ïlen id 356 Uitslag lit Kicolaas-Piijsvraag kameroverzicht TWEEDE BEAD VLISSIN GSCH E COURANT van Zaterdag 2 December 1933. No. 285. der „Vl'ssingsche Courant" 618 OPLOSSINGEN» BRIEVEN UIT DE HOFSTAD Uit de Vlissingsche Courant van vóór 50 jaar. KONIG'S BOUILLONBLOKJES th ans 6 voor IOcL Een Huisvrouw is oprecht gebaat BINNENLAND FEUILLETON Wolven in Schaapsvacht ten. og een zending xtra lagen prijs. 20 en 25 ct. n 20 ct. per stuk 95, ƒ2.25, ƒ2.75 95 ct. per spel 25 en 30 ct. 90 ct. 50, ƒ1.90, ƒ2.-, ing luxe doozen. 30, 35, 50, 60 ct 80 ct ring, ct. af en hooger EN DAM- en EN, 50 en 60 ct. D l i» iteravonden. jezoek. VAN DE ■iiiiHiiiniiiniiniiiiHiiHiiiiniiiwii Tot Vrijdagmiddag 12 uur, het aangekondigde tijdstip voor het sluiten der bus, waren ingekomen Na zorgvuldige controleering, bleken niet minder dan 441 inzenders de juiste letters gevonden te hebben. Alzoo moesten de uitgeloofde geldprijzen, ter waarde van ZEVENTIG GULDEN, onder hen worden verloot. De prijzen werden als volgt toegewezen le prijs ƒ20.aan Mej. HOOTSMANS. Verlengde Glacisstraat 14. 2e -15.— J. P. BIESEN, Kolvenierstraat 17. 3e -10.— Mej. W. KOOLE, Oranjeplein A 29, Souburg. 4e - 5.— W. J. JONGEPIER, St. Jacobsstraat 13. 5e - 2.50 W. J. HEIJLIGER, Verkuijl Quakkelaarstraat 26. 6e - 2.50 Mevr. P. C. v. ZADELHOFF—GERRITSEN. Bellamypark 6. 7e - 2.50 B. DE RIDDER, Marinestraat 21. 8e - 2.50 L. SCHROEVERS, Smallekade 1. 9e - 2.50 J. VOS, Dijkstraat 5. 10e - 2.50 P. ROOSE, Souburg (Abeele) A 238. lie - 2.50 J. HUSER, Steenhuisstraat 30. 12e - 2.50 L. BOUCHERIE, Begonialaan 4. Een extra-prijs van 2.50 hebben wij toegekend aan den heer G. JASPERSE, Kalkhokstraat 11, die van zijn inzending bijzonder werk had gemaakt. Bij het verschijnen van dit nummer zullen de winnaressen en winners hun prijs reeds hebben ontvangen. Over de ing—onden oplossingen en over de toekenning der prijzen kan niet in correspondentie worden getreden. DE UITGEVERS mMMMBMMNME BOM iiiniiiiniimn IIIBIIIIEH Warenhuis. Een perschef. Scheurleer De zware concurrentie, die alle winkel bedrijven ondervinden van de groote wa renhuizen, heeft de eersten er toe gebracht homoeopatische middelen in den* strijd toe te passen. Zij hebben een gemeenschappe lijk warenhuis geopend. Tal van winkels hebben er een stand, maar van welken win kel die is, wordt niet aangegeven. De winst, die gemaakt wordt, wordt gemeen schappelijk gedeeld en de kosten worden gemeenschappelijk gedragen. Een warenhuis is inderdaad een complex afzonderlijke winkeltjes en uat heeft men willen na-doen. Het aantrekkelijke van het groote universeele warenhuis wilde men op deze gemeenschappelijke basis bereiken. Daarin ligt dus opgesloten, dat men er kent, dat het publiek zich meer aangetrok ken gevoelt tot het verkoop-systeem der warenhuizen dan tot dat van de gespecia liseerde winkels. Het is inderdaad een merkwaardig ver schijnsel, deze coöperatie in den verkoop, uitgaande van hen, die altijd tegen de coöperatie strijd hebben gevoerd. Voor hen in de eerste plaats zal het uiterst leerzaam zijn, want zij zullen nu ondervinden welke voor- en nadeelen er voor den verkooper aan dit stelsel zijn verbonden. Niet gelijk identiek is het nieuwe systeem en het valt te vreezen, dat aan dit bezwaren zullen zijn verbonden, die aan het algemeen wa renhuis-idee niet verbonden zijn. Het erg ste zal wel zijn, wanneer dit nieuwe stelsel mislukt, want dat zou een erkenning van onmacht zijn tegenover de warenhuizen. Het publiek zal stilzwijgend doen wat het altijd doetvergelijken en het doet dit met nauwgezetheid, zoodat een mislukking kan worden beschouwd als een vonnis van het publiek. Ons lijkt de proefneming want meer is het niet zeer hachelijk. Het eerste geheim der waren-huizen is de groote centralisatie, Let centrale beheer, bijgestaan door gespecialiseerde deskundi gen op ieder gebied. Het tweede geheim is het beschouwen van de zaak als één ge heel. Rendeert een afdeeling niet, dan be houdt men die toch omdat ze onmisbaar is. En zoo zijn er meer van dergelijke begin selen aan te wijzen, die bij een tijdelijke corporatie van diverse winkels niet zijn toe, te passen. Wij zullen de ontwikkeling van dit nieu we systeem met belangstelling gadeslaan. Hopen wij, dat hoe de proef verloopt, de proefnemers er wijze lessen uit zullen trekken. De Minister van Buitenlandsche Zaken is er eindelijk in geslaagd den Ueber- mensch te vinden, dien hij zocht voor de vervulling van den post van perschef aan zijn departement. Onlangs heeft die be windsman in de Tweede Kamer opgesomd de kwaliteiten, waaraan de functionaris moest voldoen en wij hebben toen de vrees uitgesproken, dat hij dit wonderdier, dit schaap met vgf pooten, niet zou vinden. Maar hij meent dan nu het gevonden te hebben. Wij wenschen hem geluk er mee en hopen, dat hij een goede greep deed. Zijn keuze zal wel op goede gronden be rusten. Leggen wij den staat van dienst van den nieuw-benoemde, gelijk die in de dagbladen is gepubliceerd, naast de pas sage uit de onlangs gehouden rede van den Minister, waarin hij het beeld van den te vinden titularis teekent, dan kloppen die twee als een tang op een varken. Maar dit doet er niet toe. Misschien geeft dat kloppen juist heel mooie muziek. Indertijd is er een commissie geweest die den persdienst heeft voorbereid en een uitvoerig rapport inzond. Voorzoover dit rapport gepubliceerd is, was het al heel weinig belangrijk, even zoo weinig zeggend als de zwaarwichtige redevoeringen waar mee indertijd de commissie is geïnstalleerd. Het beste bewijs is wel dat men tot geen andere conclusie wist te komen dan deze, dat het slagen van den dienst geheel en al afhing van den persoon van den functiona ris. Dit verklaarde zelfs de man, die eenige jaren de functie bekleedde en er totaal niets van terecht bracht. Eigenlijk was die ééne bewering nog een waarheid als een koe. Hoe hooger en be langrijker een functie is, des te meer hangt het welslagen daarvan af van den persoon die ze vervult. En hier, waar het een post is die de man zelf moet opbouwen, is het duidelijk, dat alles van hem afhangt. Het lijkt ons, dat voor dezen post noodig is een zeer krachtige, persoonlijkheid, die onmiddellijk overwicht weet te krijgen te genover het departement en wel haast alle departementen, want de vijanden van de publiciteit schuilen daar bij massa's. Ze leeren het op die bureaux nooit, wat bet beteekent zooveel mogelijk te publi- ceeren Krijgt de pers-chef dit overwicht niet, dan is het een mislukking. In de tweede plaats moet hij zijn wat we populair noemen „een gladde jongen", die handig weet te manoeuvreeren en op te treden. Als hij die twee karakter-eigen schappen heeft, is hij al een heel eind. De tijd zal het leeren, maar hoezeer wg ver trouwen stellen in den Minister, wachten wij het resultaat liever af dan dat wij nu al zeggen of wij met de ons ten dienste staande gegevens dien bewindsman al dan niet feliciteeren met zijn- keuze. Het is in den regel het zwakke punt bij alle minis ters dat zij minder pienter zgn in de keuze van personen voor de vervulling van func ties. De maatstaven, die ambtenaarlijk worden aangelegd, zijn maar al te dikwijls gebleken weinig geschikt te zijn. We mogen dezen brief niet sluiten zon der een hartelijk woord van voldoening te uiten over den aankoop van het museum- Scheurleer door de gemeente. Vaak heb ben wij de hoop uitgesproken, dat het unie ke museum behouden zou blijven en wij zijn door deze uitkomst ten zeerste ver blijd. Degene die wij het liefst als kooper zagen optreden is inderdaad de kooper ge worden. Het museum blijft nu onver vreemdbaar Haagsch bezit. Over den prijs kunnen wij niet oordeelen. Het bedrag valt ons bijzonder mee en meermalen zijn heel wat hoogere sommen uitgegeven voor din gen, die heel wat minder waarde voor de gemeente hadden. Ditmaal onze hulde aan het gemeente bestuur voor deze verstandige daad. EIBER. TWEEDE KAMER. Vergadering van Vrijdag. Allerlei. Indische pensioenen. Niet minder dan 24 wetsontwerpen en conclusies stonden vandaag op de agenda vóór Economische Zaken weer aan de orde kon komen. Op een paar na gingen zij onder den hamer van den jarigen voorzit ter door. Het ontwerp dat langer ophield was dat voor de tijdelijke korting der pensioenen, onderstanden en gagementen van gewezen Indische landsdienaren, locale ambtenaren en bijzondere' leerkrachten. Reeds zijn tegen dit wetsontwerp vele bezwaren geopperd. Het is natuurlijk een daad van bezuiniging die hier wordt toege past. Het is geen kleinigheid die hier wordt gevraagd. Voor pensioen tot 2200 gld. 's jaars wordt 17 gestort, voor pensioenen daarboven 18 met vrijstelling van de eerste 200 gld. als de gepensionneerde in Indië woont en 22 met vrijstelling van de eerste 500 gld. als hg buiten Indië ver toeft. De principieele kwestie die in deze kor ting schuilt is deze, dat het pensioen ver diend is in vroeger jaren en dat het met het salaris van vroeger verband houdt. Ver mindering van pensioen beteekent dus het zelfde als terugbetaling van vroeger ont vangen salaris. Het zag er zeer dreigend uit met het voorstel. De socialisten waren finaal tegen en de heer Aalberse verklaarde namens veje zijner partijgenooten, dat hij het voor stel in strijd met recht en billijkheid achtte, in strijd zelfs met de Grondwet. De heer De Geer had ook zeer ernstige bezwaren. Verschillende leden stonden er 2500 vijandig tegenover, dat zij bij voorbaat verklaarden dat zij door het stellen van de portefeuille kwestie door den Minister zich niet zouden laten afschrikken om tegen te stemmen. De liberalen wilden het ook liever niet en de heer Westerman was er ook tegen. Het is feitelijk een eenvoudige kwestie erkent men dat pensioen een recht is en voortvloeit uit een contractueele overeen komst met den Staat, of is het een wille keurige gunst van den Staat, die deze kan wijzigen naar welbehagen In de oorlogs jaren 19141918 heeft men pensioen ver hoogd en dat altijd als een gunst be schouwt omdat de gepensionneerden daar op geen recht hadden. Is nu de situatie anders Art. 177 van de Grondwet zegt, dat de Staat zich niet door een wet aan zijn ver plichtingen mag onttrekken, maar het is natuurlijk twijfelachtig of het hier een ver plichting van den Staat is. Daar gaat het nu juist precies om. De heer Kuiper is vóórde heer Van Boetzelaer ook. Wat de vrijzinnig-democraten doen zul len wij Dinsdag vernemen. Dan zal Sinterklaas het vonnis vellen. 48e week 188S Een „Ingezonden Stuk" van den heer L.'2 'k Vraag bescheiden om een plaateje In uw veelgelezen blad Wat 'k bedoel, geldt toch in hoofdzaak De bewoners dezer stad 'k Lees van allerhande zaken, Voor surprise of present Suikerwerken, goud of zilver, Variaties zonder end. Schitterende étalages Lachen u verlokkend aan Wie slechts geld heeft, ziet zijn lusten, Waarheen hij zich wendt, voldaan. St. Niklaas een dag van geven Van genot voor klein en groot Kunnen velen zich vergasten And'ren hebben karig brood, 't Zou gewis verrassend wezen En doelmatignaar ik gis, Als zoo'n dag iets extra's prijkte Op zoo menig schaam'len disch. 't Hoe en wat is aan de gevers, Om te geven, waar 't behoort, 'k Dank U vriend'lgk voor de plaatsing, Lezers 'k vraag U zegt het voort. Voor het alhier op te richten gedenktee- ken voor Elisabeth Wolff en Agatha Deken heeft Z. K. H. Alexander prins van Oranje ƒ200 geschonken. a Voor de derde maal in den tijd van acht maanden werd gisteren op de werf van de Kon. Mij. „de Schelde", thans op de plaats waar de „Batavia" en „Soerabaja" hebben gestaan, de kiel gelegd voor een ijzeren schroefstoomschip, dat den naam zal dragen van „Moorcock". Het schip wordt gebouwd voor rekening van den heer Robert Thomson te Londen. De hoofdafmetingen zijn lengte 176 Eng. voet, breedte 27 en holte 12% Eng. voet. De machine met hooge en lage drukcylinder is 22 bg 41 Eng. duim, alsmede 30 duim slaglengte. Op dezelfde rij staan thans in de nabg- heid van de smederij drie schepen van bijna gelijke afmetingen op stapel, welke allen worden gebouwd voor Engelsche rekening. Vanaf de Tonnenbrug gezien, levert dit een verblijdend gezicht op. Bedankt voor het beroep tot predikant bij de Evang. Luth. gemeente te Groede, ds. H. R. Snijder te Medemblik. Aanvulling omzetbelastingwet. Ingediend is een wetsontwerp tot aan vulling van de Omzetbelasting 1933. Aan de Memcrie van Toelichting wordt het volgende ontleend Vele fabrikanten hebben loopende con tracten na te komen, die zijn gesloten op een tijdstip, toen er van omzetbelasting nog geen sprake was en die dus bij het be palen van den prijs met de Omzetbelas ting geen rekening hebben gehouden. De omstandigheid, dat zg de door hen ver schuldigde omzetbelasting niet op de koo- pers kunnen verhalen, beteekent voor hen een belangrijke schade. De minister acht het noodig deze niet- bedoelde gevolgen van de wet te voorko men. Dit kan naar zgn meening het beste geschieden door in het algemeen aan fa brikanten, die rechtstreeks aan anderen Naar het Engelsch van SIR WILLIAM MAGNAY. 65) „Laten we deze onvruchtbare discussie staken", viel Richard hem in de rede. „Wat m ij betreft, zal Sibyl niet lijden onder hetgeen gebeurd is. Dat maakt niet het minste verschil. Mag ik haar dat vertel len „Als je het met jezelf volkomen eens bent en er niets aan je besluit te verande ren is Een vochtig waas trok over Brayshaw's oogen. Het weinig kieskeurig karakter van den avonturier was getroffen op zijn eenig kwetsbare plaats. Mocht zijn dobbelaars- instinct al juichen over zijn „bof" en het succes van zgn diplomatieke, „lichteltfk"- gekleurde voorstelling der werkelijkheid, hg was daarom niet minder oprecht-dank baar dat Sibyl's toekomst veilig was en zjjn dochter, zijn oogappel, goed-bezorgd in de handen van dezen braven, flinken kerel. Wat ook Percy Brayshaw's vele tekortkomingen mochten zgn, zijn vader liefde was een ongehuicheld, nobel sen timent. „Ik zal haar bij je sturen", zei hij en na een oogenblik stilte voegde hij er aan toe ..Alleen nog een verzoek. Doe mg een ple zier en spreek nooit met Sibyl over hetgeen je nu van mij gehoord hebt. Zooals ik jc zei, de hoofdzaken heb ik haar óók verteld en dat is, helaas, méér dan voldoende Zonder aarzeling deed Richard de ge vraagde toezegging. HOOFDSTUK XXXVm. Alle partgen zijn tevreden. Brayshaw vond Sibyl in haar boudoir, bezig boeken en snuisterijen bg elkaar te leggen in het vooruitzich - van hun aan staand vertrek. Zorgvuldig sloot hij de deur en wendde zich met een van blijd schap stralend gezicht tot haar. „Goed nieuws, kindlief", kondigde hg opgewekt aan en gaf haar een kus op haar koud, bleek gezichtje. „Ik heb Richard alles verteld en het maakt niet het minste ver schil voor hem. Hij houdt nog net zooveel van je als hij gedaan heeft en is vast be sloten met je te trouwen." Sibyl keek hem wantrouwend aan. „Hebt u hem alles verteld, vader?" „Alles Brayshaw doorstond haar blik zonder een spier te vertrekken. „De heele miserabele historie. En nu dat achter den rug is, Sibyl, moet er nooit meer met een woord over gerept wordenlaat het verleden dood en begraven zgn. Richard is in de bibliotheek ga naar hem toe, dan kan hij jezelf zrjn besluit meedeelen. Laat hem maar niet wachten", voegde hg er bij, toen hij zag dat zij aarzelde. Hij deed de deur open en zonder een woord glipte ze langs hem heen naar de gang, maar Brayshaw's scherpe oogen hadden de herleefde hoop in de hare op gemerkt. Toen Sibyl de bibliotheek binnentrad, kwam Richard haar met uitgestoken han den tegemoet. ..Sibyl, je kimt toch niet werkelijk ge meend hebben, dat ik je déérom zou op geven Ze zag de warme liefde in zijn blik en weerstreefde niet toen hij haar naar zich toetrok en haar kuste. „Ik beschouwde het als mijn plicht te genover jou", antwoordde ze zacht, heen en weer geslingerd tusschen smartelijke herinnering eu vreugde. „Maar heb je dan heusch zoo gering van mijn liefde gedacht, dat je veronder stelde dat ik mij bij je besluit zou neer leggen Ze bleef het antwoord schuldig en staar de verlegen voor zich uit. Toen hief ze plotseling het hoofd op tot ze hem recht in de oogen keek. „Mijn vader heeft je alles verteld, is 't niet „Alles." Het werd op een toon van vol maakte overtuiging gezegd. „En laten we er nooit meer over spreken dat dient nergens toe. Het kan nooit tusschen ons komen. Je vader is absoluut open en onbe vangen tegen mij geweest en daarmee basta eens en voor al." Hij nam haar in zijn armen en kuste haar opnieuw en overgelukkig fluisterde ze hem toe dat ook haar liefde ongeschokt was Na de lunch had een soort familieraad plaats, waarin besloten werd dat het hu welijk van Sibyl en Richard zoo spoedig mogelijk en in allen eenvoud voltrokken zou worden. Brayshaw zou direct na hun trouwen de huur van de Hall beëindigen en de eigenaar en zijn jonge vrouw zouden er, teruggekeerd van de huwelijksreis, haar intrek nemen. Kort daarop verscheen kapitein Wilson om goedendag te zeggen hij was voorne mens dien dag nog Long Gresford te verlaten. Brayshaw nam den bezoeker even apart „Ik weet werkelijk niet, kapitein", zei hij, en het gevoel, dat in zijn toon door klonk, was onmiskenbaar oprecht, „hoe ik u mijn diepe erkentelijkheid moet betuigen voor de hulpvaardigheid die u in deze be treurenswaardige aangelegenheid hebt ge toond." „Ik hoop maar dat deze geschiedenis een waarschuwing voor je is geweest, Bray shaw", verklaarde Wilson droog. „U hoeft niet bang te zijn, dat ik nog eens in mijn leven van den rechten weg zal afdwalen", stelde Brayshaw hem met ernstigen nadruk gerust. „Ik heb een les gehad die ik niet vergeten zal. Voor den tweeden keer Sibyl's geluk in de waag schaal te stellen, zal ik wel zalig uit mijn hoofd laten. Over een maand hoop ik hier verdwenen te zgn en op een rustig plekje in 't Zuiden van Frankrijk te zitten, waar ik in mgn eentje zoo prettig mogelijk van mgn bescheiden inkomen zal trachten te leven. En A propos, kapitein Wilson, vóór ik vertrek, zal ik u waarschijnlijk nog ko men opzoeken om uw tactvolle medewer king te vragen voor een daad van recht vaardigheid. Richard Cardon, aanstaande schoonzoon, dien ik op dringend verzoek van Sibyl in vertrouwen genomen heb, heeft het fijngevoelige voorstel gedaan uit zijn pas-geërfd vermogen de verliezen te vergoeden, die onder mijn dak veroorzaakt zijn. Dit aanbod is teekenend voor den keurigen jongen. Ik hoop dat u mij niet zult teleurstellen door te weigeren mij in dezen behulpzaam te zgn. Op die manier zal niemaid te kort komen door wat ge beurd is." Wilson was onmiddellijk bereid zijn be middeling te verleenen om de restitutie zoo delicaat mogelijk en zonder dat er ongewenschte vermoedens konden rijzen, te doen geschieden. Toen hij afscheid van Sibyl nam, zei het meisje „Ik hoop dat u mij wilt vergeven en vergeten zult waarvoor ik u gisterenavond allemaal uitgemaakt hebt. Het eenige wat u moet onthouden is dat ik u nu als mijn besten vriend beschouw." „Ik ben méér dan schadeloos gesteld door het zien van uw herwonnen geluk", antwoordde hg hartelijk. Niet lang na het ver rek werd een nieu we bezoeker aangediendPeter Raydon. Er was geen twijfel aan of hij kwam met het doel om uit de eerste hand bijzonder heden te vernemen omtrent de tragedie die zich op de Hall had afgespeeil. Toen zgn nieuwsgieriglieid voldoende bevredigd was, achtte hg het zijn beurt om een nieuwtje te vertellen. „Hebben jullie de laatste berichten over onzen waarden vriend Frank Desbrook al gehoord Neen Maar dat kan ook eigen lijk nog niet. Ik ontmoette hem op mijn weg hierheen, toen hij van de Grange kwam. Miss Cardon is eindelijk voor zijn aandrang bezweken en heeft hem tenslotte definitief geaccepteerd. Ze gaan zoo gauw mogelijk trouwen. Hg heeft een jobsgeduld getoond, de arme kerel, en alleen al om de ellende die hg uitgestaan heeft, verdient hij dat hij gelukkig wordt. Laten we ho pen dat het 't geval zaï zijn." „Als het waar is dat tegenovergestelde naturen de beste huwelijks-combinatie vor men, hoeven we ons niet ongerust te ma ken". meende lady C adsmuir. „Waaraan die goeie Frank vóór alles behoefte heeft, zijn hersens, en die brengt zijn vrouw in ruime mate mee", lachte Raydon. Richard zei niets. EINDE.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1933 | | pagina 7