AKKER.CACHET5
TWEEDE BLAD
ROOSEVELT'S BOODSCHAP.
FEUILLETON
De Twee Machten in het Leven.
BINNENLAND
van de
Vrijdag 19 Mei 1933. No. 118.
Het belang van president Roosevelt's
boodschap aan de wereld, gebracht op den
vooravond van den Volkenbonds- of Vre-
desdag, kan niet gauw worden overschat.
Roosevelt heeft zich tot tolk gemaakt van
's werelds vredesroep, van der menschheid
afgrijzen van nieuw oorlogsgevaar. Roose
velt's boodschap is een hartekreetze verte
genwoordigt zijn verlangen om den vrede als
een dwang op de volkeren te drukken.
Zeker, het is maar weer een „boodschap",
een „frase", gelijk Locarno een frase was en
gelijk slechts een frase de eenige bezieling
vormde van het Kellogg-pact. En het voor
naamste in schijn het voornaamste
wat Roosevelt van de wereld vraagt, is nóg
weer eens zoo'n frase in een plechtige over
eenkomst vast te leggen, in een heilig non
agressie-pact, een ernstige overeenkomst om
elkaar niet aan te vallen.
Men zou dus geneigd zijn om te const atee-
ren, dat Roosevelt slechts een nieuwe papie
ren belofte zou toegevoegd willen zien aan
dergelijke voorgaande.
Maar dezen keer is er toch inderdaad
méér, dan dat alleen. En daarom is er méér
hoop op vrede en allereerst op geleidelijke
ontwapening.
Roosevelt, en mèt hem het volk der Ver
eenigde Staten, hebben vermoedelijk leeren
inzien, dat de wereld te slecht is, om zich
door papieren beloften alléén, gebonden te
achten. De twee oorlogvoerende partijen in
Zuid-Amerika, Paragay en Bolivia, zijn im
mers Volkenbondsleden. De groote mogend
heden in Azië, die zoo bloedig hun „con
flict" uivechten, zijn Volkenbondsleden. En
alle bedóelde machten zijn ook door de plech
tige onderteekenning door hun regeerings-
gemachtigden, van het Kellogg-pact, gehou
den om geen strijd tegen elkaar te voeren.
Maar ze doen het. Door het Verdrag van Ver
sailles zijn de vroegere geallieerde mogendhe
den gehouden om te ontwapenen. Maar ze
doen het niet. Duitschland mag ingevolge
hetzelfde verdrag tot geen herbewapening
overgaan. Maar Duitschland ontduikt de be
treffende bepalingen dicor haar herbewape
ning met lichamelijke sportbeoefening te
camoufleeren.
De Vereenigde Staten hebben gemeend, dat
ze met de bevordering van plechtige vredes-
tractaten op de goedkoopste wijze van den
vx-edesplicht af waren. Hier hebt jullie het
Kellogg-pact, zoo heeft Uncle Sam tot zijn
Europeesche vrienden gezegd, en wat je nu
verder met elkaar mocht hebben, d£t moet
je ook onder elkaar maar uitmaken. Dat juist
echter, dreigt op vechten uit te loepen
De Vereenigde Staten hebben eindelijk be
seft, dat' ze met afzijdig kunnen blijven van
het practische vredeswerk, d.iaan het
geweld, dat noodig is, om den oorlog geban
nen te houden.
In Europa houden tegenstrijdige belangen
de volkeren in twee groepen verdeeld. De sa
menstelling der groepen is niet altijd gelijk,
maar varieert met de ontwikkeling der on
derscheidene belangen. De groepensterkte ba
lanceert in evenwicht. Zoo gauw één groep
overweldigd dreigt te worden, interesseert een
zgn. buitenstaande grootmacht, in vele geval
len Engeland, zich voor de zwakkere combi
natie, niet uit liefde of medelijden voor wat
zwak is, maar uit vrees voor de opkomst van
wat sterk wordt geacht. Dan is het evenwicht
er weer, maar elke lichte verstoring daar
van, al zou ze maar vermeend zijn, kan tot
oorlogsconflicten leiden.
In zulke omstandigheden moet er een bui-
ten-Europeesche grootmacht wezen om met
de macht van haar geld en goed, van haar
techniek en menschenmateriaal de schaal der
Naar het Engelsch.
2)
„Ja, zeker, Rawson, zoo is het. Er zit hier
een man aan tafel, die zich de uniform van
Zyne Majesteit onwaardig heeft betoond, en
dit is geen geval om beleefdheidshalve door
do vingers te zien. Het moet grondig onder
zocht worden."
De adjudant van de East-Mercia's, een
zeer correcte, kleine man, zat naast den lui
tenant, die de kaarten had gegeven. Hij keek
op, met kalm en blik en hield voor den kolo-
uel de kaarten uit, die de luitenant zich
zeiven gegeven had. Hij spreidde ze waaier
vormig op de tafel en wees met den vinger
naar één in het midden. Toen de kolonel die
ook tegen het licht hield èn de bewuste,
waarop Marvin attent had gemaakt, zag hj.
dat ze beide hetzelfde merkteekentje droegen.
„Zijn dit de kaarten, die de gever aich-
zelven gegeven heeft
De adjudant knikte bevestigend.
Zonder een woord te zeggen, hield, kolonel
Lang den tweeden-luitenant schoppenaas
voor met het merkteekentje aan den ach-
terkant.
HOOFDSTUK II.
Het hoofd fier achterover werpend, keek
de jonge man den kring rond. Het was een
Europeesche machtsverhoudingen in den
juisten stand te houden, d.w.z. niet te doen
overslaan naar links of rechts, maar in het
midden der gerechtigheid te houden.
De Vereenigde Staten hebben zich daad
werkelijk voor het behoud van den Europee-
schen vrede en voor internationale ontwape
ning geïnteresseerd. Dat is het belang van
Roosevelt's jongste boodschap.
Gelijk president Wilson eens 14 punten
decreteerde voor het herstel van den vrede
in Europa, zoo schreef Roosevelt ons thans
4 punten voor ten behoeve van het behoud
van dien vrede.
Ie. Ontwapeningsmaatregelen in den geest
van het plan-MacDonald.
2e. Overeenstemming omtrent volgende
étappes van ontwapening.
3e. Zoolang over de volgende étappes nog
geen overeenstemming is bereikt, mag de
bewapeningsgrens van de eerste étappe niet
worden overschreden. Op den ontwapenings-
weg zij slechts één richting mogelijkvoor
waarts
4. Nogmaals sluiten de naties een plechtig
non-agressie-verdrag.
En dien kant moet het heen,, zoo liet Roo
sevelt aan de regeeringen van 40 volkeren
weten. De vrede mag niet langer worden ge
offerd aan kleinzielige en egoïstische politiek.
Roosevelt heeft voorts duidelijk laten uit
komen, dat hij een afschaffing van alle aan
valswapens noodig acht, dat de Vereenigde
Staten in geen herbewapening van Duitsch
land zullen bewilligen en desnoods aan het
toepassen van sancties zullen meedoen
maar dat daarnaast een geleidelijke ontwa
pening van de andere grootmachten moet
plaats vinden. De Vereenigde Staten zullen
zich in het algemeen daadwerkelijk interes
seeren voor maatregelen, welke genomen
moeten worden tegen hen, die den vrede of
de ontwapening saboteeren.
Al zet Hitler in den Rijksdag neg zoo'n
grooten mond op en al kletteren de Fransche
generaals nog zoo met hun sabels, als
Uncle Sam in Washington krachtig genoeg
met zijn vuist op de vredesbafel slaat, dan
klepperen Hitler's kaken in Berlijn en dan
ontvalt het krachtigste wapen aan de vuist
van den grootsten Europeeschen veldheer.
Als de vrede er niet kan komen door woor
den, dèm maar door strijd, strijd, waarin
vooral de economische dwangmiddelen be-
teekenis zullen hebben.
Het telegram van de Koningin
aan Roosevelt.
De Nederlandsche Maatschappij voor Nij
verheid en Handel heeft aan H. M. de Ko
ningin een telegram gezonden van den vol
genden inhoud
De Nederlandsche Maatschappij voor Nij
verheid en Handel betuigt HM. de Koningin
haar groote dankbaarheid voor de treffende
woorden, waarin H.M. in Haar 'antwoord aan
president Roosevelt uiting heeft gegeven aan
een overtuiging, die in het overgroote deel
van het volk leeft.
Moge deze daad van Uwe Majesteit mede
van invloed zijn op het wederkeeren van ver
trouwen tusschen de volkeren en op het her
stel van een daaruit voortkomend vrij han
delsverkeer.
De kabinetsformatie.
Naar „de Maasbode" verneemt zijn er aan
wijzingen, dat het in de bedoeling van dr.
Coijn ligt cm een of meer leden van het af
tredend kabinet in het nieuwe ministerie te
doen zitting nemen.
Nieuw lid der Eerste Kamer.
Het Centraal Stembureau heeft in de va
cature, ontstaan door het bedanken als lid
door den heer J. J. W. IJsselmuiden, tot lid
van de Eerste Kamer benoemd verklaard den
heer W. J. Andriessen te Utrecht.
De Rijksmiddelen.
De staat van de opbrengst der rijksmidde
len over April en de eerste vier maandeiv-van
het loopende jaar geeft wel een zeer duidelijk
beeld van den achteruitgang, waaraan de in
knap officier, drie-en-twintig jaar oud, vol
leven en temperament. In zijn woede trad
hy een schrede naderbij.
„Ik begrijp het niet, sir", zei hij op uitda-
genden toon. „Durft u insinueeren, durven
deze mannen denken, dat ik iets afweet van
c!eze zaak.... De heele officierstafel moet
dan wel het hoofd verloren hebben I"
„Zwijg, sirdonderde de kolonel, nog
steeds met de kaart in de hand. „U vergeet
uzelven, als u dien toon aanslaat. Er is geen
beschuldiging uitgesproken. Er zal een on
derzoek worden ingesteld en als u er waar
lijk niets van afweet, dan zult u ook m
staat zijn, dit te bewijzen, als u wilt."
„Als ik wilAls ik er niets van af
weetDit is een beleediging, sir, om het
zóó voor te stellen Ik sta er op, dat de zaak
op dit oogenblik en hiér grondig onderzocht
wordt, en dat mij een verontschuldiging zal
geboden worden voor hetgeen reeds gezegd
werd.
Niets dan de groote opgewondenheid,
waarin hij verkeerde, kon hem zulke woor
den hebben doen spreken tot zijn kolonel. Het
was regelrecht verzet in den dienst, als men
het als zoodanig wilde opvatten.
„Zwijg, sir!" donderde kolonel Langweer.
Maar de jonge officier liet zich geheel
vervoeren door zijn drift en trad naar voren
met gebalde vuist. Eer die nog neerkwam,
werd hy wel door een tiental handen terug
getrokken.
„Ga naar uw kamer, sir. U heeft arrest tot
nader order. Nu geen woord meerDe zaak
zal aan een grondig onderzoek worden on-
komsten van de schatkist ten prooi zijn, al
dus meldt „het Vad." De baten uit de ge
wone bronnen waren niet hooger dan
28.635.430, wat nog 6.814.750 minder is dan
verleden jaar in dezelfde maand. Men moet
al tot 1919 teruggaan om over April een op
brengst te vinden, die kleiner is dan 30
millioen. Nu zftjn wij daar, in weerwil van de
rits van opcenten (op invoerrechten, bier en
suiker), die by elkaar nu 1.7 millioen heb
ben opgebracht), bijkans l»/2 milioen be
neden gebleven. En dan te bedenken dat men
nog in 1930 grasmaand met een opbrengst
van ruim 44 millioen voor den dag kon ko
men Ook nu weer zijn de middelen over
vrijwel de geheele lijn achteruitgeloopen.
Slechts één middel is er, dat tegenover ver
leden jaar een vooruitgang vertoonthet ge
slacht. Het bracht in April 526.000 op, wat
13.800 meer is dan een jaar geleden, maar
in 1930 bracht dit middel in April meer dan
1 millioen op.
De andere middelen op den staat vormen
een droeve stoet van dalende opbrengsten. De
omvangrijkste daling vertoont de inkomsten
belasting, die niet minder dan f 2.728.500 bij
verleden jaar is ten achter gebleven en de
ontvangst van Maart met amper 6 ton te
boven gaat, waar anders de voorsprong van
April op zijn voorgangster tusschen 2 en 3
millioen varieerde. De baten uit het loopende
belastingjaar vloeien traagverleden jaar
was er uit dien hoofde 9. millioen, nu amper
6 millioen binnengekomen. In het geheel
zijn de ontvangsten uit dien hoofde in vier
maanden thans tot 22.986.000 beperkt ge
bleven een jaar geleden hadden zij in het
zelfde tijdsverloop nog 30.166.700 opge
bracht. Vcor alle dienstjaren tezamen be
draagt de achterstand bp de inkomstenbe
lasting sedert 1 Januari 17.127.800.
Ook de 'suikeraccijns heeft in April een
geweldige veer moeten laten. Niet minder dan
2.403.800 is de opbrengst by verleden jaar
ten achter gebleven. Het de vorige maand
nog bestaande avans tegenover verleden jaar
is nu voor de vier maanden in een daling van
812.800 verkeerd. De nieuwe opcenten, die
in Maart nog 826.800 hadden opgebracht,
zyn in April tot 434.500 teruggeloopen.
Naar verhouding nog erger heeft de bier-
accyns het gemaakt, die van een opbrengst
van over het millioen in Maart op nog geen
f 395.000 in April is terechtgekomen.
De invoerrechten vertconen voor de afge-
loopen maand een vermindering van 817.700
t.o. verleden jaar. Ook waren zy nog ruim
125.000 lager dan over Maart jl., by 1/12
der raming is er zelfs een achterstand van
ruim 11 ton. In vier maanden is nu de op
brengst al 614 millioen bij verleden jaar ten
achter geraakt. Opmerkelijk is het dat de
opcenten in de afgeloopen maand niet meer
dan 1.223.8C0 hebben opgebracht, of 8>/2
ton minder dan in Maart, schoon de invoer
rechten zelf bij die maand, zooals gezegd, niet;
veel meer dan V/4 ton ten achter waren ge
bleven.
Öok de loodsgelden blijven, bij de stagnatie
in de scheepvaart, maar steeds dalen. Had
Maart nog 326.3Ö0 opgebracht ,over April
was de bate eruit niet hooger dan 232.200
of nagenoeg- 60.000 onder de andermaal ver
laagde raming en f 12.000 beneden de reeds
zeer schrale opbrengst van verleden jaar.
Niet minder teekenend voor den gang van
zaken in het bedrijfsleven blijven de schame
le opbrengsten van zegel- en registratierech
ten, die andermaal met dalingen, en wel van
resp. 79.130 en 85.280 over April en resp.
1.233.000 en 2.02.700 over de vier maan
den, op den staat voorkomen. Ook de succes
siebelasting en de vermogensbelasting blyven
in de neergaande lijn, nl. over April resp.
416.500 en 398.500 minder en voor vier
maanden resp. 2.478.000 en 1.017.600 min
der. Ook van de dividend- en tantièmebelas
ting blijven de resultaten treurig. Over April
is de opbrengst nog f 125.000 bij verleden jaar
ten achter gebleven, nadat er toen reeds een
achteruitgang van ruim 5 ton tegenover 1931
was geboekt. En sedert 1 Januari zijn wij nu
al 808.500 onder verleden jaar gekomen,
toen er een nog iets grootere daling t.a.v.
het jaar tevoren was geweest.
Ook de accynsen hebben in April alle min
der opgebracht. Bij het gedistilleerd, waar de
clandestiene productie weer aardig schynt
huis te houden, was de bate 312.000 bij ver
leden jaar ten achter, zoodat er nu voor vier
der worpen. Ga onmiddellijk
De handen, die hem teruggehouden had
den, lieten hem nu los en met hooghartigen
blik om zich heen verliet de jonge luitenant
het vertrek.
Kolonel Lang wendde zich tot den majoor.
„Dit is een hoogst-betreurenswaardig feit,
Rawson. Ik kan je niet genoeg mijn spijt
betuigen
„Die jonge officier van je regiment als
hij tenminste zoo'n goede kerel is als er ver
teld wordt kan het onmogelijk gedaan
hebben. Maar hij gaf de kaart en had er
zichzelven ook een gegeven. Onder welken
slechten invloed kan hy dit hebben gedaan?"
„Dit moet nu juist nagegaan worden. Ik
zal niet rusten, eer het geval opgehelderd is.
Wees da&r verzekerd vanWant tot zoo
lang kleeft er een smet aan den naam van
het East-Mercia-regiment."
„Je vergeet, dat myn batterij er precies
hetzelfde toe staat, Lang. Tot wij met zeker
heid weten, dat het een van jouw off eieren
was, kan er net zoo goed verondersteld wor
den, dat het er een van mij is. ik zweer, dat
ik vanaf heden het spel aan de battery zal
verbieden. Wy hebben heel wat ryke jonge-
fel, waar de opgewonden officieren in groep-
kan dit een te groote verleiding zyn."
Kolonel Lang was van meening, dat een
bevelvoerend officier op een dergeiyk iets
bedacht had moeten zyn maar hy zei niets.
In plaats daarvan trad hy weer aan de ta
fel, waar de opgekonden officieren in groep
jes de. zaak npg bespraken.
„Heeren, een zeer onverkwikkelijk en be
maanden reeds een vermindering is ontstaan
van 1.245.700 (verleden jaar 1.462.000),
terwyl men ten opzichte van de welhaast een
vijfde verlaagde raming al 1.277.000 is ach
terwege geraakt. Ten slotte vermelden wy
nog de tabak, die in Maart 513.700 verder
achteruit liep.
In het geheel zyn de inkomsten in April,
ten beloope van 4.400.655, niet minder dan
f 1.250.500 achterop geraakt, terwijl er voor
vier maanden een daling van 1.546.600 valt
te boeken. Ondanks de versterking van de
middelen, blijft de opbrengst zich voortdu
rend in dalende richting bewegen, hetgeen
bij de eischen, die in verband met de crisis
aan het Leeningsfonds gesteld worden, een
bedenkelijk verschijnsel vormt.
Over de geheele lijn staan wy dan ook, wat
de staatsinkomsten, die alleen wat de gewone
bronnen betreft, in vier maanden weer
16.290.000 by verleden jaar ten achter zyn
gebleven (niettegenstaande drie soorten op
centen een nieuwe bate van ruim 7% mil
lioen hebben geleverd), voor een droevig
beeld. Al moge dat, na de uiteenzetting van
den financieelen toestand dezer dagen door
minister De Geer gegeven, geen verrassing
zijn, zoo tó het toch te hopen, dat de zeer be
denkelijke cijfers over April en over de eerste
vier maanden voor de nieuwe volksvertegen
woordigers en de regeering, dié nu op net
punt staat geooren te worden, als een nieuw
bewijs zullen worden opgevat, dat alleen
drastige bezuiniging naar alle richtingen de
situatie kan redden.
Van liedjeszanger tot advocaat.
Van de gemeente-universiteit van Amster
dam is gisteren geslaagd voor het doctoraal
examen in de rechten de heer I. Coopman, bij
het publiek beter bekend onder den naam
Henry Marchand, de populaire conferencier
en liedjeszanger.
Dit examen mag waarlyk een unicum hee-
ten, niet alleen vanwege de combinatie van
de lichte muze met de strenge godin Justi-
tia, maar ook en vooral omdat de heer Mar
chand tusschen zijn zeer drukke werkzaam
heden op een gebied, dat geheel buiten de
sfeer van zyn studie viel, de kracht en het
doorzettingsvermogen heeft gehad, zijn eco
nomische- en rechten-studie te volbrengen in
minder tijd dan menig student, die zich ge
heel aan zijn studie kan wijaen, noodig heeft.
I. Gcopman werd in 1893 geboren en door
liep de lagere school, waarna hy op 12-jari
gen leeftijd een „baas" moest zoeken. Hij
leerde het diamantslijpen en was van zyn 17e
tot zijn 20e jaar diamantbewerker, waarna hii
als artist„ontdekt" werd en korten tyd zijn
brood verdiende als chansonnier, toen Gerard
Arbous hem in 1915 engageerde voor een
tournee door Nederlandsch-Indië. Tengevolge
van den wereldoorlog keerde "'ij pas in 1920
naar Europa terug om echter, na in het hu-
welyk te zijn getreden met de toenmaals be
kende danseres Kitty Lipton, reeds weer ln
1921 met zijn echtgenoot^ voor een tweede
tóurnée naar Indië te gaan. De heer Mar
chand trad hierna nog op in Australië, Zuid-
Afrika en Amerika.
en niet in de gelegenheid
naar den tandarts te gaan,
dan zullen één of twee
"AKKERTJES" U den wel-
doenden rust geven, waar
naar U zoozeer verlangt.
Zorg U er dus voor steeds
"AKKERTJES" in huis te
hebben. Ze komen altijd van
as bij Hoofdpijn, Migraine,
Zenuwpijnen, 'n Kou, enz.
Per 12 stuks slechts 50 cent.
Gebruikt cfus voortaan uitsluitend:
Volgens recept van Apotheker Dumont
"AKKERTJES"
treurenswaardig iets is hier vanavond voor
gevallen. Ik wil er nu slechts een enkel
woord van zeggen, tot er later op teruggeko
men kan worden, als de zaak grondig on
derzocht is. Tot zoo lang zal het beter zijn
voor het regiment en voor de battery, dat
er niet door buitenstaanders van gesproken
wordt. Ik moet den officieren orders geven,
dat ze er, behalve aan hun eigen tafel, niet
van zullen spreken en ik moet onzen gasten
verzoeken, of ze eveneens zoo willen doen."
„Daar sta ik voor in", zei majoor Rawson.
„Daar het aan uw officierstafel gebeurde,
Lang, zijn wij dubbel verplicht te zwygen."
De adjudant van de East-Mercia's trad op
den kolonel toe en vroeg met den kalmen
nadruk, waarmee hij eenmaal gewoon was
te spreken
„Heeft u eenige orders, sir
„Neen. Ik zal later den arrestant in myn
eigen kwartier ondervragen. Houd die andere
kaart ook ter zyde en laat ze mij brengen.
Die zal ik ook noodig hebben."
Er werd van weerskanten geen moeite ge
daan om het gastmaal langer te laten duren.
Dt gasten vertrokken, de een na den ander.
Kolonel Lang stond nog kalm en ernstig te
praten met. den majoor der artillerie. Ze
v/aren beiden natuurlijk van één onderwerp
vervuld, maar toch spraken ze er maar wei
nig van daarvoor was er nog niet genoeg
van bekend en stond er te veel op het spel
een van de officieren werd immers bedreigd
met de ongenade van zyn regiment of bat
tery, en wat beduidde dit anders dan zijn
ondergang r
Teen hij in Nederland terugkeerde werd hij
in 1925 als conferencier verbonden aan het
bekende Amsterdamsche cabaret Mille Colon
nes aan het Rembrandtpleïn, aan welke in
richting hij verbonden bleef tot de opheffing
toe. Na 1925 zag de heer Marchand kans aan
zyn zucht naar bestiydeering der maatschap
pelijke verschijnselen toe te geven en begon
hij economie en staatsrecht te studeeren. Ih
1927 behaalde hy zijn acte M.O. voor staat
huishoudkunde en statistiek, in 1928 zijn acte
M.O. voor staatsinrichting en na een jaar
Latyn te hebben geblokt en een collequuni
doctum te hebben verkregen, deed hij in 1930
met goed gevolg zijn toelatingsexamen voor
de Amsterdamsche Universiteit, waar hij in
Juli 1931 zijn candidaatsexamen rechten deed,
om gisteren zijn studie met den meestertitel
bekroond te zien.
De heer Marchand heeft al die jaren eigen-
lyk een dubbel leven geleidtusschen het
drukke leven achter coulissen en voor schijn
werpers, vond hij tusschen repetities en voor
stellingen, in hotelkamers, in stationswacht
kamers en in nachttreinen gelegenheid om
zich plotseling weer te verdiepen in zijn stu
dieboeken, met af en toe, als hij te Amster
dam was, 's ochtends gelegenheid om een
college te bezoeken.
De heer Marchand, die voor den komenden
zomer een engagement als conferencier heeft
in Den Haag, zal daarna echter een keus
moeten doen of hij zich verder aan het caba
ret of aan het recht zal wijden, omdat de
balie waarschijnlijk niet zal toestaan dat een
zingende advocaat voor de balie komt pleiten.
Een schip met ruim 36 voet diepgang
in den Waterweg.
Donderdag is aan de Matx te Vlaardingen
binnengekomen het Noorsche motortraan-
schip „Sir James Clark Ross". Het schip,
dat zyn eigen traankokerij aan boord heeft,
nam deel aan de walvischvangst in de Zui
delijke IJszee en heeft een groote lading
walvischtraan aan boord. Het bijzondere van
dit schip is, dat het een zeer grooten diep
gang heeft, nl. ruim 36 voet/Vanzelfsprekend
moest een gunstig getij worden afgewacht
wilde het schip den Nieuwen Waterweg bin
nenkomen, daar alleen bij hoog water een
schip van dezen diepgang binnen kan loo-
pen. Tot heden kwam nog geen schip van
dien diepgang den Waterweg binnen. Het
motorschip „Kosmos", eveneens een wal-
vischvaarder met eigen traankokerij aan
boord had een diepgang van 34 voet.
De „Sir James Clark Ross" is in Februari
11 van de Zuidelijke IJszee vertrokken, kwam
op 17 Maart aan de Walvischbaai aan en op
\2 April te Sandesfjord. Daar heeft het
schip de bemanning, welke de walvisschen
eigenlijk vangt en die uit 250 a 300 koppen
bestaat, aan wal gezet. Vandaar is het schip
rechtstreeks naar Vlaardingen vertrokken.
Begrijpelykerwijze bestond voor een en an
der veel belangstelling.
Het Kamerlid Wijnkoop te Tiel gearresteerd.
De heer D. Wijnkoop, die gisterenavond ts
Tiel in een vergadering van communisten het
woord voerde, naar aanleiding van de rechts
zitting te Tiel, waar de heeren L. de Visser
en Roestam Effendi werden veroordeeld we
gens beleediging en opruiing, is daar door de
politie gearresteerd.
In zijn rede sprak de heer Wijnkoop op
ruiende woorden tegen het openbaar gezag,
wat voor de politie aanleiding was om den
heer Wijnkoop in hechtenis te nemen.
De officier van justitie te Tiel heeft den
heer Wijnkoop in verhoor genomen, waarna
hij is ingesloten in het huis van bewaring.
Vervolging van het Kamerlid Drop.
De officier van justitie te Breda heeft,
naar „het Volk" verneemt, een vervolging
gelast tegen het soc.-dem. Kamerlid den
heer W. Drop. Deze wordt er van beschul
digd, dat hij een der leden van het ministe
rie heeft beleedigd. Sprekende op een ver
kiezingsvergadering in Concordia te Breda,
op 2 April, heeft de heer Drop de met meer
terugkeerende ministers de revue laten pas-
seeren. Den minister van koloniën noemde
hij in dit verband „Simon de Graaft, alias
Simon de Leugenaar".
De East-Mercia's zeiven begaven zich voor
het grootste deel door de ruime corridors
naar hun slaapkamers op de verdieping daar
boven. Het geval had hen allen zoodanig ge
troffen, dat ze er stil en teruggetrokken van
waren geworden.
,Zou die arme Boffie zijn ontslag krij
gen fluisterde een tweede luitenant tot een
ander onder het gaan.
,3offie" was de bynaam van den populal-
ren man op arrest.
„Het zal zeker een geval voor den krygs-
raad worden, waarop ontslag volgt. Arme
kerel Ik begrijp er niets van
,,'t Is iets, dat je nu in het geheel niet van
hem gedacht zou hebben", meende de ander
vol sympathie. „Hoe ter wereld kan hij er
bij gekomen zijn? Ik kan het onmogelijk
gelooven. Er moet de een of andere vergis
sing in het spel zyn. De kaarten kregen
misschien dat krasje onder het geven, zonder
aat hij hét wistof ze zaten zoo in het pak.
Boffie Hoe kan h ij het gedaan heb
ben dat zou ik wei eens willen weten
Boffie is immers zoo eerlyk als goud
„Die ezel van een Marvin ook Als h y
er niet bij geweest was, zou niemand aan zoo
iets gedacht hebbenEn dat moest
Boffie nu juist zyn Je kon net zoo goed
zeggen, dat de „baas" het zelf had gedaan.
Eoffie doet niet aan hoog spelen of wedden.
Hy heeft niet zooveel geld noodig, als som
migen van ons."
(Wordt vervolgd.)