1
1
TWEEDE BLAD
3
mk
Tii
3
1
GEMEENTEBESTUUR
FEUILLETON
De Twee Machten in het Leven.
KAMEROVERZICHT
BINNENLAND
s»
Ml
van de
Kano.
3 av.
boot
v Kolt.
VI". uui
9
9
9
Vrijdag 2 Juni 1933. No. 129.
SLUITING BUREAUX DER GEMEENTE
OP DEN 3DEN PINKSTERDAG.
Burgemeester en Wethouders van Vlissin-
gen brengen ter algemeene kennis, dat, inge
volge het Ambtenarenreglement, op den 3en
Pinksterdag, Dinsdag 6 Juni a.s., de bureaux
van alle openbare instellingen der gemeente
voor het publiek gesloten zullen zijn, zulks
met uitzondering van den Burgerlijken Stand,
welk kantoor voor het doen van aangiften
van geboorten of overlijden zoo noodig op
dien dag zal zijn geopend, indien de nood
zakelijkheid daartoe door de belanghebben
den des daags te voren aan den Ambtenaar
van den Burgerlijken Stand wordt aange
toond.
Het onderzoek van ingevoerd vleesch kan
op Dinsdag 6 Juni a-s. alleen aan het bureau
van den keuringsdienst in het Coöperatief
Slachthuis, Oost Souburgscheweg nr. 12,
plaats hebben van 9 uur v.m. tot 11 uur v.m.,
terwijl de keuring van levend en geslacht vee
tot 12 uur v.m. van dien dag kan geschieden.
Vlissingen, 1 Juni 1933.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN WOELDEREN.
De Secretaris,
F. BISSCHOP.
DRANKWET.
Burgemeester en Wethouders van Vlissin
gen
gelet op artikel 45 der Drankwet
doen te weten
dat bij hen is ingekomen een verzoek van
Maria Helena van Loo, echtgenoote van G.
Paauwe, wonende te Wemeldinge, om verlof
tot den verkoop van zwak-alcoholischen
drank in het klein (verlof A) voor de bene-
den-localiteit van het perceel Noordstraat
nr. 30
dat vanaf heden gedurende twee weken
tegen het verleenen van het gevraagde verlof
schriftelijke bezwaren kunnen worden inge
diend bij Burg. en Weth. voornoemd.
Vlissingen, 2 Juni 1933.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN WOELDEREN.
De Secretaris,
F. BISSCHOP.
DIENSTPLICHT.
Inschrijvingsregister en Alphabetisch
Register.
De Burgemeester van Vlissingen maakt be
kend, dat het inschrijvingsregister voor de
lichting 1934, met het daaruit opgemaakt
alphabetisch register gedurende tien dagen
en wel van 3 tot en met 12 Juni a.s., ter ge
meente-secretarie, 3e afdeeling, voor een
ieder ter inzage ligt.
Tegen deze registers kan binnen dien tijd
bezwaar werden ingebracht bij een met rede
nen omkleed verzoekschrift, hetwelk niet ge
zegeld behoeft te zijn. Dit moet bij den Bur
gemeester ter secretarie dezer gemeente wor
den ingediend.
De Burgemeester zendt het verzoekschrift
aan den Commissaris der Koningin, die be
slist bij een met redenen omkleed besluit.
Vlissingen, 2 Juni 1933.
De Burgemeester voornoemd,
VAN WOELDEREN.
DEN HELDER SCHIETOEFENINGEN.
De Burgemeester van Vlissingen brengt ter
openbare kennis dat nabij het voormalige
verdedigingswerk Kijkduin op 3, 7 en 8 Juni
3933 van 9h I7h schietoefeningen met
luchtdoelgeschut zullen worden gehouden.
De onveilige sector ligt tusschen de lijnen
Kijkduin verkennningston Molengat en
Kijkduin verkennningston Westgat, over
Naar het Engelsch.
12)
Soms zat hij wel een half uur by den stoel
van zijn moeder, terwijl zij beiden luisterden
naar het zingen van miss Lauderdale of naar
de melodieën, die zij speelde. Het leek hem,
dat met recht het leven van zijn moeder en
van hem anders was geworden, sinds zij bij
hen gekomen was.
Dagelijks begon Jocelyn hem meer te be
wonderen. Zij wist, hoe hij alle vitaliteit van
het leven opgaf, om zijn moeder ter wille ue
zijn. Ze zag, dat de bedienden hem op de
handen droegen en ze zag ook, dat haar aan
wezigheid hem in waarheid aangenaam
scheen te zijn. Daarom was zij dus blij, dat
ze op Huize Merlin was gekomen, al was het
dan enkel voor hem
Maar hoe groot haar bewondering voor
hem ook mocht wezen, nog grooter was haar
medelijden met hem en zijn arme moeder
op hen toch was de schaduw geworpen van
de misdaad, door een ander bedreven. Ze
bevroedde den omvang van hun leed, terwijl
zij niet eens vermoedden, dat ze er iets van
afwist. Waar ter wereld was toch die zoon en
broeder, die al die droefheid over hen had
gebracht 2
een afstand van 1 KM. Eén uur vóór den
aanvang der schietoefeningen wordt op het
werk Kijkduin een roode vlag geheschen en
na afloop der oefeningen gestreken. Zeeva
renden wordt verzocht zich niet zonder
noodzaak in de bovengenoemde sectoren op
te houden.
Vlissingen, 2 Juni 1933.
De Burgemeester van Vlissingen.,
VAN WOELDEREN.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Donderdag.
Regeeringsverklarïng.
Als er één partij boos zou zijn over de
gansche geschiedenis der Kabinets-formatie,
dan was het natuurlijk die der sociaal-de
mocraten. Zij is bij die formatie totaal gene
geerd er is geen enkele maal ook maar ge
tracht contact met haar te krijgenzij werd
en was kortweg uitgeschakeld. Zij, die de
democratie in pacht meenen te hebben, zien
iu die terzijdestelling natuurlijk een gevaar
voor de democratie, want hoe zou deze ooit
gediend kunnen worden, zonder dat deze
partij daarbij een hoofdrol speelde. Het was
dus alleszins te begrijpen, dat de heer Al-
barda aanstonds het Kabinet in het haar zou
vliegen, vooral nu die regeeringsverklaring in
geen enkel opzicht zekerheid gaf omtrent de
richting van het te volgen beleid.
Er was geen bijvoorbeeld met geen woord
gekikt over de houding tegenover het defen
sie-vraagstuk. Nu de heeren Deckers en
Marchant vriendschappelijk naast elkaar zit
ten, moet er toch overeenstemming bestaan
tusschen die twee uitersten. ^Het optreden van
minister Deckers tegen de socialisten werd
nog eens fel door den heer Albarda gegeeseld
en niet dan met groote bitterheid zou zijn
partij zich tegen dien bewindsman blijven
verzetten en met groot wantrouwen zou het
Kabinet worden ontvangen, indien niet aan
stonds een eind werd gemaakt aan de ter
reur van den heer Deckers.
Niéts had de heer Albarda vernomen van
do werken, die ter bestrijding der werkloos
heid zullen worden uitgevoerdniets over
de al- of niet-handhavir-g der steun-normen
niets over de financieele plannen. De bezui
niging wordt ingezet met de instelling van
een nieuw departement.
Niets was ook gezegd over de particuliere
gewapende korpsen, die de heer Albarda een
vreeselijk gevaar vindt. Zij veroorzakep ter
reur en onrust.
Noch financieel, noch eponomisch, noch
politiek gaf deze regeeringsverklaring iets
meer dan richt-punten, zelfs niet eens richt
lijnen. Er kan dus geen sprake van zijn, dat
do fractie van den heer Albarda dit Kabinet
kan steunen. Men wacht af welke voorstellen
zullen worden ingediend. Veel verwachting
heeft men er niet van, want de voorbereiding
der formatie was z.i. heeelemaal verkeerd.
Evenmin hartelijk tevreden was de afge
vaardigde van het Nationaal Herstel. Midden
in zijn eersten zin werd hem al een interrup
tie toegeroepen, die groote hilariteit wekte.
Hij noemde zich zelf „afgevaardigde", waarop
de heer De Visser riep .Jij bentheelemaal
niet afgevaardigd", doelend op het spelletje
dat generaal Snijders eigenlijk was verkozen
Er was algemeen gelach en achter de re-
geeringstafel zelfs heel hartelijk.
Volgens dezen afgevaardigde was dit Ka
binet hoofd voor hoofd wel samengesteld uit
bekwame mannen, maar zij waren dat op
politiek terrein en het is nog de vraag of zij
het economisch herstel kunnen leiden. Er
stond volgens hem in de regeeringsverklaring
zoo goed als niets de heer Colijn was hem
tegengevallen, omdat o.a. niets over Indië
was meegedeeld. Van den nieuwen wind, die
over ons land woei, had dit Kabinet nog niet
veel geleerd. Niet eer kan het beter worden
in ons land vóórdat de oude tegenstellingen
zijn uitgewischt en naar nationale eenheid
wordt gestreefd.
Over die uitwissching nu was de heer
Lingbeek juist niet te spreken. De heer Colijn
was een knap. manhij was nu al een uit
stekend tandheelkundige, want hy had door
de opneming der heeren Marchant en Oud
in zijn Kabinet de linkerzijde een hoektand
en een scheurkies uitgetrokken en die in zijn
eigen gebit geplaatst.
Op zekeren dag, toen Jocelyn droomerige
muziek van Schubert had gespeeld, tot het
hoofd van mrs. Vyvian op haar kussen zohk
en zij onwillekeurig ingeslapen was, had zij
zich bescheiden teruggetrokken uit de zit
kamer. Want zij had al eens ervaren, dat het
de oude dame onaangenaam aandeed, als zy
ontwaakte uit zoo'n sluimering en ze merkte
dan, dat het jonge meisje er zoo werkeloos
had moeten bijzitten. Zij verweet zich dan
die slaperigheid en deed zich een volgenden
keer geweld aan, om wakker te blijven, wat
haar gestel niet ten goede kon komen. De
kamenier zat toch in de kamer daarnaast
dus mocht mrs. Vyvian iemand noodig heb
ben, dan was er hulp vlak bij de hand.
Op den corridor viel prachtig het zonlicht
door de gekleurde ruitjes van een van de
boogvensters. Ze moest even stilstaan, om
zich rekenschap te geven, hoe het licht haar
toch eigenlijk zóó verblindend in de oogen
scheen, toen ze tot de ontdekking kwam, dat
dit was door het flikkeren van een koperen
handvat van een eigenaardig kastje of
schrijntje.
Terwijl zij in aanschouwing verdiept stond
van het prachtige sny- en het inlegwerk van
ivoor, hoorde zy Launcelots stap achter zich.
„Kijkt u naar het antieke Spaansche kast
je vroeg hy glimlachend.
„Is het Spaansch werk vroeg zy. „Dat
wist ik niet. Ik zag enkel, dat het oud en
mooi was. Waar diende het eigenlijk voor
Wat bewaarden ze er in
Overigens was dit van ouds theologisch
gesputter. De oplossing der Kabinets-forma
tie was zi. in strijd met de christelijke be
ginselen en met de grondslagen van het
christelijk beleid. Het bankroet der coalitie
politiek had z.i. daartoe geleid. Als dit Kabi
net nu maar onpartijdig handelt en.... de
salarieering der kloosterlingen-onderwijzers
eens zal veranderen, dan vindt deze afge
vaardigde het nogal goed.
De kleinere partyen moesten natuurlijk
alle eens iets van zich laten hooren. De
cliristelijk-democraat Van Houten en de
plattelander Vervooren hielden hun maiden
speech. Zij nemen een afwachtende houding
in omdat de Regeering nog niets concreets
heeft medegedeeld. Beide pleitten voor het
platteland en hielden economische bespiege
lingen, die niet bijzonder nieuw waren te
achten. De laatste dropg aan op beschermen
de maatregelen voor den landbouw. Heel veel
indruk maakten ,die nieuwelingen over het
algemeen niet; géweldige redenaars zijn het
zeker niet. Men had meer mogen verwachten
dan deze tamme sprekers. Verstandiger ware
het geweest de kat eens uit den boom te
kijken, d.w.z. te wachten tot concrete voor
stellen ingediend waren.
Dat geldt trouwens voor het geheele debat.
Men kan niet verwachten dat, gelijk de heer
Colijn het zelf uitdrukte, groote plannen als
pruimen van den boom geschud worden. En
aan theoretische bespiegelingen heeft men
niet veel, want theoretisch willen allen het
zelfde en het is juist de uitvoering, die ver
schillen oplevert.
Morgen het slot.
Nederlandsche delegatie naar de wereld
conferentie.
Als leider der delegatie naar de economi
sche en monetaire conferentie, die op 12 Juni
a.s. te Londen zal bijeenkomen is naar
men weet benoemd dr. H. Colijn, voor
zitter van den raad van ministers.
Als gedelegeerden zijn voorts benoemd mr.
L. J. M. A. Trip, president van de Nederland
sche Bankdiens vervanger is mr. J. W.
Beijen, directeur van de Rotterdamsche
Bankvereenigingverder dr. J. A. Neder-
bragt, chef van de economische en consulaire
directie van het departement van buiten-
landsche zaken dr. H. M. Hirschfeld, direc
teur-generaal van handel en nijverheid van
het departement van economische zaken en
arbeidF. B. s'Jacob, handelsattaché bij
Hr. Ms. gezantschap te Londen.
De toestand van den landbouw.
Namens de besturen der samenwerkende
Boerenbonden hebben de voorzitter en de
secretaris, de heeren E. Z. Oldenbanning en
Jac. 'ter Haar Ezn., een adres gezonden aan
den minister-president, betreffende den
noodtoestand in den landbouw. Op overwe
gingen van moreelen, socialen, politieken en
economischen aard is het volgens de meening
van adressanten noodzakelijk, dat ten spoe
digste tot het nemen van zeer krachtige
maatregelen voor den landbouw wordt over
gegaan. In het adres wordt voorts verwezen
naar het program der Boerenbonden, met
uitvoerige toelichting.
Een adres van het N.V.V.
Het bestuur van het Ned. Verbond van
Vakvercenigingen heeft aan den minister van
Staat, voorzitter van den raad van ministers,
een uitvoerig aar es gezonden, naar aanlei
ding van den langen duur der economische
depressie en de gevolgen hiervan.
Gevraagd wordt, over te gaan tot het in
stellen van een Staatshypotheekbank, als
mede, om het initiatief te nemen tot verkor
ting van den arbeidstijd, in het bijzonder
door invoering van de 40-urige werkweek.
Verder wordt een aantal maatregelen ge
vraagd tot steun aan de door de werkeloos
heid getroffen arbeiders. Ten aanzien van de
crisissteunregeling wordt aangedrongen op een
zoodanige wijziging van de daarin voorko
mende bepalingen, dat het instituut der dub-
bel-uitgetrokkenen vervalt, dat voor den af
trek van uitkeeringen, krachtens de sociale
verzekering dezelfde bepalingen gelden, als
voor loon en ouderdomsrente het geval is.
„Mooie oude borden en glaswerk; kortom,
hun waardevolste bezittingen. Heeft ooit
iemand u wel eens de dingen laten zien, die
hier op den corridor staan U weet toch in
ieder geval, dat u ze vrij bekijken kunt, als u
dat zoudt willen
„O, ik zou ze heel graag eens zien. Ik houd
verbazend van antieke dingen, maar ik wist
niet, dat ik ze nauwkeuriger bekijken mocht.'*
„En nu weet u dus, dat u volkomen vrij is
dit te doen. U hoeft toch niet langer be
schouwd te worden als een vreemde op Huize
Merlin. U, aan wie wij zooveel verplicht zijn,
moogt toch wel die vrijheid genieten
Met een blos antwoordde zij
„U is mij niets verplicht. Helaas, heb ik
maar zoo weinig kunnen doen."
„Zoo weinig U, die tot troost en ge
zelligheid is geweest van mijn oude moeder
en die haar een zooveel aangenamer tijd
heeft bezorgd dan ik ooit had durven hopen,
dat nog voor haar zou zijn weggelegd
U is als een zonnestraal voor haar geweest,
dat ik mij eigenlijk schaam, hoe wy u hier
zoo wegsluiten voor alle licht en vroolijkheid,
die de wereld u zou kunnen bieden."
Zijn toon van spreken was zoo treffend
ernstig, dat zij onwillekeurig naar hem op
keek en iets had willen zeggenmaar....
Op dit ocgenblik gaf iemand een kreet, zóó
scherp, zóó doordringend, dat ze ontsteld uit
een weken.
Het was de oude Rachel, die Jocelyn, nu
zoo lang zy op Huize Merlin was, niet anders
Uitvoerig behandelt het adres de noodza
kelijkheid van uitbreiding der werkgelegen
heid door uitvoering van openbare werken,
waartoe het adres enkele objecten aanwijst.
Ten slotte wordt de bijzondere aandacht
van de regeering gevraagd voor de positie
van de jeugdige werkloozen, opdat deze zoo
veel mogelijk te werk werden gesteld.
Minister Kalff en de sociaal-democraten.
In het jongste nummer van „Het Liberale
Weekblad" wordt aangehaald, hoe „Het Volk"
ir. Kalff naar aanleiding van zijn minister
benoeming voor zijn lezers meende te moeten
typeeren als „een zuiver vertegenwoordiger
van het liberalisme-1933 een groot-werk
gever" en hoe het daaraan toevoegde„de
arbeiders en hun organisaties kunnen van
hem niets goeds verwachten".
Wij hebben zoo schrijft het „Handels
blad" naar aanleiding hiervan in „het
Volk" nog eens de rede nageslagen, door den
heer Moltmaker, voorzitter van den perso-
neelrar.d en sociaal-democratisch lid van de
Eerste Kamer, op 9 Juli 1929 bij het afscheid
van ir. Kalff als directeur der Spoorweg Mij.
gehouden.
Deze gewaagde van zijn waardeering voor
het feit, dat in den loop der jaren de erken
ning der organisaties was verkregen hoe
wel dit niet gemakkelijk is tot stand gekomen
doch die steeds door den scheidenden di
recteur werd toegepast.
Na er nog aan herinnerd te hebben, dat
de heer Kalff voorstander was van de vrij
heid van uiting door het personeel, prees de
heer Moltmaker ir. Kalff als „een man met
een vol, gaaf karakter, die een warm hart
toedroeg aan het personeel en geen klein
zielige burgerman, die de zaken klein ziet".
D heer Moltmaker bood daarop ir. Kalff
zijn geschilderde portret aan en eindigde met
de verklaring, dat hij ervan overtuigd was,
dat „wanneer, over acht jaren, het eeuwfeest
der Spoorwegen zal worden herdacht, er van
den heer Kalff zal worden gezegd, dat een
groot Nederlander een aantal jaren aan den
opbouw der spoorwegen heeft gearbeid".
Interessant is ook, de speech nog eens na
te lezen, door ir. Kalff in 1926 gehouden bij
de jubileumfeesten van de Ned. Vereeniging
van Spoor- en Tramwegpersoneel.
Eenerzijds deed ir. Kalff hierin blijkens
„het Volk"-verslag duidelijk uitkomen, dat
hij nog altijd geloofde, dat de leiding van
het bedrijf bij zeer enkelen moet berusten,
doch anderzijds juichte bij het ten zeerste
toe, dat de afstand tusschen werkgever en
werkgever kleiner was geworden en meer con
tact was verkregen.
„In uw vereeniging" zeide de heer Kalff
o.a. nog „is dan ook ontstaan een beter
begrijpen van den reëelen toestand het
begrip, dat de welstand van de arbeiders sa
menhangt met dien van het bedrijf".
Hierna stond mr. Troelstra op, die de
merkwaardige woorden sprak „Wij zien hier
voor ons het levend bewijs van de nieuwe
verhouding, waarin de arbeidersbeweging tot
het kapitalisme is getreden. Hoe voornaam,
hoe bezorgd, trad niet op de heer Kalff".
De Nederlandsche Spoorwegen.
Definitieve ontvangsten van de maand Fe
bruari 1933 (incl. die der geëxploiteerde
spoor- en tramwegen) reizigers ƒ4.071.191,
bagage 59.516, brief- en pakketpost 275.000,
goederen 3.948.375, levende dieren en lijken
ƒ46.250, diversen ƒ214.702, totaal ƒ8.615.036.
Ontvangsten over Februari 1933 ƒ8.615.036
(v.j. ƒ10.484.947), totale ontvangsten van 1
Januari af 19.671.020 (21.789.304). Gemiddeld
aantal kilometers in exploitatie var. 1 Januari
1933 wf 3661 (3661), dus ontvangst per dag-
kilometer ƒ91.07 (99.19).
Vereeniging Nederlandsch Fabrikaat.
Heden werd te Maastricht de algemeene
vergadering gehouden van de Vereeniging
„Nederlandsch Fabrikaat".
Door den heer K. F. van den Berg, voor
zitter van de vereeniging, werd daarbij de
openingsrede uitgesproken.
Hy wees daarbij op het nationaal karakter
van het streven dezer vereeniging, tot welks
bevorderen alle volks- en bedrijfsgroepen
kunnen medewerken. De werkzaamheid der
Vereeniging „Nederlandsch Fabrikaat" is door
het succes der jongste reclame-campagne
nog lang niet uitgeput. Op dit succes moet
dan voor het venster van haar kamer had
gezien. Zy leunde op een stevigen wandel
stok, met haar beide handen over den knop
gekruist. Op haar bleek gelaat na de pas
doorstane ziekte nóg bleeker dan anders
lag een uitdrukking van vrees en toorn. Zij
trilde over al haar leden, terwijl ze op Joce
lyn den blik gericht hield.
„Wat doet zij hier Hoe komt zy hier?''
hijgde ze, met den beverigen wijsvinger steeds
op haar duidend.
HOOFDSTUK XI.
Jocelyn en Launcelot keken naar haar, vol
verbazen. Jocelyn trad wat terug, maar
Launcelot ging dichter naar de oude toe.
„Wat is er, Rachel Heb je miss Lauder
dale nog niet gezien Dat ben je dan zeker
vergeten. Zij is gekomen om een vriendin te
zijn voor mfjn moeder. Zeg haar maar eens,
dat je haar dankbaar bent, zooals wij."
Maar de oude wenkte haar weg met de
hand en riep
„Is ze daar weer Wat heeft haar hier
teruggebracht?.... Ze komt spionneeren,
dóit is hetEen spionne is zy
„Maar, Rachel, hoe kom je nu zoo..,.?"
Zachtjes trok hij haar terug. „Je bent nog
niet bekomen van je ziekte. Dit is zeker de
eerste keer, dat je naar dit deel van het huis
bent gekomen. Maar je bent nog niet goed,
anders zou je zoo niet spreken. Zeg nu eerst,
dat je blij bent, miss Lauderdale te zien
dan zal ik je naar je kamer terug brengen
worden voortgebouwd, wil men er het profijt
van trekken, dat er mede beoogd werd. Voor
dien voortbouw liggen reeds verschillende
plannen gereed, waarvan enkelen in een ge
vorderd stadium van bewerking verkeeren.
Daarnaast openen zich nog andere ver
schieten van werkzaamheid. Men vergete
niet, dat de term „Nederlandsch Fabrikaat"
ook een beteekenis heeft, die verband houdt
met onzen uitvoer. De nationale reconstruc
tie, - aartoe de crisis ons dwingt, heeft haar
grenzen. De afzetgebieden, die geheel of ge
deeltelijk voor ons verloren zijn gegaan, zijn
niet allen te vervangen door de binnenland-
sche markt. Welke crissi-politiek ten aanzien
van onze nationale voortbrenging ook ge
volgd moge worden, zij zal rekening moeten
houden met de noodzakelijkheid ons vader-
landsch product een afzet elders te verze
keren. Wij zullen ons onder de gewijzigde
omstandigheden moeten toeleggen op eene
heroriënteering van onzen export, waarbij
vroegere verwaarloozingen, zoowel ten op
zichte van het afzetgebied als van het af-
zetapparaat zullen moeten worden inge
haald. Ik denk bijv. aan de mogelijkheid van
een achterstand bij een zoo voor de hand
liggend afzetgebied als onze overzeesche ge
bieden. Het opsporen en onderzoeken dezer
mogelijkheden is een minstens even groot
nationaal belang als het meehelpen aan de
verruiming der binnenlandsche markt, en
het bevorderen van dit speciale belang be
hoort dus geheel tot onze competentie.
Maar al deze werkzaamheden kunnen
slechts een voorbereidend karakter dragen.
De richtige uitvoering der beoogde maatre
gelen kan slechts verkregen worden met de
medewerking, en vooral de goede onderlinge
samenwerking van alle betrokken belangen
groepen. Dat het hieraan bij ons nog al eens
hapert, danken wij aan onze overgeërfde in
dividualistische eigenschappen. Maar dat het
ook anders kan, hebben wij gezien in de
jaren van den wereldoorlog, toen wij ons
metterdaad eendrachtig en saamhoorig ge
voelden, in het bewustzijn gezamenlijk een
gevaar te moeten keeren Ook thans staan
wij voor een gemeenschappelijken nood. wor
den wij bedreigd door gevaren van buiten.
Laten wij hopen, dat deze bedreiging de ge
schillen zal doen verdwijnen, die in normale
tijden zoo'n belangrijke plaats in ons leven
innemen, en ons opnieuw tot elkaar zal
brengen in één gemeenschappelijk élan tot
herstel onzer volkshuishouding, waaraan in
derdaad behoefte bestaat.
Tegen de ritueele slachtwijze.
De heer H. W. Knoest, leider „Amor est
Iustitia", I.I.B.W., Antonie Duyckstraat 10
Den Haag, verzamelt handteekeningen op
een protest tegen de ritueele slachtwijze,
waarvan hij in een artikel „Ons bezoek aan
het abattoir" een beschrijving geeft. Hij
noemt het ritueel slachten, evenals elk on
verdoofd doodëh, een ergerlijke dierenmis
handeling en wil daartegen een wereldactie
op touw zetten.
Een adres aan de Koningin en aan den
minister van binnenlandsche zaken met ver
zoek om wettelijke bepalingen in het leven te
roepen, „waardoor aan deze menschonwaar-
dige toestanden voor ons land een einde zal
worden gemaakt'is aan het protest in af
schrift toegevoegd.
De gehuwde ambtenares te Rotterdam.
Door Burg. en Weth. van Rotterdam wordt
aan den gemeenteraad voorgesteld
dat gehuwde vrouwen niet meer in ge
meentedienst zullen worden opgenomen
dat vrouwen, die in gemeentedienst zijn,
ingeval van huwelijk eervol worden ontslagen
met ingang van den dag van het huwelijk
dat van den vermelden regel zal kunnen
worden afgeweken ten aanzien van vrouwen
die worden benoemd, resp. werkzaam zijn in
de betrekking van verloskundige en in zeer
bijzondere gevallen, ter beoordeeling van het
college van Burg. en Weth.
dat voor de goedkeuring van dit besluit
zullen worden gelijkgesteld vrouwen die in
CA L,V É-DELFTS
-A-IN POTJES
je vergt te veel van je krachten."
Maar zij bood heftigen tegenstand.
„Neen, neen Ik ga niet als zij hier blyft
riep zij.
Hij stak zijn arm echter door den hare en
dwong haar met geweld den anderen kant
uit te gaanonderweg hoorde Jocelyn haar
nog gillen
„Ziet u dat dan niet Hebt u geen
oogen in het hoofd om te zien, dat dit het
meisje is, dat u dien avond mee naar huis
bracht en een onderhoud boocit Ik heb u
toen wel gezegd, dat daar ellende van zou
komen en nu is zij terug om te spion
neeren."
Jocelyn bleef precies zoo staan, verslagen.
Nu wist Launcelot de waarheid zij had
nooit gerekend op dat on vernacht verschij
nen van Rachel. Ze had gemeend, dat die
nog altijd beneden in haar kamer was.
Ze wachtte, tot zij zijn schreden hoorde
terugkeeren. Zyn blik rustte vragend op
haar. En, terwijl hij zeker ook verwachtte,
dat zij de eerste zou zijn, die sprak, begon
zij „Ja, het is volkomen waar. Ik ben het
meisje, wie u een onderdak boodt, toen zij
niet wist, waarheen te gaan. u heeft zich
mij niet herinnerd, maar ik heb het wèl
gezien."
Er stond nog eenige aarzeling in zijn blik
te lezen, toen hy naar haar keek. Ze kon de
gedachte niet verdragen, dat dit twijfel bij
hem zou beduiden.
(Wordt vervolgd.)