mi
ui
me!
Courant
1 TWEEDE BLAD
f
P f
naar f
CHEID EN
NDHEID
HTER'S
4THEE
3.
straat 113
ten een
zich als
ispreker
issingen
ECTIE.
GEMEENTEBESTUUR
FEUILLETON
Wolven in Schaapsvacht
BINNENLAND
fif
V>n
se slankheid
:nt I even s-
corpulentie
gen maakt
oud en is
adelijk voor
>ndheid.
poth. en drog.
cents per pak
an
l81
en
rtdag 12 uur.
id,
van de
Vrijdag 6 October 1933. No. 236.
RAADSCOMMISSIËN.
Burgemeester en Wethouders van Vlissin-
gen brengen ter openbare kennis, dat door
den Raad dezer gemeente in zijne vergade
ring van 29 September 1933 zijn benoemd
in de commissie voor de Strafverordenin
gen (waarvan de Burgemeester ambtshalve
voorzitter is) tot leden de heeren A. C. van
Hal, mej. H. Meijer, die heeren L. P. van Oor
schot, H. C. Wesseling en J. Marijs.
in de commissie voor de Gemeentewerken
tot voorzitter de heer J. de Meij en tot leden
de heeren M. Van der Beke Callenfels, H. O.
V. Sorel, F. J. G. van Spanning, H. C. Wesse
ling, E. Andriessen
in de Commissie voor de Financiëntot
voorzitter de heer P. G. Laernoes en tot le
den de heeren A. C. van Hal, J. C. Paap, Ph.
J. Woltering, M. van de Beke Callenfels
in de Commissie voor de Gas- en Elcctri-
citeitsprijzen tot voorzitter de heer J. de
Meij en tot leden de heeren E. Andriessen, A.
C. van Hal, L. J. Polderman, H. C. V. Sorel
en J. C. Paap
in de Oommissie voor het Havenbedrijf
(waarvan door hen de Burgemeester tot
voorzitter is aangewezen) tot leden de hee
ren E. Andriessen, J. de Meij, Ph. J. Wolte
ring, L. P. van Oorschot, H. C. Wesseling
in de commissie voor het Grondbedrijf
(waarvan door hen de heer J. die Meij tot
voorzitter is aangewezen) tot leden de hee
ren L. P. van Oorschot, H. C. V. Sorel, H. C.
Wesseling, A. Cappon, A. R. König
in de Commissie voor de Badexploitatie
(waarvan door hen de Burgemeester tot
voorzitter is aangewezen) tot leden de heeren
E. Andriessen, M. J. Harts, L. J. Polderman,
A. Rorije, mej. H. Meijer
in de Commissie voor de Oudheidkundige
Verzameling (waarvan door hen de Burge
meester tot voorzitter is aangewe2>en) tot le
den de heeren M. J. Harts, H. C. Wesseling
in de Commissie voor het Woningbedrijf
(waarvan door hen de heer J. de Meij tot
voorzitter is aangewezen) tot leden de heeren
L. P. van Oorschot, H. C. V. Sorel, H. C. Wes
seling, A. Cappon, A. R. König
In de commissie voor het Waterleidingbe
drijf (waarvan door hen de heer J. de Meij
tot voorzitter is aangewezen) tot leden de
heeren E. Andriessen, M. van der Beke Cal
lenfels, L. P. van Oorschot, H. C. V. Sorel,
H. C. Wesseling.
Vlissingen, 5 October 1933.
Burg. en Weth. voornoemd,
P. G. LAERNOES, L.B.
De Secretaris,
F. BISSCHOP.
DOLLFUSS EN OOSTENRIJK.
De Bondskanselier vroeger en thans.
WAT DE TOEKOMST BRENGEN ZAL
door Z.Exc. GEORG ALEXICH,
Zaakgelastigde van Oostenrijk bij de
Nederlandsche Regeering.
De tegenwoordige Oostenrijksche Bonds
kanselier, Dr. Dollfuss, heb ik reeds gekend
toen hij nog directeur was van de Landwirt-
schaftskammer te Weenen, waar hij een ge
trouw medewerker was van zijn voorganger,
Dr. Seipl. Later is Dr. Dollfuss tot Minister
van Landbouw benoemd, ten tijde, dat ikzelf
aan het ministerie van buitenlandsche zaken
op de Ballhausplatz te Weenen aan de afdee-
ling voor Internationaal Recht, als gezant-
schaps-secretaris werkzaam was. Tenslotte is
Dr. Dollfuss, nu al weer anderhalf jaar ge-
Naar het Engelsch
Van SIR WILLIAM MAGNAY.
21)
Wilson bewonderde den steen plichtmatig.
Maar zijn aandacht werd meer in beslag
genomen door de rijen, die uitgestald lagen
op het lederen étui voor hem. Hij ontdekte
er eenige gapingen in, die veelzeggend wa
ren. „De smaragden zien er zelfs nog beter
uit", merkte hij op.
Poynder nam de grootste in zijn hand en
draaide hem om en om. ,,'t Zijn inderdaad
uitmuntende exemplaren", zei hij.
„Ik veronderstel, meneer Poynder, dat dat
wel zoowat de grootste smaragd is, die u
maakt vroeg Wilson.
Hijhad aan 't eind van de rij waar de
groote steenen logen een ledige plaats opge
merkt en 't antwoord bevestigde dan ook zijn
vermoeden.
„Neen. Men zou zeggen, dat Hij gi'oot ge
noeg is, maar ik heb er nog grooter. Een feit
is dat ik er nog geen uur geleden zoo een
verkocht heb."
Wilson lachte verbaasd,
„Neen 't is niet waar Waar ter wereld
zou men die voor gebruiken
„Ik moet bekennen dat 't ook mij verrast-
te", gaf Poynder ten antwoord. „Een juwe-
leden, als Bondskanselier in Oostenrijk aan
het hoofd der regeering gekomen. Nadat ik
vier of vijf jaren de eer heb gehad hem te
kennen, ben ik in het voorjaar van dit jaar
als Zaakgelastigde naar Nederland gekomen,
ter vervanging van mijn ambtsvoorganger,
Dr. Duffek.
Wat bij Dr. Dollfuss het meest treft, is zijn
kolossale energie, die tot uiting komt in
stem, in blik en in zijn krachtigen handdruk,
die zoo stevig is, dat men even verbaasd staat
te kyken.
Reeds in den oorlog een geliefd
aanvoerder.
Gansch Weenen weet, dat Dr. Dollfuss een
zeer hard werker is, die van acht uur des
morgens tot tien uur des avonds, soms tot
het middernachtelijk uur^bergen werk weet te
verzetten. Hij is er, ondanks zijn betrekkelijk
jeugdigen leeftijd 42 jaar in geslaagd
over Weenen en over Oostenrijk een nieuwe
geest te laten geboren worden.
Gedurende den wereldoorlog was Dr. Doll
fuss als eerste luitenant commandant van
een afdeeling machine-geweren en reeds in
die dagen (dus op 23—27 jarigen leeftijd)
was hij een geliefd aanvoerder in zijn Tiroler
regiment, waar men in hem den geboren lei
der 1 ad leeren kennen. Driemaal is hij in den
oorlog s gewond geweest, waarvan eenmaal
zeer ernstig.
Trouwens reeds in zijn studentenjaren was
het leiderschap over hem vaardig, dat bleek
wel in zijn hoedanigheid van voorzitter der
Roomsch-Katholieke studer/m aan de Uni
versiteit te Weenen. Dr. Dollfuss is uit Ne-
der-Oostenrijk afkomstig, waar zijn moeder
nog leeft op de boerderij, die door zijn oude
ren broeder wordt gedreven. Voor hem als
jongere zoon was daar geen plaats, zoo ver
trok hij naar Weenen, studeerde daar en is
nu de algemeen erkende leider van Oosten
rijk geworden. Afkomstig uit een geloovig
gezin, is ook Dr. Dollfuss streng geloovig, al
komt dit bij hem niet op ostentatieve wijze
tot uiting, doch blijkt dit bij hem meer inner
lijk te wezen, waaruit ook zijn groote kracht
voortspruit.
De géboren leider.
In hooge mate bezit hij de gave, menschen
tot zich te trekken, die menschen voor zijn
plannen te winnen en aan den arbeid te zet
ten, waarna zij allen zich persoonlijk met
hem verbonden gevoelen. Daarom is het niet
te verwonderen, dat Prins Starhemberg en
Dr. Dollfuss eendrachtig samenwerken,
waardoor hij in ieder opzicht op de Oosten
rijksche „Heimwehr" kan staat maken. De
ontwikkeling gaat nu in Oostenrijk rustig
verder in de eens bepaalde richting, want
door den trouwen steun van de Heimwehr
hebben, noch de sociaal-democraten, noch de
nationaal-socialisten, eenige kans in Oosten
rijk aan de macht te komen.
Ook de vice-kanselier Fey is, evenals Dr.
Dollfuss, een oud-lid van de Heimwehr, ten
overvloede gaan beiden niet alleen op politiek
gebied samen, maar weten zij zich ook ver
eend op den hechten bodem van het waar
achtig Christelijk geloof.
Het toekomstige Oostenrijk.
Wat nu de vermoedelijke ontwikkeling der
dingen in Oostenrijk aangaat, die zal dezelfde
lijnen volgen als tot nu toe zijn uitgestippeld.
De autoritaire staat zal heerschen .over de
verschillende corporaties, al zullen die in
eigen kader vanzelfsprekend zekere vrijheid
genieten.
De Staat zal deze corporaties evenwel
nauwlettend bewaken en alles regelen, als
een soort opperste corporatie. Er is geen
twijfel aan mogelijk, dat Oostenrijk deze ont
wikkeling zal blijven volgen, al doet er de
naam niets toe af, dien men daaraan zal wil
len geven.
In de toekomst zal men weer in Oostenrijk
werkelijk regeeren, zooals Dr. Dollfuss thans
reeds heeft ingevoerd. Men zal dan niet meer
kunnen volstaan met alleen maar te besturen.
Die tijd is gelukkig eens en voor altijd achter
den rug.
De sociaal-democratie heeft afgedaan.
Gerugsteund door de christelijk-sociale
partij, die hem op de handen draagt, hebben
de sociaal-democraten en de nationaal-socia-
listen in Weenen, waar zij elk den sterksten
aanhang hadden, afgedaan. Eensgezind staan
lier uit de provincie kocht hem met eenige
andere steenen voor een kroon, die een rijke
dame hem besteld had, om te dragen op een
gecostumeerd bal, dat ze van plan is op
haar buiten te geven."
„O Nog een andere toepassing van imi-
tatiesteenen."
„Ja", bevestigde Poynder, terwijl hij de
pakjes weer inv/ikkelde. „Die dame is, door
bemiddeling van den plaatselijken hande
laar, een goede klant. Ontstellend hoe dames
hun geld kunnen verkwisten, mijnheerDe
sommen, die ze besteden aan opschik voor t
plezier van een enkelen avond. Verleden
zomer gaf diezelfde dame een liefhebberij -
comedievoorstelling, waarin zij, geloof ik, vijf
verschillende toiletten droeg, die alle met
juweelen bezet waren. Een ervan was van
voren een waar vuurwerk van schitterende
steenen en ze wil de fijnste steenen hebben
die er in imitatie te krijgen zijn."
„U weet zeker haar naam niet probeer
de Wilson uit te hooren.
Poynder schudde het hoofd.
„Neen, de namen der klanten worden tus-
schen ons, handelaren, niet genoemd. Men
zou in de verzoeking kunnen komen zonder
tusschenpersonen zaken te doen en een klant
als deze' dame is voor een juwelier in een
provinciestadje heel veel waard. Al wat men
men verteld heeft is, dat zij een beetje
eigenaardige vrouw is, dol op mooie kleeren
en juweelen en die graag jong wil schijnen"
„Ik ben benieuwd of ik haar ken", zei Wil
son bedachtzaam. „Waar komt uw klant
vandaan
de boeren achter den Rijkskanselier, bij wien
zij hunne belangen in veilige handen weten.
Zoo wortelt de partij van Dr. Dollfuss diep
in breede lagen van het Oostenrijksche volk.
Het werk van Dr. Dollfuss.
Voor het eerst heeft thans de regeering
van Dr, Dollfuss voor Oostenrijk een actieve
handelsbalans bereikt. En dat is nu eens niet
geschied door een groote vermindering van
den invoer uit het buitenland, maar door een
aanmerkelijke stijging van den Oostenrijk-
schen uitvoer naar het buitenland. Dit doet
de toekomst met vertrouwen tegemoet
blikken.
De president-directeur van de Oostenrijk
sche Nationale Bank, Dr. Kienbook, is er in
geslaagd, vrijwel alle buitenlandsche schulden
van Oostenrijk te betalen. Uitgezonderd zijn
alleen de schulden, die voortvloeien uit de
déconfiture van de „Oestreichische Kredit-'
anstalt", waarvoor trouwens een afzonder
lijke overeenkomst met de buitenlandsche,
vooral Engelsche, schuldeischers is gesloten.
In de praktijk van het Oostenrijksche
bankwezen zijn de nog bestaande deviezen-
maatregelen, die nog theoretisch bestaan,
buiten werking gesteld. Voor werkelijke han
delstransacties kan men in Oostenrijk steeds
voldoende buitenlandsche valuta krijgen, ter
betaling van de buitenlandsche leveranciers
van goederen aan den Oostenrij kschen handel
of de Oostenrijksche nijverheid. Veilig kan
men zeggen, dat Oostenrijk al zijn verplich
tingen tegenover het buitenland getrouw
nakomt. Wat wil men nog meer?
Is dit niet het allerbeste bewijs, hoezeer in
de anderhalf jaar, dat Dr. Dollfuss aan het
bewind is geweest, de economische toestand
van Oostenrijk zienderoogen is verbeterd
Ook het laatste rapport van den heer Rost
van Tonningen, die als vertegenwoordiger
van den Volkenbond te Weenen is gevestigd,
luidt voor Oostenrijk in ieder opzicht gunstig.
Landbouwers en Middenstand.
Voor de landbouwende bevolking heeft de
regeering van den nu gewonden Bondskanse
lier ontzettend veel tot stand gebracht. Ook
voor den middenstand zijn tal van maat
regelen getroffen, zooals het verbod nieuwe
zaken te openen ook is het daarom aan de
warenhuizen verboden levensmiddelen te
verkoopen, en evenmin mogen diezelfde wa
renhuizen nieuwe artikelen ten verkoop aan
bieden. Voor de bezitters van huizen en lan
derijen is de vroeger vaak al te drukkende
belasting aanzienlijk verminderd. En ten
slotte is de regeering van den huldigen Rond-
kanselier er in geslaagd de kostbare, dikwijls
van politiek, doordrenkte maatregelen van
het sociaal-democratische gemeentebestuur
van Weenen, aan banden te leggen, zoodat
ook in dat verband geen nieuwe, kostbare ex
perimenten meer mogelijk zullen zijn.
Ten bate van de nijverheid zijn eveneens
verschillende maatregelen getroffen. De vrij
willige arbeidskrachten zijn voor hét aan
leggen van openbare werken van algemeen
nut, zooals wegenaanleg, 'gebruikt. Ook de
electrificatie van de spoorwegen is ter hand
genomen, hetgeen in de eerste plaats werk
verschaft en in de tweede plaats Oostenrijk
later den invoer van steenkolen zal besparen.
De nijverheid heeft volop werk, de textiel
industrie werkt zelfs met 75 pet. van haar
capaciteit, tegen slechts 56 pet. verleden jaar.
Ook de ijzer- en houtindustrie gaan vooruit.
De regeering voelt thans dat zij weer grond
onder de voeten krijgt. Oostenrijk is weer een
land, waar men leven kan
Dat dankt het mooie land aan Dr. Dollfuss
Prinses Juliana voor lens en microfoon.
Woensdagochtend stonden voor het Ko
ninklijk Paleis Het Loo, de auto's van de
filmfabrieken Orion-Profilti te 's-Graveu
h&ge en Polygoon te Haarlem. In de rust van
het paleis heerschte in één der vertrekken
groote bedrijvigheid. De geluidsfilm-opera
teurs der beide fabrieken, de leiders van
haar wekelijksche opnemingen voor de film
journaals, technici en fotografen maakten
hun voorbereidingen om de rede, die H. K.
H. Prinses Juliana ter ondersteuning» van
„Zelfs dat weet ik niet" was het ant
woord. „En ik heb ook geen aanleiding gehad
om te informeeren. De man doet zijn zaken
persoonlijk en betaalt altijd contant. Behal
ve dat zijn naam Oster is, weet ik heel
weinig van hem af."
„Dat kan ons niet bepaald helpen om de
identiteit van de zonderlinge oude dame te
ontdekken", merkte Wilson lachend op.
Hij stond op, zeer voldaan met wat hij te
weten was gekomen, wisselde nog eenige
woorden met den handelaar en was vijf mi
nuten later op wer naar 't West-end.
HOOFDSTUK XIII.
Op het randje.
Raydon's mededeeling, die blijkbaar niet
zonder een zekere bedoeling gedaan was, had
als onmiddellijk gevolg het besluit van Ri
chard Cardon om sir Percy Brayshaw's uit-
noodiging aan te nemen, al was het alleen
als excuus om een einde te maken aan zijn
verblijf op de Grange. Wat hij van zijn
nieuwen kennis gehoord had, bevestigde m
zijn gemoed de twijfel, waaraan hij tot dus-
vei* weerstand had geboden, wat betreft de
oprechtheid van Marion's genegenheid voor
hem. Terwijl hij zijn gedachten liet gaan
over haar houding tijdens zijn verblijf, kon
hjj zich duidelijk den waren staat van zaken
voor oogen stellen. Zij was min of meer hei
melijk met Desbrook verloofd geweest, vol
strekt geen slechte partij voor haar, totdat
zijn verschijning op het tooneel als eigenaar
van een mooier landgoed haar op andere
gedachten brachtzij had den landheer van
het werk van het Nationaal Crisis-Comité,
voor de Nederlandsche geluidsfilm wilde hou
den, op het filmlint vast te leggen.
Toen men, na geruimen tijd ingespannen
gearbeid te hebben, alles in gereedheid ge
bracht had, om de stem en het beeld van de
Prinses op de film vast te leggen, verscheen
Hare Koninklijke Hoogheid en nam plaats op
den voor Haar bestemden zetel. Prinses
Juliana was blootshoofd en gekleed in een
eenvoudige steenroode japon met saumon-
kleurigen kraag. Met heldere stem, eenvou
dig en ongedwongen, heeft zij de rede ge
houden, die een verkorte copie is van die,
welke Zij Dinsdag voor de radio heeft uitge
sproken.
Haar heldere stem heeft groote overeen
komst met die van Hare moeder, die her
haaldelijk zulk een diepen indruk op het Ne
derlandsche Volk maakte. De Prinses sprak
>met zeer duidelijke en gemoduleerde stemde
woorden, die bestemd zijn om de offervaar
digheid van het Nederlandsche Volk en zijn
saamhoorigheidszin te prikkelen. Zij scheen
van het schrille licht der lampen, noch van
het zoemen der filmtoestellen eenigen hin
der te ondervinden en na het uitspreken
van de redevoering, onderhield Zij zich nog
geruimen tijd met den leider der opnamen.
Deze opnemingen zijn uitmuntend ge
slaagd.
Tragische reis.
Minister Colijn -naar Londen.
Het Amsterdamsche Effectenblad bevat het
volgende ware, teekenachtige stukje
De Nederlandsche minister-president
draagt het ideaal van een internationalen
terugkeer tot het gezond verstand zooals
hij het ziet hoog in het hart.
De waanzin der tarieven en de morbide
valuta-politiek der landen, die het goud ver
lieten, zijn hem een gruwel, die het onder
ling begrijpen en de mogelijkheid van sa
menwerking tusschen de volken met groote
stelligheid den weg versperren.
Zoo hoog zit hem zijn ideaal, dat hij wei
gerde te gelooven in de mislukking derLon-
densche conferentie, hoezeer de mislukking
voor de geheele wereld evident was en het
doodvonnis beteekende voor de internationale
gedachte.
Daarom is minister Colijn, met als eenige
bagage zijn kinderlijk vertrouwen, nogmaals
op reis gegaan, om, als een bedelmonnik voor
een heilig doel, aan de deuren te kloppen van
hen, die de wereld iets konden schenken. Hij
trok naar Londen en kreeg te hooren, dat de
conferentie voorgoed had afgedaan. Hij sprak
er over economische mogelijkheden, de rege
ling van productie van bedreigde artikelen,
doch sprak aan doovemans deur. Te Genève
waar de landen bijeen zijn voor andere doel
einden, dan dat des heeren Colijn, vond hij
iedere deur gesloten.
En zelfs vermocht hij geen mondelinge
uiteenzettingen te verkrijgen als antwoord on
oe brieven, die hij als voorzitter van de eco
nomische commissie tot de landen richtte.
En die onbeantwoord waren gebleven.
Het is onzen minister-president vergaan,
zooals het Henderson vergaan is, toen hij
bedelde om gehoor voor een niet minder
edel doel.
De harten zijn verhard, de ooren gesloten.
De nieuwe C.A.O. in het boekdrukkersbediijf.
Onder voorzitterschap van den heer J. H.
van Lonkhuyzen te Zeist hebben vertegen
woordigers van de werkgevers- en de werk-
nemers-organisatiën in het boekdrukkers-
bedrijf eenige weken te Amsterdam onder
handeld over het afsluiten van een nieuwe
collectieve arbeidsovereenkomst in verband
met het eindigen van de thans geldende
overeenkomst op 7 October a.s. Partijen zijn
gisterenmiddag tot voorloopige overeenstem
ming gekomen.
Voorts is besloten om het tegenwoordige
contract voor den duur van vier weken te
verlengen, teneinde inmiddels de redactie der
nieuwe overeenkomst vast te stellen.
C.A.O. in de bouwvakken.
In hun ledenvergaderingen hebben de pa
troonsbonden in de bouwbedrijven in Neder
land en de Ned. R. Kath. bond van bouw-
Trayton den bons gegeven en zich tot taak
gesteld den eigenaar van Gresford Hall en
Chase in haar netten te vangen
Indien Richard Cardon slechts met een
schijn van eigenwaan behept was geweest,
zou hij de handelwijze van zijn nicht aan zijn
eigen groote aantrekkelijkheid hebben kun
nen toeschrijvenwant ofschoon Francois
Desbrook ongetwijfeld een beste, nobele en
achtenswaardige kerel was, kon hij wat be
treft uiterlijk en manleren niet bepaald een
ideaal minnaar genoemd worden. Maar het
denkbeeld, dat hij een ander een beentje
gelicht had, hinderde hem nog meer dan het
idee, dat hij uitverkoren was om zijn geld.
Hij was er zich van bewust, dat aan Ma
rion's verwachtingen den bodem moest inge
slagen worden en wel dadelijk. Gelukkig
was hem, wat zijn eigen gevoelens betrof, den
terugtocht nog niet afgesneden. Weliswaar
had het meer dan eens weinig gescheeld of
hij was geheeel onder den invloed geraakt
van Marion's bestudeerde bekoring, maar de
crisis was voorby gegaan zonder te leidm
tot iets, wat op een liefdesverklaring geleek
er. hij had zijn zelfbeheersching herwonnen
Hij wenschte zich geluk met de omstandige
heid, dat zijn weigerend antwoord niet naar
de Hall was afgezonden en nam de eerste de
beste gelegenheid te baat om naar zijn ka
mer te gaan, waar hij het briefje, dat ter
bezorging gereed lag. verscheurde en een an
der schreef, waarbij hij sir Percy's uitnoodi-
ging aannam. Bleef nog de onplezierige taak
om gastheer en gastvrouw van de verande
ring van zijn plannen in kennis te stellen.
„EN VANAF DIE TIJD
gebruik ik natuurlijk alleen „1. 2. 3."
het bevalt me reusachtig"
Op honderd verschillende manieren
hooren we dit uit brieven als bewijs
hoe „1. 2. 3." Hollandsch zelfwer
kend waschmiddel wordt gewaar
deerd door Hollandsche vrouwen.
Zij schrijven over de mooie tint van
het witte goed, over een wollen jumper,
die ze er zoo prachtig mee hebben ge-
wasschen en zelfseen enkele keer,
over de billijke prijs van 17% cent per
pak „5 cent goedkooper dan die dure
buitenlandsche merken".
EN DEZE WEEK ZELFS
ter kennismaking
2 PAKKEN „1. 2. 3."
30 cent.
patroons het voorstel van hun bondsbesturen
aanvaard tot het aangaan van een nieuwe
landelijke C.A.O., waarover, als gemeld, tus
schen de vertegenwoordigers van werkgevers-
en werknemersorganisaties overeenstemming
was bereikt.
De muiterij op „de Zeven Provinciën".
Wij lezen in het ,3at. Nwsbl." dat inzake
de muiterij op „de Zeven Provinciën" met
inbegrip van de zeventien officieren, 192
beklaagden terecht zullen staan, terwijl 436
getuigen werden gehoord.
Tot hen, die zich 20 September jl. met de
„Sibajak" naar Nederland begaven, behoort
ook de gewezen eerste officier van „de Zeven
Provinciën", de luit. ter zee le kl. C. Meyer.
Een strafvervolging zal tegen den heer
Meyer, die te Koetaradja aan wal was toen
de muiterij plaats vond, niet worden inge
steld, maar wel ligt het, naar wij lezen, in
de bedoeling dat de heer Meyer wegens on
geschiktheid uit Hr. Ms. dienst bij de zee
macht zal worden ontslagen.
Dr. Posthuma eerelid van de A.N.Z.
De aftredende voorzitter van den Alg. Ned.
Zuivelbond, dr. F. E. Posthuma, is benoemd
tot eerelid dier organisatie. Dr. Posthuma
verklaarde slechts heen te gaan om een zéér
gegronde reden. Zijn hoofdwerkkring (direc
teur van Centraal Beheer) begint al zijn
werkkracht op te eischen in dezen tijd.
Vraag naar crisis-briefkaarten.
Dat de radio-prijsvraag van het Nationaal
Crisis-Comité is ingeslagen, heeft men reeds
Woensdag bij de posterijen kunnen ervaren.
In tal van gemeenten is een ware run op
do postkantoren ondernomen door prijs
vraag-enthousiasten, die hun oplossing wil
den inzenden en daartoe een of meer crisis
briefkaarten kwamen koopen. In de groote
steden werden duizenden kaarten verkocht
en te Rotterdam was men zelfs reeds vroeg
in den middag uitverkocht, zoodat men uit
Den Haag 10.000 kaarten moest laten komen
Geschikte dansleeraren.
De centrale commissie van Ned. Danslee-
raren-organisaties heeft aan de burgemees
ters, ten aanzien van de beoordeeling wie als
een „geschikt dansleeraar(es)" moet worden
beschouwd medegedeeld, dat zij heeft onder
zocht, wie daartoe beschouwd kan worden.
Aan deze personen zal een bewijs van „er
kenning" worden uitgereikt.
Dit bewijs teekent den bezitter als een ter
goeder naam en faam bekend staand per
soon, die van het geven van danslessen zijn
beroep, althans zijn hoofdberoep maakt en
in die functie de vereischte technische, zoo
wel praktische als theoretische, bekwaam
heden bezit en geeft dus de volledige en uit
sluitende garantie voor een „geschikt te
achten dansleeraar(es)".
Verder verzoekt de C.C.U. aan de burge
meesters de leiding by het dansen in locali-
teiten, genoemd in het betreffende Kon. be
sluit, zoo mogelijk op te dragen aan een
dansleeraar, voorzien van een vorengenoemd
„erkenningsbe wij s".
Maar dat moest gebeuren. Hij zocht eerst
naar Archer en vond hem in het studeerka
mertje, waar hij aan zijn lessenaar zat te
v/erken.
„Ik hoop, dat je er niets op tegen zult
hebben en mij niet ondankbaar zult vinden,
maar het komt mij geschikt voor om de
uitnoodiging van de Hall aan te nemen."
Archer keek snel op. Zijn gezicht kwam
daardoor buiten den lichtcirkel van de lamp
in het halfdonker, zoodat de uitdrukking er
van nauwelijks zichtbaar was.
„Maar beste Richard", riep hij uit op een
toon van protest, „Marion heeft my verteld
dat je bedankt had. Het is niet aardig van je
om zoo gauw van ons weg te gaan."
„Ik begryp dat je er zoo over denkt",
klonk het op vasten toon. „Maar by nadere
overweging vond ik het beter te accepteeren
en nu te gaan inplaats van myn bezoek uit
te stellen. Hoe spoediger ik de Hall nader
bekijk, hoe beterhet zal my in staat stil
len een besluit te nemen betreffende myn
plannen voor de toekomst, wy moeten sir
Percy niet in het onzekere laten wart; zyn
huur aangaat."
„Natuurlyk moet je doen wat je het best
dunkt, jongen", antwoordde Archer. „Het
ligt niet op onzen weg tegen je vertrek
daarheen te protesteeren. En ongetwijfeld
biedt de Hall attracties, waarop de Grange
geen aanspraak kan maken."
(Wordt vervolgd.)