Jim, de Moosi oan Hobby
Voor de klein-tjes, die pas lee-ren le-zen.
lang is voor uw land, voor U en voor uw
kinderen.
Wat zal ons de toekomst leeren
Door Duitschland zijn diverse bankinstel
lingen, emittenten, etc., opgeroepen om vast
te stellen, hoe, en op welke wijze dat land
aan de verplichtingen ten aanzien van ons
land zal moeten voldoen.
Merkwaardig is het nu, dat men in Frank
rijk het standpunt huldigt dat de belangen
der obligatiehouders (Young en Dawes lee
ning) zullen moeten worden behartigd door
B.I.B. (Bank-int-betaling).
Wanneer men nu weet dat juist deze lee-
nipgen onder de goud-clausule zijn gecon
tracteerd, en men weet dat nog zeer onlangs
(ik meen door Frankrijk) het bestaansrecht
der B.IB. tot zekere hoogte werd ontzegd,
dan wekt het toch wel een beetje argwaan,
dat juist deze instelling, waarbij de spaarders
niet de minste interesse heeft, zou moeten
worden aangewezen des spaarders belangen
te behartigen. En in hoogere mate moet dit
het wantrouwen doen groeien wanneer men
weet dat Frankrijk vrijwel in het geheel niet
by die leeningen is betrokken Derhalve de
vraag r „Waar bemoeit Frankrijk zich mede
Schuilt daar geen adder onder het riet Voor
den spaarder
Nog een zeer markant geval.
Het pond en de dollar wenscht men te
stabiliseeren, de goud-clausule heeft men
waardeloos verklaard, ook de Engelsche-rech-
ten, en nu zegt Engeland dat het niets meer
en ook niet minder verwacht dan een eerlijke
toepassing der goud-clausule in de Young-
leening.
Wat daarvan te denken
Is de Engelsche spaarder zich bewust ge
worden, en houdt zijn regeering (die zelve
het contract der goud-clausule als scheur
papier heeft beschouwd thans en opeens
rekening met de macht der spaarders
Of is dit het slaapmiddel een lastigén pa
tiënt toegediend
Vreemd is het, dat men thans ook in ons
land wakker schijnt te worden. Men leest al
thans over instellingen van een permanent
bureau voor de bescherming van fondsen
houders.
Naar allen schyn is dit een instelling die
zichzelve heeft opgeworpen, den fondsenhou
der bescherming aanbiedende met of zonder
vergoeding.
Het is my althans niet bekend dat deze in
richting tot stand is gekomen langs den ge-
bruikeiyken weg van belanghebbenden, i.e.
de spaarders.
Dat men min of meer sceptisch tegenover
zulk een instituut gaat staan ligt niet aan
het individu, doch aan den geest der tyden.
Ter motiveering ditIn de „Vliss. Courant"
d.d. 23 dezer, le bl., no. 121, staat een bericht
over den invloed der Morgan banken, hetgeen
ons leert, dat deze banken, of het Ameri-
kaansche bankwezen, volkomen controle heeft
over de industrie enwetgeving.
Dit artikel alleen maakt zonneklaar, hoe
het kapitalistisch stelsel werkt, hoe het, zon
der iemand te ontzien, zich zelfs boven de
regeering heeft gesteld, daar, waar het be
lang van dit stelsel wordt gediend.
Vreemd mag het nu klinken, dat klaarbly-
kelijk de macht der spaarders grooter is dan
die dezer instellingen, mits er eendracht be
staat de feiten in Frankrijk en Engeland
schynen echter uit te wijzen dat deze macht
bestaat, althans dat men er rekening mede
houdt.
Inflatie op inflatie.
De Noorsche regeering bezweek eenigen tijd
geleden voor den invloed der inflatie-maniak.
Thans, zoo leert men, heeft dit tot geen
resultaat geleid, en nu willen de Reeders en
de Boeren wederom inflatie, teneinde zich
staande te kunnen houden, doch alweer ten
koste van den spaarder, die men reeds een
groot deel zyner spaarpenningen, bestemd
voor den ouden dag, heeft ontroofd.
Zegt U dit alles niets, Nederlandsche
spaarders
Acht gy nog steeds den tyd niet daar tot
gemeensohappelyke acte, tot steun uwer re
geering, voor de welvaart voor uw land
Aan de redactie myn dank voor de plaat
sing van dit artikel.
MAX.
P.S. Aan hen die my reeds bericht van in
stemming hebben doen toekomen, het beleefd
verzoek, propaganda in hunne omgeving te
maken.
APOTHEEK GEOPEND
Zondag 28 Mei is de apotheek geopend van
firma A. J. VAN OCKENBURG, Singel 105.
LICHT OP VOOR AUTO'S,
FIETSEN EN VOERTUIGEN.
Mei uur
28 9.35
29 9.36
Zondag
Maandag
HOOGWATER TE VLISSINGEN
Zondag
Maandag
Dinsdag
Mei
28
4.36
16.54
29
5.12
16.30
30
5.55
18.11
door G. TH. ROTMAN.
Maar wat een strop voor Jimmy, dat
De knecht hem nu te pakken had
Een eindje touw was gauw gevonden
En daarmee Jimmy vastgebonden.
Hij zat te kniezen en te treuren,
En dacht„Wat zal me nu gebeuren
Tot hij den doctor op een dag
Eens zijn sigaar opsteken zag.
De doctor had daarvoor zoo'n ding,
Dat floep vanzelf aan 't branden ging.
Maar door den rook en door de hitte
Geraakt de man al gauw aan 't „pitten"
Jim heeft nu in een paar seconden
Het aansteek-instrument gevonden,
Waarmede onze slimme klant
Het touwtje ftin tweeën brandt.
(Dinsdag vervolg.)
Op 't nippertje.
„Jaap riep moeder onder aan de trap,
„Jaap Je moet naar school
„Joe gilde Jaap, „Ik kom
Nu zou je natuurlijk denken, dat Jaap zyn
boeltje bijeen pakte, in zyn kastje sloot en
naar beneden rende. Maar er gebeurde niets
van dit alles. Rustig werkte Jaap verder aan
de hyschkraan, die hij van zijn meccano bezig
was te bouwen, 't Werd een Jjn werkstuk
Reuzemoeilijk natuurlijk, maar daar gaf hij
niet om. Zou je vader zien kijken als hy er
mee klaar was Vader was nooit royaal met
prijzende woorden, maar aan zijn gezicht kon
je altijd zien hoe hij over de dingen dacht.
En als je dan merkte, dat vader tevreden
was, dat hij je „een flinke vent" vond, dan
kon het van binnen zoo prettig warm in je
worden. Daar gaf je dan alle prijzende woor
den, die er in de wereld bestonden, met ple
zier voor cadeauJammer dat hy die
hijschkraan ook niet eens aan Piet Verkerk
kon laten zien. Dan zou verwaande Pietje in
rt vervolg vast wel anders piepen Als hij
aan dien opschepper dacht, werd hij gewoon
weg razend. Voor hem was altijt alles, wat hy
met zyn meccano maakte, een peuleschil
letje. Nergens had hij last mee en de moei
lijkste dingen had hij in een wip klaar. Ten
minste, dat zéi hij. Maar van een ander ge
loofde Pietje nooit iets. Altyd was het„Wil
je mij wijs maken, dat je zooiets alleen kan
maken?" of „Nou ja, 't zal wel wat gewor
den zijn, maar als je het in de puntjes be
kijkt, mankeert er natuurlijk van alles aan I"
„Jaap werd er weer geroepen. „Kom dan
toch, jongen 't Is kwart voor negen, hoor
„Joegilde Jaap weer. Maar nog altijd
maakte hij geen aanstalten om zijn meccano
doos in te pakken en zich schoolvaardig te
maken. Hij bleef maar passen en meten en
prutsen en dacht er een oogenblik aan, dat
het Maandagochtend was en de school dus
weer voor een week begon.
Eindelijk klonken er haastige voetstappen
op de trap en verscheen moeder in de deur
opening.
„Jaap, hoe zit dat nu, hè Wil je me nu
maar voortdurend voor niets l'.ten roepen
„Voor niets laten roepen herhaalde Jaap
en hij keek min of meer onnoozel moeder aan
alsof deze niet twee, maar geen enkele maal
Jaap gewaarschuwd had, dat het tijd was
om naar school te gaar
„Ja, wat denk je wel, dat het voor een dag
is Zondag in geen geval."
„Hè Wat zegt u Zondag zei Jaap,
nog heelemaal bij zijn hyschkraan. „O heden
ja, ik moet naar school, hè
,,'t Doet me plezier, dat het eindelijk tot je
doordringt," zei moeder, in een lach schie
tend. „Je lykt warempel wel een verstrooide
professor. Zou meneer de professor er zich
dan ook nog even goed rekenschap van willen
geven, dat het tien minuten voor negen is
en dat de school nog altijd om negen uur
begint
„Wat Al tien vóór AHemenschen
schrok Jaap, „En ik heb nog niet eens mijn
schoenen aan
Haastig bukte hij ach om vanonder zajn
ledikant zijn schoenen weg te grissen.
Hoofdschuddend ging moeder naar beneden,
waar ze Jaap's jas vast van den kapstok
nam.
„Bonk, bonk, bonkerdebonkJaap kwam,
meer vallend dan loopend de trap af. zyn jas
aanschietend, gaf hij moeder een zoen, die
eigenlijk meer in de lucht zweefde dan dat
hij op moeder's wang terecht kwam. „Dag
Dag Ik ga er met een sneltreinvaartje van
door, hoor
Moeder wilde nog iets zeggen van „goed
uitkijken" en „geen botsingen veroorzaken",
maar haar haastige zoon was de deur al uit.
Hij rende over den weg. Gelukkig de school
deur stond nog open. 7 laar dat was net op
't nippertje, want Jaap had net twee stappen
de gang in gedaan of pats, daar sloeg de
deur toe.
Warm en hijgend plofte hij in de klas op
zijn plaats. De onderwyzer keek hem eens
aan. „In 't vervolg een beetje vroeger uit bed
stappen, Jacobus 1" merkte hij op.
De jongens proestten en Jaap wilde ver
ontwaardigd protesteeren. Maar hy was zóó
buiten adem, dat hy geen woord kon uit
brengen en de onderwijzer zei al„Atlassen
op tafel en de kaart van Europa opslaan
Jaap was een liefhebber van aardrijks
kunde, maar dit keer was hij er minder met
zijn aandacht by dan gewoonlyk. Dit kwam
omdat zijn linkervoet opeens onaangenaam
was gaan steken, 't Was vreemd, want hij
had hem toch heelemaal niet gestooten of
zoo en nog nooit eerder had hij last van zyn
voet gehad, maar nu zat hy er toch maar
mee en tijdens de rekenles we.d de pyn
steeds heviger.
Toen het speelkwartier was aangebroken en
ze op de speelplaats aren, stelde Hans Brou
wer tikkertje voor, dat onmiddellijk ieder's
instemming had, behalve die van Jaap.
„Moet je weer spelbreker zijn merkte
Jan Dekkers op, hoewel Jaap zich hieraan
maar zelden schuldig maakte.
„Ik kan niet meedoen," bekende Jaap. „Ik
heb reuzepijn aan m'n voet. Ik weet niet wat
het is, maar 't is heusch geen flauwigheidje
van me, hoor. M'n voet brandt me alsof hij
in een bakkersoventje geroosterd wordt
Allemaal keken ze onwillekeurig naar
Jaap's voeten en opeens schreeuwde Frits
van Wijk„Jö, weet je, dat je twee ver
schillende schoenen aan hebt?"
.Wat I" schreeuwde toen ook Jaap. En
jawel, hoor, Frits had gelijk. Hij had een
schoen aan mét en een zónder een opgestik-
ten neus. De eerste was er een van z'n Zon-
dagsche paar en de andere van z'n weeksche
en tot overmaat van ramp had hij van beide
paren den rechterschoen genomenDat
kwam nu van zijn haasten Als hij niet zoo
lang aan zijn hyschkraan had zitten werken
en zich niet op 't nippertje voor de school
had klaar gemaakt, zou dit niet gebeurd zyn
en had hij van de vier schoenen onder zyn
ledikant de twee goede genomen.
De jongens gierden het uit toen ze de toe
dracht hoorden en fidee* besloten ze om toen
maar een partytje te knikkeren, waarbij Jaap
z'n voet niet te veel behoefde te gebruiken.
Het werd dus nog een genoeglijk speelkwar-
tiertje, maar Jaap nam zich toch voor om in
het vervolg zich wat beter te houden aan het
waarschuwend spreekwoord„Haastige
spoed is zelden goed
De zwemmer.
Jantje leert al heel lang zwemmen,
Hij kan het al kranig, hoor
Janneman schiet snel en sierlijk
Heel alleen het water door.
Op een zeek'ren dag brengt meester
Onzen kleinen Janneman
Naar de springplank om te duiken.
Jantje beeft en rilt er van.
„Wx.t een hoogte denkt hy angstig.
Meester roept„Kom, springen, vent
Toon dat je een flinke jongen
En een dapp're zwemmer bent
Jantje aarzelt, Jantje durft niet.
Hoor, daar roept de meester weer
Jan zal eindelyk besluiten
En..., maakt haastig rechtsomkeer
De rustverstoorder.
Mark Twain, een beroemde Amerikaansche
schrijver (hij heette eigenlijk Samuel Lang-
horne Clemens en leefde van 1835 tot 1910)
kon jaren lang slecht slapen. Men spreekt
in zoo'n geval van „slapeloosheid". Daar heb
ben jullie natuurlyk nog geen last van, maar
sommige menschen wel en Mark Twain lag
wel eens tot twee, ja wel eens tot drie uur in
den nacht wakker. Gelukkig kwam daarin
na eenigen tijd verandering. Hy sliep weer
van den avond tot den ochtend, mits hy,
zoodra hy zich naar bed had begeven, door
niets werd gestoord.
Juist in dien tijd zoo heeft. Mark Twain
ergens verteld moest ik in Parijs zijn. Ik
had in een hotel eer. kamer op de bovenste
verdieping gevraagd opdat ik geen rumoer
zou hooren en rustig kon inslapen. Ik kreeg
dan ook een kamer onder het dak en na een
drukken avond ging ik daar naar bed.
Het was er heerlyk rustig. Van buiten
drong geen enkel geluid mijn kamer binnen,
want behalve dat mijn vertrek op de boven
ste verdieping lag, bevond het zich ook nog
aan den achterkant van het huis. Ik was
juist op het punt in te slapen toen ik in de
kamer naast de nijnv geschuifel hoorde. Het
eindigde met een bons op den vloer.
Zeker een buurman, die eerst wat gym
nastiek doet, dacht ik. Straks trekt hy zyn
tweeden schoen uit, gooit dezen buiten de
deur en dan heb ik rust.
Maar jawel, niets van dit allesWel viel
de tweede schoen net een bons op den grond,
maar het geschuifel, dat ik op dansen vond
lijken, begon opnieuw en werd gevolgd door
een bons van een krachtig neergesmeten
schoen.
De derde dus Maar ik meende het al weer
te begrijpen De man draagt overschoenen,
dacht ik. Aanstonds komt de tweede en de
laatste en dan is het uit en kan ik rustig
gaan slapen. Maar opnieuw niets van dit alles.
Na den vierden schoen volgde weer een
dansje en een nieuwen schoen werd buiten
de deur gesmeten. En nog een schoen En
nog een En nog een
De man in de kamer naast de mijne trok
opophoudelijk schoenen uit en eindeloos vlo
gen de schoenen een bons buiten de
deur. By het dertigste paar was ik wanhopig.
Ik vloog het bed uit en de gang op en....
vond daar den laarzenpoetser, die er eiken
avond zijn werk verrichtteHet dansge-
druisch ontstond door het borstelen, dat aan
de schoenen der gasten den noodigen glans
moest geven. Was de schoen glanzend genoeg,
dan kwam hij met een smak op den grond
terecht
Ik kon er onmogebjk toe besluiten den man
af te snauwen. Integendeel. Ik hield hem tot
aan het einde van zyn werk gezelschap en
ging daarna opgeruimd naar mijn kamer
terug.
Ziek vriendje.
Mijn vriendje is een beetje ziek.
Ik ga hem nu bezoeken.
Ik neem voor 7 em een snoepje mee
Jn ook wat mooi - boeken.
Die vroeg ik aan meneer op school.
Nu heeft hij wat te lezen.
Nu zal hij zeker en gewis
Wel heel gauw beter wezen I
Een opscheppertje.
Frans Mijn vader heeft zoo'n mooie verre
kijker, jö Als je byvoorbeeld aan 't strand
staat, hè, en je ziet met het gewone oog een
stipje op de zee, dan wordt dat stipje door
den kijker een boot, waarop je de menschen
ziet 'oopen
Kees Nou, en mijn oom heeft een verre
kijker. waardoor je een school in een andere
stad zóó dicht bij kan halen, dat je er de
kinderen kan hooren zingen
Ons Imh
Haadselhoehie
De oplossingen moeten weer uiterlijk Dins
dagavond aan het bureau van de krant zijn.
Op de enveloppe of het netjes dichtgevouwen
briefje moet staanAan ons leuk Raadsel
hoekje, de Vlissingsche Courant te Vlissingen.
1. Anton was jarig en kreeg vriendjes op
bezoek. Het waren Adri, Otto, Theo, Eduard,
Victor, i«rt en Leo. Als je de namen in een
andere volgorde plaatst, vormen de begin
letters uen naam van het cadeautje, dat zy
Anton gaven.
2. Haal uit elk zinnetje één woord en voeg
die tezamen tot een spreekwoord
Het Lind is al eigen in haar nieuwe tehuis.
Moeder zegt„Steek den haard maar aan,
hoor
Het is vandaag erg mooi weer.
Ik heb een goud ringetje gekregen.
Wat zou deze kachel nog waard zijn?
(Beide ingezonden door Zonnebloempje.)
3. Ik besta uit 5 letters en ben een wreed
wapen. Verwijder mijn eerste letter en ik ben
een vrucht. Verwyder ook hiervan de eerste
letter en ik word aan voorname personen
bewezen.
(Ingezonden door Corrie But.)
4. X.. is een kleur.
X.. is een boomsoort.
X.. is onze liefste vriendin.
X». is iedereen.
X.. is een viervoetig dier.
X.. is niet dun.
X.. is een boomsoort.
X.. gebruikt de visscher.
X.. js een kreet.
X.. is een getal.
X.. is een houten drinkbak je.
Op de kruisjeslijn komt, van boven naar
beneden gelezen, een plaats in'ons land te
staan.
(Ingezonden door Lagendaal)
5. In welk huis komt nooit een timmerman
of een schilder
(Ingezonden door Baby)
.Waar kijken deze kinderen naar
Als je, te beginnen by 1, van het eene
cyfer naar het andere een recht lijntje trekt;
kom je te weten wat er op het plaatje staat,
waar deze kinderen goo aandachtig naar
kijken,
ai[||llllllllllllllllllll]Illllllllllllllllll]llllll[[||lllll!llllllll]]|IIIIIIIIIIIIIIIIIIIII]|llll[|[|llllllllllllllllllllllllllllllllllllll]|||||||llllllllllllllllllllllll!!llllllIIIIIIIIIIIIII||||!IIIIIIIIIII|]llllllllllir
Pof-fers bak-ken.
Zeg wil je eens pof-fers bak-ken?
Neem dan eerst twee le-pels meel.
Doe daar-bij zes le-pels wa-ter
En wat zout, maar niet te veel
En dan ook nog twin-tig krent jes.
Roer dat al-les door el-kaar.
Daar-na kun je dan gaan bak-ken.
g Zeg krijg ik er ook een paar