Vlissingsche Courant tweede blad LICHTZINNIGE JEUGD L°dhï;as"aIe63 jan henning HONIG'S VERMICELLISOEP 6 borden voor 15 ets. FEUILLETON BRIEVEN UIT DE HOFSTAD VOOR EEN GOEDE FOTO VAN AMSTEL EN IJ Uil de Vlissingsche Courant van vóór 50 jaar. van de van Zaterdag 3 Februari 1934. No. 29. UIT VROEGERE DAGEN. BIERVLIET. Een klein gehucht, dat Biervliet is geheeten, Hier voortijds hoog beroemd, maar nu bijna vergeten. Jacob Cats (1577—1660). In den loop der tijden zijn in Zeeland vele dorpen en zelfs steden voor goed van den aardbodem verdwenen. De voornaamste oorzaak was de zee, die bij stormvloeden de slecht onderhouden dijken wegsloeg en de lage landen overstroomde. Werden de dij ken niet hersteld, dan bleef niet alleen een onafzienbare watervlakte het land bedek ken, maar vaak werden diepe geulen uit- geschuurd. Meermalen kwam echter na Korten of langeren tijd opnieuw aanslib bing, wat later leidde tot nieuwe indijkin gen. Zoo is een groot deel van het tegenwoor dige Zeeuwsch-Vlaanderen feitelijk voor de tweede maal ontstaan door de bedijkingen In de laatste eeuwen. Lag een dorp bijzonder hoog en had het van den graaf stadsrechten gekregen, waardoor het van muren en poorten werd voorzien, dan werd bij groote overstroomin gen wel de omgeving een prooi der golven, doch de stad bleef voorloopig behouden. Herhaalden zich de stormvloeden, dan bleven de stadsmuren niet bestand tegen het woedende element. De bewoners waren genoodzaakt elders een woonplaats te zoe ken. Als het kon, bleven zij in de buurt om opnieuw een dorp te vormen, dat meestal genoemd werd naar hun vorige woonplaats. Heeft Oostburg door zijn vrij hooge lig ging zich altijd boven water kunnen hou den, het eveneens oude Biervliet, dat onge veer ten Zuid-Oosten van de tegenwoordige plaats lag, is in de 16de en 17de eeuw ge heel door de zee verzwolgen. Eenmaal was het een der bloeiendste ste den van het oude graafschap Vlaanderen en behoorde tot de 28 „besloten" steden van dat gewest. Door een viertal poorten Kon men de stad binnenkomen. Een kasteel, twee parochiekerken, een klooster, een gasthuis en een schuttershof waren de voornaamste gehouwen, die haar als stad Kenmerkten. De stad was in de 12dé en 13de eeuw welvarend geworden door handel en zee vaart. Ook durfden de Biervlietenaars zich wel verrijken met zeeschuimerij. De ha- ringvisscherij en de zoutnering waren de voornaamste bronnen van bestaan. Het is algemeen bekend, dat Willem Beukelsz van Biervliet het haringkaken heeft uitgevonden, waardoor genoemde be drijven nog hooger vlucht namen. Veel bijzonderheden zijn van W. Beukelsz niet bekend. Hij moet lid van de stedelijke regeering geweest zijn en in 't midden der 14de eeuw (1347) zijn gestorven. Wel staat op zijn gedenkraam in de Hervormde Kerk, dat hij in 1397 is overleden, doch hieraan moet geen historische waarde toegekend worden. Daar hij in een der oude parochie kerken werd begraven is zijn graf ook niet meer te vinden. In 1661 is het gebrandschil derd raam in de kerk op last van het stads bestuur van Biervliet aangebracht. Het heeft nog de belangstelling van ieder vreemdeling. De oude stad Biervliet, gunstig gelegen aan een diep vaarwater, heeft ruimschoots gedeeld in de woelige oorlogstijden. Wij zullen van al de verschillende gebeurtenis sen geen opsomming geven. Alleen willen wij vermelden, dat de oekende graaf Floris V, na een samenspreking met zijn schoon door ARTHUR APPLTN. 50) Dat Is in orde. Niemand kan binnen komen. Kom, laten we naar de eetzaal te ruggaan. De kerels zullen over enkele mi nuten wel klaar zijn met huil nasporingen dan zullen zé ons verder wel met rust laten. Weet je wel, dat het een ernstig geval is Twee gevangenen, die voortvluchtig zijn. Nou ja, ze krijgen ze toch wel in handen, ofschoon het wel morgen zal worden. Ze gingen terug naar de eetzaal. Hij sloot de deur van den wintertuin, ofschoon zij vroeg, deze open te laten. Wat is het hier warm. Het is daar heel wat warmer, lachte hij. Jim, ik moet je iets vertellen Vooruit dan ga in dien gemak lijken stoel zitten. Ik luister, zei hij glimlachend. Jim, toen ik in Frankrijk was,heb jk geen oogenblik aan mezelf getwijfeld. Ik was er van overtuigd, dat ik je gelukkig zou kunnen maken. Ze voelde, hoe zgn hand de hare stevig omkneld hield. Waarom kom je daar nu mee aan dragen Ik zei slechts wat ik voelde, onder vader Guy van Dampierre, graaf van Vlaanderen, door dezen zoo lang op het kasteel te Biervliet gevangen werd gehou den, totdat hij een nadeeligen vrede sloot (1290). In de volgende eeuw werd de stad in den strijd tusschen de oproerige Vlaamsche ste den en hun wettigen -graaf meer dan eens door de Gentenaars belegerd. In 1338 wist de bekende Jacob van Artevelde de stad in te nemen, maar bij de volgende aanvallen wist Biervliet de aanvallers buiten de stad te houden. Maar tegen een anderen vijand, n.l. de zee kon de machtige stad zich niet verdedi gen. De herhaalde overstroomingen brach ten haar langzaam maar zeker tot onder gang. (Slot volgt.) R. B. J. d. M. P.S. De vertaling van het Fransche vers in het vorige artikel over de vroegere tele graaf was niet geheel juist. Volgens een ontvangen mededeeüng van zeer bevriende zijde moet zij aldus wezen „Toen zijn ka- ballistische armen (d.i. met geheime tee- kens werkende) aan de bleeke horizon de diplomatieke leugens verbreidden, werden deze onderbroken door den mist." Oude en nieuwe gebouwen. Een tijdlang was het min of meer angst wekkend zooveel reisbureaux als er hier ter stede werden opgericht. Ieder voorjaar verschenen er een paar en zij deden alle hun uiterste best om reclame te maken en klanten te trekken. Als dat zóó was door gegaan zou op den duur heel Den Haag 's zomers weggetrokken zijn en gelijk te begrijpen valt, voor het overgroote deel naar het buitenland. Nu schijnt echter de nood der tijden eenige rem aan te leggen en zelfs zijn er al een paar van die bureaux, die hun actie en hun bedrijf hebben gestaakt. Het is echter te verwachten dat zij weer verschijnen zul len als de tijd gunstiger wordt. Misschien gaan de zaken ook op den duur minder goed, omdat het publiek door het reizen zelf een vaardigheid krijgt, welke de be middeling dier bureaux minder noodzake lijk maakt. Een afzonderlijke plaats onder deze bu reaux neemt dat van de Koninklijke Lucht vaart Maatschappij in, omdat het alleen voor luchtreizen bedoeld is. Verleden week heeft dit zijn nieuwe home geopend en het is de moeite waard daarop even de aan dacht te vestigen. De kantoren der K.L.M. zijn wel in het hartje der stad gevestigd, namelijk op den dru .en verkeersweg aie het Buitenhof met het Spui verbindt. Het fleurige reisbureau valt in deze straat aan stonds op. Voor de ramen zijn klein-model vliegtuigen geëxposeerd en gelijk te begrij pen valt vinden die heel wat kijkers. Er is altijd nog een mystieke attractie voor velen in de luchtvaart gelegen. Vooral onder het jongere geslacht is'er een sterk verlangen naar een tocht door het luchtruim en meer malen hoorden wij het verhaal dat een jeug dig H.B.S.'er op zijn verjaarsverlanglijstje bovenaan plaatste een tochtje per vlieg tuig. Menig ouderpaar heeft met angst en beven dezen wensch moeten inwilligen menig vader is verplicht geworden mee te gaan op dien tocht, maar wie' weet hoe best bet hem bevallen is. De propaganda door de jeugd is altijd een best middel om de ande ren mee te sleepen. Als de K.L.M. eens als premie op het beste eindexamen een gratis lucht-tochtje zette, dan zou zij misschien een groot succes boeken bij de ouders. Maar ook zonder die reclame gaat het goed vooruit met de lucht-liefhebberij der menschen. Het nieuwe passagebureau is er het bewijs van. Wie eens in Den Haag komt moet eens voor het raam gaan kijken en zich bloot stellen aan het gevaar, dat de verleiding te sterk wordt en hij naar binnen brak ze. Ik vind het noodig, dat ook jij eens in de toekomst blikt, heel vèr in de toekomsten daarbij denkt aan het ver leden. Denk er aan wie en wat ik ben en wat mijn broer is Tegen haar wil in dwaalde haar blik in de richting van den wintertuin, waarin de voortvluchtige gevangene nog steeds ver bleefeen verschoppelingeen uit- gestootenedie het kleed der misdadi gers droeg. Ook haar broer had eenzelfde uniform, hij leidde eenzelfde levenwat een wanhopig leven Haar broer, dien men met andere misdadigers opgeborgen had in een der groote gevangenissen van Enge land...... Ze had haar gedachtengang, haar inner lijke gevoelens zuiver weergegeven. Ze wist ook, dat ze had gesproken om tijd te win nen, tot de bewakers waren vertrokken. Feitelijk had ze geen oogenblik mogen ver liezen om Jim mede te deelen, dat enkele passen verder een man, een voortvluchtige, zich verborgen hield. Marjorie handelde dus tegen de wetten van haar land, door den verstekeling niet op te geven. Bovendien maakte zij liaar verloofde medeplichtig. Ze kón het hem echter niet zeggen. Een oogenblik slechts bad ze zich in de plaats van dien man gedacht en het scheen haar nu toe, dat ze zijn plaats in den tuin, onder de bank, innam. Zij verlangde, dat hij kon vluchten. Ze gevoelde zich niet in staat te redeneeren. Was er iets misdadigs in haar aan het stapt om nadere inlichtingen en ernstige plannen maakt om den luchtdoop te wagen. Wanneer hg dan binnen gekomen is, moet hij even zijn aandacht schenken aan het interieur, dat door ir. Roosenburg in den passenden stijl is verzorgd. Het lichte, luchtige van het vliegtuig vinden wij hier toegepastde kleuren zijn in overeenstem ming. Eén onzer bekwaamste kunstschil ders, A. M. Luyt, heeft typische momenten uit de luchtvaartwereld als muurschilde ring aangebracht Het is een charmant tehuis geworden en bewijst, dat een „kantoor" een gezellig home kan zijn. SjS Wel een groot verschil is het met die oude, muffe verblijven in zoo/ele bureaux. In Den Haag zijn die natuurlijk bij grooten getale te vinden in de departementen en in andere overheidsinstellingen. Die vreeselij- ke hokken, die op mistroostige binnen plaatsjes uitzien, waar men de huizen niet heeft gekalkt om den schijn van iets meer licht te wekken. En dan die ongezelligheid in groote lokalen, waar niets dan leelijke ouderwetsche tafels en lessenaars staan waar het muf riekt naar het oude papier, dat in de kasten ligt opgeborgen waar een vaal, bloemrijk behang op den muur geplakt zit en alleen een portret van de Koningin de wandversiering is. Miskenning van den invloed, die het milieu op den daarin vertoevenden mensch heeft, kan alleen dergelijke verblijven heb ben geschapen. In oude verhalen lezen w\j nog wel eens de levensgeschiedenis van hen, die gedc :md waren hun broodje te verdienen in dergelijke achterkamers, waar haast nooit licht doordrong. Het was wel een geluk van den modernen tijd, dat daar aan een eind is gemaakt, maar wij zouden niet gaarne alle plaatsen opsommen, waar het nog treurig is gesteld met de huisves ting. Nu en dan raken wij „ambtshalve" er wel eens verzeild en met een gevoel van opluchting verlaat je dan zoo'n bergplaats van m-nschen. Gelukkig schijnt men er aan te wennen, want zij, die er dagelijks bivak- keeren, vinden het niet eens zoo erg en zij weten te vertellen, dat het elders nog wel erger is. Wij herinneren ons nog het oudé departement van binnenlandsche zaken op het Binnenhof, nog niet zoo heel lang gele den afgebroken en opnieuw opgebouwd. Dat was me een cavalje en al was daar aan de zijde van den Hofvijver nog wel licht en lucht genoeg, het is een verzame ling hokken, waar geen mensch wijs uit werd. Trouwens, is U wel eens in het departe ment van defensie geweest Men heeft daar een gids noodig om in dien doolhof den weg te vinden en het is mogelijk, dat ge er door een achteruitgang uitgeloodst wordt en dan staat ge ergens in een oude straat, waar zelfs een Hagenaar moeite heeft den weg er uit terug te vinden. Ook ons gemeentebestuur is nog altijd slecht gehuisvest. Het stadhuis is ook niet bijster overzichtelijk met zijn bijgetrokken winkelhuizen, die tot kantoorlokalen zijn ingericht, maar waar je de restanten van den winkel nog kimt aanschouwen. Of hier in de naaste toekomst verbetering zal ko men We gaan er wel eens aan twijfelen, want het gaat langzaam rnet de plannen en de tijdsomstandigheden prikkelen zeker niet tot spoed. Er is nu al een kwart-eeuw over het nieuwe stadhuis gepraa, en men behoeft niet al te pessimistisch te zijn om te voorspellen, dat daar nog wel een tiental jaar bij zal komen eer wij in huldigenden stoet de opening gaan bijwonen. We wenschen de menschen in de oude gebouwen van harte sterkte. ÉIBER. werk Mijn lieve kind, je behoeft je heele- maal niet ongerust te maken over onze toekomst. Als ik je mijn vrouw kan noe men, d&n zal pas het leven voor mij begin nen. Mijn betrekking zal ik heusch niet verliezen en...... zou dit toch het geval zijn, welnu, dan ben ik ook nog niet bang. Bo vendien, jouw liefde zal er voor zorgen, dat ik mijn werk beter zal doen dan anders, want jij zult in mijn successen deelen. Daar ieder van ons zijn taak te volbrengen heeft, moeten we samen werken, dan zal het gemakkelijker gaan. Dit is dus uitge maakt. Het leek haar, of hij heel ver-af stond, zoo klonk zijn stem haar in de ooren. Er weerklonken voetstappen in de hal de deur werd geopend. Een bewaker, door den bediende vergezeld, stapte binnen. Wij hebben alles zorgvuldig doorzocht, sir, zei hij tegen Jim, die voor Marjorie stond, zoodat de man haar gezicht niet zien kon. Een paar mannetjes hebben den tuin van het kasteel en al het struikgewas doorzocht, doch hier zijn ze niet. Wilt u uw bedienden opdragen scherp een oog in het zeil te houden Een der vluchtelingen was nogal ernstig gekwetst't is een ge vaarlijke kerel. Er is wel niet veel kans meer op, dat wij de kerels nog vanavond te pakken krijgen, doch morgen, by het aanbreken van den dag, zullen ze ons wel in handen vallen. Hg groette. Goeden avond, sir. Goeden avond, mevrouw. De deur van de eet aal werd gesloten. Opera-invasie. Succes der Uollandsche Opera. Een nacht vóór den schouwburg. Kaspro- ducten op de markt. Voorheen kool en knollen. Een toekomst- les Nieuwe bezuinigingen. Visch en visscherij. Berooid Monnikendam dingt naar geldprij- prijzenAls Amor beveelt. Eenige jaren geleden heeft Mengelberg m een pennestrijd met Urlus over het be staansrecht van een Nederlandsche opera beweerd, dat deze ook al mocht haar we deroprichting gelukken, hier te lande toch geen levensvatbaarheid zou hebben. Er is in het algemeen geen voldoende belangstel ling voor de opera schreef Mengelberg. Urlus stelde daar tegenover, en dit op grond van zijn meer dan veertigjarige er varing in Nederland en Duitsehland, dat een nationale opera, zoo zij slechts de twee moeilijke jaren na haar oprichting met een behoorlijke subsidie geholpen wordt, verder zonder belangrijken steun zal kunnen door werken. „Er bestaat onder alle lagen der bevolking wel degelijk enthousiasme voor een Nederlandsche opera en opera-zang in de eigen taal". Dat de visie van Urlus op dit terrein juist was, is deze week weer eens overtuigend gebleken. Niet minder dan drie opera-gezelschappen dit voor de eerste maal sedert de oor logsjaren gaven hier voorstellingen en telkens waren de schouwburgzalen dicht bezet. Een der gezelschappen, het Holland- sche ensemble, speelde een der avonden zelfs voor „uitverkocht". De opera-studio, een Amsterdamsche in stelling voor het qrganiseeren van Neder landsche operavoorstellingen met beproefde krachten, gaf een stijlvolle uitvoering van „Die Fledermaus", gezongen in het Duitsch (er bestaat ook een bruikbaar tekstboek in het Nederlandsch, doch om het Strauss- werk geheel tot zijn recht te laten komen werd de tekst Duitsch gehouden). Zoowel in vocaal als instrumentaal op zicht vonden we het een modeluitvoering. Het blijft echter de vraag of de studio, be doeld als overgang naar de nationale opera, haar werk zal kunnen voortzetten. De kas middelen waren al eerder uitgeput, doch een milde Amsterdamsche hand heeft weer ge holpen. Ook de twee voorstellingen van de Ita- liaansche opera vonden, als iedere week, de gebruikelijke belangstelling en, zooals eer der geschreven, het Hollandsche operagezel schap (een combinatie van opera-solisten zonder engagement) had een buitengewoon succes met haar serie „Faust"-voorstellin gen. Het gezelschap is nu op tournee ge gaan om half Februari weer terug te kee- ren. Moge er aan deze voorstellingen nog al een en ander hebben ontbroken, het publiek toonde zich toch uiterst dankbaar en waar deerde in het bijzonder den zang in eigen taal. Als een staaltje hoezeer de opera-belang stelling weer opleeft, zij moge in dit geval overdreven zijn, kan het volgende dienen. De Italiaansche opera gaf Maandag avond in den stadsschouwburg een gemeen telijke volksvoorstelling van „Tosca". Toen we nu Zondagavond omstreeks half-twaalf het gebouw passeerden, vonden we daar reeds een rij van ruim 40 wachtenden voor het hek van het bespreekbureau. Er waren ouderen onder die een vouwstoeltje en de ken hadden meegebracht om zich het ver blijf in de open lucht, in den langen, kouden nacht, zoo aangenaam mogelijk te maken. Dit gezelschap vertelde men ons 's morgens heeft door vroolrjken kout en zich amuseerend met de enkele voorbijgan gers of een verkleumden politieagent, ge wacht op de opening van het plaatsbureau 10 uurnadat te 3 uur 's morgens het en semble reeds tot 300 man was aangegroeid! 5e week ISSJf. De burgemeester dezer gemeente, de heer Arie Smit, heeft tegen 1 April ontslag uit zijn ambt aangevraagd. Met genoegen vernemen wij van betrouw bare rijde, dat door hooger bestuur pogin gen in het werk worden gesteld om den heer A. Smit, op zijn gevraagd eervol ont slag als burgemeester dezer gemeente, te doen terugkomen. Van harte hopen wij, dat deze pogingen met een voor Vlissingen gun- stigen uitslag mogen bekroond worden en wij alzoo nog geruimen trjd in den heer Smit den man zullen mogen begroeten, die als burgemeester zijn beste krachten blijft wijden aan de bevordering van den bloei en het welvaren der stad, die nu, meer dan ooit, behoefte heeft lan een leiding als die, welke in de laatste jaren haar een belang rijke schrede deed doen op den weg van wezenlijken vooruitgang. S: Jp Na een ongesteldheid van slechts enkele dagen overleed Zondagmorgen geheel on verwachts de heer Winkelmus Joannes van der Meer, sedert 17 October 1879 pastoor bij de R.-K. gemeente alhier. Gedurende zijn vier en een halfjarig ver blijf alhier verwierf hij door een algeheele toewijding aan zijn herderlijk werk, alsmede door rijn minzaamheid en verdraagzaam heid niet alleen de 'achting zijner gemeente leden, maar ook die van allen, die in meer dere of mindere mate met hem in aanraking kwamen. Geen wonder dat zijn lijk, dat Maandag en Dinsdag op een catafalk in de voor deze gelegenheid eenvoudig versierde kerk ter bezichtiging was gesteld, honderden toe schouwers tot zich trok, om den beminden doode nog een laatste blijk van toegenegen heid te geven. Den volgenden morgen werd de plechtige uitvaart gecelebreerd door den eerw. heer J. E. Versteijn van Goes, geadsisteerd door verscheidene geestelijken. Door verschillende corporatiën werd het lrjk te half een naar het station gebracht, teneinde per spoor naar Delft vervoerd te worden, alwaar het in de St. Josephkerk zal geplaatst worden tot het aan de gewijde aarde zal worden toevertrouwd. Ned. Herv. Kerk. Aangenomen het be roep naar Goudswaard en bedankt voor 's-Heer Hendrikskinderen en Wissekerke de heer J. H. van 't Hoff, candidaat alhier. Toen de 21 M. lange drukkoker van de duinwaterleiding bv de voormalige Duin poort zou geplaatst worden, brak door een rukwind de kabel waarmede het kolossale gevaarte was opgeheschen. juist op het oogenblik, dat men het op zijn voetstuk, wilde plaatsen. Met hevig geraas stortte het neer, zonder echter eenige persoonlijke ongelukken te veroorzaken. Maar deze „prestatie" werd dan ook be loond met de mooiste plaatsen a 30 en 40 cent op de élite-rangen. We mogen misschien te hard oordeelen, maar het komt ons voor en we leiden dit af van allerlei crisisverschijnselen van den laatsten tijd dat door bepaalde producee- rende groepen op tuinbouwgebied in Noord en Zuid-Holland, voorheen het binnen- landsch verbruik wat al te zeer verwaar loosd is. Nu men dit verbruik noodig heeft, blijkt de behoefte (en belangstelling) voor het geproduceerde ook in ons land wel de gelijk te bestaan en zelfs voor uitbreiding- vatbaar. De groote exportwinsten uit den tijd toen het buitenland tegen fancy-prijzen alles gretig afnam en er nog niet gecontin- genteerd werd en geen tarief muren waren, hebben velen de beteekenis van een stabiel binnenlandsch verbruik over het hoofd doen zien. De Amsterdamsche markt brengt thans Marjorie luisterde naar de wegstervende voetstappen. Morgen, bij het aanbreken van den dag, zullen ze ons in handen vallen Automatisch herhaalde ze de woorden van den bewaker. Jim. kom gauw hier, ik moet je iets vertellen, voor de bew:.kers zijn vertrokken. Hij keek haar verbaasd aan met ge fronste wenkbrauwen. Zelfs nu weifelde ze nog even. Ze hoorde de voordeur dicht slaan. De mannen waren dus weg. Ze nam Jim bij den arm en leidde hem naar den wintertuin. Iemand houdt zich hier verborgen, fluisterde zij. Toen jij de kamer uitging, om met den commandant te spreken, ging ik in den wintertuin en onder een plank zag ik iemand, die zich schuil hield. op zijn schoenen stonden een paar breede pijlen't is, dus een der ontsnapten Jim keek haar ongeloovig aan. Hij deed een paar stappen in de richting van den wintertuin, bleef even staan en keerde zien om. Marjorie, ben je daar wel zeker van Waarom sprak je niet, toen de be wakers nog in huis waren Er bewoog zich iets in de duisternis van den tuin. Uit de bladeren en het groen rees langzaam een .nenschengestalte op. Jim deed een sprong naar de tafel <:n schelde Wat ga je doen vroeg Marjorie ge jaagd. Perkins er op uit sturen om de bewa kers terug te roepen. De kerel moet wor den aangegeven, antwoordde Jim scherp. Je had me eerder moeten vertellen wat je allemaal wist, Marjorie. Je doet beter in den salon even te wachten. Jim stond in de deuropening van den wintertuin en versperde aan Marjorie den toegang. Zij stond voor hem en legde haar hand op zijn arm. Jim, geef hem r'et aanik vind het verschrikkelijk Hij trachtte haar weg te duwen. Jim, mijn. broerRuperteu haar stem werd doordringender hg is ook een gevangene. Ik weet het wel, dat je hem niet moogt verbergen, doch geef hem de vrijheidgeef hem een kansLaat hem gaan...... Niemand zal het ooit te we ten komenToe Jim, geef hem een kans. Zwijgen, meisjeje weet niet wat je zegt. Perkins verscheen in de deuropening. Het was even stil. In dén wintertuin hoorde men niets. Het geblaf der honden en het geluid van menschenstemmen waren lang zamerhand weggestorven. U hebt gebeld, sir Breng een paar riazen whisky-soda., zei Jim op harden toon. Toen de bediende was vertrokken, wees Jim Marjorie een stoel aan naast den haard. Marjorie, liefste, ga daar zitten. Ik begrijp je volkomen, doch ik moet mijn plicht doen. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1934 | | pagina 5