GEMENGD NIEUWS TOB NOOIT-HOEKJE VERWACHTING EN VERVULLING. Met duizend masten kiest de jon geling zee Stil, op een geredde boot, komt de grijsaard de haven in. Friedrich von Schiller. Aan den oever van den Oceaan des levens staat de jongeman en in zijn geest ziet hij duizenderlei mogelijkheden, om in het leven te slagen. Met duizend schepen kiest hij de baren van de zee, die hem noch door on stuimigheid noch door uitgestrektheid af schrikt. Hij tintelt van verlangen, om op de schuimkoppige golven te worstelen met de elementenin zich gevoelt hij het verlangen om te slagen; hij weet zoo goed als zeker, dat hij slagen zal Aan de eindelooze levenszee staat een ge kromde grijsaard, die met lichtlooze, matte oogen rustig staart naar den einder. Zijn zwerftochten over den Oceaan des levens zijn afgeloopen en op de ééne boot, die hij nog mocht redden van de duizend zeilen, waar mee hij de levensreis aanvaardde, is hij nog veilig de haven binnengeloopen. Er ligt wee moed in zijn blikwanneer hij terugziet op de levensreis, waarop hij zooveel schepen heeft moeten achterlaten, die niet bestand bleken tegen de levensstormen, die hem hebben om- loeid Zóó is het leven. De idealen der jeugd zijn verdwenenéén voor één zijn zij gevallen onder de mokerslagen, die de levensomstan digheden erop gebeukt hebben en ten slotte zijn er nog slechts enkele overgebleven. En dat is JieeZ natuurlijk en goed, want de jeugd moét veel idealen koesteren, de jeugd moét veel aandurven en willen ondernemen, an ders blijft er voor de grijsheid heelemaal niets meer over ten slotte. Hoe meer schepen de jonge man ziet vergaan, hoe meer hij leert wat het leven is en als hij aan het eind van zijn dagen één enkel schip behouden in de haven voert, dan kan hij tevreden zijn, want wie in de vele plannen, die hij heeft gemaakt gedurende zijn leven bevredigende werkzaam heid heeft gevonden en er in geslaagd is er één goed en met succes te verwezenlijken, heeft niet tevergeefs geleefd en heeft zijn plicht als mensch gedaan. „In grocte dingen gewild te hébben, is vol doendezegt Vergilius. Dr. JOS. DE COCK. zegd wordt, dan zou het docrdringingsvermo- gen zoo buitengewoon groot zijn, dat geen pantserplaat er tegen bestand is. De zwaar ste platen, die tot nu toe absoluut ondoor dringbaar geacht werden, moeten als dunne planken doorboord zijn en wel op een afstand van meer dan 15 kilometer. Bijzonderheden zijn natuurlijk niet gepubliceerd en het En- gelsche ministerie van oorlog zou wel oppas sen, dat niet te veel uitlekt. Proefnemingen op zee moeten eveneens wonderlijke resulta ten hebben opgeleverd. Het voordeel dezer nieuwe granaten moet vooral gelegen zijn in het feit, dat hun geweldige uitwerking niet alleen met geschut van groot kaliber verkre gen is, maar ook met dat van zeer licht kaliber. De Engelsche pers bepaalt er zich, blijk baar op bevel van hoogerhand toe, slechts vage berichten over deze geweldige aanwinst voor het Engelsche l^ger te publiceeren. Al leen wordt commentaar geleverd op de mo gelijke gevolgen. Als men de uitvinding beschouwd van het standpunt der ontwapeningsonderhandelin gen, krijgt zij een nog grootere beteekenis. Immers de vraag van het toegelaten kaliber wordt hierdoor niet weinig beïnvloed. Hoe het met de bruikbaarheid der tanks zal staan, indien de berichten over deze nieuwe granaten waarheid mochten bevatten, is nog niet gemakkelijk vast te stellen. Juist bij dit wapen, waar het op Ce zware pantsering aan komt is deze vraag van groote beteekenis. Bij de onderhandelingen te Genève zal deze uitvinding ongetwijfeld ter sprake ko men. Verwacht mag evenwel worden, dat de Engelsche delegatie geen bevredigend ant woord op de te stellen vragen zal geven. Reeds vleit men zich in enkele kringen in het Britsche rijk met de hoop, dat de hege monie van Engeland op het pun staat te zul len herleven. De komische noot ontbreekt ook in dit ge val weer nietde uitvinder der wonder-gra- naten moet nl. een Ier zijn. De inbraak te N ij en rode opgelost. Nog kan worden medege deeld, dat de Utrechtsebe recherche op een goeden a<.g in het vorig jaar vernam, dat een gedeelte van de gestolen schilderijen te Am sterdam op een bepaald adres zou zijn te vin den, namelijk het adres van den par ticulieren detectieve, die in de zaak was ge moeid. Twee Utrechtsche rechercheurs zijn er toen in opdracht van het parket op uit ge gaan, en zij slaagden er inderdaad in, een gedeelte van de schilderijen, ongeveer een 50 stuks, in Amsterdam in beslag te nemen, en naar Utrecht over te brengen, waar zij toen in een van de brandkasten van het hoofdbureau van politie zijn bewaard, en na derhand weer naar de hoofdstad zijn ver voerd, en ter beschikking van de verzeke ringsmaatschappijen gesteld, die een premie hadden uitgeloofd voor de opsporing van het gestolene. Voor zoover uit de inlichtingen die de „Maasbode" heeft gekregen valt op te maken, heeft de heer O., de zoogenaamde kasteel heer van Nijenrode een nogal bewogen leven achter den rug, voorzoover zulks tenminste zijn financieele ups en downs betreft. De heer O. heeft op geen enkele wijze erfelijke rechten of betrekkingen ten aanzien van het kasteel. Hij is van eenvoudige afkomst en te Utrecht geboren, waar hij vroeger een kle'ne winkel had, welken vele Utrechtenaren zich nog zeer goed kunnen herinneren. O. was een verwoed speculant en hierdoor is zijn nu eens rijk zijn, dan weer in financieele moeilijkheden verkeeren, volkomen erklaard. Aanvankelijk deed de heer O. in koffie en daarmede wist hij zich een niet onbelangrijk vermogen te verwerven. Toen hij evenwel eens een flink deel van een Braziliaanschen oogst had opgekocht, leed hij geweldige ver liezen en kwam daardoor in moeilijkheden. Ook voor de tweede maal wist de heer O. een vermogen te verwerven met den handel in koffie. Door aankoop kwam hij toen in het bezit van het kasteel Nijenrode en sinds dien werd hij dan ook gewoonlijk O. van Nijenrode genoemd, alhoewel hij op dezen „titel" geen werkelijke aanspraken kon doen gelden. Toen hij wederom in moeilijkheden kwam, werd de bekende o jreenkomst aan gegaan met de fa. Goudstikker in Amster dam, die het kasteel inrichtte als een expo- sitiegelëgenheid voor kunstschatten, terwijl O. als „kasteelheer" op het kasteel bleef wonen. Maar het schijnt wel, dat na de overeen komst met Goudstikker de moeilijkheden niet waren opgelost, die tenslotte tot de cata strophe hebben geleid, tot de sensationeele, maar ook tragische ontknooping van de ar restatie. Uitgebreide smokkel handel. Den laatsten tijd hebben ds rijks- en gemeentepolitie verschillende par tijen, o.a. te Nijmegen, Ossendrecht, Roosen daal, enz., wapens, die frauduleus vanuit Bel gië over de grens waren binnengesmokkeld, weten te vinden. In België kan men zeer gemakkelijk aan een wapen komen. Daar wordt niet de minste controle op uitgeoefend. Daarentegen be staat naar men weet, hier te lande een, den laatsten tijd verscherpt, verbod tot het in voorraad hebben van wapenen, zonder toe stemming van politie of justitie. Er heeft zich allengs in Nocrd-Brabant en Limburg, een smokkelhandel in verboden wa pens ontwikkeld, waarbij de hoofdpersonen met groote omzichtigheid te werk gaan, zoo dat het erg lastig is te weten te komen, waar zich een buit bevindt. De grootste geheimzinnigheid wordt zoo wel door de smokkelende overtreders, als de justitie dan wel de politie, betracht. Niettemin is het, naar het blad verder meldt, totdusver bereids gelukt beslag te leg gen op een 500-tal revolvers en vele duizen den patronen. Het is niet onwaarschijnlijk, dat de opzet van dit alles is, om op een zeker moment een aantal revolutionnairen van wapens te voor zien. Of deze gebruikt zouden worden voor een opstand in ons land dan wel of het in de bedoeling zou liggen om tegenstanders van het Hitier-systeem te bewapenen, schijnt nog niet vast te staan. Het vermoeden wordt zelfs geuit, dat deze levendige handel in wapens mogelijk zou zijn gemaakt met geld, verstrekt uit Russische bron. Hoewel de speurders naar deze wapens met de grootste moeilijkheden te kampen hebben de argwaan der handelaren en hoofdper sonen is natuurlijk, niet ten oprechte, zeer groot hoopt men toch met man en macht paal en perk te stellen tegen een niet gering dreigend gevaar. Henri Bar mat in vrijheid gesteld. Henri Barmat, die twee we ken geleden in een hotel te Amsterdam ge arresteerd is, daar hij er van verdacht werd in verband te staan met eèn oplichtingsaf faire, waarvan de Kantonale Bank van Ap- penzell het slachtoffe. sou zijn geworden, is thans weer in vrijheid gesteld. Zoowel het verzoek om uitlevering als het verzoek om vasthouding heeft de Zwitsersche regeering ingetrokken. Inbrekers in een hinder laag. Een drietal beruchte inbrekers hadden tijdens de afwezigheid van de bewo ners een bezoek gebracht aan de villa van Jean Pierre, burgemeester van Canet, nabij Cannes, in het Zuid-Fransche Var-departe ment. Zij hoopten hun buit op, bestaande uit zilverwerk, bont, kleedingstukken, juweelen en schilderijen, en besloten later met een auto het -estolen goed te komen weghalen. Zij beschikten immers over den noodigen tijd Maar tot hun verderf, hadden zij een venster geopend, dat zij vergaten te sluiten, hetgeen de aandacht trek van eenige buren. De politie werd gewaarschuwd, stelde onmid dellijk vast, hoe de zaak inèenzat en liet het huis bewaken. Bij het invallen van den nacht keerden twee van de dieven terug. De eene kon onmiddellijk gegrepen worden, terwijl zijn gezel eerst na een bewogen achtervolging bij den kraag gepakt werd. Een tijd later hield een taxi, met gedoofde koplichten voor de villa stil. De wagenbestuurder en zijn pas sagier, die natuurlijk het derde lid van de bende was, werden op hun beurt aangehou den. De drie inbrekers bekenden zonder moeite. Alleen de taxi-bestuurder houdt zijn moeilijk aanvaardbare onschuld staande. De verboden Sweepstake- loterij in België. Verscheidene personen die, trots het verbod van den mi nister van justitie, in België biljetten van de Sweepstake-loterij hadden verkocht, werden gisteren door de strafkamer te Brussel ver oordeeld. Een koffiehuishouder werd, naar aanleiding van deze verbodsovertreding, ver oordeeld tot het betalen van een geldboete van 350 francs. Een landmeter, die als tus- schenpersoon tusschen Engelsche verkoopers en Belgische deelnemers aan de Sweepstake van Liverpool was opgetreden, kreeg 8 dagen gevangenisstraf en een geldboete van 350 francs. De rechtbank veroordeelde ook nog twee Britsche onderdanen, bij verstek, tot dezelfde straf. Lange zeereis van een f 1 e s c h. Een visscher uit Toulon heeft in zee een flesch gevonden, die 4 jaar geleden tusschen Colombo en Australië, van een schip af overboord was geworpen. In de f.'esch bevond zich een in het Engelsch ge schreven brief, gedateerd Oviedo 31 Januari 1528, waarin verzocht werd den afzender er van op de hoogte te stellen, indien de flesch gevonden werd. Aan dit verzoek heeft de vinder voldaan en hjj kreeg een brief terug, waarin de af zender zijn vreugde uitte over het vinden van de flesch. Hij had de hoop reeds geheel opgegeven er nog ooit iets van te hooren. APOTHEEK GEOPEND Zondag 14 Mei is de apotheek geopend van firma ENGERING, Hendrikstraat. VAN ONZE BOEKENTAFEL „Bennaminnetje's eerste school jaar", door Else Ury. Uitgegeven door Van Holkema en Warendorf's Uitg. Mij. te Amsterdam. Dit door Else Ury geschreven boek is door Stella Mare voor Nederland vrij bewerkt. Het lijkt ons een heel geschikt boek voor kinde ren van een jaar of acht. Heel aardige voor- vallèn worden beschreven, en wjj kunnen ons de ontsteltenis voorstellen van Benjaminne tje, toen zij het opschrift boven een slagers winkel verkeerd las. Onze Innderen zullen echter om die vergissing smakelijk lachen. De mooie illustratie's zijn van Freddy Lan- geler. „In het land van Strijen", door Jeanne Marie. Uitgegeven door J. M. Bredé's Uitg. Mij. N.V. te R'dam. Dit boek is geschikt voor kinderen boven de twaalf jaar en behandelt de geschiedenis van een huisgezin onder de Spaansche troe belen. Het is heel goed geschreven en er ko men tal van spannende gebeurtenissen in voor, het zal dan ook wel in den smaak van onze kinderen vallen. Het boek is versierd met tal van illustraties door Marius Richters. „S.S. San Pedro", door James Gould Cozzens. Vertaald door Yge Foppema. Uitgegeven door J. Schuit Jr. te Alkmaar. Een der ernstigste en meest geruchtma kende scheepsrampen van den tegenwoordi- gen tijd was de ondergang van het s.s. „Vestris", een „halve blauwpijper" van de reederij Lampert en Holt Ltd", te Liverpool, in den Noord-Atlantischen Oceaan, op 12 November 1928, waarbij 112 personen den dood in de golven vonden. De behandeling van deze zaak voor de British Board of Trade nam veertig dagen in beslag. De re sultaten van het onderzoek werden neerge legd in een uitvoerig rapport, dat ook in boekvorm verkrijgbaar is gesteld. Het is op dit rapport, dat de jonge schrijver James Gould Cozzens het werk „S.S. San Pedro" heeft gebaseerd. Een vergelijking tusschen het verhaal en dit rapport wijst uit, dat schrijver de werkelijke gebeurteni—.;n tot ia onderdeelen gevolgd heeft. Toch mag zijn boek niet worden opgevat als een verslag van den ondergang der „Vestris". Als kunstenaar was het niet zijn taak, de technische oor zaken van de ramp vast te stellen. Hij heeft alleen psychologisch willen verklaren, hoe het gebeurd zou kunnen zijn, hoe bepaalde personen in gegeven omstandigheden hebben kunnen denken en handelen. Het boek, dat voor het eerst versoheen in een prijsvraag, uitgeschreven door het bekende Scribner's Magazine en hierin den eersten prijs be haalde, werd kort nadien in Amerika in boek vorm uitgegeven, terwijl een der grootste Engelsche Uitgevers eenige maanden geleden besloot, ook een Engelsche uitgave het licht te doen zien. Feiten, die wel spreken voor de waarde van het boek. „Het was Nina", door Fenna de Meyier. Uitgegeven door de N.V. Hol- landia-Drukkerij te Baam. Een nieuw boek van Fenna de Meyier vraagt hier onze aandacht. Het liefdeleed van een mooie, jonge vrouw wordt op een voudige, gevoelvolle wijze beschreven. Het is een roman om rustig te genieten, en die van het begin tot het einde onze volle aandacht in beslag neemt. „De onverlosbarendoor Franqois Maunac. Geautoriseerde vertaling van Martin J. Premsela. Uitgegeven door J. Schuyt Jr. te Alkmaar Frangois Mauriac is een der voornaamste Fransche romanschrijvers. Dit heeft hij te danken aan zijn vermogen zijn lezers een diepen kijk te geven in de ziel der menschen, die hij behandelt. „De onverlosbaren" zijn Félicitë Cazenave en haar vijftigjarige zoon Fernand het moederdier en haar jong. Vijf tig jaar lang belet de egoïstische, dierlijke liefde van Félicité, Fernand een mensch te worden. Wanneer de man trouwt, zorgt de „onverloste" moeder er voor, dat haar schoon dochter sterftzij heeft haar geliefde prooi terug. Het drama begint voor haar eerst, wanneer haar zoon bewust wordt, in welke kluisters zijn moeder hem gevangen hield en zijn ten slotte geslaagde poging, zich van haar te verlossen, kost haar het leven. Doch andere drama's worden geënt op dit grond motief het late ontwaken van Fernands mannelijk bewustzijn, de tragedie van de jonge Mathilde. Al die rampzalige figuren blijven ons bij als menschen, die wij persoon lijk gekend hebben. PREDIKBEURTEN ZONDAG 14 MEI 1933. Leger des Heils, Gravenstraat. 10 uur Heiligingsdienst3.30 uurOpen luchtsamenkomst 8 uur: Openbare bij eenkomst, geleid door majoor en mevrouw HUIJG. BRESKENS. 9.30 uur Ds. W. H. KELDER Jr. 5.30 uur Ds. W. H. KELDER Jr. GROEDE. 9.30 uur De Heer I. VERDUIJN. Evang. Luth. Gemeente. 9.30 uur Da. L. C. DUFOUR. SCHOONDIJKE. 9.30 uur Ds. SNIJDELAAR. OOSTBURG. 9.30 uur Ds. FABER IJZENDIJKE. 3.30 uur Ds. CASTELEIN. DE VROUW EN DE FILM. Vervolg. De derde rubriek filmbezoeksters is die der vooruitstrevende vrouwen, de propagandisten, die wat voelen voor de „Aufklarings"-film uit Duitschland, in welke film de mama's er in haar averechtsche opvoedings-systemen wel allertreurigst afkomen. Die welke wij on langs zagen „De gevaren der jeugd van 14 tot 17 jaar", vertoonde een moeder, die enkel verbetering van 't opvoedingsvraagstuk zocht langs den weg van theoretiseeren. Op de ver gadering aan 't slot, als de jeugdige held en heldin van 't stuk beiden zijn gevallen als offer van 'n stuurlooze opvoeding, en de moe der van 't meisje haar stellingen over educa tie verkondigt, schreeuwt een der aanwezige haar terecht toe „Houd op met dat gezwets, voed uw kinderen niet op met theorieën, maar met liefde." De tweede moeder in de film verwaarloost de opvoeding van haar jon gen door altijd in de schouwburg te zittenen meer aan haar manicure dan aan haar ge zinsleven te denken, zooals veel menschen 's avonds steeds uit zijn en overal „thuis" zijn behalve thuis. Die twee moeders zijn zóó overdreven-fel van tint en scherp van lijn geteekend „pour le besoin de la cause", maar in elk geval toont ook deze film weer, dat de opvoeding d'er kinderen toch in eerste instantie de taak der moeder is. Wedekind in zijn „Frühlingserwachen" laat de moeder als indirecte oorzaak van de kindertragedie, die zich daarin afspeelt, er buitenzijn werk is daardoor niet zoo sterk tendenzieus, maar in de sexueele jeugd-films moeten de moeders 't nog wel 's ontgelden en wordt er een zeer nauw verband gelegd tusschen de opvoeding en de sexueele nood in- en na de puberteitsjaren. „Aufklarung", is 't wacht woord. Het gezondste contingent bioscoop-bezoek sters is dat der kalme intellectueele vrouwen, der dames meb min of meer herwonnen evenwicht. Zij zijn vrij van de exaltatie van 't jonge meisje, hebben haar opvoedingstaak reeds gedeeltelijk naar beste krachten vol bracht, zijn op weg naar de „levenswijze oude dame", maar zitten nog aan alle kanten in direct verband met 't leven rondom haar, omdat zij nog niet aan de leeftijd van 'ten- kei terugzien in 't Verleden toe zijn. Zij heb ben graag, dat de film bezonken-kalm op haar reageert, houden niet van zenuwschok kende en ophitsende oorlogsfilms, voelen minder voor de Russische dan voor de meer in haar aanvoelingssfeer liggende Oosten- rijksche of Duitsche film en zijn allerminst gesteld op massa-regie op 't doekdie te vermoeiend voor haar oogen en wat de oor logsfilms betreft, oordeelen zij met meer be grijpelijke dan van diepen speurzin getui gende nuchterheid, dat er al narigheid ge noeg in 't leven is. Zij willen wel ontroerd, maar niet geschokt worden, wel de gevoelige maar niet de rauwe wrange kant van dat leven zien. Over 't geheel zijn zü de dank baarste onder de bezoeksters van die films, die een etisch doel stellen, een streven ver- toonen de realiteit der dingen te doen sa mengaan met de diepere waarden onzer sa menleving. Zij weten de film met weinig personen, maar met groote, innerlijke en zielkundige bewogenheid te waardeeren en vormen over t geheel de gezonde basis van 't bioscooppubliek. BETTY BLYTHE. Betty Blythe, de bekoorlijke actrice, die we ons o.a. herinneren als „The Queen of She- ba", viert haar terugkomst na een jarenlan ge afwezigheid, waarin zij met groot succes optrad op Broadway in de film „Pilgrimage". Zü vervult de rol van de vrouw, die zich aan liefdadigheid wüdt. „THE WARRIORS'S HUSBAND". Een eerewiacht van 16 dames te paard was r.oodig voor de opnamen van „The Warrior's Husband". Om deze 16 dames op contract bij Fox film te krijgen, werd een advertentie geplaatst, waarin gevraagd werden, dames, die tusschen 145 en 160 pond wogen en tus schen 1.70 M. en 1.80 M. lang waren. Het re sultaat was, dat 187 jonge vrouwen zich aan kwamen bieden, waaruit er 16 gekozen wer den, die de lijfwacht van de Koningin, moes ten vormen in deze film. Dit is de tweede Lasky-film, met in de hoofdrollen Elissa Landi en Ernest Truese. „HERRIE IN HET HOTEL." Langzaam sijpelen berichten door, die wel een zeer eigenaardigen kük geven op de at mosfeer van vrienden en vriendschap, waar in „Menschen in het Hotel" verfilmd werd. Naar immers deze geruchten willen, lezen v/ij in Filmliga, is het niet veel minder dan levensgevaarlijk, de beiden heeren Barrymo- re aan eenzelfde film te laten medewerken, vanwege een eenigszins nadrukkelijke incom- patibilité d'humeur. Voorts doet zich het merkwaardige verschijnsel voor, dat ieder in deze film eens anders rol begeerdeLionel Barryqiore wenschte Director Preysing, aan Beery gegeven, te spelen. Deze eindelek eens los willende komen van zün marqué emplooi vertoonde een sterke en prijzens waardige inclinatie naar het sympathiekere genre en richtte zün verlangens op Lionel Barrymore's Kringelein. Ten slotte had Jean Hersholt, de portier uit Grand Hotel zijn zinnen gezet op den Doctor Otternschlag van Lewis Stone. Alleen deze laatste, wiens no bele placiditeit hem tot een tweede natuur geworden is, toonde zich met zijn rol tevre den. Het ergste was het evenwel gesteld met de beide vrouwelüke hoofdpersonen. „Da wer den Weiber zü Hyanen.... De correspondent van Ciné-Magazine, weet te berichten dat de uiterste, schoon vergeefsche, moeite werd gedaan om Greta Garbo en Joan Crawford nimmer gelijk te laten repeteeren. Vooral deze laatste scheen tegenover die Göttliche, een agressiviteit aan den dag te leggen, welke naar blasphemie zweemde. Voortdurend bleek zü, wanneer Garbo eveneens in het studio werkte een dringende behoefte te hebben aan inspireerende muziek, tot welk doel zü gra- mofoonplaten met de luidruchtigste schla gers liet afdraaien. Men houde daarbij in het oog, dat Garbo alleen bü de volmaakste stilte kan spelen. Iedere gelegenheid nam de kleine en aima bele „Flammchen" te baat om de reeds zoo zwaar bezochte Gruschinskaja te beleedigen en te irriteeren. Volgens dezelfde „oorlogs correspondent" legden haar meest krasse, „echt-vrouwelü'ke", venijnigheden het echter volledig af tegen de hautaine onaandoenlü'k- heid van haar tegenstandster, wier legen- daire zwijgzaamheid aldus tot verpletterende strategie werd. Alleen bij het proefdraaien 's avonds van de opgenomen fragmenten luchtte Mrs. Fairbanks Jr. haar opinies omtrent Garbo's talenten en persoonlüke eigenschappen op een wüze, welke de meest vooraanstaande critici beschaamd maakte. Maar ook in dit geval bleek het resultaat niet evenredig aan de moeite.»., Garbo ver scheen nimmer. Toen de laatste meter gedraaid was, moet de regisseur Goulding ten overstaan van den Hollywoodschen sterrenhemel, die hem van nu af aan zulk een symboliek afgrüzen in boezemden, verklaard hebben, zich nimmer meer aan zulk een experiment te wagen. Maar waar was de Dréville, die al dit kos- telük spektakel in een sarcastisch „Autour de....' tersluiks vastlegde? Herrie in het Hotel.... ware een wereldsucces geworden! EEN OPROEP VAN ALFRED ABEL, Een groote actie tot eigen hulp van de Duitsche filmspelers. Alfred heeft den volgenden oproep tot het Duitsche filmpubliek gericht De algemeene oeconomische toestand heeft meegebracht, dat evenals andere takken van ons oeconomisch leven ook de ernstige, ge fundeerde filmproductie lijdt en dat er in afzienbaren tijd een filmnood ontstaat, die niet alleen in de industrie zelf, maar ook bij de Duitsche bioscoop-eigenaars een catastro fale uitwerking zal hebben. Duizenden filmkunstenaars en techr.icl, en daarbij niet de slechtsten, zün dan zonder brood. Daarom is spoed het dringendste ge bod. Nog altijd brengen millioenen van ons volk hun penningske naar de bioscoop. Elke film speler heeft honderden, duizenden aanhan gers en vereerders, die hem dagelüks hun aanhankelükheid en trouw bewü'zen. Deze aanhangers te mobiliseeren, moet de taak van een nieuwe gemeenschap der Duitsche filmvrienden zijn, die door een groote schaar filmspelers rondom Alfred Abel worden op geroepen. Een groot, weldoordacht plan geeft eiken filmvriend en bioscoop-bezoeker gele genheid, hier binnen het bestek van zijn fi- nantiëele krachten mee' te helpen zonder dat die hulp voor hem verloren is. Pfenning bü Pfenning gevoegd zal zoo een groot aantal ontstaan, dat, ter beschikking van de seri- ease filmproductie gesteld, niet weinig tot een machtige wederopbloei van de Duitsche film zal büdragen. De geheele onderneming wordt onder controle van openbare jnstan* tics gesteld.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1933 | | pagina 10