BRIEVEN UIT BELGIE Elfje. Hebben jullie een plezierige herfstvacantie gehad? 'k Denk, dat je met Droomstertje heele tochten heLi ondernomen, misschien ook wel in gezelschap van het aan staande kaboutertje. Daar stapte dan een drietal uit een sprookje. Ging het, als het moe was, ook rusten op een paddenstoeltje Boy. Ja, daar moet je om lachen, hè Alleen al als je die twee snaken ziet, kun je je niet meer goed houden. Heb je al weer een flinken wandeltocht met de padvinders in 't vooruitzicht of blijven jullie voorloöpig bij honk Famke. Fijn, dat je „De Schoolclub" zoo leuk vindt, 'k Hoop, dat je dit zult blijven vinden tot aan de laatste bladzijde toe. „Een ongeluksvogel" ken ik niet. Is dat een meisje of een jongen, die al maar door allerlei on gelukjes en narigheden getroffen wordt? Wat zullen je poppenkinderen in hun nopjes zijn nu ze er weer zoo frisch en keurig uit zien. 't Zal anders een toer zijn om in dezen tijd van 't jaar de wasch droog te krijgen, hè? Daar zal moeder ook wel van kunnen meepraten, denk ik. Rina-ldo. Daar heb je al een aardige kijk op. Neen, ik houd niet van films als „King Kong", 'k Heb deze dan ook niet gezien, maar er wel heèl wat over gehoord. Ze moet nogal griezelig wezen en om griezelfilms geef ik geen sikkepitje. Ik ben maar blij, dat het on mogelijk is, dat ju voor één dagje achttien jaar zou kunnen zijn. Heelemaal onderaan zie je een verrassing voor je vermeld. Mis je nog veel plaatjes in je album Prins geeft je een pootje. Hij is op 't oogenblik zoo nijdig als een spin, omdat hij niet op den divan mag liggen. Dat komt omdat hij in een ver- ha ar-periorle is. Hij schijnt weer eens een nieuw pakje aan te trekken en het oude laat met heele vlokken los. Teekenaresje. Jammer, dat je met de raadseltjes niet meer meedoet. Waarom niet Je hebt toch niet zooveel huiswerk, dat je er geen tijd voor kan vinden. En heel eerlijk ge zegd, vind ik het voor jou mist wel goed om je op raadseltjes in te spannen. Wat heb je veel voor je verjaardag gekregen En wat een lekkers O heden, als daar maar geen kies pijn op volgt. Janet Gaynor. Geef de hoop nog maar niet op. Poesjes maken wel eens meer uit stapjes en blijven vaak langer dan een week weg. 't Kan heel goed zijn, dat Mollie op een dag weer voor de deur zit, miauwend om bin nen gelaten te worden. Ach, ach, wat zal ze met open armen ontvangen worden, en ik denk wel dat de knorren, die je je nu voor neemt haar te geven, achterwege zullen blijven, louter van blijdschap om de verras sende terugkomst. Dat raadseltje van „Pop- penameublement" vind ik wel wat erg moei lijk. Ik denk, dat maar weinig kinderen op die gedachte zullen komen, en misschien jongens heelemaal niet. Natuurlijk mag je weer eens een verhaaltje insturen. Maar niet te lang, hoor. Ook in körte schetsjes kun je veel mooie dingen zeggen en uitwerken. Dag kleine typiste Ih gedachten zie ik je al aan een schrijfmachine zitten. Wie krijgen de bonnetjes? Na loting onder de liefhebbers vielen de bonnetjes Vetplanten ten deel aan Bert Pluijmers en Pop van Dijke. Zij mogen ze van het bureau van de krant komen afhalen. Een „Kleintje" kost slechts 50 cent Bij driemaal plaatsen f1.--. Bij de Vlaamsche Nationalisten. Niets nieuws onder de zon. Een onderhoud met den heer Frans van Cauwelaert. Geen schutting-recla me meer. Een poging tot Vlaamsch nationale concen tratie in België is de stichting van het „Vlaamsch Nationaal Verbond". Het is een initiatief van Staf Declercq, tot nog voor kort een van de vooraanstaande leiders der Vlaamsch-Nationale Frontpartij. De taak die Staf Declercq het Vlaamsch Nationaal Ver bond toedenkt is alle Vlaamsche nationa listen te concentreeren in een groepsverband. In de kringen der Fronters en van het „Ver- dinaso" had men de stichting van dit Ver bond niet verwacht. Zooals door Staf De clercq aangekondigd in een zeer rumoerige vergadering, enkele weken geleden te Brus sel gehouden en waarvan wij verslag gaven, zou hü, met zijn aanhangers, toetreden tot het „Verdinaso" (Verbond van Dietsch-Na- tionale Solidaristen)Thans treedt hü uit de Frontpartü, zonder zich bij het Verdinaso aan te sluiten en sticht hij hier de derde Vlaamsch-nationale groep, welke dan die der Vlaamsch-nationale concentratie zou zün. Het programma van het Vlaamsch Natio naal Verbond werd toegezonden aan alle af deelingen der Frontpartü en aan die van het Verdinaso in België. Federalisme en zelfbe stuur in Vlaanderen worden in dat program ma prqsgegeven en voor de oude terminolo gie „aansluiting van Vlaanderen bij Neder land" is in de plaats gekomen „Stichting van een Oranje-staat". Het organisatie-systeem, de taktiek en het economisch program van het Verbond zijn, büna ongewijzigd, overge nomen van het „Verdinaso". Het Vlaamsch Verbond, dat zich vooral keert tegen internationalisme, marxisme en parlementarisme, staat onder de algemeene leiding van Staf Declercq, die voor de ver schillende afdeelingen „gouwleiders" aan stelt, juist zooals dit door Joris van Severen bij het Verdinaso geschiedt. In West-Vlaan- deren zijn reeds eenige afdeelingen der oude Frontpartij ontbonden en naar het Vlaamsch Nationaal Verbond overgegaan. Ook enkele gewestehjke Frontpartij-bladen van den Vlaamschen zeekant hebben hun kop veran derd en getooid met den naam „Vlaamsch Nationaal Verbondsblad". In de steden echter, vooral te Gent en te Antwerpen, vindt het Verbond nog weinig aanhangers en is van een aftakeling der Frontpartij, zooals wij die op sommige Vlaam sche dorpen zien, nog weinig te bespeuren, hetgeen niet wil zeggen dat haar geen alge- heele ontbinding dreigt, zü het dan lang zaam, maar zeker. De heer Herman Vos, hoofd-redaeteur van „De Schelde" en leider der Frontpartü, tracht haar in een andere uitgave te doen herleven en zal desbetref fend spoedig met reorganisatieplannen ko men, doch het zal weinig baten. Het heeft de partü steeds aan een krachtig leider ontbro ken en de ondergeschikte leiders bleven haar slechts zoolang trouw als ze Kamerlid waren. Het begon reeds in 1929, als gevolg van het echec van het oud-Kamerlid der Frontpartü Joris van Severen (thans leider van het Ver dinaso in Vlaanderen). Na zijn politieke ne derlaag in 1929, teen hij niet als Kamerlid herkozen werd, stichtte hü het Verdinaso en begon daarmede het ondermij ningswerk der Frontpartij. Bij de verkiezingen van 1932 werd Ward Hermans zijn Kamerzetel ontno men en ging hij eveneens de gelederen van het Verdinaso versterken, waardoor de Front partij een harer grootste propagandisten ver loor. Bij dezelfde verkiezingen werd Staf De clercq wel als Kamerlid herkozen, doch wül hij zich niet aan het reglement gehouden had en hü zijn candidatuur op twee lijsten had doen brengen, werd zijn verkiezing ongeldig verklaard. Zqn partügenoot Rik Borginon verving hem in de Kamer. Als gewoon lid zonder Kamerzetel, had Staf Declercq nog slechts weinig belangstelling voor de Front partij, zoo weinig dat hü nog slechts critiek voor haar over had en in de hem goedgezinde kringen der Fronters het verzet tegen de partü organiseerde, dat alles om de eenheid te bevorderen. Ook zün laatste poging schijat geen ander doel te hebben, doch hü heeftuh: de verwarring nog grooter door gemaakt. De Vlaamsch-nationale concentratie, zooals Staf Declercq die wil, ontmoet een niet te over winnen oppositie bij de leiding der Front partü en bij die van het Verdinaso, zoodat de eenheid tusschen de verschillende Vlaamsche extremistische groepen er niet beter op ge worden is. 9 Het Koninklijk Belgisch Meteorologisch Instituut van Ukkel-Brussel, heeft een op zienbarende ontdekking gedaan. Het meldt ons namelük het wereldschokkend feit, dat de weersgesteldheid in den afgeloopen zomer, zoo ongeveer en bij benadering, dezelfde ge weest is als in het jaar.1558. Het is ver- schrikkelük om te vernemen, maar we kun nen het niet helpen we weten nu zeker dat er niets nieuws meer is onder de zon. Deze wereld is al te oud. Alles wat we zeggen, alles wat we doen, werd reeds vóór ons gezegd en gedaan. De mensch gordt zich de vleugel eener machine aan om zich in de lucht te verheffen, denkend dat hü iets nieuws uitge vonden heeft, doch hij vergeet dat, eeuwen vóór Wright en Blériot, Icarus hetzelfde reeds in de onpeilbare oudheid der mytholo gie dee.d en nog wel zonder machine. De te genwoordige jeugd denkt een nieuwe cultuur gevonden te hebben in sportveTgoding en ten top gedreven ontwikkeling der spieren, doch zü vergeet dat de oude Grieken hetzelfde reeds in het begin onzer jaartelling deden. En zoo is het met alles met de mode en met de politiek, met den oorlog en met den vrede. De menscheid begint maar weer telkens op nieuw te leven en herhaalt in haar onwe tendheid maar aldoor het klassieke alarm „Qua vadis", waar gaan wü heen We weten het nu eens en voor goed we gaan eenvou dig waar onze voorouders gingen. De crisis die we thans kennen hebben ook onze voor vaderen beleefd, zü het dan eenigszins anders maar minstens zoo zwaar als wü. Dat alles heeft weinig beteekenis en de wereld zal er niet om vergaan. Het feit trouwens dat we er nog zijn, al is het volop in de crisis, zegt reeds voldoende dat we er ook weer uit kunnen ko men, want ondanks barbarendom, pest, hon gersnood en oorlog, zün onze voorvaderen nog nooit in een crisis of welke andere mi serie gebleven, hetgeen wü door ons bestaan bewüzen. Stelt men U derhalve de waamyqze vraag „waar moet het toch heen dan weet gij het eenvoudige antwoord We gaan in een circulus vitiosus, hetgeen beduidt, zooals gU weet, een vicieuze cirkelgang, een pad zonder einde en dat de menschheid, als een loopen- de band, telkens weer terugbrengt op hetzelf de punt, een verkeerd pad weliswaar, het woord vicieus zegt het. Maar we bevinden ons nu eenmaal op dat pad en we hebben het te gaan, of we het willen of niet en al is het over distels en doornen. In een persconferentie heeft de heer Frans Van Cauwelaert, voorzitter der Vlaamsche Kamer-fractie en oud-burgemeester van Antwerpen, zich tegenstander verklaard van iedere dictatuur, ook van de huidige, uitge oefend door de banken en het groot-kapitaal. Dictatuur, aldus de heer Van Cauwelaert, is steeds een partüdige macht, eenzüdig en wil lekeurig, dus onrechtvaardig. Met betrekking tot de extremistische propaganda onder de Vlaamsche jeugd, herhaalde de heer Van Cauwelaert de woorden, door hem gesproken op het Congres van den Vlaamschen Lands bond en wees hü nogmaals op het feit, dat de Vlaamsche jeugd misbruikt wordt door een beweging in wezen tegen Vlaanderen gericht. De jeugd begrijpt de beteekenis dier beweging niet. Men houdt haar het Vlaamsche vraag stuk voor als büna onoplosbaar, nochtans is het, uit cultureel oogpunt beschouwd, zeer eenvoudig. De heer Van Cauwelaert ziet voor Vlaanderen slechts twee mogelqkheden een Vlaanderen opgenomen in het Belgisch staatsverband, dat zich geleidelik doch volle dig ontwikkelt in een eigen cultuur, steunend op de macht en de kracht van den volkswil, of een verscheurd Vlaanderen, los van België en geannexeerd door een ander land, dat veeleer Duitschland dan Nederland zal zün- Er zün slechts twee wegen die der vrüe ont wikkeling van Vlaanderen in België of die der revolutie en der dictatuur, welke de hee- ren Van Severen en Declercq voorstaan. De ze misleiders van ons volk, aldus de heer Van Cauwelaert, weten zeer goed dat zü zich op den verkeerden weg bevhiden. Ik heb het hun steeds gezegd Wat gij den Vlamingen voor spiegelt is een hersenschim, de gouden ber gen Uwer beloften zün afgronden waarin Vlaanderen, als het U volgt, zal vergaan met alles wat het bezit aan geestelijke en stoffe lijke waarden. Zonder vreemde inmenging zult gü er niet in slagen Vlaanderen van Bel gië los te scheuren en vreemde inmenging zal de herhaling van 1914 beteekenen, doch dan in nog grooter formaat, met, als consequen tie, vreemde overheersching, algeheel verlies der eigen cultuur en de chaos, zoo op mate rieel als intellectueel en moreel gebied. Sinds enkele jaren kennen we hier een „taxe d'affichage", gelijk de Brusselaars het noemen. Het is een directe belasting op het aanplakken van biljetten voor reclame-doel einden. Geen affiches, aankondigingen, adres kaarten van een bepaald formaat of mede- deelingen, mogen hier langs den openbaren weg of in gelegenheden voor het publiek toe- gankelijk, aangeplakt of opgehangen worden, zonder voorzien te zijn van de vereischte be- lastingzegels. Geschilderde reclame echter, op borden, schuttingen, muren en dergelijke, was tot nog toe vrij van belasting. Vandaar de re clamewoede langs wegen en velden, welke hier hoogtij viert en geen ander doel heeft dan de „taxe d'affichage" te ontduiken. Doch ook aan deze vrijheid van reclame zal de cri sis een einde maken. Met het tweeledig doelde schatkist te voeden en het landschap zooveel mogelijk te ontmantelen van de leelüke schuttingen, borden en reclame-zuilen die het onttrekken aan het oog van den toerist, heeft de regee ring een wetsontwerp ingediend, waarbü voor dit soort reclame een belasting geheven zal worden, zóó hoog, dat de ondernemers weinig lust meer zullen gevoelen nog schuttingen, borden of dergelijke langs den weg te doen plaatsen of buitenmuren van huizen met re clame te doen beschilderen. Het is ook hoog tijd dat aan deze, het schoonheidsgevoel kwetsende reclame een einde wordt gemaakt. Het ontvolkte platteland is bevolkt met een horde monsterachtige figuren en een tyrannie van kleuren, welke der natuur geweld aan doen. De koeien grazen in de schaduw van reusachtige champagne-flesschen, de rivieren stroomen tusschen wouden van benzine-bus sen en auto-banden en op ieder gehucht leest men in tartende tinten van schreeuwerige letters, de voordeelen van dit merk scheer- apparaat of dat soort ontharingsmiddel. Het toerisme wordt op die manier onmo- gelük, uitzondering dan voor degenen die minder natuurschoon dan wel het merk van de beste chocolade of het meest afdoend laxeermiddel zoeken. Die opdringerige recla me langs de wegen en vaak op de schoonste punten van het landschap, heeft het toeris me grootendeels ongenietbaar gemaakt en de minnaars van natuurschoon verontwaardigd, zoodat zü slechts averechtsche resultaten heeft opgeleverd. Indien derhalve ooit een belasting, bij hooge uitzondering, door bijna de geheeie bevolking met vreugde begroet is, dan is het wel deze zoo juist aangekondigde tegen de exploitatie van natuurschoon voor reclame-doeleinden. W. V. M. WETENSWAARDIGHEDEN Planten hebben gedurende de afwezigheid van de bewoners veelal te lijden door gebrek aan water. Men zet, voordat men op reis gaat, alle planten op den grond in de keuken b,v. en plaatst een teil water op de keukentafel. Men neemt nu een aantal draden, dikke ongebleekte katoen, hangt het eene elad daarvan in het water, en laat het andere boven de aarde der planten hangen. Voortdurend zullen hier druppels water op vallen en de planten vochtig genoeg houden voor enkele weken. Indien men de groote wasch aan huis heet, is het veelal moeilqk alleen lakens tafellakens op te vouwen, hetzü men ze voor de mangel gereed mac.':1, dan wel om te strijken. Men kan deze moeilijkheid voorkomen, door het eene uiteinde b.v. in vieren te vou wen en daarna tusschen de lade van een buf fet of anderszins te klemmen. Men kan daar na gemakkelijk de tegenovergestelde kant opvouwen en het laken zelfs alleen rekken. AGENDA van publieke vermakelijkheden, vergaderingen, enz. Alhambra-Theater. Van Vrijdag 20 tot en met Donderdag 26 October Ein Lied für dieh en Eine Freundin so goldig wie du. Luxor-Theater. Van Vrüdag 20 tot en met Donderdag 26 October Hallo Parüs en II est charmant. Zaterdag 21 October. Muziek- en tooneel- uitvoering, mandolinevereeniging „Tovi- do", Grand Hotel Britannia, 8 uur. Zaterdag 21 October. Concert Mandoline vereeniging „Apollo" en optreden gezel schap „Martron", Concertgebouw, 8 .uur.- Dinsdag 24 October. Filmvoorstelling Ned. Vereeniging tot Bescherming van Dieren, Alhambra-theater, 2 uur. Woensdag 25 October. Lezing C.K.W.O., Concertgebouw, 8 uur. Donderdag 26, Vrijdag 27 en Zaterdag 28 Oc tober, Bazaar Vlissingsche Vrouwenver- eeniging, Grand Hotel Britannia. Vrüdag 27 October Voordrachtavond. Dinsdag 7 November. Lezing Nederl. Reisvereeniging, Grand Hotel Britan nia, 8.15 uur. DE GESCHIEDENIS VAN DE WALS. „Walzerkrieg". De primitieve mensch zoekt zün gevoelens, al wat hem ontroert, te uiten in den dans en door deze wijze van ontstaan is de dans sterk afhankelijk van landschap en volks aard. Dans en muziek hebben hun gemeen- schappelijken oorsprong in het oerinstinct van den mensch voor rhythme. Het spreekt evenwel vanzelf, dat beide zich wüzigden met het volkskarakter en den graad van welstand en beschaving van hun beoefe naars. Langzamerhand ontstond er een wis selwerking tusschen deze nationale gevoels uitingen zij werden overgenomen door an dere volken en hun ontwikkeling werd vaak in geheel andere richting gestuwd. Een dans van volmaakt zuivere origine is de wals. Hoewel de bijzonderheden van haar afkomst nog niet geheel zün opgehelderd, staat toch vast, dat zü als specifiek Duitsche dans tot de „Weensche wals" ont wikkeld heeft. Als echte wals is deze dansvorm pas be- trekkelük laat in zwang gekomen, maar toch zün èn muzikaal èn wat betreft uitvoering, de rondedansen uit de veertiende eeuw als haar voorloopers te beschouwen. Deze volks dans werd toen reeds paarsgewijze uitge voerd, en wekte de ergernis van Johan von Münster, zooals wij lezen kunnen in zijn „godzalig traktaat van den ongodzaligen dans" van 1594. Dat deze dans over het al gemeen als onzedelijk werd beschouwd, bliikt duidelqk uit de politie-verordeningen van dien tijd, en in zün geschriften trekt de zedenprediker Geiler von Keizersberg er al heel opgewonden tegen te velde. Toentertijd was deze dans tweeledig de eigenlijke dans werd „geloopen", de zooge naamde nadans gesprongen. Zooals nu nog de Landler gedeeltelijk door jodelen wordt begeleid, werd ook de voorvader van de wals gezongen. Dit muzikale gedeelte werd echter langzamerhand door anderen overgenomen, die het instrumentaal uit gingen voeren en zelfs nieuwe dans-melodieën componeerden. Twee van deze oude melodieën zijn blijven voortbestaan in de, uit 1670 dateerende, oud- Weensche liedjes „O du lieber Augustin" en „Es ist mir alles eins, ob ich geld hab' Oder keins". In het midden der achttiende eeuw waren de voorganger van de wals de „Land- Ier" en de „Deutsche" in Parijs tot gezel - schapdans gepromoveerd en maakten er bui tengewoon opgang onder den naam Tyro- lolsa, Sfcrswssbourgeoise of Alsacienne. Van Parijs kwam de nieuwe vorm van den ooraprorüwtUken Puitachen dans weer in Weenen terug onder den naam wals In de opera „Una cosa rara" van Vincenz Martin, die 26 Juni 1787 voor het eerst aldaar werd opgevoerd. In deze opera dansten vier per sonen de eerste wals, die onmiddellijk onder den naam van „Cosa rara" door de Ween sche uitgaande wereld overgenomen werd, en daar vandaan als Weensche wals Europa veroverde. De eerste walsen stonden muzi kaal op niet zeer hoog peilzij waren blijk baar alleen voor de beenen bestemd. Toen echter de groote componisten het nationale element van dezen dans erkenden, ontston den kunstwerken van den eersten rang. In de meeste gevallen echter waren deze min der geschikt als dansmuziek. Van veel betee kenis voor de verfijning van de wals zijn geweest Hummel en Friedrich Schneider. Ook Beethoven werd door de walsrage aan getast in 1795 verschenen 12 Duitsche dan sen in 1802 gevolgd door zes dito's en een jaar later door 7 Landrische Tanze. Beroemd zün zün te Mödling bü Weenen gecompo neerde (waarschünhjk in 1819) „Elf Ween sche dansen voor 17 strük- en blaasinstru menten". Deze werken zün natuurlek slechts tot op zekere hoogte van beteekenis voor de ontwikkeling van de gedanste wals. Een be slissende wending gaven eerst Carl Maria von Weber met „Aufforderung zum Tanz" en Frans Schubert met zün walsen. Weber's werk, dat in 1820 als klavier-muziek ver scheen en later door Berlioz en Weingartner voor orkest bewerkt werd, gaf de wals een voor- en naspel. Dit vond vele navolgers en werd tenslotte de vorm van de wals. Schu bert's walsmelodieën kenmerken zich door een verrüking en verdieping van inhoud en be hoort n tot het kostbaarste, dat ons nagela ten is op dit gebied. Van den grootmeester der wals, Josef Lanner en Johan Strauss Sr. toont Lanner, de meestbeteekenende van de twee, meer overeenkomst met Schubert dan Strauss. Wel is waar ontbreken bij hem de pikante wen dingen, van Franschen oorsprong, het le vendige temperamentvolle uit de composi ties van Strauss, maar aan diep gevoel, me- lodieuzen rijkdom en afgewwkUn vorm is Lanner de meerdere. Het echt Weensche, de erotiek, het rhythme laten evenwel goed be- grüpen, waarom deze de populairste van de beide meesters was. Dit erotische element was het, dat de En- gelschen te gevaarlijk vonden en waarom zü de wals niet accepteerden. In een artikel van de „Times" uit 1816 lezen we Deze buitenlandsche wellustige, indecente dans was al langer in Engeland bekend, maar dit was voor het eerst, dat men probeerde hem in hoogere kringen te introduceeren. Het is te hopen dat geen gezelschap, dat de moraal respecteert, hem zal dulden. Maar ook in Weenen schreef men in het beginstadium van de opkomst van de wals over een dansavond. Het was een zedenlooze bende de vrouwen werden tot bachantes de onschuld verdween uit de zaal, de dood lachte in zqn vuistje. Men ziet, het nieuwe onbekende is steeds ergens op tegenstand gestooten. Ook thans g: klaag over „volksverwildering." De wals echter heeft dezen glansrük overwonnen, heeft zich een ongekende mate van popula riteit verworven en mag zich nog steeds, hoewel de moderne tüd een ander rhythme waardeert, in de gunst van den dansenden mensch verheugen. EEN NIEUWE NEDERLANDSCHE FILM. Er is een film in voorbereiding, die in ons land onder een Amerikaansche producielei- ding, wier naam nog niet kan worden me degedeeld, wordt vervaardigd, schrijft de „N.R.Ct." De titel is „Dood Water". Deze film heeft een voorgeschiedens. Zq werd, onder artistieke leiding var onzen landgenoot Gerard Rutten, het vorige jaar vo' ooid, zonder dat hieraan eenige rucht baarheid werd gegeven. Het negatief ging echter bq den brand van het laboratorium achter den Grooten Schouwburg te Amster- d im voor het grootste deel verloren, toen de première binnen enkele weken zou plaats hebben. De film, die niet verzekerd was, moest derhalve geheel opnieuw gemaakt worden. Naar wij hebben vernomen, is hiermede een rnnvaiig gemaakt. Gerard Rutten heeft de regie, Simon Koster schrijft het nieuwe m&nuscriot, Andor von Barsy (die reeds bij een vroegere gelegenheid met Rutten samen werkte) en Eugen Schufftan (medewerker van Pabst en Siodmak) hanteeren de came ra. De film wordt in een Nederlandsche, Engelsche en Duitsche veTsie met Tobis' Klankfilm systeem opgenomen. PABST IN ONS LAND. Op de zeer druk bezochte en hoogst geani meerde receptie in het Carlton Hotel, hield Pabst, die een zeer goed redenaar is, een bezielde improvisatie, waaraan wij het vol gende ontleenen Hü ontvouwde zün idealen om een orga nisatie te stichten, die direct op het pu bliek gebaseerd was. Al waardeerde slechts tien procent van de dertig millioen werke- Iqke filmvrienden, die naar zün schatting Europa bedroeg, een werkelqke goede film in dien zin, dat zij desnoods een niet ge slaagd experiment stelden boven een mak keluk kassucces, dan nog zou het den film kunstenaar mogelijk zqn, met dit georgani seerd publiek achter zich, de film te maken, waarvan hü droomdefilms, die Pabst in het verscheurde Europa van heden tever geefs getracht heeft, voor de industrie te veiwaardigen. Op een waag van een der aanwezigen, of hij niet bang was, ook in Amerika zqn idealen te moeten opgeven, antwoordde hü zeer gevat„Hoe zou ik dat kunnen Dan zou ik immers millionnair worden." Daarna had het interview voor de radio plaats. EEN SENSATIONEELE PREMIÈRE. Een van de meest sensationeele film premières, die men zich in Hollywood her innert, viel de nieuwe film van Cecil B. de Mille te beurt, die dezer dagen voor het eerst te Los Angeles vertoond werd. „This day and age" is de geschiedenis van eenige studen ten, die zich, nadat een hunner vrienden door „gangsters" gedood is, aaneensluiten tot een vrijwilligerscorps, dat den strijd aan bindt tegen de bandieten der Amerikaansche onderwereld. Gedurende de vertooning van de film gaf het publiek herhaaldelqk door luid applaus van zqn enthousiasme blijk, en aan het einde van de film rees het publiek als één man op om meer dan vüf minuten achtereen de makers van de film toe te juichen. Toen de grootste emotie, waarbü velen op hun stoelen stonden en met vlaggen zwaai den, eenigszins bedaard was, hoorde men zwijgend en staande het volkslied aan, waar na een speciale opname van president Roo sevelt vertoond werd, die het publiek aan spoorde zijn National Recovery Administra tion te steunen en geen geduld meer te heb ben met pogingen van de onderwereld om het wettig gezag te ondermijnen, welke rede opnieuw stormachtig werd toegejuicht.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1933 | | pagina 12