Vlissingsche Courant
DERDE BLAD
VAN AMSTEL EN IJ
wanneer ik een stuk zeep koop met een
Engelsch fabrieksmerk en wanneer ik een
Duitsch dienstmeisje neem.
„Andere landen sluiten óók hun gren
zen waarschuwt mijn man.
Maar lijkt dit niet op kinderwerk Als
jij niet wilt, wil ik ook niet Als jij het
doet, doe ik het ook Wantrouwen wekt
haat en zet tot slechte daden aan. Wan
trouwen doe ik mijn kinderen nooit. Ik ver
trouw ze, altijd weer opnieuw, ook als ze
het vertrouwen van moeder beschaamd heb
ben. En zoo moest het ook in de wereld
zijn.
Maar ik ben maar een doodgewone huis
moeder en heb van politiek noch economie
verstand. Ik ben maar een domme vrouw
en mijn man zegt, dat het maar goed is,
dat ik geen dictator kan worden.
Emotie-volle weken. Een sen-
scitioneele Kerstavond. Na den
brand in de centrale. Prestaties
ook der telegrafie. Van een ver
dwenen diamant. Zeeuwsche
actie. Succesvolle opvoering van
„Aan Flarden".
De laatste weken van het snel ten einde
spoedend jaar zijn voor Amsterdam dan
wel emotie-vol geweest.
Met het enthousiast gevierd ambtsjubilé
van den burgemeester als inzet, waarvan
de bijzonderheden onzen lezers reeds be
kend zijn, volgde de eene sensationeele ge
beurtenis de andere de succesvolle record
vlucht van de „Pelikaan" (men spreekt al
van een nieuw record op de retourvlucht),
de geheimzinnige brand in de telefooncen
trale, de ongeluksnacht van Maandag op
Dinsdag en eindelijk de ontstellende tijding-
op den Eersten Kerstdag van de treinramp
in Frankrijk.
Wel zijn bij dit ontzettend spoorweg
ongeval geen Nederlandsche slachtoffers te
betreuren, doch Amsterdam heeft beide
Kerstdagen toch innig meegeleefd met de
beklagenswaardige slachtoffers en hun zoo
zwaar beproefde betrekkingen.
De kleine Fransche kolonie hier ter ste
de, diep onder den indruk van' de ramp,
heeft onmiddellijk haar voorgenomen
Kerstfeestviering afgelegd. Ook zal het
Fransche consulaat, ten teeken van rouw,
de officieele Nieuwjaarsreceptie ditmaal
liiet houden.
In onze ziekenhuizen liggen nog tal van
gewonden, die bij de valpartijen van Maan
dagavond meer of minder ernstige kwetsu
ren hebben opgeloopen. Oude Amsterdam
mei. herinneren zich niet ooit zulk een
gladheid te hebben meegemaakt. Ongeveer
7 uur 's avonds waren de straten nog" mod
derig en viel er een dreinerig regentje en
een uur later bleek plotseling iedere stap,
die men op het spiegelgladde asphalt zette,
levensgevaarlijk. Oud en jong zagen we van
uit onze taxi op handen en voeten kruipend
hier of daar een veilig plekje zoeken, dat
echter sporadisch te vinden was. Men
moest zich meestal met een deurknop of
hek tevreden stellen. Dan ging het, na van
den eersten schrik bekomen t- zij" weer
„schuifelend" verder, bij voorkeur „en
groupe" Taxi's en auto's durfden geen
grachten of bruggen te berijden, weigerden
dus „vrachtjes" op rjskant traject
kortom, het was een ware paniek, die nog
toenam, naarmate er bezoekers van kerst
boomvieringen, theaters enz. huiswaarts
keerden.
Het aantal in de ziekenhuizen behandel
de vrij ernstige kwetsuren, w.o. vele arm
en beenbreuken, bedraagt, naar we heden
vernamen, ruim 300. Eén doode valt te
betreuren. Men vreest bovendien dat een
aantal gewonden deels invalide zal blijven.
Terecht is er tijdens de valpartijen ge
klaagd over de nagenoeg algemeene toe
passing van het asphalt, dat niet alleen bij
gladheid, maar ook wanneer het regent of
de wegen modderig zijn, gevaar oplevert.
Voor de trottoirs is een asphalt-bedekking
totaal overbodig en zou een klinkerbestra
ting (men heeft deze ook in moderne kleu
ren) boven ieder andere aan te bevelen zijn.
Wij betwijfelen het echter of publieke wer
ken de asphalt-rage, waardoor ook de
straatverlichting in hooge mate wordt ge
absorbeerd, er aan zal willen geven.
O
In een onzer vorige correspondenties
wezen we reeds op een bedenkelijke gisting-
onder het personeel der gemeentebedrijven.
Deze dateert al uit den tijd der eerste
loonsverlagingen. In een extremistische
vergadering is toen zelfs openlijk gezin
speeld op daden van verzet en de algemee
ne indruk was, dat daarmede geen stakin
gen bedoeld werden, maar aan sabotage
moest worden gedacht.
Wij maakten destijds ook melding van
het geheim-politietoezicht in werkplaatsen
en op terreinen, de spoorlijnen in de omge
ving inbegrepen. Zoo staat het nu dan ook
voor leek en deskundige onomstootelijk
vast, i t de brand opzettelijk gesticht is en
men brengt hem onwillekeurig in verband
met hetgeen vooraf ging.
Van den c-fi.ier van justitie, mr. Thiele,
wiens buitengewone scherpzinnigheid ge
bleken is tijdens de ontmaskering van het
Nijenrode-complot (deze geheimzinnige
zaak bevindt zich nog steeds in stadium
van onderzoek), was het o.i. juist gezien de
onder vei'denking staande ambtenaar geen
minuut langer vast te houden, dan voor
het onderzoek noodzakelijk was. Dat on
derzoek kon eerst Dinsdagnacht beëindigd
woi-den en in een rapport vastgelegd.
Bij de telefooncentrale is een groot per
soneel werkzaam en onder dit gioot perso
neel bevinden zich aanhangers van diverse
Uit do Persil klankfilm
„wosch gemoxkelijk, wasch voordeeïig 1"
Wat wenschen w' U van harte toe
In 't aanstaand nieuwe jaar?
Dat het U voor den wind mag gaan,
Precies zoo goed als haar.
Dat Hientje hier zoo glunder kijkt,
Niemand, die dat verbaast:
Wie naar Persil grijpt, weet vooruit:
Ik „grijp er vast niet naast".
van de
van
Zaterdag 30 December'33. No. 307
TU5SCHEN TWEE MENSCKEN,
DE MODE OP OUDEJAARSAVOND.
In vele famliiès is de Oudejaarsavond
in groote lijnen een herhaling van de pas
gevierde Kerstdagen, De kerstboom, voor
zien van nieuwe kaarsjes, wordt ontsto
ken, men komt bij elkaar, men eet, drinkt,
praat, houdt zich onledig met bridge of
een ander spel, en het is het middernachte
lijk uur, dat voor een oogenblik alles doet
ter toch hoofdzakelijk door zijn kleur,
iets feestelijk geeft. Zoo is bijvoorbeeld het
moderne groen een tint, die de vrouw niet
alleen voortreffelijk staat, maar die ook
opvalt zonder echter opdringerig te zijn.
Een japon van deze kleur is niet zelden
met bont gegarneerd. Natuurlijk zijn het
altijd kortharige bontsoorten, zooals lams-
Als we eens nagaan wat er in 't alge
meen wordt verstaan onder een „goede
verhouding" tusschen twee volwassen men-
schen, hetzij in een huwelijk, hetzij in eeni-
gen anderen gewettigden of in een vrijen
vorm van samengaan, zullen we honderd-
tegen-één te hooren krijgen, dat een goede
verhouding zich kenmerKt door het zijn
voor elkander als een „opengeslagen boek",
door het zich voor elkander volkomen en in
ieder opzicht uitspreken, door het voor el
kander geen geheimen hebben. „Zul je me
altijd alles zeggen vraagt het meisje,
dat trouwen gaat. En de jongeman belooft
het haar. Hij doet het graag en met op
rechte gevoelens. Want „elkaar altijd alles
zeggen" is immers het mooiste en het
ideaalste van wat men zich in een huwe
lijk wenschen kan. Niets voor elkander te
moeten verbergen, vrij-uit te kunnen vertel
len van zorgen, verwachtingen, aansluipen
de gedachten, gevoelenshet is een rijk
dom, die niet te evenaarden is Het zal
zorgen, angst en verdriet tot op de helft
van hun proporties terugbrengen. „En jij",
vraagt de man dan op zrjn beurt, „zul jij
ook nooit iets voor me verzwijgen Zul je
altijd open en eerlijk tegen me zijn Niets
achterhouden Niets alleen uitvechten
Natuurlijk heeft het meisje zich dit al lang
voorgenomen. Zij wenscht niet anders. Zij
wil dat haar huwelijk een goed huwelijk zal
Zijn. Zij wil dat haar man blijven zal de
„herrlichste von allen", die al's geen ander
haar kent, van den eenen dag op den ande
ren en tot in de verste schuilhoeken van
haar innerlijk. En plechtig en ontroerd doet
zij haér belofte, dat zij zich altijd en in alle
dingen zonder de geringste terughouding
zal uitspreken.
In sommige verhoudingen tusschen een
moeder en een volwassen kind, in vriend
schap tusschen volwassen menschen, is die
stelling van „niets voor elkaar verbergen"
en „zich altijd voor elkander uitspreken"
misschien minder in woorden vastgelegd,
maar dat zij bestaat, valt zeer stellig niet
te betwijfelen. Ook tusschen vrouwen, die
niet zoo heel jong meer zijn, die elkaar in
de moeilijk gedragen en onvruchtbare een-
stilstaan en dat het vrijwel eenige onder
scheid is tusschen een Kerst- en Oudejaars-
party.
Wat draagt de vrouw op den laatsten
dag van het jaar, die min of meer feeste
lijk gevierd wordt
Vóór alles wil zij, zich in haar kleeding
bij haar omgeving aanpassen. Zij wil er
niet bescheiden, maar evenmin te op
dringerig uitzien. Zij wil den gulden mid
denweg bewandelen, en het is opmerkelijk
hoe meestal het instinct van de vrouw
dien weg aanwijst.
Brengt de vrouw den Oudejaarsavond ?n
haar eigen kring door, dan draagt zij na
tuurlijk een zeer eenvoudig kleed, dat ech-
vel, hermelijn, tijger, seal enz.
Het spreekt vanzelf, dat het toilet van
de vrouw heel anders is als zij den Oude
jaarsavond buitenshuis doorbrengt. Haar
kleeding is dan wat sierlijker, wat
legenheids-toiletje, waarvan de heden-
daagsche mode er vele en zeer voortreffe
lijke in haar collectie heeft. Een vaak
voorkomend model is dat met een tunique.
luxueuser. Zij vertoont zich dan in een ge-
die vaak van metaal doorwerkte zijde is
en die gedragen wordt op een bijna lan
gen rok van fluweel. De mouwen zijn lam-;
of driekwart lang, in welk laatste geval
zij gecombineerd worden met handschoe
nen in de kleur van den rok.
der kunnen maken als ze den tijd wordt ge
laten zich te ontwikkelen en vaster vorm
aan te nemen.
Het zijn de vrouwen, die het meest en
het strengst van al de verplichting stellen
zich volkomen uit te spreken, al zullen zij
dat woord „verplichting" met verontwaar
diging van de hand wijzen. Zoo zij al niet
vragen „Zul je me altijd alles vertellen",
dan hebben ze toch vaak iets in hun blik,
hun houding, zelfs in hun zwijgen de ver
wachting daartoe uitgedrukt en even dui
delijk een zacht of verpletterend verwijt
wanneer aan die verwachting niet wordt
beantwoord. Een vrouw voelt zich nu een
maal minder sterk in het leven staan dan
een man. Voor een vrouw is de liefde van
een mensch, van een kind vaak het heele
leven, terwijl ze voor een man maar zelden
meer is dan een plezierige bijkomstigheid
of alleen maar een episode. Door er altijd
maar op aan te dringen, dat de man, het
kind of de vriendin, waarop ze haar leven
heeft gebouwd, zich uit zal spreken en voor
haar, die alles begrijpen wil, niets zal ver
bergen, meent zij het geliefde wezen dich
ter en sterker aan zich te binden. Een mee
ning, die dikwijls op het tegendeel uitloopt.
Het is tragisch, maar niet heelemaal on
vermijdelijk. Liefde en genegenheid culmi-
neeren niet in indringen in elkander's inner
lijk leven, in het mee aanraken van wat
den ander beroert en beheerscht. Liefde,
vriendschap en genegenheid vinden hun
bewijs minder in daden dan in stil en be
reid wachten. Hun zegen wordt ondervon
den daar, waar behoefte ze zoekt.
We moeten leeren eerbied hebben voor
het innerlijk van den mensch, voor het
innerlijk van den man, het volwassen
kind, den vriend, de vriendinWe
moeten niet brutaal willen binnendringen
in dien veiligen schuilhoek, waar wordt
geordend en gestreden en waartoe de
mensch in eenzaamheid met een absolute
ovez'gave neigen moet om zichzelf te kun
nen blijven. We moeten juist zooveel geven
als de ander vraagt, juist zooveel vragen
als de ander behoefte heeft te geven. Dan
zullen wij zijn de vrouw, de moeder, die
Opmerkingen van een domme vrouw.
Ik ben maar een doodgewone huis
moeder. Ik kan perfect koken, bakken en
braden. Ik maak al mijn kleeren en die
voor de kinderen zelf en als mij gevraagd
wordt hoe satin, fluweel, wol, batist enz.
gewassche:. moet worden, weet ik daarop
dadelijk antwoord te geven, een antwoord
dat in de practijk niet teleur zal stellen.
Maar dergelijke dingen worden van geen
belang genoemd en men zegt, dat men er
niet ver de wereld mee doorkomt. Het zal
wel zoo wezen. En daar ik niet het minste
verstand heb van politiek en economie en
's avonds binnen een half uur klaar ben
met het lezen van een krant, zal ik wel een
domme vrouw zijn.
Ik ben dus een domme vrouw en het zal
dan ook daardoor wel komen, dat ik niet
begrijp waarom ons, Hollandsche vrouwen,
zoo op 't hart wordt gedrukt bij onze in-
koopen aan Hollandsch fabrikaat de voor
keur te geven en geen ander dan Hoi-
landsch personeel in dienst te nemen, terwijl
we er allemaal van overtuigd zijn, dat het
er in de wereld beter uit zou zien als het er
verdraagzamer zou toegaan, als alle lands
grenzen vervielen en we om maar vast
een begin te maken de vereenigde staten
van Europa kregen.
Met mijn man waag ik het wel eens hier
over te redeneeren. Hij zegt „Als alles
normaal is, is er natuurlijk niets tegen
waren en ai'beidskrachten uit het buitenland
te betrekken, maar nu vrijwel alle stelsels
ontwricht zijn, mogen we dat niet doen."
Maar ik vind, dat het er juist nu op aan
komt te toonen, dat het ons ernst is. Ik
blijf dan ook consequent en het kan me
niets schelen of ik iets koop wat in En
geland, Frankrijk, Duitschland of waar ook
vervaardigd is, zoo min als ik me afvraag
of de dingen, die ik in de huishouding ge
bruik, wel van Hollandsch fabrikaat zijn.
„Je benadeelt je landgonooten er mee,
zegt mijn man.
Dat kan natuurlijk wel zijn, maar als wc
eensgezindheid willen, moeten we ook nici
meer spreken van „landgenooten". We zijn
„menschen" en ik benadeel geen mensch
Onder redactie van TRUUS EYGENHUYSEN.
zaamheid van verloren illusies gevonden
hebben, vrouwen die gaan samenwonen en
geen mogelijkheid zien om in een andere
veilige haven te belanden, leeft zij met een
intense en bestendige kracht, en nu en dan
krijgt men den indruk zooals trouwens
ook wel in een huwelijk dat zij op de loer
ligt om naar voren te springen waar maar
even getracht wordt haar te ontduiken.
Dit alleen al geeft aan, dat deze stelling,
dit „kenmerk van een goede verhouding",
in de praktijk minder houdbaar en begeer
lijk is dan ze in theorie schijnt te zijn. Dat
ze aanwezig is, valt niet zoo moeilijk te
verklaren. Het is de menschelijke zucht
naar volkomen en onvervreemdbaar bezit,
die haar in 't leven riep, het intuïtief besef,
dat een mensch-alleen minder sterk staat
dan een harmonische twee-eenheid, het on
bewust verlangen naar een veiligen, wan-
kelloozen muur, die een troostend houvast
biedt temidden van alles dat valt onder den
meedoogenloozen druk van omstandigheden
of noodlot. Teruggebracht tot haar oor
sprong berust zij dus op zuiver egoïsme en
de vraag „Zul je me altijd alles zeggen
en „Zul je nooit iets voor me verbergen
kunnen we dan ook tot de ego-centrische
rekenen.
Hiermee zullen velen het niet eens zijn,
en hiertoe zullen in elk geval behooren zij,
die soortgelijke vragen stellen aan de meest
geliefde vrouw, den beminden man, de
vriendin, het kindaan diengene, waar
naast de levenstocht wordt afgelegd. Zij
zullen willen beweren, dat deze vragen
juist niét op zelfzucht en zelfbehoud
baseeren, maar daarentegen getuigen van
zelfvergetelheid. Zij zullen willen aantoo-
nen, dat gelegenheid om zich uit te spre
ken een van de dingen is, waaraan ieder
mensch behoefte heeft. En dit laatste zal
ze niet zoo moeilijk vallen, want ieder on
zer heeft wel eens behoefte gevoeld zorgen,
gedachten en gevoelens uit te leggen. Maar
wie vraagt „Zul je me altijd alles zeg-
Het kan een huwelijk, een vriendschap
langzaam en tot den dood toe vergiftigen.
Het kan den eenen mensch den anderen
doen haten op een verbijsterende wijze.
Want er leven in ons vele onvolgroeide,
verwarde dingen, broos en onwezenlijk, die
geen woorden verdragen, die óf ruw worden
óf uiteen vallen als ze worden aangevat om
naar buiten gedragen te worden. Het zijn
dingen, die ons leven voller, rijker en bree-
een onuitwischbaar beeld achterlaat en
naar wie de warmste gevoelens en de
lichtendste gedachten zullen uitgaan.
gen en „Zul je niets voor me verborgen
houden opent hiermee niet de gelegen
heid om aan de nu en dan vlug opschieten
de behoefte van zich eens heelemaal uit te
spreken te voldoen, maar stelt de verplich
ting constant en volkomen elk innerlijk be
leven bloot te leggen.
Behoefte en verplichting. Twee tegen el
kander botsende begrippen. Het eene heeft
iets vlots, het andere iets stroefs. Het vol
doen aan een behoefte is een bevrijding, het
nakomen van een verplicüting kan een be
klemming zijn, zelfs de verplichting zich uit
te spreken tegen het meest geliefde wezen.