500
eerste blad
73e Jaargang
1934-
DONDERDAG
li Villi I'. Mtinf Si-it, llissinim.lilil. II. PMtlwniiJll
1 FEBRUARI
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke feestdagen
het recht der vrouw.
STADS- EN PRÖVINCRNIEÜWS
„ALHAMBRA'-THEATER
FRA DIAVOLO
Ca 2BÖ PI m Zijne Majesteit
Na» 37'
VL1SSINGSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Voor alle gemeenten op Walcheren en waar agentschappen geves
tigd zijn '2.20 per 3 maanden. Franco dooi het geheele rijk ;2.50. Voor België, Duitschland
en Frankrijk '3.40. Voor de overige landen bij wekel. verz. 3.20. Afzonderlijke nrs. 5 cent.
ADVERTENTIEPRIJSVan 1 -5 regels 1.25 iedere regel meer 25 cent. Bij abonnement
speciale prijzen. Reclames 50 ct. p. regel. Kleine advertenties van 1 —5 regels 50 ct. Iedere regel
nteer 10 ct. (max. 10 regels). Bij 3 maal plaatsing van 1—5 regels tl. alles bij vooruitbetaling
De abonné's in 't bezit eenei
Polis, zijn GRATIS verze
kerd legen ongelukken voor
gulden bij levens
lange ongeschikt
heid tot werken.
gulden bij dood
door
een ongeluk.
gulden bij verlies
van een
hand, voet ol oog.
gulden bij verlies
van
een duim
gulden bi| verlies
van een
wijsvinger
gulden bij verlies
van eiken
anderen vinger
AANGESLOTEN BIJ HET BURF.AU VOOR PUBLICITEITSWAARDE, INGESTELD DOOR DE VEREENIGING „DE NEDERLANDSCHE DAGBLADPERS"
Dit nummer bestaat uit 2 bladen
Naar aanleiding van ons artikel „De
Werkende Vrouw" kregen we een aantal
opmerkingen te lezen van de hand der fe
ministe Mevr. G. Krom-de Vries, welke we
graag te dezer plaatse beantwoorden, opdat
we daarmee gelegenheid zullen hebben om
ook het eventueele misverstaan van an
deren te corrigeeren.
Mevr. Krom-de Vries schrijft o.m.„Het
vecht om door de mannen te worden onder
houden Wat zullen „de" vrouwen daar blij
mee zijn. Of zullen zij, waar ze nog fierheid
en gevoel van eigenwaarde bezitten, dit niet
als een groote beleediging beschouwen.
Wordt een hard werkende huisvrouw door
haar man onderhouden? Of is haar onbe
taalde arbeid niet de voorwaarde voor het
goed-functionneeren van het geheel?"
Wat dat laatste betreft, zijn we het ge
heel met onze opponente eens. Mogelijk
hadden we een juister woord kunnen bezi
gen, toen we spraken van het recht der
vrouw óm zich door den man te laten „on
derhouden", maar niet een woord, dat dui
delijker had weergegeven, wat „men", wat
het volk verstaat onder hetgeen een vrouw,
gelet op haar normale positie in de maat
schappij, toekomt.
We beseffen heel goed en, helaas, zyn
er misschien nog maar teveel mannen, die
dat niet inzien dat de vrouw niet leeft
bij de „gratie" van haar man. In haar huis
houding vervult ze een taak, welke heel dik
wijls een uiterst moeilijke is en altyd een
zeer verantwoordelijke. Wat dót betreft, zijn
we het volkomen eens met den heer Klee-
rekoper, waar die constateerde, dat het
voor de vrouw grooter kunst is (vaak) om
rond te komen met datgene, wat de man
haar geeft, dan dat deze laatste moeite
moet doen om het te verdienen.
Daarom juist behoeft het voor een vrouw
ook niet vernederend te wezen om door
haar man te worden „onderhouden". Zy
werkt voor het gemeenschappelijk- of ge-
zinsbestaan juist zoo goed, en dikwyls méér
dan de man.
Als we constateeren, dat de man tot
plicht heeft om voor het onderhoud van
vrouw en eventueel de kinderen te zorgen
en dat de vrouw een onderhoudsrecht kan
laten gelden, dan is dat populair en vol
gens spraakgebruik uitgedrukt, maar dan
wil dat slechts zeggen, dat het een goed en
verstandig maatschappelijk en economisch
gebruik is, dat de man door zijn arbeid bui
ten, zorgt voor de financiën, welke een
huishouding behoeft, terwijl de vrouw tot
taak heeft om die financiën op de juiste
wijze te beheeren, te weten op zoodanige
wijze uit te geven, dat de gezinsgemeen
schap er de grootste voordeelen van geniet.
In deze verhouding komen alle partijen
tot haar volle waarde. In de positie der
vrouw zit aldus niets afhankelijks, niet
meer althans dan in dit van den man, die
óók geen raad zou weten, als zijn vrouw op
een kwaden dag zou zeggen, dat hg zijn
eigen potje maar moest koken en verdere
huiselijke beslommeringen voor zijn reke
ning moest nemen.
Hoe men de wederzij dsche rechten en
plichten, lettende op de financieele gezins
problemen, nu noemt, och dat is nu toch
werkelijk een zaak van secundaire waarde.
Vindt de geachte opponente het van een
cultureel belang, dat naar andere, misschien
juistere, benamingen wordt omgezien, dan
zullen we haar gaarne ondersteunen.
Mevrouw Krom meent voorts, dat het de
noodzakelijkheid, de nood is, welke zoovele
meisjes nog naar de fabrieken dryft. „Hoe
vaak vraagt zy hoort men niet, dat
de werkloosheid van vader en (of) broers
haar daartoe beweegt". Inderdaad. Dat ze
in zulke omstandigheden aan zoo'n drang
toegeven, vinden we volkomen verklaar
baar. Uit menschelijk oogpunt. Maar maat
schappelijk is het onjuist, want die meisjes
cn vrouwen maken aldus weer éndere man
nen en jongens werkloos. In onzen tijd ten
minste van een tekort aan arbeidsgelegen
heid. Het gaat niet om rechten, het gaat
om de meest economische verdeeling van
de werkgelegenheid.
Mevr. Krom gelooft ook niet, dat de fa
brikanten genegen zullen blijken om het
vrouwelijk personeel door mannelijk te ver
vangen, want, zegt z(j, de vrouwenarbeid
m de fabrieken is alleen zoo toegenomen,
«omdat de vrouw goèdkooper is". Juist,
daar zit veel waars in. En wil mevr. Krom
dan toch den toestand gehandhaafd zien
dat in een tijd van gebrek aan werkgele
genheid, de vrouw niet alleen den man uit
zijn positie verdringt, maar bovendien nog
een loondrukkende factor in het economisch
proces is f
Ethische overwegingen, zoo zegt onze
opponente, spelen voor den fabrikant geen
rol. Slechts het belang van den onderne
mer zal bepalen, wat hij doet.
We hebben beter geloof in de mensch-
heid, óók in de ondernemers. We weten, dat
velen bereid zijn om uit maatschappelijke
overwegingen de plaatsen in fabriek, kan
toor of werkplaats, tot heden ingenomen
door vrouwelijke krachten, in den vervolge
door mannen en jongens te laten bezetten.
En ook de anderen, voor wie slechts het
eigenbelang waarde heeft, gaan daartoe
over, omdat industrieelen en werkgevers in
het algemeen, inzien, dat hun zaken toch
nooit goed kunnen gaan, als de maatschap
pelijke chaos voortduurt. En bij de gehou
den proefnemingen is reeds meermalen ge
bleken, dat de onderstelling, als zouden
mannen- en jongenshanden voor bepaald
werk minder geschikt wezen, niet anders
dan een ondeugdelijke fictie is.
De Omzetbelasting.
Gisterenavond trad in Grand Hotel Bri
tannia voor de winkeliersvereeniging „Ge
meenschappelijk Belang" als spreker op de
heer Van der Leeuw, adjunct-directeur van
het Middenstandsbureau te 's-Gravenhage,
die behandelde het onderwerp „De Omzet
belasting en Weeldeverteringbelasting".
De voorzitter, de heer Quasters, opende
de vergadering en heette de aanwezige da
mes en heeren welkom, inzonderheid de hoe
ren Edelman, inspecteur en Van Rooijen,
commies van de directe belasting, die als
belangstellenden aanwezig waren.
Voorts deelde hij mede, dat de heer Van
der Leeuw spreken zal in de plaats van den
heer Ingenool, die wegens ziekte verhin
derd was.
De heer Van der Leeuw, zijn rede aan
vangende, zeide, dat het onmogelijk is alle
bijzonderheden en details van deze ingewik
kelde wet te behandelen. De omzetbelas-
tingwet is een product van de crisis. Door
de moeilijkheid om het budget van de
Staatsbegrooting sluitend te maken, is de
regeering gedwongen deze wet uit te vaar
digen. In verhouding tot andere belastingen
is de omzetbelasting van zeer vèr strekken-
den invloed en van groote economische be-
teekenis. Deze belasting omvat het geheele
bedrijfsleven, van groot tot klein. Alle be
drijven in al haar schakeeringen zijn er mee
gemoeid. Deze belasting is niets nieuws,
daar meerdere landen baar reeds toepas
sen, bijv. Duitschland en België.
In de voorgeschiedenis zal spreker zich
niet te veel verdiepen, doch hij wijst er op
dat er 3 wetsontweipen zijn geweest. Tus-
schen de nu ingevoerde wet en het ontwerp
De Geer bestaat een belangrijk verschil.
Het ontwerpDe Geer bevatte vele tus-
schenschakels, doch de wetOud heft een
éénmalige belasting. Tegen het ontwerp
De Geer had de middenstand vele bezwa
ren, waarmede minister Oud rekening heeft
gehouden. Ook zijn nu o.a. weelde- en om
zetbelasting samengesmolten.
De omzetbelasting is nu vastgesteld op
4 waarvan de opbrengst wordt geschat
op 80 a 85 millioen gulden. Voorloopig is
echter nog niet te zeggen of deze schatting
juist is. Laten wij hopen dat deze 4 vol
doende zal zijn, anders krijgt men hetzelfde
als in het buitenland, waar het percentage
telkens wordt verhoogd. Ramingen in dit
opzicht blijken echter dikwijls verkeerd te
zyn. De groote moeilijkheid was op welke
wijze en van wien deze belasting zou gehe
ven worden. Het is te begrijpen dat noch
fabrikanten, noch grossiers, noch winke
liers er voor voelden deze grooten last op
hun bedrijven te leggen.
Spreker stelde dan ook uitdrukkelijk
vast, dat deze belasting bedoeld is als een
verbruiksbelasting en niet als een bedrijfs
belasting.
In de wet is tenslotte vastgelegd dat in
principe de belasting zal geheven worden
bij den fabrikant. Hieronder wordt echter
geheel iets anders verstaan dan wat men
gewoonlijk als fabrikant beschouwt. Velen
zullen dan ook bemerken, dat zij nu tot
„fabrikant" gepromoveerd zijn.
In den breede zette spreker vervolgens
uiteen wat in den zin der wet onder fabri
kant wordt verstaan. Het aantal wordt hoe
langer hoe grooter, nu de wet in werking
komt.
Hierna besprak spreker het systeem van
heffing van deze belasting. Het uitgangs
punt is de heffing door middel van zegels,
welke m tallooze waarden verkrijgbaar zijn.
Er bestaan verschillende bepalingen waar-
oj3 deze zegels geglakt moeten worden op
de facturen. Met medewerking van de be
lasting-administratie kan men in bepaalde
gevallen de zegels doen vervangen door een
stempel. Van groot belang is natuurlijk
een goede boekhouding, omdat men ook het
systeem kan toepassen van een aanslag.
Voor zulk een vergunning moet vanzélf de
boekhouding goed in orde zijn. Dit laatste
systeem geeft veel gemak, omdat men dan
van heel wat rompslomp af is.
Van groot belang zijn ook de facturen,
want daaruit moet blijken hoe groot de
belasting zal zijn en hierop wordt scherpe
controle uitgeoefend.
Bij de toepassing van de wet ontstaan
telkens nieuwe moeilijkheden, vandaar dat
steeds wijzigingen worden vastgesteld,
waardoor de wet beter kan worden uitge
voerd. Spreker kan constateeren dat door
de regeering met de moeilijkheden voor den
handel rekening wordt gehouden.
Op duidelijke wijze zette de heer Van der
Leeuw de inrichting der boekhouding in
verband met deze wet uiteen en wees nog
speciaal op het groote belang der facturen,
welke men zeker een 3-tal jaren dient te
bewaren. Ook wees spreker op de verschil
lende combinaties van fabrikant-handelaar
en hun verplichtingen tegenover de wet
de voorwaarden waaronder de kleinhande
laar kan worden vrijgesteld tot bepaalde
grenzen. Verschillende vrijstellingen kun
nen worden verleend, wanneer men blijft
beneden de grens van gemiddeld 1000 per
jaar. Men doet goed zich hierover met de
belasting-administratie te verstaan.
Door de invoering van de éénmalige hef-
fingf heeft de regeering zich veel moeilijk
heden op den hals gehaald en ook voor den
handel zijn deze groot. Getracht wordt te
komen tot een systeem van bepaalde nor
men voor verschillende bedrijven. Met me
dewerking van den fiscus is op dit gebied
nog wel iets te bereiken.
Ook de producten, welke door den han
delaar voor eigen consumptie worden ge
bruikt, zijn belastbaar.
Ook de invoer uit het buitenland valt
onder de omzetbelasting en is vastgekop
peld aan het invoerrecht. Deze belasting is
zelfs nog 1 hooger om den binnenland-
schen fabrikant tegemoet te komen.
Spreker wees er ook op, dat meerdere
producten belast worden met 10 nl. die
in den zin der wet weelde-artikelen zijn,
waarvan spreker een aantal artikelen op
somde.
Vervolgens werd besproken het betalen
van omzetbelasting op de oude voorraden.
Aanvankelijk bestond hiervoor geen rege
ling, doch op het laatste oogenblik is hier
voor een oplossing gevonden. Verschillende
bepalingen worden door spreker genoemd,
waarop de oude voorraden tot een bepaal
den datum kunnen worden vrijgesteld.
Tenslotte wees spreker nog op de ver
schillende vrijstellingen, welke de wet ver
leend.
Door overleg van de organisaties met de
regeering en met de belasting-administrr.-
tis is nog heel wat te bereiken en van
groot belang is dan ook dat de betrokkenen
georganiseerd zijn, omdat door middel van
de vakorganisaties veel ten goede kan ge
daan worden in het belang van den handel
en den middenstand om de lasten op het
bedrijfsleven zoo min mogelijk te doen zijn.
Ook het bureau van den Middenstandsbond
is gaarne bereid alle gewenschte inlichtin
gen over de moeilijke materie van deze v.-t
te verschaffen.
Na de pauze werden nog verschillende
technische inlichtingen aan den heer Van
der Leeuw verzocht, welke door hem breed
voerig werden gegeven.
Aan het einde der vergadering bracht de
voorzitter den heer Van der Leeuw, onder
instemming der aanwezigen, hartelijk dank
voot zijn uitnemende uiteenzetting.
De Pelikaan-vlucht.
Britannia
Voor de Vereeniging „Marathon" is gis
terenavond als spreker opgetreden de heer
Viruly. Deze avond is een groot succes ge
worden. De groote zaal van Britannia was
goed gevuld, toen de voorzitter, de heer D.
W. Toussaint met een woord van welkom
aan de talrijke aanwezigen het welkom toe
riep, in de eerste plaats aan den eere-voor-
zitter, den heer C. A, van Woelderen, ver
schillende autoriteiten en vertegenwoordi
gers van andere sportvereenigingen. Hij
heette ook den heer Viruly hartelijk wel
kom, die reeds 4 maanden geleden hier zou
gesproken hebben over de K.L.M., maar die
toen gelukkig verhinderd was, want anders
zouden we nu den Pelikaan-tocht niet kun
nen hooren bespreken, den tocht, waarop
alle Nederlanders in ons vaderland zoowel
als daar buiten trotsch zijn. Met een zin
speling op het feit, dat de heer Viruly wel
geen geboren Zeeuw was, maar toch zijn
jonge jaren hier heeft doorgebracht en die
Ook gisterenavond was het nog
zoo goed als uitverkocht met het
zeldzame programma s
STAN LAUREL OLIVER HARDY
LILIAN HARVEY in
Een succes zooals de laatste
jaren niet is voorgekomen I
ALLE LEEFTIJDEN!
HEDENAVOtv D
VOOR HET LAATST
zijn dochtertje van 5 jaar hierheen heeft
meegebracht, eindigde de voorzitter van
„Marathon" zijn inleidend woord.
De heer Viruly, het woord verkrijgend,
verklaart met genoegen de uitnoodiging te
hebben aangenomen om hier te kunnen
spreken, omdat in den tegenwoordigen tijd
de belangstelling uitgaat naar het vliegen
en men geen bioscoop kan bezoeken en geen
krant kan inzien of men krijgt de aviatiek
onder de oogen. De belangstelling gaat uit
naar het vak van den verkeersvlieger, wiens
werk aan den buitenkant wordt gezien. Spr.
wilde iets van den binnenkant vertellen en
vond een aanknoopingspunt in de landing
van de Pelikaan op dien laten December
avond, toen daar 20.000 menschen op Schip
hol onder zeer kwade omstandigheden op
het Indië-vliegtuig stonden te wachten. De
luchtvaart had hen daarheen gebracht en
niet zij, doch alleen de piloten begrepen er
iets van als bijv. de motoren nu eens wel,
dan weer niet hun geronk deden hooren.
Van waar dan die belangsteling Was het
alleen een modegril of school er nog iets
anders onder? En spr. gaf daarop een be
vestigend antwoord de snelheid van ver
plaatsing, het vervoer door het luchtruim,
dat reeds Dedalus en Icarus voor oogen had
gestaan de techniek, welke de zwaarte
kracht de baas was geworden, ziedaar reeds
enkele van de redenen der belangstelling.
Die belangstelling gaat uit naar de beman
ning van het vliegtuig, waaroij dan onrecht
aangedaan wordt aan al die anderen, die er
het hunne of hare toe bijdragen, dat de
vlucht mogelijk is, van de typisten, de
meisjes van de telefooncentrale de jongen,
welke de zegels plakt tot de lui op de kan
toren of in de hangars. Die allen bedoelt
Viruly, wanneer hij zijn boek betitelt met
wij vlogen naar Indië. In engeren zin is het
de bemanning van het vliegtuig en om de
moeilijkheden, waarmee de verkeersvlieger
te worstelen heeft, te schetsen, begeleidde
spr. ons in den geest op den laatsten dag
van den Pelikaan-tocht. De bemanning van
het vliegtuig, dat slechts 185 in plaats van
240 K.M. per uur kon doen, had zich in 3
etmalen nauwelijks eenige rust gegund,
maar was te Cairo opgestegen, na benzine
geladen te hebben, voor het traject naar
Athene (1000 K.M. over de zee, in den
nacht). Hoe de navigatie daar geleid wordt
vanaf een Engelsch schip aan de Oostkust
van Kreta, hoe de positie van het vliegtuig
gedurende den donkeren nacht wordt be
paald, hoe de weerberichten overgebracht
worden, vertélt ons de heer Viruly in be-
knopten maar duidelijken vorm. Met welke
moeilijkheden de Pelikaan te kampen had,
alvorens een veilig landingsterrein bij Rome
te vinden, met welk een spanning de weer
berichten uit Noordelijk Europa in Marseille
werden afgewacht, welk een teleurstelling
het lot was van Smirnoff, toen hjj, mee-
nende bij de Belgische grens te zijn, hoorde
door tegenslag' met den mistral, die de
snelheid van de Pelikaan belemmerde
pas bij Lyon te zijn, hoe onophoudelijk
briefjes met den uitslag van radio-peilingen
of navigatiewijzigingen van den bestuurder
naar den piloot gingen, dat alles beschreef
de heer Viruly ons op levendige wijze. Toch
heeft de bemanning doorgezet en helder be
schreef spreker ons, hoe door het radio
baken op Schiphol, de Pelikaan kon landen.
Na deze duidelijke, heldere uiteenzetting,
waarby spr. nogmaals drukt op het feit, dat
niet één maar alle vier van de bemanning
het vliegtuig in veiligheid hebben doen lan
den, eindigt spr. met de mededeeling, dat
na de pauze eenige plaatjes worden ver
toond.
De voorzitter van Marathon beval de Pe
likaan, die in de zaal zal rondgaan, in de
goedgunstige clementie van het publiek aan,
dat gaarne een steentje zal willen offeren.
Na de pauze nam de eere-voorzitter van
Marathon het woord, om dank te zeggen
voor de woorden van welkom en ook, mede
namens de gasten voor het organiseeren
van dezen avond. Maar als voorzitter van
de Zeeuwsche Vereeniging voor Luchtvaart
is het hem een groot genoegen den inleider
een primeurtje te kunnen aanbieden, nl. een
medaille door Begeer voor het Pelikaan
comité geslagen, als dank voor de inleiding
en als herinnering aan dezen avond.
Alvorens tot het projecteeren der schit
terende lantaarnplaatjes over te gaan, die
oude en nieuwe toestellen, interieur en ex
terieur er van en schitterende landschaps
beelden te zien geven, beantwoordt de heer
Viruly eenige vragen over zweefvliegtoe-
stellen, het verwisselen der piloten, het con
stateeren van mee- of tegenwind en de in-
draaibare landingstoestellen.
De voorzitter van Marathon sluit de bij
eenkomst met een uitvoerig, hartelijk woord
van dank voor de schitterende, interessante
en leerrijke voordracht.
Het nieuws van den dag in beeld.
Foto's in onze Tijdinghal.
De „K. XVI" gebouwd door de Rotter-
damsche Droogdok Mij. wordt door de Ned.
Marine overgenomen de commandant, luit.
ter zee der le klasse Van Waning houdt een
rede. De teraardebestelling van den oud-
vice-admiraal Mac Leod. Buste van wy-
len dr. J. Th. de Visser, vervaardigd door
den Rotterdamschen beeldhouwer Tulling.
Een drietal speurdersopnamen van de
première in Nederland van circus Sarrasan:
Het verongelukte sportvliegtuig te Hei-
nenoord. De K.L.M. brengt uit Stock
holm enkele schilderijen aan voor de
Breughel-tentoonstelling te 's-Gravenhage.
Minister Beelaerts van Blokland en de
Engelsche gezant nemen op het H&agsch'e
station afscheid van den Japanschen gezant
en zijn familie, die tot ambassadeur te
Washington is benoemd. De eerste da
mes-leerlingen van de Nationale Lucht-
vaartschool te Amsterdam. Een kunstig
wandtapijt, bestemd voor het nieuwe ge
bouw van den Octrooiraad. Beelden
groepen voor de nieuwe St. Servaasbrug
te Maastricht. Een reizende vischten-
toonstelling te Hilversum. Monument ter
nagedachtenis van den heer G. J. de Jongh,
oud-directeur van Gemeentewerken te Rot
terdam.
Christ. Sociale Studieclub.
De sociale studieclub van den Christ. Be
sturenbond heft gisterenavond weder een
van haar leerzame cursusavonden gehou
den in het Militair Tehuis. Deze vergade
ring stond bij afwezigheid van den voorzit
ter onder leiding van den heer Sorel.
Het onderverp „De wettelijke arbeids
bescherming" werd ingeleid door den heer
J. de Bruijne. De arbeisbescherming is een
stuk werkelijk begrip, waarmede iedere Ne
derlander te maken heeft. Hoevelen zijn er
niet in den goeden ouden tijd ten gronde
gegaan. Toen speelde zich een treurspel af.
Schrikkelijke toestanden deden zich in de
arbeiderswereld voor. De arbeider was in
naam vrij, in werkelijkheid was hij loon
slaaf. Hoewel er niet velen waren, die de
verschrikkelijke toestanden durfden aan
pakken, zijn er toch enkelen geweest, die
de overheid op haar taak wezen dat er aan.
deze ongerechtigheid paal en perk moest
worden gesteld. De overheid was toch ge
roepen het zwakke te beschermen en het
onrecht tegen te gaan. Zeer lang heeft het
geduurd voordat de overheid handelend
ging optreden. Op 6 Juni 1841 werd door
de regeering een circulaire gericht tot de
gouverneurs der provincies om rapport uit
te brengen over den kinderarbeid. In 1853
en 1856 werden door de Maatschappij tot
Bevordering der Welvaart vragen uitge
schreven over dit vraagstuk en 17 Maart
1863 werd door 32 Leidsche fabrikanten
aangedrongen op bescherming van het fa
briekskind. Toen in 1869 het rapport eener
staatscommissie het Mcht zag, achtte de
regeering het noodzakelijk in te grijpen.
Toch heeft het nog tot 1874 geduurd, eer
door aanneming in de Tweede Kamer
van het initiatief-O' werp van het toenma
lige Kamerlid mr. S. van Houten, arbeid
voor kinderen beneden 12 jaar werd verbo
den. Op 19 September 1874 werd deze wet
afgekondigd. Uitvoerig ging spreker na
de zeer bescheiden stap, die hier op den
weg der wettelijke arbeidsbescherming was
gezet. Verschillende pogingen werden aan
gewend tot uitbreiding. Dertien jaar later
werd bij de Tweede Kamer weer een voor
stel ingediend tot het houden eener wette
lijke enquête. Hieruit bleek duidelijk dat de
wetVan Houten hoog noodig aanvulling
behoefde, want het verslag bracht ontstel
lende toestanden aan het licht. Het gevolg
was dat op 5 Mei een wet vei scheen tot
het tegengaan van ovërtnatigen en gevaar
lijken arbeid van jeugdige 'personen cn