ïlissingsche Courant
PLOUVIER OPRUIMING WINTERPANTOFFELS
EEN BOEK
LICHTZINNIGE JEUGD
Geschenk
TWEEDE BLAD
BINNENLAND
FEUILLETON
BOEKH. D'HUIJ
van de
van
Maandag 18 December 1933. No 298.
Kerstgave voor werkloozen.
Naar wij vernemen heeft de minister
van sociale zaken goedgevonden dat aan
ondersteunde werkloozen als Kerstgave
aan het einde der week van 1723 Decem
ber boven het steunbedrag wordt uitge
keerd een bedrag, overeenkomende met een
vierde van hetgeen de ondersteunden over
genoemde week aan steun ontvangen. Deze
regeling geldt ook voor hen die tengevolge
van de vorst niet b:j de werkverschaffing
kunnen werken en daarom in de zg. vorst-
steunregeling zijn opgenomen.
Het jubileum van het Roode Kruis.
Zaterdagmiddag werd in het hoofdge
bouw van het Roode Kruis aan de Princes-
segracht te 's-Gravenhage een druk bezoch
te receptie gehouden, waar ontelbaar velen
van hun medeleven met het Roode Kruis
kwamen getuigen en den Prins met zijn ju
bileum gelukwenschten.
De kamerheer jhr. A. G. Sickinghe heeft
in opdracht van de Koningin Harer Ma-
jesteits gelukwenschen overgebracht aan
Prins Hendrik en aan het hoofdbestuur van
het Ned. Roode Kruis.
Jhr. Sickinghe heeft daarbij tevens na.
mens de Koningin en de Prinses een ge
schenk aan Z.K.H. overhandigd.
Z.K.H. deelde mede, dat H. M. de Konin
gin heeft benoemd generaal jhr. J. H.
Röell, eerste onder-voorzitter en mr. W. T.
baron van Lynden, penningmeester, tot rid
der in de orde van den Ned. Leeuw den
heer De Kanter, hoofdbestuurslid, tot ridder
in de Orde van Oranje-Nassau. Den heer
A. A. van Kampen, sinds 1915 concierge
van het gebouw op de Prinsessegracht, is
toegekend de zilveren medaille in de orde
van Oranje Nassau.
Algemeene Nederlandsche Vereeniging voor
Vreemdelingenverkeer;
„Onlangs is te 's-Gravenhage gehouden
een hoofdbestuursvergadering van de Ai-
gemeene Nederlandsche Vereeniging voor
Vreemdelingenverkeer. Bij de behandeling
van de begrooting voor 1934 is ter sprake
gekomen de zeer'verminderde inkomsten,
zoowel door grootere verlaging van het
Rijkssubsidie als door het opzeggen van het
lidmaatschap door vele leden. Bij deze be
spreking was aanwezig de heer Heringa
de regeeringscommissaris der A. N. V. V.
Deze zeide, dat de sterke vermindering van
het Rijkssubsidie het noodzakelijke gevolg
is van de taak, waarvoor deze Regeering
zich gesteld zag, n.l. het sluitend maken
der staatsbegrooting. Spr. was overtuigd,
dat, waar in andere landen de propaganda
voor het vreemdelingenverkeer door het
treffen van bijzondere maatregelen steeds
krachtiger wordt, het vreemdelingenbezoek
hier te lande belangrijk zal afnemen, in
dien niet een minimumreclame wordt ge
voerd. Hij heeft zich nu gedurende een
reeks van jaren voor het werk der A.N.V.
V. geïnteresseerd en durft te verklaren, dat
met de weinige middelen die haar ten
dienste staan, de vereeniging een zoo
krachtig mogelijke propaganda voert, dank
zij ook het zuinige beheer.
Het vreemdelingenverkeer vertegenwoor
digt een creditpost in de betalingsbalans,
en vormt een toch niet onbelangrijke bron
van inkomsten voor vele bedrijfstakken.
Tot nu toe is het apparaat dank zij de
uiterste zuinigheid bijna niet ingekrompen.
Bij vermindering van inkomsten zou het
werk belangrijk geschaad worden en onge
twijfeld het toch al voor ons bezienswaar
dig land gering vreemdelingenbezoek doen
door ARTHUR APPLIN.
12)
Rupert beet zich op de lippen. Ik heb
dit heelemaal vergeten in de haast, waar-
wee ik mijn koffers heb gepakt om hier
heen te komen.
John Dale wilde iets zeggen, doch sir
Reginald maakte een beweging met de
hand.
Was het verlies van vijf pond voor u
dan an zóó weinig beteekenis vroeg hij
Rupert.
Rupert's gevoel van schuld werd steeds
grooter, ofschoon hij zich feitelijk slechts
bewust was van zorgeloosheid. Hoe moest
hij den toestand uitleggen
Ik verkeerde m spanning en had nog
al eenige kopzorgen, zei hij, naar woorden
zoekend. Eerlijkheidshalve wil ik u beken
nen, dat ik dien dag, dat ik de chèque heb
ontvangen naar de wedrennen ben ge-
wees„ eerst toen ik terugkwam ontdekte
ik het verlies. Ik schijn de chèque verloren
te hebben, toen ik enkele papieren uit mijn
portefeuille heb genomen. Ik hoop, dat
alles nu in orde is.
Sir Reginald leunde voorover en strekte
zijn hand uit.
Wilt u dit even bekijken, jonge man
afnemen, zoodat verdere vermindering van
rijkssubsidie in strgd zou kunnen zijn met
's lands belang dit is zijn persoonlijke
meening. Maar hierin ligt tevens een ster
ke aansporing aan belanghebbenden, om in
weerwil van den ongunst der tijden, de
Vereeniging steeds krachtiger te steunen."
Afwijkingen van de Winkelsluitingswet.
Het comité van actie tegen de winkel
sluitingswet, bestaande uit vereenigingen
van grossiers in en fabrikanten van choco
lade- en suikerwerken, den Ned. en den
Nieuwen Ned. Grossiersbond en banketbak-
kersvereenigingen, heeft een adres gericht
aan den minister van economische zaken
naar aanleiding van het wetsontwerp inza
ke tijdelijke bevoegdheid tot het vaststellen
van bijzonlere afwijkingen van enkele be
palingen der winkelsluitingswet 1930.
Het comité had na gehouden enquêtes
naar de gevolgen van de winkelsluitingswet
1930 verwacht, dat de minister beter door
drongen zou zijn geweest van de ernstige
gevolgen der winkelsluitingswet voor de
vele betrokkenen, in bovenbedoelde bonden
enz. georganiseerd, en dat hij, na zijn toe
zegging op de vragen van het Tweede Ka
merlid den heer Van Hellenberg Hubar,
herhaald bij de behandeling van het initia
tief-voorstel-Vos, in zijn thans ingediend
voorstel meer tegemoet zou zijn gekomen
aan deze bezwaren.
Het adres dringt er bij den minister op
aan, dat in de wet als minimum een ver
ruiming der verkoopuren tot 8 uren op den
Zondag wordt gesteld, zonder dat de ge
meentebesturen hierop kunnen inkorten,
echter met het recht aan de gemeentebe
sturen dit aantal zoo noodig nog uit te brei
den. De winkelsluitingswet noemt het adres
hoofdzakelijk de oorzaak van het stérk ver
minderde debietin verband met de crisis
noemt het het dringend geboden om de ver-
koopmogelijkheid zoo ruim mogelijk te stel
len.
Scheepsbouw.
Zaterdag is van de werf der Ned.
Scheepsbouw Mij. te Amsterdam met gun
stig gevolg te water gelaten het dubbel-
schroef-motorpassagiers- en vrachtschip
„Almkerk", in aanbouw voor de N.V. Ver-
eenigde Nederl. Scheepv. Mij. te 's-Graven
hage en bestemd voor haren dienst Holland
Australië. Het schip heeft een draagver
mogen van 8750 ton. De lading wordt ver
voerd in zes laadruimen. Het laad- en los-
gerei is zeer uitgebreid, terwijl het zware
laadgerei berekend is op het hijschen van
80 ton. De passagiersaccomodatie omvat een
luxe appartement, bestaande uit zitkamer,
slaapkamer en toilet met bad, drie twee
persoons- en twee eenpersoonshutten, een
rooksalon, een eetsalon en een beschut pro
menadedek.
VOORSTELLEN AAN
DEN GEMEENTERAAD VAN
VL1SSINGEN
Door Burg. en Weth. zijn nog de volgen
de voorstellen aan den gemeenteraad ge
daan
Reorganisatie onderwgs.
Bij de wet van 30 December 1932, Staats
blad 689, is voor het tijdvak van 1 Januari
1933 tot 1 Januari 1938 voor de scholen
voor gewoon lager onderwijs een verhoogde
leerlingenschaal ingevoerd, volgens welke
een school met 6 leerkrachten tenminste
236 leerlingen moet tellen.
Artikel XIV van deze wet geeft echtei
aan de gemeenten een overgangstermijn
van twee jaren, daar het bepaalt, dat de
rrjksvergoeding over de jaren 1933 en 1934
nog berekend zal worden naar de oude
leerlingenschaal. Indien in deze jaren vaca
tures mochten ontstaan, dan wordt de nieu
we schaal toegepast.
In het algemeen hebben de gemeenten
volgens deze wet dus twee jaar gelegen
heid de scholen op peil te brengen. Deze
moeten, om over 1935 zes leerkrachten ver
goed te kunnen krijgen, over 1934 gemid
deld 236 leerlingen tellen en om dit'laatste
te kunnen bereiken, moeten de gemeenten
reeds in 1933 him maatregelen tot het op
voeren van het aantal leerlingen nemen.
De gemeenten kregen dus in wezen slechts
één jaar tijd om zich aan te passen.
Het ligt dan ook in onze bedoeling het
aantal leerlingen der scholen met 6 leer
krachten met ingang van 1 Januari 1934
te brengen van ruim 211 op ruim 236.
Het spreekt vanzelf, dat dit niet met alle
scholen kan, omdat daartoe de noodige
leerlingen ontbreken.
Bij onze voorstellen betreffende den ver
bouw van de school aan de Coosje Busken-
straat ten behoeve van de openbare en van
de christelijke U.L.O.-school deelden wij U
dan ook reeds mede, dat de in dit gebouw
thans nog gehuisveste lagere school A wel
zou moeten worden opgeheven.
Deze school telde op 16 November jl. 38
leerlingen.
Het is zonder meer duidelijk, dat met dit
geringe aantal niet alle scholen voldoende
kunnen worden aangevuld. Een der andere
scholen zal dan ook moeten worden inge
krompen. Na gepleegd overleg met de on
derwijzers-organisaties, de centrale ouder
commissie, de commissie van toezicht op
het lager onderwijs en met den inspecteur
van het lager onderwijs, hebben wij de
keuze laten vallen op schooi B aan de
Groote Markt, welke van 6 leerkrachten op
een school met vier leerkrachten zal
moeten worden teruggebracht. Voor 4 leer
krachten zijn tenminste 131 leerlingen ver-
eischt, zoodat door dezen maatregel aan
deze school ongeveer 70 leerlingen beschik
baar zullen komen.
Aan school A komen dan 3 leerkrachten
overcompleet en aan school B 2 leer
krachten.
Het hoofd van school B, de heer C. de
Jonge, zal wegens het bereiken van den
pensioensgerechtigden-, •leeftijd -den diensi
verlaten op 1 Maart 1934. In diens plaats
zouden wij benoemd willen zien den heer
P. G. Lemmers, thans hoofdvan de op te
heffen school aan de Coosje Buskenstraat,
die gedurende de maanden Januari en Fe
bruari 1934 wachtgeld kan genieten.
Behalve de heer Lemmers zijn thans aan
school A verbonden de onderwijzer P. Hou
terman en de onderwijzeres C. Lagaaij.
De heer Houterman, die 2 November
1934 65 jaar wordt, kan op wachtgeld wor
den gesteld. Ook de heer C. J. L. Sitsen,
onderwijzer aan school C. die den 60-jarigen
leeftijd heeft bereikt, heeft zich, evenals de
heer Houterman, bereid verklaard op
wachtgeld te worden gesteld. Evenwel kan
dit ten aanzien van den heer Sitsen niet zoo
maar geschieden, daar zijn betrekking aan
school C niet wordt opgeheven. Hiertoe zou
den wg hem vóór 1 Januari a.s. naar school
A willen doen overplaatsen en de onder
wijzeres van school A, mejuffrouw C. La
gaaij, zijn plaats aan school C doen inne
men. Deze overplaatsing kan dan zonder
bezwaar geschieden met ingang van de
Kerstvacantie.
De onderwijzeres aan school B, mejuf
frouw J. J. Andriessen, heeft in verband
met haren gezondheidstoestand, een ge
neeskundig onderzoek aangevraagd. Indien
het geneeskundig rapport daartoe aanlei
ding geeft, is zij voornemens met ingang
van 1 Jan. 1934 pensioen aan te vragen, in
het andere geval is zg bereid op wachtgeld
te worden gesteld, zoodat naar in elk geval
met ingang van genoemden datum ontslag
kan worden verleend.
Indien vorengenoemde maatregelen wor
den getroffen, vermindert het aantal leer
krachten reeds met 4. Dit aantal wordt op
5 gebracht, indien één leerkracht naar de
openbare U.L.O. school wordt overge
plaatst.
Het aantal leerlingen aan de openbare
U.L.O. school is namelijk zóó toegenomen
op 16 November jl. bedroeg het 160
dat zij vanaf 1 Januari 1934 één leerkracht
meer zal moeten tellen.
Voor benoeming aan deze school geven
wij de voorkeur aan een vrouwelijke leer
kracht. "Wij hebben U bg het aanbieden van
de gemeentebegrooting 1934 het voorstel
gedaan het instituut „Vakonderwijzers" af
te schaffen. Wordt door U hiertoe beslo
ten, dan kan een vrouwelijke leerkracht
met het onderwijs in de nuttige handwer
ken worden belast.
Voor de overplaatsing naar de U.L.O.
school hebben wij de keuze laten vallen op
mejuffrouw R. B. Hellinga, onderwijzeres
aan school E aan de Hendrikstraat, die in
hét bezit is van de hoofdakte, de akte En-
gelsch L. O. en akte nuttige handwerken.
Deze heeft zich met haar overplaatsing ac-
coord verklaard.
Haar plaats aan school E zouden wij wil
len zien ingenomen door den heer A. C. de
Baare, onderwijzer aan school B, waardoor
school B 4 leerkrachten gaat tellen.
Aan de betrokken vakonderwgzeres, me
juffrouw J. H. Holm, die tevens onderwij
zeres is aan school E, kan dan met ingang
van 1 Januari 1934 wegens opheffing der
betrekking, ontslag worden verleend. Zij
komt dan 3 maanden in het genot van vol
wachtgeld.
Deelden wij U in den geleide brief van de
begrooting 1934 mede, dat de vakonderwij
zeres aan school K (de centrale school voor
het 7e leerjaar) vooralsnog niet gemist kan
worden, al stelden wij U daarbij een voor
stel tot omwisseling van een mannelijke
tegen een vrouwelgke leerkracht in uit
zicht, bij nadere overweging en na gehouden
besprekingen met den inspecteur van het
lager onderwijs en de hoofden der betrok
ken scholen, zijn wij tot de conclusie ge
komen, dat het gewenscht is thans ook
hierin een beslissing te nemen, opdat door
volledige opheffing van het instituut „Vak
onderwijzers" met ingang van 1 Januari
1934 de te verkrijgen bezuiniging voor 1934
reeds direct en volledig kan doorwerken.
.Wij stelle U daarom voor de vakonder
wijzeres aan deze school, mevrouw- H. Tiete-
maPol, met ingang van 1 Januari 1934
eervol ontslag te verleenen wegens ophef
fing harer bétrekking. Daar deze betrek
king voor haar als een hoofdbetrekking
kan worden aangemerkt, komt zij, op grond
der wachtgeldverordening, gedurende een
tijdvak gelijk aan haar diensttijd, in hét
genot van wachtgeld en wel gedurende de
eerste drie maanden de laatstelijk genoten
wedde, de volgende drie maanden 75
dier wedde en daarna 60
Zooals reeds vermeld dient voor het vak
„nuttige handwerken" een vrouwelijke
leerkracht aan school K te worden be
noemd.
Hiertoe achten wij het gewenscht naar
deze school over te plaatsen de onderwijze
res aan school E, mejuffrouw J. H. Holm,
omdat deze in het bezit is der akte Fransch
L. O. en bovendien, uit hoofde van haar be
trekking als vakonderwijzeres aan de
openbare U.L.O. school, ten volle voor deze
taak zal zijn berekend.
De heer F. C. Wijsveld, onderwijzer aan
school K, dient dan naar een andere school
te worden overgeplaatst.
Daar aan school E door de overplaatsing
van mejuffrouw R.B. Hellinga naar de
openbare U.L.O. school en van mejuffrouw
J. H. Holm naar school K nog maar één
onderwijzeres aanwezig is, is het bezwaar
lijk den heer Wijsveld in de plaats van me
juffrouw Holm naar school E over te
plaatsen.
Daarvoor hebben wij de keuze laten val
len op mejuffrouw N. D. Theunissen, onder
wijzeres aan school H, in wier plaats dan
de heer Wijsveld kan komen.
Resumeerende stellen wg U voor
le. het volgende personeel over te
plaatsen
a. met ingang van 24 December 1933 de
onderwijzer C. J. L. Sitsen van school C
naar school A en de onderwijzeres C. La
gaaij van school A naar school C
b. met ingang van 1 Januari 1934 me
juffrouw R. B. Hellinga van school E naar
Rupert nam het papier, dat hem werd
voorgehouden.
Het was de bewuste chèque. Op de ach
terzijde, dwars er over heen, de handteeke-
ning van John Dale. Hg liet zijn oog vallen
op de voorzijde en las
„Gelieve uit te betalen aan John Dale of
order de somma van
vijf honderd pond.
Zegge 500."
Juist, zei sir Reginald, die opstonden
Rupert scherp aankeek. Uw vader zond u
een chèque, groot vijf pond. Sinds de
cheque buiten uw bereik was, zijn de vijf
pond veranderd in vijf honderd pond. Dit
laatste bedrag is dan ook door mijn ban
kiers uitbetaald. Het spreekt vanzelf, dat
ik hierover een verklaring wensch. Uw
vader heeft u de chèque gezonden. U ver
klaart het stuk ontvangen en verloren te
hebben. Doch het spijt me deze verklaring
is niet voldoende.
U zult toch niet willen zeggen, dat
ik
Rupert vloog op, doch hield zich nog
tijdig in. Vijf honderd pondPlotseling
trof hem de beteekenis van dit bedrag
dezelfde som, die Ruby Strode voor hem
had gewonnen door op „Ambuscade" te
wedden. Hg zag zichzelf weer zitten in zijn
kamer in Londen, het wapen in de hand.
Hij voelde weer de armen van de vrouw,
die zijn leven had gered. Hij hoorde haar
zeggen, dat ze op „Ambuscade" had gewed
honderd tegen een yjjf honderd pond!
Hij beefde. Het angstzweet brak hem
uit. Hij hoofde zijn vader, die, op harden
toon, met nadruk vroeg
Ruper mijn jongen, Rupert, spreek.
In 's hemels naam spreek Zeg, dat het
niet zoo is, dat je niets weet.
Rupert keek op en trachtte zgn vader
recht in de oogen te zien doch hij zag
hem niethij zag slechts als in 'n visioen
de vrouw, die hij innig liefhad. Hij hoorde,
dat ze zei, dat hij voor haar meer was dan
zelfs haar leven.
Spreek schreeuwde John Dale met
schorre stem. Spreek toch
Spreek beval si Reginald als een
echo. Zeg ons, of je schuldig bent......
of niet.
HOOFDSTUK V.
De beschuldiging.
Rupert L.v.aeerschte zichzélf. Hij keek
sir Reginald aan
Ik heb niets te zeggen, sir.
WatHeb jij niets te zeggen
Met gebalde vuisten stoof de oude Dale
op zijn zoon toe, alsof hij hem te lijf wilde.
Sir Reginald hield hem tegen en gaf
hem door een handbeweging te kennen, dat
hij moest gaan zitten.
Kalm aan, mgn waarde. Kalm aan
ik ben er van overtuigd, dat, bij nadere
beschouwing, uw zoon wel zoo verstandig
zal wezen de zaak ten volle op te helderen.
De oude Dale stond recht, de armen ge
kruist over de borst. Tot nu toe had zijn
blik bijna voortdurenc* op zijn zoon gerust.
Nu was hij er bang voor hem aan te kij
ken, want, inplaats van den jongen, dien
hij zoo innig liefhad eh voor wien hij zoo
hard had gewerkt en zoo menig offer had
gebracht, zag hij een dief, een misdadiger.
Langen tijd bleef het stil. Voor ieder der
aanwezigen leek het, of aan de stilte geen
einde kwam noch John Dale noch Rupert
durfden de stilte te verbreken.
Ze stonden tegenover ekander de jonge
man rechtop, het hoofd achterover. Hij
keek sir Reginald Crichton recht in de
oogen, een blik, waarin haat lag.
Sir Reginald, voor zijn bureau zittend,
voelde zich blijkbaar niet bijzonder op zijn
gemak.
Kom, wilt u dan niets zeggen vroeg
sir Reginald op vriendelijker toon. Voor uw
vaders welzijn en dat van uw zuster
enook in uw eigen belang, mr. Rupert.
Ik heb u al gezegd, dat ik niets meer
te zeggen heb. Ik weet niets, heelemaal
niets.
Sir Reginald's wenkbrauwen maakten
een kleine, ongeduldige beweging hij nam
een potlood, waarmede hij, in gedachten
verdiept, op zijn bureau begon te trom
melen.
Weer was het een oogen blik stil. John
Dale trachtte een paar malen iets te zeg
gen, doch hij kon geen woord uiten. Zijn
moed was hem in de schoenen gezonken
Hij legde nu z'n hand op Rupert's schouder.
Ik weet, dat je het niet gedaan hebt,
van
Tel. 348, is
Een TVeêhom
de openbare school voor uitgebreid lager
onderwijs
den onderwijzer A. C. de Baare van school
B naar school E
de onderwijzeres J. H. Holm van school
E naar school K
den onderwijzer F. C. Wijsveld van school
K naar school H
De onderwijzeres N. D. Theunsisen, van
school H naar school E
2e. met ingang van 1 Januari 1934 school
A aan de Coosje Buskenstraat op te hef
fen en school B aan de Groote Markt terug
te brengen van 6 op 4 leerkrachten.
3e. met ingang van 1 Januari 1934 we
gens opheffing hunner betrekkingen eer
vol ontslag te verleenen aan
den heer F. G. Lemmers, hoofd van
school A
den heer C. J. L. Sitsen, onderwijzer aan
school A
den heer P. Houterman, onderwijzer aan
school A
mejuffrouw J. J. Andriessen, onderwijze
res aan achool B
mevrouw H. TietemaPol, onderwijzeres
in handwerken aan school K
mejuffrouw J. H. Holm, onderwijzeres in
handwerken aan de openbare U.L.O.
school
4e. met ingang van 1 Maart 1934
a. wegens het bereiken van den pen
sioensgerechtigden leeftijd eervol ontslag te
verleenen aan den heer C. de Jonge, hoofd
der openbare lagere school B
b. te benoemen tot hoofd der openbare
lagere school B den heer F. G. Lemmers,
op wachtgeld te steïlén hoofd van school A.
Verbreeden gedeelte zeedijk.
Als object voor de werkverschaffing leent
zich uitstekend het verbreeden van een ge
deelte van den zeedijk, grenzende aan de
Dijkstraat, en wel vanaf de Marinehaven
tot nabg de Van Galenstraat.
Hierbij doet zich de gunstige gelegenheid
voor, dat de voor deze verbreeding benoo-
digde grond, zijnde ongeveer 4500 M3., ver
kregen kan worden van den Polder Walche
ren. Voor het vervoer van dezen grond zal
aan de N.V. Stoomtram Walcheren 0.50
per M3. moeten worden betaald.
Op de hierbij overgelegde teekeningen is
nader aangeduid op welke wijze dit dijks-
gedeelte zal worden verbreed.
De totale kosten van dit werk, berekend
naar een kruinbreedte van 7 Meter, wor
den geraamd op ongeveer ƒ36.400, waar
onder pl.m. 28.825 aan' loon voor werk
loozen. Van dit laatste bedrag zal vermoe
delijk 75 of pl.m. 21.620 door het Rflk
worden bijgedragen, zoodat van de totale
kosten ten laste van de gemeente overblijft
een bedrag van pl.m. 14.780, waar tegen
over staat, dat na de voltooiing van dit
werk over een wandelweg op den dijk zal
kunnen worden beschikt.
Zooals wi, U hiervoren reeds mededeel
den vordert de verbreeding van dit gedeel-
mijn jongen, zei hij met een stem, die hij
niet meer vermocht te beheerschen. Ik be
grijp, dat je je schaamt over het verlies van
de chèque. Of als er iets mee gebeurd is,
dan ben je misschien in staat ons enkele
aanwijzingen te geven of doe je het niet,
omdat je bang bent, dat je vermoedens niet
gegrond zijneen valsche beschuldi
gingHij sprak op bevenden toon. Ik
weet, dat je onschuldig bent, Rupert.
Goddank, daar ben ik zeker van.
Rupert zag voor de eerste maal in
zijn leven dat er tranen in de oogen van
zijn vader stonden. Het bloed steeg hem
naar het hoofd. Dat ging boven zijn krach
ten. Zeker, hg was onschuldig en het was
toch ondenkbaar iemand te vinden en
wel allerminst zijn vader die zou durven
vermoeden, dat hg schuldig zou zij»- aan
zoo'n lage en schurkachtige streek. Een
misdaad, erger dan diefstal en roof.
Andere gevoelens en gedachten kwamen
in hem op. Hij dacht, dat, indien hij zonder
voorbehoud nauwkeurig alles vertel'e wat
gebeurd was, zoowel zijn vader als sir
Reginald hem zouden gelooven.
Rupert zag echter wel in niettegen
staande de mooie, hartelijke woorden van
zijn vader en het geduld van sir Reginald
dat zg hem reeds wantrouwen. Feitelijk
was bij een van beiden reed-3 het vermoeden
aanwezig een vermoeden, dat wellicht
reeds zekerheid was geworden terwijl
de andere bezield weid door een gevoel van
vrees.- iu(Wordt vervolgd.)