ïlissiogsche Courant Ë^ÏÈM)& uburg agen! -SSL VIERDE BLAD Ons leuk Haadsethoekle Ons gezellig ftrïeoenhoekle Ons eigen hoekle. OPOLD tie in .ofte Jager, "einz, Hanns :r, Emil Ra- Meher (Sted. Kauffmann. stijl dt. Courant. huivering- Handelsblad. Maasbode. grootsche De Tijd. e Telegraaf. Het Volk. een open- Vaderland. ily Express. sgiegebeurte- The Times, mening News. tg Standard. uur. cies. van de van Zaterdag 25 November 1933. No 279 Kerstdag en Oudejaar in de bergen. (2). >,Ja, in de Ardennen. Ik ben er al eens eerder geweest. O hé ja. Maar nooit in den winter. Er zijn heel hooge rotsen en ber gen, zooiets als in Zwitserland, 't Zal fijn zfln met die sneeuw. Een Kerstmis in de bergen is altijd veel echter dan zoo gewoon In een Hollandsche stad of in een Hol- landsch dorp." Waarom nou echter (iNou daarom, 't Is tusschen de bergen altijd zoo stil en vredig. Het huis van mijn tante staat boven op een rots, eigenlijk een beetje buiten Dinant. Je ziet er soms geen kip." „Saai", vond Marie. „Saai Je bent niet goed wijs Je hebt er een uitzicht, schitterend gewoon En bet trammetje brengt je dadelijk naar de stad. Overmorgen ga ik al, dan ben ik er ai met Kerstavond. Oudejaar vier ik er ook en Nieuwjaar." „Als ik jou was, bleef ik er maar zei Martje venijnig. „Dat zou jij wel willen, hè plaagde Bob. „O verbeeld je maar niks 't Zal mij een zorg zijn of je hier bent of in de bergen zit!Nou, ik ben er al." „Dag spin", zei Bob. „Veel plezier „Och j'ö kwam Martje weer en ze zei hem niet eens goedendag. Wim en Bert waren al thuis. Die zeur den al om weer naar buiten te mogen. „Ik begon heusch al een beetje ongerust over je te worden", zei moeder, Martje een zoen gevend. „Zeker sneeuwballen gegooid, hè Heerlijk voor jullie dat het is gaan sneeuwen „Ja moes, ja, mogen we nu op straat zeurden de jongens. „Nu Martje er is, wel", zei moeder. „Mogen we dan de slee mee, moeder vroeg Martje. „Je ziet al een heeleboel sleeën." „Daar zou ik maar mee wachten tot morgen", zei moeder. „Over een half uur tje is het toch donker en moeten jullie binnen komen." „Hè wat een gezanik viel Martje on gedurig uit. „Hadden jullie dan vast de slee voor den dag gehaald „O, nu kragen wij de schuld riep Wim. „Weer wat anders Was jij' dan vroeger naar huis gekomen „Ja, weet je wat, ik zal me voor jullie haasten „Nogal erg nu er sneeuw ligtvond Bert. „Houd je mond l" gebood Martje. „Neen, die is goed Voor jou „Kinderen, kinderen", suste moeder, „be daar eens een beetje. Mart, wees jij de verstandigste en gaan jullie nu spelen, anders is het dadelijk donker." „Kom dan maar beval Martje kort. Haar vrooljjke, opgeruimde stemming, waarmee ze uit school was gekomen, was heelemaal weg. Hoe kwam dat nu toch Door Bob Neen, stel je voor Door dien praatjesmaker Hoe kwam ze aan den onzin Doordat ze de slee niet mocht hebben Ja, dat was het Ach neen, neen, dat was het toch eigenlijk ook weer niet. Neen, ze wist het niet Nou ja, vooruit maar, pret maken ,Moet je vader niet eerst even goeden dag zeggen vroeg moeder. Ja, dat was waar ook. Vader lag in de zijkamer. Hij lag daar al meer dan vijf maanden. Vijf maanden ge leden was hij op een avond thuis gekomen, bleek en rillerig en met een ziek gevoel Met een warme kruik was hg naar bed ge gaan hoewel het midden in den zomer was. Den volgenden dag zou het wel beter zijn, hadden hij en moeder gedacht. Maar het was den volgenden dag niet beter geweest. O neen, veel erger juist. De dokter was gekomen, had rust voorgeschreven en zoo was het tot nu toe gebleven. Wel had va der minder pijn en werd hij niet meer door hooge koortsen gekweld, maar er was nog geen sprake van, dat hij kon opstaan. Toen Martje binnen kwam, legde vader zijn boek neer. „Dag dochtertje", groette hjj. „Ook vacantie „Ja vader. Tot zes Januari. Wat heeft het gesneeuwd, hè 't Ligt al zóó hoog Wé mogen nog even op straat." „Ga dan maar gauw, anders is het don ker. Zal je je goed inpakken en zorgen, dat de jongens hun jas niet losdoen of hun muts afzetten v „Ja vader. Dag hoor." „Dag dochtertje. Veel plezier l" Vader's wensch kwam uit. Ze hadden veel plezier. Met warme wangen en glin sterende oogen kwamen ze weer in huis. En ze hadden een honger, een honger neen maar, dat was om er versteld van te staan En moeder zei„Wat sneeuw al niet te we n brengen HOOFDSTUK n."" Diepe teleurstelling. Martje, omdat ze ouder was, mocht al tijd wat langer opblijven dan Wim en Bert Ook nu, terwtjl de jongens naar bed wa ren, zat ze alleen met moeder in de huis kamer. De deur van de ziekenkamer was Onder redactie van TRUUS EYGENHUYSEN. dicht. Vader lag nog te lezen en hij wilde niet, dat men om hem zou zwijgen of fluisteren. Straks, als Martje ook naar bed was, ging moeder, als alle avonden, bij vader zitten. Dan schonk ze thee, dan praatte ze met hem en ze zat te naaien terwijl vader iets voorlas. Martje was dus nu met moeder alleen in de huiskamer. Moeder zat kousen te stoppen en Martje was bezig plaatjes in 'n schrift te plakken. De kachel snorde, het water in den ketel neuriede, de blaadjes van de primula, die in een bakje op de ta fel stond, glansden zoo mooi onder het lamplichthet was alles heerlijk en vertrouwd en gezellig en toch vroeg Martje opeens „Moeder, waarom vieren wij nooit Kerst en Oudejaar in de bergen Moeder keek heel verbaasd op. Toen be gon ze te lachen. „Is dat zoo om te lachen vroeg Martje, al op haar teentjes getrapt. „Ja", zei moeder, „ik vind van wel. Want waarom zouden wij nu Kerstdag en Oude jaar in de bergen vieren „Omdat dat zooveel echter is dan hier in een gewone stad met enkel maar huizen." „Hoe weet je dat zoo „Och, dat denk ik maar," antwoordde Martje. „Dat kun je ook wel begrijpen, hè?En Bob zegt 't ook, Bob Greven". „Gaat die soms Kerstdag en Oudejaar vieren in de bergen (Wordt vervolgd). Poppenkindje. Poppenkindje, poppenleintje, O wat houd ik toch van jou 'k Weet beslist niet wat 'k, m'n snoesje, Zonder jou beginnen zou. Als ik thuis kom, kijk je altijd Even vriendelijk mij aan En ik zie twee blijde lachjes In je lieve oogen staan. Pop, ik kan van jou veel leeren, Altijd ben je lief en zacht, Ook al heb ik eens een keertje Heel niet aan m'n schat gedacht. Nooit vertoon jij booze kuurtjes En nooit brom je op je moes. Naast mijn eigen lieve moesje Houd 'kvan jou het meest, hoor snoes! We kannen nog wel Iets voor 5 December maken Een schuier-hanger. Schuieren doen we op z'n tijd allemaal. Want ieder's kleeren worden op den duur stoffig en bij slecht weer bovendien nog modderig en het staat natuurlijk allesbe halve netjes om daarmee maar te blijven rondloopen. „Foei, wat slordig zou er door anderen gedacht worden, en die an deren zouden groot gelijk hebben. Stoffige, bemodderde kleeren staan inderdaad heel slordig. Een schuier is dus een onmisbaar ding, en daar een schuier vaak moet gebruikt worden en daarom zóó voor 't grijpen moet zijn, is een schuierhanger, waarin de borstel een vast plaatsje krijgt, óók een onmisbaar ding. Wie wil nu zoo'n schuierhanger eens maken voor een van de huisgenooten, voor oma, grootpa, oom of tante De hanger, waar we het nu over zullen hebben, is een heel grappige hanger. We gebruiken er een houten klompje voor, niet te groot, niet te klein, maar net geschikt om er een schuier, van gewoon formaat, in op te bergen. Dit houten klompje maken we natuurlijk of blauw of groen. Je kiest maar wat je zelf het mooiste vindt. Er zijn echter nog andere manieren om het houten klompje een plezier voor het oog te maken. In plaats van het heelemaal één effen kleur te geven, kunnen we er ook een takje bloemen op schilderen, waarvoor we natuurlijk maar kleurtjes noodig heb ben. Heel lief is bijvoorbeeld een groen takje met blaadjes en knopjes aan weers zijden van het klompje en aan beide zijden van den voet een groote witte margriet met een goudgeel hart. Nog een andere manier is het klompje te vergulden met een fleschje verguldsel, dat je in den boekwinkel kunt koopen. Je doet natuurlijk wat je zelf het mooiste vindt. Is het klompje klaar, dan boor je in den hak twee gaatjes. Hierdoor rijg je een koordje, dat je in een lusje knoopt en het klompje kan worden opgehangen. Natuur lijk moet ook dit presentje van een rijmpje vergezeld gaan. Wat vind je van het vol gende 'k Ben eig'lijk om te loopen, Want 'k ben iets voor den voet, Toch weet ik zeker dat u Met mij iets anders doet. Ik krijg een plaatsje in uw gang En moet steeds iets bewaren. Mijn aanblik, als u mij ontpakt, Zal u wel zéér verklaren Gauw kijken wie er van de vrij lastige raadseltjes 5 goede oplossingen hebben in gestuurd. Het zijn Marietje van de Velde Neeltje Meijers Geertruida Goor Wim KimmelPieter Vader Annie Muller Annie StapelJo Briars Marie Schille- man Maria Broere Bep Machgeels Jan Wijtenburg P. de Waard Adriana Koole; Een kind dat zijn naam heeft vergeten J. Baurdoux Corrie ButAleida Fontein Mattie Nieuwdorp Riet van Oorschot Nelly Geschiere Nellie de SmitAlberdina Pluijmers Andries Breel Saartje Buur man Jo Driessen Clemence Mercy. 4 goede oplossingen stuurden F. van Eennennaam Koosje Corbijn. De oplossingen zijn 1. Lopik, Roosen daal, Waalwijk, Hengelo en Veere. 2. Goo chelaar. 3. Edam, Dina, Anna, Maan. 4. Helenaveen. 5. Armbandje. Dit keer komen er geen nieuwe raadsel tjes. Daarvoor zijn maar eventjes drie re denen. In de eerste plaats is het Sint Nico- laasfeest al zoo dicht genaderd, dat alle aandacht en tijd aan de presentjes en sur prises besteed moeten worden. Want er is toch zeker geen enkel kind, dat niet stil letjes iets maakt voor vader, moeder, opa, oma of wie dan ook Wie werkelijk er nog niet toe gekomen is zelf iets te knutselen moet dat dan nog maar gauw doen. Een leuk inktlapje, een pannenplankje, een speldenkussentje, een sigarettendoosje het is allemaal gauw genoeg in elkaar ge zet en kost niet veel geld. En let eens op met zoo'n kleinigheidje kun je iemand heel gelukkig maken. Want het is niet alleen het cadeautje, dat het 'm doet, het is vooral de hartelijkheid, die er achter steekt, de ge dachte „Ik heb best iets voor u over, hoor Deze week dus nog maar hard aan 't werk, zoodat je op 5 December niet alleen gelukkig bent om wat je zelf hebt gekre gen, maar ook om wat je hebt gegeven en daarmee in het leven van anderen een zonnestraaltje hebt gebracht. In de tweede plaats geven we geen nieu we raadseltjes omdat, zooals jullie natuur lijk al gelezen hebben, een wedstrijd wordt gehouden, waarbij onder de goede oplossers 20 mooie prijzen worden verloot. Natuurlijk doet ieder kind aan dezen wedstrijd mee en het is noodig, dat daaraan alle kracht en inspanning wordt gegeven. En in de derde plaats missen we deze week nieuwe raadsels omdat we den vol genden Zaterdag ons Kinderblad met ver schillende Sint Nicolaasverhalen en -versjes willen vullen. Dat zou met het Raadsel- en het Brievenhoekje niet best gaan, want die nemen een heelen „lap" in beslag. Maar 2 December verschijnen er toch wel weer nieuwe raadsels, hoor. Daarvoor zullen we nog wel een plaatsje kunnen opsnuffelen. Dag allemaal Veel succes met de knut selarijtjes. Maak er maar leuke surprises van en schrijf er maar leuke rijmpjes bij, zoodat de Sint Nicolaasavond een fijne avond wordt. veel mooier dan het is. Eerst gaan we het, als dit nog niet het geval mocht zijn, mooi schuren met een stukje schuurlinnen en vervolgens geven we het met lak een rood kleurtje. Het mag natuurlijk ook geel zijn Janet Gaynor. Neen maar, wat heb jij het druk met het maken van presentjes Maar 't is een gezellige drukte, hè Wat zullen ze allemaal opkijken als ze de pre sentjes krijgen I Maar meer zeg ik maar niet van, want je briefje mocht eens door de huisgenooten gelezen worden, en als een verrassing geen verrassing meer is, is de aardigheid er voor driekwart af. Je ver haaltje is wel wat lang geworden. Maar we zullen zien er met Kerstmis toch een plaatsje voor te vinden. Dag Werk maar prettig en probeer ze maar voor 't lapje te houden door de cadeautjes op een grappige manier in te pakken. Aleida Fontein. Hartelijk welkom Wat heerlijk, dat je de oplossing van het laatste raadsel toch nog op 't laatste nip pertje hebt gevonden, 't Zou niet prettig zijn geweest als je den allereersten keer maar met 4 goede oplossingen voor den dag was gekomen. Aai Mollie eens van me. „Van mij krijgt ze een hondenzoentje zegt Prins, die vandaag in een erg vriendelijke en milde stemming is. Droomstertje. Heerlijk, dat moeder weer hersteld is en dat ze in jou zoo'n goed helpstertje vond. Daardoor zal ze af en toe een beetje hebben kunnen rusten en als je griep hebt, verlang je daar erg naar. Mis schien weet jij daar ook wel van mee te praten. Of heeft Droomstertje nog nooit griep gehad Wat een snoezig versje heb je gemaakt. Op een keer krijgt het een plaatsje. Maar geduld hebben, hoor. Dat raadseltje van „melk en meer" hebben we al eens gehad. Denk maar eens goed na, dan herinner je je het misschien wel. Turnstertje. En hoe is het gisteren ge gaan Hadden jullie een fijne avond en heeft het publiek braaf en uitbundig ge klapt voor alle mooie oefeningen, die jullie ten beste gaven Jopie mocht zeker niet mee, hè Die moest naar bed. Maar mis schien heb jij hem van te voren al even voorgedaan wat jullie op den feestavond zouden doen. Zoo kwam hrj er dan toch iets van te weten. Dag Groet Joop eens van me. Wat een parmantige kerel, dat hij nu al naar school gaat Goudvinkje. Word maar niet ongedul dig. De tijd vliegt o zoo rap voorbij en eer je het weet is het weer zomer en krijgen jullie vacantie en staat Jopie voor je neus. Dan kun je haar weer van alle kanten be kijken en kun je ook eens zien of ze trouw haar melk opdringt. Hoe het daarmee staat Ik weet het niet. Vroeger zeurde ze daar wel een beetje mee, dat kan ik me nog best herinneren. Maar ze heeft me eens beterschap beloofd en het kan best zijn, dat ze dit heeft volgehouden. Zeur jij ook wel eens met je bekertje melk of drink je het dapper achter elkaar leeg Dag Goud vinkje Groetjes aan Frans en aan de eendjes en zwanen in het park, waaraan je zeker nog wel eens brood brengt. Lagendaal. Kom jij ook weer eens op dagen Hè, dat 's gezellig, 'k Ben blij, dat je me iets van Professor vertelt, want ik heb al een paar keer me ongerust afge vraagd hoe het wel met hem zou zijn. Hij was vroeger zoo'n trouw klantje. Maar nu weet ik dan toch, dat het geen akelige din gen zijn, die hem tegen houden mee te doen. Schoolwerk gaat natuurlijk voor. Wat een fijne raadsels heb je bedacht Daar maken we natuurlijk gebruik van. Maar wanneerJa, dat kunnen we nog niet zeggen. Afwachten maar. Dag meneer de voetballer Hardloopertje. Heb je een leuk dagje gehad 'k Hoop er later nog iets meer van te hooren. Wat zul je in je eerstvolgende briefje dan veel te vertellen hebben Over je verjaardag en over het Sinterklaasfeest. Bep Machgeels. Ja maar Bep, je moet bedenken, dat niet alle kinderen, die aan het Raadselhoekje meedoen, even oud zijn en dus ook niet allen even knap kunnen zijn in het oplossen van raadseltjes. Er moeten er ook wel eens enkele gemakkelijke door heen loopen. Je hebt weer flink je best ge daan met het bedenken van nieuwe raad sels. Op een keer zie je ze terug, gedrukt en wel in ons krantje, met je naam er on der. Fijn of niet O zoo, dat zou ik denken Kleine Sarina. Dat heeft vader dan maar fijn bedachtJe schrijft vader zeker dikwijls is 't niet? Hij moet het vast pret tig vinden een brief van zijn dochter te krijgen. Niet alleen omdat hij graag iets van en over haar hoort, maar ook omdat ze zoo keurig en bijna zonder fouten kan schrijven. Dat maakt een brief nog veel plezieriger. Monteur. Ben je al drie maal over het Kanaal geweest Toch niet het Kanaal, dat ligt tusschen Holland en Engeland, hè Neen stel je voor, dat je al zooveel uithou dingsvermogen bezatJe zou gewoon een beroemde meneer zijn Wildzang. Is dat schrikken Mama naar 't ziekenhuis Gelukkig maar, dat je me er bij verteld hebt, dat het niet ernstig is, want anders zou ik me wel wat ongerust maken. Hoeft dat nu niet Als je mama eens gaat opzoeken en natuurlijk doe je Mijn viool, door Incognito. Laat ik eerst even vertellen, dat het mijn viool niet is, maar omdat zij in mijn ka mertje op mijn kastje stond, beschermde ik haar toch ook een beetje als mijn eigen dom. De viool had vroeger aan mijn vader toebehoord, maar hij gaf haar aan mijn ouder zusje iets waar ik heel veront waardigd over was omdat ik haar ook had willen hebben en kocht zelf een nieuwe. Ik hield en nu nog veel van muziek en kon er soms uren lang naar luisteren zonder dat het me verveelde. Op zekeren dag zag ik een troep muzi kanten op straat, die muziek maakten op een viool', een harmonica en een guitaar. Ik er dadelijk naar toe. Ze begonnen met een liedje te spelen, dat ik goed kende en dus genoot ik er nog meer van. Vooral de viool trok me aan en de man, die daarop speelde, kon het prachtig. Het eene lied volgde op het andere en de drom toehoorders werd steeds grooter. Toen kwam er iets wat voor mij niet zoo aangenaam was. Er kwam iemand langs de menschen om geld op te halen, hetgeen de muzikanten met hun spel dubbel en dwars hadden verdiend. Maar kon ik het helpen, dat ik geen cent bij me had Het speet me erg, want ik had hun graag een dubbeltje gegeven als ik het maar had be zeten. Nu baande ik me een weg door de menschenmassa en keerde terug naar mijn ouderlijk huis. Het was dan ook wel tijd, want het was één uur en om half twee moest riijn zusje op school zijn. Ik zelf had een vacantie-middag. Thuis gekomen vond ik de heele familie op me zitten wachten. Ze mopperden en deden me allemaal vragen tegelijk. „Waar kom je vandaan en „Moest je nu alweer school blijven en „Waar ben je ge weest 'i" Nog veel en veel meer. Ik koos de wijste partij en antwoordde alleen op moeder's vraag, dat ik naar een troepje muzikanten had staan luisteren. En ik ver telde aan één stuk door over de schitteren de muziek en dat ik geen centen bij me had gehad. De storm bedaarde een beetje al bromde mijn broer nog iets van „Verve lend wichtwij moeten maar met het eten wachten en móeder zei„Als zooiets nog eens gebeurt, vind je een leegen pot, hoor Ik knikte moeder vriendelijk toe en be loofde het nooit, nóóit Weer te doen. Na he; eten ging ik naar mijn kamertje om mijn huiswerk te maken. Het wilde echter niet vlotten omdat ik nog steeds aan die heerlijke muziek dacht. Opeens liet ik mijn blik door de kamer dwalen en met een schok zag ik toen de vioolkist op mijn kastje staan (Slot volgt). dat moet je haar hartelijk van me groeten en haar spoedig en geheel herstel van me toewenschen. Niet vergeten, hoor. Fijn, dat je bij Waschvrouwtje kunt wezen. Jullie zullen het wel gezellig hebben zoo bij elkaar en terwijl mama stilletjes in haar witte bed ligt en haar best doet weer gauw beter te worden, zal ze dankbaar denken „M'n Wildzang is goed en prettig bezorgd Ik ben er zeker van, dat ze dit erg op prijs zal stellen V' Waschvrouwtje. Dat nieuwe raadsel van je lijkt me wat lastig. Er zijn heel wat kinderen, die nog geen aardrijkskunde heb ben en zeer zeker nog niet Indië hebben behandeld. Jij op school al wel Wat een gezelligheid om Wildzang steeds bij je te hebben. Misschien kunnen jullie wel eens samen een paar mooie raadseltjes beden ken. 't Liefst cijferraadseltjes, want daar van hebben we er niet meer zooveel. Pietje Bell. Ja, dat lijkt me ook een erg mooi boek. Zoo zie je, dat kleine oor zaken groote gevolgen hebben en dat een enkel vriendelijkheidje tot een mooie en goede toekomst kan leiden. Dit verhaal moet je maar goed onthouden. Wie weet hoe 't je later nog eens tot voorbeeld kan dienen. Wat heb je veel gekregen Neen maar, dat was een fijne verjaardag Heb je al iets gemaakt met al je timmergereed schappen Ik denk, dat er in moeder's huis nu geen deurkruk meer loszit, geen stoel- pootje wankelt, geen spijker ontbreekt. Wim Kimmel. Je raadsels zijn wel goedgekeurd, Wim, maar tot nu toe hebben we nog geen gelegenheid gehad ze op te nemen. Jij bent niet de eenige, die raad seltjes instuurt Boekhoudstertje. Zul je Cor bedanken voor 't verhaaltje? Ik heb nog geen ge legenheid gehad om het aandachtig door te lezen, maar als het goed is, krijgt net na tuurlijk een plaatsje in „Ons eigen hoekje". Waarom doet Cor niet met de raadseltjes mee als ze al zoo knap is, dat ze verhalen kan bedenken en netjes schrijven Gymnastje. Ja, een kleedje breien valt niet mee. Maar als het af is, heb je heele maal geen spijt van de inspanning en de aandacht, die je er aan besteed hebt. Want het lijkt dan net fijne kant. En 't staat zoo mooi als het over een donker tafeltje ligt. Dat zul je wel merken Of mag je het niet mee np"r huis nemen als het klaar is O wat een leuke dingen heb je al voor den Sint Nicolaasavond gekochtDat zal me een feest worden Filmsterretje. Toch trouw je drankjes slikken, meisje. Want 't kan nu wel zijn, dat de dokter niets verontrustends bij je heeft gevonden, als je niet precies doet wat hij zegt, heb je kans, dat er over een poosje wél iets niet met je in orde is. Levertraan is heusch zoo naar niet, maar je moet er niet naar kijken als je het inneemt, want dan staat het dikke, vettige goedje gauw tegen. Je doet je oogen maar toe als je hapt

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1933 | | pagina 13