ïlissingsche Courant PLOUVIER OPRUIMING WINTERPANTOFFELS EEN BOEK LICHTZINNIGE JEUGD Geschenk TWEEDE BLAD BINNENLAND FEUILLETON BOEKH. D'HUIJ van de van Maandag 18 December 1933. No 298. Kerstgave voor werkloozen. Naar wij vernemen heeft de minister van sociale zaken goedgevonden dat aan ondersteunde werkloozen als Kerstgave aan het einde der week van 1723 Decem ber boven het steunbedrag wordt uitge keerd een bedrag, overeenkomende met een vierde van hetgeen de ondersteunden over genoemde week aan steun ontvangen. Deze regeling geldt ook voor hen die tengevolge van de vorst niet b:j de werkverschaffing kunnen werken en daarom in de zg. vorst- steunregeling zijn opgenomen. Het jubileum van het Roode Kruis. Zaterdagmiddag werd in het hoofdge bouw van het Roode Kruis aan de Princes- segracht te 's-Gravenhage een druk bezoch te receptie gehouden, waar ontelbaar velen van hun medeleven met het Roode Kruis kwamen getuigen en den Prins met zijn ju bileum gelukwenschten. De kamerheer jhr. A. G. Sickinghe heeft in opdracht van de Koningin Harer Ma- jesteits gelukwenschen overgebracht aan Prins Hendrik en aan het hoofdbestuur van het Ned. Roode Kruis. Jhr. Sickinghe heeft daarbij tevens na. mens de Koningin en de Prinses een ge schenk aan Z.K.H. overhandigd. Z.K.H. deelde mede, dat H. M. de Konin gin heeft benoemd generaal jhr. J. H. Röell, eerste onder-voorzitter en mr. W. T. baron van Lynden, penningmeester, tot rid der in de orde van den Ned. Leeuw den heer De Kanter, hoofdbestuurslid, tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Den heer A. A. van Kampen, sinds 1915 concierge van het gebouw op de Prinsessegracht, is toegekend de zilveren medaille in de orde van Oranje Nassau. Algemeene Nederlandsche Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer; „Onlangs is te 's-Gravenhage gehouden een hoofdbestuursvergadering van de Ai- gemeene Nederlandsche Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer. Bij de behandeling van de begrooting voor 1934 is ter sprake gekomen de zeer'verminderde inkomsten, zoowel door grootere verlaging van het Rijkssubsidie als door het opzeggen van het lidmaatschap door vele leden. Bij deze be spreking was aanwezig de heer Heringa de regeeringscommissaris der A. N. V. V. Deze zeide, dat de sterke vermindering van het Rijkssubsidie het noodzakelijke gevolg is van de taak, waarvoor deze Regeering zich gesteld zag, n.l. het sluitend maken der staatsbegrooting. Spr. was overtuigd, dat, waar in andere landen de propaganda voor het vreemdelingenverkeer door het treffen van bijzondere maatregelen steeds krachtiger wordt, het vreemdelingenbezoek hier te lande belangrijk zal afnemen, in dien niet een minimumreclame wordt ge voerd. Hij heeft zich nu gedurende een reeks van jaren voor het werk der A.N.V. V. geïnteresseerd en durft te verklaren, dat met de weinige middelen die haar ten dienste staan, de vereeniging een zoo krachtig mogelijke propaganda voert, dank zij ook het zuinige beheer. Het vreemdelingenverkeer vertegenwoor digt een creditpost in de betalingsbalans, en vormt een toch niet onbelangrijke bron van inkomsten voor vele bedrijfstakken. Tot nu toe is het apparaat dank zij de uiterste zuinigheid bijna niet ingekrompen. Bij vermindering van inkomsten zou het werk belangrijk geschaad worden en onge twijfeld het toch al voor ons bezienswaar dig land gering vreemdelingenbezoek doen door ARTHUR APPLIN. 12) Rupert beet zich op de lippen. Ik heb dit heelemaal vergeten in de haast, waar- wee ik mijn koffers heb gepakt om hier heen te komen. John Dale wilde iets zeggen, doch sir Reginald maakte een beweging met de hand. Was het verlies van vijf pond voor u dan an zóó weinig beteekenis vroeg hij Rupert. Rupert's gevoel van schuld werd steeds grooter, ofschoon hij zich feitelijk slechts bewust was van zorgeloosheid. Hoe moest hij den toestand uitleggen Ik verkeerde m spanning en had nog al eenige kopzorgen, zei hij, naar woorden zoekend. Eerlijkheidshalve wil ik u beken nen, dat ik dien dag, dat ik de chèque heb ontvangen naar de wedrennen ben ge- wees„ eerst toen ik terugkwam ontdekte ik het verlies. Ik schijn de chèque verloren te hebben, toen ik enkele papieren uit mijn portefeuille heb genomen. Ik hoop, dat alles nu in orde is. Sir Reginald leunde voorover en strekte zijn hand uit. Wilt u dit even bekijken, jonge man afnemen, zoodat verdere vermindering van rijkssubsidie in strgd zou kunnen zijn met 's lands belang dit is zijn persoonlijke meening. Maar hierin ligt tevens een ster ke aansporing aan belanghebbenden, om in weerwil van den ongunst der tijden, de Vereeniging steeds krachtiger te steunen." Afwijkingen van de Winkelsluitingswet. Het comité van actie tegen de winkel sluitingswet, bestaande uit vereenigingen van grossiers in en fabrikanten van choco lade- en suikerwerken, den Ned. en den Nieuwen Ned. Grossiersbond en banketbak- kersvereenigingen, heeft een adres gericht aan den minister van economische zaken naar aanleiding van het wetsontwerp inza ke tijdelijke bevoegdheid tot het vaststellen van bijzonlere afwijkingen van enkele be palingen der winkelsluitingswet 1930. Het comité had na gehouden enquêtes naar de gevolgen van de winkelsluitingswet 1930 verwacht, dat de minister beter door drongen zou zijn geweest van de ernstige gevolgen der winkelsluitingswet voor de vele betrokkenen, in bovenbedoelde bonden enz. georganiseerd, en dat hij, na zijn toe zegging op de vragen van het Tweede Ka merlid den heer Van Hellenberg Hubar, herhaald bij de behandeling van het initia tief-voorstel-Vos, in zijn thans ingediend voorstel meer tegemoet zou zijn gekomen aan deze bezwaren. Het adres dringt er bij den minister op aan, dat in de wet als minimum een ver ruiming der verkoopuren tot 8 uren op den Zondag wordt gesteld, zonder dat de ge meentebesturen hierop kunnen inkorten, echter met het recht aan de gemeentebe sturen dit aantal zoo noodig nog uit te brei den. De winkelsluitingswet noemt het adres hoofdzakelijk de oorzaak van het stérk ver minderde debietin verband met de crisis noemt het het dringend geboden om de ver- koopmogelijkheid zoo ruim mogelijk te stel len. Scheepsbouw. Zaterdag is van de werf der Ned. Scheepsbouw Mij. te Amsterdam met gun stig gevolg te water gelaten het dubbel- schroef-motorpassagiers- en vrachtschip „Almkerk", in aanbouw voor de N.V. Ver- eenigde Nederl. Scheepv. Mij. te 's-Graven hage en bestemd voor haren dienst Holland Australië. Het schip heeft een draagver mogen van 8750 ton. De lading wordt ver voerd in zes laadruimen. Het laad- en los- gerei is zeer uitgebreid, terwijl het zware laadgerei berekend is op het hijschen van 80 ton. De passagiersaccomodatie omvat een luxe appartement, bestaande uit zitkamer, slaapkamer en toilet met bad, drie twee persoons- en twee eenpersoonshutten, een rooksalon, een eetsalon en een beschut pro menadedek. VOORSTELLEN AAN DEN GEMEENTERAAD VAN VL1SSINGEN Door Burg. en Weth. zijn nog de volgen de voorstellen aan den gemeenteraad ge daan Reorganisatie onderwgs. Bij de wet van 30 December 1932, Staats blad 689, is voor het tijdvak van 1 Januari 1933 tot 1 Januari 1938 voor de scholen voor gewoon lager onderwijs een verhoogde leerlingenschaal ingevoerd, volgens welke een school met 6 leerkrachten tenminste 236 leerlingen moet tellen. Artikel XIV van deze wet geeft echtei aan de gemeenten een overgangstermijn van twee jaren, daar het bepaalt, dat de rrjksvergoeding over de jaren 1933 en 1934 nog berekend zal worden naar de oude leerlingenschaal. Indien in deze jaren vaca tures mochten ontstaan, dan wordt de nieu we schaal toegepast. In het algemeen hebben de gemeenten volgens deze wet dus twee jaar gelegen heid de scholen op peil te brengen. Deze moeten, om over 1935 zes leerkrachten ver goed te kunnen krijgen, over 1934 gemid deld 236 leerlingen tellen en om dit'laatste te kunnen bereiken, moeten de gemeenten reeds in 1933 him maatregelen tot het op voeren van het aantal leerlingen nemen. De gemeenten kregen dus in wezen slechts één jaar tijd om zich aan te passen. Het ligt dan ook in onze bedoeling het aantal leerlingen der scholen met 6 leer krachten met ingang van 1 Januari 1934 te brengen van ruim 211 op ruim 236. Het spreekt vanzelf, dat dit niet met alle scholen kan, omdat daartoe de noodige leerlingen ontbreken. Bij onze voorstellen betreffende den ver bouw van de school aan de Coosje Busken- straat ten behoeve van de openbare en van de christelijke U.L.O.-school deelden wij U dan ook reeds mede, dat de in dit gebouw thans nog gehuisveste lagere school A wel zou moeten worden opgeheven. Deze school telde op 16 November jl. 38 leerlingen. Het is zonder meer duidelijk, dat met dit geringe aantal niet alle scholen voldoende kunnen worden aangevuld. Een der andere scholen zal dan ook moeten worden inge krompen. Na gepleegd overleg met de on derwijzers-organisaties, de centrale ouder commissie, de commissie van toezicht op het lager onderwijs en met den inspecteur van het lager onderwijs, hebben wij de keuze laten vallen op schooi B aan de Groote Markt, welke van 6 leerkrachten op een school met vier leerkrachten zal moeten worden teruggebracht. Voor 4 leer krachten zijn tenminste 131 leerlingen ver- eischt, zoodat door dezen maatregel aan deze school ongeveer 70 leerlingen beschik baar zullen komen. Aan school A komen dan 3 leerkrachten overcompleet en aan school B 2 leer krachten. Het hoofd van school B, de heer C. de Jonge, zal wegens het bereiken van den pensioensgerechtigden-, •leeftijd -den diensi verlaten op 1 Maart 1934. In diens plaats zouden wij benoemd willen zien den heer P. G. Lemmers, thans hoofdvan de op te heffen school aan de Coosje Buskenstraat, die gedurende de maanden Januari en Fe bruari 1934 wachtgeld kan genieten. Behalve de heer Lemmers zijn thans aan school A verbonden de onderwijzer P. Hou terman en de onderwijzeres C. Lagaaij. De heer Houterman, die 2 November 1934 65 jaar wordt, kan op wachtgeld wor den gesteld. Ook de heer C. J. L. Sitsen, onderwijzer aan school C. die den 60-jarigen leeftijd heeft bereikt, heeft zich, evenals de heer Houterman, bereid verklaard op wachtgeld te worden gesteld. Evenwel kan dit ten aanzien van den heer Sitsen niet zoo maar geschieden, daar zijn betrekking aan school C niet wordt opgeheven. Hiertoe zou den wg hem vóór 1 Januari a.s. naar school A willen doen overplaatsen en de onder wijzeres van school A, mejuffrouw C. La gaaij, zijn plaats aan school C doen inne men. Deze overplaatsing kan dan zonder bezwaar geschieden met ingang van de Kerstvacantie. De onderwijzeres aan school B, mejuf frouw J. J. Andriessen, heeft in verband met haren gezondheidstoestand, een ge neeskundig onderzoek aangevraagd. Indien het geneeskundig rapport daartoe aanlei ding geeft, is zij voornemens met ingang van 1 Jan. 1934 pensioen aan te vragen, in het andere geval is zg bereid op wachtgeld te worden gesteld, zoodat naar in elk geval met ingang van genoemden datum ontslag kan worden verleend. Indien vorengenoemde maatregelen wor den getroffen, vermindert het aantal leer krachten reeds met 4. Dit aantal wordt op 5 gebracht, indien één leerkracht naar de openbare U.L.O. school wordt overge plaatst. Het aantal leerlingen aan de openbare U.L.O. school is namelijk zóó toegenomen op 16 November jl. bedroeg het 160 dat zij vanaf 1 Januari 1934 één leerkracht meer zal moeten tellen. Voor benoeming aan deze school geven wij de voorkeur aan een vrouwelijke leer kracht. "Wij hebben U bg het aanbieden van de gemeentebegrooting 1934 het voorstel gedaan het instituut „Vakonderwijzers" af te schaffen. Wordt door U hiertoe beslo ten, dan kan een vrouwelijke leerkracht met het onderwijs in de nuttige handwer ken worden belast. Voor de overplaatsing naar de U.L.O. school hebben wij de keuze laten vallen op mejuffrouw R. B. Hellinga, onderwijzeres aan school E aan de Hendrikstraat, die in hét bezit is van de hoofdakte, de akte En- gelsch L. O. en akte nuttige handwerken. Deze heeft zich met haar overplaatsing ac- coord verklaard. Haar plaats aan school E zouden wij wil len zien ingenomen door den heer A. C. de Baare, onderwijzer aan school B, waardoor school B 4 leerkrachten gaat tellen. Aan de betrokken vakonderwgzeres, me juffrouw J. H. Holm, die tevens onderwij zeres is aan school E, kan dan met ingang van 1 Januari 1934 wegens opheffing der betrekking, ontslag worden verleend. Zij komt dan 3 maanden in het genot van vol wachtgeld. Deelden wij U in den geleide brief van de begrooting 1934 mede, dat de vakonderwij zeres aan school K (de centrale school voor het 7e leerjaar) vooralsnog niet gemist kan worden, al stelden wij U daarbij een voor stel tot omwisseling van een mannelijke tegen een vrouwelgke leerkracht in uit zicht, bij nadere overweging en na gehouden besprekingen met den inspecteur van het lager onderwijs en de hoofden der betrok ken scholen, zijn wij tot de conclusie ge komen, dat het gewenscht is thans ook hierin een beslissing te nemen, opdat door volledige opheffing van het instituut „Vak onderwijzers" met ingang van 1 Januari 1934 de te verkrijgen bezuiniging voor 1934 reeds direct en volledig kan doorwerken. .Wij stelle U daarom voor de vakonder wijzeres aan deze school, mevrouw- H. Tiete- maPol, met ingang van 1 Januari 1934 eervol ontslag te verleenen wegens ophef fing harer bétrekking. Daar deze betrek king voor haar als een hoofdbetrekking kan worden aangemerkt, komt zij, op grond der wachtgeldverordening, gedurende een tijdvak gelijk aan haar diensttijd, in hét genot van wachtgeld en wel gedurende de eerste drie maanden de laatstelijk genoten wedde, de volgende drie maanden 75 dier wedde en daarna 60 Zooals reeds vermeld dient voor het vak „nuttige handwerken" een vrouwelijke leerkracht aan school K te worden be noemd. Hiertoe achten wij het gewenscht naar deze school over te plaatsen de onderwijze res aan school E, mejuffrouw J. H. Holm, omdat deze in het bezit is der akte Fransch L. O. en bovendien, uit hoofde van haar be trekking als vakonderwijzeres aan de openbare U.L.O. school, ten volle voor deze taak zal zijn berekend. De heer F. C. Wijsveld, onderwijzer aan school K, dient dan naar een andere school te worden overgeplaatst. Daar aan school E door de overplaatsing van mejuffrouw R.B. Hellinga naar de openbare U.L.O. school en van mejuffrouw J. H. Holm naar school K nog maar één onderwijzeres aanwezig is, is het bezwaar lijk den heer Wijsveld in de plaats van me juffrouw Holm naar school E over te plaatsen. Daarvoor hebben wij de keuze laten val len op mejuffrouw N. D. Theunissen, onder wijzeres aan school H, in wier plaats dan de heer Wijsveld kan komen. Resumeerende stellen wg U voor le. het volgende personeel over te plaatsen a. met ingang van 24 December 1933 de onderwijzer C. J. L. Sitsen van school C naar school A en de onderwijzeres C. La gaaij van school A naar school C b. met ingang van 1 Januari 1934 me juffrouw R. B. Hellinga van school E naar Rupert nam het papier, dat hem werd voorgehouden. Het was de bewuste chèque. Op de ach terzijde, dwars er over heen, de handteeke- ning van John Dale. Hg liet zijn oog vallen op de voorzijde en las „Gelieve uit te betalen aan John Dale of order de somma van vijf honderd pond. Zegge 500." Juist, zei sir Reginald, die opstonden Rupert scherp aankeek. Uw vader zond u een chèque, groot vijf pond. Sinds de cheque buiten uw bereik was, zijn de vijf pond veranderd in vijf honderd pond. Dit laatste bedrag is dan ook door mijn ban kiers uitbetaald. Het spreekt vanzelf, dat ik hierover een verklaring wensch. Uw vader heeft u de chèque gezonden. U ver klaart het stuk ontvangen en verloren te hebben. Doch het spijt me deze verklaring is niet voldoende. U zult toch niet willen zeggen, dat ik Rupert vloog op, doch hield zich nog tijdig in. Vijf honderd pondPlotseling trof hem de beteekenis van dit bedrag dezelfde som, die Ruby Strode voor hem had gewonnen door op „Ambuscade" te wedden. Hg zag zichzelf weer zitten in zijn kamer in Londen, het wapen in de hand. Hij voelde weer de armen van de vrouw, die zijn leven had gered. Hij hoorde haar zeggen, dat ze op „Ambuscade" had gewed honderd tegen een yjjf honderd pond! Hij beefde. Het angstzweet brak hem uit. Hij hoofde zijn vader, die, op harden toon, met nadruk vroeg Ruper mijn jongen, Rupert, spreek. In 's hemels naam spreek Zeg, dat het niet zoo is, dat je niets weet. Rupert keek op en trachtte zgn vader recht in de oogen te zien doch hij zag hem niethij zag slechts als in 'n visioen de vrouw, die hij innig liefhad. Hij hoorde, dat ze zei, dat hij voor haar meer was dan zelfs haar leven. Spreek schreeuwde John Dale met schorre stem. Spreek toch Spreek beval si Reginald als een echo. Zeg ons, of je schuldig bent...... of niet. HOOFDSTUK V. De beschuldiging. Rupert L.v.aeerschte zichzélf. Hij keek sir Reginald aan Ik heb niets te zeggen, sir. WatHeb jij niets te zeggen Met gebalde vuisten stoof de oude Dale op zijn zoon toe, alsof hij hem te lijf wilde. Sir Reginald hield hem tegen en gaf hem door een handbeweging te kennen, dat hij moest gaan zitten. Kalm aan, mgn waarde. Kalm aan ik ben er van overtuigd, dat, bij nadere beschouwing, uw zoon wel zoo verstandig zal wezen de zaak ten volle op te helderen. De oude Dale stond recht, de armen ge kruist over de borst. Tot nu toe had zijn blik bijna voortdurenc* op zijn zoon gerust. Nu was hij er bang voor hem aan te kij ken, want, inplaats van den jongen, dien hij zoo innig liefhad eh voor wien hij zoo hard had gewerkt en zoo menig offer had gebracht, zag hij een dief, een misdadiger. Langen tijd bleef het stil. Voor ieder der aanwezigen leek het, of aan de stilte geen einde kwam noch John Dale noch Rupert durfden de stilte te verbreken. Ze stonden tegenover ekander de jonge man rechtop, het hoofd achterover. Hij keek sir Reginald Crichton recht in de oogen, een blik, waarin haat lag. Sir Reginald, voor zijn bureau zittend, voelde zich blijkbaar niet bijzonder op zijn gemak. Kom, wilt u dan niets zeggen vroeg sir Reginald op vriendelijker toon. Voor uw vaders welzijn en dat van uw zuster enook in uw eigen belang, mr. Rupert. Ik heb u al gezegd, dat ik niets meer te zeggen heb. Ik weet niets, heelemaal niets. Sir Reginald's wenkbrauwen maakten een kleine, ongeduldige beweging hij nam een potlood, waarmede hij, in gedachten verdiept, op zijn bureau begon te trom melen. Weer was het een oogen blik stil. John Dale trachtte een paar malen iets te zeg gen, doch hij kon geen woord uiten. Zijn moed was hem in de schoenen gezonken Hij legde nu z'n hand op Rupert's schouder. Ik weet, dat je het niet gedaan hebt, van Tel. 348, is Een TVeêhom de openbare school voor uitgebreid lager onderwijs den onderwijzer A. C. de Baare van school B naar school E de onderwijzeres J. H. Holm van school E naar school K den onderwijzer F. C. Wijsveld van school K naar school H De onderwijzeres N. D. Theunsisen, van school H naar school E 2e. met ingang van 1 Januari 1934 school A aan de Coosje Buskenstraat op te hef fen en school B aan de Groote Markt terug te brengen van 6 op 4 leerkrachten. 3e. met ingang van 1 Januari 1934 we gens opheffing hunner betrekkingen eer vol ontslag te verleenen aan den heer F. G. Lemmers, hoofd van school A den heer C. J. L. Sitsen, onderwijzer aan school A den heer P. Houterman, onderwijzer aan school A mejuffrouw J. J. Andriessen, onderwijze res aan achool B mevrouw H. TietemaPol, onderwijzeres in handwerken aan school K mejuffrouw J. H. Holm, onderwijzeres in handwerken aan de openbare U.L.O. school 4e. met ingang van 1 Maart 1934 a. wegens het bereiken van den pen sioensgerechtigden leeftijd eervol ontslag te verleenen aan den heer C. de Jonge, hoofd der openbare lagere school B b. te benoemen tot hoofd der openbare lagere school B den heer F. G. Lemmers, op wachtgeld te steïlén hoofd van school A. Verbreeden gedeelte zeedijk. Als object voor de werkverschaffing leent zich uitstekend het verbreeden van een ge deelte van den zeedijk, grenzende aan de Dijkstraat, en wel vanaf de Marinehaven tot nabg de Van Galenstraat. Hierbij doet zich de gunstige gelegenheid voor, dat de voor deze verbreeding benoo- digde grond, zijnde ongeveer 4500 M3., ver kregen kan worden van den Polder Walche ren. Voor het vervoer van dezen grond zal aan de N.V. Stoomtram Walcheren 0.50 per M3. moeten worden betaald. Op de hierbij overgelegde teekeningen is nader aangeduid op welke wijze dit dijks- gedeelte zal worden verbreed. De totale kosten van dit werk, berekend naar een kruinbreedte van 7 Meter, wor den geraamd op ongeveer ƒ36.400, waar onder pl.m. 28.825 aan' loon voor werk loozen. Van dit laatste bedrag zal vermoe delijk 75 of pl.m. 21.620 door het Rflk worden bijgedragen, zoodat van de totale kosten ten laste van de gemeente overblijft een bedrag van pl.m. 14.780, waar tegen over staat, dat na de voltooiing van dit werk over een wandelweg op den dijk zal kunnen worden beschikt. Zooals wi, U hiervoren reeds mededeel den vordert de verbreeding van dit gedeel- mijn jongen, zei hij met een stem, die hij niet meer vermocht te beheerschen. Ik be grijp, dat je je schaamt over het verlies van de chèque. Of als er iets mee gebeurd is, dan ben je misschien in staat ons enkele aanwijzingen te geven of doe je het niet, omdat je bang bent, dat je vermoedens niet gegrond zijneen valsche beschuldi gingHij sprak op bevenden toon. Ik weet, dat je onschuldig bent, Rupert. Goddank, daar ben ik zeker van. Rupert zag voor de eerste maal in zijn leven dat er tranen in de oogen van zijn vader stonden. Het bloed steeg hem naar het hoofd. Dat ging boven zijn krach ten. Zeker, hg was onschuldig en het was toch ondenkbaar iemand te vinden en wel allerminst zijn vader die zou durven vermoeden, dat hg schuldig zou zij»- aan zoo'n lage en schurkachtige streek. Een misdaad, erger dan diefstal en roof. Andere gevoelens en gedachten kwamen in hem op. Hij dacht, dat, indien hij zonder voorbehoud nauwkeurig alles vertel'e wat gebeurd was, zoowel zijn vader als sir Reginald hem zouden gelooven. Rupert zag echter wel in niettegen staande de mooie, hartelijke woorden van zijn vader en het geduld van sir Reginald dat zg hem reeds wantrouwen. Feitelijk was bij een van beiden reed-3 het vermoeden aanwezig een vermoeden, dat wellicht reeds zekerheid was geworden terwijl de andere bezield weid door een gevoel van vrees.- iu(Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1933 | | pagina 5