SPORT
Rust, kalmte en
zeifbeheersehing
LAND- EN TUINBOUW
arbeid, van wijlen den hoofdcommissaris Ver
steeg, wiens naam in de geschiedenis der
Haagsche politie steeds met eere genoemd zal
worden.
Het gemeentebestuur begint nu eindelijk
met zijn financiën eens in den kneep te ge
raken, De wethouder van financiën is als
Kamerlid gekozen en dus kan een ander het
zaakje gaan opknappen. Eindelijk begint men
in te zien dat diep-ingrüpende maatregelen
noodig zijn. De strop, die de tram ons be
zorgt van in plaats een zoe« winstje, een
leelijk verlies op te leveren, moet in de eer
ste plaats aan de beurt komen. Het zal noodig
zyn hier zeer drastische maatregelen te ne
men. Of men het doen zal is een tweede.
Wy vreezen, dat het bij praten zal blijven,
zooals tot nu toe het geval was.
Op de bedrijven zal ook nog wel wat te
verbeteren zijn, maar die hebben altijd zoo
veel winst gemaakt, dat men er nooit over
gedacht heeft of het daar niet anders kon.
En dan natuurlijk de groote slok-op, het
onderwijs.
Er zijn hier millioener. uit te winnen en fe
verplaatsen, mits men e'ndelyk een anderen
weg wil inslaan. Met klein gepruts van hier
eens duizend gulden en daar eens honderd
komt men er niet. De tering- moet naar de
nering worden gezet.
Streng moet er de hand aan gehouden
worden dat niet langer werknemers van bui
ten de stad zich hier vestigen. Een belasting
op indienstneming van deze worde toegepast
om de kosten der werkloosheidsbestrijding te
verminderen, want deze zijn heel hoog en uit
sluitend het gevolg van het feit, dat er maar
steeds nieuwe krachten zich hier vestigden «-n
de werkloosheid direct of indirect bevorder
den.
Een belangrijk vraagstuk i- ook dat der
erfpacht. Men heeft hier dit systeem tot in
het uiterste doorgevoerd en daardoor de
schuldenlast der gemeente enorm verhoogd.
De canon voor de erfpacht is wel hoog, zoo
dat men er wel mee uitkomt, maar het is de
vraag wat er op den duur van wordt, want er
zal een tijd komen dat die erfpacht omlaag
moet, omdat anders de bouwnijverheid niet
meer kan functionneeren. De te hooge huren
zijn nu reeds voor een deel aan de te hooge
erfpachten te wijten en feitelijk heft de ge
meente hier indirect een belasting op den
grond. Erfpacht is theoretisch fraai wanneer
het doel is, dat de gemeente eenige macht
wil behouden over den grond, die zij te eeni-
ger tijd kan noodig hebben. Maar op andere
wijze waTe daarvoor wel een uitweg te vin
den. Het stelsel is hier al vastgeloopen en
herhaaldelijk is debat gevoerd over de wen-
schelijkheid van wijziging. De termijn waar
voor de erfpacht wordt aangecaan is bespot
telijk. In 75 jaar tijds kan alles veranderd
zijn en het zal dus onvermijdelijk zijn, dat
nu en dan herschatting der grond-waarde
geschiedt. Hier valt echter nadeel voor de
gemeente bij te vreezen, want van verhooging
zal wel zelden sprake zijn.
Een juiste beoordeeling van de grondpoli-
tïek, die voor een zich zoo sterk uitbreidende
stad van heel veel gewicht is, is onmogelijk-
Heel wat gronden zijn gekoch tegen prijzen
die ze thans zeker niet meer zouden halen,
maar men kon dat niet voorzien. Het zeer
sterke element van speculatie in deze poli
tiek is voor een overheid een ernstig bezwaar
De eenige vergoelijkende omstandigheid is
daarbij, dat zij de speculatie door particulie
ren er mee tegengaat. Een leelijk ding is ech
ter, dat er al speculatie in erfpacht-gronden
mogelijk is gebleken, waartegen nog niet
krachtig genoeg wordt opgetreden.
Een grondige herziening van dit gansche
stelsel is noodig, want er zijn Ieeüjke uitwas
sen, waarvan als altijd het publiek de dupe
wordt. EIBER.
RECHTSZAKEN
Rechtbank te Middelburg.
Door de rechtbank te Middelburg werden
gisteren de volgende zaken behandeld
C. M., 27 jaar, tuinier, verblijvende te Ter
Neuzen, thans in voorarrest, had zich te ver
antwoorden wegens oplichting. Verdachte
was in Maart 1933 bij zekeren Janse te Ter
Neuzen gekomen dezen mededeelende, dat hij
inspecteur van de Banque Mercure te Ant
werpen was en thans de gecontracteerde
obligaties kwam controleerendat de maand
langt, kan ik wel een fiets halen en met u
meerijden, om u den weg te wijzen."
„Er is een lekje in mijn voorband", ant
woordde zij, blijkbaar de wanhoop nabij, „en
ik ben vreeseiyk moe. Weet u hier geen lo
gies voor mij
Hij zweeg een oogenblik en scheen een
innerlijken strijd te voeren. Maar zijn mede
lijden behaalde toch de overhand, want hij
kon haar toch niet zóó in den regen en
wind laten dwalen. Hoe gewaagd 't misschien
ook was, hij moest hulp bieden.
„Er is hier in de stad geen logies te krij
gen, maar toch weet ik voor den nacht wel
een onderdak voor u. Gaat u maar met mij
mee, dan kan ik u een plaats aanwijzen, waar
u goed verzorgd zult worden. Geeft u mij nu
de fiets, dan zal ik de paraplu boven u hou
den, want het is nog een eindje af."
„Of dat geeft niet", zei ze, haast opge
wekt door die plotselinge uitkomst. „Maar de
beschutting van uw paraplu wil ik niet heb
ben. Ik ben nu al zoo nat als ik maar wezen
kan, dus houdt u ze liever voor u."
Wat een sterken wil moest hü toch bezit
ten, want ondanks haar krachtig betoog,
hield hij de paraplu boven haar, met een
uitdrukking op het gelaat, die haar wel een
bewijs was, dat niets hem daarvan zou af
brengen een ongekende gewaarwording
voor iemand van zoo'n sterken wil als z ij
Ze sloegen een zijstraat in en liepen die
teneinde, waar ze op een g kwamen,
zeker begrensd dc;>r wet wi roever dit
Maart reeds was ingegaan en J. 4 ver
schuldigd was aan den agent, wat verdachte
wel aan dezen zou afdragen. J. overhandigde
daarop verdachte voornoemd geldsbedrag,
terwijl later bleek, dat de gedane mededee-
lingen in strijd met de waarheid waren en
het geld door hem niet aan den agent was
afgedragen.
Vervolgens had verdachte zich in het tijd
vak 1 December 1932 tot 15 Januari 1933 te
Ter Neuzen uitgegeven voor inspecteur van
meergenoemde bank en was hij bij zekeren
Hengstdijk te Ter Neuzen gekomen en had
laatstgenoemde medegedeeld, dat deze hoofd
agent bij de bank kon worden, doch dan aan
verdachte een geldbeurag van 250 moest ter
hand stellen. H. zou dan een maandsalaris
krijgen van 1500 francs, mits hij 30 obligaties
per maand zou omzetten. H. gaf daarop het
gevraagde geld aan verdachte, doch zit thans
nog te wachten op de aanstelling als hoofd
agent by voornoemde bank, terwijl bij on
derzoek is gebleken, dat verdachte's verhalen
allen leugens waren.
Verdachte, door den president ondervraagd,
erkende de hem ten laste gelegde feiten, hij
had geen geld en moest aan contanten ko
men om te kunnen bestaan.
Een tweetal getuigen verklaarden aangaan
de de door verdachte gedane mededeelingen
en betalingen die ze aan verdachte hadden
gedaan.
De officier van justitie requisitoir nemen
de, zeide dat verdachte een bijzonder sluwe
oplichter is en leeft van deugnieterij. Verle
den jaar heeft hij 5 maanden gezeten voor
een soortgelijk feit en thans licht hij weer
verschillende menschen op. Spr. had hier wei
20 dagvaardingen kunnen maken, en wij zou
den, aldus spr., hier wel een geheelen dag
mee kunnen vullen. Een arme man als H. is
f 250 afhandig gemaakt. Verdachte noemt
zich wel inspecteur doch voor een dergelijke
betrekking is hij totaal onbekwaam. Zijn ver
halen maakte hij aannemelijk en ging dan
met een gespekte beurs de eur uit. Van
dezen verdachte is volgens de officier niets
goeds te verwachten.
Hij eischte 8 maanden gevangenisstraf.
De verdediger van verdachte, mr. A. M. J
van Deinst"1, advocaat te Middelburg, bepleit
te clementie, mogelijk kan verdachte na om
slag weer bij zijn vader aan het werk komen
De officier van justitie is van meening, dat
de vader verdachte liever niet ziet als wel en
ziet geen enkele omstandigheid vcor clemen
tie.
Aan J. P. T. T., 29 jaar, bakkersknecht te
Oostburg, thans in voorarrest was ten laste
gelegd, dat hij in het tijdvak October 1932
tot Februari 1933 in Zeeuwsch-Vlaanderen
opzettelijk een geldsbedrag van 250 a 500
dat hij als agent va* het kantoor „Dorman
Gist Venlo" onder zich had wegens verkochte
gist aan diverse klanten in Zeeuwsch-Vlaan
deren en welk geld hij moest afdragen aan
voornoemde firma, wederrechtelijk zich heeft
toegeëigend.
Verdachte, door den president ondervraagd,
gaf een verduistering van een geldsbedrag
groot 230 toe, doch niet dat van 500. Hij
heeft het geld ten eigen bate aangewend
omdat hij van zijn loon niet kon bestaan.
De officier van justitie is van meening, dat
de firma die verdachte in zijn dienst heeft
genomen, verkeerd heeft gedaan, door eerst
niet eens te informeeren hoe hij bekend
staat. Verdachte heeft een zwerversnatuur en
is reeds eerder veroordeeld geweest. Spr. wil
echter verdachte de kans geven zijn leven te
beteren rn vraagt 4 maa iden gevangenisstraf
waarvan 2 maanden onvoorwaardelijk en 2
maanden voorwaardelijk een en ander met
aftrek voorarrest.
De verdediger van verdachte, mr. A. M. J
van Deinse, bepleitte clementie en refereerde
zich overigens aan het oordeel van de recht
toeT*
De ambtenaar van het O.M. bij het kan
tongerecht te Hulst, was in hooger beroep
gekomen t-rgen een vonnis van den kanton
rechter, waarbij E. J. S., 32 jaar, bakker te
Hulst, werd ontslagen van rechtsvervolging
van de hem ten laste gelegde overtreding
van de tarwewet, nl. het niet bijhouden der
registers betreffende aankoop, verkoop en
verwerking.
De kantonrechter* overwoog destijds in zijn
vonnis o.m., dat art. 4 der tarwewetbeschik-
king de verplichting oplegtle. aan den
bereider van tarwemeel of bloem, 2e. aan den
verwerker, 3e. aan den verwerker tot brood of
nog te onderscheiden viel. Na een wandeling
van een tien minuten stonden ze voor een
t.oogen muur, die den weg aan de eene zijde
begrensde.
Hij stak den sleutel in het slot en trok
tegelijk aan een bel, die zij van verre hoorde
weerklinken in het groote huis. Zij kon
hiervan nog niet veel onderscheidenalleen
dan, dat het van grijzen steen was, statig en
indrukwekkend.
Zij betrad nu een lange, steenen gang, die
naar de huisdeur leidde. Een oude lantaarn
hing boven hun hoofden en verspreidde een
koud, geelachtig licht. Een tralietje werd te*
zijde geschoven in de voordeur en een tril
lende stem riep op vreesachtigen toon
„Wie is daar?.... Is u het, master Laun-
celot
Het jonge meisje zei verlegen
„O, maar.... Dit is zeker niet de plaat*
zooals ik bedoelde.... Want het is een par
ticuliere woning, nietwaar, geen hotel
„'t Is volkomen in orde", antwoordde haar
geleider op zachten, overredenden toon. „Als
u mij even excuseer en wilt, dan zal ik zorgen,
dat alles geschikt wordt zooals u het ver
langt."
Hij liep haastig tot aan de voordeur, sprak
daar op fluisterenden toon enkele woorden
door het tralieruitje en toen volgde een ge
luid van kettingen en grendels, die terugge
schoven werden.
Hoe vriendelijk- gezind de bewoners dan
ny thten w^n, het huis leek versterkt
banket, 4e. aan hem die tarwemeel of bloem
verhandelt.
Dat z.i. door deze beschikking de minister
deels zijn bevoegdheid te buiten gaat door
o.m. aan hem die „bereidt" de verplichting
op te leggen. Uit een en ander zou volgens
de kantonrechter volgen dat de tarwebeschik-
king zijn verbindende kracht mist.
Eveneens was de ambtenaar O.M. bij ge
meld kantongerecht in hooger beroep geko
men tegen een vonnis van denzelfden kan
tonrechter, waarbij L. V„ 58 jaar, bakker te
St. Jansteen, werd ontslagen van rechtsver
volging ter zake van de hem ten laste gelegde
overtreding van de tarwewet (voorhanden
hebben van 150 K.G. tarwebloem B. zonder
vergunning).
Vervolgens was door den ambtenaar O.M.
hooger beroep aangeteekend tegen een von
nis van den kantonrechter te Hulst, waarbij
F. L. v. R., 37 jaar, bakker te Hulst, werd ont.
slagen van rechtsvervolging van de hem ten
laste gelegde overtreding van de tarwewet
(niet bijhouden van registers betreffende
aankoop en verwerking).
De eerste verdachte verklaarde door de in
stelling van de tarwewet te zijn geruïneerd,
en verklaarde ach niet aan de wetten te
kunnen houden. Verder geeft hij een uitvoe
rig verhaal van het invoeren van Belgisch
brood. Verdachte ziet er groote ongelukken
van komen als men zoc blijft voortgaan met
te controleer m.
De getuige Verhage, controleur van de
tarwe, zegt inzage gevorderd te hebben van
de registers. Getuige kwam tot de ontdekking
dat de regi- ers niet waren bijgehouden en
ziet hierin onwil van verdachte.
De officier van justitie zegt, dat de kan
tonrechter te Hulst, evenals meerdere, ook
thans weer een z.i. onbegrijpelijk vonnis heeft
gewezen. Het bereiden van brood doet hier
niets ter zake Spr. acht van het grootste
belang dat het vonnis van den kantonrechter
wordt vernietigd en vraagt vernietiging van
het vonnis en veroordeeling tot een geld
boete van 50 of 10 dagen hechtenis.
Verdachte V. verklaarde de registers niet
te hebben bijgehouden, omdat hij van parti
culieren bloem krijgt, waarvan hij brood moet
bakken. Men heeft hem gezegd, dat hij daar
van geen aanteekening behoeft te houden
Verder houdt hij zich van den domme, wat de
president doet opmerken „dat verdachte wei
achterlijk doet dcch er pienter uitziet". Ver
dachte geeft dit zelf toe.
De officier van justitie ziet hier weer een
merkwaardig vonnis. Het dost er niets toe o!
het tarwe A of B is. De Hooge Raad heeft
zich daar ook niet aan gestoord. Het vonnis
zal volgens spr. niet in stand kunnen blijven
terwijl doodeenvoudig is wat de menschen
deen moeten. De officier eischt vernietiging
van het vonnis en veroordeeling van verdach
te tot een geldboete van 20 of 10 dagen
hechtenis, er aan toevoegende, dat een vol
gende maal duizend guldens boete zullen
worden geëischt, naar gelang er aan de tarwe
verdiend wordt.
De derde verdachte was niet verschenen
Hier eischte de officier vernietiging van het
vonnis van den kantonrechter en veroordeel-
ling tot een geldboete van 10 of 5 dagen
hechtenis.
Door F. A. C., 19 jaar, winkelbediende te
Axel was hooger beroep aangeteekend tegen
een vonnis van den kantonrechter te Ter
Neuzen, waarbij hij wegens (bij een tramweg
welke op den openbaren weg is aangelegd,
met een voertuig op den tramweg verblijven
wanneer een tram in aantocht is en dezen
daardoor 'in zijn loop belemmeren) werd ver
oordeeld tot een geldboete van 10 of 10 da
gen hechtenis.
De ambtenaar van het O.M. had eveneens
hooger beroep aangeteekend.
Eischbevestiging vonnis waarvan hooger
beroep.
F. P., 38 jaar, monteur te Sluiskil, thans in
voorarrest, had zich te verantwoorden wegens
oplichting.
Verdachte was in Maart 1933 te Sluiskil bij
den logementhouder A. Fermont gekomen en
had dezen bij die gelegenheid medegedeeld,
dat hij, verdachte, werk zou krijgen op de
cokesfabriekdat hü geld wachtende was
van zijn broer en bovendien van een kennis
te Sas van Gent. Vervolgens vroeg hij den
logementhouder in de kost te megen komen,
doch thans nog geen geld te bezitten. Door
voormelde verhalen, die allen in strijd met de
ais een vesting.
Ei* trad nu een vrouw te voorschijn in een
nette, eenvoudige zwarte japon met zijden
schortje en met een kaars in een koperen
kandelaar in de hand.
Hij had zoo iets gezegd van een vreemde
hier in de stadgeen logement, dat haai
kon opnemen; een geval van dringenden
nood.
Op innig-ontstelden toon hoorde zy de
otde antwoorden.
„O, maar master Launcelot! Dat kan
immers niet!.... Wat hebt u nu gedaan v
U weet toch wat de gevolgen kunnen zijn 1
Master Launcelot legde haar het zwijgen
op, vriendelijk, maar gebiedend.
„Het is onvermijdelijk, Rachel Het kan
niet anders", hoorde het jonge meisje hem
zeggen op een toon van onweerstaanbare
beslistheid. „Ik zou zoo iets niet geriskeerd
nebben, als het had kunnen vermeden wor
den. Maar ze kan daar toch niet zoo buiten
olijven in een weer, om hond noch kat door
te jagenGeef haar een souper en een bed
Morgenochtend zal zy weer vertrekken en
daar zal niets geen leed van komen. Nu geen
verzet meer, Rachel. Dit is eenmaal mijn
verlangen."
Hij sprak :nel en zachten meende, dat het
jonge meisje daar vóór in de gang hem niet
vei stond.
Met een doordringenden wanhoopskreet
dep de oude
„Daar zal ellende van komen, master
waarhc.d bleken te zyn, is de logementhou
der bewogen aan verdachte eenige dagen
maaltijden, logies en bewassching te ver
schaffen.
Verdachte door den president ondervraagd
gaf een en ander toe. De gehoorde getuige
deed verhalen op welke wyze hij door ver
dachte bewogen was. Deze had thans een
schuld b" hem van r 45.28.
De officier van justitie aan het woord ko
mende, zegt dat verdachte eer. ongewensch-
te vreemdeling is en we dezen weer zoo spoe
dig mogelijk moeten kwijt raken.
De officier eischt 2 maanden gevangenis
straf met aftrek voorarrest.
De verdediger van verdachte, mr. A. M. J.
van Deinse, is van meening dat de oplich
ting niet vaststaat. Verdachte zou betaald
hebben als hy werk had gekregen. Pleiter
verzoekt voor verdachte clementie.
W. D., 31 jaar, bode te Vrouwepolder, was
in hooger beroep gekomen tegen een vonnis
van den kantonrechter te Middelburg, waar
bij hij wegens 1. een aan keuring onderwor
pen slachtdier zonder vergunning slachten
2. de voorgeschreven kennisgeving niet doenr
tweemaal gepleegd3. vleesch, dat aan keu
ring is onderworpen dock niet van het voor
geschreven merk is voorzien, vervoeren, twee
maal gepleegd 4. vleesch. dat aan keuring
is onderworpen, afleveren zonder het ver-
eischte merk: werd veroordeeld tot f 25 of
5 d. h.2 geldboeten van IC of 2 maal 5
dagen hechtenis 25 of 5 d. h.5 of 5 d.
h. en 25 of 5 d. h.
Eisch bevestiging van het vonnis waarvan
hooger beroep.
A. S., 25 jaar, werkman te Middelburg, was
in hoogeT beroep gekomen tegen een vonnis
van den kantonrechter te Middelburg, waar
bij hij als bestuurder van een rijwiel, buiten
noodzaak de linkerzijde van den weg vou
den, werd veroordeeid tot een geldboete van
f 10 of 10 d. h.
Eisch bevestiging van het vonnis waarvan
hooger beroep met uitzondering van de straf
f 5 of 2 d. h.
C. v. S., 55 jaar, garagehouder te Goes, was
in hooger beroep gekomen tegen een vonnis
van den kantom-echter te Goes, waarbij hij
wegens le. een rijwielpau anders berijden
dan met een rijwiel2. als bestuurder van
een motorrijtuig daarmede rijden over een
weg op zoodanige wijze dat veiligheid van het
verkeer wordt in gevaar gebracht, werd ver
oordeeld tot een geldboete van 50 of 25 d. li.
Nadat een tweetal getuigen waren gehoord
werd de verdere behandeling dezer zaak uit
gesteld tot 1 Juni a.s., omrede een tweetal
getuigen waren weggebleven
C. C., 23 jaar, koopman te Serooskerke (W.)
was in verzet gekomen tegen een vonnis van
de arrondlssements-rechtbank, waarby hü
wegens oplichting, meermalen gepleegd, en
verduistering werd veroordeeld tot een ge
vangenisstraf van 6 maanden.
Eischbekrachtiging van het vonnis waar
tegen verzet.
VeiJigheidsinrichting voor automobielen.
Een eerste vereischte vooi de veiligheid
van het verkeer op den openbaren weg is, dat
het voertuig i.e. de automobiel door slechts
één persoon wordt bestuurd. De automobilist
weet, hoe hinderlijk het kan zün allerlei
raadgevingen betreffende het besturen van
den wagen in ontvangst te moeten nemen.
De huidige constructie der bedieningsorganen
zooals stuur, remmen, enz. is hierop geba
seerd.
De automobiel is dus geheel toevertrouwd
aan één persoon.
Echter kunnen zich gevallen voordoen,
waarby dit systeem van alléén besturing tot
ongewenschte gevolgen leidt. Men denke hier
slechts aan onoplettendheid, vermoeidheid
plotselinge gedachtenconcentratie of bewuste
loosheid van den bestuurder, welke gevallen
zich in de praktyk maar al te vaak voordoen
In dergelijke omstandigheden staan inzit
tenden machteloos tegenover otseling op
komend gevaar, waarvan een ernstig onge
luk het gevolg kan zijn.
Deze gevolgen kunnen thans worden voor
komen door montage van een noodrem-in-
LauncelotLet op myn zeggendaar komt
ongeluk van
Hij ging nu naar zijn beschermelinge terug
en vroeg
„Zoudt u my willen volgen
„Ik schaam mij waarlijk, dat ik vreemden
zoo'n last moet aandoen. Ik verwachtte ook
niet, dat u mü naar een particuliere woning
bracht. Als ik hier stoor, toe ziet u dan.
dat u een andere plaats voor mü weet te
bedenken."
HOOFDSTUK IV.
Hü verwierp haar bezwaar met een be
sbst,.Nu moet u aan niets anders denken
dan dat wü u van dienst kunnen zün Dit is
het huis van mün moeder, maar zü is ouo
en blind en ziekelyk. U wilt het haar dus
wel vergeven, dat zü zelve u niet ontvangr
Als u de gedienstige maar volgen wilt, dan
zal zü zorgen, dat het u zoo gemakkelijk
mogelük wordt gemaakt. Ik vrees, dat u
door en door nat is." Haar kieeren dropen
waar zij stond. „Maar Rachel zal weJ
doen. wat in haar vermogen is, om u een
verkoudheid te besparen."
Ofschoon het jonge meisje het niet aan
genaam vond, om hier binnen te gaan, ter
wjjl althans één in huis duideiyk uitgespro
ken had, dat haar komst niet verlangd werd
gaf zü toch gevolg aan zün uitnoodigenc
gebaar en trad de ruime hall binnen, van
waar een prachtig gebeeldhouwde eikenhou
ten staatsietrap naar boven leidde. Halver
wege de hall was er een groot boogvenster
keeren weer terug na het gebruik var
Itftijnhardt's Zenuwtabletten.
Glazen Buisje 75 ct.
By Apoth. en Drogisten.
richting. Met deze reminrichting is het mo
gelijk, door een enkele vingerdruk den wa
gen binnen zéér korten tüd tot stilstand te
brengen, wat kan geschieden op meerdere
plaatsen in den automobiel.
Men werpt natuurlyk direct het bezwaar
op, dat deze reminrichting bü event, onoor
deelkundig gebruik net aantal ongelukken
slechts zou doen toenemen, doch dit bezwaar
is op afdoende wüze ondervangen, terwijl nu
tevens een directe controle op de attentie van
den bestuurder wordt uitgeoefend. Onder
staande beschrijving van de bediening zal een
en ander duidelü'k maken.
Het indrukken van een noodremschakelaar
(waarvan ei verscheidene gemonteerd zün op
gemakkelijk bereikbare plaatsen in den auto
mobiel) veroorzaakt het gloeien eener sig
naallamp, welke zóó is geplaatst dat deze
moet worden waargenomen door den be
stuurder indien niet dooi een of andere oor
zaak zün attentie van de besturing is af
geleid.
Zeer korten tyd nadat genoemde schake
laar is ingedrukt, wordt automatisch het
remmechanisme in werking gesteld, doch dit
kan door den bestuurder worden verhinderd
indien hy in het remmen juist aanleiding
tot een ongeluk zou zien. Hy behoeft hiertoe
slechts een z.g. ringschakelaar. welke op het
stuur is gemonteerd, in te drukken, waardoor
hij de v/agen wederom geheel onder zyn be
heer heeft.
Door het plotseling-lichten der signaallamp
wordt dus de aandacht van den bestuurder
op een eventueel gevaar gevestigd.
Gaat dit gloeien van den signaallamp door
een der bovengenoemde oorzaken aan zyn
aandacht voorby, dan zal het spoedig tot
stilstand brengen vai- den wagen erger voor
komen.
Het tydsverloop fcusschen indrukken der
nood-remschakelaar en aanzette*, der rem
men is zoodanig, dat de bestuurder voldoen
de gelegenheid heeft, het remmen te voor
komen, terwijl toch uit den aard der zaak,
dit tydsverloop zéér kort dient te zyn. Doch
een groote reactiesnelheid moet van een goed
bestuurder geëischt kunnen worden.
Overbodig is het, sro. te wijzen, dat de
noodreminrichting alleen in gevallen van
nood wordt gebruikt, doei* b.v. ook goede
diensten kan bewijzen by stationneeren in
bergterrein.
Hier zij nog opgemerkt, dat het mechanisme
direct op het bestaande remsysteem werkt,
zood&t een absolute controle op den toestand
van dit remsysteem hiermede gemakkelyk
wordt. Het systeem "s op elke wagen aan te
brengen. De constructie is eenvoudig, waar
door de kostprijs (ongeveer 1 a 2 van dien
van den wagen) niet opweegt tegen de aan-
zienlyk verhoogde veiligheid van het verkeer.
Beschadiging van bladeren van appelboomen
Op vele .plaatsen vertoonen de bladeren
van verschillende appelvarieteiten opvallen
de verschijnselen.
De bovenzijde der bladeren is rimpelig.
Aan de onderzijde laat de opperhuid los van
het aangrenzende weefsel. Door scheurtjes,
welke vaak in de losgelaten opperhuid ont
staan, is het bladmoes als een lichtgroene,
korrelige massa zientbaar.
Ter voorlichting van belanghebbenden
deelt de Plantenziektekundige Dienst mede.
dat deze verschijnselen niet net gevolg zün
van een parasitaire aantasting, ook niet,
zooals wel vermoed wordt, van een beschadi-
diglng door een sproeimiddel, maar dat zij
veroorzaakt zijn door de strenge nachtvor
sten van enkele weken geleden, resp. de lage
temperatuur der laatste weken.
Ook bü anders gewassen kunnen dergelyks
verschijnselen als gevolg van lage tempera
turen worden waargenomen. Het loslaten sn
scheuren van de opperhuid kan men bü en
kele tulpenvarleteiten zeer sterk zien.
met gekleurd glas, waardoor met moeite, nog
eenig daglicht viel.
„Master Launcelot" ging haar vóór, maar
ie oude hield hem oy den arm terug en
'luisterde hem in
„Welke kamer Boven kan het niet.
Het antwoord, hoorde Jocelyn niet.
Hü verdween in het duister, waar hij wel
lijn weg scheen te kunnen vinden. Ze hoorde
niet eens züh voetstappen. Heel de omgeving
was zoo geheimzinnig, dat ze zich hier ook
alweer niet op haar gemak voelde. Waarom
was het zoo donker en zoo stil en waarom
had de oude gedienstige zich zoozeer verzet
egen haar komst?
Rachel ging haar vóór, veel vlugger dan
men van haar verwacht zou hebben. Zü
haastte den gast voor door den langen cor-
•idor met deuren aan weerszüden. Hier en
aaar zag Jocelyn een boogvensterde muur
//as overigens met paneelen ingelegd Toen
ging er een deur open en werd zü binnenge
laten in een kleme kamer, maar zóó licht en
gezellig, dat al haar angst nu ineens ver-
iween als sneeuw voor de zon.
Het scheen het vertrek te wezen, waar de
>ude huishoudster zeker in den regel zat Er
brandde een groot vuur in den haard, die
prachtig onderhouden was met het bankend
gepoetste koperwerk. Er stond een petro
leumlamp op tafel, die haar gezellig, zacht
licht door het vertrek verspreidde met war
men gloed,
("Wordt vervolgd.)