Vlissingsche Courant
tweede blad
LICHTZINNIGE JEUGD
L°dhï;as"aIe63 jan henning
HONIG'S VERMICELLISOEP 6 borden voor 15 ets.
FEUILLETON
BRIEVEN UIT DE HOFSTAD
VOOR EEN GOEDE FOTO
VAN AMSTEL EN IJ
Uil de Vlissingsche Courant
van vóór 50 jaar.
van de
van
Zaterdag 3 Februari 1934. No. 29.
UIT VROEGERE DAGEN.
BIERVLIET.
Een klein gehucht, dat Biervliet
is geheeten,
Hier voortijds hoog beroemd,
maar nu bijna vergeten.
Jacob Cats (1577—1660).
In den loop der tijden zijn in Zeeland vele
dorpen en zelfs steden voor goed van den
aardbodem verdwenen. De voornaamste
oorzaak was de zee, die bij stormvloeden de
slecht onderhouden dijken wegsloeg en de
lage landen overstroomde. Werden de dij
ken niet hersteld, dan bleef niet alleen een
onafzienbare watervlakte het land bedek
ken, maar vaak werden diepe geulen uit-
geschuurd. Meermalen kwam echter na
Korten of langeren tijd opnieuw aanslib
bing, wat later leidde tot nieuwe indijkin
gen.
Zoo is een groot deel van het tegenwoor
dige Zeeuwsch-Vlaanderen feitelijk voor de
tweede maal ontstaan door de bedijkingen
In de laatste eeuwen.
Lag een dorp bijzonder hoog en had het
van den graaf stadsrechten gekregen,
waardoor het van muren en poorten werd
voorzien, dan werd bij groote overstroomin
gen wel de omgeving een prooi der golven,
doch de stad bleef voorloopig behouden.
Herhaalden zich de stormvloeden, dan
bleven de stadsmuren niet bestand tegen
het woedende element. De bewoners waren
genoodzaakt elders een woonplaats te zoe
ken. Als het kon, bleven zij in de buurt om
opnieuw een dorp te vormen, dat meestal
genoemd werd naar hun vorige woonplaats.
Heeft Oostburg door zijn vrij hooge lig
ging zich altijd boven water kunnen hou
den, het eveneens oude Biervliet, dat onge
veer ten Zuid-Oosten van de tegenwoordige
plaats lag, is in de 16de en 17de eeuw ge
heel door de zee verzwolgen.
Eenmaal was het een der bloeiendste ste
den van het oude graafschap Vlaanderen
en behoorde tot de 28 „besloten" steden
van dat gewest. Door een viertal poorten
Kon men de stad binnenkomen. Een kasteel,
twee parochiekerken, een klooster, een
gasthuis en een schuttershof waren de
voornaamste gehouwen, die haar als stad
Kenmerkten.
De stad was in de 12dé en 13de eeuw
welvarend geworden door handel en zee
vaart. Ook durfden de Biervlietenaars zich
wel verrijken met zeeschuimerij. De ha-
ringvisscherij en de zoutnering waren de
voornaamste bronnen van bestaan.
Het is algemeen bekend, dat Willem
Beukelsz van Biervliet het haringkaken
heeft uitgevonden, waardoor genoemde be
drijven nog hooger vlucht namen.
Veel bijzonderheden zijn van W. Beukelsz
niet bekend. Hij moet lid van de stedelijke
regeering geweest zijn en in 't midden der
14de eeuw (1347) zijn gestorven. Wel staat
op zijn gedenkraam in de Hervormde Kerk,
dat hij in 1397 is overleden, doch hieraan
moet geen historische waarde toegekend
worden. Daar hij in een der oude parochie
kerken werd begraven is zijn graf ook niet
meer te vinden. In 1661 is het gebrandschil
derd raam in de kerk op last van het stads
bestuur van Biervliet aangebracht. Het
heeft nog de belangstelling van ieder
vreemdeling.
De oude stad Biervliet, gunstig gelegen
aan een diep vaarwater, heeft ruimschoots
gedeeld in de woelige oorlogstijden. Wij
zullen van al de verschillende gebeurtenis
sen geen opsomming geven. Alleen willen
wij vermelden, dat de oekende graaf Floris
V, na een samenspreking met zijn schoon
door ARTHUR APPLTN.
50)
Dat Is in orde. Niemand kan binnen
komen. Kom, laten we naar de eetzaal te
ruggaan. De kerels zullen over enkele mi
nuten wel klaar zijn met huil nasporingen
dan zullen zé ons verder wel met rust laten.
Weet je wel, dat het een ernstig geval is
Twee gevangenen, die voortvluchtig zijn.
Nou ja, ze krijgen ze toch wel in handen,
ofschoon het wel morgen zal worden.
Ze gingen terug naar de eetzaal. Hij sloot
de deur van den wintertuin, ofschoon zij
vroeg, deze open te laten.
Wat is het hier warm.
Het is daar heel wat warmer, lachte
hij.
Jim, ik moet je iets vertellen
Vooruit dan ga in dien gemak
lijken stoel zitten. Ik luister, zei hij
glimlachend.
Jim, toen ik in Frankrijk was,heb jk
geen oogenblik aan mezelf getwijfeld. Ik
was er van overtuigd, dat ik je gelukkig
zou kunnen maken.
Ze voelde, hoe zgn hand de hare stevig
omkneld hield.
Waarom kom je daar nu mee aan
dragen
Ik zei slechts wat ik voelde, onder
vader Guy van Dampierre, graaf van
Vlaanderen, door dezen zoo lang op het
kasteel te Biervliet gevangen werd gehou
den, totdat hij een nadeeligen vrede sloot
(1290).
In de volgende eeuw werd de stad in den
strijd tusschen de oproerige Vlaamsche ste
den en hun wettigen -graaf meer dan eens
door de Gentenaars belegerd. In 1338 wist
de bekende Jacob van Artevelde de stad in
te nemen, maar bij de volgende aanvallen
wist Biervliet de aanvallers buiten de stad
te houden.
Maar tegen een anderen vijand, n.l. de
zee kon de machtige stad zich niet verdedi
gen. De herhaalde overstroomingen brach
ten haar langzaam maar zeker tot onder
gang. (Slot volgt.)
R. B. J. d. M.
P.S. De vertaling van het Fransche vers
in het vorige artikel over de vroegere tele
graaf was niet geheel juist. Volgens een
ontvangen mededeeüng van zeer bevriende
zijde moet zij aldus wezen „Toen zijn ka-
ballistische armen (d.i. met geheime tee-
kens werkende) aan de bleeke horizon de
diplomatieke leugens verbreidden, werden
deze onderbroken door den mist."
Oude en nieuwe gebouwen.
Een tijdlang was het min of meer angst
wekkend zooveel reisbureaux als er hier
ter stede werden opgericht. Ieder voorjaar
verschenen er een paar en zij deden alle
hun uiterste best om reclame te maken en
klanten te trekken. Als dat zóó was door
gegaan zou op den duur heel Den Haag
's zomers weggetrokken zijn en gelijk te
begrijpen valt, voor het overgroote deel
naar het buitenland.
Nu schijnt echter de nood der tijden
eenige rem aan te leggen en zelfs zijn er al
een paar van die bureaux, die hun actie en
hun bedrijf hebben gestaakt. Het is echter
te verwachten dat zij weer verschijnen zul
len als de tijd gunstiger wordt. Misschien
gaan de zaken ook op den duur minder
goed, omdat het publiek door het reizen
zelf een vaardigheid krijgt, welke de be
middeling dier bureaux minder noodzake
lijk maakt.
Een afzonderlijke plaats onder deze bu
reaux neemt dat van de Koninklijke Lucht
vaart Maatschappij in, omdat het alleen
voor luchtreizen bedoeld is. Verleden week
heeft dit zijn nieuwe home geopend en het
is de moeite waard daarop even de aan
dacht te vestigen. De kantoren der K.L.M.
zijn wel in het hartje der stad gevestigd,
namelijk op den dru .en verkeersweg aie
het Buitenhof met het Spui verbindt. Het
fleurige reisbureau valt in deze straat aan
stonds op. Voor de ramen zijn klein-model
vliegtuigen geëxposeerd en gelijk te begrij
pen valt vinden die heel wat kijkers. Er is
altijd nog een mystieke attractie voor velen
in de luchtvaart gelegen. Vooral onder het
jongere geslacht is'er een sterk verlangen
naar een tocht door het luchtruim en meer
malen hoorden wij het verhaal dat een jeug
dig H.B.S.'er op zijn verjaarsverlanglijstje
bovenaan plaatste een tochtje per vlieg
tuig. Menig ouderpaar heeft met angst en
beven dezen wensch moeten inwilligen
menig vader is verplicht geworden mee te
gaan op dien tocht, maar wie' weet hoe best
bet hem bevallen is. De propaganda door de
jeugd is altijd een best middel om de ande
ren mee te sleepen. Als de K.L.M. eens als
premie op het beste eindexamen een gratis
lucht-tochtje zette, dan zou zij misschien
een groot succes boeken bij de ouders.
Maar ook zonder die reclame gaat het
goed vooruit met de lucht-liefhebberij der
menschen. Het nieuwe passagebureau is er
het bewijs van. Wie eens in Den Haag komt
moet eens voor het raam gaan kijken en
zich bloot stellen aan het gevaar, dat de
verleiding te sterk wordt en hij naar binnen
brak ze. Ik vind het noodig, dat ook jij
eens in de toekomst blikt, heel vèr in de
toekomsten daarbij denkt aan het ver
leden. Denk er aan wie en wat ik ben
en wat mijn broer is
Tegen haar wil in dwaalde haar blik in
de richting van den wintertuin, waarin de
voortvluchtige gevangene nog steeds ver
bleefeen verschoppelingeen uit-
gestootenedie het kleed der misdadi
gers droeg. Ook haar broer had eenzelfde
uniform, hij leidde eenzelfde levenwat
een wanhopig leven Haar broer, dien men
met andere misdadigers opgeborgen had in
een der groote gevangenissen van Enge
land......
Ze had haar gedachtengang, haar inner
lijke gevoelens zuiver weergegeven. Ze wist
ook, dat ze had gesproken om tijd te win
nen, tot de bewakers waren vertrokken.
Feitelijk had ze geen oogenblik mogen ver
liezen om Jim mede te deelen, dat enkele
passen verder een man, een voortvluchtige,
zich verborgen hield.
Marjorie handelde dus tegen de wetten
van haar land, door den verstekeling niet
op te geven. Bovendien maakte zij liaar
verloofde medeplichtig.
Ze kón het hem echter niet zeggen. Een
oogenblik slechts bad ze zich in de plaats
van dien man gedacht en het scheen haar
nu toe, dat ze zijn plaats in den tuin, onder
de bank, innam.
Zij verlangde, dat hij kon vluchten. Ze
gevoelde zich niet in staat te redeneeren.
Was er iets misdadigs in haar aan het
stapt om nadere inlichtingen en ernstige
plannen maakt om den luchtdoop te wagen.
Wanneer hg dan binnen gekomen is, moet
hij even zijn aandacht schenken aan het
interieur, dat door ir. Roosenburg in den
passenden stijl is verzorgd. Het lichte,
luchtige van het vliegtuig vinden wij hier
toegepastde kleuren zijn in overeenstem
ming. Eén onzer bekwaamste kunstschil
ders, A. M. Luyt, heeft typische momenten
uit de luchtvaartwereld als muurschilde
ring aangebracht
Het is een charmant tehuis geworden en
bewijst, dat een „kantoor" een gezellig
home kan zijn.
SjS
Wel een groot verschil is het met die
oude, muffe verblijven in zoo/ele bureaux.
In Den Haag zijn die natuurlijk bij grooten
getale te vinden in de departementen en in
andere overheidsinstellingen. Die vreeselij-
ke hokken, die op mistroostige binnen
plaatsjes uitzien, waar men de huizen niet
heeft gekalkt om den schijn van iets meer
licht te wekken. En dan die ongezelligheid
in groote lokalen, waar niets dan leelijke
ouderwetsche tafels en lessenaars staan
waar het muf riekt naar het oude papier,
dat in de kasten ligt opgeborgen waar
een vaal, bloemrijk behang op den muur
geplakt zit en alleen een portret van de
Koningin de wandversiering is.
Miskenning van den invloed, die het
milieu op den daarin vertoevenden mensch
heeft, kan alleen dergelijke verblijven heb
ben geschapen. In oude verhalen lezen w\j
nog wel eens de levensgeschiedenis van
hen, die gedc :md waren hun broodje te
verdienen in dergelijke achterkamers, waar
haast nooit licht doordrong. Het was wel
een geluk van den modernen tijd, dat daar
aan een eind is gemaakt, maar wij zouden
niet gaarne alle plaatsen opsommen, waar
het nog treurig is gesteld met de huisves
ting. Nu en dan raken wij „ambtshalve" er
wel eens verzeild en met een gevoel van
opluchting verlaat je dan zoo'n bergplaats
van m-nschen. Gelukkig schijnt men er aan
te wennen, want zij, die er dagelijks bivak-
keeren, vinden het niet eens zoo erg en zij
weten te vertellen, dat het elders nog wel
erger is. Wij herinneren ons nog het oudé
departement van binnenlandsche zaken op
het Binnenhof, nog niet zoo heel lang gele
den afgebroken en opnieuw opgebouwd.
Dat was me een cavalje en al was daar
aan de zijde van den Hofvijver nog wel
licht en lucht genoeg, het is een verzame
ling hokken, waar geen mensch wijs uit
werd.
Trouwens, is U wel eens in het departe
ment van defensie geweest Men heeft
daar een gids noodig om in dien doolhof
den weg te vinden en het is mogelijk, dat
ge er door een achteruitgang uitgeloodst
wordt en dan staat ge ergens in een oude
straat, waar zelfs een Hagenaar moeite
heeft den weg er uit terug te vinden.
Ook ons gemeentebestuur is nog altijd
slecht gehuisvest. Het stadhuis is ook niet
bijster overzichtelijk met zijn bijgetrokken
winkelhuizen, die tot kantoorlokalen zijn
ingericht, maar waar je de restanten van
den winkel nog kimt aanschouwen. Of hier
in de naaste toekomst verbetering zal ko
men We gaan er wel eens aan twijfelen,
want het gaat langzaam rnet de plannen
en de tijdsomstandigheden prikkelen zeker
niet tot spoed. Er is nu al een kwart-eeuw
over het nieuwe stadhuis gepraa, en men
behoeft niet al te pessimistisch te zijn om
te voorspellen, dat daar nog wel een tiental
jaar bij zal komen eer wij in huldigenden
stoet de opening gaan bijwonen.
We wenschen de menschen in de oude
gebouwen van harte sterkte.
ÉIBER.
werk
Mijn lieve kind, je behoeft je heele-
maal niet ongerust te maken over onze
toekomst. Als ik je mijn vrouw kan noe
men, d&n zal pas het leven voor mij begin
nen. Mijn betrekking zal ik heusch niet
verliezen en...... zou dit toch het geval zijn,
welnu, dan ben ik ook nog niet bang. Bo
vendien, jouw liefde zal er voor zorgen,
dat ik mijn werk beter zal doen dan anders,
want jij zult in mijn successen deelen.
Daar ieder van ons zijn taak te volbrengen
heeft, moeten we samen werken, dan zal
het gemakkelijker gaan. Dit is dus uitge
maakt.
Het leek haar, of hij heel ver-af stond,
zoo klonk zijn stem haar in de ooren.
Er weerklonken voetstappen in de hal
de deur werd geopend. Een bewaker, door
den bediende vergezeld, stapte binnen.
Wij hebben alles zorgvuldig doorzocht,
sir, zei hij tegen Jim, die voor Marjorie
stond, zoodat de man haar gezicht niet zien
kon. Een paar mannetjes hebben den
tuin van het kasteel en al het struikgewas
doorzocht, doch hier zijn ze niet. Wilt u uw
bedienden opdragen scherp een oog in het
zeil te houden Een der vluchtelingen was
nogal ernstig gekwetst't is een ge
vaarlijke kerel. Er is wel niet veel kans
meer op, dat wij de kerels nog vanavond
te pakken krijgen, doch morgen, by het
aanbreken van den dag, zullen ze ons wel
in handen vallen. Hg groette. Goeden
avond, sir. Goeden avond, mevrouw.
De deur van de eet aal werd gesloten.
Opera-invasie. Succes der
Uollandsche Opera. Een nacht
vóór den schouwburg. Kaspro-
ducten op de markt. Voorheen
kool en knollen. Een toekomst-
les Nieuwe bezuinigingen.
Visch en visscherij. Berooid
Monnikendam dingt naar geldprij-
prijzenAls Amor beveelt.
Eenige jaren geleden heeft Mengelberg m
een pennestrijd met Urlus over het be
staansrecht van een Nederlandsche opera
beweerd, dat deze ook al mocht haar we
deroprichting gelukken, hier te lande toch
geen levensvatbaarheid zou hebben. Er is
in het algemeen geen voldoende belangstel
ling voor de opera schreef Mengelberg.
Urlus stelde daar tegenover, en dit op
grond van zijn meer dan veertigjarige er
varing in Nederland en Duitsehland, dat
een nationale opera, zoo zij slechts de twee
moeilijke jaren na haar oprichting met een
behoorlijke subsidie geholpen wordt, verder
zonder belangrijken steun zal kunnen door
werken. „Er bestaat onder alle lagen der
bevolking wel degelijk enthousiasme voor
een Nederlandsche opera en opera-zang in
de eigen taal".
Dat de visie van Urlus op dit terrein juist
was, is deze week weer eens overtuigend
gebleken.
Niet minder dan drie opera-gezelschappen
dit voor de eerste maal sedert de oor
logsjaren gaven hier voorstellingen en
telkens waren de schouwburgzalen dicht
bezet. Een der gezelschappen, het Holland-
sche ensemble, speelde een der avonden
zelfs voor „uitverkocht".
De opera-studio, een Amsterdamsche in
stelling voor het qrganiseeren van Neder
landsche operavoorstellingen met beproefde
krachten, gaf een stijlvolle uitvoering van
„Die Fledermaus", gezongen in het Duitsch
(er bestaat ook een bruikbaar tekstboek in
het Nederlandsch, doch om het Strauss-
werk geheel tot zijn recht te laten komen
werd de tekst Duitsch gehouden).
Zoowel in vocaal als instrumentaal op
zicht vonden we het een modeluitvoering.
Het blijft echter de vraag of de studio, be
doeld als overgang naar de nationale opera,
haar werk zal kunnen voortzetten. De kas
middelen waren al eerder uitgeput, doch een
milde Amsterdamsche hand heeft weer ge
holpen.
Ook de twee voorstellingen van de Ita-
liaansche opera vonden, als iedere week, de
gebruikelijke belangstelling en, zooals eer
der geschreven, het Hollandsche operagezel
schap (een combinatie van opera-solisten
zonder engagement) had een buitengewoon
succes met haar serie „Faust"-voorstellin
gen. Het gezelschap is nu op tournee ge
gaan om half Februari weer terug te kee-
ren.
Moge er aan deze voorstellingen nog al
een en ander hebben ontbroken, het publiek
toonde zich toch uiterst dankbaar en waar
deerde in het bijzonder den zang in eigen
taal.
Als een staaltje hoezeer de opera-belang
stelling weer opleeft, zij moge in dit geval
overdreven zijn, kan het volgende dienen.
De Italiaansche opera gaf Maandag
avond in den stadsschouwburg een gemeen
telijke volksvoorstelling van „Tosca". Toen
we nu Zondagavond omstreeks half-twaalf
het gebouw passeerden, vonden we daar
reeds een rij van ruim 40 wachtenden voor
het hek van het bespreekbureau. Er waren
ouderen onder die een vouwstoeltje en de
ken hadden meegebracht om zich het ver
blijf in de open lucht, in den langen, kouden
nacht, zoo aangenaam mogelijk te maken.
Dit gezelschap vertelde men ons
's morgens heeft door vroolrjken kout en
zich amuseerend met de enkele voorbijgan
gers of een verkleumden politieagent, ge
wacht op de opening van het plaatsbureau
10 uurnadat te 3 uur 's morgens het en
semble reeds tot 300 man was aangegroeid!
5e week ISSJf.
De burgemeester dezer gemeente, de heer
Arie Smit, heeft tegen 1 April ontslag uit
zijn ambt aangevraagd.
Met genoegen vernemen wij van betrouw
bare rijde, dat door hooger bestuur pogin
gen in het werk worden gesteld om den
heer A. Smit, op zijn gevraagd eervol ont
slag als burgemeester dezer gemeente, te
doen terugkomen. Van harte hopen wij, dat
deze pogingen met een voor Vlissingen gun-
stigen uitslag mogen bekroond worden en
wij alzoo nog geruimen trjd in den heer
Smit den man zullen mogen begroeten, die
als burgemeester zijn beste krachten blijft
wijden aan de bevordering van den bloei en
het welvaren der stad, die nu, meer dan
ooit, behoefte heeft lan een leiding als die,
welke in de laatste jaren haar een belang
rijke schrede deed doen op den weg van
wezenlijken vooruitgang.
S: Jp
Na een ongesteldheid van slechts enkele
dagen overleed Zondagmorgen geheel on
verwachts de heer Winkelmus Joannes van
der Meer, sedert 17 October 1879 pastoor
bij de R.-K. gemeente alhier.
Gedurende zijn vier en een halfjarig ver
blijf alhier verwierf hij door een algeheele
toewijding aan zijn herderlijk werk, alsmede
door rijn minzaamheid en verdraagzaam
heid niet alleen de 'achting zijner gemeente
leden, maar ook die van allen, die in meer
dere of mindere mate met hem in aanraking
kwamen.
Geen wonder dat zijn lijk, dat Maandag
en Dinsdag op een catafalk in de voor deze
gelegenheid eenvoudig versierde kerk ter
bezichtiging was gesteld, honderden toe
schouwers tot zich trok, om den beminden
doode nog een laatste blijk van toegenegen
heid te geven.
Den volgenden morgen werd de plechtige
uitvaart gecelebreerd door den eerw. heer
J. E. Versteijn van Goes, geadsisteerd door
verscheidene geestelijken.
Door verschillende corporatiën werd het
lrjk te half een naar het station gebracht,
teneinde per spoor naar Delft vervoerd te
worden, alwaar het in de St. Josephkerk
zal geplaatst worden tot het aan de gewijde
aarde zal worden toevertrouwd.
Ned. Herv. Kerk. Aangenomen het be
roep naar Goudswaard en bedankt voor
's-Heer Hendrikskinderen en Wissekerke de
heer J. H. van 't Hoff, candidaat alhier.
Toen de 21 M. lange drukkoker van de
duinwaterleiding bv de voormalige Duin
poort zou geplaatst worden, brak door een
rukwind de kabel waarmede het kolossale
gevaarte was opgeheschen. juist op het
oogenblik, dat men het op zijn voetstuk,
wilde plaatsen. Met hevig geraas stortte
het neer, zonder echter eenige persoonlijke
ongelukken te veroorzaken.
Maar deze „prestatie" werd dan ook be
loond met de mooiste plaatsen a 30 en 40
cent op de élite-rangen.
We mogen misschien te hard oordeelen,
maar het komt ons voor en we leiden dit
af van allerlei crisisverschijnselen van den
laatsten tijd dat door bepaalde producee-
rende groepen op tuinbouwgebied in Noord
en Zuid-Holland, voorheen het binnen-
landsch verbruik wat al te zeer verwaar
loosd is. Nu men dit verbruik noodig heeft,
blijkt de behoefte (en belangstelling) voor
het geproduceerde ook in ons land wel de
gelijk te bestaan en zelfs voor uitbreiding-
vatbaar.
De groote exportwinsten uit den tijd
toen het buitenland tegen fancy-prijzen
alles gretig afnam en er nog niet gecontin-
genteerd werd en geen tarief muren waren,
hebben velen de beteekenis van een stabiel
binnenlandsch verbruik over het hoofd doen
zien.
De Amsterdamsche markt brengt thans
Marjorie luisterde naar de wegstervende
voetstappen.
Morgen, bij het aanbreken van den
dag, zullen ze ons in handen vallen
Automatisch herhaalde ze de woorden
van den bewaker.
Jim. kom gauw hier, ik moet je iets
vertellen, voor de bew:.kers zijn vertrokken.
Hij keek haar verbaasd aan met ge
fronste wenkbrauwen. Zelfs nu weifelde ze
nog even. Ze hoorde de voordeur dicht
slaan. De mannen waren dus weg. Ze nam
Jim bij den arm en leidde hem naar den
wintertuin.
Iemand houdt zich hier verborgen,
fluisterde zij. Toen jij de kamer uitging,
om met den commandant te spreken, ging
ik in den wintertuin en onder een plank
zag ik iemand, die zich schuil hield.
op zijn schoenen stonden een paar breede
pijlen't is, dus een der ontsnapten
Jim keek haar ongeloovig aan. Hij deed
een paar stappen in de richting van den
wintertuin, bleef even staan en keerde zien
om. Marjorie, ben je daar wel zeker
van Waarom sprak je niet, toen de be
wakers nog in huis waren
Er bewoog zich iets in de duisternis van
den tuin. Uit de bladeren en het groen rees
langzaam een .nenschengestalte op. Jim
deed een sprong naar de tafel <:n schelde
Wat ga je doen vroeg Marjorie ge
jaagd.
Perkins er op uit sturen om de bewa
kers terug te roepen. De kerel moet wor
den aangegeven, antwoordde Jim scherp.
Je had me eerder moeten vertellen wat je
allemaal wist, Marjorie. Je doet beter in
den salon even te wachten.
Jim stond in de deuropening van den
wintertuin en versperde aan Marjorie den
toegang. Zij stond voor hem en legde haar
hand op zijn arm.
Jim, geef hem r'et aanik vind
het verschrikkelijk
Hij trachtte haar weg te duwen.
Jim, mijn. broerRuperteu
haar stem werd doordringender hg is
ook een gevangene. Ik weet het wel, dat je
hem niet moogt verbergen, doch geef hem
de vrijheidgeef hem een kansLaat
hem gaan...... Niemand zal het ooit te we
ten komenToe Jim, geef hem een kans.
Zwijgen, meisjeje weet niet wat
je zegt.
Perkins verscheen in de deuropening. Het
was even stil. In dén wintertuin hoorde
men niets. Het geblaf der honden en het
geluid van menschenstemmen waren lang
zamerhand weggestorven.
U hebt gebeld, sir
Breng een paar riazen whisky-soda.,
zei Jim op harden toon.
Toen de bediende was vertrokken, wees
Jim Marjorie een stoel aan naast den
haard.
Marjorie, liefste, ga daar zitten. Ik
begrijp je volkomen, doch ik moet mijn
plicht doen.
(Wordt vervolgd.)