1 1 TWEEDE BLAD 3 mk Tii 3 1 GEMEENTEBESTUUR FEUILLETON De Twee Machten in het Leven. KAMEROVERZICHT BINNENLAND s» Ml van de Kano. 3 av. boot v Kolt. VI". uui 9 9 9 Vrijdag 2 Juni 1933. No. 129. SLUITING BUREAUX DER GEMEENTE OP DEN 3DEN PINKSTERDAG. Burgemeester en Wethouders van Vlissin- gen brengen ter algemeene kennis, dat, inge volge het Ambtenarenreglement, op den 3en Pinksterdag, Dinsdag 6 Juni a.s., de bureaux van alle openbare instellingen der gemeente voor het publiek gesloten zullen zijn, zulks met uitzondering van den Burgerlijken Stand, welk kantoor voor het doen van aangiften van geboorten of overlijden zoo noodig op dien dag zal zijn geopend, indien de nood zakelijkheid daartoe door de belanghebben den des daags te voren aan den Ambtenaar van den Burgerlijken Stand wordt aange toond. Het onderzoek van ingevoerd vleesch kan op Dinsdag 6 Juni a-s. alleen aan het bureau van den keuringsdienst in het Coöperatief Slachthuis, Oost Souburgscheweg nr. 12, plaats hebben van 9 uur v.m. tot 11 uur v.m., terwijl de keuring van levend en geslacht vee tot 12 uur v.m. van dien dag kan geschieden. Vlissingen, 1 Juni 1933. Burg. en Weth. voornoemd, VAN WOELDEREN. De Secretaris, F. BISSCHOP. DRANKWET. Burgemeester en Wethouders van Vlissin gen gelet op artikel 45 der Drankwet doen te weten dat bij hen is ingekomen een verzoek van Maria Helena van Loo, echtgenoote van G. Paauwe, wonende te Wemeldinge, om verlof tot den verkoop van zwak-alcoholischen drank in het klein (verlof A) voor de bene- den-localiteit van het perceel Noordstraat nr. 30 dat vanaf heden gedurende twee weken tegen het verleenen van het gevraagde verlof schriftelijke bezwaren kunnen worden inge diend bij Burg. en Weth. voornoemd. Vlissingen, 2 Juni 1933. Burg. en Weth. voornoemd, VAN WOELDEREN. De Secretaris, F. BISSCHOP. DIENSTPLICHT. Inschrijvingsregister en Alphabetisch Register. De Burgemeester van Vlissingen maakt be kend, dat het inschrijvingsregister voor de lichting 1934, met het daaruit opgemaakt alphabetisch register gedurende tien dagen en wel van 3 tot en met 12 Juni a.s., ter ge meente-secretarie, 3e afdeeling, voor een ieder ter inzage ligt. Tegen deze registers kan binnen dien tijd bezwaar werden ingebracht bij een met rede nen omkleed verzoekschrift, hetwelk niet ge zegeld behoeft te zijn. Dit moet bij den Bur gemeester ter secretarie dezer gemeente wor den ingediend. De Burgemeester zendt het verzoekschrift aan den Commissaris der Koningin, die be slist bij een met redenen omkleed besluit. Vlissingen, 2 Juni 1933. De Burgemeester voornoemd, VAN WOELDEREN. DEN HELDER SCHIETOEFENINGEN. De Burgemeester van Vlissingen brengt ter openbare kennis dat nabij het voormalige verdedigingswerk Kijkduin op 3, 7 en 8 Juni 3933 van 9h I7h schietoefeningen met luchtdoelgeschut zullen worden gehouden. De onveilige sector ligt tusschen de lijnen Kijkduin verkennningston Molengat en Kijkduin verkennningston Westgat, over Naar het Engelsch. 12) Soms zat hij wel een half uur by den stoel van zijn moeder, terwijl zij beiden luisterden naar het zingen van miss Lauderdale of naar de melodieën, die zij speelde. Het leek hem, dat met recht het leven van zijn moeder en van hem anders was geworden, sinds zij bij hen gekomen was. Dagelijks begon Jocelyn hem meer te be wonderen. Zij wist, hoe hij alle vitaliteit van het leven opgaf, om zijn moeder ter wille ue zijn. Ze zag, dat de bedienden hem op de handen droegen en ze zag ook, dat haar aan wezigheid hem in waarheid aangenaam scheen te zijn. Daarom was zij dus blij, dat ze op Huize Merlin was gekomen, al was het dan enkel voor hem Maar hoe groot haar bewondering voor hem ook mocht wezen, nog grooter was haar medelijden met hem en zijn arme moeder op hen toch was de schaduw geworpen van de misdaad, door een ander bedreven. Ze bevroedde den omvang van hun leed, terwijl zij niet eens vermoedden, dat ze er iets van afwist. Waar ter wereld was toch die zoon en broeder, die al die droefheid over hen had gebracht 2 een afstand van 1 KM. Eén uur vóór den aanvang der schietoefeningen wordt op het werk Kijkduin een roode vlag geheschen en na afloop der oefeningen gestreken. Zeeva renden wordt verzocht zich niet zonder noodzaak in de bovengenoemde sectoren op te houden. Vlissingen, 2 Juni 1933. De Burgemeester van Vlissingen., VAN WOELDEREN. TWEEDE KAMER. Vergadering van Donderdag. Regeeringsverklarïng. Als er één partij boos zou zijn over de gansche geschiedenis der Kabinets-formatie, dan was het natuurlijk die der sociaal-de mocraten. Zij is bij die formatie totaal gene geerd er is geen enkele maal ook maar ge tracht contact met haar te krijgenzij werd en was kortweg uitgeschakeld. Zij, die de democratie in pacht meenen te hebben, zien iu die terzijdestelling natuurlijk een gevaar voor de democratie, want hoe zou deze ooit gediend kunnen worden, zonder dat deze partij daarbij een hoofdrol speelde. Het was dus alleszins te begrijpen, dat de heer Al- barda aanstonds het Kabinet in het haar zou vliegen, vooral nu die regeeringsverklaring in geen enkel opzicht zekerheid gaf omtrent de richting van het te volgen beleid. Er was geen bijvoorbeeld met geen woord gekikt over de houding tegenover het defen sie-vraagstuk. Nu de heeren Deckers en Marchant vriendschappelijk naast elkaar zit ten, moet er toch overeenstemming bestaan tusschen die twee uitersten. ^Het optreden van minister Deckers tegen de socialisten werd nog eens fel door den heer Albarda gegeeseld en niet dan met groote bitterheid zou zijn partij zich tegen dien bewindsman blijven verzetten en met groot wantrouwen zou het Kabinet worden ontvangen, indien niet aan stonds een eind werd gemaakt aan de ter reur van den heer Deckers. Niéts had de heer Albarda vernomen van do werken, die ter bestrijding der werkloos heid zullen worden uitgevoerdniets over de al- of niet-handhavir-g der steun-normen niets over de financieele plannen. De bezui niging wordt ingezet met de instelling van een nieuw departement. Niets was ook gezegd over de particuliere gewapende korpsen, die de heer Albarda een vreeselijk gevaar vindt. Zij veroorzakep ter reur en onrust. Noch financieel, noch eponomisch, noch politiek gaf deze regeeringsverklaring iets meer dan richt-punten, zelfs niet eens richt lijnen. Er kan dus geen sprake van zijn, dat do fractie van den heer Albarda dit Kabinet kan steunen. Men wacht af welke voorstellen zullen worden ingediend. Veel verwachting heeft men er niet van, want de voorbereiding der formatie was z.i. heeelemaal verkeerd. Evenmin hartelijk tevreden was de afge vaardigde van het Nationaal Herstel. Midden in zijn eersten zin werd hem al een interrup tie toegeroepen, die groote hilariteit wekte. Hij noemde zich zelf „afgevaardigde", waarop de heer De Visser riep .Jij bentheelemaal niet afgevaardigd", doelend op het spelletje dat generaal Snijders eigenlijk was verkozen Er was algemeen gelach en achter de re- geeringstafel zelfs heel hartelijk. Volgens dezen afgevaardigde was dit Ka binet hoofd voor hoofd wel samengesteld uit bekwame mannen, maar zij waren dat op politiek terrein en het is nog de vraag of zij het economisch herstel kunnen leiden. Er stond volgens hem in de regeeringsverklaring zoo goed als niets de heer Colijn was hem tegengevallen, omdat o.a. niets over Indië was meegedeeld. Van den nieuwen wind, die over ons land woei, had dit Kabinet nog niet veel geleerd. Niet eer kan het beter worden in ons land vóórdat de oude tegenstellingen zijn uitgewischt en naar nationale eenheid wordt gestreefd. Over die uitwissching nu was de heer Lingbeek juist niet te spreken. De heer Colijn was een knap. manhij was nu al een uit stekend tandheelkundige, want hy had door de opneming der heeren Marchant en Oud in zijn Kabinet de linkerzijde een hoektand en een scheurkies uitgetrokken en die in zijn eigen gebit geplaatst. Op zekeren dag, toen Jocelyn droomerige muziek van Schubert had gespeeld, tot het hoofd van mrs. Vyvian op haar kussen zohk en zij onwillekeurig ingeslapen was, had zij zich bescheiden teruggetrokken uit de zit kamer. Want zij had al eens ervaren, dat het de oude dame onaangenaam aandeed, als zy ontwaakte uit zoo'n sluimering en ze merkte dan, dat het jonge meisje er zoo werkeloos had moeten bijzitten. Zij verweet zich dan die slaperigheid en deed zich een volgenden keer geweld aan, om wakker te blijven, wat haar gestel niet ten goede kon komen. De kamenier zat toch in de kamer daarnaast dus mocht mrs. Vyvian iemand noodig heb ben, dan was er hulp vlak bij de hand. Op den corridor viel prachtig het zonlicht door de gekleurde ruitjes van een van de boogvensters. Ze moest even stilstaan, om zich rekenschap te geven, hoe het licht haar toch eigenlijk zóó verblindend in de oogen scheen, toen ze tot de ontdekking kwam, dat dit was door het flikkeren van een koperen handvat van een eigenaardig kastje of schrijntje. Terwijl zij in aanschouwing verdiept stond van het prachtige sny- en het inlegwerk van ivoor, hoorde zy Launcelots stap achter zich. „Kijkt u naar het antieke Spaansche kast je vroeg hy glimlachend. „Is het Spaansch werk vroeg zy. „Dat wist ik niet. Ik zag enkel, dat het oud en mooi was. Waar diende het eigenlijk voor Wat bewaarden ze er in Overigens was dit van ouds theologisch gesputter. De oplossing der Kabinets-forma tie was zi. in strijd met de christelijke be ginselen en met de grondslagen van het christelijk beleid. Het bankroet der coalitie politiek had z.i. daartoe geleid. Als dit Kabi net nu maar onpartijdig handelt en.... de salarieering der kloosterlingen-onderwijzers eens zal veranderen, dan vindt deze afge vaardigde het nogal goed. De kleinere partyen moesten natuurlijk alle eens iets van zich laten hooren. De cliristelijk-democraat Van Houten en de plattelander Vervooren hielden hun maiden speech. Zij nemen een afwachtende houding in omdat de Regeering nog niets concreets heeft medegedeeld. Beide pleitten voor het platteland en hielden economische bespiege lingen, die niet bijzonder nieuw waren te achten. De laatste dropg aan op beschermen de maatregelen voor den landbouw. Heel veel indruk maakten ,die nieuwelingen over het algemeen niet; géweldige redenaars zijn het zeker niet. Men had meer mogen verwachten dan deze tamme sprekers. Verstandiger ware het geweest de kat eens uit den boom te kijken, d.w.z. te wachten tot concrete voor stellen ingediend waren. Dat geldt trouwens voor het geheele debat. Men kan niet verwachten dat, gelijk de heer Colijn het zelf uitdrukte, groote plannen als pruimen van den boom geschud worden. En aan theoretische bespiegelingen heeft men niet veel, want theoretisch willen allen het zelfde en het is juist de uitvoering, die ver schillen oplevert. Morgen het slot. Nederlandsche delegatie naar de wereld conferentie. Als leider der delegatie naar de economi sche en monetaire conferentie, die op 12 Juni a.s. te Londen zal bijeenkomen is naar men weet benoemd dr. H. Colijn, voor zitter van den raad van ministers. Als gedelegeerden zijn voorts benoemd mr. L. J. M. A. Trip, president van de Nederland sche Bankdiens vervanger is mr. J. W. Beijen, directeur van de Rotterdamsche Bankvereenigingverder dr. J. A. Neder- bragt, chef van de economische en consulaire directie van het departement van buiten- landsche zaken dr. H. M. Hirschfeld, direc teur-generaal van handel en nijverheid van het departement van economische zaken en arbeidF. B. s'Jacob, handelsattaché bij Hr. Ms. gezantschap te Londen. De toestand van den landbouw. Namens de besturen der samenwerkende Boerenbonden hebben de voorzitter en de secretaris, de heeren E. Z. Oldenbanning en Jac. 'ter Haar Ezn., een adres gezonden aan den minister-president, betreffende den noodtoestand in den landbouw. Op overwe gingen van moreelen, socialen, politieken en economischen aard is het volgens de meening van adressanten noodzakelijk, dat ten spoe digste tot het nemen van zeer krachtige maatregelen voor den landbouw wordt over gegaan. In het adres wordt voorts verwezen naar het program der Boerenbonden, met uitvoerige toelichting. Een adres van het N.V.V. Het bestuur van het Ned. Verbond van Vakvercenigingen heeft aan den minister van Staat, voorzitter van den raad van ministers, een uitvoerig aar es gezonden, naar aanlei ding van den langen duur der economische depressie en de gevolgen hiervan. Gevraagd wordt, over te gaan tot het in stellen van een Staatshypotheekbank, als mede, om het initiatief te nemen tot verkor ting van den arbeidstijd, in het bijzonder door invoering van de 40-urige werkweek. Verder wordt een aantal maatregelen ge vraagd tot steun aan de door de werkeloos heid getroffen arbeiders. Ten aanzien van de crisissteunregeling wordt aangedrongen op een zoodanige wijziging van de daarin voorko mende bepalingen, dat het instituut der dub- bel-uitgetrokkenen vervalt, dat voor den af trek van uitkeeringen, krachtens de sociale verzekering dezelfde bepalingen gelden, als voor loon en ouderdomsrente het geval is. „Mooie oude borden en glaswerk; kortom, hun waardevolste bezittingen. Heeft ooit iemand u wel eens de dingen laten zien, die hier op den corridor staan U weet toch in ieder geval, dat u ze vrij bekijken kunt, als u dat zoudt willen „O, ik zou ze heel graag eens zien. Ik houd verbazend van antieke dingen, maar ik wist niet, dat ik ze nauwkeuriger bekijken mocht.'* „En nu weet u dus, dat u volkomen vrij is dit te doen. U hoeft toch niet langer be schouwd te worden als een vreemde op Huize Merlin. U, aan wie wij zooveel verplicht zijn, moogt toch wel die vrijheid genieten Met een blos antwoordde zij „U is mij niets verplicht. Helaas, heb ik maar zoo weinig kunnen doen." „Zoo weinig U, die tot troost en ge zelligheid is geweest van mijn oude moeder en die haar een zooveel aangenamer tijd heeft bezorgd dan ik ooit had durven hopen, dat nog voor haar zou zijn weggelegd U is als een zonnestraal voor haar geweest, dat ik mij eigenlijk schaam, hoe wy u hier zoo wegsluiten voor alle licht en vroolijkheid, die de wereld u zou kunnen bieden." Zijn toon van spreken was zoo treffend ernstig, dat zij onwillekeurig naar hem op keek en iets had willen zeggenmaar.... Op dit ocgenblik gaf iemand een kreet, zóó scherp, zóó doordringend, dat ze ontsteld uit een weken. Het was de oude Rachel, die Jocelyn, nu zoo lang zy op Huize Merlin was, niet anders Uitvoerig behandelt het adres de noodza kelijkheid van uitbreiding der werkgelegen heid door uitvoering van openbare werken, waartoe het adres enkele objecten aanwijst. Ten slotte wordt de bijzondere aandacht van de regeering gevraagd voor de positie van de jeugdige werkloozen, opdat deze zoo veel mogelijk te werk werden gesteld. Minister Kalff en de sociaal-democraten. In het jongste nummer van „Het Liberale Weekblad" wordt aangehaald, hoe „Het Volk" ir. Kalff naar aanleiding van zijn minister benoeming voor zijn lezers meende te moeten typeeren als „een zuiver vertegenwoordiger van het liberalisme-1933 een groot-werk gever" en hoe het daaraan toevoegde„de arbeiders en hun organisaties kunnen van hem niets goeds verwachten". Wij hebben zoo schrijft het „Handels blad" naar aanleiding hiervan in „het Volk" nog eens de rede nageslagen, door den heer Moltmaker, voorzitter van den perso- neelrar.d en sociaal-democratisch lid van de Eerste Kamer, op 9 Juli 1929 bij het afscheid van ir. Kalff als directeur der Spoorweg Mij. gehouden. Deze gewaagde van zijn waardeering voor het feit, dat in den loop der jaren de erken ning der organisaties was verkregen hoe wel dit niet gemakkelijk is tot stand gekomen doch die steeds door den scheidenden di recteur werd toegepast. Na er nog aan herinnerd te hebben, dat de heer Kalff voorstander was van de vrij heid van uiting door het personeel, prees de heer Moltmaker ir. Kalff als „een man met een vol, gaaf karakter, die een warm hart toedroeg aan het personeel en geen klein zielige burgerman, die de zaken klein ziet". D heer Moltmaker bood daarop ir. Kalff zijn geschilderde portret aan en eindigde met de verklaring, dat hij ervan overtuigd was, dat „wanneer, over acht jaren, het eeuwfeest der Spoorwegen zal worden herdacht, er van den heer Kalff zal worden gezegd, dat een groot Nederlander een aantal jaren aan den opbouw der spoorwegen heeft gearbeid". Interessant is ook, de speech nog eens na te lezen, door ir. Kalff in 1926 gehouden bij de jubileumfeesten van de Ned. Vereeniging van Spoor- en Tramwegpersoneel. Eenerzijds deed ir. Kalff hierin blijkens „het Volk"-verslag duidelijk uitkomen, dat hij nog altijd geloofde, dat de leiding van het bedrijf bij zeer enkelen moet berusten, doch anderzijds juichte bij het ten zeerste toe, dat de afstand tusschen werkgever en werkgever kleiner was geworden en meer con tact was verkregen. „In uw vereeniging" zeide de heer Kalff o.a. nog „is dan ook ontstaan een beter begrijpen van den reëelen toestand het begrip, dat de welstand van de arbeiders sa menhangt met dien van het bedrijf". Hierna stond mr. Troelstra op, die de merkwaardige woorden sprak „Wij zien hier voor ons het levend bewijs van de nieuwe verhouding, waarin de arbeidersbeweging tot het kapitalisme is getreden. Hoe voornaam, hoe bezorgd, trad niet op de heer Kalff". De Nederlandsche Spoorwegen. Definitieve ontvangsten van de maand Fe bruari 1933 (incl. die der geëxploiteerde spoor- en tramwegen) reizigers ƒ4.071.191, bagage 59.516, brief- en pakketpost 275.000, goederen 3.948.375, levende dieren en lijken ƒ46.250, diversen ƒ214.702, totaal ƒ8.615.036. Ontvangsten over Februari 1933 ƒ8.615.036 (v.j. ƒ10.484.947), totale ontvangsten van 1 Januari af 19.671.020 (21.789.304). Gemiddeld aantal kilometers in exploitatie var. 1 Januari 1933 wf 3661 (3661), dus ontvangst per dag- kilometer ƒ91.07 (99.19). Vereeniging Nederlandsch Fabrikaat. Heden werd te Maastricht de algemeene vergadering gehouden van de Vereeniging „Nederlandsch Fabrikaat". Door den heer K. F. van den Berg, voor zitter van de vereeniging, werd daarbij de openingsrede uitgesproken. Hy wees daarbij op het nationaal karakter van het streven dezer vereeniging, tot welks bevorderen alle volks- en bedrijfsgroepen kunnen medewerken. De werkzaamheid der Vereeniging „Nederlandsch Fabrikaat" is door het succes der jongste reclame-campagne nog lang niet uitgeput. Op dit succes moet dan voor het venster van haar kamer had gezien. Zy leunde op een stevigen wandel stok, met haar beide handen over den knop gekruist. Op haar bleek gelaat na de pas doorstane ziekte nóg bleeker dan anders lag een uitdrukking van vrees en toorn. Zij trilde over al haar leden, terwijl ze op Joce lyn den blik gericht hield. „Wat doet zij hier Hoe komt zy hier?'' hijgde ze, met den beverigen wijsvinger steeds op haar duidend. HOOFDSTUK XI. Jocelyn en Launcelot keken naar haar, vol verbazen. Jocelyn trad wat terug, maar Launcelot ging dichter naar de oude toe. „Wat is er, Rachel Heb je miss Lauder dale nog niet gezien Dat ben je dan zeker vergeten. Zij is gekomen om een vriendin te zijn voor mfjn moeder. Zeg haar maar eens, dat je haar dankbaar bent, zooals wij." Maar de oude wenkte haar weg met de hand en riep „Is ze daar weer Wat heeft haar hier teruggebracht?.... Ze komt spionneeren, dóit is hetEen spionne is zy „Maar, Rachel, hoe kom je nu zoo..,.?" Zachtjes trok hij haar terug. „Je bent nog niet bekomen van je ziekte. Dit is zeker de eerste keer, dat je naar dit deel van het huis bent gekomen. Maar je bent nog niet goed, anders zou je zoo niet spreken. Zeg nu eerst, dat je blij bent, miss Lauderdale te zien dan zal ik je naar je kamer terug brengen worden voortgebouwd, wil men er het profijt van trekken, dat er mede beoogd werd. Voor dien voortbouw liggen reeds verschillende plannen gereed, waarvan enkelen in een ge vorderd stadium van bewerking verkeeren. Daarnaast openen zich nog andere ver schieten van werkzaamheid. Men vergete niet, dat de term „Nederlandsch Fabrikaat" ook een beteekenis heeft, die verband houdt met onzen uitvoer. De nationale reconstruc tie, - aartoe de crisis ons dwingt, heeft haar grenzen. De afzetgebieden, die geheel of ge deeltelijk voor ons verloren zijn gegaan, zijn niet allen te vervangen door de binnenland- sche markt. Welke crissi-politiek ten aanzien van onze nationale voortbrenging ook ge volgd moge worden, zij zal rekening moeten houden met de noodzakelijkheid ons vader- landsch product een afzet elders te verze keren. Wij zullen ons onder de gewijzigde omstandigheden moeten toeleggen op eene heroriënteering van onzen export, waarbij vroegere verwaarloozingen, zoowel ten op zichte van het afzetgebied als van het af- zetapparaat zullen moeten worden inge haald. Ik denk bijv. aan de mogelijkheid van een achterstand bij een zoo voor de hand liggend afzetgebied als onze overzeesche ge bieden. Het opsporen en onderzoeken dezer mogelijkheden is een minstens even groot nationaal belang als het meehelpen aan de verruiming der binnenlandsche markt, en het bevorderen van dit speciale belang be hoort dus geheel tot onze competentie. Maar al deze werkzaamheden kunnen slechts een voorbereidend karakter dragen. De richtige uitvoering der beoogde maatre gelen kan slechts verkregen worden met de medewerking, en vooral de goede onderlinge samenwerking van alle betrokken belangen groepen. Dat het hieraan bij ons nog al eens hapert, danken wij aan onze overgeërfde in dividualistische eigenschappen. Maar dat het ook anders kan, hebben wij gezien in de jaren van den wereldoorlog, toen wij ons metterdaad eendrachtig en saamhoorig ge voelden, in het bewustzijn gezamenlijk een gevaar te moeten keeren Ook thans staan wij voor een gemeenschappelijken nood. wor den wij bedreigd door gevaren van buiten. Laten wij hopen, dat deze bedreiging de ge schillen zal doen verdwijnen, die in normale tijden zoo'n belangrijke plaats in ons leven innemen, en ons opnieuw tot elkaar zal brengen in één gemeenschappelijk élan tot herstel onzer volkshuishouding, waaraan in derdaad behoefte bestaat. Tegen de ritueele slachtwijze. De heer H. W. Knoest, leider „Amor est Iustitia", I.I.B.W., Antonie Duyckstraat 10 Den Haag, verzamelt handteekeningen op een protest tegen de ritueele slachtwijze, waarvan hij in een artikel „Ons bezoek aan het abattoir" een beschrijving geeft. Hij noemt het ritueel slachten, evenals elk on verdoofd doodëh, een ergerlijke dierenmis handeling en wil daartegen een wereldactie op touw zetten. Een adres aan de Koningin en aan den minister van binnenlandsche zaken met ver zoek om wettelijke bepalingen in het leven te roepen, „waardoor aan deze menschonwaar- dige toestanden voor ons land een einde zal worden gemaakt'is aan het protest in af schrift toegevoegd. De gehuwde ambtenares te Rotterdam. Door Burg. en Weth. van Rotterdam wordt aan den gemeenteraad voorgesteld dat gehuwde vrouwen niet meer in ge meentedienst zullen worden opgenomen dat vrouwen, die in gemeentedienst zijn, ingeval van huwelijk eervol worden ontslagen met ingang van den dag van het huwelijk dat van den vermelden regel zal kunnen worden afgeweken ten aanzien van vrouwen die worden benoemd, resp. werkzaam zijn in de betrekking van verloskundige en in zeer bijzondere gevallen, ter beoordeeling van het college van Burg. en Weth. dat voor de goedkeuring van dit besluit zullen worden gelijkgesteld vrouwen die in CA L,V É-DELFTS -A-IN POTJES je vergt te veel van je krachten." Maar zij bood heftigen tegenstand. „Neen, neen Ik ga niet als zij hier blyft riep zij. Hij stak zijn arm echter door den hare en dwong haar met geweld den anderen kant uit te gaanonderweg hoorde Jocelyn haar nog gillen „Ziet u dat dan niet Hebt u geen oogen in het hoofd om te zien, dat dit het meisje is, dat u dien avond mee naar huis bracht en een onderhoud boocit Ik heb u toen wel gezegd, dat daar ellende van zou komen en nu is zij terug om te spion neeren." Jocelyn bleef precies zoo staan, verslagen. Nu wist Launcelot de waarheid zij had nooit gerekend op dat on vernacht verschij nen van Rachel. Ze had gemeend, dat die nog altijd beneden in haar kamer was. Ze wachtte, tot zij zijn schreden hoorde terugkeeren. Zyn blik rustte vragend op haar. En, terwijl hij zeker ook verwachtte, dat zij de eerste zou zijn, die sprak, begon zij „Ja, het is volkomen waar. Ik ben het meisje, wie u een onderdak boodt, toen zij niet wist, waarheen te gaan. u heeft zich mij niet herinnerd, maar ik heb het wèl gezien." Er stond nog eenige aarzeling in zijn blik te lezen, toen hy naar haar keek. Ze kon de gedachte niet verdragen, dat dit twijfel bij hem zou beduiden. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1933 | | pagina 5