BRIEVEN UIT BELGIE
Jimde Zoon mn Hobby
LICHT OP VOOR AUTO'S
FIETSEN EN VOERTUIGEN
Joosje Pinda. Ach die vadersZe heb
ben ook altijd van die rasperige wangen en
babietjes schrikken daar heelemaal van
terug. Maar op den duur zal het toch wel
beter worden. Dan ontdekt broertje een ka
meraad in vader en van dat oogenblik af aan
zijn ze de beste en meest onafscheidelijke
vrienden. Let maar eens op zoo gaat het
vast. Wie weet worden moeder en jij er dan
nog wel een beetje jaloersch op. Heeft hij
zoo naar het koffiemolentje liggen lachen?
Misschien beteekende dat wel„O mammie,
ik heb zoo'n trek in een kopje koffie
Boschviooltje. Hoe is het Donderdag
avond geweest? Ik verheug me al op het
verhaal, dat ik er de volgende week natuur
lijk van te hooren krijg.
Kruidje roer me niet. Daar begrijp ik
ook al weer niets van. Ik heb toch niets van je
gekregen. Deze week ook niet. Dat wil zeggen
geen briefjes van den vorigen keer. Hoe zou
dat nu in elkaar zitten Enfin, laten we er
ons bolletje maar niet over breken. Je laatste
briefje heb ik in elk geval ontvangen. Nog
wel gefeliciteerd met moeder's verjaardag.
Die arme moederWat zal ze zelf verlangen
om eindelijk haar verjaardag eens thuis te
vieren. Hoe is het nu met haar Gaat ze wel
vooruit Doe haar eens m'n hartelijke groe
ten wanneer je bij haar komt.
Renate Müller. 'k Zou best eens op den
rug van zoo'n duifje mee willen vliegen. Maar
dan moest ik eerst heel, héél klein zijn. Hoe
gaat dat ook weer in sprookjes? O ja, dan
komt er een kaboutertje of een elfje, dat je
met een tooverstaf je aanraakt en opeens ben
je zóó pietepeuterig klein geworden, dat je
gemakkelijk in een vingerhoedje kan weg
schuilen. Of Prins stout is Nou, een heilig
boontje is hij niet, maar toch kan ik nooit
anders zeggen, dan dat ik hem een lief
hondje vind, dat ik voor geen geld van de
wereld zou willen missen.
Krullenbol. Ja, ik ben wel eens op zoo'n
feest geweest. Maar toch al jaren en jaren
geleden, hoor. 'k Kan me er weinig meer van
voorstellen. Wat was het voor een plant,
waarmee je vader en moeder zoo in hun
nopjes hebt gebracht
Engeltje. Geniet jij maar van de lieve
Meimaand, die ons zóóveel moois en goeds
schenkt, dat het erg ondankbaar zou wezen
als we het onopgemerkt lieten.
Verkoopstertje. Heb je moeder toen
dien Maandag niet flink geholpen? Mis
schien mocht je wel kasten opruimen en vie
len er lapjes en lintjes af, waarvan je voor
een van je poppenkinderen een mooi jurkje
gaat maken. Zoo deed tante Truus tenminste
aïtüd toen ze nog een klein meisje was.
'k Vond het zóó fijn, dat ik wel iedere week
vroeg „Moeder, gaan we vandaag weer kas
ten opruimen
Paaschlelietje. Dat was dus een heer
lijke vacantie. Ik denk, dat het leeren op
school nu eens zoo goed gaat. Want als je
echt genoten hebt, voel je je weer heelemaal
frisch cn sterk en kun je heel wat dingen
verzetten. Hoe heet de hond van grootmoe,
waarmee je op een foto bent gezet? Prins
vraagt ook heel belangstellend hoe hij er uit
ziet.
Trilde von Molo. Dan is Sultan zeker
maar een kort poosje bij jullie geweest, want
gewoonlijk vergeten hondjes niet de men-
schen en kinderen, door wie ze verzorgd zijn.
Heerlijk zoo'n dagje aan het strandMaar
ik kan best begrijpen, dat het water nog koud
was. De zon heeft er nog niet voldoende op
geschenen. Als het een poos verder is, gaat
dat beter, en als het dan eens een beetje stil
is, is het in 't water juist lekkerder. Dan
dompel je met plezier onder.
Rinaldo. Ja, het gebeurt wel eens, dat
er van zoo'n lang verhaal dan een boek
wordt gemaakt. Dan kan het ook gelezen
worden door kinderen, die de kranten, waar
in het verhaal gestaan heeft, niet in handen
hebben gekregen. Fijn, dat je ook naar „F. P.
I." bent geweest. Wat een spanning, hè Be
greep jij er in 't begin iets van? Ik niet,
hoor'k Kon weinig denken, dat die plan
nen voor de vliegboot, werden weggenomen
om er de aandacht van de directeuren van
de fabriek op te vestigen.
Mata Hari. Dank je wel voor je briefje
vanuit Nunspeet. Wat was ik daarmee in m'n
schik'k Heb al vaak aan je gedacht. Dan
zei ik tot me zelf,,'kHoop maar, dat Mata
dozijntjes boterhammen eetof ,,'k Hoop
maar, dat Mata precies doet wat de direc
trice en de zusters van haar verlangen. Dan
krijgt ze des te eerder appelwangetjes en dan
is ze des te eerder weer thuis, want.... in
Nunspeet mag het heerlijk zijn, zooals het
klokje thuis tikt, tikt het toch nergens." Die
Toos Dat is me een goeierd hoor. Aai hem
eens van me. „Van mij ookzegt Prins „Ik
ben geen sikkepitje bang voor zoo'n ezeltje".
Dag MataHoud je maar flink en geniet
van de heerlijke boschlucht.
Kathe von Nagy. Dat was me nog eens
een weekje Jammer, dat er zooiets niet eens
meer voorkomt, hè Maar daar meent tante
Truus eigenlijk geen sikkepitje van. Verbeeld
jeAls je iedere week zoo pierewaaide, bleef
er immers geen tijd over om taailesjes te
maken en sommetjes uit te rekenen. O ja,
daar schiet me nog wat te binnen. Weet je
nog wel, dat je me laatst zoo uitvoerig hebt
verteld van die film, waarin twee Willy's en
Lilian spelen Nu, die heb ik de vorige week
nog gezien en ik vond het toch zoo prettig,
dat ik er door jou al een beetje van afwist,
want daardoor genoot ik er veel meer van.
Wat was dat een lief huisje, waarin Lilian
woonde, hè Zoo'n spoorwegwagonnetje zou
ik ook best willen hebben. En jij
EVENTJES LACHEN.
De heer op de tram had nog maar drie
minuten tijd voor de trein vertrok en vroeg
daarom aan den conducteur„Kan je niet
wat harder
Conducteur„Jawel, maar ik moet toch op
mijn wagen blijven i"
Naar een regeeringscrisis. De
strijd tegen de werkloosheid. De
afgrond" van Comblain. Radio
treinen in BelgiëEen lugubere
verjaardag.
De Belgische regeering vraagt absolute re
geeringsvolmacht. Een daad van dictatuur,
roepen de socialisten. Een daad wellicht van
noodzakelijke financieele dictatuur en daar
om te verklaren. Wellicht geen ander land in
Europa dan België kent zooveel profiteurs der
schatkist. Om tegen al die misbruikers der
belastingpenningen, van hoog tot laag, op te
kunnen treden zonder aanzien van personen,
moet de regeering vrij kunnen handelen en
niet telkens opgehouden worden door de par
lementaire rem, die gewoonlijk slechts wordt
aangezet door persoonlijke belangen van
kiezersgroepen.
Alleen echter de conservatieve rechterzijde
in de Kamer is unaniem van meening, dat
der regeering absolute volmacht moet wor
den verleend en haar desbetreffend geen
remmende voorwaarden gesteld moeten wor
den. Dat de socialisten en communisten te
gen regeeringsvolmacht zijn is te begrijpen.
De christen-democraten zijn voor absolute
volmacht, mits niet getornd worde aan de
steunverleening der werkloozen, aan de pen
sioenen of aan de invaliditeitsvergqedingen.
Het grootste deel der liberale Kamerfractie is
eveneens voor regeeringsvolmacht, doch laat
daarvoor als conditie gelden, dat de regeering
onverwijld maatregelen treft ter bezuiniging
en reorganisatie van de werkloosheidsvoor
ziening, van de pensioenen en van de invali-
diteitsvergoedingen, ten einde deze aan te
passen aan den financieelen toestand des
lands.
Deze voorwaarde is dus flagrant in strijd
met die door de christen-democraten gesteld.
Het ligt echter voor de hand, dat de regee
ring geen volmacht noodig heeft als zij, bij
voorbeeld, niet vrij is wijziging te brengen in
de steunverleening door invoering der werk
verschaffing of anderszins. Om haar plan
toch te verwezenlijken zou zij de christen
democraten, die met haar de regeeringsmeer-
derheid vormen, los moeten laten. Zij schijnt
daartoe bereid en riskeert derhalve haar
bestaan. Het zal van de houding der libera
len afhangen of zij van die zijde genoeg mo
dewerking ontvangt om de gewenschte vol
macht te verkrijgen en aan een regeerings
crisis te ontkomen.
België kent nog niet het systeem der werk
verschaffing. Wel bestaat er, gelijk we hier
reeds eerder gemeld hebben, een regeerings-
commissie, die het probleem bestudeert. De
urgentie van het vraagstuk heeft de regee
ring echter tot sftoed aangezet, met het resul
taat, dat binnenkort definitieve voorstellen
tegemoet kunnen worden gezien. Deze zullen
veel verder gaan dan de voorschriften be
treffende de werkverschaffing, die men in
Nederland kent. Vasthoudend aan het begin
sel dat een werklooze voldoende steun moet
genieten om behoorlijk te kunnen leven, wil
men deze steunverleening slechts uitsluitend
doen geschieden tegen een geregelde prestatie
van werk. De waardigheid van den werker
wordt niet gediend door het demorialiseeren-
de steunstelsel zonder arbeid.
De regeering die, mede voor de uitvoering
van dit plan, over de geheele linie een be-
zuinigingsaotie voorbereidt en juist daarvoor
de volmacht van het parlement vraagt, wil,
als proef, in de kleinere en later, bij welsla
gen, in de grcotere gemeenten, de loonen van
niet gespecialiseerde werklieden in dienst
van rijk, provincie of gemeente, als wegwer
kers-sjouwers, stratenmakers-sjouwers en
werklieden der gemeente-reiniging, tot het
minimum terugbrengen en tevens bewerk
stelligen een afvloeiing van oudere werklie
den, tegen genot van pensioen. Hierdoor zul
len vele werkuren verminderd kunnen wor
den en tal van plaatsen vacant komen, die
dan ingenomen kunnen worden door steun
trekkende werkloozen. Voorts zal men werk
verschaffing bevorderen door het doen uit
voeren van kleine publieke werken, als af
watering, verbetering van wegen, aanleg van
rijwielpaden en dergelijke. Het ligt in de be
doeling der regeering den gemeenten, voor
de doelmatige uitvoering van dit plan, een
zoo groot mogelijke autonomie te laten, met
dien verstande, dat er geen nieuwe ambte
naren voor aangesteld mogen worden en al
leen de uitvoering van die werken in aan
merking komt, in welke geen concurrentie
besloten ligt voor particuliere ondernemin
gen.
Wij kenden reeds de grotten van Ban en
Rochefort, de grot van Remouchamps en „La
Merveilleuse" van Dinant. Zij hebben haar
concurrente gekregen, Een bezoek gebracht
aan den zgn. „Afgrond van Comblain" heeft
het ons jl. Zondag geopenbaard. Het schil
derachtige dorp Comblain au Pont is gelegen
in het prachtige dial tusschen de rivieren de
Ourthe en Amblève, op een der schoonste
punten der Ardennen. De „Afgrond" of „Abi-
me" is een heuvelketen van ruim honderd
meters boven den waterspiegel, gelegen langs
de Ourthe en op ongeveer twintig minuten
van het station te Comblain. Boven op den
heuveltop heeft men een onvergetelijk uit
zicht over een majestueus panorama, eenig
in de streek. In den daltrechter tusschen de
Ourthe en de Amblève overziet men de nog
geheel ongeschonden wilde heerlijkheid der
Ardennen, die daar op hun mooist zijn en in
hun midden een schat verbergen, die de
eeuwen tot nog toe besloten hielden in de
grootste vergetelheid. Een eenvoudig mer-
gelgraver heeft hem eenige jaren geleden
ontdekt.
Het betreft de „Abime" van Comblain
welke, na nauwkeurige onderzoekingen en
voorzichtige werkzaamheden, gebleken is,
geen afgrond te zijn, doch een door de natuur
gevormde onderaardsGhe stad, met merk
waardig gevormde monumenten in melksteen,
schooner dan die der grot van Han. Urenlang
kan men er bewonderend dolen door reus
achtige zuilengangen, die naar weidsche
witte zalen leiden met namen ale „de kathe
draal" met de „kapellen en de orgels", de
„watervallen en de gletschers", het „slot en
de ridderzaal" bet „coloseum en de hemicylus
der nymphen".
Onder het kunstig in de gaanderijen aan
gebracht electrisch licht schijnen door de na
tuur uitgehangen en versteende druipgordij-
nen als kristallen draperieën, die deze groot-
sche natuurwonderen waardig stoffeeren. In
de „kathedraal" zijn tal van reuzentegels
verworden tot groote beelden van mensche-
lijke figuren als uitgehouwen in paarlemoer,
met voor het oog in het licht spelende vreem
de nuanceeringen van rozerood tot violet, van
turkooizenblauw fat doorzichtig zilver en
goud. Telkens staat men voor een ander con
trast, dat het water, sijpelend langs de ge
weldige cyclopische wanden, nog verandert
dag aan dag, al klaterend mui-melend, lijk
een ragfijne muziek van een verborgen sna
renspel, zacht orgelend in de verte van een
grillig versteend sprookjeswoud.
De Nationale Maatschappij van Belgische
Spoorwegen brengt dit seizoen de voor dit
land nog nieuwe vinding der automatische
radio-treinen in toepassing. Verleden Zondag
werd, voor een aantal genoodigden en pers
vertegenwoordigers, onder leiding van den
heer Deprez, chef van den propagandadienst
der Belgische spoorwegen, met den eersten
Belgische radio-trein proef gereden. Dit
nieuwe treintype bestaat uit een blokwagen,
die tevens als schokbreker dienst doet en on
bemand is, voorts uit een rollend studio, een
restauratie-rijtuig en twaalf personenwagens.
Het geheel wordt gevormd door metalen een
heden en weegt niet minder dan 550 ton
bruto.
De radio-treinen blijven in België voorals
nog buiten het algemeen reizigersverkeer en
staan uitsluitend ter beschikking van reis-
vereenigingen, toeristenclubs of reisbureaux,
die er, voor een minimum-aanvraag van 450
plaatsen tegen het gewone prijstarief, gebruik
van kunnen maken. Reeds heeft de Nationale
Maatschappij van Spoorwegen te Brussel, van
Belgische en buitenlandsche reisvereenigin-
gen, enkele aanvragen voor een „radio-sur
prise-trein" ontvangen. Deze radio-surprise-
treinen worden naar een geheim gehouden
bestemming gezondende route echter kan,
door de radio-bediening, onderweg naar wil
lekeur gemakkelijk gewijzigd worden. De
seinstanden en de situatie van den weg wor
den namelijk in het studio geregeld radio
grafisch opgenomen, zoodat men geen kans
loopt op verkeerde lijnen te verdwalen.
De proefrit van jl. Zondag geschiedde voor
450 deelnemers, die Eupen-Malmedy en
door een wijziging der route het dal van
Amblève bezochten. Iedereen was verrast
door de uiterst nauwkeurige regeling en
hoogst voldaan over het prachtige resultaat
van dezen eersten rit. Het stoppen op on
voorziene plaatsen geschiedde geheel auto
matisch en op de seconde af. De begeleiding
van den radio-trein bestond uit vier leden
van het gewone personeel, die de route re
gelden. Ingewijden verwachten van deze
vinding op spoorweggebied een groot succes.
De radio-treinen bieden, tegen een minimum
van gevaar, een maximum van gerief en snel
heid en zijn, door hun geheel nieuwe inrich
ting en bijzondere wijze van bediening, een
attractie voor het reizend pubiek.
De Belgische oud-strijders hebben een even
luguber als merwaardig feit uit den oorlog
door G. TH. ROTMAN.
Komt, kind'ren, luistert allemaal
'k Begin vandaag een nieuw verhaal
Het is van Bobby's zoontje Jim,
Precies als Pa zoo loos en slim
Natuurlijk is hij zeer gesteld
Op alles wat papa vertelt,
Van wat die in zijn vroeger leven
Daarginds in Holland heeft bedreven.
Maar op het hooren van die streken,
Die op het oog zoo aardig leken,
Geraakte Jimmy's apebol
Zoo langzaam aan totaal op hol
„Ik wil naar HollandO, papa,
Ik hoü 't niet uit in Afrika
Zoo riep hij daag'lijks met een zucht,
En eind'lijk nam hij stil de vlucht.
(Dinsdag vervolg.)
herdacht. Op 22 April namelijk was het
achttien jaren geleden dat voor de eer
ste maal het Westelijk Front werd opge
schrikt door den alarmeerenden roep r „At
tention, les gaz". De dood door gasverstik-
king in de open lucht, de geraffineerdste
moord der XX-ste eeuw, was uitgevondenen
de Duitschers maakten van hun duivelsche
•vinding een gul gebruik. Het waren de Bel
gische piotten, toen voor Yperen in de loop
graven, die er het eerst door getroffen wer
den.
De legendarische „dood van Yperen" kwam
tot hen in den avond van den 22sten April
1915, toen zij, uit de Duitsche loopgraven, een
dichte ondocrzichtbare gele rookwolk op za
gen stijgen. De Belgen dachten aan een ge
camoufleerde aanval der artillerie, waarvan
de standplaats verborgen moest blijven ach
ter een rookgordijn. Zonder argwaan lieten
zij de verraderlijke smoor massa over zich
heen gaan. Doch eenige minuten later boden
de Belgische loopgraven het schouwspel
eener hel, wreeaer dan die door de meester
lijke pen van Dante beschreven. De meeste
soldaten lagen in het slijk der loopgraven te
wringen en te snakken naar lucht. Hun
oogen zwollen en benevelden, puilden uit hun
kassen onder de spanning van hun sterven
de zenuwen. Zwart grimden monden open,
om dan stom te versmachten in den laatsten
■verstikkenden ademtocht, die hun gemartel
de longen ontsnapte. Het Duitsche „vernuft"
had zijn werk gedaan, de gasoorlog was be
gonnen.
Tegen de maan-doorschemerde neveling
van den stervenden dag doken uit de Belgi
sche loopgraven een rij schimmen op, als een
stom dreigende menigte, ontzielde wezens
met verstuipte aschgrauwe gezichten, de door
bet moordend gifgas plots en argeloos uit
hun leven gerukte dooden. Arme jongens. De
beruchte „dood van Yperen" was niet legen
darisch meer doch werkelijkheid geworden.
En hij ging verder. Hij keerde zich tegen
degenen die hem opgeroepen hadden, tegen
onschuldige slachtoffers weeral. Het afschu
welijk gaswapen dat de Duitschers dien
avond voor de eerste maal gebruikt hadden,
keerde zich ook tegen hun eigen menschen.
De aanvallende Pruisen, die achter de gas
wolk aanstormden om zoo de Belgische loop
graven te overmeesteren en op die wijze het
geallieerde front te breken, bleven, zelf ver
giftigd door hun moordend gas, als door den
bliksem getroffen, in hun stormloop steken.
Het gevecht voor Yperen bleef onbeslist,
maar toch was er dien avond nieuws van het
Westelijk Front. In de Duitsche bladen van
den volgenden dag las men het laconieke
bericht„Yperen, 22 April. Hedenavond wer
den bij Yperen proeven genomen met chloor
gas. Zij zijn boven verwachting geslaagd. Het
gas werkte absoluut doodend."
De beklagenswaardige overlevenden van
dezen eersten gasaanval, zoowel Duitschers
als Belgen, behooren thans, voor zoover zij
niet reeds ergens op een vergeten kerkhof
liggen, eventueel in een ziekenhuis verpleegd
worden of in een krankzinnigengesticht op
genomen zijn, tot de 100 invaliden van den
oorlog en menigeen die van den oorlog niets
gezien heeft, begrijpt niet dat deze menschen
anti-militairist kunnen zijn.
W. v. M.
Zondag
Maandag
Dinsdag
Mei
uur
7
8.04
8
8.00
9
8.07
Cl.
Wij ontvingen ter beoordeeling den derden
druk van „Bridge" een handboek zoowel voor
geoefenden als voor beginners, door mr. F. W.
Goudsmit. De uitgave is wederom bewerkt
door Van Holkema en Warendorf's U.M. te
Amsterdam. De prijs bedraagt ingenaaid
1.75 en gebonden 2.50.
Aan het voorwoord tot dezen druk onc-
leenen wij het volgende
„Sinds de uitgave van den vorigen druk
heeft Contract-Bridge, zeker in ons land,
Royal Auction Bridge practisch geheel ver
drongen. Vandaar dan ook, dat in dezen
druk alleen maar Contract-Bridge worde
besprokenaan Royal Auction wordt in
dezen druk geen woord meer gewijd".
Het spreekt wel van zelf, dat wij dit geheel
onderschrijven. Zij die het spel hebben ge
leerd van Bridge langs Auction tot Contract,
hebben de auction-methoden zeker niet meer
noodig, doch ook zij, die zich voor het eerst
aan het spel wagen, behoeven evenmin de
oude leerschool te doorloopen, mits zij met
beide voeten op den grond blijven. Deze
laatste ontboezeming vindt zijn oorzaak in
het volgende gedeelte van het Voorwoord
„Geheel anders is het wat het bieden be
treft. De biedtechniek nam in de laatste
jaren juist een geweldige vlucht. Ik heb
langen tijd geaarzeld, of ik in dit hand
boek, behalve het zeer uitvoerige gedeelte
over het bieden (meer bepaaldelijk voor
vèrgevorderden) ook nog een speciaal ge
deelte moest opnemen voor beginners:k
meende echter goed te doen dit na te laten
en wel hierom, omdat het m.i. principieel
foutief is eerst een verkeerde biedmethode
zich eigen te maken. Ook de beginner be
hoort volgens dezelfde principes te bieden
als de vèrgevorderden. Indien zijn techni
sche capaciteiten hem niet toestaan, tot
een zoo hoog eindbod te komen als den
geroutineerden speler gepermitteerd zou
zijn, dan moet hij eenvoudig de biedminima
iets verzwaren met handhaving echter van
dezelfde biedmethode. Met opzet heb ik dus
het boek over het bieden zoo eenvoudig
mogelijk gehouden, opdat ook de niet er
varen speler dit zonder bezwaar zal kun
nen lezen en toepassen. Indien het hem in
het begin wat ingewikkeld zal voorkomen,
dan trooste hij zich met de gedachte, dat
Bridge is een spel, dat ook het Neder-
lalidsche publiek zal dit eindelijk moeten
inzien geleerd moet worden. De
genen, die altijd beweren, dat zij Bridge
niet wenschen te bestudeeren, omdat zij het
voor hun plezier spelen, zij hier met nadruk
gezegd, dat hoe meer kennis omtrent het
spel men heeft, des te grooter genoegen de
beoefening van het spel geeft".
Met deze tirade kunnen wij het uiteraard
niet geheel* eens zijn. Ware dat wel zoo, dan
zou de rubriek niet geschreven zijn. Mr.
Goudsmit gaat zonder meer van het beginsel
uit, dat de conservatieve methode fout is, en
dat kunnen wij nog altijd niet met hem eens
zijn, en het moet dan ook nog altijd bewezen
worden.
Hij zelf zegt, dat indien het in het begin te
ingewikkeld is, men zich moet troosten met
de gedachte, dat het een moeilijk spel is, dat
geleerd moet worden. Daar zit nu juist de
knoop. De doorsnee huiskamer of societeit-
speler zal uit dien troost weinig putten, en
leeren doet men het liever aan de tafel dan
uit een boek. Wanneer men van het spel wei
nig of niets kent, en de techniek verre van
machtig is, dian doet het er weinig toe of men
een perfecte methode, die te moeilijk is uit
een boek heeft bestudeerd. Een beginneling
is o.i. nu eenmaal gemakkelijker duidelijk te
maken, dat men mag openen op minstens 5
slagen, dan dat me: hem aan het verstand
brengt, dat men niet kwetsbaar in harten of
schoppen mag openen op 2|/2 vaste trek, en
dat dit dezelfde waarborgen geeft.
O.i. vergèet mi*. Goudsmit dat hij een zeer
goed speler is, omdat hij dat is in hoofdzaak
door zijn esnrit de jeu, gevolgd door een ge
weldige routine, en niet dank zij de toege
paste methode.
Vroeger zeiden we ook reeds, dat er na het
maken van fouten meer woorden vallen over
verkeerd begrijpen bij de moderne bieders,
dan bij de conservatieve idem. De moderne
biedtechniek is in handen van de ongeschool
den veel gevaarlijker, dan de conservatieve,
terwijl die dan tevens tot grootere débacles
leidt.
Hiermee is het boek van mr. Goudsmit
geenszins geoordeeld of veroordeeld. Het i s
een mooi boek, dat veel gelezen en bestudeerd
behoort te worden, en wij herhalen, wat wij
vroeger schrevenZij die aan wedstrijden in
grooter verband meenen te mogen of kunnen
deelnemen, behooren er kennis van te ne
men, en goed ook. Ook beginners zullen er
niettegenstaande ons hierboven uiteengezette
bezwaar veel uit kunnen leeren.
De laatst aangehaalde zinsnede uit het
voorwoord is ons uit het hart gegrepen.
Reed vroeger zeiden wij het land te heb
ben aan de zgn. „pleizierspelers" en wij willen
zijn voorwoord nog wat aanvullen.
Meerdere kennis van het spel verhoogt niet
alleen eigen genot, doch ook dat van de drie
andere spelers. Men mag gerust ook wat voor
zijn medemensch over hebben.
Met genoegen willen wij dan ook het boek
van mr. Goudsmit zeer aanbevelen.