RECHTSZAKEN
Rechtbank te Middelburg.
In de gisteren gehouden sitting werden de
volgende aaken behandeld
P. v., 33 jaar, herbergier en koopman te
Middelburg, had zich te verantwoorden ter
zake, dat hij op 17 November 11. te Water
landkerkje zich heeft schuldig gemaakt aan
oplichting, door bij zekere c. de Visser te ko
men en dezen een rol touw ten verkoop aan
te bieden, daarbij zeggende, dat die rol 89
strengen van 2 Meter in totaal dus 178 meter
touw bevatten, terwijl deze in werkelijkheid
maar circa 100 meter touw bevatte en waar
voor door De Visser voornoemd aan ver
dachte een geldsbedrag van 17 moest wor
den betaald.
Dezelfde verdachte was op denzelfden da
tum bij zekeren De Feijter te Waterland
kerkje gekomen en deelde aan de dochter des
huizes mede, dat haar vader van hem, ver
dachte, een rol touw gekocht had voor
12.50dat de vader die rol touw nog niet
aan hem had betaald, doch gezegd had, dat
zijn dochter dit wel zou betalen, waarna het
meisje het geld aan verdachte overhandigde.
Bij onderzoek bleek evenwel alles op on
waarheid te berusten.
Verdachte was verschenen, doch ontkende
de oplichtingen te hebben gepleegd er was
onderhandeld over touw en hij had niet ge
zegd dat er 178 meter touw was.
De getuigen verklaarden aangaande de op
lichtingen, die volgens hen waren gepleegd
zooals bovenomschreven.
De officier van justitie requisitoir nemen
de, had het beter van verdachte gevonden,
dat hij nu ter zitting alles had bekend en
eerlijk voor den dag was gekomen. Verdachte
betert thans zijn leven, doch dit was ook
hoog noodig voor hem.
De officier eischt 2 maanden gevangenis
straf voorwaardelijk en een geldboete van
25 of 10 d. h.
De verdediger van verdachte, mr. Zaayer,
bepleitte clementie.
De landbouwer P. A. v. P., 33 jaar, te Koe
wacht, was in liooger beroep gekomen tegen
een vonnis van den kantonrechter te Ter-
Oost en U)est.
Wie meenen mocht, dat eertijds alleen
maar of in de meest hooge mate het Hol-
landsche meisje heeft moeten strijden tege 1
dwaze vooroordeelen als zou de vrouw het
niet noodig hebben, om buitenshuis te wer
ken en als zou de vrouw te goed zijn om zich
in het openbare leven te bewegen, vergist
zich. Dit bewijst een artikel van mejuffrouw
Thung Sin Nio in het maandblad „Vrouw en
Gemeenschap", dat het orgaan is van deNe-
derlandsche- Vereeniging voor Vrouwenbe-
langen en Gelijk Staatsburgerschap.
Mejuffrouw Thung Sin Nio vertelt in dit
artikel haar levensloop tot op heden en men
ontdekt hierin een eigenaardige mengeling
van Oost en West of, zooals de redactrice
van het maandblad in een inleidend woord
zegt „een mengeling van Westersche cultuur
op Oostersch vruchtbaren bodem, van Chi-
neesch ontwakend volksgevoel in Nederland-
sche atmosfeer."
Nadat mejuffrouw Thung Sin Nio heeft
verhaald hoe zij reeds als klein meisje on
dervond, dat een jongen op heel andere wijze
werd behandeld dan een meisje, gaat zij ver
der
„"Een bewijs van de emancipatie mijner
ouders is, dat jongens als meisjes, uitgezon-
cerd 't oudste meisje, allen naar school gin
gen en ook de H. B. S. bezochten, wat een
unicum voor die tijden was. Mijn derde zus
ter is het tweede Chineesche meisje, dat nog
vijf jaar hooger onderwijs op haar lager on
derwijs genoot. Mijn twee oudste broers heo-
ben minder onderwijs gehad dan mijn zuster
en ik. Vader zei altijd„Jullie moeten latei-
zelf je brood kunnen verdienen als je in die
noodzakelijkheid verkeert. Het is nog niet
zeker, dat ik jullie geld kan nalaten, Boven
dien geld is vergankelijk."
Dat hij 't niet erg vond, dat ook zijn doch
ters om den broode zouden werken is ook
een uiting van zijn vooruitstrevendheid, al
had hij 't liever niet dat die noodzakelijk
heid kwam. Zoo modern was hij dus ook
weer niet, maar men bedenke, dat hij nu
negenenzestig geweest zou zijn.
In 1918 vader was reeds in 1916 gestor
ven wou ik na mijn eindexamen van de
driejarige H. B. S. van school gaan om moe
der van de zorg van de huishouding te ont
heffen. Maar daar wou ze niets van weten.
ik besloot dan voor onderwijzeres te stu-
decren omdat ik hoopte met mijn hulpacte
in betrekking tc mogen gaan. Op kantoor
werkzaam zijn was voor een meisje uit den
goeden stand uitgesloten.
Maar ik was te laat voor de inschrijving en
ging op het voorbeeld van mijn oudere zus
ter naar de hoogere handelsschool, waarvoor
ik in 1920 slaagde. Mijn moeder was intus-
schen gestorven.
Ofschoon ik niet voldoende bezat om er
mijn totale levensonderhoud van te bekosti
gen, mocht ik met mijn diploma niet wer
ken. Dat stond niet. Gefortuneerde broers
bezitten en 't zusje zou om den broode moe
ten werken Wat zouden de buitenstaanders
wel van him familiezin moeten denken En
dan nog wel op kantoorAls 't nog was als
onderwijzeres, dat lag tenminste meer in
den aard der vrouwen.
Twee jaar lang heb ik 't leven van iejler
ander Chineesch meisje uit -den betrekkelijk
gegoeden stand moeten leiden. Een beetje
naaien, uitgaan onder chaperone, koken,
koek maken en lezen, veel lezen.
Ik woonde toen in een klein stadje, een
dorpje zou men in Holland zéggen, 't Eenige
uitgangetje was een tiende-rangs bioscoopje
en eens in 't jaar een circus. De conversatie
in die stad (Vandoeng) geen naaste familie
öök- allesbehalve verheffend en interessant.
neuzen, waarbij hij, wegens buiten noodzaak
over een rijwielpad vee leiden, werd veroor
deeld tot een geldboete van 6 of 3 d. h.
Eischbevestiging van het vonnis waarvan
hooger beroep.
De schipper J. J. J., 29 jaar, wonende te
Terneuzen, was in hooger beroep gekomen
tegen een vonnis van den kantonrechter al
daar, waarbij hij, wegens het des daags als
schipper een vaartuig niet doen stoppen bij
het naderen van een brug, terwijl een rood
bord op de brug wordt vertoond, werd ver
oordeeld tot een geldboete van ƒ40 of 10
d. h. Eischbevestiging van het vonnis
waarvan hooger beroep.
J. G. 25 jaar, arbeider te Borssele, was in
hooger beroep gekomen tegen een vonnis van
den kantonrechter te Goes, waarbij hij, we
gens het op den openbaren weg een wapen
bij zich hebben, werd veroordeeld tot een
geldboete van 10 of 10 d. h. met verbeurd
verklaring van het niet in beslag genomen
geweer of te betalen de waarde van ƒ5 of
5 d. h. Eischbevestiging van het vonnis
waarvan hooger beroep.
Veroorzaken van lichamelijk letsel
door schuld.
In den morgen van 15 Februari jl. reden
eenige jongens per rijwiel in de richting
Oostburg. Het had dien afgeloopen nacht ge
ijzeld, tengevolge waarvan de weg glad was.
Terwijl de jongens op den weg reden, kwam
van achterop een auto aangereden, die de
jongens links wilde passeeren. Op een gege
ven moment, toen de auto ter hoogte van
een der jongens was gekomen, kreeg een dezer
van de auto een duw, waardoor hij tegen den
grond sloeg en tengevolge waarvan ook de
andere jongens kwamen te vallen. De aan
gereden© bekwam een bekkenbreuk en moest
naar het ziekenhuis te Oostburg worden
overgebracht, terwijl de rijwielen van een
achttal jongens gedeeltelijk werden vernield.
De politie stelde een onderzoek naar het
gebeurde in, wat tot gevolg had, dat de be
stuurder van de auto, zekere J. de T„ 21
jaar, chauffeur, wonende te Arnemuiden,
thans wegens het veroorzaken van lichamelijk
letsel door schuld terecht stond.
Toen ik in een advertentie las, dat men in
één jaar voor onderwijzeres kon studeeren,
besloot ik dat alsnog te doen. Maar daar ik
in die stad Bandoeng) geen naaste familie
had, waar ik kon inwonen (bij vreemden
was uitgesloten), besloot ik naar de Hol-
landsch-Chineesche Kweekschool te Mr. Cor
nells te gaan. Helaas moest ik daar twee
jaar 'blijven.
In 1924 was ik in 't bezit van de zoo lang be
geerde onderwijsacte. Eindelijk mocht ik dan
zelf geld verdienen. Een zalig gevoel van zelf
standigheid doorstroomde mij bij de ont
vangst van mijn eerste salaris.
Merkwaardig was echter de verandering in
de houding mijner medemenschen. Van een
nietsnut, van een alledaagsch huismuschje,
was ik ineens een flink meisje, dat zelf ver
dienen kon en niet meer afhankelijk behoefde
te zijn van broers of een echtgenoot. Nota-
bene, met zijn onderwijsacte verdiende ik
slechts 120 gulden en met mijn handels
schooldiploma zou ik 250 gulden verdiend
hebbenWaarom ik dan niet het hooger
betaalde ambt uitkoos
Ten eerste de traditie, dat geen Chineesch
meisje op kantoor mocht werken, waar ook
mannen werkten. Alsof op de school geen
mannelijke collega's bestonden
Ten tweedekantoorarbeid van acht tot
twaalf en van twee tot vijf, terwijl de school
uren slechts van half acht tot één waren.
Ten derde was ik nog te zeer het Chinee
sche meisje, dat niet iets dorst te doen tegen
den wil van oudere broers, zusters en ooms.
Ik was nog te zeer bevangen onder 't Chinee
sche familieverband.
-Ik had pas een jaar gewerkt toen ik hoor
de, dat een ander Chineesch meisje, veel
jonger dan ik, wel naar Holland mocht gaan
voor verdere studie. Waarom ik niet, dacht ik
Ik besloot samen met haar te gaan. Er was
op dezelfde boot geen plaats meer. Toch ver
telde ik mijn familie, dat ik reeds plaats be
sproken had op dezelfde boot als zij dit om
hun bezwaar op te heffen, dat ik alleen zou
reizen. Erger nog, ik had zelfs nog geen
plaats besproken.
Wonder boven wonder gaven ze hun toe
stemming ofschoon mijn oudste broers het
onzinnig vénden, dat ik nog verder wou stu
deeren. Een huwelijk zou nu nog moeilijker
tot stand kunnen komen, dachten zij. Mee
geholpen met de toebereidselen van mijn ver
trek deed geen van mijn familie, zeker om
myn zelfstandig optreden op de proef te stel
len. Maar tegenwerking ondervond ik geluk
kig ook niet. Wel was ex een groot aantal
familieleden aanwezig om me een laatste
goede reis te wenschen. Waarschijnlijk om
dat het een nieuwigheidje was.
Ik zou voor twee jaar gaan. Mijn eerste
plan was het diploma handelseconomie te
halen aan de Handelshoogeschool te Rot
terdam. Maar een oom, 't hoofd van onze
familie, adviseerde de hoofdacte te halen. Ik
Aan hem was ten laste gelegd dat hij op
voormelden datum, als bestuurder van de
auto op voormelden weg heeft gereden, zon
der signalen te geven en dermate roekeloos
en onvoorzichtig, dat het aan zijn schuld te
wijten is, dat zekere A. A. Nicolai, die zich
aan de rechterzijde van den weg bevond,
door hem is aangereden en tengevolge daar
van voornoemde verwondingen heeft beko
men.
Verdachte door den president ondervraagd,
is van meening geen schuld te hebben aan de
aanrijding-, en beweert niet onvoorzichtig te
hebben gereden en signalen te hebben ge
geven.
Eenige getuigen werden gehoord, die fei
telijk niets van de aanrijding hadden gezien.
De officier van justitie requisitoir nemen
de, zegt, dat de schooljongens aan den Over
kant zee nonchalant rijden. Spr. heeft de
overtuiging, dat de jongens maar raak rijden.
Verdachte zag een 18-tal jongens rijden en
het was hem bekend, hoe die schooljongens
daar te keer gaan. Dubbele voorzichtigheid
was alzoo voor verdachte geboden. Geen der
jongens heeft signalen gehoord. Verdachte
reed te hard en de weg was glad. Spr. is van
meening dat verdachte roekeloos en onvoor
zichtig heeft gehandeld.
Hij eischt een geldboete van 40 of 10 d. h.
Verdachte vindt de .straf veel te hoog en
vraagt clementie.
Uitspraak in alle zaken 8 Mei a.s.
De Crisis-varkenswet.
Op 11 Maart jl. bevonden een tweetal ma
rechaussees zich op het erf van de kinderen
P. onder de gemeente St. Jansteen, teneinde
aldaar een onderzoek in te stellen op de na
leving van de crisis-varkenswet, nl. naar de
oormerken van de varkens.
Zoodra de politiemannen op het erf waren
gekomen, verscheen zekere Ra. P., die al ra
zende en tierende op de marechaussees toe
kwam, en op een verzoek hunnerzijds de var
kens te mogen zien, antwoordde daar blijf
je af, jullie komen niet aan de varkens. Door
de vrouw werd de hulp ingeroepen van haar
broer, die, onder heftig gevloek en getier,
eveneens weigerde de dieren te laten zien.
Een tot tweemaal toe ondernomen tocht naar
stemde er in toe, mits ik het in twee jaar
kon doen. Dit bleek niet te kunnen, zoodat ik
toch naar Rotterdam ging en tegelijk voor
de lageracte studeerde.
In 1926 behaalde ik de laatste en in 1927
het diploma handelshoogeschool. Ik kreeg
van mijn oudsten broer het aanbod om voor
de hoofdacte verder te studeeren, die ik in
1928 haalde. Nu besloot ik ook mijn doctoraat
Handelswetenschappen te verkrijgen, wat pas
in dit jaar (1933) plaats had, omdat ik in-
tusschen met mijn zusters in Europa had ge
reisd en anderhalf jaar naar Java terugge
keerd ben.
Tijdens dit anderhalf-jarig verblijf heb ik
moedertjes met babies bezocht en haar ad
viezen omtrent babyverzorging gegeven,
kortom 't werk van een huisbezoekster van de
baby-consultatiebureaux. De kennis, die daar
voor noodig was, werd me bijgebracht door
een vrouwelijke arts en wat literatuur daar
over.
Dit regelmatig huisbezoek aan de babies
werd toen voor 't eerst in Indonesië inge
voerd. Baby-consultatiebureaux bestonden
reeds, namelijk van Boedi Kemoeliaan een
vrouwenkliniek en -polikliniek. Het is klein
begonnen in Juni 1930 en thans telt dat
consultatiebureau (van Jang Seng Si, een
polikliniek en een hospitaal, meest met Chi
neesch kapitaal en Chineesche krachten op
gericht) ongeveer zeshonderd controle-kin-
dertjes. Het sterftepercentage is van 36 tot
12 teruggebracht. Nu heeft de Dienst voor
Volksgezondheid dit werk uitgebreid, gezien
de goede resultaten.
Het is door dat huisbezoek, waar ik veel
ellende onder de Chineesche vrouwen zag, dat
ik besloot nog voor arts verder te studeeren.
De Chineesche vrouw der lagere klassen gaat
niet graag naar den Europeeschen arts, ook
al is het een vrouwelijke arts. De Europee-
sche geneeswijze is er nog niet heeleraaal po
pulair. De Chineesche arts, Europeesch ge
schoold, heeft er grooter invloed, omdat hij
beter met de Chineezen kan omgaan, maar
de Chineesche vrouw is door haar traditie
schuw tegenover den man. Geboortebeperking
kent nien onder de lagere bevolking niet. De
ellende, hieruit voortspruitend, is overal wel
hetzelfde.
Kort voor mijn vertrek nam ik het initia
tief tot de oprichting van een Chineesch
meisjesinternaat, dat een tehuis in den wa
ren zin van het woord zou verschaffen aan
de studeerende vrouwelijke Chineesche jeugd
te Batavia, die elders ter schole gingen (mid
delbare of hoogeschool). De meisjes toch ver
bleven meestal in Hollandsche kostscholen
of kosthuizen, waardoor ze totaal vereuro-
peescht werden, hetgeen conflicten met hun
ouders onvermijdelijk maakt, naast de ge
wone conflicten tusschen ouder er. kind, die
Europa ook kent.
Bovendien wilde ik een gelegenheid schep
pen waar de Chineesche vrouwen zich op ver-
de varkenshokken werd verijdeld, onder be-
dreiging de marechaussees aan een riek te
zullen steken, enz.
De politiemannen vertrokken, doch kwa
men in den namiddag in vijftal terug. Thans
herhaalde zich de geschiedenis van den mor
gen en kon een der wachtmeesters ter nau-
wernood een steek met een riek ontkomen.
Er volgde al heel spoedig een vechtpartij
tusschen de bewoners en de politiemannen
waarbij van beide kanten klappen vielen,
doch ten slotte kon een onderzoek in de var
kenshokken worden ingesteld, waarbij bleek,
dat de varkens niet voorzien waren van een
oormerk.
Natuurlijk volgden verschillende processen-
verbaal en thans stond de landbouwer A. L.
P., 23 jaar te St. Jansteen terecht, wegens
bedreiging en mishandeling van de politie,
terwijl R. M. P., 30 jaar, landbouwster, even
eens aldaar woonachtig, zich had te verant
woorden wegens het belemmeren van een
ambtshandeling en wegens beleediging van
de politie, subsidiair wegens wederspannig-
heid.
Deze zaak werd gisteren voor de rechtbank
te Middelburg behandeld.
De officier eischt tegen den eersten ver
dachte 3 maanden gevangenisstraf en, tegen
de'tweede 2 maanden gevangenisstraf.
De verdediger van verdachten, mr. P. van
Empel, zegt, dat verdachten zich inderdaad
aan een ernstig verzet hebben schuldig ge
maakt. Men gaat in het land van Hulst van
het standpunt uit, dat de politie niet hot
recht heeft de varkenshokken te bezoeken.
Pleiter verzoekt de rechtbank een groote cle
mentie ten opzicht van deze verdachten te
betrachten, omdat zij onder de bestaande re
geling buitengewoon zenuwachtig zijn en zij
bij de schermutseling beiden verwond zijn
geraakt. Spr. is ook van meening, dat takt
bij de politie te wenschen heeft overgelaten.
APOTHEEK GEOPEND
Zondag 30 April is de apotheek geopend
van Firma A. J. VAN OCKENBURG, Bad
huisstraat.
eenigings- en sociaal gebied konden oefenen.
Het Chineesch meisjesinternaat moest verder
worden het centrum van de Chineesche vrou
welijke jeugdbeweging.
Met vreugde kan ik constateeren, dat die
drie doelmerken verwezenlijkt zijn.
De drang >om voor onze vrouwen te werken
zat onbewust reeds vroeg in mij, maar door
traditie, die den meisjes verbiedt alleen te
reizen, uit te gaan of bij vriendinnen op be
zoeken te gaan, was ik zeer belemmerd in
mijn actie. Eerst in Holland kor» ik dien
drang in woord, daad en geschrift omzetten,
moreel krachtig gesteund door hoofdfiguren
van de nu niet meer bestaande Vereeniging
van Staatsburgeressen, met name onze Dr.
Aletta Jacobs. Als ik volgend jaar weer naar
mijn geboorteland terug moet gaan, hoop ik
eerst in Holland en Europa philantropische
en staatsinstellingen op sociaal gebied be
zichtigd te hebben, die eventueel in Indonesië
nagevolgd kunnen worden."
Hoe benutten we een kastdeur
Ruim, licht, luchtig en in vele opzichten
practisch zijn onze moderne woningendat
is waar. Maar dat we er veel bergruimte heb
ben, neen, dat kunnen we niet zegen. We
hebben er drie, hoogstens vier kasten en
meestal zijn deze zóó smal, dat we er maar
een bescheiden hoeveelheid in kunnen bergen.
Al hebben we meestal nog wel losse kasten,
't gebeurt toch vaak, dat de boel maar ergens
blijft rondslingeren. Vooral kleinigheden zoo
als ceintuurs, zakdoekjes, handschoenen en
dergelijke vinden we dan eens hier en dan
eens daar, ook schoenen plegen nogal eens te
zwerven. Geen wonder, want de kasten staan
al zóó vol, dat er moeilijk nog iets bij kan.
Leelijk staat het, heel leelijk zoo'n slaap
kamer vol rommel en daarom doen we u een
idéetje aan de hand om u van dien rommel
te verlossen.
STOOMVAARTLIJNEN
„Baloeran" (thuisr.) 28 April Singapore
„Indrapoera" (uitr.) 27 April te Penang
„Johan van Oldenbarnevelt" (uitr.) 28 April
van Genua
„Kota Baroe" (thuisr.) p. 28 April Sagres
„Kota Pinang" (uitr.) 27 April te Penang
„Leerdam" (uitr.) 28 April van Antw.
„Meerkerk" (thuisr.) 27 April v. Marseille
„Nieuwkerk" (uitr.) 28 April te Kaapstad
„Orania" (uitr.) 27 April van Bahla
„Ouderkerk" (thuisr.) 27 April van Genua
„Rietfontein" (thuisr.) 28 April v. Mombassa
„Sibajak" (thuisr.) 28 April van Lissabon
„Talissee" (uitr.) 28 April van Suez
PREDIKBEURTEN
ZONDAG 30 APRIL 1933.
SOUBURG.
Ned. Herv. Kerk.
10 uur Ds. L. C. SPIJKERBOER.
2 uur Ds. L. C. SPIJKERBOER.
West-Souburg (Mamixschooi
Geen dienst.
Gereformeerde Kerk.
8 uur Ds. J. C. J. KUIPER.
4.15 uur Ds. J. C. J. KUIPER.
BRESKENS.
9.30 uur Ds. W. H. KELDER Jr.
5.30 uur Ds. W. H. KELDER Jr.
GROEDE.
9.30 uur Ds. VAN KOOTEN.
Evang. Lutli. Gemeente.
9.30 uurDa. L. C. DUFOUR.
SCHQONDIJKE.
9.30 uur; Ds. SNIJDELAAR.
OOSTBURG.
9.30 uurDs. FABER
IJZENDIJKE.
9.30 uur Ds. CASTELEIN.
Waterlandkerkje.
9.30 uur Ds. VAN YPEREN.
Hebt een kast in uw kamer Benut dan
de binnenzijde van de deur van die kast. Niet
door er een paar haken te laten inslaan, want
daaraan kunt alleen maar japonnen en rok
jes hangen. Neen, ge moet er een soort gor
dijn aanbrengen van cretonne of satinet of
wat ge maar wilt. Op dat gordijn stikt ga al
lerlei zakjes, die dan diehen voor al die klei
nigheden, die ge gewoonlijk laat slingeren.
Handschoenen, zakdoekjes, kousen, das
sen.... van alles kunt ge er in bergen.
De strook aan de onderzijde wordt vrijge
laten. Hier maakt ge een zeer breeden in
slag, bijvoorbeeld van 20 c.M„ die ge voor
ziet van vertikale stiksels, die 12 a 15 c.M.
van elkaar verwijderd worden aangebracht.
In deze zakjes kunnen de schoenen, pantof
feltjes en muiltjes, die niet gedragen worden,
geborgen worden.
Hebben wij nu uw kamer niet netjes op
geruimd
Hoe voorkomen we snelle slijtage
Tegenwoordig moeten we zuinig zijn. We
moeten niet alleen op onze uitgaven letten,
maar er ook voor zorgen, dat onze „inven
taris" zoo lang mogelijk meegaat.
Hebt u er wel eens aan gedacht, dat ge-
emailleerde en aluminium pannen vrij spoe
dig slijten wanneer ze eiken dag met 'n boen
dertje of een stalen sponsje worden schoon
gemaakt? Heel wat verstandiger is het om
de pannen, na de wanden van binnen en van
buiten te hebben schoon gewasschen, met wat
water, desnoods sodawater, weg 'te zetten. Den
volgenden dag is het aangezette spijslaagje
dan volkomen losgeweekt.
Noemt u het wegzetten van pannen, die
niet schoon zijn, onzindelijk Kom mevrouw
tje, dat is vooroordeel, waar u overheen moet
stappen. Uw beurs zal er dan wel bij varen
en dat is in dezen tijd ongetwijfeld een voor
naam punt.
Benoodigd Sinaasappelen en suiker.
Bereiding Borstel met een schoon borstel
tje de sinaasappelen in water af, zoodat er
geen zwarte spikkeltjes meer te zien zijn
Schil de - den dan heel dun af en snijd de
schillen in fijne reepjes.
Doe deze reepjes In een pan, giet er water
op tot ze goed onder staan en zet de massa
op het vuur. Laat deze massa koken (onge
veer 2 uur) tot de schilletjes zeer zacht zijn.
Pers intusschen de sinaasappelen uit en
zeef het sap door een dun, schoon doekje.
Doe de gezeefde vloeistof bij het mengsel van
schilletjes en water.
Weeg deze massa en voeg er driekwart van
het gewicht aan witte suiker bij. Vooral niet
minder, daar anders de gelei gaat bederveo.
Zet alles bij elkaar op een zacht vuur en
laat de gelei inkoken.
Om te zien of zij de gewenschte dikte heeft,
doet men een schepje op een schoteltje.
Vloeit de massa na een minuut niet meer
uit, dan is de gelei gereed.
Ze wordt bewaard in goed schoongemaakte
potjes. Eerst als de inhoud volkomen koud is,
mogen de potjes worden afgesloten.
Onder redactie van TRUUS EYGENHUYSEN.