50
MAANDAG
8 MEI
EERSTE BLAD
IVO. 108
71e Jaargang
1933:
Uitgave: Firma F. VAN DE VELDE ir., Walstraat 58-60
Vlissingen. Telei. 10. Postrekening 66287 1
ipP^% Verscnijnt dagelijks, uitgezonderd op l
ondag en algemeen erkende Chr
istelijke Feestdagen
STADS- EN PROVINCIENIEUWS
.VOLHARDING"
VLISSINCSOSE COURANT
ABONNEMENTSPRIJSVoor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren ƒ2.20 per 3 maanden.
Franco door het geheele rijk 2.50. Voor België, Duitschland en Frankrijk 3.80. Voor de ove
rige landen bij wekelijksche verzending 3.80, met Zondagsblad 4.75. Afzonderlijke nrs. 5 ct.
ADVERTENTIEPRIJS Van 15 regels 1.25iedere regel meer 25 cent. Bij abonnement
speciale prijzen. Reclames 50 ct. p. regel. Kleine advertenties van 1—5 regels 50 ct Iedere regel
meerl0ct(max. lOregels). Bij 3-maaI plaatsing van 1—5regels fl.—.alles tegen vooruitbetaling.
De abonné's in't bezit eener gulden bij levens- gulden bij dood
Polis, zijn GRATIS verze- lange ongeschikt- *"t j 11 door
kerd tegen ongelukken voor1IIUU heid tot werken. een ongeluk.
9 fi (T\ sulden b'i verlies 4
<||B| van een
IJS U hand, voet of oog. J
gulden bij verlies A A gulden bij verlies r—
van 11111 van een M H
1 een duim JILr v wijsvinger mCJJ
gulden bii verlies
van eiken
anderen vinger
AANGESLOTEN BIJ HET BUREAU VOOR PUBLICITEITSWAARDE, INGESTELD DOOR DE VEREENIGING „DE NEDERLANDSCHE DAGBLADPERS"
Dit nummer bestaat uit 2 bladen
Opening: Prov. Staten.
De opening van de eerste gewone zitting
van de Provinciale Staten van Zeeland is
door Ged. Staten bepaald op Dinsdag 20 Juni
a.s., des avonds te half acht.
Tweede Vlissingsche winkelweek.
Het clot van de Vlissingsche winkelweek,
die heel wat volk op de been heeft gebracht
en waardoor, tenminste in dat tijdsverloop,
wel wat meer geld in het laad je zal gebracht
zijn dan gewoonlijk, is niet zoo schitte
rend geweest als het eerste deel ervan. Reeds
Zaterdagmiddag begon liet te regenen en toen
het clotooncert, dat gegeven werd door de
harmonie „Ons Genoegen", directeur de heer
C. G. Govaarts, aanving, was het ver van
droog. Geen wonder dan ook, dat bij het be
gin van deze uitvoering niet heel veel pu
bliek aanwezig was. Deze klein schare aan
wezigen heeft natuurlijk gunstig gewerkt
op het kunnen genieten van hetgeen gebo
den werd.
Hiermee behoort de winkelweek weer tot
het verleden en we gelooven wel, dat le
commissie uit „Gemeenschap]-*Jyk Belang",
welke haar organiseerde, met voldoening op
haar werk kan terugzien.
Het comité verzoekt ons nog opname van
het volgende
Het comité is tevreden, alles is vlot van
stapel geloopen en er komen reeds vele op
lossingen binnen, zoodat er nog heel wat
werk overblijft, maar wij hopen, met een
beetje aan te pakken, reeds Woensdagavond
met het uitreiken der prijzen aan de deelne-
mertjes aan den hoepelwedstrijd te kunnen
voldoen.
Wij maken er nogmaals op attent, dat de
prijsraadsels tot Dinsdagmiddag 12 uur kun
nen worden ingezonden Wilhelminastraat 19.
Nu reeds willen wij een woord van dank
richten tot de pers voor door haar verleende
medewerking.
Verder aan de autoriteiten en aan allen die
hebben medegewerkt.
Wij hopen zoo spoedig mogelijk ook tot uit
reiking der geschenken te kunnen overgaan
voor de opossingen der prijsraadsels.
Het was hedenmorgen, ondanks het drui
lerig weer, aan ons bureau met de inlevering
der oplossingen zeer druk.
Wij moesten reeds tweemaal de bussen le
digen en. daar kunnen duizenden oplossingen
in.
Het publiek heeft dan ook enthousiast
medegewerkt om de winkelweek te doen sla
gen.
Een scheepsramp.
Gisterenmorgen omstreeks vier uur heeft,
vlak voor het roeiershoofd alhier een ern
stige aanvaring plaats gehad.
De Harwichboot „Malines" naar Antwer
pen passeerde op dat uur toen het Zweed-
sche stoomschip „Jamaica", van Antwerpen
naar Rotterdam bestemd, in dezelfde vaar
geul naderde. Dit schip, 945 ton metende en
geladen met ijzer en stukgoederen, werd door
de Harwichboot aangevaren aan bakboord
zijde, ter hoogte van het tweede luik. Het
schip, dat 17 man aan boord had, is onmid
dellijk gaan zinken en de opvarenden kon
den alleen een en ander van hun persoon
lijk eigendom bijeenhalen om mede te nemen.
De Belgische loodsboot was spoedig ter
plaatse van de aanvaring en kon de 17 'man
opnemen en ongedeerd hier aan wal zetten.
De „Jamaica", die eigendom was van de
reederij Swen Salem te Stockholm, zonk ge
heel met de ladink in de diepte weg en
slechts de beide masten steken iets boven
water uit. De bemanning was alhier in twee
hotels ondergebracht en is gisterenmiddag
per trein van 4.11 naar Rotterdam vertrek
ken, door tusschenkomst van den waarne
mend vice-consul van Zweden, den heer J.
van Boven.
De Harwichboot, die slechts geringe averij
had opgeloopen, kon de reis naar Antwerpen
voortzetten.
Sleepbooten en visschersvaartuigen liggen
rondom het wrak, om wrakstukken te bergen.
De kapitein deelde mede, dat,, hij in
opdracht van zijn reederij en van den Zweed-
schen consul te Rotterdam niets mocht ver
tellen, voordat de verklaringen zijn afgelegd.
Ook aan de bemanning was opdracht gegeven
geen inlichtingen over het gebeurde te ver
strekken.
De bemanning heeft rustig en in goede
orde het schip na de aanvaring kunnen ver
laten en heeft ook door het in de nabijheid
verkeeren van de boot, die de loods kwam af
halen, heeft direct levensgevaar niet bestaan.
Een verslaggever van „de Tel." vroeg een
geroutineerden Belgischen loods naar zijn
meening over deze aanvaring, mede omdat
beide schepen een Belgischen loods moesten
hebben. Hij zeide dat zijns inziens de aan
varing indirect te wijten is aan het feit, dat
te Vlissingen maar een klein aantal Belgische
loodsen is gestationneerd. Gelijk bekend is
het Belgische loodswezer grootendeels over
geplaatst naar België. Wanneer het nu een
beetje druk loopt met de scheepvaart, komt er
dadelijk een tekort aan loodsen. Zoo ook nu.
Door den mist blijven de schepen voor an
ker. Zoodra wordt echter het zicht beter, of
allen willen verder. Zy moeten echter be-
loodst worden en nu komt de moeilijkheid, er
zijn niet genoeg loodsen.
Krishnamurti.
Gisterenmorgen hield in Hotel Britannia
de heer M. Beutler uit Den Haag een lezing
over Krishnamurti's werk en levenshouding.
Spr. begon met een korte levensbeschrij
ving van Krishnamurti te geven, hoe in zijn
kinderjaren een Orde van de Ster voor hem
werd opgericht, welke hij zelf ophief toen hij
volwassen, zijn eigen zuivere levenshouding
ontdekte.
Het is, aldus de heer Beutler, niet wel
doenlijk in een kort tijdsbestek het geheel
van Krishnamurti's denkbeelden te geven,
daarom zal hij zich beperken tot een be
spreking van detgsne wat hij er het belang
rijkste van acht.
Wij leven in een tijd van verwarring en
zoeken in verschillende richtingen. Maar de
meeste menschen zoeken naar iemand die
zeggen kan„Zoo moet het, doe dit, doe dat
en als re mij volgt, dan komt het in orde."
Krishnamurti ontwikkelt een hieraan tegen
overgestelde levenshouding. Inplaats van zich
vast te klampen aan een ander, „persoon of
richting", die alles voor ons ir. orde brengt,
dringt hij aan op leven op v.gen kompas, uit
gaande van wat ons innerlijk loven van ons
verlangt. Wanneer we dat willen, moeten we
eerst vaststellen waarop we in ons zelf ver
trouwen kunnen. Hoe komen we te weten
wat van onze denkbeelden, overtuigingen,
geestelijk bezit, ons eigendom is, onver
vreemdbaar Daartoe hebben we den twijfel
noodig, die twijfel nl., die wijzelf uitnoodigen,
de actieve twijfel, niet die welke ons in het
donker met benauwenis besluipt. Langs dien
weg komen we tot wat ons geestelijk eigen
dom is al is het nog maar zoo weinig, het
is van óns en we kunnen daarop vertrouwen
en voortbouwen. Niemand kan ons een inner
lijke waarheid, die we o; zelf veroverd heb
ben, ontnemen. Echter is voor deze levens
aanvaarding kracht noodig. Die kracht is in
ons, wij misbruiken haar echter en kennen
haar niet. Wij richten onze belangstelling
niet op het essentieele en zijn veel te klein
om de groote dingen groot te beleven. Wij
leven niet docr de moeilijkheden heen, maar
gaan er omheen, zoeken verstrooiing, sen
satie. Inplaats van onze aandacht te con-
centreeren, verspreiden wij haar over een
groot oppervlak zij heeft geen diepte. Wij
leven in verleden, wij leven in toekomstter
wijl het leven in het heden ligt het heden,
waaraar. wij geen aandacht schenken. Wij
moeten, door ons te concentreeren op het
heden, ons openstellen voor het leven. Echter
is onze groote belemmering tegen dat open
stellen het ik-bewustzijn, met zijn vrees,
met zijn verlangen naar macht, naar
instandhouding van het afgescheidene.
Deze persoonlijke houding tegenover de
dingen houdt het volkomen doordringen
van het leven tegen, het is als een
boom die ziek isde krach'; van de ontwa
kende natuur vindt geen of weinig toegang.
Zoo zijn wij van binnen ziek .u zoo houden
wij het Leven tegen met 'le gevolgen van
dien. Toch kent ieder van ons vluchtige mo
menten waarop hij onpersoonlijk wist te
handelen door een groote liefde kunnen wij
soms tot zulke zuivere momenten komen.
Daaraan moeten we aanknoopenhet on
persoonlijke moet onze richtlijn blijven bij
alle vraagstukken die zich aan ons voordoen
in het dagelijksch leven, in onze verhouding
tot menschen en dingen van de meest in
tieme tot de meest oppervlakkigein werk,
in liefde, overal. Met grooter intensiteit le
vend, omdat we de kracht niet versnipperen
in nuttdooze persoonlijke gevoelsreacties,
zullen we veel sterker lief lebben, veel beter
werk leveren. Maar geen onderdrukken van
het persoonlijke, veeleer het onpersoonlijke
binnenlaten, waardoor het persoonlijke van
zelf verdwijnt. De onpersoonlijke houding is
eigenlijk onze natuurlijke levenshouding, en
de eehige die ons in staat stelt waarlijk ge
lukkig te worden en daardoor tot een bron
van licht te zijn voor anderen. Dit kan, wan-
ieer men afgerekend heeft met het ver
leden en met de toekomst, en het heden be-
heerscht, Spr. besloot met een warme op
wekking aan pile aanwezigen om zelf te gaan
hooren, wat Krishnamurti ons te zeggen
heefthiertoe bestaat de prachtige gelegen
heid dit jaar in het Sterkamp te Ommen.
In verband hiermee werd aan het begin
van den avond een korte film vertoond van
het Californische en het Europeesche (Om
men)-kamp, bijeenkomsten buiten eenig ver
band, op een mooi terrein, en met als eenig
doel, rustig Krishamurti's woorden in zich op
te nemen.
't Is Knal.
In „de Oude Vriendschap" wordt Zaterdag
a.s., des avonds 8 uur, een opvoering gegeven
van de revue ,,'t Is Knal".
Deze revue bestaat uit 2 bedrijven en 19
tafereelen.
De „Middelburgsche Courant" bevat een
zeer gunstige recensie van een opvoering van
deze revue in den Schouwburg te Middelburg.
Het gebodene viel zeer in den smaak van
het overtalrijk publiek. Wij kunnen gerust
aanbevelen om een tweede opvoering te be
zoeken, want het gebodene is dit ten volle
waard, gezien in de eerste plaats het schit
terend decor, de fraaie en frissche costuums,
de mooie dansen en niet te vergeten de twee
hoofdpersonen Toet en Hans, die op uitste
kende wijze het publiek weten te pakken en
menig lachsalvo door de zaal doen klinken.
Ook de lichteffecten voldeden goed.
Uit deze aanhalen blijkt voldoende dat deze
revue een mooi geheel vormt.
Kon. Ned. Politiehonden Vereeniging.
In de te Breskens gehouden vergadering
van de- Kon. Ned. Politievereeniging, afdee-
lipg Zeeland, is besloten om dit jaar een
demonstratie te houden te Vlissingen in de
maand Augustus.
Spoken in 1933.
Een ingezetene heeft in vollen ernst aan
de politie medegedeeld dat hij Zaterdag
avond omstreeks 10 uur van de oude be
graafplaats „Vredehof" plotseling een ge
daante geheel in het wit gehuld zag komen,
die den Koudekerkschen weg overstak om
zich daarna over de weilanden, grenzende
aan dien weg, te verwijderen.
Een ingesteld politie-onderzoek heeft niet
geleid tot eenig resultaat.
OOST- EN WEST-SOUBURG
Viering; 400e geboortedag van den
Vader des Vaderlands.
Zaterdag werd bovenstaand feit alhier
herdacht onder groote belangstelling van het
publiek. Des morgen werd de herdenking van
half negen tot negen uur ingeluid van on
zen massieven toren en zag men meer dan
anders het dundoek wapperen. Om half drie
stelden zich op het Oranjeplein op het Chr.
fanfarecorps „Vlijt en Volharding", de leden
der turnvereeniging, een krans dragende,
door den burgemeester te leggen bij het
monument van Marnix van St. Aldegonde
op West-Souburg. Verder de commissie voor
de herdenking en vereenigingen met hun
vaandels, waarachter het publiek zich aan
sloot. Nadat de stoet was opgesteld, werd
naar West-Souburg gemarcheerd, alwaar de
krans werd nedergelegd onder het spelen
van „Dankt, dankt nu allen God", waarna
de burgemeester, jhr. H. A. van Doorn, de
volgende herdenkingsreede uitsprak
Het is ons een groote vreugde., dat zoo vele
vereenigingen en zoo vele particulieren aan
onze roepstem gevolg hebben gegeven, om
op dezen dag hulde te brengen aan de na
gedachtenis van Willem van Oranje, die
voor vierhonderd jaar op het kasteel Dillen
burg geboren, voor ons vaderland de groote
strijder werd voor recht en onafhankelijk
heid, en hoe konden wij die hulde beter
brengen, dan door ook zijn grooten vriend en
raadsman, Marnix van St. Aldegonde, daar
in te laten deelen Marnix, die hier gewoond
heeft op het kasteel Aldegonde en voor wien
op deze begraafplaats een gedenkteeken werd
opgericht door de Antwerpenaren in Sep
tember 1872, als hulde aan hun burgemees
ter. Alvorens in korte trekken de verhouding
van Oranje tot Marnix te schetsen, wil ik
den heer mr. Meerkamp van Embden, den
rijksarchivaris in Zeeland en den heer De
Meij te Bitthem, hartelijk dank zeggen voor
de gegevens, die zij my verschaften.
De gescheidschi'ijvers verhalen dat het
eerste persoonlijke contact tusschen Oranje
en Marnix plaats had in 1568daarna komt
Marnix aan het hof van den keurvorst van
de Paltz, maar in den winter van 1570 op '71
stond deze hem op uitdrukkelijk verlangen
van Oranje weer aan hem af. Van toen aan
is een vaste band gelegd de Prins kreeg
daardoor een nauw verbonden medewerker,
een man, die zoozeer zijn vertrouwen had,
dat hij zelf de intiemste briefwisseling on
der zijn berusting kreeg. Wat Marnix be
treft, hy had behoefte aan de leiding van
een krachtiger geest dan de zijne en die
leiding heeft Oranje hem gegeven, en hier-
ÓÓK OP waschdag!
Het geeft een qroole voldoening
van aide omdag. diedewosdi.aan
huis "meebrengt, verloot te zijn
Waarom loudt het niet doen
Dp wasch„uit huidioniet
duurder, de slijtage niet
grooter en minstens zoo helder.
GEEFT EENS EEN PROEFWASCH!
N.V.ZEEUWSCHE
WASSCHEBIJ emVEBVEBIJ
VLISSINGEN
door is hij een der voortreffelijksten onder
's Prinsen helpers geworden.
In Juli 1572 verschijnt Marnix als verte
genwoordiger van den Prins op de eerste
Statenvergadering te Dordrecht, dringt aan
op diens erkenning als stadhouder en ver
zoekt subsidies voor den aanstaanden veld
tocht. Met den Prins maakt Marnix den
tocht mee naar Mons, verzet in 's Prinsen
naam op 8 December de wet te Haarlem en
wordt in Juni 1573 gouverneur van Delft,
Rotterdam en Schiedam. November 1573
wordt hij te Maassluis door de Spanjaarden
gevangen genomen, welke gevangenschap
duurt tot October 1574. Januari 1574 zendt
de Prins hem naar Middelburg om de jonge
bruid Charlotte de Bourbon naar Holland te
brengen. In 1576 behoort hij onder de ge
zanten naar koningin Elizabeth van Enge
land. In 1880 is hij de leider van een ge
zantschap naar Frankrijk. In Januari 1583
trekt hij zich uit de politiek terug, echter
zegt hij zijn rustig leven op zijn kasteel te
Souburg op aandringen van Oranje vaarwel
om op 30 November i.583 den post van buiten
burgemeester van Antwerpen te aanvaarden.
10 Juli 1584 werd door het doodelijk schot
van Balthazar Gerards een gruwelijk eind
gemaakt aan deze vriendschap en stierf de
Prins van Oranje, de grondlegger onzer
vrijheid en onafhanelijkheid, op slechts een
en vijf tig jarigen leeftijd, al stervende Gods
ontferming inroepende over zijn arme volk.
Hij stierf, maar nog steeds staat een
Oranje aan het hoofd der Nederlanden, onze
dierbare Koningin Wilhelmina.
Nog immer is het Oranje en Nederland.
Voor en na de kranslegging werd ge-
ircenschappelyk, onder leiding van de mu
ziek, medegezongen het bekende „Wilt he
den nu treden", 2 coupletten, en eveneens 2
coupletten van het Wilhelmus, waarna de
stoet door verschillende straten naar het
Oranjeplein terug marcheerde en daarna
ontbonden werd.
Er waren circa 30 vereenigingen met een
400 personen aangesloten, terwijl zeer veel
publiek volgde. Van het begin tot het einde
regende het er flink op los, en waren er ve
len doornat, wat echter niet belette dat allen
het program afwerkten alsof er geen drup
pel viel. Jong en oud was in grooten getale
op cïe been.
Des avonds werd door de beide hier staande
predikanten in de Hervormde kerk, welke
smaakvol met guirlandes, palmen en oranje
was versierd, een gedenkrede uitgesproken,
voorafgegaan door gebed en gezang.
Ds. Spijkerboer sprak over „Ik zal hand
haven" en zeide in hoofdlijn het volgende
De lijkredenaar van Willem van Oranje
heeft gezegdVan zyn lof is het beter te
zwygen dan weinig te spreken. En wie het
leven van Oranje bestudeert komt tot de
slotsom dat hij daarmee niet te veel heeft
gezegd. De mij aangewezen taak isde fi
guur van Oranje te meten aan de wapen
spreuk van Oranje „Ik zal handhaven". Het
is mij niet bekend dat Willem van Oranje
ooit met den uitroep van dit devies uit moe
deloosheid is opgevoerd, hij was een nuchter
man, vreemd aan het theatrale, maar dat
neemt niet weg dat de levensgang van
Oranje door de wapenspreuk gekenmerkt Is.
Toen Willem van Nassau het prinsdom
Oranje erfde, werd hem die wapenspreuk
van Oranje als het ware opgedragen. En wij
viagenheeft hij zich dat devies ook inner
lijk verworven? Ja, inderdaad, want hij
heeft gehandhaafd, beschermd, gevochten
voor de vrijheid van ons volk. En als wij
hooger opzien dan zeggen wij God heeft
het gedaan door Oranje als zyn instrument.
Maar zooals God Zyn instrumenten altijd
eerst heeft beproefd, zoo heeft Hy het ook
Oranje gedaan, in vernedering, in balling
schap. Zooals God de aangeboren natuur
niet vernietigt maar heiligt om Zijn instru
ment bruikbaar te maken, zoo heeft Hy dat
ook bij Oranje gedaan. Zijn karakter wordt
gekenmerkt door standvastigheid, volhouden,
handhaven. Daarmede kan hij zijn weg gaan
tegen alles en allen in. Tegenover zichzelven
is dat karakter gekenmerkt door zelfbeheer-
schingWillem de Zwijger. Als wij hem
zien getreden in de geschiedenis, dan zien
wij hem eerst als den man van zelfhandha
ving, in zijn streven naar een hooger posi
tie, naar glorie in de wereld.
Ook als de man die taai vecht voor de
rechten van het Nassausche Huis, maar de
man die staat op zijn recht is ook de man,
aic de rechten van anderen onaangetast wil
zien. Zóó wordt hij gedreven om het op te
remen voor de verdrukte Nederlanden, tegen
de Spaansche tyrannie. Dan heft hij zijn
schild met de wapenspreuk „Ik zal hand
haven", boven de Nederlanden. Langen tijd
heeft hij geaarzeld vóórdat hij tégenover den
kening van Spanje zich stelde in gewapend
verzet. En die aarzeling werd mede bewerkt
door zijn handhaving van het recht, het
recht van den koning. De vraag heeft hem
gekweld of de strijd tegen den koning wel
geoorloofd was, een vraag waarvan de terug
slag gehoord wordt in het eerste en in het
laatste vers van het Wilhelmuslied. Ten
laatste heeft hij zich aan 't hoofd geplaatst
van den strijd, omdat hij zekerheid had dat
het mochtWas hij niet zelf een onafhan-
kelyk vorst, Prins van Oranje, en omdat hy
de zekerheid had dat het moestwas hij
met door God geroepen om een volk, welks
rechten geschonden waren, te beschermen,
te handhaven tegen de tyrannen van den
koning. De man, die eigen eer en roem
wilde handhaven, is ondergegaan in den
man, die zijn van God gegeven taak heeft
gehandhaafd. Dan is er in zijn strijd ook
een hooger element gekomen het gaat niet
slechts om de staatkundige, maar om de
godsdienstige vrijheid. Dan komt er in zijn
strijd ook het allerhoogste element, dat
telkens tot uiting komt in zyn brieven, het
gaat om de eer van God. Dan is zijn devies
geheiligd, daar hij dan weet, dat God Zijn
zaak wil handhaven, door hem als instru
ment. Door het geloof is hij dan waardig, de
wapenspreuk, die hem als elfjarige knaap
ten erfdeel werd.
Hierna sprak ds. Kuiper over„Een vast
verbond gemaakt".
Voor wie belijdt, als Prins Willem van
Oranje, dat God alleen groot is, voor dien is
de herdenking van zijn geboortedag een dag
van omhoog zien, om door den persoon van
aen Vader des Vaderlands Gods werk te
verstaan. Wie op den mensch Willem ziet.
ziet perioden van inzinking en kan worden
teleurgesteld. Als er dan ook gesproken mag
worden van „een vast verbond gemaakt",
moet het eerst gezien als een daad van God
en wanneer de Prins van dat verbond roemt,
vertoont die lijn Gods zich aan de opper
vlakte van zijn leven. Aan den naam Oranje
is van eeuwen her het loon gehecht van
ai/rijd voor de eere Gods. Immers reeds ir
783 schonk Karei de Groote dit Prinsdom
aan een Willem (de allereerste Prins Willem
cius) omdat hij de Saracenen, het volk van
Mohameds geloof, had verjaagd. In het le
ven van onzen Prins Willem zou blijken, dat
ook om Gods eere, om Zijn Woord de stryd
ging. En de geheime kracht waardoor de
Prins is kunnen staande blijven, is duidelijk
uitgesproken na den val van Haarlem, Hol
lands sterke bolwerk. Als men nu meent, dat
het nu uit is met zijn poging tot bevrijding
van een om het geloof verdrukt volk. schrijft
hij, dat, aleer hy ooit de sake en bescher-
menisse der Christenen en andere verdruk
ten in dezen lande aangevangen heeft, hij
met den alderoppersten Potentaat aller Po
tentaten alsulken vasten verbond heeft ge
maakt, dat hij geheel verzekerd is, dat hij,
en al degenen vastelyk daarop betrouwen,
dat zy ten leste door Zyn geweldige mach
tige hand toch zullen worden ontzet.
De zekerheid van dat vaste verbond is door
diepe wegen geboren in de kruisschool van
zijn leven.
Toen hij vluchten moest voor Alva, en-
niet kon wat hij wilde door geldgebrek en
toen zyn leven zeer werd verzwaard door
zijn tweede vrouw. Door Gods verootmoedi
gen is de Prins groot gemaakt. En als hij dan
op aanraden van zijn broers Gods Woord
grijpt, wordt hij zelf door het Woord gegre
pen. Het vast verbond is gemaakt, zooals uit
vele berichten uit dien tijd blijken kan. En
dan bereidt hy zich op verzoek der Calvi
nistische consistoriën tot den bevrydings-
kvijg. Maar de beproevingen somen nog. Er
is niet genoeg geld de moed der burgers
zinkt in maar Willem blyft tevreden, hy
vraagt om genade het alles met lijdzaam
heid te mogen dragen. Er komt even hoop,
den Briel voor den Prins, maar de bloed
bruiloft in Parijs deed hem zijn vriend De
Colligny verliezen. En toch zet de Prins
door 1 Hij mag zien dat van Alkmaar de