RECHTSZAKEN Rechtbank te Middelburg. In de gisteren gehouden sitting werden de volgende aaken behandeld P. v., 33 jaar, herbergier en koopman te Middelburg, had zich te verantwoorden ter zake, dat hij op 17 November 11. te Water landkerkje zich heeft schuldig gemaakt aan oplichting, door bij zekere c. de Visser te ko men en dezen een rol touw ten verkoop aan te bieden, daarbij zeggende, dat die rol 89 strengen van 2 Meter in totaal dus 178 meter touw bevatten, terwijl deze in werkelijkheid maar circa 100 meter touw bevatte en waar voor door De Visser voornoemd aan ver dachte een geldsbedrag van 17 moest wor den betaald. Dezelfde verdachte was op denzelfden da tum bij zekeren De Feijter te Waterland kerkje gekomen en deelde aan de dochter des huizes mede, dat haar vader van hem, ver dachte, een rol touw gekocht had voor 12.50dat de vader die rol touw nog niet aan hem had betaald, doch gezegd had, dat zijn dochter dit wel zou betalen, waarna het meisje het geld aan verdachte overhandigde. Bij onderzoek bleek evenwel alles op on waarheid te berusten. Verdachte was verschenen, doch ontkende de oplichtingen te hebben gepleegd er was onderhandeld over touw en hij had niet ge zegd dat er 178 meter touw was. De getuigen verklaarden aangaande de op lichtingen, die volgens hen waren gepleegd zooals bovenomschreven. De officier van justitie requisitoir nemen de, had het beter van verdachte gevonden, dat hij nu ter zitting alles had bekend en eerlijk voor den dag was gekomen. Verdachte betert thans zijn leven, doch dit was ook hoog noodig voor hem. De officier eischt 2 maanden gevangenis straf voorwaardelijk en een geldboete van 25 of 10 d. h. De verdediger van verdachte, mr. Zaayer, bepleitte clementie. De landbouwer P. A. v. P., 33 jaar, te Koe wacht, was in liooger beroep gekomen tegen een vonnis van den kantonrechter te Ter- Oost en U)est. Wie meenen mocht, dat eertijds alleen maar of in de meest hooge mate het Hol- landsche meisje heeft moeten strijden tege 1 dwaze vooroordeelen als zou de vrouw het niet noodig hebben, om buitenshuis te wer ken en als zou de vrouw te goed zijn om zich in het openbare leven te bewegen, vergist zich. Dit bewijst een artikel van mejuffrouw Thung Sin Nio in het maandblad „Vrouw en Gemeenschap", dat het orgaan is van deNe- derlandsche- Vereeniging voor Vrouwenbe- langen en Gelijk Staatsburgerschap. Mejuffrouw Thung Sin Nio vertelt in dit artikel haar levensloop tot op heden en men ontdekt hierin een eigenaardige mengeling van Oost en West of, zooals de redactrice van het maandblad in een inleidend woord zegt „een mengeling van Westersche cultuur op Oostersch vruchtbaren bodem, van Chi- neesch ontwakend volksgevoel in Nederland- sche atmosfeer." Nadat mejuffrouw Thung Sin Nio heeft verhaald hoe zij reeds als klein meisje on dervond, dat een jongen op heel andere wijze werd behandeld dan een meisje, gaat zij ver der „"Een bewijs van de emancipatie mijner ouders is, dat jongens als meisjes, uitgezon- cerd 't oudste meisje, allen naar school gin gen en ook de H. B. S. bezochten, wat een unicum voor die tijden was. Mijn derde zus ter is het tweede Chineesche meisje, dat nog vijf jaar hooger onderwijs op haar lager on derwijs genoot. Mijn twee oudste broers heo- ben minder onderwijs gehad dan mijn zuster en ik. Vader zei altijd„Jullie moeten latei- zelf je brood kunnen verdienen als je in die noodzakelijkheid verkeert. Het is nog niet zeker, dat ik jullie geld kan nalaten, Boven dien geld is vergankelijk." Dat hij 't niet erg vond, dat ook zijn doch ters om den broode zouden werken is ook een uiting van zijn vooruitstrevendheid, al had hij 't liever niet dat die noodzakelijk heid kwam. Zoo modern was hij dus ook weer niet, maar men bedenke, dat hij nu negenenzestig geweest zou zijn. In 1918 vader was reeds in 1916 gestor ven wou ik na mijn eindexamen van de driejarige H. B. S. van school gaan om moe der van de zorg van de huishouding te ont heffen. Maar daar wou ze niets van weten. ik besloot dan voor onderwijzeres te stu- decren omdat ik hoopte met mijn hulpacte in betrekking tc mogen gaan. Op kantoor werkzaam zijn was voor een meisje uit den goeden stand uitgesloten. Maar ik was te laat voor de inschrijving en ging op het voorbeeld van mijn oudere zus ter naar de hoogere handelsschool, waarvoor ik in 1920 slaagde. Mijn moeder was intus- schen gestorven. Ofschoon ik niet voldoende bezat om er mijn totale levensonderhoud van te bekosti gen, mocht ik met mijn diploma niet wer ken. Dat stond niet. Gefortuneerde broers bezitten en 't zusje zou om den broode moe ten werken Wat zouden de buitenstaanders wel van him familiezin moeten denken En dan nog wel op kantoorAls 't nog was als onderwijzeres, dat lag tenminste meer in den aard der vrouwen. Twee jaar lang heb ik 't leven van iejler ander Chineesch meisje uit -den betrekkelijk gegoeden stand moeten leiden. Een beetje naaien, uitgaan onder chaperone, koken, koek maken en lezen, veel lezen. Ik woonde toen in een klein stadje, een dorpje zou men in Holland zéggen, 't Eenige uitgangetje was een tiende-rangs bioscoopje en eens in 't jaar een circus. De conversatie in die stad (Vandoeng) geen naaste familie öök- allesbehalve verheffend en interessant. neuzen, waarbij hij, wegens buiten noodzaak over een rijwielpad vee leiden, werd veroor deeld tot een geldboete van 6 of 3 d. h. Eischbevestiging van het vonnis waarvan hooger beroep. De schipper J. J. J., 29 jaar, wonende te Terneuzen, was in hooger beroep gekomen tegen een vonnis van den kantonrechter al daar, waarbij hij, wegens het des daags als schipper een vaartuig niet doen stoppen bij het naderen van een brug, terwijl een rood bord op de brug wordt vertoond, werd ver oordeeld tot een geldboete van ƒ40 of 10 d. h. Eischbevestiging van het vonnis waarvan hooger beroep. J. G. 25 jaar, arbeider te Borssele, was in hooger beroep gekomen tegen een vonnis van den kantonrechter te Goes, waarbij hij, we gens het op den openbaren weg een wapen bij zich hebben, werd veroordeeld tot een geldboete van 10 of 10 d. h. met verbeurd verklaring van het niet in beslag genomen geweer of te betalen de waarde van ƒ5 of 5 d. h. Eischbevestiging van het vonnis waarvan hooger beroep. Veroorzaken van lichamelijk letsel door schuld. In den morgen van 15 Februari jl. reden eenige jongens per rijwiel in de richting Oostburg. Het had dien afgeloopen nacht ge ijzeld, tengevolge waarvan de weg glad was. Terwijl de jongens op den weg reden, kwam van achterop een auto aangereden, die de jongens links wilde passeeren. Op een gege ven moment, toen de auto ter hoogte van een der jongens was gekomen, kreeg een dezer van de auto een duw, waardoor hij tegen den grond sloeg en tengevolge waarvan ook de andere jongens kwamen te vallen. De aan gereden© bekwam een bekkenbreuk en moest naar het ziekenhuis te Oostburg worden overgebracht, terwijl de rijwielen van een achttal jongens gedeeltelijk werden vernield. De politie stelde een onderzoek naar het gebeurde in, wat tot gevolg had, dat de be stuurder van de auto, zekere J. de T„ 21 jaar, chauffeur, wonende te Arnemuiden, thans wegens het veroorzaken van lichamelijk letsel door schuld terecht stond. Toen ik in een advertentie las, dat men in één jaar voor onderwijzeres kon studeeren, besloot ik dat alsnog te doen. Maar daar ik in die stad Bandoeng) geen naaste familie had, waar ik kon inwonen (bij vreemden was uitgesloten), besloot ik naar de Hol- landsch-Chineesche Kweekschool te Mr. Cor nells te gaan. Helaas moest ik daar twee jaar 'blijven. In 1924 was ik in 't bezit van de zoo lang be geerde onderwijsacte. Eindelijk mocht ik dan zelf geld verdienen. Een zalig gevoel van zelf standigheid doorstroomde mij bij de ont vangst van mijn eerste salaris. Merkwaardig was echter de verandering in de houding mijner medemenschen. Van een nietsnut, van een alledaagsch huismuschje, was ik ineens een flink meisje, dat zelf ver dienen kon en niet meer afhankelijk behoefde te zijn van broers of een echtgenoot. Nota- bene, met zijn onderwijsacte verdiende ik slechts 120 gulden en met mijn handels schooldiploma zou ik 250 gulden verdiend hebbenWaarom ik dan niet het hooger betaalde ambt uitkoos Ten eerste de traditie, dat geen Chineesch meisje op kantoor mocht werken, waar ook mannen werkten. Alsof op de school geen mannelijke collega's bestonden Ten tweedekantoorarbeid van acht tot twaalf en van twee tot vijf, terwijl de school uren slechts van half acht tot één waren. Ten derde was ik nog te zeer het Chinee sche meisje, dat niet iets dorst te doen tegen den wil van oudere broers, zusters en ooms. Ik was nog te zeer bevangen onder 't Chinee sche familieverband. -Ik had pas een jaar gewerkt toen ik hoor de, dat een ander Chineesch meisje, veel jonger dan ik, wel naar Holland mocht gaan voor verdere studie. Waarom ik niet, dacht ik Ik besloot samen met haar te gaan. Er was op dezelfde boot geen plaats meer. Toch ver telde ik mijn familie, dat ik reeds plaats be sproken had op dezelfde boot als zij dit om hun bezwaar op te heffen, dat ik alleen zou reizen. Erger nog, ik had zelfs nog geen plaats besproken. Wonder boven wonder gaven ze hun toe stemming ofschoon mijn oudste broers het onzinnig vénden, dat ik nog verder wou stu deeren. Een huwelijk zou nu nog moeilijker tot stand kunnen komen, dachten zij. Mee geholpen met de toebereidselen van mijn ver trek deed geen van mijn familie, zeker om myn zelfstandig optreden op de proef te stel len. Maar tegenwerking ondervond ik geluk kig ook niet. Wel was ex een groot aantal familieleden aanwezig om me een laatste goede reis te wenschen. Waarschijnlijk om dat het een nieuwigheidje was. Ik zou voor twee jaar gaan. Mijn eerste plan was het diploma handelseconomie te halen aan de Handelshoogeschool te Rot terdam. Maar een oom, 't hoofd van onze familie, adviseerde de hoofdacte te halen. Ik Aan hem was ten laste gelegd dat hij op voormelden datum, als bestuurder van de auto op voormelden weg heeft gereden, zon der signalen te geven en dermate roekeloos en onvoorzichtig, dat het aan zijn schuld te wijten is, dat zekere A. A. Nicolai, die zich aan de rechterzijde van den weg bevond, door hem is aangereden en tengevolge daar van voornoemde verwondingen heeft beko men. Verdachte door den president ondervraagd, is van meening geen schuld te hebben aan de aanrijding-, en beweert niet onvoorzichtig te hebben gereden en signalen te hebben ge geven. Eenige getuigen werden gehoord, die fei telijk niets van de aanrijding hadden gezien. De officier van justitie requisitoir nemen de, zegt, dat de schooljongens aan den Over kant zee nonchalant rijden. Spr. heeft de overtuiging, dat de jongens maar raak rijden. Verdachte zag een 18-tal jongens rijden en het was hem bekend, hoe die schooljongens daar te keer gaan. Dubbele voorzichtigheid was alzoo voor verdachte geboden. Geen der jongens heeft signalen gehoord. Verdachte reed te hard en de weg was glad. Spr. is van meening dat verdachte roekeloos en onvoor zichtig heeft gehandeld. Hij eischt een geldboete van 40 of 10 d. h. Verdachte vindt de .straf veel te hoog en vraagt clementie. Uitspraak in alle zaken 8 Mei a.s. De Crisis-varkenswet. Op 11 Maart jl. bevonden een tweetal ma rechaussees zich op het erf van de kinderen P. onder de gemeente St. Jansteen, teneinde aldaar een onderzoek in te stellen op de na leving van de crisis-varkenswet, nl. naar de oormerken van de varkens. Zoodra de politiemannen op het erf waren gekomen, verscheen zekere Ra. P., die al ra zende en tierende op de marechaussees toe kwam, en op een verzoek hunnerzijds de var kens te mogen zien, antwoordde daar blijf je af, jullie komen niet aan de varkens. Door de vrouw werd de hulp ingeroepen van haar broer, die, onder heftig gevloek en getier, eveneens weigerde de dieren te laten zien. Een tot tweemaal toe ondernomen tocht naar stemde er in toe, mits ik het in twee jaar kon doen. Dit bleek niet te kunnen, zoodat ik toch naar Rotterdam ging en tegelijk voor de lageracte studeerde. In 1926 behaalde ik de laatste en in 1927 het diploma handelshoogeschool. Ik kreeg van mijn oudsten broer het aanbod om voor de hoofdacte verder te studeeren, die ik in 1928 haalde. Nu besloot ik ook mijn doctoraat Handelswetenschappen te verkrijgen, wat pas in dit jaar (1933) plaats had, omdat ik in- tusschen met mijn zusters in Europa had ge reisd en anderhalf jaar naar Java terugge keerd ben. Tijdens dit anderhalf-jarig verblijf heb ik moedertjes met babies bezocht en haar ad viezen omtrent babyverzorging gegeven, kortom 't werk van een huisbezoekster van de baby-consultatiebureaux. De kennis, die daar voor noodig was, werd me bijgebracht door een vrouwelijke arts en wat literatuur daar over. Dit regelmatig huisbezoek aan de babies werd toen voor 't eerst in Indonesië inge voerd. Baby-consultatiebureaux bestonden reeds, namelijk van Boedi Kemoeliaan een vrouwenkliniek en -polikliniek. Het is klein begonnen in Juni 1930 en thans telt dat consultatiebureau (van Jang Seng Si, een polikliniek en een hospitaal, meest met Chi neesch kapitaal en Chineesche krachten op gericht) ongeveer zeshonderd controle-kin- dertjes. Het sterftepercentage is van 36 tot 12 teruggebracht. Nu heeft de Dienst voor Volksgezondheid dit werk uitgebreid, gezien de goede resultaten. Het is door dat huisbezoek, waar ik veel ellende onder de Chineesche vrouwen zag, dat ik besloot nog voor arts verder te studeeren. De Chineesche vrouw der lagere klassen gaat niet graag naar den Europeeschen arts, ook al is het een vrouwelijke arts. De Europee- sche geneeswijze is er nog niet heeleraaal po pulair. De Chineesche arts, Europeesch ge schoold, heeft er grooter invloed, omdat hij beter met de Chineezen kan omgaan, maar de Chineesche vrouw is door haar traditie schuw tegenover den man. Geboortebeperking kent nien onder de lagere bevolking niet. De ellende, hieruit voortspruitend, is overal wel hetzelfde. Kort voor mijn vertrek nam ik het initia tief tot de oprichting van een Chineesch meisjesinternaat, dat een tehuis in den wa ren zin van het woord zou verschaffen aan de studeerende vrouwelijke Chineesche jeugd te Batavia, die elders ter schole gingen (mid delbare of hoogeschool). De meisjes toch ver bleven meestal in Hollandsche kostscholen of kosthuizen, waardoor ze totaal vereuro- peescht werden, hetgeen conflicten met hun ouders onvermijdelijk maakt, naast de ge wone conflicten tusschen ouder er. kind, die Europa ook kent. Bovendien wilde ik een gelegenheid schep pen waar de Chineesche vrouwen zich op ver- de varkenshokken werd verijdeld, onder be- dreiging de marechaussees aan een riek te zullen steken, enz. De politiemannen vertrokken, doch kwa men in den namiddag in vijftal terug. Thans herhaalde zich de geschiedenis van den mor gen en kon een der wachtmeesters ter nau- wernood een steek met een riek ontkomen. Er volgde al heel spoedig een vechtpartij tusschen de bewoners en de politiemannen waarbij van beide kanten klappen vielen, doch ten slotte kon een onderzoek in de var kenshokken worden ingesteld, waarbij bleek, dat de varkens niet voorzien waren van een oormerk. Natuurlijk volgden verschillende processen- verbaal en thans stond de landbouwer A. L. P., 23 jaar te St. Jansteen terecht, wegens bedreiging en mishandeling van de politie, terwijl R. M. P., 30 jaar, landbouwster, even eens aldaar woonachtig, zich had te verant woorden wegens het belemmeren van een ambtshandeling en wegens beleediging van de politie, subsidiair wegens wederspannig- heid. Deze zaak werd gisteren voor de rechtbank te Middelburg behandeld. De officier eischt tegen den eersten ver dachte 3 maanden gevangenisstraf en, tegen de'tweede 2 maanden gevangenisstraf. De verdediger van verdachten, mr. P. van Empel, zegt, dat verdachten zich inderdaad aan een ernstig verzet hebben schuldig ge maakt. Men gaat in het land van Hulst van het standpunt uit, dat de politie niet hot recht heeft de varkenshokken te bezoeken. Pleiter verzoekt de rechtbank een groote cle mentie ten opzicht van deze verdachten te betrachten, omdat zij onder de bestaande re geling buitengewoon zenuwachtig zijn en zij bij de schermutseling beiden verwond zijn geraakt. Spr. is ook van meening, dat takt bij de politie te wenschen heeft overgelaten. APOTHEEK GEOPEND Zondag 30 April is de apotheek geopend van Firma A. J. VAN OCKENBURG, Bad huisstraat. eenigings- en sociaal gebied konden oefenen. Het Chineesch meisjesinternaat moest verder worden het centrum van de Chineesche vrou welijke jeugdbeweging. Met vreugde kan ik constateeren, dat die drie doelmerken verwezenlijkt zijn. De drang >om voor onze vrouwen te werken zat onbewust reeds vroeg in mij, maar door traditie, die den meisjes verbiedt alleen te reizen, uit te gaan of bij vriendinnen op be zoeken te gaan, was ik zeer belemmerd in mijn actie. Eerst in Holland kor» ik dien drang in woord, daad en geschrift omzetten, moreel krachtig gesteund door hoofdfiguren van de nu niet meer bestaande Vereeniging van Staatsburgeressen, met name onze Dr. Aletta Jacobs. Als ik volgend jaar weer naar mijn geboorteland terug moet gaan, hoop ik eerst in Holland en Europa philantropische en staatsinstellingen op sociaal gebied be zichtigd te hebben, die eventueel in Indonesië nagevolgd kunnen worden." Hoe benutten we een kastdeur Ruim, licht, luchtig en in vele opzichten practisch zijn onze moderne woningendat is waar. Maar dat we er veel bergruimte heb ben, neen, dat kunnen we niet zegen. We hebben er drie, hoogstens vier kasten en meestal zijn deze zóó smal, dat we er maar een bescheiden hoeveelheid in kunnen bergen. Al hebben we meestal nog wel losse kasten, 't gebeurt toch vaak, dat de boel maar ergens blijft rondslingeren. Vooral kleinigheden zoo als ceintuurs, zakdoekjes, handschoenen en dergelijke vinden we dan eens hier en dan eens daar, ook schoenen plegen nogal eens te zwerven. Geen wonder, want de kasten staan al zóó vol, dat er moeilijk nog iets bij kan. Leelijk staat het, heel leelijk zoo'n slaap kamer vol rommel en daarom doen we u een idéetje aan de hand om u van dien rommel te verlossen. STOOMVAARTLIJNEN „Baloeran" (thuisr.) 28 April Singapore „Indrapoera" (uitr.) 27 April te Penang „Johan van Oldenbarnevelt" (uitr.) 28 April van Genua „Kota Baroe" (thuisr.) p. 28 April Sagres „Kota Pinang" (uitr.) 27 April te Penang „Leerdam" (uitr.) 28 April van Antw. „Meerkerk" (thuisr.) 27 April v. Marseille „Nieuwkerk" (uitr.) 28 April te Kaapstad „Orania" (uitr.) 27 April van Bahla „Ouderkerk" (thuisr.) 27 April van Genua „Rietfontein" (thuisr.) 28 April v. Mombassa „Sibajak" (thuisr.) 28 April van Lissabon „Talissee" (uitr.) 28 April van Suez PREDIKBEURTEN ZONDAG 30 APRIL 1933. SOUBURG. Ned. Herv. Kerk. 10 uur Ds. L. C. SPIJKERBOER. 2 uur Ds. L. C. SPIJKERBOER. West-Souburg (Mamixschooi Geen dienst. Gereformeerde Kerk. 8 uur Ds. J. C. J. KUIPER. 4.15 uur Ds. J. C. J. KUIPER. BRESKENS. 9.30 uur Ds. W. H. KELDER Jr. 5.30 uur Ds. W. H. KELDER Jr. GROEDE. 9.30 uur Ds. VAN KOOTEN. Evang. Lutli. Gemeente. 9.30 uurDa. L. C. DUFOUR. SCHQONDIJKE. 9.30 uur; Ds. SNIJDELAAR. OOSTBURG. 9.30 uurDs. FABER IJZENDIJKE. 9.30 uur Ds. CASTELEIN. Waterlandkerkje. 9.30 uur Ds. VAN YPEREN. Hebt een kast in uw kamer Benut dan de binnenzijde van de deur van die kast. Niet door er een paar haken te laten inslaan, want daaraan kunt alleen maar japonnen en rok jes hangen. Neen, ge moet er een soort gor dijn aanbrengen van cretonne of satinet of wat ge maar wilt. Op dat gordijn stikt ga al lerlei zakjes, die dan diehen voor al die klei nigheden, die ge gewoonlijk laat slingeren. Handschoenen, zakdoekjes, kousen, das sen.... van alles kunt ge er in bergen. De strook aan de onderzijde wordt vrijge laten. Hier maakt ge een zeer breeden in slag, bijvoorbeeld van 20 c.M„ die ge voor ziet van vertikale stiksels, die 12 a 15 c.M. van elkaar verwijderd worden aangebracht. In deze zakjes kunnen de schoenen, pantof feltjes en muiltjes, die niet gedragen worden, geborgen worden. Hebben wij nu uw kamer niet netjes op geruimd Hoe voorkomen we snelle slijtage Tegenwoordig moeten we zuinig zijn. We moeten niet alleen op onze uitgaven letten, maar er ook voor zorgen, dat onze „inven taris" zoo lang mogelijk meegaat. Hebt u er wel eens aan gedacht, dat ge- emailleerde en aluminium pannen vrij spoe dig slijten wanneer ze eiken dag met 'n boen dertje of een stalen sponsje worden schoon gemaakt? Heel wat verstandiger is het om de pannen, na de wanden van binnen en van buiten te hebben schoon gewasschen, met wat water, desnoods sodawater, weg 'te zetten. Den volgenden dag is het aangezette spijslaagje dan volkomen losgeweekt. Noemt u het wegzetten van pannen, die niet schoon zijn, onzindelijk Kom mevrouw tje, dat is vooroordeel, waar u overheen moet stappen. Uw beurs zal er dan wel bij varen en dat is in dezen tijd ongetwijfeld een voor naam punt. Benoodigd Sinaasappelen en suiker. Bereiding Borstel met een schoon borstel tje de sinaasappelen in water af, zoodat er geen zwarte spikkeltjes meer te zien zijn Schil de - den dan heel dun af en snijd de schillen in fijne reepjes. Doe deze reepjes In een pan, giet er water op tot ze goed onder staan en zet de massa op het vuur. Laat deze massa koken (onge veer 2 uur) tot de schilletjes zeer zacht zijn. Pers intusschen de sinaasappelen uit en zeef het sap door een dun, schoon doekje. Doe de gezeefde vloeistof bij het mengsel van schilletjes en water. Weeg deze massa en voeg er driekwart van het gewicht aan witte suiker bij. Vooral niet minder, daar anders de gelei gaat bederveo. Zet alles bij elkaar op een zacht vuur en laat de gelei inkoken. Om te zien of zij de gewenschte dikte heeft, doet men een schepje op een schoteltje. Vloeit de massa na een minuut niet meer uit, dan is de gelei gereed. Ze wordt bewaard in goed schoongemaakte potjes. Eerst als de inhoud volkomen koud is, mogen de potjes worden afgesloten. Onder redactie van TRUUS EYGENHUYSEN.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1933 | | pagina 9