mm m GEMENGD NIEUWS JP JfAi I L 10 giestort moet worden) terwijl de wette lijke elschen worden nageleefd. Zoodra nu de tijd daarvoor rijp is, tracht anen een obligatie-leening te sluiten hiertoe vervaardigt men een prospectus, gewoonlijk voorzien van schoonklinkende namen, al dan niet daarvoor gekocht, met een redactie, hel der en klaar, en waaruit blijkt, dat gij rente en aflossing, desgewenscht, in zuiver goud uitbetaald kunt krijgen. Deze kapitalistische instellingen (u- ziet dat) zijn financieel zoo zwaar belast, dat deze zelfs in normale tijden van alle bestaansze kerheid zijn buitengesloten. Al dadelijk blijkt, dat de onderneming niet kan rendeeren, en daarom gaat men over tot massa-productie in continu-bedrijf. Door de massa-productie ontstaat er een overproductie, om de eenvoudige redenen, dat de koopkracht van den consument de zelfde bleef, dus niet groeide. Is deze face voorbij dan volgt de werkloos heid, en, verder geen uitweg ziende, gaat men tot een kapitaalsreorganisatie over, hetgeen wil zeggen, dat de obligatiehouder, dus de spaarder, dikwijls 50 van zijn spaarpen ningen heeft verloren. Doch daar dit weder om een vermindering van koopkracht betee- kent vaart daarbij het kapitalistische stelsel even slecht. Een volgend hulpmiddel is dan veelal de loonsverlaging, waarbij wederom over het hoofd wordt gezien, dat de koopkracht daar door daalt, dus remmend op het kapitalisti sche stelsel moet werken. Zijn tenslotte alie hulpmiddelen uitgeput om de reeds vergane fundamenten voer het kapitalistische stelsel te camoufleeren, dan probeert men het mid del der inflatie. Dit is het tijdperk waarin op de wreedst mogelijke wijze de massamoord wordt toege past, inzonderheid op den spaarder. Dat deze moord op de meest denkbare gewetenlooze wijze wordt toegepast, en de moordenaar zeer wel weet, dat ook dit zijn ziek stelsel niet gezond kan maken, moge vreemd klinken, de feiten hebben dit bij herhaling geleerd. Zoo werkt het kapitalistische stelsel en niet anders. Waar nu landen die eens een vooraan staande plaats in de samenleving innamen bovenstaand voorbeeld volgen, blijkt daaruit dat ook zij steunen op de zwakke, meer dan halfvergane fundamenten van het kapitalis tisch stelsel, tenzij die regeering machteloos blijkt te staan tegenover de intrigue van ge wetenlooze schurken bezwangerd met infla tie-plannen. In dit geval dient niet alleen de midden stand paraat te zijn, zich geheel en al achter de regeering scharende, doch allen, die niets uitstaande hebben met genoemd stelsel. Dit alleen kan ons vrijwaren voor de ramp, nl. de ineenstorting van de geheele „volks huishouding'. In mijn vorig artikel heb ik er op gewezen, dat de door mij bedoelde spaarders zich zou den moeten wenden tot de bankiers-emitten- ten, welke de bedeelde leeningen hier te lande hebben geïntroduceerd. Mij is echter medegedeeld, dat de „haute finance" getracht heeft, berichten te lancee- ren, ten doel hebbende mijn aanwijzing te disqualificeeren, en mijn pogen de inflatie te bestrijden, schipbreuk te doen lijden. Vertrouwende dat deze berichten juist zijn spijt het mij voor die heeren hun te moeten mededeelen dat Duitschland meer dan waar schijnlijk mijn meening deelt. Immers, tegen het einde dezer maand heeft de Duitsche regeering de obligatiehou ders uitgenoodigd tot een bespreking, waarbij moet worden verstaan, dat hiermede de resp bankiers en emittenten bedoeld worden. Vanzelfsprekend zullen deze instellingen trachten aan hun verplichtingen te ontko men, ten koste van den spaarder misschien en vrij waarschijnlijk zullen er bij zijn, van zeer nabij geparenteerd aan het kapitalis tisch stelsel, doch dit verandert de zaak niet En waar nu de dagbladen den spaarder aansporen deze kwestie door den rechter te laten behandelen, daar wordt het m.i. tijd tot optreden eener gezamenlijke actie der mid denstanders, onverschillig zij hun spaarpen ningen in die richting hebben uitgeleend of niet. Dit eischt het landsbelang, en dit is de eerste en moest waarachtige steun-, welke wij onze regecring kunnen geven, en welke wij haar schuldig zijn ter wille van de instand houding onzer welvaart. Dat deze oproep meer in zich heeft dan men misschien zal denken, moge blijken uit het volgende Naar ik verneem heeft Duitschland van ons land geleend het bedrag van plm. 200 milliard gulden, waarvan plm. 94 milliard op korten termijn. Stellen wij nu dat de munt, dooi* inflatie, terug wordt gebracht op 50 (daartoe schijnt Roosevelt machtiging te hebben), dan zou dit (en binnen zeer korteen ka pitaal verlies voor ons land beteekenen van plm. 47 milliard gulden, ten voordeele van Duitschland. Doch daarmede is de pijn niet geleden, de verarming niet voltooid, want tenslotte zou ons land, ten aanzien van Duitschland alleen, een kapitaal verlies te boeken hebben van plm 100 milliard gulden, waarvan naar schat ting 50 milliard gulden zou moeten komen ten nadeele van den middenstand. Wanneer men deze cijfers aanschouwt en daarbij ook maar even nadenkt, zullen de woorden van minister Callaux, doch nu ten aanzien van eigen land, u het duidelijke beeld der verarming en de ellende kunnen illus- treeren, hetwelk te voorschijn zal moeten ko men, wanneer Duitschland de kans wordt ge geven, om overeenkomstig de inflatie terug te betalen. MAX. MUNITIEBERGPLAATS WEER OP DEN BOULEVARD. Mijnheer de Redacteur Op korten afstand van de eerst bedoelde plaats, vlak bij een druk bevolkt centrum, wordt een zeer interessant punt onzer bou levards slechts geschikt genoeg geacht voor munitiebergplaats en daardoor ten eeuwigen dage voor het publiek „verboden terrein" Zooals de andere sta-in-den-weg, eveneens op een mooi punt, een verkeershindernis blijft vormen. De concurrentie voor de badplaats wordt in de onmiddellijke nabijheid steeds grooter. Toch hebben wij door het uitzicht op de scheepvaart veel voor. In dezen tijd ver dient de bron, die nog inkomsten brengt, aile aandacht. Onwillekeurig vergelijkt men met den lan gen, netten boulevard van het zoo nabije Knocke en de verdere Belgische kust. Ook dp vreemdeling V. De elect rische stoel. Bij den dood van den uitvinder van den electrischen stoel, dr. Alfonso Rockwell, houdt men zich in Améhka opnieuw bezig met de vraag, op welke wijze misdadigers op de humaanste wijze terechtgesteld kunnen worden. Amerika is, naar bekend is, het eenige lend, waar doodvonnissen door den electri schen stoel voltrokken worden. Negentien staten der Unie hebben den electrischen stoel ingevoerd, terwijl de staat Nevada de ter dood veroordeelden met gifgas om het leven brengt. In Utah kunnen de veroor deelden zelf kiezen of zij doodgeschoten dan wel opgehangen zullen worden. In acht sta ten bestaat de doodstraf in t geheel niet meer. De uitvinder van den electrischen stoel v/as, naar men weet, de laatste jaren zelf een fanatiek tegenstander en bestrijder van zijn uitvinding, welke reeds in het jaar 1889 in de Auburn-strafgevangenis ingevoerd werd. Het feit, dat dr. Rockwell voor de afschaf fing van den electrischen stoel ijverde, zal op het eerste gezicht merkwaardig lijken. Zijn houding laat zich evenwel begrijpen, wanneer men weet, dat een terechtstelling door den electrischen stoel, niettegenstaande het bezigen van hoogspanningsstroomen, al lesbehalve pijnloos is. Integendeel, men mag veilig aannemen, dat, bij terechtstelling op den electrischen stoel, dikwijls van folterin gen sprake is. De Amerikaansche staten, die zich bedie nen van den electrischen stoel, bij terecht stellingen, hebben tot dusver verzwegen, wel ke verschrikkelijke tragedies zich op den electrischen stoel hebben afgespeeld. De uit vinder zelf was het, die het Amerikaansche publiek heeft ingelicht en bekend maakte, welke schandelijke uitvinding hij de regee ring in handen gespeeld had. Dr. Rockwell kon in tal van gevallen be wijzen, dat de dood op den electrischen stoel in gruwzaamheid de folteringen der middel eeuwen sterk te boven gaat. Het is nl. meer dan eens voorgekomen dat terechtgestelden hun eigen „dood" overleefd hebben. Wij noemen hier het geval van een drievoudig vrouwenmoordenaar, wien driemaal electri- sche stroomen door het lichaam moesten worden gejaagd en die eerst na de derde terechtstelling, dus na de derde inschakeling van den stroom stierf. Het was om zoo te zeggen een vreeselijk drama in drie bedrijven. Drie jaren geleden had de Weensche arts, professor dr. J.ellinik, onthullingen gedaan 3n meegedeeld, dat het hem niet gelukt was, apen door sterkstroom te dooden. Toen deze mededeeling tot Amerika doorgedrongen was, werden opgravingen gedaan, die aanleiding gaven den zekeren dood door electrischen stroom te betwijfelen. Men heeft vijf arbei ders opgegraven, die door den electrischen stoel terecht gesteld waren. Daarbij is vast gesteld, dat een der terechtgestelden zich ïr de kist had omgedraaid, en een ander zich zoowaar den duim half afgekloven had. Deze resultaten gaven redenen cm r.r. ïemen, dat een weer ontwaken in de kis-,net dan ook voor zeer korten tijd, had plaats gehad. Een misdeelde misdadi ger. Voor de Londensche rechtbank is de zaak behandeld tegen een zekeren Arthur Hay, die in alle deelen van het land in trei nen koffers had ontvreemd, welke tezamen een waarde van 3000 bevatten. De 45-ja- rige Hay, die beschreven wordt als ingenieur, bekende schuld aan drie van de diefstallen en verzocht dat er met de meer aan dertig an dere rekening zal worden gehouden. Een van de koffers, die hij gestolen had, behoorde aan Lady Rechitt en bevatte meer dan 2300 aan waarde. .Bijna alle koffers werden gestolen, terwijl hun eigenaars in den restauratiewagen waren. Hay was een man van beschaving en zijn uiterlijk was ook /an dien aard, dat het heelemaal geen verdenking op hem wierp. Hij had zich zelf aangegeven, omdat hij, zooals hij zei, overspannen was van het voortduren de wachten op een arrestatie, daar een de tective hem al meer dan 3000 mijl op het spoor had gezeten en op het punt stond hem te arresteeren. Zijn vrouw, waarvan hij ge scheiden is, woont met vier kinderen in Australië. Hay werd opgeleid voor ingenieur. In 1908, toen hy veroordeeld werd omdat hij foto camera's had gestolen, probeerde hij zelf moord te plegen, hetgeer. niet gelukte. Daar na werd hij rubberplanter. In den oorlog diende bij aan de Dardanellen en werd luite nant bij het Tank Corps. In 1927 ging hij naar Australië, waar hij veroordeeld werd voor diefstallen, gepleegd in Melbourne, Syd ney en Brisbane. Naar Engeland teruggekeerd werd hij te Manchester veroordeeld tot zes maanden gevangenisstraf voor het ontvreem den van juweelen ter waarde van 2000. Van de gestolen goederen is door zijn eigen hulp 1000 der waarde teruggevonden. De verdediger merkte op dat, bij het uit breken van den oorlog, Hay, die toen in Sin gapore vertoefde, op eigen kosten naar En geland is gekomen. Gedurende de spoorweg- stakings werkte hij mee als vrijwilliger. Hay werd veroordeeld tot drie jaar dwang arbeid. Vacantie met gesloten beurzen. Hoe kan de werkende vrouio haar vacantie voordeelig doorbrengen Nauwelijks staan weer ramen en tuindeuren open, nauwelijks heeft de zon weer kracht, worden boomen en heesters groen en schieten er kleurige bloemen uit de aarde, of er wordt gedacht en gesproken over den vacantietijd. De een wil naar bosch, de ander naar zee, een derde informeert naar adressen van goede pensions, nummer vier denkt over een [voetreis, nummer vijf wenscht dit, nummer zes besluit dat.... We leven nog maar in Mei en toch worden er door wie met vacantie denkt te kunnen gaan, al plannen gemaakt, ■want de dagen worden steeds langer, de boomen steeds voller, de velden steeds frisscherheel de aarde wordt een weelderig paradijs. Het kan ook bijna niet anders. De winter, vooral in ons land, duurt lang, en waar er in dit jaargety bij ons weinig te genieten valt, in vergelijking bijvoorbeeld met Zwitserland, waar sneeuw en ijs iedereen naar buiten Sokken, daar zoeken we het in meer en intenser arbeid binnenshuis. Al in Februari, in Maart gaan we ons moe voelen. De energie is zoo goed als opgebruikt. Het is alsof we niets meer te geven hebben. Lusteloos zijn we en down, lusteloozer en downer naarmate het voorjaar op zich wachten laat. En zoodra voelbaar en zichtbaar de lente er is, waarop straks de zomer zal volgen, die synoniem is aan vacantie, gaan we gretig plannen maken, waarvan de uitvoering ons weer kracht en opgewektheid zal geven. „Drang tot zelfbehoud" zouden we dat vroege plannen anaken kunnen noemen. Er worden dus plannen gemaakt. Onder de verschillende categorieën die dit doen, behoort ook die der werkende vrouwen. Om eventueel misverstand te voorkomen, zullen we maar dadelijk doen uitkomen, dat met „werkende vrouw" de ongehuwde vrouw, die een maatschappelijk beroep uitoefent, bedoeld wordt. De onderwijzeres dus, de boekhoudster, de apothekeres, de verpleegster, de verkoop ster.... de rij is te lang om haar geheel op Je noemen. Er wordt wel eens beweerd, dat deze vrouwen het zoo moeilijk niet hebben, dat zy kunnen doen en laten wat zij zelf willen. Statistieken, al zijn deze niet volledig, leeren het ons wel anders. Een groot percentage, dat in dezen tijd zeker wel het hoogst zal zijn, is genoodzaakt voor minderjarige, werklooze of invalide familieleden te zorgen. Een ander percentage verdient net genoeg om er de kosten van noodzakelijk levensonderhoud van te bestrijden. Al deze vrouwen kunnen aller minst doen en laten wat zij willen. Haar vacantie bijvoorbeeld zien zij zich graag als een tijd van absolute ontspanning. Zij wil len dan „er eens heelemaal uit". Zij willen eens in een andere omgeving vertoeven, nieuwe indrukken opdoen en voor eenigen tijd een ongewoon bestaan lijden om straks iweer verfrischt en met tevredenheid zich te wijden aan de taak, die zij zich zelf, die leven en omstandigheden gesteld hebben. Maar er zijn maar weinigen, die zich dit kunnen veroorloven. Want niet iedereen iheeft familieleden of vrienden in een andere streek, die logé's kunnen vragen, en zoopas hebben we al uitgemaakt, dat een belangrijk percentage der werkende vrouwen slechts een Onder redactie van TRUUS EYGENHUYSEN. bescheiden bedrag voor zichzelf kan verteren, zoodat hiervoor het maken van een reis of het betrekken van een pension vrijwel is uitgesloten. Wie nog jong genoeg is om zich in jeugdherbergen op haar plaats te voelen, heeft het voorrecht toch nog een uitstapje te kunnen maken, waarvoor dan maar weinig geld noodig is. De anderen.... De anderenDat zijn dus zy, die om de een of andere reden zich niet in jeugd herbergen willen of kunnen ophoudendat zijn dus zij, die aan hun vacantie maar weinig geld kunnen besteden en er toch graag eens uit willen, die er letterlijk naar snakken het alledag-leven voor een poosje af te sluiten. Moeten zij nu, zoo goed en zoo kwaad als het gaat, hun wenschen maar opzij zetten? Moeten zij zuchtend zeggen,,'t Is nu een maal niet anders en dan maar hopen, dat er nog eens een tijd komt, waarir hun wen schen wél vervuld kunnen worden „Wat niet kan, kan nietMet dit gezegde maakten onze moeders in onze kinderjaren soms een einde aan ons gezeur om het een of ander. We twijfelden toen altijd nog een beetje aan de juistheid er van, maar de levenspraktijk heeft er ons zoo langzamer hand wel van doordrongen en we zeggen nu op onze beurt „Wat niet kan, kan nieten trachten er ons, waar het ons zelf geldt, bij neer te leggen. Maar hier, waar we het heb ben over de vacantie der werkende vrouw, die het bescheiden moet aanleggen, lijkt ons de grens der mogelijkheden nog niet bereikt. De wereld is in hooge mate vermateriali- seerd, dat is waarmaar het wil nog geens zins zeggen, dat men voor alles wat men wenscht en wil bereiken, de beurs geopend moet houden. We denken er bijvoorbeeld aan hoe in verschillende steden en plaatsen vrouwen „op kamers" wonen. Wat is er tegen als deze vrouwen onderling van kamers ver wisselen Tusschen woningruil, die in het zomerseizoen hoe langer hoe meer wordt toegepast, en kamersruil bestaat zoo'n groot verschil niet. Voor het laatste moet echter de toestemming worden verkregen van degenen, die de kamers verhuren. Maar er is geen en kele reden om aan te nemen, dat er be zwaren geopperd zullen worden of, op z'n ergst, de toestemming zal worden geweigerd. De vaste kamerhuurster behoudt in elk ge val de volle verantwoordelijkheid. Het komt ons voor, dat hier een taak ligt voor lande lijke vrouwenvereenigingen, misschien ook voor verenigingen, die intern^tjqnaaJ zijn aangesloten, zoodat behalve van kamers en plaats, ook van land verwisseld kan worden. Bijna ieders wensch gaat uit naar interna tionaal contact, naar het leggen van inter nationale vriendschappen, die een waarborg zijn voor duurzamen vrede. Hier is ongetwij feld een middel, dat mee kan helpen om tot dit doel te geraken, terwijl het tegelijkertijd een middel is van onschatbare persoonlijke waarde. Een gebreid babymanteltje. Voor babies bestaat er geen idealer klee ding dan gebreide of gehaakte, die goed om het lichaampje sluit en toch de bewegingen, waarmee zoo'n. piep-klein wezentje gewoon lijk zoo kwistig is, niet belemmert. Boven dien staat gebreide of gehaakte kleeding allerliefst en ten slotte is er nog het voor deel, dat we ze gemakkelijk zelf kunnen ma ken. Babykleertjes zijn net groot genoeg om ons geen tegenzin in het werk te doen krij gen. We zijn er tot den iaatsten toer met plezier aan bezig. Een aardig manteltje voor niet meer zoo heel jonge babies vindt ge op onz* teekening. Het is gedacht van witte wol, afgezet met een randje rose schulpjes. Natuurlijk kan ook een andere kleurencombinatie gekozen wor den. Blauw en wit, wit en geel, lichtgroen en bleekrose zijn eveneens waard om verwerkt te worden. Het manteltje wordt gebreid in vier deelen: het manteltje zelf, de twee mouwtjes en het kraagje. Vóór ge begint moet ge eerst twee papieren patronen knippen in den vorm als de teekeningen aangeven, maar dan in de vereischte maten. Ge begint daarna het manteltje aan de onderzijde op te zetten met soepele, krimp- vrije wol en twee stalen naalden. Kiest ge bijvoorbeeld de combinatie wit en rose, dan begint ge met rose en zet darnr.ee zooveel steken op als de wijdte van het manteltje vereischt. Ge breit dan 6 naalden geheel recht en gaat vervolgens verder met witte wol, waarvan de eene naald recht, de andere averecht wordt gebreid. Nadat 4 naalden wit zijn gebreid, werkt ge aldus Den eersten rosen steek van de 6e naald opnemen en samen breien met den eersten witten steek, die op de naald zit. Dan 7 steken recht breien en een rosen steek, die vlak onder den volgenden witten steek ligt, opnemen. Dezen rosen steek met den witten steek samer. breien en weer 7 steken recht. Vervolgens weer een rosen steek opnemen en met een witten steek samenbreien. Ge herhaalt dit net zoolang tot de naald is uitgebreid. Ge ziet nu wel, dat er schulp jes zyn ontstaan door het om de zooveel steken optrekken van een rosen steek. Ge breit nu weer voort, de eene naald recht, de andere averecht tot ge genaderd zijt tot A. Ge breit dan y4 van het aantal steken en rijgt de rest op een lossen draad. Het halve voorpand breit ge als volgt: 1 steek minderen aan <"e zijde van het arms gat, de naald uitbreien. De volgende naald breit ge uit op 2 steken na, die ge tezamen breit. Ge herhaalt dit telkens tot ge komt aan B. Daar wordt om i andere naald ook aan de andere zijde van de naald geminderd, waardoor de halsuitsnijding ontstaat. Ge gaat hiermee voort tot ge nog 2 steken op de naald hebt, dio g" samenbreit en af hecht. Daarna neemt ge de volgende twee kwart gedeelten van het aantal steken op de naald. Ge mindert aan weerskanten van de naald tot ge op dezelfde hoogte gekomen bent van het halve voorpand. Dan kant ge de steken af. Het tweede halve voorpand breit ge gelijk aan het eerste. Voor het mouwtje zet ge 2 steken op en breit de eene naald recht, de ander overecht, waarbij ge aan weerszijden steeds 1 steek meerdert. Dit herhaalt ge net zoo /aak tot de schuine kanten even lang zijn als de schuine kanten van de armsgaten van het manteltje. Vervolgens mindert ge om de andere naald aan beide kanten 1 sterk tot ge genaderd zijt tot aar. A. Ge breit vt Ier met rose wol en wel alle naalden recht Zijn beide mouwtjes gereed, dan worden ze met een overhandschen steek in het man teltje genaaid. De mouwtjes zelf naait ge dicht en de helft van het rose manchetje slaat ge om. Voor het kraagje neemt ge de steken op langs de halsopening en breit in heen en teruggaande toeren de eene naald recht, de andere averecht. Maar de eerste en de laatste 3 steken breit ge steeds recht. Ge meerdert ook bij iedere naald aan weerszijden 1 steek. Is het kraagje 6 k 8 c.M. breed, dan breit ge nog 6 naalden geheel recht met aan weers zijden 1 steek meerderen, waarna ge alle steken afkant. Aan .iet halsje, aan de voorpanden, maakt ge twee rose zijden linten, waarmee het man teltje wordt dichtgestrikt; Oh cl? Oi?ui:?n Rijstschoteltje 1 liter melk. 150 gram rijst. De schil van een citroen. 1 eetlepel boter. 1 eetlepel suiker. 2 eieren. Paneermeel. Breng de melk aan de kook. Wasch intus- schen de rijst en strooi ze daarna in de ko kende melk. Laat er op een zacht vuur een dikke brij van koken. Vermeng de rijstebrij met de geraspte schil van een citroen, de boter en de suiker en laat ze een weinig bekoelen. Roer er dan de eieren door, waarvan geel en wit afzonderlijk zijn geklopt. Het eiwit moet tamelijk stijf zijn. Doe de massa in een vuurvast schoteltje, strooi over den bovenkant wat paneermeel en laat er in den oven een goudbruin korstje op komen: „Begin niet gend, bevreesd alles goed te i bewondering e: moeten nemen „Begin niet geloof, dat jul 't niet

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1933 | | pagina 10