50 MAANDAG 8 MEI EERSTE BLAD IVO. 108 71e Jaargang 1933: Uitgave: Firma F. VAN DE VELDE ir., Walstraat 58-60 Vlissingen. Telei. 10. Postrekening 66287 1 ipP^% Verscnijnt dagelijks, uitgezonderd op l ondag en algemeen erkende Chr istelijke Feestdagen STADS- EN PROVINCIENIEUWS .VOLHARDING" VLISSINCSOSE COURANT ABONNEMENTSPRIJSVoor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren ƒ2.20 per 3 maanden. Franco door het geheele rijk 2.50. Voor België, Duitschland en Frankrijk 3.80. Voor de ove rige landen bij wekelijksche verzending 3.80, met Zondagsblad 4.75. Afzonderlijke nrs. 5 ct. ADVERTENTIEPRIJS Van 15 regels 1.25iedere regel meer 25 cent. Bij abonnement speciale prijzen. Reclames 50 ct. p. regel. Kleine advertenties van 1—5 regels 50 ct Iedere regel meerl0ct(max. lOregels). Bij 3-maaI plaatsing van 1—5regels fl.—.alles tegen vooruitbetaling. De abonné's in't bezit eener gulden bij levens- gulden bij dood Polis, zijn GRATIS verze- lange ongeschikt- *"t j 11 door kerd tegen ongelukken voor1IIUU heid tot werken. een ongeluk. 9 fi (T\ sulden b'i verlies 4 <||B| van een IJS U hand, voet of oog. J gulden bij verlies A A gulden bij verlies r— van 11111 van een M H 1 een duim JILr v wijsvinger mCJJ gulden bii verlies van eiken anderen vinger AANGESLOTEN BIJ HET BUREAU VOOR PUBLICITEITSWAARDE, INGESTELD DOOR DE VEREENIGING „DE NEDERLANDSCHE DAGBLADPERS" Dit nummer bestaat uit 2 bladen Opening: Prov. Staten. De opening van de eerste gewone zitting van de Provinciale Staten van Zeeland is door Ged. Staten bepaald op Dinsdag 20 Juni a.s., des avonds te half acht. Tweede Vlissingsche winkelweek. Het clot van de Vlissingsche winkelweek, die heel wat volk op de been heeft gebracht en waardoor, tenminste in dat tijdsverloop, wel wat meer geld in het laad je zal gebracht zijn dan gewoonlijk, is niet zoo schitte rend geweest als het eerste deel ervan. Reeds Zaterdagmiddag begon liet te regenen en toen het clotooncert, dat gegeven werd door de harmonie „Ons Genoegen", directeur de heer C. G. Govaarts, aanving, was het ver van droog. Geen wonder dan ook, dat bij het be gin van deze uitvoering niet heel veel pu bliek aanwezig was. Deze klein schare aan wezigen heeft natuurlijk gunstig gewerkt op het kunnen genieten van hetgeen gebo den werd. Hiermee behoort de winkelweek weer tot het verleden en we gelooven wel, dat le commissie uit „Gemeenschap]-*Jyk Belang", welke haar organiseerde, met voldoening op haar werk kan terugzien. Het comité verzoekt ons nog opname van het volgende Het comité is tevreden, alles is vlot van stapel geloopen en er komen reeds vele op lossingen binnen, zoodat er nog heel wat werk overblijft, maar wij hopen, met een beetje aan te pakken, reeds Woensdagavond met het uitreiken der prijzen aan de deelne- mertjes aan den hoepelwedstrijd te kunnen voldoen. Wij maken er nogmaals op attent, dat de prijsraadsels tot Dinsdagmiddag 12 uur kun nen worden ingezonden Wilhelminastraat 19. Nu reeds willen wij een woord van dank richten tot de pers voor door haar verleende medewerking. Verder aan de autoriteiten en aan allen die hebben medegewerkt. Wij hopen zoo spoedig mogelijk ook tot uit reiking der geschenken te kunnen overgaan voor de opossingen der prijsraadsels. Het was hedenmorgen, ondanks het drui lerig weer, aan ons bureau met de inlevering der oplossingen zeer druk. Wij moesten reeds tweemaal de bussen le digen en. daar kunnen duizenden oplossingen in. Het publiek heeft dan ook enthousiast medegewerkt om de winkelweek te doen sla gen. Een scheepsramp. Gisterenmorgen omstreeks vier uur heeft, vlak voor het roeiershoofd alhier een ern stige aanvaring plaats gehad. De Harwichboot „Malines" naar Antwer pen passeerde op dat uur toen het Zweed- sche stoomschip „Jamaica", van Antwerpen naar Rotterdam bestemd, in dezelfde vaar geul naderde. Dit schip, 945 ton metende en geladen met ijzer en stukgoederen, werd door de Harwichboot aangevaren aan bakboord zijde, ter hoogte van het tweede luik. Het schip, dat 17 man aan boord had, is onmid dellijk gaan zinken en de opvarenden kon den alleen een en ander van hun persoon lijk eigendom bijeenhalen om mede te nemen. De Belgische loodsboot was spoedig ter plaatse van de aanvaring en kon de 17 'man opnemen en ongedeerd hier aan wal zetten. De „Jamaica", die eigendom was van de reederij Swen Salem te Stockholm, zonk ge heel met de ladink in de diepte weg en slechts de beide masten steken iets boven water uit. De bemanning was alhier in twee hotels ondergebracht en is gisterenmiddag per trein van 4.11 naar Rotterdam vertrek ken, door tusschenkomst van den waarne mend vice-consul van Zweden, den heer J. van Boven. De Harwichboot, die slechts geringe averij had opgeloopen, kon de reis naar Antwerpen voortzetten. Sleepbooten en visschersvaartuigen liggen rondom het wrak, om wrakstukken te bergen. De kapitein deelde mede, dat,, hij in opdracht van zijn reederij en van den Zweed- schen consul te Rotterdam niets mocht ver tellen, voordat de verklaringen zijn afgelegd. Ook aan de bemanning was opdracht gegeven geen inlichtingen over het gebeurde te ver strekken. De bemanning heeft rustig en in goede orde het schip na de aanvaring kunnen ver laten en heeft ook door het in de nabijheid verkeeren van de boot, die de loods kwam af halen, heeft direct levensgevaar niet bestaan. Een verslaggever van „de Tel." vroeg een geroutineerden Belgischen loods naar zijn meening over deze aanvaring, mede omdat beide schepen een Belgischen loods moesten hebben. Hij zeide dat zijns inziens de aan varing indirect te wijten is aan het feit, dat te Vlissingen maar een klein aantal Belgische loodsen is gestationneerd. Gelijk bekend is het Belgische loodswezer grootendeels over geplaatst naar België. Wanneer het nu een beetje druk loopt met de scheepvaart, komt er dadelijk een tekort aan loodsen. Zoo ook nu. Door den mist blijven de schepen voor an ker. Zoodra wordt echter het zicht beter, of allen willen verder. Zy moeten echter be- loodst worden en nu komt de moeilijkheid, er zijn niet genoeg loodsen. Krishnamurti. Gisterenmorgen hield in Hotel Britannia de heer M. Beutler uit Den Haag een lezing over Krishnamurti's werk en levenshouding. Spr. begon met een korte levensbeschrij ving van Krishnamurti te geven, hoe in zijn kinderjaren een Orde van de Ster voor hem werd opgericht, welke hij zelf ophief toen hij volwassen, zijn eigen zuivere levenshouding ontdekte. Het is, aldus de heer Beutler, niet wel doenlijk in een kort tijdsbestek het geheel van Krishnamurti's denkbeelden te geven, daarom zal hij zich beperken tot een be spreking van detgsne wat hij er het belang rijkste van acht. Wij leven in een tijd van verwarring en zoeken in verschillende richtingen. Maar de meeste menschen zoeken naar iemand die zeggen kan„Zoo moet het, doe dit, doe dat en als re mij volgt, dan komt het in orde." Krishnamurti ontwikkelt een hieraan tegen overgestelde levenshouding. Inplaats van zich vast te klampen aan een ander, „persoon of richting", die alles voor ons ir. orde brengt, dringt hij aan op leven op v.gen kompas, uit gaande van wat ons innerlijk loven van ons verlangt. Wanneer we dat willen, moeten we eerst vaststellen waarop we in ons zelf ver trouwen kunnen. Hoe komen we te weten wat van onze denkbeelden, overtuigingen, geestelijk bezit, ons eigendom is, onver vreemdbaar Daartoe hebben we den twijfel noodig, die twijfel nl., die wijzelf uitnoodigen, de actieve twijfel, niet die welke ons in het donker met benauwenis besluipt. Langs dien weg komen we tot wat ons geestelijk eigen dom is al is het nog maar zoo weinig, het is van óns en we kunnen daarop vertrouwen en voortbouwen. Niemand kan ons een inner lijke waarheid, die we o; zelf veroverd heb ben, ontnemen. Echter is voor deze levens aanvaarding kracht noodig. Die kracht is in ons, wij misbruiken haar echter en kennen haar niet. Wij richten onze belangstelling niet op het essentieele en zijn veel te klein om de groote dingen groot te beleven. Wij leven niet docr de moeilijkheden heen, maar gaan er omheen, zoeken verstrooiing, sen satie. Inplaats van onze aandacht te con- centreeren, verspreiden wij haar over een groot oppervlak zij heeft geen diepte. Wij leven in verleden, wij leven in toekomstter wijl het leven in het heden ligt het heden, waaraar. wij geen aandacht schenken. Wij moeten, door ons te concentreeren op het heden, ons openstellen voor het leven. Echter is onze groote belemmering tegen dat open stellen het ik-bewustzijn, met zijn vrees, met zijn verlangen naar macht, naar instandhouding van het afgescheidene. Deze persoonlijke houding tegenover de dingen houdt het volkomen doordringen van het leven tegen, het is als een boom die ziek isde krach'; van de ontwa kende natuur vindt geen of weinig toegang. Zoo zijn wij van binnen ziek .u zoo houden wij het Leven tegen met 'le gevolgen van dien. Toch kent ieder van ons vluchtige mo menten waarop hij onpersoonlijk wist te handelen door een groote liefde kunnen wij soms tot zulke zuivere momenten komen. Daaraan moeten we aanknoopenhet on persoonlijke moet onze richtlijn blijven bij alle vraagstukken die zich aan ons voordoen in het dagelijksch leven, in onze verhouding tot menschen en dingen van de meest in tieme tot de meest oppervlakkigein werk, in liefde, overal. Met grooter intensiteit le vend, omdat we de kracht niet versnipperen in nuttdooze persoonlijke gevoelsreacties, zullen we veel sterker lief lebben, veel beter werk leveren. Maar geen onderdrukken van het persoonlijke, veeleer het onpersoonlijke binnenlaten, waardoor het persoonlijke van zelf verdwijnt. De onpersoonlijke houding is eigenlijk onze natuurlijke levenshouding, en de eehige die ons in staat stelt waarlijk ge lukkig te worden en daardoor tot een bron van licht te zijn voor anderen. Dit kan, wan- ieer men afgerekend heeft met het ver leden en met de toekomst, en het heden be- heerscht, Spr. besloot met een warme op wekking aan pile aanwezigen om zelf te gaan hooren, wat Krishnamurti ons te zeggen heefthiertoe bestaat de prachtige gelegen heid dit jaar in het Sterkamp te Ommen. In verband hiermee werd aan het begin van den avond een korte film vertoond van het Californische en het Europeesche (Om men)-kamp, bijeenkomsten buiten eenig ver band, op een mooi terrein, en met als eenig doel, rustig Krishamurti's woorden in zich op te nemen. 't Is Knal. In „de Oude Vriendschap" wordt Zaterdag a.s., des avonds 8 uur, een opvoering gegeven van de revue ,,'t Is Knal". Deze revue bestaat uit 2 bedrijven en 19 tafereelen. De „Middelburgsche Courant" bevat een zeer gunstige recensie van een opvoering van deze revue in den Schouwburg te Middelburg. Het gebodene viel zeer in den smaak van het overtalrijk publiek. Wij kunnen gerust aanbevelen om een tweede opvoering te be zoeken, want het gebodene is dit ten volle waard, gezien in de eerste plaats het schit terend decor, de fraaie en frissche costuums, de mooie dansen en niet te vergeten de twee hoofdpersonen Toet en Hans, die op uitste kende wijze het publiek weten te pakken en menig lachsalvo door de zaal doen klinken. Ook de lichteffecten voldeden goed. Uit deze aanhalen blijkt voldoende dat deze revue een mooi geheel vormt. Kon. Ned. Politiehonden Vereeniging. In de te Breskens gehouden vergadering van de- Kon. Ned. Politievereeniging, afdee- lipg Zeeland, is besloten om dit jaar een demonstratie te houden te Vlissingen in de maand Augustus. Spoken in 1933. Een ingezetene heeft in vollen ernst aan de politie medegedeeld dat hij Zaterdag avond omstreeks 10 uur van de oude be graafplaats „Vredehof" plotseling een ge daante geheel in het wit gehuld zag komen, die den Koudekerkschen weg overstak om zich daarna over de weilanden, grenzende aan dien weg, te verwijderen. Een ingesteld politie-onderzoek heeft niet geleid tot eenig resultaat. OOST- EN WEST-SOUBURG Viering; 400e geboortedag van den Vader des Vaderlands. Zaterdag werd bovenstaand feit alhier herdacht onder groote belangstelling van het publiek. Des morgen werd de herdenking van half negen tot negen uur ingeluid van on zen massieven toren en zag men meer dan anders het dundoek wapperen. Om half drie stelden zich op het Oranjeplein op het Chr. fanfarecorps „Vlijt en Volharding", de leden der turnvereeniging, een krans dragende, door den burgemeester te leggen bij het monument van Marnix van St. Aldegonde op West-Souburg. Verder de commissie voor de herdenking en vereenigingen met hun vaandels, waarachter het publiek zich aan sloot. Nadat de stoet was opgesteld, werd naar West-Souburg gemarcheerd, alwaar de krans werd nedergelegd onder het spelen van „Dankt, dankt nu allen God", waarna de burgemeester, jhr. H. A. van Doorn, de volgende herdenkingsreede uitsprak Het is ons een groote vreugde., dat zoo vele vereenigingen en zoo vele particulieren aan onze roepstem gevolg hebben gegeven, om op dezen dag hulde te brengen aan de na gedachtenis van Willem van Oranje, die voor vierhonderd jaar op het kasteel Dillen burg geboren, voor ons vaderland de groote strijder werd voor recht en onafhankelijk heid, en hoe konden wij die hulde beter brengen, dan door ook zijn grooten vriend en raadsman, Marnix van St. Aldegonde, daar in te laten deelen Marnix, die hier gewoond heeft op het kasteel Aldegonde en voor wien op deze begraafplaats een gedenkteeken werd opgericht door de Antwerpenaren in Sep tember 1872, als hulde aan hun burgemees ter. Alvorens in korte trekken de verhouding van Oranje tot Marnix te schetsen, wil ik den heer mr. Meerkamp van Embden, den rijksarchivaris in Zeeland en den heer De Meij te Bitthem, hartelijk dank zeggen voor de gegevens, die zij my verschaften. De gescheidschi'ijvers verhalen dat het eerste persoonlijke contact tusschen Oranje en Marnix plaats had in 1568daarna komt Marnix aan het hof van den keurvorst van de Paltz, maar in den winter van 1570 op '71 stond deze hem op uitdrukkelijk verlangen van Oranje weer aan hem af. Van toen aan is een vaste band gelegd de Prins kreeg daardoor een nauw verbonden medewerker, een man, die zoozeer zijn vertrouwen had, dat hij zelf de intiemste briefwisseling on der zijn berusting kreeg. Wat Marnix be treft, hy had behoefte aan de leiding van een krachtiger geest dan de zijne en die leiding heeft Oranje hem gegeven, en hier- ÓÓK OP waschdag! Het geeft een qroole voldoening van aide omdag. diedewosdi.aan huis "meebrengt, verloot te zijn Waarom loudt het niet doen Dp wasch„uit huidioniet duurder, de slijtage niet grooter en minstens zoo helder. GEEFT EENS EEN PROEFWASCH! N.V.ZEEUWSCHE WASSCHEBIJ emVEBVEBIJ VLISSINGEN door is hij een der voortreffelijksten onder 's Prinsen helpers geworden. In Juli 1572 verschijnt Marnix als verte genwoordiger van den Prins op de eerste Statenvergadering te Dordrecht, dringt aan op diens erkenning als stadhouder en ver zoekt subsidies voor den aanstaanden veld tocht. Met den Prins maakt Marnix den tocht mee naar Mons, verzet in 's Prinsen naam op 8 December de wet te Haarlem en wordt in Juni 1573 gouverneur van Delft, Rotterdam en Schiedam. November 1573 wordt hij te Maassluis door de Spanjaarden gevangen genomen, welke gevangenschap duurt tot October 1574. Januari 1574 zendt de Prins hem naar Middelburg om de jonge bruid Charlotte de Bourbon naar Holland te brengen. In 1576 behoort hij onder de ge zanten naar koningin Elizabeth van Enge land. In 1880 is hij de leider van een ge zantschap naar Frankrijk. In Januari 1583 trekt hij zich uit de politiek terug, echter zegt hij zijn rustig leven op zijn kasteel te Souburg op aandringen van Oranje vaarwel om op 30 November i.583 den post van buiten burgemeester van Antwerpen te aanvaarden. 10 Juli 1584 werd door het doodelijk schot van Balthazar Gerards een gruwelijk eind gemaakt aan deze vriendschap en stierf de Prins van Oranje, de grondlegger onzer vrijheid en onafhanelijkheid, op slechts een en vijf tig jarigen leeftijd, al stervende Gods ontferming inroepende over zijn arme volk. Hij stierf, maar nog steeds staat een Oranje aan het hoofd der Nederlanden, onze dierbare Koningin Wilhelmina. Nog immer is het Oranje en Nederland. Voor en na de kranslegging werd ge- ircenschappelyk, onder leiding van de mu ziek, medegezongen het bekende „Wilt he den nu treden", 2 coupletten, en eveneens 2 coupletten van het Wilhelmus, waarna de stoet door verschillende straten naar het Oranjeplein terug marcheerde en daarna ontbonden werd. Er waren circa 30 vereenigingen met een 400 personen aangesloten, terwijl zeer veel publiek volgde. Van het begin tot het einde regende het er flink op los, en waren er ve len doornat, wat echter niet belette dat allen het program afwerkten alsof er geen drup pel viel. Jong en oud was in grooten getale op cïe been. Des avonds werd door de beide hier staande predikanten in de Hervormde kerk, welke smaakvol met guirlandes, palmen en oranje was versierd, een gedenkrede uitgesproken, voorafgegaan door gebed en gezang. Ds. Spijkerboer sprak over „Ik zal hand haven" en zeide in hoofdlijn het volgende De lijkredenaar van Willem van Oranje heeft gezegdVan zyn lof is het beter te zwygen dan weinig te spreken. En wie het leven van Oranje bestudeert komt tot de slotsom dat hij daarmee niet te veel heeft gezegd. De mij aangewezen taak isde fi guur van Oranje te meten aan de wapen spreuk van Oranje „Ik zal handhaven". Het is mij niet bekend dat Willem van Oranje ooit met den uitroep van dit devies uit moe deloosheid is opgevoerd, hij was een nuchter man, vreemd aan het theatrale, maar dat neemt niet weg dat de levensgang van Oranje door de wapenspreuk gekenmerkt Is. Toen Willem van Nassau het prinsdom Oranje erfde, werd hem die wapenspreuk van Oranje als het ware opgedragen. En wij viagenheeft hij zich dat devies ook inner lijk verworven? Ja, inderdaad, want hij heeft gehandhaafd, beschermd, gevochten voor de vrijheid van ons volk. En als wij hooger opzien dan zeggen wij God heeft het gedaan door Oranje als zyn instrument. Maar zooals God Zyn instrumenten altijd eerst heeft beproefd, zoo heeft Hy het ook Oranje gedaan, in vernedering, in balling schap. Zooals God de aangeboren natuur niet vernietigt maar heiligt om Zijn instru ment bruikbaar te maken, zoo heeft Hy dat ook bij Oranje gedaan. Zijn karakter wordt gekenmerkt door standvastigheid, volhouden, handhaven. Daarmede kan hij zijn weg gaan tegen alles en allen in. Tegenover zichzelven is dat karakter gekenmerkt door zelfbeheer- schingWillem de Zwijger. Als wij hem zien getreden in de geschiedenis, dan zien wij hem eerst als den man van zelfhandha ving, in zijn streven naar een hooger posi tie, naar glorie in de wereld. Ook als de man die taai vecht voor de rechten van het Nassausche Huis, maar de man die staat op zijn recht is ook de man, aic de rechten van anderen onaangetast wil zien. Zóó wordt hij gedreven om het op te remen voor de verdrukte Nederlanden, tegen de Spaansche tyrannie. Dan heft hij zijn schild met de wapenspreuk „Ik zal hand haven", boven de Nederlanden. Langen tijd heeft hij geaarzeld vóórdat hij tégenover den kening van Spanje zich stelde in gewapend verzet. En die aarzeling werd mede bewerkt door zijn handhaving van het recht, het recht van den koning. De vraag heeft hem gekweld of de strijd tegen den koning wel geoorloofd was, een vraag waarvan de terug slag gehoord wordt in het eerste en in het laatste vers van het Wilhelmuslied. Ten laatste heeft hij zich aan 't hoofd geplaatst van den strijd, omdat hij zekerheid had dat het mochtWas hij niet zelf een onafhan- kelyk vorst, Prins van Oranje, en omdat hy de zekerheid had dat het moestwas hij met door God geroepen om een volk, welks rechten geschonden waren, te beschermen, te handhaven tegen de tyrannen van den koning. De man, die eigen eer en roem wilde handhaven, is ondergegaan in den man, die zijn van God gegeven taak heeft gehandhaafd. Dan is er in zijn strijd ook een hooger element gekomen het gaat niet slechts om de staatkundige, maar om de godsdienstige vrijheid. Dan komt er in zijn strijd ook het allerhoogste element, dat telkens tot uiting komt in zyn brieven, het gaat om de eer van God. Dan is zijn devies geheiligd, daar hij dan weet, dat God Zijn zaak wil handhaven, door hem als instru ment. Door het geloof is hij dan waardig, de wapenspreuk, die hem als elfjarige knaap ten erfdeel werd. Hierna sprak ds. Kuiper over„Een vast verbond gemaakt". Voor wie belijdt, als Prins Willem van Oranje, dat God alleen groot is, voor dien is de herdenking van zijn geboortedag een dag van omhoog zien, om door den persoon van aen Vader des Vaderlands Gods werk te verstaan. Wie op den mensch Willem ziet. ziet perioden van inzinking en kan worden teleurgesteld. Als er dan ook gesproken mag worden van „een vast verbond gemaakt", moet het eerst gezien als een daad van God en wanneer de Prins van dat verbond roemt, vertoont die lijn Gods zich aan de opper vlakte van zijn leven. Aan den naam Oranje is van eeuwen her het loon gehecht van ai/rijd voor de eere Gods. Immers reeds ir 783 schonk Karei de Groote dit Prinsdom aan een Willem (de allereerste Prins Willem cius) omdat hij de Saracenen, het volk van Mohameds geloof, had verjaagd. In het le ven van onzen Prins Willem zou blijken, dat ook om Gods eere, om Zijn Woord de stryd ging. En de geheime kracht waardoor de Prins is kunnen staande blijven, is duidelijk uitgesproken na den val van Haarlem, Hol lands sterke bolwerk. Als men nu meent, dat het nu uit is met zijn poging tot bevrijding van een om het geloof verdrukt volk. schrijft hij, dat, aleer hy ooit de sake en bescher- menisse der Christenen en andere verdruk ten in dezen lande aangevangen heeft, hij met den alderoppersten Potentaat aller Po tentaten alsulken vasten verbond heeft ge maakt, dat hij geheel verzekerd is, dat hij, en al degenen vastelyk daarop betrouwen, dat zy ten leste door Zyn geweldige mach tige hand toch zullen worden ontzet. De zekerheid van dat vaste verbond is door diepe wegen geboren in de kruisschool van zijn leven. Toen hij vluchten moest voor Alva, en- niet kon wat hij wilde door geldgebrek en toen zyn leven zeer werd verzwaard door zijn tweede vrouw. Door Gods verootmoedi gen is de Prins groot gemaakt. En als hij dan op aanraden van zijn broers Gods Woord grijpt, wordt hij zelf door het Woord gegre pen. Het vast verbond is gemaakt, zooals uit vele berichten uit dien tijd blijken kan. En dan bereidt hy zich op verzoek der Calvi nistische consistoriën tot den bevrydings- kvijg. Maar de beproevingen somen nog. Er is niet genoeg geld de moed der burgers zinkt in maar Willem blyft tevreden, hy vraagt om genade het alles met lijdzaam heid te mogen dragen. Er komt even hoop, den Briel voor den Prins, maar de bloed bruiloft in Parijs deed hem zijn vriend De Colligny verliezen. En toch zet de Prins door 1 Hij mag zien dat van Alkmaar de

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1933 | | pagina 1