1000
500
300
25
CHIEF
WHIP
Belangrijke schenking aan hat Stede ijk Museum.
DE W0HDI1ÖQEHES
De 13 Xolfersir.il. lieer O.F.
25 NOVEMBER
Ook U moet overgaan
No. 279
71e Jaargang
1933
lilim: firma f. VAH DE ïtLDE Ir.. Halslint Sl-tl. Vlissinp. Iilal. 10. FastieOening tilt]
ijks. uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke feestdagen
Dit nummer bestaat uit 24 bladzijden. - Eerste blad.
op
Gegarandeerd 100%
zuivere Virginia'
Tabak en de beste
Sigaret voor Uw
gezondheid
Zelfs de KLEINSTE FOTO is op 5 Dec.
DE GROOTSTE VERRASSING
ATELIER JAN HENNING,
BADHUISSTRAAT 63.
STADS- EN PROVINCIENIEUWS
KEES HELDER - Foto-Atelier - BELLAMYPARK 38
VLISSINGSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Voor alle gemeenten op Walcheren en waar agentschappen geves
tigd zijn 2.20 per 3 maanden. Franco door het geheele rijk 12.50. Voor België, Duitschland
en Frankrijk /3.40. Voor de overige landen bij wekel. verz. 3.20. Afzonderlijke nrs. 5 cent
ADVERTENTIEPRIJSVan 1-5 regels 1.25iedere regel meer 25 cent. Bij abonnement
speciale prijzen. Reclames 50 ct p. regel. Kleine advertenties van 1 —5 regels 50 ct Iedere regel
meer 10 ct (max. lü regels). Bij 3 maal plaatsing van 15 regels /L alles bij vooruitbetaling
De abonné's in 't bezit een ei
Polis, zijn GRATIS verze
kerd tegen ongelukken voor
gulden bij levens
lange ongeschikt
heid tot werken.
gulden bij dood
door
een ongeluk.
gulden bij verlies
van een
hand, voet ol oog.
gulden bij verlies
van
een duim
gulden bi| verlies
van een
wijsvinger
gulden bij verlies
van eiken
anderen vinger
AANGESLOTEN BIJ HET BUREAU VOOR PUBLICITEITSWAARDE, INGESTELD DOOR DE VEREENIGING „DE NEDERLANDSCHE DAGBLADPERS"
Zware zilveren legpenninggeslagen in Zeeland na den moord op prins
Willem. Zilveren strooipenning van de pui van het Vlissingsche stadhuis
(waar nu de R.~K. Zusterschool is, hoek Bellamypark~~Breestraat),
onder de menigte geworpen bij de inhuldiging van Maurits als Heer
van VlissingenZilveren strooipenning bij Maurits' inhuldiging
als graaf van MeursZilveren legpenningen van 1606
waaronder een Zeeuwsche
Dezer dagen ontving ik, als gewoonlijk,
een catalogus van de najaars-veiling, die
gehouden zou worden door den bekenden
numismaticus J. Scholman te Amster
dam. Zijn munt- en penningveilingen
zijn ook vèr buiten Nederland vermaard en
deze was al bijzonder interessant, omdat
liet munten- en penningkabinet van Prin
ses Marianne der Nederlanden, zooals men
weet, een dochter van Koning Willem I, on
der den hamer zou komen. Uit den aard der
zaak was het heel wel mogelijk, dat in
deze vorstelijke collectie exemplaren zouden
voorkomen, die betrekking hadden èn op
Vlissingen èn op de Oranje's. Inderdaad
bleek dit het geval te zijn, maar nu zaten
we met de voor het Museum funeste maat
regel bij de laatste begrooting toegepast
gelden voor aankoop waren geschrapt. Een
maatregel, die hoe prijzenswaard in het
algemeen: als men geen geld heeft kan men
niet koopen, toch voor een Oudheidkundige
Verzameling onpractisch is. Immers het
kan gebeuren, dat in de zoogenaamde
„vette" jaren toevalligerwijze geen belang
rijke aankoopen kunnen gedaan worden,
terwijl in de „magere" jaren dit wel het
geval kan zijn. Maar betreurenswaardig of
niet we zaten nu in deze impasse Ge
lukkig hebben we in deze gemeente nog
wel eens den een of anderen Maecenas
soms meerdere die ontvankelijk genoeg
zijn voor de stem van het algemeen belang,
om het Museum te helpen en zoo besloot ik
in de eerste plaats den voorzitter der Oud
heidkundige Commissie, den heer C. A. van
Woelderen, te polsen over deze moeilijkheid
en hoopte, zoo het mij niet tegenliep nog
enkele andere belangstellenden in de Ge
meentelijke Collectie, bereid te vinden fi-
nancïeelen bijstand te verleenen. De heer
Van Woelderen, die, ettelijke jaren geleden
ztjn belangrijke verzameling munten en
penningen aan het Museum ten geschenke
heeft aangeboden, vond dit een mooie ge
legenheid de toen geschonken collectie uit
te breiden en bood met een in dezen tijd
dubbel nobel gebaar aan, de aankoopkosten,
die een aanzienlijke som bedroegen, geheel
voor zijn rekening te nemen, uit den aard
tot een zekere limiet.
Door dit royale aanbod is het mogelijk
geworden vijf van de zes penningen, alle
van zilver aan te koopen, waaronder zeer
zeldzame, die een kostbare en interessante
aanvulling van het munt- en penning
kabinet in het Museum zullen zijn.
De eerste, een zware zilveren legpenning,
middellijn 45 m.M., met een gewicht van
45.5 gram, is geslagen in 1584 naar aanlei
ding van den moord op Prins Willem door
Balthasar Gerards.
Aan de eene zijde ziet men de wapen
schilden van de Ridderschap en de 6 stem
hebbende steden van Zeeland, nl. Middel
burg, Zierikzee, Goes, Tholen, Vlissingen
en Veere, gegroepeerd om het Zeeuwsche
wapen met het randschriftLuctor et
Emergo.
De keerzijde vertoont 's Prinsen em
bleem, een ijsvogeltje vliegt boven de woe
lige wateren naar zijn nest te midden dier
baren, met de randspreuk
SAEVIS TRANQUILLUS IN UNDIS
(Rustig te midden der baren).
Men weet, dat volgens de Metamorpho-
sen van Ovidius Halcyone uit wanhoop over
den dood van haar gemaal, in de Egeïsche
Zee verdronken, zich in zee stortte, maar
door de Goden in een ijsvogel veranderd
werd, door Grieken en Romeinen Halcyon
genoemd.
Volgens Plinius maakt de ijsvogel een
drijvend nest, waarin zjj haar jongen uit
broedt. Zoo is het ijsvogeltje het symbool
geworden van rust te midden van onrust.
Door dit embleem drukt de Prins uit, dat
btf rustig bleef te midden der stormen, die
over de Nederlanden woedden bij den 80-
jarigen vrijheidsoorlog.
Dat deze penning in Zeeland en wel te
Middelburg op de Zeeuwsche Munt gesla
gen is bewijst het „muntteeken", dat tevens
het burchtteeken is van Zeeland's hoofd
stad.
De tweede, nu verworven, zilveren pen-
is een strooipenning. Zooals men weet,
werden deze bij plechtige gelegenheden on
der het verzamelde volk uitgestrooid, en
kele waren van zilver, de meeste natuurlijk
van koper. Deze penning dateert van 1590
en luisterde de inhuldiging van Prins Mau
rits als heer van Vlissingen op.
Was Prins Maurits reeds den 20en No
vember 1588 als heer van Veere, aldaar ge
huldigd, waarbij ook enkele zilveren strooi-
penningen waren te grabbel geworpen met
het hartelijke devies „Nodus indissolubilis"
onvindbare knoop een knoop die de
wapens van Oranje en Veere vereenigde,
maar zoodanig, dat er geen knoop meer te
vinden was zjj waren voor eeuwig een, de
penning van Vlissingen drukt wel wat an
ders uit. Prins Maurits zal gemeesmuild
hebben toen hij of een zijner raadslieden
de volgende zinspreuk koos voor de Vlis
singsche penning
OLIM MEMINISSE JUVABIT,
d.i. ,,'tHerdenkan zal ons later vermaken".
De Vlissingers nl. waren vóór de hul
diging te Veere bij Zijne Excellentie ge
komen en hadden gezegd, dat zij voor-
loopig een inhuldiging niet raadzaam
vonden en deze wilden uitstellen „om see-
ckere redenen ende consideratien", hoewel
zij den Prins wel als hun „genadige Heer"
erkenen en gehoorzamen wilden".1)
Vermoedelijk waren die „seeckere rede
nen" enz. wel hierin te zoeken, dat het in
dezen tijd niet erg boterde tusschen Mau
rits en de stad Vlissingen. Zij lag met den
Prins in geschil over het onderhoud der zee-
werken 2). Dit geschil tusschen den Magi
straat der stad en den Heer liep zeer hoog
volgens Te Water, die het weten kan, om
dat in zijn tijd de resolutieboeken van 1586,
'87 en '88 nog intact waren hier verwijst
hij dan ook naar, maar deze zijn sinds dien
in 1809 met het stadhuis jammerlijk ver
brand. Men meende krachtens de verkoop
voorwaarden van 1581, dat Maurits tot het
onderhoud verplicht was. Intusschen werd
deze zaak in der minne geregeld en Maurits
werd den 26en Augustus 1590 als Heer van
Vlissingen ingehuldigd. Misschien was de
band tusschen Vlissingen en den Prins ook
wel losser geworden, doordat onze goede
stad, zooals men weet, als pand in Engel-
sche handen was.
Typisch is ook, dat deze strooipen
ning zonder jaartal is, blijkbaar omdat men
bij het slaan ervan niet precies wist, wan
neer de plechtigheid zou plaats hebben.
De voorzijde van den zilveren penning
vertoont rondom het wapenschild van Vlis
singen, de zilveren flesch, de reeds genoem
de woorden Olim Meminisse juvabit", ont
leend aan de Aeneïde van Virgilius (lib. I).
Ztj houden tevens een zacht verwijt in aan
wat voorbij is. De keerzijde draagt Maurits'
gekroond wapenschild en daaromheen zijn
gewone zinspreuk Je maintiendrai.
De derde zilveren penning dateert van
1601. Ook dit is een zeer fraai exemplaar.
Nadat Prins Maurits Rijnberk aan de Span
jaarden had ontnomen, van waaruit zij het
Geldersche brandschatten, zond hg troepen
naar Meurs, dat wederrechtelijk door den
Hertog van Gulik, Kleef en Berg was be
zet. De bezetting wilde het stadje niet over
geven, zoodat Prins Maurits er zelf heen
trok hij was toch dichtbij en zijn te
genwoordigheid was voldoende om het vij
andelijk garnizoen het hoofd in den schoot
te doen leggen. Daar de vorige eigenares
tevens Meurs by testament aan Maurits had
vermaakt en de Staten-Generaal tot execu
teurs had benoemd, werd den 12en Augus
tus Maurits er als graaf van Meurs inge
huldigd en onder het luid uitroepen van
„lang leve Graaf Maurits, lang leve de
graaf van Meurs wierp de heraut van
wapenen deze strooipenningen onder het
volk te grabbel. Een exemplaar is nu in
ons bezit.
Op de voorzijde staat het bovenlijf van
Maurits in het volle harnas, in zijn rechter
hand houdt hij het bloote zwaard, als sym
bool dat hij 't aan hem vermaakte graaf
schap mmt het zwaard in de vuist had ver
kregen. Het randschrift luidt
Maur(itius) PR(inceps) AUR(andae),
CQCmes), Nass(aviae)j Catz(imeliboci),
wordt U aanbevolen als een
zeer mooie film, een film zoo
als beslist niet iedere week
gegeven kan worden.
was overal in het land een
succes
Mis dit programma niet
Boven 18 jaar.
Moers(iae), Mar(chio) Ver(ae) et Vliss
(ingae), d.i. Maurits Prins van Oranje,
Graaf van Nassau, Katzenellenbogen,Meurs,
Markgraaf van Vere en Vlissingen.
Boven het gekroonde wapenschild staat
in den rand der achterzijde Maurits'
spreuk Je Maintiendrai. Onder het wapen
schild staat dag, maand en jaar, nl. 12 Au-
gusti 1601.
De beide andere nieuwe aanwinsten, 2
zilveren legpenningen dateeren van 1606.
In dit jaar hadden de Staten en Maurits
enkele tegenslagen te boeken. Maurits
moest aanzien, dat het bovengenoemde
Rijnberk 1 October verloren ging en door
Spinola werd hernomen. De belegering van
Grol moest Maurits door de geweldige re
gens opgeven, dit was 10 October. De
krijgsbedrijven ter zee waren ook allesbe
halve voorspoedig. Onder Admiraal Willem
Haultain gingen 6 zijner schepen door storm
verloren, de overige 18 werden onverhoeds
door een veel machtiger Spaansche vloot
aangetast. De Zeeuwsche onderbevelhebber
Renier Klaessen, stak om niet in handen
van den vijand te vallen, zijn eigen schip in
brand, dat de lucht invloog, terwijl de an
dere Hollandsche schepen alle zeilen bezet
ten om te ontkomen, wat hun ternauwer
nood gelukte. Groote verslagenheid
heerschte in deze gewesten en booze tongen
verhaalden, dat de Staten de zeelui verbo
den hadden te vechten uit vrees voor 's vij-
ands overmacht. De Staten-Generaal, om
deze uitingen te logenstraffen, stelden een
nauwgezet onderzoek in, maar lieten ter
opwekking der geslagen gemoederen een
legpenning slaan, die er als volgt uitziet
De voorzijde vertoont een schip, dat op
een onstuimige zee een prooi is van den
storm, eendrachtig doe het scheepsvolk zijn
uiterste best. Het randschrift is
SERVAT VIGILANTIA CONCORS, 1606,
d.i.: „de eendrachtige waakzaamheid be
houdt".
De keerzijde draagt het opschrift, ont
leend aan Mattheus Vm, vs. 26
MODICAE FIDEI, QUID TIMETIS
SENATUS CÖNSULTO
d.i.: „Wat zit gij bedroefd, gij kleingeloovi-
gen Bij raadsbesluit geslagen".
De tweede is geslagen door de provincie
Zeeland. Men ziet op de voorzijde een wel
varend landschap, terwijl in het verschiet
een stad opspitst. Het randschrift luidt
DEO VIGILANTE PRO REGIONE 1606
d.i. „God voor het land wakende".
Op de keerzijde ziet men de wapenschil
den van de Ridderschap en de stemmende
steden van Zeeland, terwijl men in het
midden om het Zeeuwsche wapenschild
leest „Zelandia".
Tot de 6 stemmende steden behoort ook
weer Vlissingen.
Zooals men ziet is dit interessante vijftal
een groöte aanwinst voor het Museum en
wordt een stuk Vlissingsche geschiedenis
er door belicht. Van deze gelegenheid maak
ik gebruik om den Vlissingschen eersten
burger, die hiermede weer een staaltje gaf
van echten burgerzin, den hartelijken dank
te betuigen namens de burgerij voor deze
daad, die toont, dat het belang der stad en
der stedelijke instellingen ook in tijden van
nood en nooddruft hem zeer ter harte gaat.
H. G. VAN GROL,
Conservator Sted. Museum.
1). Vgl. Bor, Boek XXV, folio 40 verso.
2). Vgl. J. W. te Water, Plechtige Inhul
diging Willem V, blz. 46.
te herdenken. We zijn begonnen met de
verklaring van „aangenaam" en bewijzen
hiermee, dat we een vlot verloop van
het programma hebben aanschouwd, waar
door het mogelijk geweest is, dat een pro
gramma van niet minder dan 20 nummers
correct in iets meer dan 3 uur is afgewerkt.
Maar ook de geest die de adspirant-leden
bezielt doet aangenaam aan, de omgang
tusschen leiders en „klassen" is aangenaam
en goed, wat zeer aardig vertolkt wordt
door de kleinere en grootere souvenirs aan
de eersten geboden, waarin trouwens het
bestuur der vereeniging voorgaat, die aan
de dame, welke enkele nummers muzikaal
begeleidt, een gouden horloge offreerde, uit
dankbaarheid dat ze steeds op haar post is
om de oefeningen in te studeeren. Het was
niet zonder reden, dat de voorzitter,
de heer F. G. Lemmers, bij de opening een
hartelijk woord van welkom toeriep aan de
ouders in de eerste plaats van de adspiran-
ten, die vanavond „hun" avond, „hun" feest
hebben, waarop ze kunnen en mogen too-
nen, wat ze met behulp hunner leiders
die hiervoor een woord van dank van den
voorzitter in ontvangst hadden te nemen
hebben geleerd. Die adspiranten geven in
gewone tijden wel eens gelegenheid om
aanmerkingen te maken, maar daarom te
meer deed het hun genoegen hen nogmaals
te mogen bedanken voor het genot dat ze
hem op 30 September hebben bezorgd en
hen, maar ook de ouders, te danken voor
het geschenk dat hem bij die gelegenheid is
V. T. V,
Concertgebouw.
Het is altijd aangenaam van deze ver
eeniging, die, getrouw aan de woorden van
het Gymnastenlied „geen rang of stand"
kent, de jaarljjksche uitvoering bij te wo
nen, waarbij men voelt, dat het een feest
avond is voor de uitvoerders. Gisteren was
het „de" avond voor de adspiranten, die,
rond de 250 in getal, een flinke reserve
vormen voor de vereeniging, die binnen niet
al te langen tijd haar 35-jarig bestaan hoopt
aangeboden. Hij ziet in de groote opkomst
van hedenavond de groote zaal van het
Concertgebouw was tot in de hoeken ge
vuld een bewijs, dat er groote liefde is
voor de V.T.V. en juist daarom wekt spr.
op propaganda voor ons te maken en te
strijden tegen de lakschheid onzer dagen
hij wekt op tot meerder toetreden, opdat de
vereeniging trotsch en sterk haar 35-jarig
bestaan tegemoet kan gaan.
Na de leiders bedankt te hebben voor hun
jaar opofferend werken, releveert spr. nog
even, dat de rekruten-tamboers gebruik
mogen maken van de trommels der afge-
richten, bij wie ze moeten gehaald maar
Opnieuw werd ons Fotowerk te Berlijn bekroond met een Bronzen Plaquette. De vele bekroningen den laatsten
tijd door ons in binnen- en buitenland behaald, zoowel mef ons Porfrefwerk als met Landschapfotografie
moeten toch ook U wel Iets bewijzen, Aanbevelend;