iOOO
500
300
150
25
HENNING's Fotohandel
MAANDAG
24 JULI
No. 173
71e Jaargang
1933
Uitgave: Firma F. VAN OF VELOE Ir., Walstraat 58-60, Viissingen. Telei. 10. Postrekening 66287
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke Feestdagen
Dit nummer bestaat uit twee bladen - Eerste blad
Komende alliantie tusschen Nederland en Engeland
VERLAAGD
STADS- EN PR0VINC1EN1EUWS
VLISS1NGSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Voor alle gemeenten op Walcheren en waar agentschappen geves
tigd zijn ƒ2.20 per 3 maanden. Franco door het geheele rijk ƒ2.50. Voor België, Duitschland
en Frankrijk 3.40. Voor de overige landen bij wekel. verz. ƒ3.20. Afzonderlijke nrs. 5 cent
ADVERTENTIEPRIJS: Van 1—5 regels ƒ1.25; iedere regel meer 25 cent. Bij abonnement
speciale prijzen. Reclames 50 ct. p. regel. Kleine advertenties van 15 regels 50 ct Iedere regel
meer 10 ct. (max. 10 regels). Bij 3 maal plaatsing van 15 regels /l.—, alles bij vooruitbetaling.
De abonné's in 't bezit eener
Polis, zijn GRATIS verze
kerd tegen ongelukken voor
gulden bij levens
lange ongeschikt
heid tot werken.
gulden bij
door
een ongeluk.
dood
gulden bij verlies
van een
hand, voet of oog.
gulden bij verlies
van
een duim
gulden bij verlies
van een
wijsvinger
gulden bi.j verlies
van eiken
anderen vinger
AANGESLOTEN BIJ HET BUREAU VOOR PUBLICITEITSWAARDE, INGESTELD DOOR DE VEREENIGING „DE NEDERLANDSCHE DAGBLADPERS"
Herleving der dagen van den Koning-Stadhouder.
DE JONGSTE LOOT DER ORANJE's VERMAAGSCHAPT AAN HET
ENGELSCHE KONINGSHUIS?
Nederland en de problemen rond den Pacific.
door DIPLOMAAT.
Naar aanleiding van het bezoek van onze Kroonprinses aan Engeland
en de suggesties in de Engelsche pers, dat dit bezoek in verband zou
hebben gestaan met een eerstdaags te verwachten verloving tusschen
Prinses Juliana en Prins George, den jong sten zoon van het Engelsche
Koningspaar, vonden wij een in hof-, regeerings- en diplomatieke krin
gen ingewijde bereid voor ons onderstaand artikel te schrijvent waarin
de auteur op voorzichtige immers diplomatieke wijze de verhou
ding tusschen Nederland (en Nederlandsch Indië) en Engeland en de
mogelijkheid van een Vorstelijke verloving, zonder op de eventueele ge
beurtenissen vooruit te loopen, bespreekt.
Vierduizend jaren eener staag wisselende
beschaving zijn over de moede Moeder. Aarde
heengegaan. En immer is in die veertig lange
eeuwen de greep naar de wereldheerschappij,
welhaast allerhoogste uiting van het men-
schelijk begeeren, tot daad volgroeid in eenig
vorstelijk, regeerend geslacht. Verloren in het
stof der historie is het streven op dit gebied
van de schier vergeten Meden en Perzen en
aan de droge, verwaarloosde vlakten van het
huidige Perzië niet te bespeuren, dat hier eens
in verzorgder, dus vruchtbaarder, omgeving
door een satraap naar de hoogste wereldlijke
macht is gegrepen. Wat aan Meden en Per
zen is ontglipt, nam het al-oude Griekenland
gretig tot zich, in een tijd dat de Olympische
Spelen nog jong waren en niet te lijden had
den onder de ontaarding van de twintigste
eeuw. De Romeinen overvleugelden op hun
beurt de Grieken en namen de moeilijk en
moeizaam te dragen wereldheerschappij over.
De Spanjaarden uit den tijd van Karei V en
Philips II hebben weer eeuwen later de toen
malige wereld beheerscht. De Pranschen uit
de weer ons nader staande dagen van den
Zonnekoning, den 14den Lodewijk, trokken
vervolgens 'swaerelds hegemonie tot zich.
Ook aan de Republiek der Vereenigde Neder
landen is de hoogste macht wellicht even be
schoren geweest, in de dagen, door Neder-
lond's grootsten. beeldhouwer met woorden,
Potgieter, in de eerste zinsnede van zijn
„Rijksmuseum" zoo voortreffelijk geken
schetst. Maar dra waagde Frankrijk een
tweede poging de wereldmacht te grijpen en
eerst op Elba, aanvankelijk, vervolgens op
St. Helena uiteindelijk, moest Napoleon bik
ken voor den nieuwen pretendent naar hoog
ste glorieEngeland, dat zich onder Konin
gin Victoria en onder Koning Eduard VU tot
het Britsche Keizerrijk wist uit te bouwen.
Tusschen 1914 en 1918 is de poging van
Duitschland om Engeland van diens plaats
onder de zon te verdringen, in bloed, grana
ten, tanks, gifgassen en loopgraven gesmoord.
Maar tezelfder tijd wankelde het oude Albion
op deszelfs grondvesten. De machtige Repu
bliek van de Vereenigde Staten van Noord-
Amerika, „God's own coutry" als de ras
echte Yankee's deze betrekkelijk jonge repu
bliek zoo gaarne betitelen, trachtte de lood
zware last van wereldheerschappij van Enge-
land's behouders te nemen. Maar onderwijl
beleven wij allen het reeds, dat in het Kei
zerrijk van den Mikado beproefd wordt Ame
rika terzijde, straks wellicht voorbij, te stre
ven, door overneming van de nog geenszins
op Amerika's schouders rustende hoogste
macht.
Maar in dat huidige gebeuren zitten wij al
len nog teveel besloten, missen wij nog den
belangenloozen, onpartijdigen en wijsgeerigen
blik, die slechts afstand en historie ons kan
schenken, zoodat het wenschebjk schijnt deze
mogelijkheden slechts terloops aan te duiden,
niet verder uit te stippelen.
De belangrijke internationale
positie van Nederland.
Werpt Nederland thans al langen tijd niet
meer zwaard, of olijftak in de weegschaal der
volkeren, zoodat alleen daardoor de evenaar
door kon slaan naar oorlog, of vrede, niet te
ontkennen valt het, dat de huidige positie
van ons land verre uitgaat boven geringe
oppervlakte en het ver ben< 'en de tien mil-
lioen blijvende inwonertal. Vergeleken met
landen als Zwitserland, Zweden, Noorwegen
en Denemarken, is het voor een iegelijk dui
delijk, dat het bezit der Nederlandsche Kolo
niën in Oost- en West-Indië in Oost-Indië
natuurlijk vooral aan ons land een betee-
kenis van internationalen aard heeft geschon
ken, die anders van deze lage landen verre
ware gebleven.
Vóór, tijdens en zelfs nog rik den wereld
oorlog heeft Nederland zich vaak te zeer naar
's lands Oostelijke buren georiënteerd, hetgeen
zich onder meer gewroken heeft in de bepa
lingen, te Versailles uitgebroeid, die aan Bel
gië schier zeggenskracht gaven op zuiver Ne
derlandsch gebied. Doch daar het geestes
kind van den Ouden Tijger reeds lang ten
doode gedoemd is en het eertijds ongetwij
feld bestaan hebbende geestelijk overwicht
van Clemenceau op den te zwakken Wilson
tot een overwonnen geschiedkundig feit is
vermummied, heeft Nederland van de in
1919 te Versailles gevallen, in overwinnings
roes geboren, beslissingen thans in feite wei
nig meer te duchten. Het Franskiljonsche
element in de Belgische samenleving moge
nog zeer sterk zijn, de scherpste hoektanden
heeft het bereids lang verloren en de Vlaam-
sche geest weert zich bij onze Zuidelijke
buren meer, dan der generale staven te Brus
sel en te Parijs lief kan zijn.
De blik naar het Westen.
Zich afwendend van het Oosten, niet be-
geerig naar het Zuiden zich te richten, in
het Noorden door zeeën omspoeld, te weinig
werkelijk belang hebbend bij de interne poli
tiek der nog meer Noordelijk gelegen Skan-
dinavische Staten, waar Finland uiteraard
nauwere aansluiting bij Zweden, Noorwegen
en Denemarken begeert, moest de blik der
Nederlandsche leidende figuren, die verder
zagen dan eigen dijken en duinen, zich wel
haast onvermijdelijk naar het Westen wen
den.
Wie veelvuldig buiten 's lande grenzen
heeft vertoefd kan het slechts tot vreugde
stemmen, dat de politieke, economische lei
ding van eigen land thans in handen is ge
komen van de in de allereerste plaats zeer
zeker een man uit één stuk, doch ten over
vloede van een mensch, die allerminst in klein
vaderlandsch gedoe is vergroeid en verstard.
De staat van dienst van den tegenwoordigen
minister-president, Dr. H. Colijn, is waar
borg, dat iemand met breeder kijk en meer
internationaal begrip der dingen van dezen
tyd thans het roer van den Staat der Neder
landen stevig en wilsbewust omklemd houdt,
dan in vroegere decennia vaak het geval is
geweest.
Het Nederlandsch eilandenrijk.
Het economisch sterkste, het defensief
zwakste punt van het Nederlandsche gebied
in vollen omvang genomen, ligt zonder twij
fel op het uitgestrekte eilandenrijk, waar de
belangen van Amerika, Japan, Australië
vroeger nog van China, doch dat uiteenval
leden rijk is thans, hetzij voor tientallen jaren,
hetzij voorgoed, uitgeschakeld elkaar krui
sen en dus ook belagen. Het onontkoombare
probleem van de Stille Zuidzee woord, dat
alleen hier te lande nog opgang schijnt te
maken, daar allen, die deze zee en de daar
zich afspelende problemen kennen, van Pa
cific spreken zal mede een beslissing moe
ten brengen, die voor het Nederlandsche
eilandenrijk ginds en dus ook voor het Moe
derland, gegroepeerd rondom 't meer Flevo,
de meest vérstrekkende gevolgen zal hebben.
Wie de teekenen des tijds durft te onderken
nen, wéét, dat de feitelijke toekomst in het
meer nabije verschiet óók voor de vaderland-
sche beemden, nooit hier te lande, maar tus
schen Atjeh en Boven-Digoel, tot voorloopige
beslissing zeker, tot uiteindelijke afdoening
waarschijnlijk, zal komen. Geen medezeg
genschap in de bedrijven, geen schoolstrijd,
geen kiesrecht voor letterlijk iedereen, geen
ontwapening, geen enkel vaderlandsch pro
bleem, kan in waarachtige belangrijkheid bij
het Pacific-vraagstuk halenginds zal de
loop der gebeurtenissen zich onvermijdelijk
voltrekken, zoo wij verstandig zijn mét ons
medeweten, zoo wij in slaap sukkelen, dan
ook zónder
De Japansche expansie-zucht.
De zucht naar expansie, die in het rijk van
den Mikado niet meer te stuiten was, zocht
en vond een uitweg, natuurlijk naar
die zijde, waar de minste weerstand te duch
ten viel, gelijk de geschiedenis, door alle
eeuwen heen, steeds te zien heeft gegeven.
Sovjet-Rusland was uitgesloten (trouwens
wat moest Japan in het Noorden zoeken,
waar eigen belangen Zuidwaarts keken
Amerika-waarts wellicht (dat was nu juist
het punt, waarheen Japan niet wilde kijken,
tenminste nu nog niethet Nederlandsch-
Indische eilandenrijk dan (veel te ver naar
het Zuiden gelegen en bovendien versperd
door de Philippijnen, onde;- feitelijke suze-
reiniteit van Amerika) zoo restte slechts
China (de breuk met den Volkenbond -had
Japan er voor over).
Zonder Japan's houding ook maar in het
minste of geringste te verdedigen, dient haar
toch openlijk erkend, dat Japan niet anders
meer kon, welhaast zoo handelen moest, om
dat alle uitwegen verstopt waren en het
groeiende bevolkingsgetal op de Japansche
eilanden geen langer uitstel gedoogde.
Dat China niet geestdriftig gestemd was
wie zal het dit verbrokkelde land euvel dui
den Edoch, papieren protesten baten in deze
wereld weinig, zelfs niet als men ze indient
bij een de jure et de facto machteloos lichaam
als het secretariaat van den Volkenbond te
Genève. Maar de andere belanghebbenden bij
het Chineesche drama, bleven slechts te spre
ken over de Japansche stoutigheden Ameri
ka, Australië, Nieuw-Zeeland, Engeland en
Nederland 1
Nederland en Engeland.
Persoonlijke alliantie is door alle tijden
heen wensch geweest van leidende staats
lieden. Eilacie, in deze tijden van republikein-
sche regeeringsvormen, is een persoonlijke
alliantie moeilijker tot stand te brengen dan
in de dagen van den Koning-Stadhouder, die
in het laatste kwartaal der zeventiende eeuw
door een huwelijk de toenmalige regeerende
huizen van Nederland en Engeland wist te
vermaagschappen, mocht ook Nederland in
naam een republiek heeten, in wezen een
stamhuis van Oranje, met erfelijk Stedehou
derschap, zijn.
l'Histoire se répète toujours Met den bes
ten wil ter wereld bezield, konden Amerika,
Australië en Nieuw-Zeeland geen persoonlijke
alliantie met Nederland tot stand brengen.
Dè.t bleef aan het Engelsche Koningshuis
voorbehouden.
Colyn's internationale positie ter conferen
tie te Londen, heusch niet door, maar alles
zins ondanks, zijn wil en streven, ten doode
gedoemdzijn vroegere nauwkeurige kennis
van Engeland uit de dagen van zijn heer-
schende positie in het wereld-concern van
Royal Dutch-Shellzijn intieme kennis van
alles en iedereen, die men in het nog immer
Royalty, Nobility en Society zich lavende En
geland n'en déplaise lichtelijk rose-getinte
sociaal-democratische regeeringen en volko
men Court en Levée bekwame eerste
ministers van oorspronkelijk sociaal-demo-
cratischen huize kennen moetdit alles
heeft de loop der gebeurtenissen slechts uiter
mate vergemakkelijkt.
Tezelfder tijd volgde een logeerpartij bij
allerhoogst geplaatste verwanten Edward Al-
bert Christian George Andrew Patrick David,
Prince of Wales, maakte het allereerst zijn
opwachting, een meer intiem familie-diner
volgde met Prince George Edward Alexander
Edmund, geboren te Sandrigham, den 20sten
December 1902, als adelborst bij de marine
gekomen in 1921 en tot actief luitenant-ter
zee bevorderd in 1923, als eere-gast. Ja, wat
wil men dan eigenlijk nog meer
De Engelsche Koninklijke familie.
Uit het Koninklijk Huis in Engeland zijn
vijf kinderen geborenvier zoons en één
dochter.
De Prince of Wales, ambassadeur van En
geland in alle landen van het uitgestrekte,
machtige Britsche wereldrijk, geboren den
23sten Januari 1894, is over gansch de be
schaafde wereld een te bekende figuur, dan
dat het noodig zoude wezen „Prince Char
ming" ook nog maar enkel woord te wijden.
Op dezen „Erfgenaam van den Troon" volgt
Albert Frederick Arthur George, Duke of
York, geboren den 14den December 1895, die
bij de „Grand Fleet" heeft gediend en tegen
woordig was bij den zeeslag van Jutland, ver
volgens verbonden was aan den Staf van het
Hoofdkwartier van het Engelsche leger in
Frankrijk en zich verdienstelijk heeft ge
maakt voor de „Royal Air Force", waarna hij
den 26sten April 1923 huwde met Lady Eliza
beth Angela Marguerite Bowes-Lyon, gebo
ren den 4den Augustus 1900, als dochter van
den 14den „Earl of Strathmore and King-
borne", een der oudste, adellijke Schotsche
families. Uit dit huwelijk zijn twee kinderen
geboren, den 21sten April 1926 Elizabeth
Alle bij ons voorradige
AFGA-, KODAK-, GEVEART-,
SELO-, LOMBERG-, PATHÉ-
en PHOTAX-ROLFILMS en
FILM PACKS zijn voor ALLE
MATEN beduidend in prijs
Lomberg Jubileumfilms, 8 opnamen 6/9
f 0.55
BADHUISSTRAAT 63
Alexandra Mary den 21sten Augustus 1930,
Margaret Rose.
Derde zoon is Henry William Frederick Al
bert, geboren den 31sten Maart 1900, die,
evenals de Prince of Wales, tot den dag van
heden nog ongehuwd is gebleven.
De eenige dochter uit het Koninklijk ge
zin is Victoria Alexandra Alice Mary, Prin
cess Mary genaamd, die den 25sten April 1897
geboren is en den 28sten Februari 1922 in het
huwelijk trad met Majoor Viscount Lascelles,
oudsten zoon van den 5den „Earl of Hare-
wood" uit welke echtvereeniging den 7den
Februari 1923 is geboren „the Honourable
George Henry Hubert."
Hoftradities in Engeland.
Niet slechts onder de adellijke families in
Engeland en Schotland, ondanks de verander
de tijdsomstandigheden nog immer hechtende
aan tradities, als wellicht geen adel elders in
Europa, maar evenzeer bij de gewone Engel
sche burgerij, zelfs onder, wat men in En
geland pleegt te noemen „thvs man in the
street", heeft het een gevoel van eigenwaarde
gegeven eigenschap in Engeland en bij
iederen Engelschman sterk ontwikkeld dat
eerst de eenige dochter des konings huwde
met een spruit van een oud-adellijk Engelsch
geslacht, den Burggraaf van Lascelles, dat
vervolgens de Hertog van York een dochter
uit een der voornaamste adellijke geslachten
van Schotland tot de zijne heeft uitverkoren.
Want hoe gehecht de gemiddelde Engelsch
man aan het Vorstenhuis moge zijn, hèm
ontbreekt allerminst een democratische geest,
die ten volle bevredigd werd, toen achtereen
volgens Prinses Mary, daarna de Hertog van
York, niet naar buitenlandsche Hoven de
blikken keerden, maar in eigen land, bij eigen
adel, echtgenoot en echtgenoot? zochten wat
meer zegt, vonden ook
Het jongste Engelsche Koningskind is de
reeds genoemde Prins George Elward Alexan
der Edmund, thans 30 jaar oud, de eere-gast
aan het familie-diner, dat de Graaf en Gra
vin Athlone gegeven heb*: en bij het bezoek
van de laatste telg der Oranje's aan Enge
land. Wederom, wat wil men dan eigenlijk
nog meer?
Onze Kroonprinses.
Een ieder zal zich nog wel de algemeene
spanning in Nederland herinneren, toen in
den vroegen ochtend van den 30sten April
1909, de blijde tijding door Nederland ging,
dat geboren was Juliana Louise Emma Maria
Wilhelmina, Prinses van Oranje-Nassau,
Hertogin van Mecklenburg.
En over de jongste loot van den al-ouden
Oranje-stam is al zooveel medegedeeld, dat
het overbodig mag heeten aan de geschiede
nis van dit nog jonge menschenleven der af-
geloopen 24 jaren veel woorden te wijden.
In den avond '.an den 30sten April 1909
heeft de bekende Haagsche predikant, nu wij
len Ds. F. van Gheel Gildemeester in de
Groote Kerk te 's-Gravenhage een Dank
stond gehouden, met als tekst de woorden
van Lucas 166 „Wat zal toch dit kindeke
wezen
Deze vraag, gesteld bij de geboorte van een
groot man in Israël, beantwoordde de geliefde
Haagsche voorganger der Protestantsche ge
meente met de woorden, als treffende ken
schetsing van het vermoedelijk toekomstig
leven der pas-geborene„Een kind van veel
gebeden„Een kind uit liet Huis van
Oranje „Een kind, door veel gevaren
omringd Woorden, die tot den dag van
heden alle in vervulling zijn gegaan.
Het diplomatieke schaakspel.
Japan's expansie-zucht te stuiten, eindeloo-
ze debatten en lange moties ten spijt, bleek
niet mogelijk. Japan wandelde de deur van
het Volkenbondspaleis uit, aleer de Volken
bond den nieuwen zetel aan het Lac Léman
nog in gebruik had kunnen nemen, zich
voorloopig nog maar bleef vergenoegen met
het gerestaureerde Hotel National aan het
einde van de Quai du Mont Blanc. De En
gelsche Secretaris-Generaal is werkensmoede
en vele désillusies rijker van het vredelie-
vend-doende, knusse, maar feitelijk onmach
tige wereldtooneeltje in de oude stad van
Calvijn verdwenen over een tiental jaren
zal de nieuwe Fransche secretaris-generaal
natuurlijk even werkensmoede en zoo moge
lijk nog meer gedésillusioneerd, Genève ver
laten dan komt secretaris-generaal numero
drie op het tooneelhet spelletje kan dan
rustig verder gaan zoo duur -J het niet,
al loopen de onkosten in de tientallen mil-
lioenen gouden Zwltsersche francs, maar in
ieder geval is oorlog veel en veel duurder
Rondom de Pacific kijken Amerika, Austra
lië, Nieuw-Zeeland, Engeland en Nederland
toe, wat nu de volgende Japansche zet op het
schaakbord zal wezen.
Londen en 's-Gravenhage spelen mede,
maar niet met de gele stukken die zijn
van Japan.
Met de zwarte stukken gaan nu Londen en
's-Gravenhage ook een zet doen.
Dr H. Colijn is de nieuwe schaakmeester.
Well-done, Colijn
(Alle rechten Vereenigde Pers-Bureaux,
's-Gravenhage.)
De kermis.
Onder uitstekend weer is de kermis dit
jaar verloopen. In het bijzonder Zaterdag,
den laatsten kermisdag is het voortdurend
zeer druk geweest. Op het kermisterrein kon
men als het ware over de hoofden loopen.
Er is druk feest gevierd.
De kermisinrichtingen, zonder uitzondering,
maakten goede zsaken, terwijl de café's den
geheelen avond tjokvol zaten.
Onwillekeurig vraagt men zich af of de
malaise in onze gemeente niet is doorge
drongen, zoo gemakkelüj': wordt het geld uit
gegeven.
In den steilen wand, de inrichting, waarin
motorrijders langs een steLen wand rijden,
regende het na iedere voorstelling, die, laten
wij aannemen, dat zij een kwartier duurde,
dubbeltjes, kwartjes, ja zelfs guldens op het
verzoek van den impressano om een kleine
gave te offeren voor dezen motorrijder, die op
grond van zijn gevaarhj >e toeren nergens een
verzekering tegen ongevallen heeft kunnen
afsluiten en daarom wel een apart spaar
duitje moet hebben als eventueel een ongeval
hem mocht treffen.
Het was of het geld niet op kon
De sluiting der kermis door de politie ge
schiedde met veel tact. Te middernacht was
alles nog vol en niemand maakte aanstalten
huiswaarts te gaan. Met zachten dwang trad
de politie op en de eene na de andere inrich
ting sloot haar luiken en zeilen.
Om één uur waren ook de café's ontruimd,
terwijl om half twee de kermis verlaten lag,
behoudens dan die enkele nachtwandelaars,
die door het mooie weer het wandelen ver
kozen boven het naar bed gaan.
Tegen de palingventers is de politie de ge
heele week streng opgetreden en eenige be
keuringen wegens het ventverbod zijn ge
maakt. Vooral den laatsten kermisavond tra
den de palingventers overal clandestien op.
Het is voor de politie zeer lastig hen op
heeterdaad te betrappen, daar telkens weer
het publiek voor hen partij trekt en hun de
nadering van een politieman tijdig kenbaar
maakt. Op dit punt trekken de menschen
zich van de verordening, welke de raad
maakt, geen steek aan, integendeel, waar