1000
500
300
25
H. M. de Koningin-Moeder overleden
EEN RIJK EN DIENEND LEVEN
IVo. 67
72e Jaargang
1934
DINSDAG
Uitgave: firma f. VAK DE VELDE Ir., Waistraat 58-60, Vlissingen. Telei. 10. Postrekening 6628?
20 MAART
op Zondag en algemeen erkends Okrist#e Feestdagen
VLISSINGSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Voor alle gemeenten op Walcheren en waar agentschappen geves
tigd zijn /2.20 per 3 maanden. Franco dooi hef geheele rijk 2.50. Voor België. Duitschland
en Frankrijk 13.40. Voor de overige landen bij wekel. verz. 13.20. Afzonderlijke nrs. 5 cent
ADVERTENTIEPRIJSVan 1—5 regels 1.25iedere regel meer 25 cent. Bij abonnement
speciale prijzen. Reclames 50 ct. p. regel. Kleine advertenties van 1—5 regels 50 et Iedere regel
meer 10 ct (max. 10 regels). Bij 3 maal plaatsing van 1—5 regels t\alles bij vooruitbetaling
De abonné's in 't bezit eenei
Polis, zijn GRATIS verze
kerd tegen ongelukken voor
gulden bij levens
lange ongeschikt
heid tot werken.
gulden bij dood
door
een ongeluk.
gulden bij verlies
van een
hand, voet of oog.
gulden bij verlies
van
een duim
gulden bij verlies
van een
wijsvinger
gulden bij verlies
van eiken
anderen vinger
AANGESLOTEN BIJ HET BUREAU VOOR PUBLICITEITSWAARDE, INGESTELD DOOR DE VEREENIGING „DE NEDERLANDSCHE DAGBLADPERS"
De vorige week Donderdag werd het eerste bericht bekend
gemaakt dat H. M. de Koningin-Moeder ongesteld was,
veroorzaakt door bronchitis en sedert een paar dagen bed
legerig was.
De ziekte liet zich dadelijk ernstig aanzien, snede in ver
band met den leeftijd van de Koningin.
De officieele berichten die omtrent de ziekte van de ge
liefde vorstin werden gepubliceerd, lieten weinig hoop meer
op herstel en de ziekte nam in enkele dagen een zoo nood
lottige wending, dat helaas het ergste moest worden gevreesd.
De telegrammen die wij gisteren en hedennacht ontvingen
kenmerkten den toestand als zeer ernstig.
Gisterenavond om half tien werd het volgende communiqué
gepubliceerd
„De namiddag had een rustig verloop. Het hoesten wordt
minder. Hare Majesteit is nog uiterst vermoeid en de toestand
wordt nog steeds als ernstig beschouwd."
Het communiqué van hedenochtend half acht van dr. De
Jongh omtrent den toestand luidde
„Nacht rustig, doch laatste half uur toestand hard achter
uit gegaan en wordt hopeloos geacht."
Slechts enkele minuten na dit communiqué volgde het tele
gram van het overlijden van Hare Majesteit. Dit telegram
luidde als volgt
„Koningin-Moeder kwart voor acht rustig ingeslapen. Aan
sterfbed bevonden zich H. M. de Koningin, H. K, H. Prinses
Juliana en de Vorst van Waldeck."
<p s
De natie rouwt om het smartelijk verlies dat geleden wordt
door het overlijden van de Koningin der Weldadigheid.
Een hoogstaande, edele vrouw is met Koningin Emma ten
grave gedaald. Een vorstin die zich in de algemeene achting
van het Nederlandsche volk mocht verheugen en voor wie
zelfs in sociaal-democratische kringen grootc waardcering
bestond.
Het Nederlandsche volk treurt met de Koninklijke familie
in het droevig verlies dat ons Vorstenhuis heeft geleden en
wij bieden aan de Koninklijke familie onze innigste gevoelens
van deelneming met den zwaren slag. dien ons geliefd
Oranjehuis heeft getroffen.
HET BEZOEK VAN H. M. AAN
VLISSINGEN IN 1928.
Wij bewaren ook nog een aangename herinnering aan het
verblijf van H. M. Koningin Emma in Grand Hotel Britannia
van 13 tot 21 Mei 1928.
H. M. heeft hier toen incognito vertoefd en verschillende
uitstapjes gemaakt. Zij heeft ook kerkdiensten bijgewoond op
17 Mei (Hemelvaartsdag) te Middelburg in de Koorkerk
onder gehoor van ds. M. van Empel en op Zondag 20 Mei
in de Groote Kerk alhier, waar ds. A. de Voogd den dienst
leidde.
H. M. heeft bij haar vertrek op Maandag 21 Mei uit
onze provincie uiting gegeven aan haar gevoelens van groote
dankbaarheid, nu de bevolking van Walcheren haar zoo
rustig heeft doen genieten van het natuur- en stedenschoon.
Hoewel het weer niet gunstig is geweest heeft dit toen
H. M. niet weerhouden haar voorgenomen uitstapjes te doen.
Onze wensch toen uitgesproken, waarin wij H. M. een
oprecht hartelijk gemeend „Tot weerziens" toeriepen, is
helaas niet in vervulling mogen gaan.
EEN RIJK EN DIENEND LEVEN.
Nuchterheid, zuiver gevoel voor realiteit en critische zin
zijn de drie voornaamste eigenschappen, die het Nederland
sche volk kenmerken. Een volkomen uit de grillige lijn van
zijn bewogen geschiedenis verklaarbaar wantrouwen tegen
over buitenlandsche invloeden deed het begrijpelijk zijn, dat,
toen de Prinses van Waldeck Pyrmont ook al had zij van
moeder's zijde Nassausch bloed in de aderen als jonge
gemalin van den ouderen Koning Willem III in de residentie
kwam, ook in de gevoelens van hen, die uit hoofde van rang
of geboorte tot de hoogste kringen behoorden, scepticisme
domineerde.
Hoe snel heeft deze Duitsche prinses, door haar groote
eigenschappen van geest en gemoed, den weg weten te vin
den naar het ondanks uiterlijke onbewogenheid toch zoo
warm kloppend hart van onze natie, die als geen andere, val-
schen schijn van echtheid weet te onderscheiden Vrouw in
de hoogste beteekenis van dit woord, miste zij, in de dagen
van zorg en leed, welke haar in haar rijke leven niet be
spaard zijn gebleven, allerminst den moed en het zelfvertrou
wen, die zij behoefde om te volharden in wat zij tot haar
hoogsten plicht rekende.
Maar juist de echt-vrouwelijke gaven, die in zoo rijke
mate haar deel waren en waarvan zij, door den drang van
haar natuurlijken eenvoud, zoo talloos vele malen onbewust
heeft doen blijken, zullen haar in de herinnering van het volk
doen voortleven als de Koningin-Moeder, met welke betite
ling haar persoon en persoonlijkheid tevens 1 op de
beste wijze wordt gekenschetst en geëerd.
In Augustus van het vorige jaar heeft, ter gelegenheid van
den 75sten verjaardag der Koningin-Moeder, het overgroote
deel der Nederlandsche pers, in hooggestemde artikelen, die
geïnspireerd waren door hetgeen er leett in de breede lagen
van het volk, de loftrompet over deze nobele vrouw gestoken
en het is in dit verband wel een zeer droeve gedachte, dat de
feiten en bijzonderheden, welke wij ook thans hebben te
releveeren uit het leven van haar, wie dit artikel is gewijd,
het sombere karakter hebben van een necrologie.
Adelheid Emma Wilhelmina Theresia werd 2 Augustus
1858 te Arolsen geboren als, gerekend naar de volgorde van
den leeftijd, de derde der kinderen van vorst George Victor
van Waldeck Pyrmont en prinses Helena van Nassau, een
strenge vrouw van groote intelligentie, die alles in het werk
stelde om haar kinderen onder haar persoonlijke leiding en
met behulp van bekwame leeraren een veelzijdige ontwikke
ling deelachtig te doen worden. Prinses Emma voelde zich,
wat haar studie betreft, vooral aangetrokken tot de geschie
denis haar karaktereigenschappen deden haar echter in nog
grootere mate belangstelling koesteren voor sociaal werk. In
het lenigen ,van den nood van zieken en'behoeftigen vond zij
haar grootste voldoening en ook op lateren leeftijd heeft zij,
in haar nieuw gekozen staat, meermalen gelegenheid ge
vonden om daarvan te doen blijken.
Een extra-nummer van de Staatscourant maakte op 1
October 1878 de verloving bekend van Zijne Majesteit
Koning Willem III, wiens gade, Koningin Sophie hem op 3
Juni 1877 ontvallen was, met Prinses Emma. Op 19 October
d.a.v. gaven de Staten-Generaal de bij de wet vereischte toe
stemming tot het huwelijk.
Op verzoek van den Koning belastte Dr. Laurens Reyn-
liart Beynen, die sinds kort was afgetreden als rector van
het Gymnasium te Den Haag, zich met de eervolle taak, de
toen twintigjarige prinses van voorlichting te dienen omtrent
het land, dat van nu af aan haar vaderland zou zijn. De hoog
bejaarde doctor vertoefde te dien einde enkele maanden te
Arolsen en ook zijn dochter, die hem in verband met zijn
leeftijd naar het Duitsche grondgebied had vergezeld, werd
spoedig toegelaten tot de Prinses, die zich uiterst leergierig
toonde en in korten tijd de Nederlandsche taal eenigermate
leerde spreken,
a
Slechts kort was de tijd der verlovingin den namiddag
van 7 januari 1879 had nadat de daartoe vereischte
formaliteiten door den Opperkamerheer van den Koning, Mr.
C, Th. Baron van Lijnden van Sandenburg, waren verricht
de huwelijksvoltrekking plaats, in tegenwoordigheid van
een vrij groot gezelschap vorstelijke personen en hoog-
waardigheidsbekleeders, waartoe o.m„ behalve de vorstelijke
familie Van Waldeck, Prins Willem von Wied, schoonzoon
van Prins Frederik der Nederlanden, Prins August von
Wurtemberg, als vertegenwoordiger van Keizer Willem I,
de voorzitters der Eerste en Tweede Kamer van Nederland,
de vice-president van den Raad van State, de minister van
Buitenlandsche Zaken en de directeur van het Kabinet des
Konings, behoorden. Bij de kerkelijke inzegening, in de kapel
van het slot van Arolsen, trad de hofprediker Scipio als
voorganger op.
Drie dagen na de huwelijksvoltrekking vertrok het
Koninklijk echtpaar per extra-trein naar Nederland bij het
passeeren van de grens bij Oldenzaal geschiedde de eerste
begroeting door de Nederlandsche autoriteiten.
Het eerste bezoek aan de hoofdstad had eerst 21 April
plaats de intocht te Den Haag een week later, aangezien
deze vertraagd waren door het overlijden, in Luxemburg, van
Prins Hendrik, den broeder des Konings. De residentie be
groette de jonge Koningin met warme geestdrift en vooral
aan de ontvangst van het Koninklijke echtpaar in het
Gebouw van Kunsten en Wetenschappen hebben degenen,
die daarbij aanwezig mochten zijn, onvergetelijke herinnerin
gen bewaard.
Groot was, op 31 Augustus 1880, de weerklank in het
geheele land van de tijding, dat Koningin Emma in het
Paleis te 's-Gravenhage het leven had geschonken aan een
dochter, De blijde mare verspreidde zich door de bijzondere
maatregelen, welke de ook in dien tijd reeds actieve pers
vertegenwoordigers hadden genomen, in een oogwenk over
geheel Europa. De dynastie der Oranje's, ernstig bedreigd
door de slagen, die dit Huis getroffen hadden het over
lijdensbericht van den Prins van Oranje kwam een half jaar
na den dood van Prins Hendrik uit Parijs, terwijl toen reeds
vaststond, dat ook de eenig overgebleven zoon van den
Koning, Prins Alexander geen lang leven beschoren zou zijn
kon als gered worden beschouwd.
Herinnerd moge hier worden aan de boodschap van den
Koning aan de Staten-Generaal, bij welker lezing, op dien
vreugdevollen dag, menigeen het hart is volgeschoten.
„Het is voor ons een groote vreugde" aldus ving de
boodschap aan „U de blijde tijding te kunnen mededee-
len dat Hare Majesteit de Koningin, Onze beminde
Gemalin hedenmiddag bevallen is van eene Prinses.
Wij zijn overtuigd, dat de Eerste en Tweede Kamer der
Staten-Generaal van harte deelen in de gevoelens, die
deze heuglijke gebeurtenis bij Ons opwekt en met Ons
dankbaar den zegen erkennen, die door den Allerhoogste
aan Ons Huis en het Vaderland is geschonken.
En hiermede, Mijne Heeren, bevelen wij U in Gode's
heilige bescherming.
's-Gravenhage, 31 Augustus 1880,
WILLEM."
Voor Koningin Emma braken schoon zij zich gedragen
wist door de toegenegenheid en aanhankelijkheid van het
volk, dat haar had leeren kennen en waardeeren als een
vorstin, die rechtschapenheid aan eenvoud paarde moei
lijke jaren aan, toen de gezondheidstoestand van haar
Gemaal langzaam achteruit ging en eindelijk zorgwekkend
werd. Tot aan zijn verscheiden op 23 November 1890, be
toonde zij zich de lieve gade en trouwe verpleegster, die door
haar gestadige en opofferende zorgen, niet alleen de laatste
dagen van den Koning verlichtte, maar zich tevens een zoo
mogelijk nog diepere genegenheid in het hart van het Neder
landsche volk wist te verwerven. De lijkdienst op het Loo,
geleid door Nicolaas Beets op 1 December van genoemd
jaar, was een ontroerende plechtigheid.
Thans zag Koningin Emma zich geplaatst voor een ontzag
wekkende taak op 32-jarigen leeftijd werd zij geroepen tot
het Regentschap. Acht moeilijke jaren jaren van partij
strijd in zijn felste schakeeringen heeft zij zich, door haar
groote gaven van geest en gemoed, van deze taak gekweten
op een wijze, die het best kan worden weergegeven door het
woord, van Staatsraad Mr. A. P. W. Cort van der L'inden,
oud-premier tijdens de oorlogsjaren en oud-minister van
justitie tijdens het regentschap van de Koningin-Moeder,
neergeschreven in het „Gedenkboek", dat ter gelegenheid
van haar zeventigsteu verjaardag en vijftigjarig Nederlander
schap is uitgegeven.
„De Koningin-MoederIn den loop der tijden heeft deze
naam een eigen beteekenis gekregen.
Zij, die evenals ik het voorrecht hadden, als minister
samen te werken met de Koningin-Moeder, toen zij Regentes
was of later Haar mochten benaderen in moeilijke omstan
digheden en bewogen tijden, zij weten, wat zij geweest is
voor Haar nieuw gekozen vaderland.
De Koningin-Moeder heeft ons volk lief gekregen, want
zij zag in ons volk, zijn zeden en gewoonten, bijna alleen het
waardevolle en het goedespiegelbeeld van Haar eigen
moed. Zij heeft Haar liefde betoond door Haar trouw mede-