BRIEVEN UIT BELGIE
Elfje. Hebben jullie een plezierige
herfstvacantie gehad? 'k Denk, dat je met
Droomstertje heele tochten heLi ondernomen,
misschien ook wel in gezelschap van het aan
staande kaboutertje. Daar stapte dan een
drietal uit een sprookje. Ging het, als het
moe was, ook rusten op een paddenstoeltje
Boy. Ja, daar moet je om lachen, hè
Alleen al als je die twee snaken ziet, kun je
je niet meer goed houden. Heb je al weer een
flinken wandeltocht met de padvinders in
't vooruitzicht of blijven jullie voorloöpig bij
honk
Famke. Fijn, dat je „De Schoolclub" zoo
leuk vindt, 'k Hoop, dat je dit zult blijven
vinden tot aan de laatste bladzijde toe. „Een
ongeluksvogel" ken ik niet. Is dat een meisje
of een jongen, die al maar door allerlei on
gelukjes en narigheden getroffen wordt?
Wat zullen je poppenkinderen in hun nopjes
zijn nu ze er weer zoo frisch en keurig uit
zien. 't Zal anders een toer zijn om in dezen
tijd van 't jaar de wasch droog te krijgen,
hè? Daar zal moeder ook wel van kunnen
meepraten, denk ik.
Rina-ldo. Daar heb je al een aardige kijk
op. Neen, ik houd niet van films als „King
Kong", 'k Heb deze dan ook niet gezien, maar
er wel heèl wat over gehoord. Ze moet nogal
griezelig wezen en om griezelfilms geef ik
geen sikkepitje. Ik ben maar blij, dat het on
mogelijk is, dat ju voor één dagje achttien
jaar zou kunnen zijn. Heelemaal onderaan
zie je een verrassing voor je vermeld. Mis
je nog veel plaatjes in je album Prins geeft
je een pootje. Hij is op 't oogenblik zoo nijdig
als een spin, omdat hij niet op den divan
mag liggen. Dat komt omdat hij in een ver-
ha ar-periorle is. Hij schijnt weer eens een
nieuw pakje aan te trekken en het oude laat
met heele vlokken los.
Teekenaresje. Jammer, dat je met de
raadseltjes niet meer meedoet. Waarom niet
Je hebt toch niet zooveel huiswerk, dat je er
geen tijd voor kan vinden. En heel eerlijk ge
zegd, vind ik het voor jou mist wel goed om
je op raadseltjes in te spannen. Wat heb je
veel voor je verjaardag gekregen En wat een
lekkers O heden, als daar maar geen kies
pijn op volgt.
Janet Gaynor. Geef de hoop nog maar
niet op. Poesjes maken wel eens meer uit
stapjes en blijven vaak langer dan een week
weg. 't Kan heel goed zijn, dat Mollie op een
dag weer voor de deur zit, miauwend om bin
nen gelaten te worden. Ach, ach, wat zal ze
met open armen ontvangen worden, en ik
denk wel dat de knorren, die je je nu voor
neemt haar te geven, achterwege zullen
blijven, louter van blijdschap om de verras
sende terugkomst. Dat raadseltje van „Pop-
penameublement" vind ik wel wat erg moei
lijk. Ik denk, dat maar weinig kinderen op
die gedachte zullen komen, en misschien
jongens heelemaal niet. Natuurlijk mag je
weer eens een verhaaltje insturen. Maar niet
te lang, hoor. Ook in körte schetsjes kun je
veel mooie dingen zeggen en uitwerken. Dag
kleine typiste Ih gedachten zie ik je al aan
een schrijfmachine zitten.
Wie krijgen de bonnetjes?
Na loting onder de liefhebbers vielen de
bonnetjes Vetplanten ten deel aan Bert
Pluijmers en Pop van Dijke. Zij mogen ze
van het bureau van de krant komen afhalen.
Een „Kleintje" kost slechts 50 cent
Bij driemaal plaatsen f1.--.
Bij de Vlaamsche Nationalisten.
Niets nieuws onder de zon. Een
onderhoud met den heer Frans van
Cauwelaert. Geen schutting-recla
me meer.
Een poging tot Vlaamsch nationale concen
tratie in België is de stichting van het
„Vlaamsch Nationaal Verbond". Het is een
initiatief van Staf Declercq, tot nog voor kort
een van de vooraanstaande leiders der
Vlaamsch-Nationale Frontpartij. De taak die
Staf Declercq het Vlaamsch Nationaal Ver
bond toedenkt is alle Vlaamsche nationa
listen te concentreeren in een groepsverband.
In de kringen der Fronters en van het „Ver-
dinaso" had men de stichting van dit Ver
bond niet verwacht. Zooals door Staf De
clercq aangekondigd in een zeer rumoerige
vergadering, enkele weken geleden te Brus
sel gehouden en waarvan wij verslag gaven,
zou hü, met zijn aanhangers, toetreden tot
het „Verdinaso" (Verbond van Dietsch-Na-
tionale Solidaristen)Thans treedt hü uit de
Frontpartü, zonder zich bij het Verdinaso
aan te sluiten en sticht hij hier de derde
Vlaamsch-nationale groep, welke dan die der
Vlaamsch-nationale concentratie zou zün.
Het programma van het Vlaamsch Natio
naal Verbond werd toegezonden aan alle af
deelingen der Frontpartü en aan die van het
Verdinaso in België. Federalisme en zelfbe
stuur in Vlaanderen worden in dat program
ma prqsgegeven en voor de oude terminolo
gie „aansluiting van Vlaanderen bij Neder
land" is in de plaats gekomen „Stichting van
een Oranje-staat". Het organisatie-systeem,
de taktiek en het economisch program van
het Verbond zijn, büna ongewijzigd, overge
nomen van het „Verdinaso".
Het Vlaamsch Verbond, dat zich vooral
keert tegen internationalisme, marxisme en
parlementarisme, staat onder de algemeene
leiding van Staf Declercq, die voor de ver
schillende afdeelingen „gouwleiders" aan
stelt, juist zooals dit door Joris van Severen
bij het Verdinaso geschiedt. In West-Vlaan-
deren zijn reeds eenige afdeelingen der oude
Frontpartij ontbonden en naar het Vlaamsch
Nationaal Verbond overgegaan. Ook enkele
gewestehjke Frontpartij-bladen van den
Vlaamschen zeekant hebben hun kop veran
derd en getooid met den naam „Vlaamsch
Nationaal Verbondsblad".
In de steden echter, vooral te Gent en te
Antwerpen, vindt het Verbond nog weinig
aanhangers en is van een aftakeling der
Frontpartij, zooals wij die op sommige Vlaam
sche dorpen zien, nog weinig te bespeuren,
hetgeen niet wil zeggen dat haar geen alge-
heele ontbinding dreigt, zü het dan lang
zaam, maar zeker. De heer Herman Vos,
hoofd-redaeteur van „De Schelde" en leider
der Frontpartü, tracht haar in een andere
uitgave te doen herleven en zal desbetref
fend spoedig met reorganisatieplannen ko
men, doch het zal weinig baten. Het heeft de
partü steeds aan een krachtig leider ontbro
ken en de ondergeschikte leiders bleven haar
slechts zoolang trouw als ze Kamerlid waren.
Het begon reeds in 1929, als gevolg van het
echec van het oud-Kamerlid der Frontpartü
Joris van Severen (thans leider van het Ver
dinaso in Vlaanderen). Na zijn politieke ne
derlaag in 1929, teen hij niet als Kamerlid
herkozen werd, stichtte hü het Verdinaso en
begon daarmede het ondermij ningswerk der
Frontpartij. Bij de verkiezingen van 1932
werd Ward Hermans zijn Kamerzetel ontno
men en ging hij eveneens de gelederen van
het Verdinaso versterken, waardoor de Front
partij een harer grootste propagandisten ver
loor. Bij dezelfde verkiezingen werd Staf De
clercq wel als Kamerlid herkozen, doch wül
hij zich niet aan het reglement gehouden had
en hü zijn candidatuur op twee lijsten had
doen brengen, werd zijn verkiezing ongeldig
verklaard. Zqn partügenoot Rik Borginon
verving hem in de Kamer. Als gewoon lid
zonder Kamerzetel, had Staf Declercq nog
slechts weinig belangstelling voor de Front
partij, zoo weinig dat hü nog slechts critiek
voor haar over had en in de hem goedgezinde
kringen der Fronters het verzet tegen de
partü organiseerde, dat alles om de eenheid
te bevorderen. Ook zün laatste poging schijat
geen ander doel te hebben, doch hü heeftuh:
de verwarring nog grooter door gemaakt. De
Vlaamsch-nationale concentratie, zooals Staf
Declercq die wil, ontmoet een niet te over
winnen oppositie bij de leiding der Front
partü en bij die van het Verdinaso, zoodat de
eenheid tusschen de verschillende Vlaamsche
extremistische groepen er niet beter op ge
worden is.
9
Het Koninklijk Belgisch Meteorologisch
Instituut van Ukkel-Brussel, heeft een op
zienbarende ontdekking gedaan. Het meldt
ons namelük het wereldschokkend feit, dat
de weersgesteldheid in den afgeloopen zomer,
zoo ongeveer en bij benadering, dezelfde ge
weest is als in het jaar.1558. Het is ver-
schrikkelük om te vernemen, maar we kun
nen het niet helpen we weten nu zeker dat
er niets nieuws meer is onder de zon. Deze
wereld is al te oud. Alles wat we zeggen, alles
wat we doen, werd reeds vóór ons gezegd en
gedaan. De mensch gordt zich de vleugel
eener machine aan om zich in de lucht te
verheffen, denkend dat hü iets nieuws uitge
vonden heeft, doch hij vergeet dat, eeuwen
vóór Wright en Blériot, Icarus hetzelfde
reeds in de onpeilbare oudheid der mytholo
gie dee.d en nog wel zonder machine. De te
genwoordige jeugd denkt een nieuwe cultuur
gevonden te hebben in sportveTgoding en ten
top gedreven ontwikkeling der spieren, doch
zü vergeet dat de oude Grieken hetzelfde
reeds in het begin onzer jaartelling deden.
En zoo is het met alles met de mode en met
de politiek, met den oorlog en met den vrede.
De menscheid begint maar weer telkens op
nieuw te leven en herhaalt in haar onwe
tendheid maar aldoor het klassieke alarm
„Qua vadis", waar gaan wü heen We weten
het nu eens en voor goed we gaan eenvou
dig waar onze voorouders gingen. De crisis
die we thans kennen hebben ook onze voor
vaderen beleefd, zü het dan eenigszins anders
maar minstens zoo zwaar als wü. Dat alles
heeft weinig beteekenis en de wereld zal er
niet om vergaan. Het feit trouwens dat we er
nog zijn, al is het volop in de crisis, zegt reeds
voldoende dat we er ook weer uit kunnen ko
men, want ondanks barbarendom, pest, hon
gersnood en oorlog, zün onze voorvaderen
nog nooit in een crisis of welke andere mi
serie gebleven, hetgeen wü door ons bestaan
bewüzen.
Stelt men U derhalve de waamyqze vraag
„waar moet het toch heen dan weet gij
het eenvoudige antwoord We gaan in een
circulus vitiosus, hetgeen beduidt, zooals gU
weet, een vicieuze cirkelgang, een pad zonder
einde en dat de menschheid, als een loopen-
de band, telkens weer terugbrengt op hetzelf
de punt, een verkeerd pad weliswaar, het
woord vicieus zegt het. Maar we bevinden ons
nu eenmaal op dat pad en we hebben het te
gaan, of we het willen of niet en al is het over
distels en doornen.
In een persconferentie heeft de heer Frans
Van Cauwelaert, voorzitter der Vlaamsche
Kamer-fractie en oud-burgemeester van
Antwerpen, zich tegenstander verklaard van
iedere dictatuur, ook van de huidige, uitge
oefend door de banken en het groot-kapitaal.
Dictatuur, aldus de heer Van Cauwelaert, is
steeds een partüdige macht, eenzüdig en wil
lekeurig, dus onrechtvaardig. Met betrekking
tot de extremistische propaganda onder de
Vlaamsche jeugd, herhaalde de heer Van
Cauwelaert de woorden, door hem gesproken
op het Congres van den Vlaamschen Lands
bond en wees hü nogmaals op het feit, dat de
Vlaamsche jeugd misbruikt wordt door een
beweging in wezen tegen Vlaanderen gericht.
De jeugd begrijpt de beteekenis dier beweging
niet. Men houdt haar het Vlaamsche vraag
stuk voor als büna onoplosbaar, nochtans is
het, uit cultureel oogpunt beschouwd, zeer
eenvoudig. De heer Van Cauwelaert ziet voor
Vlaanderen slechts twee mogelqkheden een
Vlaanderen opgenomen in het Belgisch
staatsverband, dat zich geleidelik doch volle
dig ontwikkelt in een eigen cultuur, steunend
op de macht en de kracht van den volkswil,
of een verscheurd Vlaanderen, los van België
en geannexeerd door een ander land, dat
veeleer Duitschland dan Nederland zal zün-
Er zün slechts twee wegen die der vrüe ont
wikkeling van Vlaanderen in België of die
der revolutie en der dictatuur, welke de hee-
ren Van Severen en Declercq voorstaan. De
ze misleiders van ons volk, aldus de heer Van
Cauwelaert, weten zeer goed dat zü zich op
den verkeerden weg bevhiden. Ik heb het hun
steeds gezegd Wat gij den Vlamingen voor
spiegelt is een hersenschim, de gouden ber
gen Uwer beloften zün afgronden waarin
Vlaanderen, als het U volgt, zal vergaan met
alles wat het bezit aan geestelijke en stoffe
lijke waarden. Zonder vreemde inmenging
zult gü er niet in slagen Vlaanderen van Bel
gië los te scheuren en vreemde inmenging zal
de herhaling van 1914 beteekenen, doch dan
in nog grooter formaat, met, als consequen
tie, vreemde overheersching, algeheel verlies
der eigen cultuur en de chaos, zoo op mate
rieel als intellectueel en moreel gebied.
Sinds enkele jaren kennen we hier een
„taxe d'affichage", gelijk de Brusselaars het
noemen. Het is een directe belasting op het
aanplakken van biljetten voor reclame-doel
einden. Geen affiches, aankondigingen, adres
kaarten van een bepaald formaat of mede-
deelingen, mogen hier langs den openbaren
weg of in gelegenheden voor het publiek toe-
gankelijk, aangeplakt of opgehangen worden,
zonder voorzien te zijn van de vereischte be-
lastingzegels. Geschilderde reclame echter, op
borden, schuttingen, muren en dergelijke, was
tot nog toe vrij van belasting. Vandaar de re
clamewoede langs wegen en velden, welke
hier hoogtij viert en geen ander doel heeft
dan de „taxe d'affichage" te ontduiken. Doch
ook aan deze vrijheid van reclame zal de cri
sis een einde maken.
Met het tweeledig doelde schatkist te
voeden en het landschap zooveel mogelijk te
ontmantelen van de leelüke schuttingen,
borden en reclame-zuilen die het onttrekken
aan het oog van den toerist, heeft de regee
ring een wetsontwerp ingediend, waarbü voor
dit soort reclame een belasting geheven zal
worden, zóó hoog, dat de ondernemers weinig
lust meer zullen gevoelen nog schuttingen,
borden of dergelijke langs den weg te doen
plaatsen of buitenmuren van huizen met re
clame te doen beschilderen. Het is ook hoog
tijd dat aan deze, het schoonheidsgevoel
kwetsende reclame een einde wordt gemaakt.
Het ontvolkte platteland is bevolkt met een
horde monsterachtige figuren en een tyrannie
van kleuren, welke der natuur geweld aan
doen. De koeien grazen in de schaduw van
reusachtige champagne-flesschen, de rivieren
stroomen tusschen wouden van benzine-bus
sen en auto-banden en op ieder gehucht leest
men in tartende tinten van schreeuwerige
letters, de voordeelen van dit merk scheer-
apparaat of dat soort ontharingsmiddel.
Het toerisme wordt op die manier onmo-
gelük, uitzondering dan voor degenen die
minder natuurschoon dan wel het merk van
de beste chocolade of het meest afdoend
laxeermiddel zoeken. Die opdringerige recla
me langs de wegen en vaak op de schoonste
punten van het landschap, heeft het toeris
me grootendeels ongenietbaar gemaakt en de
minnaars van natuurschoon verontwaardigd,
zoodat zü slechts averechtsche resultaten
heeft opgeleverd. Indien derhalve ooit een
belasting, bij hooge uitzondering, door bijna
de geheeie bevolking met vreugde begroet is,
dan is het wel deze zoo juist aangekondigde
tegen de exploitatie van natuurschoon voor
reclame-doeleinden.
W. V. M.
WETENSWAARDIGHEDEN
Planten hebben gedurende de afwezigheid
van de bewoners veelal te lijden door gebrek
aan water.
Men zet, voordat men op reis gaat, alle
planten op den grond in de keuken b,v. en
plaatst een teil water op de keukentafel.
Men neemt nu een aantal draden, dikke
ongebleekte katoen, hangt het eene elad
daarvan in het water, en laat het andere
boven de aarde der planten hangen.
Voortdurend zullen hier druppels water op
vallen en de planten vochtig genoeg houden
voor enkele weken.
Indien men de groote wasch aan huis
heet, is het veelal moeilqk alleen lakens
tafellakens op te vouwen, hetzü men ze voor
de mangel gereed mac.':1, dan wel om te
strijken.
Men kan deze moeilijkheid voorkomen,
door het eene uiteinde b.v. in vieren te vou
wen en daarna tusschen de lade van een buf
fet of anderszins te klemmen. Men kan daar
na gemakkelijk de tegenovergestelde kant
opvouwen en het laken zelfs alleen rekken.
AGENDA
van publieke vermakelijkheden,
vergaderingen, enz.
Alhambra-Theater. Van Vrijdag 20 tot en
met Donderdag 26 October Ein Lied für
dieh en Eine Freundin so goldig wie du.
Luxor-Theater. Van Vrüdag 20 tot en met
Donderdag 26 October Hallo Parüs en
II est charmant.
Zaterdag 21 October. Muziek- en tooneel-
uitvoering, mandolinevereeniging „Tovi-
do", Grand Hotel Britannia, 8 uur.
Zaterdag 21 October. Concert Mandoline
vereeniging „Apollo" en optreden gezel
schap „Martron", Concertgebouw, 8 .uur.-
Dinsdag 24 October. Filmvoorstelling Ned.
Vereeniging tot Bescherming van Dieren,
Alhambra-theater, 2 uur.
Woensdag 25 October. Lezing C.K.W.O.,
Concertgebouw, 8 uur.
Donderdag 26, Vrijdag 27 en Zaterdag 28 Oc
tober, Bazaar Vlissingsche Vrouwenver-
eeniging, Grand Hotel Britannia. Vrüdag
27 October Voordrachtavond.
Dinsdag 7 November. Lezing Nederl.
Reisvereeniging, Grand Hotel Britan
nia, 8.15 uur.
DE GESCHIEDENIS VAN DE WALS.
„Walzerkrieg".
De primitieve mensch zoekt zün gevoelens,
al wat hem ontroert, te uiten in den dans
en door deze wijze van ontstaan is de dans
sterk afhankelijk van landschap en volks
aard. Dans en muziek hebben hun gemeen-
schappelijken oorsprong in het oerinstinct
van den mensch voor rhythme. Het spreekt
evenwel vanzelf, dat beide zich wüzigden
met het volkskarakter en den graad van
welstand en beschaving van hun beoefe
naars. Langzamerhand ontstond er een wis
selwerking tusschen deze nationale gevoels
uitingen zij werden overgenomen door an
dere volken en hun ontwikkeling werd vaak
in geheel andere richting gestuwd.
Een dans van volmaakt zuivere origine is
de wals. Hoewel de bijzonderheden van haar
afkomst nog niet geheel zün opgehelderd,
staat toch vast, dat zü als specifiek
Duitsche dans tot de „Weensche wals" ont
wikkeld heeft.
Als echte wals is deze dansvorm pas be-
trekkelük laat in zwang gekomen, maar toch
zün èn muzikaal èn wat betreft uitvoering,
de rondedansen uit de veertiende eeuw als
haar voorloopers te beschouwen. Deze volks
dans werd toen reeds paarsgewijze uitge
voerd, en wekte de ergernis van Johan von
Münster, zooals wij lezen kunnen in zijn
„godzalig traktaat van den ongodzaligen
dans" van 1594. Dat deze dans over het al
gemeen als onzedelijk werd beschouwd,
bliikt duidelqk uit de politie-verordeningen
van dien tijd, en in zün geschriften trekt
de zedenprediker Geiler von Keizersberg er
al heel opgewonden tegen te velde.
Toentertijd was deze dans tweeledig de
eigenlijke dans werd „geloopen", de zooge
naamde nadans gesprongen. Zooals nu nog
de Landler gedeeltelijk door jodelen wordt
begeleid, werd ook de voorvader van de wals
gezongen. Dit muzikale gedeelte werd echter
langzamerhand door anderen overgenomen,
die het instrumentaal uit gingen voeren en
zelfs nieuwe dans-melodieën componeerden.
Twee van deze oude melodieën zijn blijven
voortbestaan in de, uit 1670 dateerende, oud-
Weensche liedjes „O du lieber Augustin" en
„Es ist mir alles eins, ob ich geld hab' Oder
keins". In het midden der achttiende eeuw
waren de voorganger van de wals de „Land-
Ier" en de „Deutsche" in Parijs tot gezel -
schapdans gepromoveerd en maakten er bui
tengewoon opgang onder den naam Tyro-
lolsa, Sfcrswssbourgeoise of Alsacienne.
Van Parijs kwam de nieuwe vorm van den
ooraprorüwtUken Puitachen dans weer in
Weenen terug onder den naam wals In de
opera „Una cosa rara" van Vincenz Martin,
die 26 Juni 1787 voor het eerst aldaar werd
opgevoerd. In deze opera dansten vier per
sonen de eerste wals, die onmiddellijk onder
den naam van „Cosa rara" door de Ween
sche uitgaande wereld overgenomen werd, en
daar vandaan als Weensche wals Europa
veroverde. De eerste walsen stonden muzi
kaal op niet zeer hoog peilzij waren blijk
baar alleen voor de beenen bestemd. Toen
echter de groote componisten het nationale
element van dezen dans erkenden, ontston
den kunstwerken van den eersten rang. In
de meeste gevallen echter waren deze min
der geschikt als dansmuziek. Van veel betee
kenis voor de verfijning van de wals zijn
geweest Hummel en Friedrich Schneider.
Ook Beethoven werd door de walsrage aan
getast in 1795 verschenen 12 Duitsche dan
sen in 1802 gevolgd door zes dito's en een
jaar later door 7 Landrische Tanze. Beroemd
zün zün te Mödling bü Weenen gecompo
neerde (waarschünhjk in 1819) „Elf Ween
sche dansen voor 17 strük- en blaasinstru
menten". Deze werken zün natuurlek slechts
tot op zekere hoogte van beteekenis voor de
ontwikkeling van de gedanste wals. Een be
slissende wending gaven eerst Carl Maria
von Weber met „Aufforderung zum Tanz"
en Frans Schubert met zün walsen. Weber's
werk, dat in 1820 als klavier-muziek ver
scheen en later door Berlioz en Weingartner
voor orkest bewerkt werd, gaf de wals een
voor- en naspel. Dit vond vele navolgers en
werd tenslotte de vorm van de wals. Schu
bert's walsmelodieën kenmerken zich door een
verrüking en verdieping van inhoud en be
hoort n tot het kostbaarste, dat ons nagela
ten is op dit gebied.
Van den grootmeester der wals, Josef
Lanner en Johan Strauss Sr. toont Lanner,
de meestbeteekenende van de twee, meer
overeenkomst met Schubert dan Strauss. Wel
is waar ontbreken bij hem de pikante wen
dingen, van Franschen oorsprong, het le
vendige temperamentvolle uit de composi
ties van Strauss, maar aan diep gevoel, me-
lodieuzen rijkdom en afgewwkUn vorm is
Lanner de meerdere. Het echt Weensche, de
erotiek, het rhythme laten evenwel goed be-
grüpen, waarom deze de populairste van de
beide meesters was.
Dit erotische element was het, dat de En-
gelschen te gevaarlijk vonden en waarom
zü de wals niet accepteerden. In een artikel
van de „Times" uit 1816 lezen we Deze
buitenlandsche wellustige, indecente dans
was al langer in Engeland bekend, maar dit
was voor het eerst, dat men probeerde hem
in hoogere kringen te introduceeren. Het is
te hopen dat geen gezelschap, dat de moraal
respecteert, hem zal dulden.
Maar ook in Weenen schreef men in het
beginstadium van de opkomst van de wals
over een dansavond. Het was een zedenlooze
bende de vrouwen werden tot bachantes
de onschuld verdween uit de zaal, de dood
lachte in zqn vuistje.
Men ziet, het nieuwe onbekende is steeds
ergens op tegenstand gestooten. Ook thans
g: klaag over „volksverwildering." De wals
echter heeft dezen glansrük overwonnen,
heeft zich een ongekende mate van popula
riteit verworven en mag zich nog steeds,
hoewel de moderne tüd een ander rhythme
waardeert, in de gunst van den dansenden
mensch verheugen.
EEN NIEUWE NEDERLANDSCHE FILM.
Er is een film in voorbereiding, die in ons
land onder een Amerikaansche producielei-
ding, wier naam nog niet kan worden me
degedeeld, wordt vervaardigd, schrijft de
„N.R.Ct." De titel is „Dood Water".
Deze film heeft een voorgeschiedens. Zq
werd, onder artistieke leiding var onzen
landgenoot Gerard Rutten, het vorige jaar
vo' ooid, zonder dat hieraan eenige rucht
baarheid werd gegeven. Het negatief ging
echter bq den brand van het laboratorium
achter den Grooten Schouwburg te Amster-
d im voor het grootste deel verloren, toen de
première binnen enkele weken zou plaats
hebben. De film, die niet verzekerd was,
moest derhalve geheel opnieuw gemaakt
worden.
Naar wij hebben vernomen, is hiermede
een rnnvaiig gemaakt. Gerard Rutten heeft
de regie, Simon Koster schrijft het nieuwe
m&nuscriot, Andor von Barsy (die reeds bij
een vroegere gelegenheid met Rutten samen
werkte) en Eugen Schufftan (medewerker
van Pabst en Siodmak) hanteeren de came
ra. De film wordt in een Nederlandsche,
Engelsche en Duitsche veTsie met Tobis'
Klankfilm systeem opgenomen.
PABST IN ONS LAND.
Op de zeer druk bezochte en hoogst geani
meerde receptie in het Carlton Hotel, hield
Pabst, die een zeer goed redenaar is, een
bezielde improvisatie, waaraan wij het vol
gende ontleenen
Hü ontvouwde zün idealen om een orga
nisatie te stichten, die direct op het pu
bliek gebaseerd was. Al waardeerde slechts
tien procent van de dertig millioen werke-
Iqke filmvrienden, die naar zün schatting
Europa bedroeg, een werkelqke goede film
in dien zin, dat zij desnoods een niet ge
slaagd experiment stelden boven een mak
keluk kassucces, dan nog zou het den film
kunstenaar mogelijk zqn, met dit georgani
seerd publiek achter zich, de film te maken,
waarvan hü droomdefilms, die Pabst in
het verscheurde Europa van heden tever
geefs getracht heeft, voor de industrie te
veiwaardigen. Op een waag van een der
aanwezigen, of hij niet bang was, ook in
Amerika zqn idealen te moeten opgeven,
antwoordde hü zeer gevat„Hoe zou ik dat
kunnen Dan zou ik immers millionnair
worden." Daarna had het interview voor de
radio plaats.
EEN SENSATIONEELE PREMIÈRE.
Een van de meest sensationeele film
premières, die men zich in Hollywood her
innert, viel de nieuwe film van Cecil B. de
Mille te beurt, die dezer dagen voor het eerst
te Los Angeles vertoond werd. „This day and
age" is de geschiedenis van eenige studen
ten, die zich, nadat een hunner vrienden
door „gangsters" gedood is, aaneensluiten tot
een vrijwilligerscorps, dat den strijd aan
bindt tegen de bandieten der Amerikaansche
onderwereld. Gedurende de vertooning van
de film gaf het publiek herhaaldelqk door
luid applaus van zqn enthousiasme blijk, en
aan het einde van de film rees het publiek
als één man op om meer dan vüf minuten
achtereen de makers van de film toe te
juichen.
Toen de grootste emotie, waarbü velen op
hun stoelen stonden en met vlaggen zwaai
den, eenigszins bedaard was, hoorde men
zwijgend en staande het volkslied aan, waar
na een speciale opname van president Roo
sevelt vertoond werd, die het publiek aan
spoorde zijn National Recovery Administra
tion te steunen en geen geduld meer te heb
ben met pogingen van de onderwereld om
het wettig gezag te ondermijnen, welke rede
opnieuw stormachtig werd toegejuicht.