SPORT Rust, kalmte en zeifbeheersehing LAND- EN TUINBOUW arbeid, van wijlen den hoofdcommissaris Ver steeg, wiens naam in de geschiedenis der Haagsche politie steeds met eere genoemd zal worden. Het gemeentebestuur begint nu eindelijk met zijn financiën eens in den kneep te ge raken, De wethouder van financiën is als Kamerlid gekozen en dus kan een ander het zaakje gaan opknappen. Eindelijk begint men in te zien dat diep-ingrüpende maatregelen noodig zijn. De strop, die de tram ons be zorgt van in plaats een zoe« winstje, een leelijk verlies op te leveren, moet in de eer ste plaats aan de beurt komen. Het zal noodig zyn hier zeer drastische maatregelen te ne men. Of men het doen zal is een tweede. Wy vreezen, dat het bij praten zal blijven, zooals tot nu toe het geval was. Op de bedrijven zal ook nog wel wat te verbeteren zijn, maar die hebben altijd zoo veel winst gemaakt, dat men er nooit over gedacht heeft of het daar niet anders kon. En dan natuurlijk de groote slok-op, het onderwijs. Er zijn hier millioener. uit te winnen en fe verplaatsen, mits men e'ndelyk een anderen weg wil inslaan. Met klein gepruts van hier eens duizend gulden en daar eens honderd komt men er niet. De tering- moet naar de nering worden gezet. Streng moet er de hand aan gehouden worden dat niet langer werknemers van bui ten de stad zich hier vestigen. Een belasting op indienstneming van deze worde toegepast om de kosten der werkloosheidsbestrijding te verminderen, want deze zijn heel hoog en uit sluitend het gevolg van het feit, dat er maar steeds nieuwe krachten zich hier vestigden «-n de werkloosheid direct of indirect bevorder den. Een belangrijk vraagstuk i- ook dat der erfpacht. Men heeft hier dit systeem tot in het uiterste doorgevoerd en daardoor de schuldenlast der gemeente enorm verhoogd. De canon voor de erfpacht is wel hoog, zoo dat men er wel mee uitkomt, maar het is de vraag wat er op den duur van wordt, want er zal een tijd komen dat die erfpacht omlaag moet, omdat anders de bouwnijverheid niet meer kan functionneeren. De te hooge huren zijn nu reeds voor een deel aan de te hooge erfpachten te wijten en feitelijk heft de ge meente hier indirect een belasting op den grond. Erfpacht is theoretisch fraai wanneer het doel is, dat de gemeente eenige macht wil behouden over den grond, die zij te eeni- ger tijd kan noodig hebben. Maar op andere wijze waTe daarvoor wel een uitweg te vin den. Het stelsel is hier al vastgeloopen en herhaaldelijk is debat gevoerd over de wen- schelijkheid van wijziging. De termijn waar voor de erfpacht wordt aangecaan is bespot telijk. In 75 jaar tijds kan alles veranderd zijn en het zal dus onvermijdelijk zijn, dat nu en dan herschatting der grond-waarde geschiedt. Hier valt echter nadeel voor de gemeente bij te vreezen, want van verhooging zal wel zelden sprake zijn. Een juiste beoordeeling van de grondpoli- tïek, die voor een zich zoo sterk uitbreidende stad van heel veel gewicht is, is onmogelijk- Heel wat gronden zijn gekoch tegen prijzen die ze thans zeker niet meer zouden halen, maar men kon dat niet voorzien. Het zeer sterke element van speculatie in deze poli tiek is voor een overheid een ernstig bezwaar De eenige vergoelijkende omstandigheid is daarbij, dat zij de speculatie door particulie ren er mee tegengaat. Een leelijk ding is ech ter, dat er al speculatie in erfpacht-gronden mogelijk is gebleken, waartegen nog niet krachtig genoeg wordt opgetreden. Een grondige herziening van dit gansche stelsel is noodig, want er zijn Ieeüjke uitwas sen, waarvan als altijd het publiek de dupe wordt. EIBER. RECHTSZAKEN Rechtbank te Middelburg. Door de rechtbank te Middelburg werden gisteren de volgende zaken behandeld C. M., 27 jaar, tuinier, verblijvende te Ter Neuzen, thans in voorarrest, had zich te ver antwoorden wegens oplichting. Verdachte was in Maart 1933 bij zekeren Janse te Ter Neuzen gekomen dezen mededeelende, dat hij inspecteur van de Banque Mercure te Ant werpen was en thans de gecontracteerde obligaties kwam controleerendat de maand langt, kan ik wel een fiets halen en met u meerijden, om u den weg te wijzen." „Er is een lekje in mijn voorband", ant woordde zij, blijkbaar de wanhoop nabij, „en ik ben vreeseiyk moe. Weet u hier geen lo gies voor mij Hij zweeg een oogenblik en scheen een innerlijken strijd te voeren. Maar zijn mede lijden behaalde toch de overhand, want hij kon haar toch niet zóó in den regen en wind laten dwalen. Hoe gewaagd 't misschien ook was, hij moest hulp bieden. „Er is hier in de stad geen logies te krij gen, maar toch weet ik voor den nacht wel een onderdak voor u. Gaat u maar met mij mee, dan kan ik u een plaats aanwijzen, waar u goed verzorgd zult worden. Geeft u mij nu de fiets, dan zal ik de paraplu boven u hou den, want het is nog een eindje af." „Of dat geeft niet", zei ze, haast opge wekt door die plotselinge uitkomst. „Maar de beschutting van uw paraplu wil ik niet heb ben. Ik ben nu al zoo nat als ik maar wezen kan, dus houdt u ze liever voor u." Wat een sterken wil moest hü toch bezit ten, want ondanks haar krachtig betoog, hield hij de paraplu boven haar, met een uitdrukking op het gelaat, die haar wel een bewijs was, dat niets hem daarvan zou af brengen een ongekende gewaarwording voor iemand van zoo'n sterken wil als z ij Ze sloegen een zijstraat in en liepen die teneinde, waar ze op een g kwamen, zeker begrensd dc;>r wet wi roever dit Maart reeds was ingegaan en J. 4 ver schuldigd was aan den agent, wat verdachte wel aan dezen zou afdragen. J. overhandigde daarop verdachte voornoemd geldsbedrag, terwijl later bleek, dat de gedane mededee- lingen in strijd met de waarheid waren en het geld door hem niet aan den agent was afgedragen. Vervolgens had verdachte zich in het tijd vak 1 December 1932 tot 15 Januari 1933 te Ter Neuzen uitgegeven voor inspecteur van meergenoemde bank en was hij bij zekeren Hengstdijk te Ter Neuzen gekomen en had laatstgenoemde medegedeeld, dat deze hoofd agent bij de bank kon worden, doch dan aan verdachte een geldbeurag van 250 moest ter hand stellen. H. zou dan een maandsalaris krijgen van 1500 francs, mits hij 30 obligaties per maand zou omzetten. H. gaf daarop het gevraagde geld aan verdachte, doch zit thans nog te wachten op de aanstelling als hoofd agent by voornoemde bank, terwijl bij on derzoek is gebleken, dat verdachte's verhalen allen leugens waren. Verdachte, door den president ondervraagd, erkende de hem ten laste gelegde feiten, hij had geen geld en moest aan contanten ko men om te kunnen bestaan. Een tweetal getuigen verklaarden aangaan de de door verdachte gedane mededeelingen en betalingen die ze aan verdachte hadden gedaan. De officier van justitie requisitoir nemen de, zeide dat verdachte een bijzonder sluwe oplichter is en leeft van deugnieterij. Verle den jaar heeft hij 5 maanden gezeten voor een soortgelijk feit en thans licht hij weer verschillende menschen op. Spr. had hier wei 20 dagvaardingen kunnen maken, en wij zou den, aldus spr., hier wel een geheelen dag mee kunnen vullen. Een arme man als H. is f 250 afhandig gemaakt. Verdachte noemt zich wel inspecteur doch voor een dergelijke betrekking is hij totaal onbekwaam. Zijn ver halen maakte hij aannemelijk en ging dan met een gespekte beurs de eur uit. Van dezen verdachte is volgens de officier niets goeds te verwachten. Hij eischte 8 maanden gevangenisstraf. De verdediger van verdachte, mr. A. M. J van Deinst"1, advocaat te Middelburg, bepleit te clementie, mogelijk kan verdachte na om slag weer bij zijn vader aan het werk komen De officier van justitie is van meening, dat de vader verdachte liever niet ziet als wel en ziet geen enkele omstandigheid vcor clemen tie. Aan J. P. T. T., 29 jaar, bakkersknecht te Oostburg, thans in voorarrest was ten laste gelegd, dat hij in het tijdvak October 1932 tot Februari 1933 in Zeeuwsch-Vlaanderen opzettelijk een geldsbedrag van 250 a 500 dat hij als agent va* het kantoor „Dorman Gist Venlo" onder zich had wegens verkochte gist aan diverse klanten in Zeeuwsch-Vlaan deren en welk geld hij moest afdragen aan voornoemde firma, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend. Verdachte, door den president ondervraagd, gaf een verduistering van een geldsbedrag groot 230 toe, doch niet dat van 500. Hij heeft het geld ten eigen bate aangewend omdat hij van zijn loon niet kon bestaan. De officier van justitie is van meening, dat de firma die verdachte in zijn dienst heeft genomen, verkeerd heeft gedaan, door eerst niet eens te informeeren hoe hij bekend staat. Verdachte heeft een zwerversnatuur en is reeds eerder veroordeeld geweest. Spr. wil echter verdachte de kans geven zijn leven te beteren rn vraagt 4 maa iden gevangenisstraf waarvan 2 maanden onvoorwaardelijk en 2 maanden voorwaardelijk een en ander met aftrek voorarrest. De verdediger van verdachte, mr. A. M. J van Deinse, bepleitte clementie en refereerde zich overigens aan het oordeel van de recht toeT* De ambtenaar van het O.M. bij het kan tongerecht te Hulst, was in hooger beroep gekomen t-rgen een vonnis van den kanton rechter, waarbij E. J. S., 32 jaar, bakker te Hulst, werd ontslagen van rechtsvervolging van de hem ten laste gelegde overtreding van de tarwewet, nl. het niet bijhouden der registers betreffende aankoop, verkoop en verwerking. De kantonrechter* overwoog destijds in zijn vonnis o.m., dat art. 4 der tarwewetbeschik- king de verplichting oplegtle. aan den bereider van tarwemeel of bloem, 2e. aan den verwerker, 3e. aan den verwerker tot brood of nog te onderscheiden viel. Na een wandeling van een tien minuten stonden ze voor een t.oogen muur, die den weg aan de eene zijde begrensde. Hij stak den sleutel in het slot en trok tegelijk aan een bel, die zij van verre hoorde weerklinken in het groote huis. Zij kon hiervan nog niet veel onderscheidenalleen dan, dat het van grijzen steen was, statig en indrukwekkend. Zij betrad nu een lange, steenen gang, die naar de huisdeur leidde. Een oude lantaarn hing boven hun hoofden en verspreidde een koud, geelachtig licht. Een tralietje werd te* zijde geschoven in de voordeur en een tril lende stem riep op vreesachtigen toon „Wie is daar?.... Is u het, master Laun- celot Het jonge meisje zei verlegen „O, maar.... Dit is zeker niet de plaat* zooals ik bedoelde.... Want het is een par ticuliere woning, nietwaar, geen hotel „'t Is volkomen in orde", antwoordde haar geleider op zachten, overredenden toon. „Als u mij even excuseer en wilt, dan zal ik zorgen, dat alles geschikt wordt zooals u het ver langt." Hij liep haastig tot aan de voordeur, sprak daar op fluisterenden toon enkele woorden door het tralieruitje en toen volgde een ge luid van kettingen en grendels, die terugge schoven werden. Hoe vriendelijk- gezind de bewoners dan ny thten w^n, het huis leek versterkt banket, 4e. aan hem die tarwemeel of bloem verhandelt. Dat z.i. door deze beschikking de minister deels zijn bevoegdheid te buiten gaat door o.m. aan hem die „bereidt" de verplichting op te leggen. Uit een en ander zou volgens de kantonrechter volgen dat de tarwebeschik- king zijn verbindende kracht mist. Eveneens was de ambtenaar O.M. bij ge meld kantongerecht in hooger beroep geko men tegen een vonnis van denzelfden kan tonrechter, waarbij L. V„ 58 jaar, bakker te St. Jansteen, werd ontslagen van rechtsver volging ter zake van de hem ten laste gelegde overtreding van de tarwewet (voorhanden hebben van 150 K.G. tarwebloem B. zonder vergunning). Vervolgens was door den ambtenaar O.M. hooger beroep aangeteekend tegen een von nis van den kantonrechter te Hulst, waarbij F. L. v. R., 37 jaar, bakker te Hulst, werd ont. slagen van rechtsvervolging van de hem ten laste gelegde overtreding van de tarwewet (niet bijhouden van registers betreffende aankoop en verwerking). De eerste verdachte verklaarde door de in stelling van de tarwewet te zijn geruïneerd, en verklaarde ach niet aan de wetten te kunnen houden. Verder geeft hij een uitvoe rig verhaal van het invoeren van Belgisch brood. Verdachte ziet er groote ongelukken van komen als men zoc blijft voortgaan met te controleer m. De getuige Verhage, controleur van de tarwe, zegt inzage gevorderd te hebben van de registers. Getuige kwam tot de ontdekking dat de regi- ers niet waren bijgehouden en ziet hierin onwil van verdachte. De officier van justitie zegt, dat de kan tonrechter te Hulst, evenals meerdere, ook thans weer een z.i. onbegrijpelijk vonnis heeft gewezen. Het bereiden van brood doet hier niets ter zake Spr. acht van het grootste belang dat het vonnis van den kantonrechter wordt vernietigd en vraagt vernietiging van het vonnis en veroordeeling tot een geld boete van 50 of 10 dagen hechtenis. Verdachte V. verklaarde de registers niet te hebben bijgehouden, omdat hij van parti culieren bloem krijgt, waarvan hij brood moet bakken. Men heeft hem gezegd, dat hij daar van geen aanteekening behoeft te houden Verder houdt hij zich van den domme, wat de president doet opmerken „dat verdachte wei achterlijk doet dcch er pienter uitziet". Ver dachte geeft dit zelf toe. De officier van justitie ziet hier weer een merkwaardig vonnis. Het dost er niets toe o! het tarwe A of B is. De Hooge Raad heeft zich daar ook niet aan gestoord. Het vonnis zal volgens spr. niet in stand kunnen blijven terwijl doodeenvoudig is wat de menschen deen moeten. De officier eischt vernietiging van het vonnis en veroordeeling van verdach te tot een geldboete van 20 of 10 dagen hechtenis, er aan toevoegende, dat een vol gende maal duizend guldens boete zullen worden geëischt, naar gelang er aan de tarwe verdiend wordt. De derde verdachte was niet verschenen Hier eischte de officier vernietiging van het vonnis van den kantonrechter en veroordeel- ling tot een geldboete van 10 of 5 dagen hechtenis. Door F. A. C., 19 jaar, winkelbediende te Axel was hooger beroep aangeteekend tegen een vonnis van den kantonrechter te Ter Neuzen, waarbij hij wegens (bij een tramweg welke op den openbaren weg is aangelegd, met een voertuig op den tramweg verblijven wanneer een tram in aantocht is en dezen daardoor 'in zijn loop belemmeren) werd ver oordeeld tot een geldboete van 10 of 10 da gen hechtenis. De ambtenaar van het O.M. had eveneens hooger beroep aangeteekend. Eischbevestiging vonnis waarvan hooger beroep. F. P., 38 jaar, monteur te Sluiskil, thans in voorarrest, had zich te verantwoorden wegens oplichting. Verdachte was in Maart 1933 te Sluiskil bij den logementhouder A. Fermont gekomen en had dezen bij die gelegenheid medegedeeld, dat hij, verdachte, werk zou krijgen op de cokesfabriekdat hü geld wachtende was van zijn broer en bovendien van een kennis te Sas van Gent. Vervolgens vroeg hij den logementhouder in de kost te megen komen, doch thans nog geen geld te bezitten. Door voormelde verhalen, die allen in strijd met de ais een vesting. Ei* trad nu een vrouw te voorschijn in een nette, eenvoudige zwarte japon met zijden schortje en met een kaars in een koperen kandelaar in de hand. Hij had zoo iets gezegd van een vreemde hier in de stadgeen logement, dat haai kon opnemen; een geval van dringenden nood. Op innig-ontstelden toon hoorde zy de otde antwoorden. „O, maar master Launcelot! Dat kan immers niet!.... Wat hebt u nu gedaan v U weet toch wat de gevolgen kunnen zijn 1 Master Launcelot legde haar het zwijgen op, vriendelijk, maar gebiedend. „Het is onvermijdelijk, Rachel Het kan niet anders", hoorde het jonge meisje hem zeggen op een toon van onweerstaanbare beslistheid. „Ik zou zoo iets niet geriskeerd nebben, als het had kunnen vermeden wor den. Maar ze kan daar toch niet zoo buiten olijven in een weer, om hond noch kat door te jagenGeef haar een souper en een bed Morgenochtend zal zy weer vertrekken en daar zal niets geen leed van komen. Nu geen verzet meer, Rachel. Dit is eenmaal mijn verlangen." Hij sprak :nel en zachten meende, dat het jonge meisje daar vóór in de gang hem niet vei stond. Met een doordringenden wanhoopskreet dep de oude „Daar zal ellende van komen, master waarhc.d bleken te zyn, is de logementhou der bewogen aan verdachte eenige dagen maaltijden, logies en bewassching te ver schaffen. Verdachte door den president ondervraagd gaf een en ander toe. De gehoorde getuige deed verhalen op welke wyze hij door ver dachte bewogen was. Deze had thans een schuld b" hem van r 45.28. De officier van justitie aan het woord ko mende, zegt dat verdachte eer. ongewensch- te vreemdeling is en we dezen weer zoo spoe dig mogelijk moeten kwijt raken. De officier eischt 2 maanden gevangenis straf met aftrek voorarrest. De verdediger van verdachte, mr. A. M. J. van Deinse, is van meening dat de oplich ting niet vaststaat. Verdachte zou betaald hebben als hy werk had gekregen. Pleiter verzoekt voor verdachte clementie. W. D., 31 jaar, bode te Vrouwepolder, was in hooger beroep gekomen tegen een vonnis van den kantonrechter te Middelburg, waar bij hij wegens 1. een aan keuring onderwor pen slachtdier zonder vergunning slachten 2. de voorgeschreven kennisgeving niet doenr tweemaal gepleegd3. vleesch, dat aan keu ring is onderworpen dock niet van het voor geschreven merk is voorzien, vervoeren, twee maal gepleegd 4. vleesch. dat aan keuring is onderworpen, afleveren zonder het ver- eischte merk: werd veroordeeld tot f 25 of 5 d. h.2 geldboeten van IC of 2 maal 5 dagen hechtenis 25 of 5 d. h.5 of 5 d. h. en 25 of 5 d. h. Eisch bevestiging van het vonnis waarvan hooger beroep. A. S., 25 jaar, werkman te Middelburg, was in hoogeT beroep gekomen tegen een vonnis van den kantonrechter te Middelburg, waar bij hij als bestuurder van een rijwiel, buiten noodzaak de linkerzijde van den weg vou den, werd veroordeeid tot een geldboete van f 10 of 10 d. h. Eisch bevestiging van het vonnis waarvan hooger beroep met uitzondering van de straf f 5 of 2 d. h. C. v. S., 55 jaar, garagehouder te Goes, was in hooger beroep gekomen tegen een vonnis van den kantom-echter te Goes, waarbij hij wegens le. een rijwielpau anders berijden dan met een rijwiel2. als bestuurder van een motorrijtuig daarmede rijden over een weg op zoodanige wijze dat veiligheid van het verkeer wordt in gevaar gebracht, werd ver oordeeld tot een geldboete van 50 of 25 d. li. Nadat een tweetal getuigen waren gehoord werd de verdere behandeling dezer zaak uit gesteld tot 1 Juni a.s., omrede een tweetal getuigen waren weggebleven C. C., 23 jaar, koopman te Serooskerke (W.) was in verzet gekomen tegen een vonnis van de arrondlssements-rechtbank, waarby hü wegens oplichting, meermalen gepleegd, en verduistering werd veroordeeld tot een ge vangenisstraf van 6 maanden. Eischbekrachtiging van het vonnis waar tegen verzet. VeiJigheidsinrichting voor automobielen. Een eerste vereischte vooi de veiligheid van het verkeer op den openbaren weg is, dat het voertuig i.e. de automobiel door slechts één persoon wordt bestuurd. De automobilist weet, hoe hinderlijk het kan zün allerlei raadgevingen betreffende het besturen van den wagen in ontvangst te moeten nemen. De huidige constructie der bedieningsorganen zooals stuur, remmen, enz. is hierop geba seerd. De automobiel is dus geheel toevertrouwd aan één persoon. Echter kunnen zich gevallen voordoen, waarby dit systeem van alléén besturing tot ongewenschte gevolgen leidt. Men denke hier slechts aan onoplettendheid, vermoeidheid plotselinge gedachtenconcentratie of bewuste loosheid van den bestuurder, welke gevallen zich in de praktyk maar al te vaak voordoen In dergelijke omstandigheden staan inzit tenden machteloos tegenover otseling op komend gevaar, waarvan een ernstig onge luk het gevolg kan zijn. Deze gevolgen kunnen thans worden voor komen door montage van een noodrem-in- LauncelotLet op myn zeggendaar komt ongeluk van Hij ging nu naar zijn beschermelinge terug en vroeg „Zoudt u my willen volgen „Ik schaam mij waarlijk, dat ik vreemden zoo'n last moet aandoen. Ik verwachtte ook niet, dat u mü naar een particuliere woning bracht. Als ik hier stoor, toe ziet u dan. dat u een andere plaats voor mü weet te bedenken." HOOFDSTUK IV. Hü verwierp haar bezwaar met een be sbst,.Nu moet u aan niets anders denken dan dat wü u van dienst kunnen zün Dit is het huis van mün moeder, maar zü is ouo en blind en ziekelyk. U wilt het haar dus wel vergeven, dat zü zelve u niet ontvangr Als u de gedienstige maar volgen wilt, dan zal zü zorgen, dat het u zoo gemakkelijk mogelük wordt gemaakt. Ik vrees, dat u door en door nat is." Haar kieeren dropen waar zij stond. „Maar Rachel zal weJ doen. wat in haar vermogen is, om u een verkoudheid te besparen." Ofschoon het jonge meisje het niet aan genaam vond, om hier binnen te gaan, ter wjjl althans één in huis duideiyk uitgespro ken had, dat haar komst niet verlangd werd gaf zü toch gevolg aan zün uitnoodigenc gebaar en trad de ruime hall binnen, van waar een prachtig gebeeldhouwde eikenhou ten staatsietrap naar boven leidde. Halver wege de hall was er een groot boogvenster keeren weer terug na het gebruik var Itftijnhardt's Zenuwtabletten. Glazen Buisje 75 ct. By Apoth. en Drogisten. richting. Met deze reminrichting is het mo gelijk, door een enkele vingerdruk den wa gen binnen zéér korten tüd tot stilstand te brengen, wat kan geschieden op meerdere plaatsen in den automobiel. Men werpt natuurlyk direct het bezwaar op, dat deze reminrichting bü event, onoor deelkundig gebruik net aantal ongelukken slechts zou doen toenemen, doch dit bezwaar is op afdoende wüze ondervangen, terwijl nu tevens een directe controle op de attentie van den bestuurder wordt uitgeoefend. Onder staande beschrijving van de bediening zal een en ander duidelü'k maken. Het indrukken van een noodremschakelaar (waarvan ei verscheidene gemonteerd zün op gemakkelijk bereikbare plaatsen in den auto mobiel) veroorzaakt het gloeien eener sig naallamp, welke zóó is geplaatst dat deze moet worden waargenomen door den be stuurder indien niet dooi een of andere oor zaak zün attentie van de besturing is af geleid. Zeer korten tyd nadat genoemde schake laar is ingedrukt, wordt automatisch het remmechanisme in werking gesteld, doch dit kan door den bestuurder worden verhinderd indien hy in het remmen juist aanleiding tot een ongeluk zou zien. Hy behoeft hiertoe slechts een z.g. ringschakelaar. welke op het stuur is gemonteerd, in te drukken, waardoor hij de v/agen wederom geheel onder zyn be heer heeft. Door het plotseling-lichten der signaallamp wordt dus de aandacht van den bestuurder op een eventueel gevaar gevestigd. Gaat dit gloeien van den signaallamp door een der bovengenoemde oorzaken aan zyn aandacht voorby, dan zal het spoedig tot stilstand brengen vai- den wagen erger voor komen. Het tydsverloop fcusschen indrukken der nood-remschakelaar en aanzette*, der rem men is zoodanig, dat de bestuurder voldoen de gelegenheid heeft, het remmen te voor komen, terwijl toch uit den aard der zaak, dit tydsverloop zéér kort dient te zyn. Doch een groote reactiesnelheid moet van een goed bestuurder geëischt kunnen worden. Overbodig is het, sro. te wijzen, dat de noodreminrichting alleen in gevallen van nood wordt gebruikt, doei* b.v. ook goede diensten kan bewijzen by stationneeren in bergterrein. Hier zij nog opgemerkt, dat het mechanisme direct op het bestaande remsysteem werkt, zood&t een absolute controle op den toestand van dit remsysteem hiermede gemakkelyk wordt. Het systeem "s op elke wagen aan te brengen. De constructie is eenvoudig, waar door de kostprijs (ongeveer 1 a 2 van dien van den wagen) niet opweegt tegen de aan- zienlyk verhoogde veiligheid van het verkeer. Beschadiging van bladeren van appelboomen Op vele .plaatsen vertoonen de bladeren van verschillende appelvarieteiten opvallen de verschijnselen. De bovenzijde der bladeren is rimpelig. Aan de onderzijde laat de opperhuid los van het aangrenzende weefsel. Door scheurtjes, welke vaak in de losgelaten opperhuid ont staan, is het bladmoes als een lichtgroene, korrelige massa zientbaar. Ter voorlichting van belanghebbenden deelt de Plantenziektekundige Dienst mede. dat deze verschijnselen niet net gevolg zün van een parasitaire aantasting, ook niet, zooals wel vermoed wordt, van een beschadi- diglng door een sproeimiddel, maar dat zij veroorzaakt zijn door de strenge nachtvor sten van enkele weken geleden, resp. de lage temperatuur der laatste weken. Ook bü anders gewassen kunnen dergelyks verschijnselen als gevolg van lage tempera turen worden waargenomen. Het loslaten sn scheuren van de opperhuid kan men bü en kele tulpenvarleteiten zeer sterk zien. met gekleurd glas, waardoor met moeite, nog eenig daglicht viel. „Master Launcelot" ging haar vóór, maar ie oude hield hem oy den arm terug en 'luisterde hem in „Welke kamer Boven kan het niet. Het antwoord, hoorde Jocelyn niet. Hü verdween in het duister, waar hij wel lijn weg scheen te kunnen vinden. Ze hoorde niet eens züh voetstappen. Heel de omgeving was zoo geheimzinnig, dat ze zich hier ook alweer niet op haar gemak voelde. Waarom was het zoo donker en zoo stil en waarom had de oude gedienstige zich zoozeer verzet egen haar komst? Rachel ging haar vóór, veel vlugger dan men van haar verwacht zou hebben. Zü haastte den gast voor door den langen cor- •idor met deuren aan weerszüden. Hier en aaar zag Jocelyn een boogvensterde muur //as overigens met paneelen ingelegd Toen ging er een deur open en werd zü binnenge laten in een kleme kamer, maar zóó licht en gezellig, dat al haar angst nu ineens ver- iween als sneeuw voor de zon. Het scheen het vertrek te wezen, waar de >ude huishoudster zeker in den regel zat Er brandde een groot vuur in den haard, die prachtig onderhouden was met het bankend gepoetste koperwerk. Er stond een petro leumlamp op tafel, die haar gezellig, zacht licht door het vertrek verspreidde met war men gloed, ("Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1933 | | pagina 6