, houdt u zich maar zoo kalm mo
gelijk, juffrouw Falkenhayn. Natuurlijk ben
ik ook overtuigd, dat u niets ernstigs man
keert, maar dat neemt niet weg, dat uw
zenuwen rust nor dig hebben. Juist nu, bij
het begin van het winterseizoen, dat veel
van de krachten van een jongedame van de
uitgaande wereld vergt, is het noodig, dat
u een flinke dosis weerstandsvermogen
opdoet. En ik mag u niet ontveinzen dat
ik den laatsten tijd tot mijn leedwezen on
miskenbare teekenen van een zekere ner
vositeit bij u heb waargenomen."
„Met uw nervositeit, waarvan ik zelf
tot dusver niets heb gemerkt, zal het wel
zoo'n vaart niet loopen, dokter klonk het
spottend.
Römhild schudde afkeurend het hoofd.
„U neemt het heusch te licht op", waar
schuwde hij. „Laat ik uw. po1; maar eens
controleeren."
Het jonge meisje aarzelde, als door een
innerlijken tegenzin gedreven. Maar ze
begreep, dat ze den huisarts niet met goed
fatsoen beletten kon haar pols te voelen,
en ze liet hem den mooi-gevormden arm
nemen, die uit de mouw van haar peignoir
te voorschijn kwam. Met zijn vrije hand
haalde hij zijn horloge uit den zak en telde
zwijgend. Maar ook nadat hy het horloge
weer opgeborgen had, liet hij haar arm nog
niet los.
„Ik dacht wel, dat uw pols hoogst on
regelmatig zou zijn. Het is haast ondenk
baar, dat u zich heelemaal goed voelt met
zoo'n pols. Waarom bént u toch niet open
hartiger tegen mij, juffrouw Falkenhayn?"
Toen zijn hand haar arm een zacht
drukje gaf, maakte Traute zich vrij en
sprong op.
„Maar mijn hemel, dokter, ziet u dan
niet, dat u mij kwelt Ik ben niet ziek en
als ik het was, zou ik my toch met alle
kracht tegen behandeling door een dokter
verzetten."
Ook Römhild was opgestaan.
„Dat maakt de zaak anders. Ik bied u
mijn excuses aan, dat ik u met myn be
langstellende vragen lastig heb gevallen.
Ik zal uw vader verzoeken de zorg voor de
gezondheid van zyn familie aan een ande
ren medicus op te dragen."
Traute schrok van de gevolgen van haar
uitval.
„Zoo was het niet gemeend", stamelde ze
onthutst. „Het was absoluut niet mijn be
doeling u onaangenaam te zijns"
traden en vier bedankten als lid, zoodat
het aantal leden nu de 700 nadert. Voor
het eerst werden streekvergaderingen in-
gevoerd. Met den raad van beheer, den
Ned. Bond van predikanten en de Alge
meene synode der Ned. Herv. kerk werden
tal van conferenties gehouden, alsook met
het algemeen college over de mogelijkheid
van oprichting van een kerkelijke hy-
potheekbank.
Inzake de wijziging van het reglement
op de pastoriegoederen bracht de voorzit
ter hulde aan de Synode, die mede op voor
stel der vereeniging, een verandering in dit
reglement heeft aangebracht, waardoor de
samenwerking tusschen bestuur en beheer
sterk is verbeterd. Ook heeft de synode het
denkbeeld der vereeniging overgenomen
om de door den raad van beheer voorge
stelde verlaging der tractementen slechts
tijdelijk te doen zijn, en inmiddels een com
missie te benoemen tot algeheele herzie
ning van het reglement op de predikants-
tractementen.
Spr. behandelde voorts het contract met
de Federatie van diaconieën en met den
Predikantenbond, en vervolgde ihet de op
merking, dat de vereeniging de vervulling
der vacatures in de provinciale colleges
van toezicht en daarna ook in het alge
meen college van toezicht in studie heeft
genomen ongeveer 800 kerkvoogdijen zjjn
bij het toezicht aangesloten, en dus is de
uitoefening van het toezicht een groot al
gemeen belang voor de kerkvoogdijen.
In sterke spanning.
Het Zendingsbureau te Oegstgeest ver
zoekt ons plaatr voor het volgende
Er is geen beter woord dan dit om uit te
drukken in welke gevoelens wij in deze da
gen verkeeren. Pinksteren staat nu voor de
deur. Het feest van den Heiligen Geest. En
vanouds de feestdag, die in prediking en
collecte staat in het teeken der Zending.
Wij hebben alom aan de leden der ge
meente iets willen geven tegenover hetgeen
van hieruit dikwijls wordt gevraagd. Het
Pinksterboekje geeft ook dit jaar een kort
overzicht van den stand van het werk. Wij
zijn zoo dankbaar, dat er meer van ge
plaatst konden worden dan verleden jaar.
Bijna 266.000 exemplaren werden er aange-
vraagd, en de ervaring .eert, dat er ook in
de laatste dagen nog aanvragen komen.
Daartegenover waren deze maand tot
dusver de inkomsten weer ongekend laag
nog geen f 10.000 terwijl de heb van de
maand byna voorbij is.
Maar wij hopen nu, dat de Pinkstercol
lecten veel zullen inhalen. Moge dat de ont
spanning geven die op de groote spanning
volgt. Het Zendingsbureau heeft postreke
ning No. 6074.
Examens.
Aan de universiteit te Utrecht is ge
slaagd voor het doctoraal examen Indisch
recht de heer J. P. van Rigteren te Mid
delburg.
Gecommitteerde eindexamens
kweekscholen.
De minister van onderwijs, kunsten en
wetenschappen heeft aangewezen als ge
committeerden bij de in 1934 af te nemen
eindexamens der rijks-, gemeentelijke- en
bijzondere kweekscholen voor onderwijzers
en onderwijzeressen in de tweede hoofd-in-
spectie
Groep 23 als gecommitteerden C. Wit,
inspecteur van het lager onderwijs in de
inspectie Middelburg, te Middelburg (voor
zitter), (voor handenarbeid) mejuffrouw
H. C. M. Ghijsen, te Domburg mevrouw
dr. G. M. Kooiman, geboren van Midden
dorp, leerares bij het middelbaar onderwijs
te Middelburg mevrouw L. van Nouhuys
van Zwanenberg, te Vlissingen (voor
nuttige handwerken)
als plaatsvervangende gecommitteerde
ds. J. Koopmans, predikant te 's Heer Hen
drikskinderen voor de rijkskweekscholen
te Middelburg en de bijzondere kweekschool
te Middelburg, Heerengracht M 29.
Groep 24 als gecommitteerden B. J. A.
Stoopman, inspecteur van het lager onder
wijs in de inspectie Goes, te Goes (voorzit
ter) ds. P. J. Steinz, predikant te Goes
mevrouw A. Was, geboren Osinga, direc
trice van een Nuts-fröbelschool, te Vlissin
gen (voor nuttige handwerken)
„Dat is de kwestie niet. Maar het is mij
niet mogelijk ergens huisarts te zijn, waar
geen vertrouwen in mij wordt gesteld.
Wanneer dat vertrouwen ontbreekt
„Uw woorden houden een bedekte be
schuldiging van ondankbaarheid in", viel ze
hem haastig in de rede. „Ik zou het vreese-
lijk vinden, als u mij voor ondankbaar
hield. Hoe zou ik ooit kunnen vergeten, wat
u voor mijn lieve moeder in haar langdurige
ziekte bent geweest Vergeet u alstublieft,
wat ik daarnet gezegd heb, dokter."
„Niets is mij liever", verklaarde Römhild
grootmoedig. „Het verlies van uw vertrou
wen zou mij zeer zwaar zijn gevallen en iK
zou moeten hebben veronderstellen, dat ik
daartoe op eenigerlei wyze aanleiding bad
gegeven. Dat is toch niet het geval, wel
Traute schu if het hoof
„Neen, er is niets van dien aard gebeurd,
dokter."
„Dan moet ik mij hiermee tevreden stel
len tot het oogenblik, dat u uit u zelf ver
langen zult by mij, als bij uw besten en
meest vertrouwden vriend, uw hart uit te
storten. U kunt er opaan, juffrouw Falken
hayn, dat ik altijd klaar sta, ieder uur van
den dag, om u te helpen, zooveel als in
myn vermogen is."
Traute, die hem een oogenblik stom-ver
baasd had aangestaard, kwam ten slotte
ondanks zichzelf onder den indruk van zijn
woorden en net een spontaan gebaar stak
ze hem de liand toe.
.(Wordt vervolgd.)