Transpireerende Voeten, O cl* C/'eufiïn SCHAAKSPEL Correspondentie en bgLossmgen te zende> onder motto ..Sehaakrubriek" aan het bureau der ..Vli-ssingschi. Courant", Wolstraat 58—60. Redacteur J D C DE VRIES. Zwart. abcdefgh w t. PROBLEEM No. 328 van W. Greenwood. WitKc7, Df6, Tb3, Th6, La7, p g3 (6). ZwartKd5, Lg4, Pe2, p e6 (4). Mat in twee zetten. OPLOSSING PROBLEEM No. 326. 1. Lh2—c7. A. f3—f2 2. Lh7g8+ B. Ta8—a7 2. idem of 2. Lh7 op de diagonaal h7blij: C. Ta8a6 2. Lh7—g6$ D. Ta8a5 2. Lh7—f5 E. Ta8a4 2. Lh7—«4+ F. Ta8a3 2. Lh7—d3$ G. Ta8a2 2. Lh7c2$ H. Ta8Xal 2. Lh7—blij: I. Ta8Xh8 2. Kgl—f2$ K. Ta8g8 2. Lh7>g8$ L. Ta8 verder 2. Lh7g8:j: Goede oplossing Pion B., A. C. Opmerking Lh2 op de diagonaal h2—b8, behalve Lc7, wordt weerlegd door Ta8—a7, bv. 2 Kfl—f2t Ta7Xal 2 Lh7g8t Ta7h7 2 Lh7 verdort idem PARTIJ No. 339. De wedstrijd Zeeland—Antwerpen geeft ons aanleiding tot eenige opmerkingen. lo. Aan verschillende borden werd te vlug gespeeld. Dit betreft niet die, waarbij een klok was. Een tempo van 40 zetten in twee uur mag voldoende genoemd worden. Een gevolg van te vlug spelen is het ma ken van fouten, die niet hadden mogen zijn. Men zie de volgende partijen. WitAntwerpen. ZwartZeeland 1 e2e4 e7c5 2 Pgl—f3 Pb8c6 3 Lflc4 Hoewel zwart Siciliaansch speelt, behan delt wit het spel Italiaansch, d.w.z, hij speelt op de zwakte van pion f7. 3 d7—d6 4 0—0 e7—e6 Te vroeg. Zwart moest eerst den looper naar g4 spelen. Die kan dan later over h5 naar g6 om f7 te dekken. Wel is e7e6 noo- dig om d5 te dekkendaarom kon dit beteT bi; den derden zet gespeeld worden. 5 d2d3 Lf8e7 6 Pblc3 Pg8—f6 7 Pf3g5 0—0 8 h2—h3 a7—a6 9 Lele3 Pc6a5 10 b2b3 Beter a2—a3 om den looper terug te kun nen trekken. 10b7b5 11 Lc4d5 e6Xd5 12 Pc3Xd5 Lc8b7 De aangewezen zet was Pf6Xd5. Speelt wit 13 ed5 dan volgt Lg5 14 f4 De7, enz. Zwart is twee officieren voor en kan wits aanval rustig afwachten. Ook na 13 Ph7 Kh7 14 Dh5t Kg8, 15 Dd5 Le6 zijn de winstkansen voor -wart het grootst. Hij heeft op afruiling te spelen om een gevaarlijken pionnenstorm op zijn roka- de-stelling het hoofd te kunnen bieden. 13 Pd5Xf6t en wit won door een rokade-aanval langs g- en h-lijn. - PARTIJ No. 340. WitAantwerpen ZwartZeeland. 1 d2d4 d7dö 2 c2c4 e7—e6 3 Pgl—f3 Pg8—f6 4 Pbl—c3 Lf8e7 5 e2—e3 d5Xc4 Beter is het met dezen zet te wachten en Pb8d7 of c6 t espelen. Nu ontwikkelt wit zijn looper met tempo-winst. 6 LflXc4 0—0 7 0—0 b7b6 9 Ddl—c2 Lc8b7 9 Pf3e5 Pb8c6 10 Pe5Xc6 Lb7Xc6 11 b2b3 Lc6b7 12 Lel—b2 a7—a6 13Tal—dl c7c6 14 Lc4d3 Dd8c7 15 j3e4 g7—g6 16 e4e5 Pf6h5 17 Ld3e2 Ph5g7 18 Le2g4 f7—f5 19 Lg4e2 Ta8d8 20 Lb2—cl c6c5 21 d4Xc5 Dc7Xc5 22 Lel—c4 zet brengt het verlies der partij 22 b6b5 23 Lc4e2 b5b4 24 TdlXd8 Helpt niet. Wit verliest een officier. Daar van is zijn 22ste zet de schuld. 24 Tf8Xd8 25 Tfl—dl Dc5Xc3 en zwart won. Wij hoorden daarentegen ook weer klach ten over het irriteerend lang wachten met een zet door de tegenpartij. 2o. In stellingen, die glad remise waren, schoven partijen met een ijver, die een be tere zaak waard was, onvermoeid hun stuk ken en het resultaat was remise. Zelfs hoorden we een zwart-speler remise afslaan, hoewel hij positioneel slechter stond dan zijn tegenstander en één zet later remise aannemen, alsof hij een gunst toestond. 3o. Het eindspel werd soms zwak gespeeld. Wij hopen dit de volgende week nader toe *e lichten. „De Schelde" schrijft,De Vlaamsche Schaakbond bereikte een schitterenden uit slag door gelijk spel af te dwingen tegen den sterken Zeeuwschen Schaakbond"'. J. D. C. DE VRIES. DE WERKLOOSHEID IN DE WERELD. In zijn rapport aan de Internationale Ar- beidsconferentie spreekt Harald Butler, de directeur van het Internationaal Arbeids bureau, ook over den terugslag van de eco nomische crisis op het sociale leven en con stateert, dat de wereld den derden winter met een groote werkloosheid heeft doorge maakt. De ingekomen statistieken wijzen uit, dat de werkloosheid over het eerste kwartaal 1933 nog eerder een stijgende dan een da lende richting vertoont, waardoor men in bijna alle landen ter wereld aanzienlijke mid delen moet opbrengen tot ondersteuning van de werkloozen. Handen en Oksels beïiandele men met Purolpoeder. Dit is het meest afdoende middel. In bussen van 45 en 60 ct. Alleen bij Apoth. en Drogisten. In Engeland bedroegen deze uitgaven in het jaar 1931—32, uitgaven der gemeentebe sturen niet meegerekend, 120 millioen pond sterling, in Duitschland 2338 millioen rijks mark, in Frankrijk 652.5 millioen francs, in Zwitserland 37.9 millioen francs, in Amerika alleen voor de maand September 50 millioen dollar. Deze reusachtige lasten, die een der meest karakteristieke kenmerken van de crisis zijn, hebben echter nog grootere omwentelingen verhinderd. Butler betoogt verder, dat de werkloosheid evenwel niet uitsluitend aan de crisis te wij ten is, want in 1928, dus toen de wereld zich in den grootsten na-oorlogschen bloei ver heugde, waren er al niet minder dan tien millioen werkloozen. Ook na de oplossing van de crisis zal er rog een zeker aantal werkloozen overblijven want de werkloosheid vindt haar diepere oorzaak in de structuur van de industrie zelf, zooals de verandering in de geografische verdeeling der verschillende industrieën, de toepassing van nieuwe uitvindingen en het voortschrijden der techniek, waardoor met een geringer aantal arbeiders meer kan wor den geproduceerd. Ook wijst Butler er op, dat de crisis de rationalisatie bevorderd heeft, daar zij tot 'n vermindering der productiekosten heeft ge leid. Het rapport besluit, dat de hoofdkwestie die om een oplossing vraagt, deze ishet herstel van het evenwicht tusschen de pro ductie en den verkoop, als het eenige radi cale middel tegen de werkloosheid. Nieuwe dienstboden. Het gaat in Amerika met de dienstmeisjes ook al lang niet meer zoo als men dit wel zou wenschen. „Dienen" wordt als iets min derwaardigs beschouwd en wie, noodgedwon gen, toch nog „dient", doet dit met een treurige en hopelooze kennis van zaken. Eenerzij ds om de huisvrouwen, anderzijds om de werklooze meisjes tegemoet te komen, heeft nu de „Girls' Service League" te New- York een cursus ingesteld, waar meisjes kun- worden opgeleid tot goede hulpen in de huis houding. Statistieken wijzen namelijk uit, dat er van de acht voor vrouwen vacante be trekkingen, zeven van huishoudelijken aard zijn. De meisjes, die een betrekking zoeken, gaan echter allemaal op die ééne, niet huis houdelijke af en laten dè zeven andere on gemoeid. Redenzie boven. „Dienen" vinden zy iets minderwaardigs. Liever maken zij een dubbelen werktijd op kantoor- of in een fa briek, dan als dienstbode een rustig bestaan te lijden. De nieuwe cursus van de „Girls' Service League" is er dan ook in de eerste plaats op gericht de leerlingen te doordringen van het feit, dat huishoudelijk werk even belangrijk is als andere arbeid en dat een dienstbode, een keuken- of een werkmeisje maatschappe lijk geen trede lager staat dan een typiste, een cassière of een verkoopster. Verder zullen de meisjes natuurlijk onder legd worden in allerlei huishoudelijke vak ken, zoowel practisch als theoretisch en wor den zij overtuigd van de r~odzakelijkheid om tijdens het werk een uniform te dragen. Of de League zal slagen meten we nog af wachten. Zou er echter niet iets voor te zeg gen zijn om intusschen een cursus in te stel len voor huisvrouwen, waar zij kunnen leeren hoe zij als werkgeefster moeten optreden Als dan straks de nieuwe dienstbode haar in trede doet, zal er tevens een nieuw type huisvrouw-werkgeefster zijn, hetgeen de on derlinge verhoudingen zeer zeker ten goede zal komen. Zuigelingenzorg. In „De Huishouding" lezen we van de hand van Mevr. H. Eibink—Van Beusichem, kinderarts, een aardig en belangrijk artikel over zuigelingenverzorging, waaraan wij het volgende ontleenen „Waar zooveel zuigelingen hun eerste le vensjaar niet voltooien, is het haast onbegrij pelijk, dat de zuiver medische belangstelling in hen eerst zoo laat tot uiting gekomen is. Want was er niet een groote taak onvervuld, als men bedenkt, dat in pl.m. 1850 de zuige lingensterfte nog ruim 20 van het geboor te-aantal bedroeg? Wat zeggen wil, dat er van iedere vijf moeders, die een kind ter wereld brachten, een hetet eerste levens jaar weer af moest staan wat een leed, zorgen, verwachtingen en pijn voor niets. Na 1870 gaat men zich bezighouden met de vraagstukken, die op dit hooge sterftecijfer invloed hadden de omstandigheden, waarin het kind geboren wordt en leeft, werden'na gegaan men ging zich bemoeien met zijn verzorging en vooral werd er aandacht be steed aan de voeding. In Nederland daalde de mortaliteit van 1870 af r'an ook vrij spoedig, doch in het tijd vak van 1900—1910 was ze toch altijd nog 13 Dat de voeding een zeer voorname rol speelt in het sterftecijfer, blijkt wel uit het feit, dat het getal het grootst was in de heete zomermaanden, vooral in Augustus, wanneer zooveel voedingsstoornissen en in gewandsziekten voorbomen. Begaan met het lot van den zuigeling, schonk een aantal doktoren bijzondere aan dacht aan de problemen van de kinderziek ten en de zuigelingenvoeding, en de kinder- geneeskimdo r end als nieuw specialisme. Onder .mg van deze deskundigen kwamen met behulp van particulieren hier en daar inrichtingen, waar om raad en hulp bij de Onder redactie van TRUUS EYGENHUYSEÜ zuigelingenverzorging gevraagd kon worden en zoo ontstonden de eerste consultatiebu reaus. Doktoren, verpleegsters en ook de moeders verrichtten pioniersarbeid. En dat dit niet tevergeefs geweest is, blijkt uit de cijfers. Door de verbeterde woningtoestanden, meer begrip van hygiëne, de onvermoeide propaganda en de medewerking van de vrou wen, daalde het sterftecijfer langzaam maar zeker. Was het in de portode tot 1919 nog 91/2 in 1923 was het reeds gezakt tot 7 en thans is het ruim 5 De Nederlandsche Bond tot bescherming van Zuigelingen, die deze cijfers regelmatig publiceert en die voor haar eerste brochure den titel had .Beschamende zuigelingen sterfte", kon op haar laatste uitgave laten drukken„Nog steeds dalende, doch nog geen bevredigende sterfte"; Inderdaad, bevre digd zijn wij nog lang niet. Vooreerst niet omdat verschillende deelen van ons land nog werkelijk beschamende cijfers vertoonen. Slechts® in Noord- en Zuid-Holland en in Friesland is de sterfte 4 doch Gelderland, Overijsel en Drenthe zijn nog boven de 6 terwijl Brabant en Limburg helaas nog steeds ruim 8 hebben. Dit wijst er op, dat wij ons doel nog lang niet bereikten, hoewel door het oprichten van zuigelingen-consultatie- bureaux, die werkelijk als paddenstoelen over al opschieten, door het houden van moeder cursussen, door lezingen voor volksuniversi teiten, door middel van de radio, door het verspreiden van populaire handleidingen en artikelen in veel tijdschriften en dagbladen, de belangstelling voor het vraagstuk wakker gehouden wordt. Het is niet alleen in het be lang van de moeder, dat een kind goed goed groeithet is een volksbelang. De kin deren van heden vormen de gemeenschap van morgen, en iedere fout in voeding, verzorging of opvoeding, zal zich later veelvoudig wre ken. Het is onze taak, onze plicht tegenover de maatschappij een zoo krachtig mogelijk nageslacht te helpen vormen. En daarom moeten wij alle middelen, die ons geboden worden om dat doel te bereiken, met beide handen aangrijpen en gebruiken. De inzichten veranderen snel en wij moeten meegaan met den tijd niet ons vastklampen aan -'erouderde begrippen niet uit sleur blij ven doen wat onze moeder en onze groot moeder deed. Niemand kleedt zich meer naar de mode uit het Victoriaansche tijdperkniemand leeft meer in de door veel gordijnen donker gemaakte, overladen en stoffige vertrekken van 40 jaar geledenniemand laat zijn kind meer sterven aan diphterie nu het levens reddende serum is uitgevonden. Als iedere vrouw, ook in haar naaste om geving, meewerkte en propaganda maakte voor een goede zuigelingenverzorging, en aannam wat haar in raad en hulp geboden wordt, dan zouden de sterftecijfers nog veel lager kunnen worden. En iedere moeder, die goed doordrongen is van haar verantwoordelijke taak, zal zeker imee willen helpen aan deze blijde toekomst." Kleurige, vroolijke kurken. Voor de kinderkamer. Jantje moet 's avonds levertraan innemen, Pietje krijgt altijd een lepel var, de een of andere zoetigheid omdat hij anders zoo hoest, Klaartje's haren worden geregeld met een paar druppeltjes van het een of andere vocht geborsteld, Anneke's oogjes moeten 's morgens met een beetje boorwater gebet worden.... en al die middeltjes staan in fleschjes boven de kinderwaschtafel of op een open rekje aan den muur van de kinderkamer. Bepaald fleurig en gezellig doen al die fleschjes niet aan. Dat komt hoofdzakelijk door hun grauwe, saaie kurken, waarmee ze zijn afgesloten. „Alles goed wel," zult ge zeggen, „maar voor al die drankjes en watertjes kunnen we toch geen dure, geslepen flacons aanschaf fen Natuurlijk nietmaar dat is ook heelemaal niet noodig. De drankjes en watertjes kun nen gerust blijven in de fleschjes, waarin zij zich bevinden, en de kurken behoeven ook niet verbannen te worden, maar wel kunnen we de kurken een ander aanzien geven. We haken er eenvoudig een fleurig wollen of raffia huisje voor, natuurlijk alleen voor dat gedeelte, dat boven den hals van de flesch uitsteekt. Op dat huisje hechten we dan een bloemetje of een vlindertje, óók gehaakt van wol of raffia, maar in een goed afstekende kleur, t Staat werkelijk opeens veel aange namer. Ook kan het bovenste stuk kurk met een paar plukjes watten omwoeld worden, zoodat er een balletje ontstaat. Hier overheen wordt een rond geknipt lapje gelegd, dat met een draadje of een lintje stevig om de kurk wordt vastgetrokken. Met een paar gekleurde steken kan er dan op het balletje een gezichtje wor den geteekend. Uitgeplozen wcldraadjes kun nen tot pruikje dienen, dat dan nog al of niet met een gehaakt mutsje wo dt afgedekt. Een aardig en gezellig werkje, dat boven dien nog door verrukte kindei uitroepen be loond zal worden. Als de tomaten rijp zijn. Eerst was het de veldsla, daarna de krop sla, die we op tafel konden brengen en die we met hardgekookte, gehalveerde of in vier de partjes gesneden eieren versierden. De smakelijkheid van deze slaatjes deed verge ten, dat hun uiterlijk wel eens wat eentonig werd. Nooit hoorde ue huisvrouw „Hè, hebben we al wéér slamaar met voldoening kon ze na afloop van het diner of van de lunch (want ook bij de boterham smaakt sla uit stekend een leege slabak op het-dienblad terugzetten. Met dit al echter zijn we toch blij, dat we nu ook weer de beschikking over tomaten hebben gekregen. Ze zijn nog wel niet spot goedkoop, want daarvoor is het nog te vroeg, maar twintig a twee-en-twintig centen voor een pond wil een huisvrouw toch wel graag geven. En terecht, want tomaten zijn niet al leen een kostelijk i 2dsel voor jong en oud, maar ze stellen ons ook in de gelegenheid verschillende schotels een aantrekkelijker uiterlijk te geven. We denken daarbij voornamelijk aan de slaschotels, waar de vuurroode tomaten, tus schen het gToen en geel van kropsla in, een levendig effect maken. Op welker manier we tomaten als garnee- rend onderdeel van een slaschotel op tafel kunnen brengen, willen we hier eens nagaan. Beginnen we met een heel gemakkelijke on de meest gebruikelijke „constructie", name lijk tomatenschijfjes. Daarvoor pellen we de tomaten, d.w.z. we ontdoen ze van hun schil. Als we de vruchten even in heet water dom pelen, laat het vliesje zich zonder moeite verwijderen. Daarna snijden we de tomaten met een scherp mesje (een minder scherp geeft lompe schijfjes in dunne plakjes, die we met wat peper en zout bestrooien en (als we later tenminste geen mayonnaise gebrui ken) met wat azijn bedruppelen. Minstens een uur laten we de schijfjes zoo staan en leggen ze dan, dakpansgewijze over elkaar, in een schuine streep, in een kruis of in een kransje op de aangemaakte kropsla. Naar verkiezing kunnen de schijfjes tomaat met wat fijn gehakte peterselie bestrooid worden. Ter verdere garneering van de kropsla kunnen dan nog dienen plakjes komkommer en schijfjes of partjes hardgekookt ei, even eens naar verkiezing bestrooid met gehakte peterselie. Wat ingewikkelder zijn de gevulde tomaat jes. Het spreekt natuurlijk ai vanzelf, dat we, waar we het hebben over slaschoteltjes, hier niet bedoelen de warme gevulde tomaatjes, die als voorgerecht worden opgediend. Bij de gevulde tomaten, die we hier op 't oog heb ben, komt geen bereiding met vuur te pas. Een slaschotel met gevulde tomaatjes gar- neeren is alleen mogelijk wanneer we één of meer restantjes hebben van een groenten- gerecht, zooals doperwten, peulen, slaboon- tjes, asperges, bloemkool, of een nagerecht zooals droge rijst, kerryrijst, macaroni. Zoo'n restantje vermengen we met mayon naise tot het een goed samenhangende mas sa is. Hebben we meer dan één restantje, dan doen we niet alles bij elkaar, maar verwer ken ieder apart. De tomaten worden goed gewasschen en van het steeltje, dat ze mogelijk nog hebben, ontdaan. Daarna snijden we er een kapje af en hollen de vruchten met een fruitmesje eenigszins uit (de kapjes en de stukjes die wegvallen, kunnen voor tomatensoep dienen). De uitgeholde tomaten bestrooien we van binnen met wat peper en zout, druppelen er naar verkiezing nog een weinig azijn in en vullen ze met het mengsel, dat we met mayonnaise hebben hebben aangemaakt. Den bovenkant van het vulsel kunnen we nog garneeren met een ncpju gespoten mayonnaise of (en) met gehakte peterselie. Deze gevulde tomaatjes zetten we, bij voorbeeld in een kring, maa* op eenigen af stand van elkaar, op de aang-mengde krop sla. Tusschen ieder paar tomaten kunnen we naar verkiezing een partje hardgekookt ei leggen. Ook kunnen de gevulde tomaatjes geschikt worden om aangemengde kropsla, die tot een kussentje gevormd, in het midden van een eenigszins platten schotel is gelegd. Tus schen ieder paar tomaten komt dan een driehoekje geroosterd brood, waarop een plakje hardgekookt ei ligt, dat met peterselie is bestrooid. Een derd'- mogelijkheid om een slaschotel te garneeren is het maken van „vliegen- zwammen", zooals de fraaie vuurroode, wit gespikkelde paddenstoelen worde' genoemd, die we in den nazomer kunnen aantreffen. Deze „vliegenzwammen" maken we van hard gekookte eieren en tomaten. Voor iederen paddenstoel rekenen we één ei en één tomaat. Van het ei mijden we een kapje af, zoodat het op den vlakken kant rechtop kan staan. Van de tomaat snijden we eveneens een kapje af en hollen de vrucht dan eenigszins uit. Het aldus verkre gen tomatenbakje zetten we dan, met den bollen kant naar boven, over het ei heen, waardoor het geheel werkelijk iets weg heeft van een paddenstoel. Het weggesneden ei- kapje hakken of snijden we fijn en strooien de snippers over het „toi-iatenhoedje", dat er dan witgespikkeld uitziet. Deze „vliegenzwammen" kunnen we op groote geelgroene slablaren zetten, die in een kransje zijn gelegd oir een bergje huzarensla, dat geheel bedekt is met mayonnaise, waar op wat gehakte peterselie is gestrooid. Boven op dit bergje kan nog, op een slablad, „een vliegenzwam" prijken. Er zijn nog heel wat meer variaties moge lijk. Ze alle op te noemen zou ondoenlijk en onnoodig zijn. De huisvrouw, die plezier in haar taak heeft, zal ze door zoeken en com bineeren gemakkelijk zelf kunnen vinden.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1933 | | pagina 7