AKKER.CACHET5 TWEEDE BLAD ROOSEVELT'S BOODSCHAP. FEUILLETON De Twee Machten in het Leven. BINNENLAND van de Vrijdag 19 Mei 1933. No. 118. Het belang van president Roosevelt's boodschap aan de wereld, gebracht op den vooravond van den Volkenbonds- of Vre- desdag, kan niet gauw worden overschat. Roosevelt heeft zich tot tolk gemaakt van 's werelds vredesroep, van der menschheid afgrijzen van nieuw oorlogsgevaar. Roose velt's boodschap is een hartekreetze verte genwoordigt zijn verlangen om den vrede als een dwang op de volkeren te drukken. Zeker, het is maar weer een „boodschap", een „frase", gelijk Locarno een frase was en gelijk slechts een frase de eenige bezieling vormde van het Kellogg-pact. En het voor naamste in schijn het voornaamste wat Roosevelt van de wereld vraagt, is nóg weer eens zoo'n frase in een plechtige over eenkomst vast te leggen, in een heilig non agressie-pact, een ernstige overeenkomst om elkaar niet aan te vallen. Men zou dus geneigd zijn om te const atee- ren, dat Roosevelt slechts een nieuwe papie ren belofte zou toegevoegd willen zien aan dergelijke voorgaande. Maar dezen keer is er toch inderdaad méér, dan dat alleen. En daarom is er méér hoop op vrede en allereerst op geleidelijke ontwapening. Roosevelt, en mèt hem het volk der Ver eenigde Staten, hebben vermoedelijk leeren inzien, dat de wereld te slecht is, om zich door papieren beloften alléén, gebonden te achten. De twee oorlogvoerende partijen in Zuid-Amerika, Paragay en Bolivia, zijn im mers Volkenbondsleden. De groote mogend heden in Azië, die zoo bloedig hun „con flict" uivechten, zijn Volkenbondsleden. En alle bedóelde machten zijn ook door de plech tige onderteekenning door hun regeerings- gemachtigden, van het Kellogg-pact, gehou den om geen strijd tegen elkaar te voeren. Maar ze doen het. Door het Verdrag van Ver sailles zijn de vroegere geallieerde mogendhe den gehouden om te ontwapenen. Maar ze doen het niet. Duitschland mag ingevolge hetzelfde verdrag tot geen herbewapening overgaan. Maar Duitschland ontduikt de be treffende bepalingen dicor haar herbewape ning met lichamelijke sportbeoefening te camoufleeren. De Vereenigde Staten hebben gemeend, dat ze met de bevordering van plechtige vredes- tractaten op de goedkoopste wijze van den vx-edesplicht af waren. Hier hebt jullie het Kellogg-pact, zoo heeft Uncle Sam tot zijn Europeesche vrienden gezegd, en wat je nu verder met elkaar mocht hebben, d£t moet je ook onder elkaar maar uitmaken. Dat juist echter, dreigt op vechten uit te loepen De Vereenigde Staten hebben eindelijk be seft, dat' ze met afzijdig kunnen blijven van het practische vredeswerk, d.iaan het geweld, dat noodig is, om den oorlog geban nen te houden. In Europa houden tegenstrijdige belangen de volkeren in twee groepen verdeeld. De sa menstelling der groepen is niet altijd gelijk, maar varieert met de ontwikkeling der on derscheidene belangen. De groepensterkte ba lanceert in evenwicht. Zoo gauw één groep overweldigd dreigt te worden, interesseert een zgn. buitenstaande grootmacht, in vele geval len Engeland, zich voor de zwakkere combi natie, niet uit liefde of medelijden voor wat zwak is, maar uit vrees voor de opkomst van wat sterk wordt geacht. Dan is het evenwicht er weer, maar elke lichte verstoring daar van, al zou ze maar vermeend zijn, kan tot oorlogsconflicten leiden. In zulke omstandigheden moet er een bui- ten-Europeesche grootmacht wezen om met de macht van haar geld en goed, van haar techniek en menschenmateriaal de schaal der Naar het Engelsch. 2) „Ja, zeker, Rawson, zoo is het. Er zit hier een man aan tafel, die zich de uniform van Zyne Majesteit onwaardig heeft betoond, en dit is geen geval om beleefdheidshalve door do vingers te zien. Het moet grondig onder zocht worden." De adjudant van de East-Mercia's, een zeer correcte, kleine man, zat naast den lui tenant, die de kaarten had gegeven. Hij keek op, met kalm en blik en hield voor den kolo- uel de kaarten uit, die de luitenant zich zeiven gegeven had. Hij spreidde ze waaier vormig op de tafel en wees met den vinger naar één in het midden. Toen de kolonel die ook tegen het licht hield èn de bewuste, waarop Marvin attent had gemaakt, zag hj. dat ze beide hetzelfde merkteekentje droegen. „Zijn dit de kaarten, die de gever aich- zelven gegeven heeft De adjudant knikte bevestigend. Zonder een woord te zeggen, hield, kolonel Lang den tweeden-luitenant schoppenaas voor met het merkteekentje aan den ach- terkant. HOOFDSTUK II. Het hoofd fier achterover werpend, keek de jonge man den kring rond. Het was een Europeesche machtsverhoudingen in den juisten stand te houden, d.w.z. niet te doen overslaan naar links of rechts, maar in het midden der gerechtigheid te houden. De Vereenigde Staten hebben zich daad werkelijk voor het behoud van den Europee- schen vrede en voor internationale ontwape ning geïnteresseerd. Dat is het belang van Roosevelt's jongste boodschap. Gelijk president Wilson eens 14 punten decreteerde voor het herstel van den vrede in Europa, zoo schreef Roosevelt ons thans 4 punten voor ten behoeve van het behoud van dien vrede. Ie. Ontwapeningsmaatregelen in den geest van het plan-MacDonald. 2e. Overeenstemming omtrent volgende étappes van ontwapening. 3e. Zoolang over de volgende étappes nog geen overeenstemming is bereikt, mag de bewapeningsgrens van de eerste étappe niet worden overschreden. Op den ontwapenings- weg zij slechts één richting mogelijkvoor waarts 4. Nogmaals sluiten de naties een plechtig non-agressie-verdrag. En dien kant moet het heen,, zoo liet Roo sevelt aan de regeeringen van 40 volkeren weten. De vrede mag niet langer worden ge offerd aan kleinzielige en egoïstische politiek. Roosevelt heeft voorts duidelijk laten uit komen, dat hij een afschaffing van alle aan valswapens noodig acht, dat de Vereenigde Staten in geen herbewapening van Duitsch land zullen bewilligen en desnoods aan het toepassen van sancties zullen meedoen maar dat daarnaast een geleidelijke ontwa pening van de andere grootmachten moet plaats vinden. De Vereenigde Staten zullen zich in het algemeen daadwerkelijk interes seeren voor maatregelen, welke genomen moeten worden tegen hen, die den vrede of de ontwapening saboteeren. Al zet Hitler in den Rijksdag neg zoo'n grooten mond op en al kletteren de Fransche generaals nog zoo met hun sabels, als Uncle Sam in Washington krachtig genoeg met zijn vuist op de vredesbafel slaat, dan klepperen Hitler's kaken in Berlijn en dan ontvalt het krachtigste wapen aan de vuist van den grootsten Europeeschen veldheer. Als de vrede er niet kan komen door woor den, dèm maar door strijd, strijd, waarin vooral de economische dwangmiddelen be- teekenis zullen hebben. Het telegram van de Koningin aan Roosevelt. De Nederlandsche Maatschappij voor Nij verheid en Handel heeft aan H. M. de Ko ningin een telegram gezonden van den vol genden inhoud De Nederlandsche Maatschappij voor Nij verheid en Handel betuigt HM. de Koningin haar groote dankbaarheid voor de treffende woorden, waarin H.M. in Haar 'antwoord aan president Roosevelt uiting heeft gegeven aan een overtuiging, die in het overgroote deel van het volk leeft. Moge deze daad van Uwe Majesteit mede van invloed zijn op het wederkeeren van ver trouwen tusschen de volkeren en op het her stel van een daaruit voortkomend vrij han delsverkeer. De kabinetsformatie. Naar „de Maasbode" verneemt zijn er aan wijzingen, dat het in de bedoeling van dr. Coijn ligt cm een of meer leden van het af tredend kabinet in het nieuwe ministerie te doen zitting nemen. Nieuw lid der Eerste Kamer. Het Centraal Stembureau heeft in de va cature, ontstaan door het bedanken als lid door den heer J. J. W. IJsselmuiden, tot lid van de Eerste Kamer benoemd verklaard den heer W. J. Andriessen te Utrecht. De Rijksmiddelen. De staat van de opbrengst der rijksmidde len over April en de eerste vier maandeiv-van het loopende jaar geeft wel een zeer duidelijk beeld van den achteruitgang, waaraan de in knap officier, drie-en-twintig jaar oud, vol leven en temperament. In zijn woede trad hy een schrede naderbij. „Ik begrijp het niet, sir", zei hij op uitda- genden toon. „Durft u insinueeren, durven deze mannen denken, dat ik iets afweet van c!eze zaak.... De heele officierstafel moet dan wel het hoofd verloren hebben I" „Zwijg, sirdonderde de kolonel, nog steeds met de kaart in de hand. „U vergeet uzelven, als u dien toon aanslaat. Er is geen beschuldiging uitgesproken. Er zal een on derzoek worden ingesteld en als u er waar lijk niets van afweet, dan zult u ook m staat zijn, dit te bewijzen, als u wilt." „Als ik wilAls ik er niets van af weetDit is een beleediging, sir, om het zóó voor te stellen Ik sta er op, dat de zaak op dit oogenblik en hiér grondig onderzocht wordt, en dat mij een verontschuldiging zal geboden worden voor hetgeen reeds gezegd werd. Niets dan de groote opgewondenheid, waarin hij verkeerde, kon hem zulke woor den hebben doen spreken tot zijn kolonel. Het was regelrecht verzet in den dienst, als men het als zoodanig wilde opvatten. „Zwijg, sir!" donderde kolonel Langweer. Maar de jonge officier liet zich geheel vervoeren door zijn drift en trad naar voren met gebalde vuist. Eer die nog neerkwam, werd hy wel door een tiental handen terug getrokken. „Ga naar uw kamer, sir. U heeft arrest tot nader order. Nu geen woord meerDe zaak zal aan een grondig onderzoek worden on- komsten van de schatkist ten prooi zijn, al dus meldt „het Vad." De baten uit de ge wone bronnen waren niet hooger dan 28.635.430, wat nog 6.814.750 minder is dan verleden jaar in dezelfde maand. Men moet al tot 1919 teruggaan om over April een op brengst te vinden, die kleiner is dan 30 millioen. Nu zftjn wij daar, in weerwil van de rits van opcenten (op invoerrechten, bier en suiker), die by elkaar nu 1.7 millioen heb ben opgebracht), bijkans l»/2 milioen be neden gebleven. En dan te bedenken dat men nog in 1930 grasmaand met een opbrengst van ruim 44 millioen voor den dag kon ko men Ook nu weer zijn de middelen over vrijwel de geheele lijn achteruitgeloopen. Slechts één middel is er, dat tegenover ver leden jaar een vooruitgang vertoonthet ge slacht. Het bracht in April 526.000 op, wat 13.800 meer is dan een jaar geleden, maar in 1930 bracht dit middel in April meer dan 1 millioen op. De andere middelen op den staat vormen een droeve stoet van dalende opbrengsten. De omvangrijkste daling vertoont de inkomsten belasting, die niet minder dan f 2.728.500 bij verleden jaar is ten achter gebleven en de ontvangst van Maart met amper 6 ton te boven gaat, waar anders de voorsprong van April op zijn voorgangster tusschen 2 en 3 millioen varieerde. De baten uit het loopende belastingjaar vloeien traagverleden jaar was er uit dien hoofde 9. millioen, nu amper 6 millioen binnengekomen. In het geheel zijn de ontvangsten uit dien hoofde in vier maanden thans tot 22.986.000 beperkt ge bleven een jaar geleden hadden zij in het zelfde tijdsverloop nog 30.166.700 opge bracht. Vcor alle dienstjaren tezamen be draagt de achterstand bp de inkomstenbe lasting sedert 1 Januari 17.127.800. Ook de 'suikeraccijns heeft in April een geweldige veer moeten laten. Niet minder dan 2.403.800 is de opbrengst by verleden jaar ten achter gebleven. Het de vorige maand nog bestaande avans tegenover verleden jaar is nu voor de vier maanden in een daling van 812.800 verkeerd. De nieuwe opcenten, die in Maart nog 826.800 hadden opgebracht, zyn in April tot 434.500 teruggeloopen. Naar verhouding nog erger heeft de bier- accyns het gemaakt, die van een opbrengst van over het millioen in Maart op nog geen f 395.000 in April is terechtgekomen. De invoerrechten vertconen voor de afge- loopen maand een vermindering van 817.700 t.o. verleden jaar. Ook waren zy nog ruim 125.000 lager dan over Maart jl., by 1/12 der raming is er zelfs een achterstand van ruim 11 ton. In vier maanden is nu de op brengst al 614 millioen bij verleden jaar ten achter geraakt. Opmerkelijk is het dat de opcenten in de afgeloopen maand niet meer dan 1.223.8C0 hebben opgebracht, of 8>/2 ton minder dan in Maart, schoon de invoer rechten zelf bij die maand, zooals gezegd, niet; veel meer dan V/4 ton ten achter waren ge bleven. Öok de loodsgelden blijven, bij de stagnatie in de scheepvaart, maar steeds dalen. Had Maart nog 326.3Ö0 opgebracht ,over April was de bate eruit niet hooger dan 232.200 of nagenoeg- 60.000 onder de andermaal ver laagde raming en f 12.000 beneden de reeds zeer schrale opbrengst van verleden jaar. Niet minder teekenend voor den gang van zaken in het bedrijfsleven blijven de schame le opbrengsten van zegel- en registratierech ten, die andermaal met dalingen, en wel van resp. 79.130 en 85.280 over April en resp. 1.233.000 en 2.02.700 over de vier maan den, op den staat voorkomen. Ook de succes siebelasting en de vermogensbelasting blyven in de neergaande lijn, nl. over April resp. 416.500 en 398.500 minder en voor vier maanden resp. 2.478.000 en 1.017.600 min der. Ook van de dividend- en tantièmebelas ting blijven de resultaten treurig. Over April is de opbrengst nog f 125.000 bij verleden jaar ten achter gebleven, nadat er toen reeds een achteruitgang van ruim 5 ton tegenover 1931 was geboekt. En sedert 1 Januari zijn wij nu al 808.500 onder verleden jaar gekomen, toen er een nog iets grootere daling t.a.v. het jaar tevoren was geweest. Ook de accynsen hebben in April alle min der opgebracht. Bij het gedistilleerd, waar de clandestiene productie weer aardig schynt huis te houden, was de bate 312.000 bij ver leden jaar ten achter, zoodat er nu voor vier der worpen. Ga onmiddellijk De handen, die hem teruggehouden had den, lieten hem nu los en met hooghartigen blik om zich heen verliet de jonge luitenant het vertrek. Kolonel Lang wendde zich tot den majoor. „Dit is een hoogst-betreurenswaardig feit, Rawson. Ik kan je niet genoeg mijn spijt betuigen „Die jonge officier van je regiment als hij tenminste zoo'n goede kerel is als er ver teld wordt kan het onmogelijk gedaan hebben. Maar hij gaf de kaart en had er zichzelven ook een gegeven. Onder welken slechten invloed kan hy dit hebben gedaan?" „Dit moet nu juist nagegaan worden. Ik zal niet rusten, eer het geval opgehelderd is. Wees da&r verzekerd vanWant tot zoo lang kleeft er een smet aan den naam van het East-Mercia-regiment." „Je vergeet, dat myn batterij er precies hetzelfde toe staat, Lang. Tot wij met zeker heid weten, dat het een van jouw off eieren was, kan er net zoo goed verondersteld wor den, dat het er een van mij is. ik zweer, dat ik vanaf heden het spel aan de battery zal verbieden. Wy hebben heel wat ryke jonge- fel, waar de opgewonden officieren in groep- kan dit een te groote verleiding zyn." Kolonel Lang was van meening, dat een bevelvoerend officier op een dergeiyk iets bedacht had moeten zyn maar hy zei niets. In plaats daarvan trad hy weer aan de ta fel, waar de opgekonden officieren in groep jes de. zaak npg bespraken. „Heeren, een zeer onverkwikkelijk en be maanden reeds een vermindering is ontstaan van 1.245.700 (verleden jaar 1.462.000), terwyl men ten opzichte van de welhaast een vijfde verlaagde raming al 1.277.000 is ach terwege geraakt. Ten slotte vermelden wy nog de tabak, die in Maart 513.700 verder achteruit liep. In het geheel zyn de inkomsten in April, ten beloope van 4.400.655, niet minder dan f 1.250.500 achterop geraakt, terwijl er voor vier maanden een daling van 1.546.600 valt te boeken. Ondanks de versterking van de middelen, blijft de opbrengst zich voortdu rend in dalende richting bewegen, hetgeen bij de eischen, die in verband met de crisis aan het Leeningsfonds gesteld worden, een bedenkelijk verschijnsel vormt. Over de geheele lijn staan wy dan ook, wat de staatsinkomsten, die alleen wat de gewone bronnen betreft, in vier maanden weer 16.290.000 by verleden jaar ten achter zyn gebleven (niettegenstaande drie soorten op centen een nieuwe bate van ruim 7% mil lioen hebben geleverd), voor een droevig beeld. Al moge dat, na de uiteenzetting van den financieelen toestand dezer dagen door minister De Geer gegeven, geen verrassing zijn, zoo tó het toch te hopen, dat de zeer be denkelijke cijfers over April en over de eerste vier maanden voor de nieuwe volksvertegen woordigers en de regeering, dié nu op net punt staat geooren te worden, als een nieuw bewijs zullen worden opgevat, dat alleen drastige bezuiniging naar alle richtingen de situatie kan redden. Van liedjeszanger tot advocaat. Van de gemeente-universiteit van Amster dam is gisteren geslaagd voor het doctoraal examen in de rechten de heer I. Coopman, bij het publiek beter bekend onder den naam Henry Marchand, de populaire conferencier en liedjeszanger. Dit examen mag waarlyk een unicum hee- ten, niet alleen vanwege de combinatie van de lichte muze met de strenge godin Justi- tia, maar ook en vooral omdat de heer Mar chand tusschen zijn zeer drukke werkzaam heden op een gebied, dat geheel buiten de sfeer van zyn studie viel, de kracht en het doorzettingsvermogen heeft gehad, zijn eco nomische- en rechten-studie te volbrengen in minder tijd dan menig student, die zich ge heel aan zijn studie kan wijaen, noodig heeft. I. Gcopman werd in 1893 geboren en door liep de lagere school, waarna hy op 12-jari gen leeftijd een „baas" moest zoeken. Hij leerde het diamantslijpen en was van zyn 17e tot zijn 20e jaar diamantbewerker, waarna hii als artist„ontdekt" werd en korten tyd zijn brood verdiende als chansonnier, toen Gerard Arbous hem in 1915 engageerde voor een tournee door Nederlandsch-Indië. Tengevolge van den wereldoorlog keerde "'ij pas in 1920 naar Europa terug om echter, na in het hu- welyk te zijn getreden met de toenmaals be kende danseres Kitty Lipton, reeds weer ln 1921 met zijn echtgenoot^ voor een tweede tóurnée naar Indië te gaan. De heer Mar chand trad hierna nog op in Australië, Zuid- Afrika en Amerika. en niet in de gelegenheid naar den tandarts te gaan, dan zullen één of twee "AKKERTJES" U den wel- doenden rust geven, waar naar U zoozeer verlangt. Zorg U er dus voor steeds "AKKERTJES" in huis te hebben. Ze komen altijd van as bij Hoofdpijn, Migraine, Zenuwpijnen, 'n Kou, enz. Per 12 stuks slechts 50 cent. Gebruikt cfus voortaan uitsluitend: Volgens recept van Apotheker Dumont "AKKERTJES" treurenswaardig iets is hier vanavond voor gevallen. Ik wil er nu slechts een enkel woord van zeggen, tot er later op teruggeko men kan worden, als de zaak grondig on derzocht is. Tot zoo lang zal het beter zijn voor het regiment en voor de battery, dat er niet door buitenstaanders van gesproken wordt. Ik moet den officieren orders geven, dat ze er, behalve aan hun eigen tafel, niet van zullen spreken en ik moet onzen gasten verzoeken, of ze eveneens zoo willen doen." „Daar sta ik voor in", zei majoor Rawson. „Daar het aan uw officierstafel gebeurde, Lang, zijn wij dubbel verplicht te zwygen." De adjudant van de East-Mercia's trad op den kolonel toe en vroeg met den kalmen nadruk, waarmee hij eenmaal gewoon was te spreken „Heeft u eenige orders, sir „Neen. Ik zal later den arrestant in myn eigen kwartier ondervragen. Houd die andere kaart ook ter zyde en laat ze mij brengen. Die zal ik ook noodig hebben." Er werd van weerskanten geen moeite ge daan om het gastmaal langer te laten duren. Dt gasten vertrokken, de een na den ander. Kolonel Lang stond nog kalm en ernstig te praten met. den majoor der artillerie. Ze v/aren beiden natuurlijk van één onderwerp vervuld, maar toch spraken ze er maar wei nig van daarvoor was er nog niet genoeg van bekend en stond er te veel op het spel een van de officieren werd immers bedreigd met de ongenade van zyn regiment of bat tery, en wat beduidde dit anders dan zijn ondergang r Teen hij in Nederland terugkeerde werd hij in 1925 als conferencier verbonden aan het bekende Amsterdamsche cabaret Mille Colon nes aan het Rembrandtpleïn, aan welke in richting hij verbonden bleef tot de opheffing toe. Na 1925 zag de heer Marchand kans aan zyn zucht naar bestiydeering der maatschap pelijke verschijnselen toe te geven en begon hij economie en staatsrecht te studeeren. Ih 1927 behaalde hy zijn acte M.O. voor staat huishoudkunde en statistiek, in 1928 zijn acte M.O. voor staatsinrichting en na een jaar Latyn te hebben geblokt en een collequuni doctum te hebben verkregen, deed hij in 1930 met goed gevolg zijn toelatingsexamen voor de Amsterdamsche Universiteit, waar hij in Juli 1931 zijn candidaatsexamen rechten deed, om gisteren zijn studie met den meestertitel bekroond te zien. De heer Marchand heeft al die jaren eigen- lyk een dubbel leven geleidtusschen het drukke leven achter coulissen en voor schijn werpers, vond hij tusschen repetities en voor stellingen, in hotelkamers, in stationswacht kamers en in nachttreinen gelegenheid om zich plotseling weer te verdiepen in zijn stu dieboeken, met af en toe, als hij te Amster dam was, 's ochtends gelegenheid om een college te bezoeken. De heer Marchand, die voor den komenden zomer een engagement als conferencier heeft in Den Haag, zal daarna echter een keus moeten doen of hij zich verder aan het caba ret of aan het recht zal wijden, omdat de balie waarschijnlijk niet zal toestaan dat een zingende advocaat voor de balie komt pleiten. Een schip met ruim 36 voet diepgang in den Waterweg. Donderdag is aan de Matx te Vlaardingen binnengekomen het Noorsche motortraan- schip „Sir James Clark Ross". Het schip, dat zyn eigen traankokerij aan boord heeft, nam deel aan de walvischvangst in de Zui delijke IJszee en heeft een groote lading walvischtraan aan boord. Het bijzondere van dit schip is, dat het een zeer grooten diep gang heeft, nl. ruim 36 voet/Vanzelfsprekend moest een gunstig getij worden afgewacht wilde het schip den Nieuwen Waterweg bin nenkomen, daar alleen bij hoog water een schip van dezen diepgang binnen kan loo- pen. Tot heden kwam nog geen schip van dien diepgang den Waterweg binnen. Het motorschip „Kosmos", eveneens een wal- vischvaarder met eigen traankokerij aan boord had een diepgang van 34 voet. De „Sir James Clark Ross" is in Februari 11 van de Zuidelijke IJszee vertrokken, kwam op 17 Maart aan de Walvischbaai aan en op \2 April te Sandesfjord. Daar heeft het schip de bemanning, welke de walvisschen eigenlijk vangt en die uit 250 a 300 koppen bestaat, aan wal gezet. Vandaar is het schip rechtstreeks naar Vlaardingen vertrokken. Begrijpelykerwijze bestond voor een en an der veel belangstelling. Het Kamerlid Wijnkoop te Tiel gearresteerd. De heer D. Wijnkoop, die gisterenavond ts Tiel in een vergadering van communisten het woord voerde, naar aanleiding van de rechts zitting te Tiel, waar de heeren L. de Visser en Roestam Effendi werden veroordeeld we gens beleediging en opruiing, is daar door de politie gearresteerd. In zijn rede sprak de heer Wijnkoop op ruiende woorden tegen het openbaar gezag, wat voor de politie aanleiding was om den heer Wijnkoop in hechtenis te nemen. De officier van justitie te Tiel heeft den heer Wijnkoop in verhoor genomen, waarna hij is ingesloten in het huis van bewaring. Vervolging van het Kamerlid Drop. De officier van justitie te Breda heeft, naar „het Volk" verneemt, een vervolging gelast tegen het soc.-dem. Kamerlid den heer W. Drop. Deze wordt er van beschul digd, dat hij een der leden van het ministe rie heeft beleedigd. Sprekende op een ver kiezingsvergadering in Concordia te Breda, op 2 April, heeft de heer Drop de met meer terugkeerende ministers de revue laten pas- seeren. Den minister van koloniën noemde hij in dit verband „Simon de Graaft, alias Simon de Leugenaar". De East-Mercia's zeiven begaven zich voor het grootste deel door de ruime corridors naar hun slaapkamers op de verdieping daar boven. Het geval had hen allen zoodanig ge troffen, dat ze er stil en teruggetrokken van waren geworden. ,Zou die arme Boffie zijn ontslag krij gen fluisterde een tweede luitenant tot een ander onder het gaan. ,3offie" was de bynaam van den populal- ren man op arrest. „Het zal zeker een geval voor den krygs- raad worden, waarop ontslag volgt. Arme kerel Ik begrijp er niets van ,,'t Is iets, dat je nu in het geheel niet van hem gedacht zou hebben", meende de ander vol sympathie. „Hoe ter wereld kan hij er bij gekomen zijn? Ik kan het onmogelijk gelooven. Er moet de een of andere vergis sing in het spel zyn. De kaarten kregen misschien dat krasje onder het geven, zonder aat hij hét wistof ze zaten zoo in het pak. Boffie Hoe kan h ij het gedaan heb ben dat zou ik wei eens willen weten Boffie is immers zoo eerlyk als goud „Die ezel van een Marvin ook Als h y er niet bij geweest was, zou niemand aan zoo iets gedacht hebbenEn dat moest Boffie nu juist zyn Je kon net zoo goed zeggen, dat de „baas" het zelf had gedaan. Eoffie doet niet aan hoog spelen of wedden. Hy heeft niet zooveel geld noodig, als som migen van ons." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1933 | | pagina 5