BRIEVEN UIT BELGIE Jimde Zoon mn Hobby LICHT OP VOOR AUTO'S FIETSEN EN VOERTUIGEN Joosje Pinda. Ach die vadersZe heb ben ook altijd van die rasperige wangen en babietjes schrikken daar heelemaal van terug. Maar op den duur zal het toch wel beter worden. Dan ontdekt broertje een ka meraad in vader en van dat oogenblik af aan zijn ze de beste en meest onafscheidelijke vrienden. Let maar eens op zoo gaat het vast. Wie weet worden moeder en jij er dan nog wel een beetje jaloersch op. Heeft hij zoo naar het koffiemolentje liggen lachen? Misschien beteekende dat wel„O mammie, ik heb zoo'n trek in een kopje koffie Boschviooltje. Hoe is het Donderdag avond geweest? Ik verheug me al op het verhaal, dat ik er de volgende week natuur lijk van te hooren krijg. Kruidje roer me niet. Daar begrijp ik ook al weer niets van. Ik heb toch niets van je gekregen. Deze week ook niet. Dat wil zeggen geen briefjes van den vorigen keer. Hoe zou dat nu in elkaar zitten Enfin, laten we er ons bolletje maar niet over breken. Je laatste briefje heb ik in elk geval ontvangen. Nog wel gefeliciteerd met moeder's verjaardag. Die arme moederWat zal ze zelf verlangen om eindelijk haar verjaardag eens thuis te vieren. Hoe is het nu met haar Gaat ze wel vooruit Doe haar eens m'n hartelijke groe ten wanneer je bij haar komt. Renate Müller. 'k Zou best eens op den rug van zoo'n duifje mee willen vliegen. Maar dan moest ik eerst heel, héél klein zijn. Hoe gaat dat ook weer in sprookjes? O ja, dan komt er een kaboutertje of een elfje, dat je met een tooverstaf je aanraakt en opeens ben je zóó pietepeuterig klein geworden, dat je gemakkelijk in een vingerhoedje kan weg schuilen. Of Prins stout is Nou, een heilig boontje is hij niet, maar toch kan ik nooit anders zeggen, dan dat ik hem een lief hondje vind, dat ik voor geen geld van de wereld zou willen missen. Krullenbol. Ja, ik ben wel eens op zoo'n feest geweest. Maar toch al jaren en jaren geleden, hoor. 'k Kan me er weinig meer van voorstellen. Wat was het voor een plant, waarmee je vader en moeder zoo in hun nopjes hebt gebracht Engeltje. Geniet jij maar van de lieve Meimaand, die ons zóóveel moois en goeds schenkt, dat het erg ondankbaar zou wezen als we het onopgemerkt lieten. Verkoopstertje. Heb je moeder toen dien Maandag niet flink geholpen? Mis schien mocht je wel kasten opruimen en vie len er lapjes en lintjes af, waarvan je voor een van je poppenkinderen een mooi jurkje gaat maken. Zoo deed tante Truus tenminste aïtüd toen ze nog een klein meisje was. 'k Vond het zóó fijn, dat ik wel iedere week vroeg „Moeder, gaan we vandaag weer kas ten opruimen Paaschlelietje. Dat was dus een heer lijke vacantie. Ik denk, dat het leeren op school nu eens zoo goed gaat. Want als je echt genoten hebt, voel je je weer heelemaal frisch cn sterk en kun je heel wat dingen verzetten. Hoe heet de hond van grootmoe, waarmee je op een foto bent gezet? Prins vraagt ook heel belangstellend hoe hij er uit ziet. Trilde von Molo. Dan is Sultan zeker maar een kort poosje bij jullie geweest, want gewoonlijk vergeten hondjes niet de men- schen en kinderen, door wie ze verzorgd zijn. Heerlijk zoo'n dagje aan het strandMaar ik kan best begrijpen, dat het water nog koud was. De zon heeft er nog niet voldoende op geschenen. Als het een poos verder is, gaat dat beter, en als het dan eens een beetje stil is, is het in 't water juist lekkerder. Dan dompel je met plezier onder. Rinaldo. Ja, het gebeurt wel eens, dat er van zoo'n lang verhaal dan een boek wordt gemaakt. Dan kan het ook gelezen worden door kinderen, die de kranten, waar in het verhaal gestaan heeft, niet in handen hebben gekregen. Fijn, dat je ook naar „F. P. I." bent geweest. Wat een spanning, hè Be greep jij er in 't begin iets van? Ik niet, hoor'k Kon weinig denken, dat die plan nen voor de vliegboot, werden weggenomen om er de aandacht van de directeuren van de fabriek op te vestigen. Mata Hari. Dank je wel voor je briefje vanuit Nunspeet. Wat was ik daarmee in m'n schik'k Heb al vaak aan je gedacht. Dan zei ik tot me zelf,,'kHoop maar, dat Mata dozijntjes boterhammen eetof ,,'k Hoop maar, dat Mata precies doet wat de direc trice en de zusters van haar verlangen. Dan krijgt ze des te eerder appelwangetjes en dan is ze des te eerder weer thuis, want.... in Nunspeet mag het heerlijk zijn, zooals het klokje thuis tikt, tikt het toch nergens." Die Toos Dat is me een goeierd hoor. Aai hem eens van me. „Van mij ookzegt Prins „Ik ben geen sikkepitje bang voor zoo'n ezeltje". Dag MataHoud je maar flink en geniet van de heerlijke boschlucht. Kathe von Nagy. Dat was me nog eens een weekje Jammer, dat er zooiets niet eens meer voorkomt, hè Maar daar meent tante Truus eigenlijk geen sikkepitje van. Verbeeld jeAls je iedere week zoo pierewaaide, bleef er immers geen tijd over om taailesjes te maken en sommetjes uit te rekenen. O ja, daar schiet me nog wat te binnen. Weet je nog wel, dat je me laatst zoo uitvoerig hebt verteld van die film, waarin twee Willy's en Lilian spelen Nu, die heb ik de vorige week nog gezien en ik vond het toch zoo prettig, dat ik er door jou al een beetje van afwist, want daardoor genoot ik er veel meer van. Wat was dat een lief huisje, waarin Lilian woonde, hè Zoo'n spoorwegwagonnetje zou ik ook best willen hebben. En jij EVENTJES LACHEN. De heer op de tram had nog maar drie minuten tijd voor de trein vertrok en vroeg daarom aan den conducteur„Kan je niet wat harder Conducteur„Jawel, maar ik moet toch op mijn wagen blijven i" Naar een regeeringscrisis. De strijd tegen de werkloosheid. De afgrond" van Comblain. Radio treinen in BelgiëEen lugubere verjaardag. De Belgische regeering vraagt absolute re geeringsvolmacht. Een daad van dictatuur, roepen de socialisten. Een daad wellicht van noodzakelijke financieele dictatuur en daar om te verklaren. Wellicht geen ander land in Europa dan België kent zooveel profiteurs der schatkist. Om tegen al die misbruikers der belastingpenningen, van hoog tot laag, op te kunnen treden zonder aanzien van personen, moet de regeering vrij kunnen handelen en niet telkens opgehouden worden door de par lementaire rem, die gewoonlijk slechts wordt aangezet door persoonlijke belangen van kiezersgroepen. Alleen echter de conservatieve rechterzijde in de Kamer is unaniem van meening, dat der regeering absolute volmacht moet wor den verleend en haar desbetreffend geen remmende voorwaarden gesteld moeten wor den. Dat de socialisten en communisten te gen regeeringsvolmacht zijn is te begrijpen. De christen-democraten zijn voor absolute volmacht, mits niet getornd worde aan de steunverleening der werkloozen, aan de pen sioenen of aan de invaliditeitsvergqedingen. Het grootste deel der liberale Kamerfractie is eveneens voor regeeringsvolmacht, doch laat daarvoor als conditie gelden, dat de regeering onverwijld maatregelen treft ter bezuiniging en reorganisatie van de werkloosheidsvoor ziening, van de pensioenen en van de invali- diteitsvergoedingen, ten einde deze aan te passen aan den financieelen toestand des lands. Deze voorwaarde is dus flagrant in strijd met die door de christen-democraten gesteld. Het ligt echter voor de hand, dat de regee ring geen volmacht noodig heeft als zij, bij voorbeeld, niet vrij is wijziging te brengen in de steunverleening door invoering der werk verschaffing of anderszins. Om haar plan toch te verwezenlijken zou zij de christen democraten, die met haar de regeeringsmeer- derheid vormen, los moeten laten. Zij schijnt daartoe bereid en riskeert derhalve haar bestaan. Het zal van de houding der libera len afhangen of zij van die zijde genoeg mo dewerking ontvangt om de gewenschte vol macht te verkrijgen en aan een regeerings crisis te ontkomen. België kent nog niet het systeem der werk verschaffing. Wel bestaat er, gelijk we hier reeds eerder gemeld hebben, een regeerings- commissie, die het probleem bestudeert. De urgentie van het vraagstuk heeft de regee ring echter tot sftoed aangezet, met het resul taat, dat binnenkort definitieve voorstellen tegemoet kunnen worden gezien. Deze zullen veel verder gaan dan de voorschriften be treffende de werkverschaffing, die men in Nederland kent. Vasthoudend aan het begin sel dat een werklooze voldoende steun moet genieten om behoorlijk te kunnen leven, wil men deze steunverleening slechts uitsluitend doen geschieden tegen een geregelde prestatie van werk. De waardigheid van den werker wordt niet gediend door het demorialiseeren- de steunstelsel zonder arbeid. De regeering die, mede voor de uitvoering van dit plan, over de geheele linie een be- zuinigingsaotie voorbereidt en juist daarvoor de volmacht van het parlement vraagt, wil, als proef, in de kleinere en later, bij welsla gen, in de grcotere gemeenten, de loonen van niet gespecialiseerde werklieden in dienst van rijk, provincie of gemeente, als wegwer kers-sjouwers, stratenmakers-sjouwers en werklieden der gemeente-reiniging, tot het minimum terugbrengen en tevens bewerk stelligen een afvloeiing van oudere werklie den, tegen genot van pensioen. Hierdoor zul len vele werkuren verminderd kunnen wor den en tal van plaatsen vacant komen, die dan ingenomen kunnen worden door steun trekkende werkloozen. Voorts zal men werk verschaffing bevorderen door het doen uit voeren van kleine publieke werken, als af watering, verbetering van wegen, aanleg van rijwielpaden en dergelijke. Het ligt in de be doeling der regeering den gemeenten, voor de doelmatige uitvoering van dit plan, een zoo groot mogelijke autonomie te laten, met dien verstande, dat er geen nieuwe ambte naren voor aangesteld mogen worden en al leen de uitvoering van die werken in aan merking komt, in welke geen concurrentie besloten ligt voor particuliere ondernemin gen. Wij kenden reeds de grotten van Ban en Rochefort, de grot van Remouchamps en „La Merveilleuse" van Dinant. Zij hebben haar concurrente gekregen, Een bezoek gebracht aan den zgn. „Afgrond van Comblain" heeft het ons jl. Zondag geopenbaard. Het schil derachtige dorp Comblain au Pont is gelegen in het prachtige dial tusschen de rivieren de Ourthe en Amblève, op een der schoonste punten der Ardennen. De „Afgrond" of „Abi- me" is een heuvelketen van ruim honderd meters boven den waterspiegel, gelegen langs de Ourthe en op ongeveer twintig minuten van het station te Comblain. Boven op den heuveltop heeft men een onvergetelijk uit zicht over een majestueus panorama, eenig in de streek. In den daltrechter tusschen de Ourthe en de Amblève overziet men de nog geheel ongeschonden wilde heerlijkheid der Ardennen, die daar op hun mooist zijn en in hun midden een schat verbergen, die de eeuwen tot nog toe besloten hielden in de grootste vergetelheid. Een eenvoudig mer- gelgraver heeft hem eenige jaren geleden ontdekt. Het betreft de „Abime" van Comblain welke, na nauwkeurige onderzoekingen en voorzichtige werkzaamheden, gebleken is, geen afgrond te zijn, doch een door de natuur gevormde onderaardsGhe stad, met merk waardig gevormde monumenten in melksteen, schooner dan die der grot van Han. Urenlang kan men er bewonderend dolen door reus achtige zuilengangen, die naar weidsche witte zalen leiden met namen ale „de kathe draal" met de „kapellen en de orgels", de „watervallen en de gletschers", het „slot en de ridderzaal" bet „coloseum en de hemicylus der nymphen". Onder het kunstig in de gaanderijen aan gebracht electrisch licht schijnen door de na tuur uitgehangen en versteende druipgordij- nen als kristallen draperieën, die deze groot- sche natuurwonderen waardig stoffeeren. In de „kathedraal" zijn tal van reuzentegels verworden tot groote beelden van mensche- lijke figuren als uitgehouwen in paarlemoer, met voor het oog in het licht spelende vreem de nuanceeringen van rozerood tot violet, van turkooizenblauw fat doorzichtig zilver en goud. Telkens staat men voor een ander con trast, dat het water, sijpelend langs de ge weldige cyclopische wanden, nog verandert dag aan dag, al klaterend mui-melend, lijk een ragfijne muziek van een verborgen sna renspel, zacht orgelend in de verte van een grillig versteend sprookjeswoud. De Nationale Maatschappij van Belgische Spoorwegen brengt dit seizoen de voor dit land nog nieuwe vinding der automatische radio-treinen in toepassing. Verleden Zondag werd, voor een aantal genoodigden en pers vertegenwoordigers, onder leiding van den heer Deprez, chef van den propagandadienst der Belgische spoorwegen, met den eersten Belgische radio-trein proef gereden. Dit nieuwe treintype bestaat uit een blokwagen, die tevens als schokbreker dienst doet en on bemand is, voorts uit een rollend studio, een restauratie-rijtuig en twaalf personenwagens. Het geheel wordt gevormd door metalen een heden en weegt niet minder dan 550 ton bruto. De radio-treinen blijven in België voorals nog buiten het algemeen reizigersverkeer en staan uitsluitend ter beschikking van reis- vereenigingen, toeristenclubs of reisbureaux, die er, voor een minimum-aanvraag van 450 plaatsen tegen het gewone prijstarief, gebruik van kunnen maken. Reeds heeft de Nationale Maatschappij van Spoorwegen te Brussel, van Belgische en buitenlandsche reisvereenigin- gen, enkele aanvragen voor een „radio-sur prise-trein" ontvangen. Deze radio-surprise- treinen worden naar een geheim gehouden bestemming gezondende route echter kan, door de radio-bediening, onderweg naar wil lekeur gemakkelijk gewijzigd worden. De seinstanden en de situatie van den weg wor den namelijk in het studio geregeld radio grafisch opgenomen, zoodat men geen kans loopt op verkeerde lijnen te verdwalen. De proefrit van jl. Zondag geschiedde voor 450 deelnemers, die Eupen-Malmedy en door een wijziging der route het dal van Amblève bezochten. Iedereen was verrast door de uiterst nauwkeurige regeling en hoogst voldaan over het prachtige resultaat van dezen eersten rit. Het stoppen op on voorziene plaatsen geschiedde geheel auto matisch en op de seconde af. De begeleiding van den radio-trein bestond uit vier leden van het gewone personeel, die de route re gelden. Ingewijden verwachten van deze vinding op spoorweggebied een groot succes. De radio-treinen bieden, tegen een minimum van gevaar, een maximum van gerief en snel heid en zijn, door hun geheel nieuwe inrich ting en bijzondere wijze van bediening, een attractie voor het reizend pubiek. De Belgische oud-strijders hebben een even luguber als merwaardig feit uit den oorlog door G. TH. ROTMAN. Komt, kind'ren, luistert allemaal 'k Begin vandaag een nieuw verhaal Het is van Bobby's zoontje Jim, Precies als Pa zoo loos en slim Natuurlijk is hij zeer gesteld Op alles wat papa vertelt, Van wat die in zijn vroeger leven Daarginds in Holland heeft bedreven. Maar op het hooren van die streken, Die op het oog zoo aardig leken, Geraakte Jimmy's apebol Zoo langzaam aan totaal op hol „Ik wil naar HollandO, papa, Ik hoü 't niet uit in Afrika Zoo riep hij daag'lijks met een zucht, En eind'lijk nam hij stil de vlucht. (Dinsdag vervolg.) herdacht. Op 22 April namelijk was het achttien jaren geleden dat voor de eer ste maal het Westelijk Front werd opge schrikt door den alarmeerenden roep r „At tention, les gaz". De dood door gasverstik- king in de open lucht, de geraffineerdste moord der XX-ste eeuw, was uitgevondenen de Duitschers maakten van hun duivelsche •vinding een gul gebruik. Het waren de Bel gische piotten, toen voor Yperen in de loop graven, die er het eerst door getroffen wer den. De legendarische „dood van Yperen" kwam tot hen in den avond van den 22sten April 1915, toen zij, uit de Duitsche loopgraven, een dichte ondocrzichtbare gele rookwolk op za gen stijgen. De Belgen dachten aan een ge camoufleerde aanval der artillerie, waarvan de standplaats verborgen moest blijven ach ter een rookgordijn. Zonder argwaan lieten zij de verraderlijke smoor massa over zich heen gaan. Doch eenige minuten later boden de Belgische loopgraven het schouwspel eener hel, wreeaer dan die door de meester lijke pen van Dante beschreven. De meeste soldaten lagen in het slijk der loopgraven te wringen en te snakken naar lucht. Hun oogen zwollen en benevelden, puilden uit hun kassen onder de spanning van hun sterven de zenuwen. Zwart grimden monden open, om dan stom te versmachten in den laatsten ■verstikkenden ademtocht, die hun gemartel de longen ontsnapte. Het Duitsche „vernuft" had zijn werk gedaan, de gasoorlog was be gonnen. Tegen de maan-doorschemerde neveling van den stervenden dag doken uit de Belgi sche loopgraven een rij schimmen op, als een stom dreigende menigte, ontzielde wezens met verstuipte aschgrauwe gezichten, de door bet moordend gifgas plots en argeloos uit hun leven gerukte dooden. Arme jongens. De beruchte „dood van Yperen" was niet legen darisch meer doch werkelijkheid geworden. En hij ging verder. Hij keerde zich tegen degenen die hem opgeroepen hadden, tegen onschuldige slachtoffers weeral. Het afschu welijk gaswapen dat de Duitschers dien avond voor de eerste maal gebruikt hadden, keerde zich ook tegen hun eigen menschen. De aanvallende Pruisen, die achter de gas wolk aanstormden om zoo de Belgische loop graven te overmeesteren en op die wijze het geallieerde front te breken, bleven, zelf ver giftigd door hun moordend gas, als door den bliksem getroffen, in hun stormloop steken. Het gevecht voor Yperen bleef onbeslist, maar toch was er dien avond nieuws van het Westelijk Front. In de Duitsche bladen van den volgenden dag las men het laconieke bericht„Yperen, 22 April. Hedenavond wer den bij Yperen proeven genomen met chloor gas. Zij zijn boven verwachting geslaagd. Het gas werkte absoluut doodend." De beklagenswaardige overlevenden van dezen eersten gasaanval, zoowel Duitschers als Belgen, behooren thans, voor zoover zij niet reeds ergens op een vergeten kerkhof liggen, eventueel in een ziekenhuis verpleegd worden of in een krankzinnigengesticht op genomen zijn, tot de 100 invaliden van den oorlog en menigeen die van den oorlog niets gezien heeft, begrijpt niet dat deze menschen anti-militairist kunnen zijn. W. v. M. Zondag Maandag Dinsdag Mei uur 7 8.04 8 8.00 9 8.07 Cl. Wij ontvingen ter beoordeeling den derden druk van „Bridge" een handboek zoowel voor geoefenden als voor beginners, door mr. F. W. Goudsmit. De uitgave is wederom bewerkt door Van Holkema en Warendorf's U.M. te Amsterdam. De prijs bedraagt ingenaaid 1.75 en gebonden 2.50. Aan het voorwoord tot dezen druk onc- leenen wij het volgende „Sinds de uitgave van den vorigen druk heeft Contract-Bridge, zeker in ons land, Royal Auction Bridge practisch geheel ver drongen. Vandaar dan ook, dat in dezen druk alleen maar Contract-Bridge worde besprokenaan Royal Auction wordt in dezen druk geen woord meer gewijd". Het spreekt wel van zelf, dat wij dit geheel onderschrijven. Zij die het spel hebben ge leerd van Bridge langs Auction tot Contract, hebben de auction-methoden zeker niet meer noodig, doch ook zij, die zich voor het eerst aan het spel wagen, behoeven evenmin de oude leerschool te doorloopen, mits zij met beide voeten op den grond blijven. Deze laatste ontboezeming vindt zijn oorzaak in het volgende gedeelte van het Voorwoord „Geheel anders is het wat het bieden be treft. De biedtechniek nam in de laatste jaren juist een geweldige vlucht. Ik heb langen tijd geaarzeld, of ik in dit hand boek, behalve het zeer uitvoerige gedeelte over het bieden (meer bepaaldelijk voor vèrgevorderden) ook nog een speciaal ge deelte moest opnemen voor beginners:k meende echter goed te doen dit na te laten en wel hierom, omdat het m.i. principieel foutief is eerst een verkeerde biedmethode zich eigen te maken. Ook de beginner be hoort volgens dezelfde principes te bieden als de vèrgevorderden. Indien zijn techni sche capaciteiten hem niet toestaan, tot een zoo hoog eindbod te komen als den geroutineerden speler gepermitteerd zou zijn, dan moet hij eenvoudig de biedminima iets verzwaren met handhaving echter van dezelfde biedmethode. Met opzet heb ik dus het boek over het bieden zoo eenvoudig mogelijk gehouden, opdat ook de niet er varen speler dit zonder bezwaar zal kun nen lezen en toepassen. Indien het hem in het begin wat ingewikkeld zal voorkomen, dan trooste hij zich met de gedachte, dat Bridge is een spel, dat ook het Neder- lalidsche publiek zal dit eindelijk moeten inzien geleerd moet worden. De genen, die altijd beweren, dat zij Bridge niet wenschen te bestudeeren, omdat zij het voor hun plezier spelen, zij hier met nadruk gezegd, dat hoe meer kennis omtrent het spel men heeft, des te grooter genoegen de beoefening van het spel geeft". Met deze tirade kunnen wij het uiteraard niet geheel* eens zijn. Ware dat wel zoo, dan zou de rubriek niet geschreven zijn. Mr. Goudsmit gaat zonder meer van het beginsel uit, dat de conservatieve methode fout is, en dat kunnen wij nog altijd niet met hem eens zijn, en het moet dan ook nog altijd bewezen worden. Hij zelf zegt, dat indien het in het begin te ingewikkeld is, men zich moet troosten met de gedachte, dat het een moeilijk spel is, dat geleerd moet worden. Daar zit nu juist de knoop. De doorsnee huiskamer of societeit- speler zal uit dien troost weinig putten, en leeren doet men het liever aan de tafel dan uit een boek. Wanneer men van het spel wei nig of niets kent, en de techniek verre van machtig is, dian doet het er weinig toe of men een perfecte methode, die te moeilijk is uit een boek heeft bestudeerd. Een beginneling is o.i. nu eenmaal gemakkelijker duidelijk te maken, dat men mag openen op minstens 5 slagen, dan dat me: hem aan het verstand brengt, dat men niet kwetsbaar in harten of schoppen mag openen op 2|/2 vaste trek, en dat dit dezelfde waarborgen geeft. O.i. vergèet mi*. Goudsmit dat hij een zeer goed speler is, omdat hij dat is in hoofdzaak door zijn esnrit de jeu, gevolgd door een ge weldige routine, en niet dank zij de toege paste methode. Vroeger zeiden we ook reeds, dat er na het maken van fouten meer woorden vallen over verkeerd begrijpen bij de moderne bieders, dan bij de conservatieve idem. De moderne biedtechniek is in handen van de ongeschool den veel gevaarlijker, dan de conservatieve, terwijl die dan tevens tot grootere débacles leidt. Hiermee is het boek van mr. Goudsmit geenszins geoordeeld of veroordeeld. Het i s een mooi boek, dat veel gelezen en bestudeerd behoort te worden, en wij herhalen, wat wij vroeger schrevenZij die aan wedstrijden in grooter verband meenen te mogen of kunnen deelnemen, behooren er kennis van te ne men, en goed ook. Ook beginners zullen er niettegenstaande ons hierboven uiteengezette bezwaar veel uit kunnen leeren. De laatst aangehaalde zinsnede uit het voorwoord is ons uit het hart gegrepen. Reed vroeger zeiden wij het land te heb ben aan de zgn. „pleizierspelers" en wij willen zijn voorwoord nog wat aanvullen. Meerdere kennis van het spel verhoogt niet alleen eigen genot, doch ook dat van de drie andere spelers. Men mag gerust ook wat voor zijn medemensch over hebben. Met genoegen willen wij dan ook het boek van mr. Goudsmit zeer aanbevelen.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1933 | | pagina 7