mi ui me! Courant 1 TWEEDE BLAD f P f naar f CHEID EN NDHEID HTER'S 4THEE 3. straat 113 ten een zich als ispreker issingen ECTIE. GEMEENTEBESTUUR FEUILLETON Wolven in Schaapsvacht BINNENLAND fif V>n se slankheid :nt I even s- corpulentie gen maakt oud en is adelijk voor >ndheid. poth. en drog. cents per pak an l81 en rtdag 12 uur. id, van de Vrijdag 6 October 1933. No. 236. RAADSCOMMISSIËN. Burgemeester en Wethouders van Vlissin- gen brengen ter openbare kennis, dat door den Raad dezer gemeente in zijne vergade ring van 29 September 1933 zijn benoemd in de commissie voor de Strafverordenin gen (waarvan de Burgemeester ambtshalve voorzitter is) tot leden de heeren A. C. van Hal, mej. H. Meijer, die heeren L. P. van Oor schot, H. C. Wesseling en J. Marijs. in de commissie voor de Gemeentewerken tot voorzitter de heer J. de Meij en tot leden de heeren M. Van der Beke Callenfels, H. O. V. Sorel, F. J. G. van Spanning, H. C. Wesse ling, E. Andriessen in de Commissie voor de Financiëntot voorzitter de heer P. G. Laernoes en tot le den de heeren A. C. van Hal, J. C. Paap, Ph. J. Woltering, M. van de Beke Callenfels in de Commissie voor de Gas- en Elcctri- citeitsprijzen tot voorzitter de heer J. de Meij en tot leden de heeren E. Andriessen, A. C. van Hal, L. J. Polderman, H. C. V. Sorel en J. C. Paap in de Oommissie voor het Havenbedrijf (waarvan door hen de Burgemeester tot voorzitter is aangewezen) tot leden de hee ren E. Andriessen, J. de Meij, Ph. J. Wolte ring, L. P. van Oorschot, H. C. Wesseling in de commissie voor het Grondbedrijf (waarvan door hen de heer J. die Meij tot voorzitter is aangewezen) tot leden de hee ren L. P. van Oorschot, H. C. V. Sorel, H. C. Wesseling, A. Cappon, A. R. König in de Commissie voor de Badexploitatie (waarvan door hen de Burgemeester tot voorzitter is aangewezen) tot leden de heeren E. Andriessen, M. J. Harts, L. J. Polderman, A. Rorije, mej. H. Meijer in de Commissie voor de Oudheidkundige Verzameling (waarvan door hen de Burge meester tot voorzitter is aangewe2>en) tot le den de heeren M. J. Harts, H. C. Wesseling in de Commissie voor het Woningbedrijf (waarvan door hen de heer J. de Meij tot voorzitter is aangewezen) tot leden de heeren L. P. van Oorschot, H. C. V. Sorel, H. C. Wes seling, A. Cappon, A. R. König In de commissie voor het Waterleidingbe drijf (waarvan door hen de heer J. de Meij tot voorzitter is aangewezen) tot leden de heeren E. Andriessen, M. van der Beke Cal lenfels, L. P. van Oorschot, H. C. V. Sorel, H. C. Wesseling. Vlissingen, 5 October 1933. Burg. en Weth. voornoemd, P. G. LAERNOES, L.B. De Secretaris, F. BISSCHOP. DOLLFUSS EN OOSTENRIJK. De Bondskanselier vroeger en thans. WAT DE TOEKOMST BRENGEN ZAL door Z.Exc. GEORG ALEXICH, Zaakgelastigde van Oostenrijk bij de Nederlandsche Regeering. De tegenwoordige Oostenrijksche Bonds kanselier, Dr. Dollfuss, heb ik reeds gekend toen hij nog directeur was van de Landwirt- schaftskammer te Weenen, waar hij een ge trouw medewerker was van zijn voorganger, Dr. Seipl. Later is Dr. Dollfuss tot Minister van Landbouw benoemd, ten tijde, dat ikzelf aan het ministerie van buitenlandsche zaken op de Ballhausplatz te Weenen aan de afdee- ling voor Internationaal Recht, als gezant- schaps-secretaris werkzaam was. Tenslotte is Dr. Dollfuss, nu al weer anderhalf jaar ge- Naar het Engelsch Van SIR WILLIAM MAGNAY. 21) Wilson bewonderde den steen plichtmatig. Maar zijn aandacht werd meer in beslag genomen door de rijen, die uitgestald lagen op het lederen étui voor hem. Hij ontdekte er eenige gapingen in, die veelzeggend wa ren. „De smaragden zien er zelfs nog beter uit", merkte hij op. Poynder nam de grootste in zijn hand en draaide hem om en om. ,,'t Zijn inderdaad uitmuntende exemplaren", zei hij. „Ik veronderstel, meneer Poynder, dat dat wel zoowat de grootste smaragd is, die u maakt vroeg Wilson. Hijhad aan 't eind van de rij waar de groote steenen logen een ledige plaats opge merkt en 't antwoord bevestigde dan ook zijn vermoeden. „Neen. Men zou zeggen, dat Hij gi'oot ge noeg is, maar ik heb er nog grooter. Een feit is dat ik er nog geen uur geleden zoo een verkocht heb." Wilson lachte verbaasd, „Neen 't is niet waar Waar ter wereld zou men die voor gebruiken „Ik moet bekennen dat 't ook mij verrast- te", gaf Poynder ten antwoord. „Een juwe- leden, als Bondskanselier in Oostenrijk aan het hoofd der regeering gekomen. Nadat ik vier of vijf jaren de eer heb gehad hem te kennen, ben ik in het voorjaar van dit jaar als Zaakgelastigde naar Nederland gekomen, ter vervanging van mijn ambtsvoorganger, Dr. Duffek. Wat bij Dr. Dollfuss het meest treft, is zijn kolossale energie, die tot uiting komt in stem, in blik en in zijn krachtigen handdruk, die zoo stevig is, dat men even verbaasd staat te kyken. Reeds in den oorlog een geliefd aanvoerder. Gansch Weenen weet, dat Dr. Dollfuss een zeer hard werker is, die van acht uur des morgens tot tien uur des avonds, soms tot het middernachtelijk uur^bergen werk weet te verzetten. Hij is er, ondanks zijn betrekkelijk jeugdigen leeftijd 42 jaar in geslaagd over Weenen en over Oostenrijk een nieuwe geest te laten geboren worden. Gedurende den wereldoorlog was Dr. Doll fuss als eerste luitenant commandant van een afdeeling machine-geweren en reeds in die dagen (dus op 23—27 jarigen leeftijd) was hij een geliefd aanvoerder in zijn Tiroler regiment, waar men in hem den geboren lei der 1 ad leeren kennen. Driemaal is hij in den oorlog s gewond geweest, waarvan eenmaal zeer ernstig. Trouwens reeds in zijn studentenjaren was het leiderschap over hem vaardig, dat bleek wel in zijn hoedanigheid van voorzitter der Roomsch-Katholieke studer/m aan de Uni versiteit te Weenen. Dr. Dollfuss is uit Ne- der-Oostenrijk afkomstig, waar zijn moeder nog leeft op de boerderij, die door zijn oude ren broeder wordt gedreven. Voor hem als jongere zoon was daar geen plaats, zoo ver trok hij naar Weenen, studeerde daar en is nu de algemeen erkende leider van Oosten rijk geworden. Afkomstig uit een geloovig gezin, is ook Dr. Dollfuss streng geloovig, al komt dit bij hem niet op ostentatieve wijze tot uiting, doch blijkt dit bij hem meer inner lijk te wezen, waaruit ook zijn groote kracht voortspruit. De géboren leider. In hooge mate bezit hij de gave, menschen tot zich te trekken, die menschen voor zijn plannen te winnen en aan den arbeid te zet ten, waarna zij allen zich persoonlijk met hem verbonden gevoelen. Daarom is het niet te verwonderen, dat Prins Starhemberg en Dr. Dollfuss eendrachtig samenwerken, waardoor hij in ieder opzicht op de Oosten rijksche „Heimwehr" kan staat maken. De ontwikkeling gaat nu in Oostenrijk rustig verder in de eens bepaalde richting, want door den trouwen steun van de Heimwehr hebben, noch de sociaal-democraten, noch de nationaal-socialisten, eenige kans in Oosten rijk aan de macht te komen. Ook de vice-kanselier Fey is, evenals Dr. Dollfuss, een oud-lid van de Heimwehr, ten overvloede gaan beiden niet alleen op politiek gebied samen, maar weten zij zich ook ver eend op den hechten bodem van het waar achtig Christelijk geloof. Het toekomstige Oostenrijk. Wat nu de vermoedelijke ontwikkeling der dingen in Oostenrijk aangaat, die zal dezelfde lijnen volgen als tot nu toe zijn uitgestippeld. De autoritaire staat zal heerschen .over de verschillende corporaties, al zullen die in eigen kader vanzelfsprekend zekere vrijheid genieten. De Staat zal deze corporaties evenwel nauwlettend bewaken en alles regelen, als een soort opperste corporatie. Er is geen twijfel aan mogelijk, dat Oostenrijk deze ont wikkeling zal blijven volgen, al doet er de naam niets toe af, dien men daaraan zal wil len geven. In de toekomst zal men weer in Oostenrijk werkelijk regeeren, zooals Dr. Dollfuss thans reeds heeft ingevoerd. Men zal dan niet meer kunnen volstaan met alleen maar te besturen. Die tijd is gelukkig eens en voor altijd achter den rug. De sociaal-democratie heeft afgedaan. Gerugsteund door de christelijk-sociale partij, die hem op de handen draagt, hebben de sociaal-democraten en de nationaal-socia- listen in Weenen, waar zij elk den sterksten aanhang hadden, afgedaan. Eensgezind staan lier uit de provincie kocht hem met eenige andere steenen voor een kroon, die een rijke dame hem besteld had, om te dragen op een gecostumeerd bal, dat ze van plan is op haar buiten te geven." „O Nog een andere toepassing van imi- tatiesteenen." „Ja", bevestigde Poynder, terwijl hij de pakjes weer inv/ikkelde. „Die dame is, door bemiddeling van den plaatselijken hande laar, een goede klant. Ontstellend hoe dames hun geld kunnen verkwisten, mijnheerDe sommen, die ze besteden aan opschik voor t plezier van een enkelen avond. Verleden zomer gaf diezelfde dame een liefhebberij - comedievoorstelling, waarin zij, geloof ik, vijf verschillende toiletten droeg, die alle met juweelen bezet waren. Een ervan was van voren een waar vuurwerk van schitterende steenen en ze wil de fijnste steenen hebben die er in imitatie te krijgen zijn." „U weet zeker haar naam niet probeer de Wilson uit te hooren. Poynder schudde het hoofd. „Neen, de namen der klanten worden tus- schen ons, handelaren, niet genoemd. Men zou in de verzoeking kunnen komen zonder tusschenpersonen zaken te doen en een klant als deze' dame is voor een juwelier in een provinciestadje heel veel waard. Al wat men men verteld heeft is, dat zij een beetje eigenaardige vrouw is, dol op mooie kleeren en juweelen en die graag jong wil schijnen" „Ik ben benieuwd of ik haar ken", zei Wil son bedachtzaam. „Waar komt uw klant vandaan de boeren achter den Rijkskanselier, bij wien zij hunne belangen in veilige handen weten. Zoo wortelt de partij van Dr. Dollfuss diep in breede lagen van het Oostenrijksche volk. Het werk van Dr. Dollfuss. Voor het eerst heeft thans de regeering van Dr, Dollfuss voor Oostenrijk een actieve handelsbalans bereikt. En dat is nu eens niet geschied door een groote vermindering van den invoer uit het buitenland, maar door een aanmerkelijke stijging van den Oostenrijk- schen uitvoer naar het buitenland. Dit doet de toekomst met vertrouwen tegemoet blikken. De president-directeur van de Oostenrijk sche Nationale Bank, Dr. Kienbook, is er in geslaagd, vrijwel alle buitenlandsche schulden van Oostenrijk te betalen. Uitgezonderd zijn alleen de schulden, die voortvloeien uit de déconfiture van de „Oestreichische Kredit-' anstalt", waarvoor trouwens een afzonder lijke overeenkomst met de buitenlandsche, vooral Engelsche, schuldeischers is gesloten. In de praktijk van het Oostenrijksche bankwezen zijn de nog bestaande deviezen- maatregelen, die nog theoretisch bestaan, buiten werking gesteld. Voor werkelijke han delstransacties kan men in Oostenrijk steeds voldoende buitenlandsche valuta krijgen, ter betaling van de buitenlandsche leveranciers van goederen aan den Oostenrij kschen handel of de Oostenrijksche nijverheid. Veilig kan men zeggen, dat Oostenrijk al zijn verplich tingen tegenover het buitenland getrouw nakomt. Wat wil men nog meer? Is dit niet het allerbeste bewijs, hoezeer in de anderhalf jaar, dat Dr. Dollfuss aan het bewind is geweest, de economische toestand van Oostenrijk zienderoogen is verbeterd Ook het laatste rapport van den heer Rost van Tonningen, die als vertegenwoordiger van den Volkenbond te Weenen is gevestigd, luidt voor Oostenrijk in ieder opzicht gunstig. Landbouwers en Middenstand. Voor de landbouwende bevolking heeft de regeering van den nu gewonden Bondskanse lier ontzettend veel tot stand gebracht. Ook voor den middenstand zijn tal van maat regelen getroffen, zooals het verbod nieuwe zaken te openen ook is het daarom aan de warenhuizen verboden levensmiddelen te verkoopen, en evenmin mogen diezelfde wa renhuizen nieuwe artikelen ten verkoop aan bieden. Voor de bezitters van huizen en lan derijen is de vroeger vaak al te drukkende belasting aanzienlijk verminderd. En ten slotte is de regeering van den huldigen Rond- kanselier er in geslaagd de kostbare, dikwijls van politiek, doordrenkte maatregelen van het sociaal-democratische gemeentebestuur van Weenen, aan banden te leggen, zoodat ook in dat verband geen nieuwe, kostbare ex perimenten meer mogelijk zullen zijn. Ten bate van de nijverheid zijn eveneens verschillende maatregelen getroffen. De vrij willige arbeidskrachten zijn voor hét aan leggen van openbare werken van algemeen nut, zooals wegenaanleg, 'gebruikt. Ook de electrificatie van de spoorwegen is ter hand genomen, hetgeen in de eerste plaats werk verschaft en in de tweede plaats Oostenrijk later den invoer van steenkolen zal besparen. De nijverheid heeft volop werk, de textiel industrie werkt zelfs met 75 pet. van haar capaciteit, tegen slechts 56 pet. verleden jaar. Ook de ijzer- en houtindustrie gaan vooruit. De regeering voelt thans dat zij weer grond onder de voeten krijgt. Oostenrijk is weer een land, waar men leven kan Dat dankt het mooie land aan Dr. Dollfuss Prinses Juliana voor lens en microfoon. Woensdagochtend stonden voor het Ko ninklijk Paleis Het Loo, de auto's van de filmfabrieken Orion-Profilti te 's-Graveu h&ge en Polygoon te Haarlem. In de rust van het paleis heerschte in één der vertrekken groote bedrijvigheid. De geluidsfilm-opera teurs der beide fabrieken, de leiders van haar wekelijksche opnemingen voor de film journaals, technici en fotografen maakten hun voorbereidingen om de rede, die H. K. H. Prinses Juliana ter ondersteuning» van „Zelfs dat weet ik niet" was het ant woord. „En ik heb ook geen aanleiding gehad om te informeeren. De man doet zijn zaken persoonlijk en betaalt altijd contant. Behal ve dat zijn naam Oster is, weet ik heel weinig van hem af." „Dat kan ons niet bepaald helpen om de identiteit van de zonderlinge oude dame te ontdekken", merkte Wilson lachend op. Hij stond op, zeer voldaan met wat hij te weten was gekomen, wisselde nog eenige woorden met den handelaar en was vijf mi nuten later op wer naar 't West-end. HOOFDSTUK XIII. Op het randje. Raydon's mededeeling, die blijkbaar niet zonder een zekere bedoeling gedaan was, had als onmiddellijk gevolg het besluit van Ri chard Cardon om sir Percy Brayshaw's uit- noodiging aan te nemen, al was het alleen als excuus om een einde te maken aan zijn verblijf op de Grange. Wat hij van zijn nieuwen kennis gehoord had, bevestigde m zijn gemoed de twijfel, waaraan hij tot dus- vei* weerstand had geboden, wat betreft de oprechtheid van Marion's genegenheid voor hem. Terwijl hij zijn gedachten liet gaan over haar houding tijdens zijn verblijf, kon hjj zich duidelijk den waren staat van zaken voor oogen stellen. Zij was min of meer hei melijk met Desbrook verloofd geweest, vol strekt geen slechte partij voor haar, totdat zijn verschijning op het tooneel als eigenaar van een mooier landgoed haar op andere gedachten brachtzij had den landheer van het werk van het Nationaal Crisis-Comité, voor de Nederlandsche geluidsfilm wilde hou den, op het filmlint vast te leggen. Toen men, na geruimen tijd ingespannen gearbeid te hebben, alles in gereedheid ge bracht had, om de stem en het beeld van de Prinses op de film vast te leggen, verscheen Hare Koninklijke Hoogheid en nam plaats op den voor Haar bestemden zetel. Prinses Juliana was blootshoofd en gekleed in een eenvoudige steenroode japon met saumon- kleurigen kraag. Met heldere stem, eenvou dig en ongedwongen, heeft zij de rede ge houden, die een verkorte copie is van die, welke Zij Dinsdag voor de radio heeft uitge sproken. Haar heldere stem heeft groote overeen komst met die van Hare moeder, die her haaldelijk zulk een diepen indruk op het Ne derlandsche Volk maakte. De Prinses sprak >met zeer duidelijke en gemoduleerde stemde woorden, die bestemd zijn om de offervaar digheid van het Nederlandsche Volk en zijn saamhoorigheidszin te prikkelen. Zij scheen van het schrille licht der lampen, noch van het zoemen der filmtoestellen eenigen hin der te ondervinden en na het uitspreken van de redevoering, onderhield Zij zich nog geruimen tijd met den leider der opnamen. Deze opnemingen zijn uitmuntend ge slaagd. Tragische reis. Minister Colijn -naar Londen. Het Amsterdamsche Effectenblad bevat het volgende ware, teekenachtige stukje De Nederlandsche minister-president draagt het ideaal van een internationalen terugkeer tot het gezond verstand zooals hij het ziet hoog in het hart. De waanzin der tarieven en de morbide valuta-politiek der landen, die het goud ver lieten, zijn hem een gruwel, die het onder ling begrijpen en de mogelijkheid van sa menwerking tusschen de volken met groote stelligheid den weg versperren. Zoo hoog zit hem zijn ideaal, dat hij wei gerde te gelooven in de mislukking derLon- densche conferentie, hoezeer de mislukking voor de geheele wereld evident was en het doodvonnis beteekende voor de internationale gedachte. Daarom is minister Colijn, met als eenige bagage zijn kinderlijk vertrouwen, nogmaals op reis gegaan, om, als een bedelmonnik voor een heilig doel, aan de deuren te kloppen van hen, die de wereld iets konden schenken. Hij trok naar Londen en kreeg te hooren, dat de conferentie voorgoed had afgedaan. Hij sprak er over economische mogelijkheden, de rege ling van productie van bedreigde artikelen, doch sprak aan doovemans deur. Te Genève waar de landen bijeen zijn voor andere doel einden, dan dat des heeren Colijn, vond hij iedere deur gesloten. En zelfs vermocht hij geen mondelinge uiteenzettingen te verkrijgen als antwoord on oe brieven, die hij als voorzitter van de eco nomische commissie tot de landen richtte. En die onbeantwoord waren gebleven. Het is onzen minister-president vergaan, zooals het Henderson vergaan is, toen hij bedelde om gehoor voor een niet minder edel doel. De harten zijn verhard, de ooren gesloten. De nieuwe C.A.O. in het boekdrukkersbediijf. Onder voorzitterschap van den heer J. H. van Lonkhuyzen te Zeist hebben vertegen woordigers van de werkgevers- en de werk- nemers-organisatiën in het boekdrukkers- bedrijf eenige weken te Amsterdam onder handeld over het afsluiten van een nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst in verband met het eindigen van de thans geldende overeenkomst op 7 October a.s. Partijen zijn gisterenmiddag tot voorloopige overeenstem ming gekomen. Voorts is besloten om het tegenwoordige contract voor den duur van vier weken te verlengen, teneinde inmiddels de redactie der nieuwe overeenkomst vast te stellen. C.A.O. in de bouwvakken. In hun ledenvergaderingen hebben de pa troonsbonden in de bouwbedrijven in Neder land en de Ned. R. Kath. bond van bouw- Trayton den bons gegeven en zich tot taak gesteld den eigenaar van Gresford Hall en Chase in haar netten te vangen Indien Richard Cardon slechts met een schijn van eigenwaan behept was geweest, zou hij de handelwijze van zijn nicht aan zijn eigen groote aantrekkelijkheid hebben kun nen toeschrijvenwant ofschoon Francois Desbrook ongetwijfeld een beste, nobele en achtenswaardige kerel was, kon hij wat be treft uiterlijk en manleren niet bepaald een ideaal minnaar genoemd worden. Maar het denkbeeld, dat hij een ander een beentje gelicht had, hinderde hem nog meer dan het idee, dat hij uitverkoren was om zijn geld. Hij was er zich van bewust, dat aan Ma rion's verwachtingen den bodem moest inge slagen worden en wel dadelijk. Gelukkig was hem, wat zijn eigen gevoelens betrof, den terugtocht nog niet afgesneden. Weliswaar had het meer dan eens weinig gescheeld of hij was geheeel onder den invloed geraakt van Marion's bestudeerde bekoring, maar de crisis was voorby gegaan zonder te leidm tot iets, wat op een liefdesverklaring geleek er. hij had zijn zelfbeheersching herwonnen Hij wenschte zich geluk met de omstandige heid, dat zijn weigerend antwoord niet naar de Hall was afgezonden en nam de eerste de beste gelegenheid te baat om naar zijn ka mer te gaan, waar hij het briefje, dat ter bezorging gereed lag. verscheurde en een an der schreef, waarbij hij sir Percy's uitnoodi- ging aannam. Bleef nog de onplezierige taak om gastheer en gastvrouw van de verande ring van zijn plannen in kennis te stellen. „EN VANAF DIE TIJD gebruik ik natuurlijk alleen „1. 2. 3." het bevalt me reusachtig" Op honderd verschillende manieren hooren we dit uit brieven als bewijs hoe „1. 2. 3." Hollandsch zelfwer kend waschmiddel wordt gewaar deerd door Hollandsche vrouwen. Zij schrijven over de mooie tint van het witte goed, over een wollen jumper, die ze er zoo prachtig mee hebben ge- wasschen en zelfseen enkele keer, over de billijke prijs van 17% cent per pak „5 cent goedkooper dan die dure buitenlandsche merken". EN DEZE WEEK ZELFS ter kennismaking 2 PAKKEN „1. 2. 3." 30 cent. patroons het voorstel van hun bondsbesturen aanvaard tot het aangaan van een nieuwe landelijke C.A.O., waarover, als gemeld, tus schen de vertegenwoordigers van werkgevers- en werknemersorganisaties overeenstemming was bereikt. De muiterij op „de Zeven Provinciën". Wij lezen in het ,3at. Nwsbl." dat inzake de muiterij op „de Zeven Provinciën" met inbegrip van de zeventien officieren, 192 beklaagden terecht zullen staan, terwijl 436 getuigen werden gehoord. Tot hen, die zich 20 September jl. met de „Sibajak" naar Nederland begaven, behoort ook de gewezen eerste officier van „de Zeven Provinciën", de luit. ter zee le kl. C. Meyer. Een strafvervolging zal tegen den heer Meyer, die te Koetaradja aan wal was toen de muiterij plaats vond, niet worden inge steld, maar wel ligt het, naar wij lezen, in de bedoeling dat de heer Meyer wegens on geschiktheid uit Hr. Ms. dienst bij de zee macht zal worden ontslagen. Dr. Posthuma eerelid van de A.N.Z. De aftredende voorzitter van den Alg. Ned. Zuivelbond, dr. F. E. Posthuma, is benoemd tot eerelid dier organisatie. Dr. Posthuma verklaarde slechts heen te gaan om een zéér gegronde reden. Zijn hoofdwerkkring (direc teur van Centraal Beheer) begint al zijn werkkracht op te eischen in dezen tijd. Vraag naar crisis-briefkaarten. Dat de radio-prijsvraag van het Nationaal Crisis-Comité is ingeslagen, heeft men reeds Woensdag bij de posterijen kunnen ervaren. In tal van gemeenten is een ware run op do postkantoren ondernomen door prijs vraag-enthousiasten, die hun oplossing wil den inzenden en daartoe een of meer crisis briefkaarten kwamen koopen. In de groote steden werden duizenden kaarten verkocht en te Rotterdam was men zelfs reeds vroeg in den middag uitverkocht, zoodat men uit Den Haag 10.000 kaarten moest laten komen Geschikte dansleeraren. De centrale commissie van Ned. Danslee- raren-organisaties heeft aan de burgemees ters, ten aanzien van de beoordeeling wie als een „geschikt dansleeraar(es)" moet worden beschouwd medegedeeld, dat zij heeft onder zocht, wie daartoe beschouwd kan worden. Aan deze personen zal een bewijs van „er kenning" worden uitgereikt. Dit bewijs teekent den bezitter als een ter goeder naam en faam bekend staand per soon, die van het geven van danslessen zijn beroep, althans zijn hoofdberoep maakt en in die functie de vereischte technische, zoo wel praktische als theoretische, bekwaam heden bezit en geeft dus de volledige en uit sluitende garantie voor een „geschikt te achten dansleeraar(es)". Verder verzoekt de C.C.U. aan de burge meesters de leiding by het dansen in locali- teiten, genoemd in het betreffende Kon. be sluit, zoo mogelijk op te dragen aan een dansleeraar, voorzien van een vorengenoemd „erkenningsbe wij s". Maar dat moest gebeuren. Hij zocht eerst naar Archer en vond hem in het studeerka mertje, waar hij aan zijn lessenaar zat te v/erken. „Ik hoop, dat je er niets op tegen zult hebben en mij niet ondankbaar zult vinden, maar het komt mij geschikt voor om de uitnoodiging van de Hall aan te nemen." Archer keek snel op. Zijn gezicht kwam daardoor buiten den lichtcirkel van de lamp in het halfdonker, zoodat de uitdrukking er van nauwelijks zichtbaar was. „Maar beste Richard", riep hij uit op een toon van protest, „Marion heeft my verteld dat je bedankt had. Het is niet aardig van je om zoo gauw van ons weg te gaan." „Ik begryp dat je er zoo over denkt", klonk het op vasten toon. „Maar by nadere overweging vond ik het beter te accepteeren en nu te gaan inplaats van myn bezoek uit te stellen. Hoe spoediger ik de Hall nader bekijk, hoe beterhet zal my in staat stil len een besluit te nemen betreffende myn plannen voor de toekomst, wy moeten sir Percy niet in het onzekere laten wart; zyn huur aangaat." „Natuurlyk moet je doen wat je het best dunkt, jongen", antwoordde Archer. „Het ligt niet op onzen weg tegen je vertrek daarheen te protesteeren. En ongetwijfeld biedt de Hall attracties, waarop de Grange geen aanspraak kan maken." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1933 | | pagina 5