Vlissingscle Courant
iL
DERDE BLAD
-
A
0
S
c
8
n
1 IS
818
m
D
8
lit
m
A
E
E
H
mt
E
8
r
üi
'SI T
Z
8
"It
it! ft
R
Voor de Wein-tjes, die pas lee-ren le-zen.
Bed-tijd.
van de
van
Zaterdag 22 April 1933. No. 95.
fils mee ruilen
Cl)
Hoofdstuk I.
AI in Maart was de uitnoodiging gekomen
of Bart en Hans lust hadden de Paasch-
vacantie bij oom Daniël en tante Loss, die in
een Geldersch dorpje woonden, door te
brengen.
De jongens vonden het natuurlijk fijn en
moeder had geschreven, dat Bart en Hans
dolgraag wilden komen en den dag vóór Pa-
schen zouden komen. Ze zouden dan acht
volle dagen blijven. Hans zeurde wel om pas
na tien dagen weer terug te mogen komen,
maar moeder vond, dat er den dag vóór zij
weer naar school zouden gaan nog wel een en
ander te doen zou zijn. Zij hield er niet van
om de dingen net op 't laatste nippertje in
orde te brengen. Bovendien waren de jongens
den eersten dag na hun uitstapje natuurlijk
nog vol van al het genotene, en wanneer ze
dien dag op school zouden zitten, hadden ze
stellig niet veel aandacht voor de lessen.
's Zaterdags bracht moeder haar jongens
naar den trein, ze zagen er netjes uit in hun
Zondarsche pak, dat er precies eender uitzag,
want je moet weten, dat Hans en Bart twee
lingen waren.
Daar zette de trein zich in beweging. De
jongens drukten hun neuzen tegen de ruiten
om moeder, die een eindje was meegeloopen.
zoolang mogelijk toe te wuiven.
In het begin was er genoeg te zien waarin
ze belang stelden. Eerst waren het de sche
pen, die in de dokken lagen, want de twee
lingen woonden in Amsterdam en dicht bij
het Centraal Station liggen allerhande boo
ten, Toote zoowel als kleine. Een eind verder
zagen de jongens uitgestrekte weilanden met
grazende koeien en dartele lanunetjes, en
toen dit uitzicht voorloopig zoo scheen te
blijven, begonnen ze te praten over de lo
geerpartij, die hen te wachten stond.
„In twee jaar zijn we er niet geweest
,,'k Wed dat ze ons niet eens meer ken
nen
„Noukénnen.... dat zal wel. Maar
v/eet je wel, dat tante Loes ons vroeger nooit
uit elkaar kon houden
„Schei uitgierde Hans. „Ik hoor nog hoe
tante me vroeg Zeg Bert, ik wou Hans, net
als jou, wat voor zijn verjaardag geven. Weet
jij niet wat hij graag hebben wil
„En dan op dien keer zeg, dat tante jou
had opgesloten omdat ik, nadat ik de eerste
maal naar buiten was gegaan, nog eens naar
binnen en toen weer naar buiten ging en
tante toen dacht, dat jij den tweeden keer
cle deur uitgekomen was en- we dus allebei
buiten waren
„Zeg, ik weet watriep Hans opeens.
„Als tante ons straks dadelijk bij de begroe
ting verwart, dan houden we gewoon onzen
mond
„En dan lachte Bart.
„En dan Nou jö, nogal duidelijk Dan ben
jij al dien tijd Hans en ik ben Bart
„En als tante ons dan later weer verwart
„Nu, des te beter. Dat spaart ons vroeg of
laat een opheldering."
„Wat een mop 1" brulde Bart.
Aan het maken van allerlei malle gissingen
en aan het lachen kwam nu geen einde. Dit,
leek de reis aanmerkelijk te verkorten en
vóór le jongens er dan ook op bedacht waren,
hield de trein stil aan het stationnetje, waar
ze wezen moesten. Met een sprong wipten ze
op het perron, bijna pardoes in de armen van
tante Loes.
„Dag jongens Dag jongensGoede reis
gehad Vinden jullie het prettig om te
komen
„Ja tanteknikten ze allebei met zooveel
overtuig'ng en zuike stralende oogen, dat
tante alle twijfel er door vergaan moest zoo
ze dien al had gekoesterd.
„Geef me dan maar eens een arm," sprak
tante opgewekt. „Hans, kun jij dien koffer
zelf dragen
„Ja tante," zei Bart, die den koffer droeg,
na eerst een snellen blik met Hans te hebben
gewisseld.
De zaak was nu beslist. Tante had de jon
gens met elkaar verwaru en nu zou het zoo
blijven.
„Jullie hebben natuurlijk honger van zoo'n
lange reis," meende tante toen ze haar huis
binnentrad. „Laten we dan maar gauw aan
tafel gaan als jullie je handen hebben gewas-
schen, hè
't Handen wasschen werd ditmaal een
buitengewoon pretje. Gewend aan de stad-
sche waterkraan, wisten ze hier van geen
ophouden met pompen.
„Wat een reuzeleuk werk is datvond
Hans. „Tante, mag ik voor u pompen telkens
als u water noodig hebt?"
„Neen, ikriep ^°.rt, zich afdrogend. „Ik
doe twaalf slagen in een minuut
„Ieder om de beurt," lachte tante. „Wat
zal Leent je in haar schik zijn met zoo'n
hulp
Aan tafel lieten de jongens zich de boter
hammen met chocolademelk goed smaken.
„Kom, neem er nog een, Bartdrong
tante aan, terwijl ze Hans aanzag. Maar op
eens kwam er iets aarzelend s ih haar gezicht.
„Jij bent toch Bart, hè Of ben Je Hans
Lieve tijd, 't schijnt wel of jullie nog meer
op elkaar zijn gaan lijken Maar ik heb
het toch goed, hè Jij bent Bart 1"
„Ja tante." zei Hans en hij schopte naar
Bart onder de tafel.
,,'t Is toch merkwaardig kwam tante
weer. „Jullie lijken op elkaar als twee drup
pels water Een mensch zou er werkelijk van
Onder redactie van TRUUS EYGENHUYSEN.
in de war raken Weet je- wat, ik geef een
van jullie een merkje, dan kan ik me niet
vergissen
Tante Loes stond meteen op en Bart kreeg
onder de tafel van Hans weer een schop.
„Kijk eens riep tante, een klein groen
lapje in de hoogte houdend, „Als we dat nu
eens in het borstzakje van jouw pak staken,
Bart
Hans liet tante het lapje in den zak van
zijn blouse plooien. „Maar straks trek ik een
daagsche blouse aan, tante Een met korte
mouwen
„O, dat's niemendal. Ik pak aanstonds jul
lie koffer uit en dan geef ik op elk van je
kleeren een merkteekentje. Hè, dat's een vin
ding, hoor't Zou me anders een verwarring
geven, waar je op 't laatst zelf geen wijs meer
uit kon worden
Na de koffie gingen ze den tuin in en tante
liet den jongens de groentenbedjes zien. Er
moest weer eens gau v gewied worden, merkte
tante op. De jongens wisten niet eens wat
wieden was, waarop tante dit werkje begon
uit te leggen. Bart noemde het reuzenmoppig
en verklaarde ook wel eens te willen wieden,
waar tante niets op tegen had.
„Maar dan eerst jullie schoenen uit en een
paar klompen aan," zei tante. „De grond is
erg week en je zakt er een aardig eindje in
weg."
Dat gaf nieuwe pret. De klompen van oom
waren natuurlijk veci te groot en de jongens
liepen er mee als iemand, die voor 't eerst
een paar schaatsen heeft ondergebonden.Ten-
slotte besloten ze maar tot een paar klompen
van tante Loes en een paar van Leentje,
tante's dienstmeisje. Ze waren ook nog wel te
groot, doch met wat stroo konden ze aardig
passend worden gemaakt.
„Wie is nu ook weer Hans en wie is
Bart vroeg oom toen ze 's avonds aan
tafel zaten. „Jullie gaan, geloof ik, hoe lan
ger hoe meer op elkaar lijken
„Vind je ook niet zei tante Loes. „Ik heb
dat vanmorgen ook al gezegd Maar ik heb
er meteen al iets op gevonden, dat we ze niet
meer verwarren kunnen."
„Zoo zei oom. „Dragen ze soms een
naambordje op hun rug
„Neen, da+ nietKijk maar eens naar
Bart
Oom keek eerst naar Hans, toen naar Bart,
vervolgens weer naar Hans en ten slotte naar
tante.
„Neen, naar Bart moet je kijken
„Ja, jij hebt gemakkelijk praten Naar
Bart moet je kijken Maar wie is er nu
eigenlijk Bart
(Wordt vervolgd
Dankbaarheid.
Pieter maakte van den winter
't Was voor buiten zijn te koud
En ook eiken dag te vochtig
Een klein kastje van wat hout.
Hij hanteerde zaag en hamer,
Schaaf en beitel en me' lak
Gaf hij toen tot slot het kastje
O zoo'n keurig mosgroen pak
Piet was ijv'rig e mee bezig,
Want hij vond het prettig werk.
Toen het kastje klaar wts, hing hij
't Aan een boomstam, breed en sterk.
Spoedig kwam een vogelpaartje,
't Plekje was best naar zijn zin,
En met takjes, strootjes, pluisjes,
Maakte 't er een nestje in.
Toen het voorjaar was gekomen,
Warmer werd de zonneschijn,
Lagen in het donzig nestje
Al drie eitjes, broos en fijn.
Na een poosje wachten kwamen
Er drie lieve kleintjes uit
En opeens was 't vogelkastje
Toen vol vroolijk piepgeluid.
Op een morgen mocht het drietal
Voor het eerst naar buiten gaan.
't Was een dag van veel gewicht, want
Ook het vliegen ving nu aan.
Vóór de vliegles werd begonnen
Zongen d'ouders eerst een lied,
't Leek een lied van dankb're vreugde,
Heel alleen bestemd voor Piet.
Wat zij zeiden ii. hun liedje
't Leek wel ,,Dank voor wat je deed 1
Door dit mooie, warme kastje
Heb je ons beschermd voor leed.
Niemand kon onz' vreugd verstoren,
Niemand brak de eitjes stuk
Niemand roofde wreed de kleintjes
Wij behielden ons geluk
Ons leuk
'Raadselhoekje
Dat vierde raadseltje viel itt mee, hè Het
jarige meisje had dan ook wel een erg lan
gen naam, kijk maar bij de oplossingen. Maar
van namen gesproken.... Bijna iedere week.
komt het voor, dat een kind zijn naam ver
geet te vermelden. Soms zijn er wel twee of
drie tegelijk, zooals nu ook weer. Foei, foei,
wat is dat toch dom Zullen we nu afspre
ken, dat we die domheid voortaan achterwege
laten
Heb je het goed
(Oplossing van het kruiswoordraadsel van de vorige w ;k.)
p
B
L
D
M
A
A
R
E
L
B
E
U
L
0
R
A
s
A
R
M
u
A
N
N
I
E
L
E
z
E
R
P
ft
Us
E
A
L
W
P
p
E
R
N
1!
N
U
w
E
0
A
s
E
H
T
I
E
L
P
P
H
0
W
E
E
R
E
N
Ut
H
A
L
E
N
S
n
M
E
E
ii
A
A
L
B
T
A
M
T
V
R
E
D
E
A
N
m
1
A
D
E
tH
N
N
Ut
E
T
E
N
J
0
D
I
E
R
Hl
8
B
E
E
R
A
N
E
K
W
A
S
G
E
D
S
Natuurlijk wil je graag weten wie er 5
goede oplossingen stuijrden. Luister dat zijn:
Afke AdemaTonny BlankenCorrie en
Louwerlna Louws Theun Kamermans
Annie de KokMarietje de WolfMarie
Marijs Henny de Kok Piet de Vries Elza
Barentsen Nettie Vrind Corry Barentsen
Adriana Koole Andries BreelAnnie Mul
ler Sjaantje van deiLinde.; Anna Goozen
Wim Zomerdijk Koosje Corbijn Gretha de
Vries Gretha Heinsen Gerda Gravers
Saartje Buurman Nelly Geschiere Jo Wijk-
huisenJeanette WijkhulsenMies de
WaardtMarietje van de VeldeTonia
Kloosterman Jopie Bonneveld Jan Span-
jer Gretha Spanjer Sjaan Maljers, Henk
Kemeling.
4 goede oplossingen stuurden Een kind dat
zijn naam vergatFrits Sommeling Neeltje
Meijers Marietje Stoutjesdijk Nog een kind
dat zijn naam heeft vergetenAnnie van
Vlaanderen Jacob Maljers.
De oplossingen zijn
J
A
N
A
R
E
N
E
T I
2. Stof- of rookwolken.
3. Naaldwijk.
4. Antoinette.
5. Enkhuizen.
Nieuwe raadsels. De oplossingen moeten
weer uiterlijk Dinsdagavond aan het bureau
van de krant zijn. Op de enveloppe of het
netjes dicht gevouwen briefje moet staan
Aan ons leuk Raadselhoekje, de Vlissingsche
Courant te Vlissingen.
Denk er om, we hebben afgesproken, dat
niemand meer vergeet zijn naam in het
de raadseloplossingen te
briefje onder
schrijven
1. X... Is een lekker ruikende bloem.
X... is een vettige vloeistof.
X-«. is een drank.
X... is een brandstof.
X... is een vogel.
X-.. is een deel van een huis.
X-.« is een bergplaats van carton.
X". is een voorname stand.
X^ is een groote rivier.
Op de kruisjeslijn komt, van boven naar
beneden gelezen, een stad in ons land te
staan.
(Ingezonden door P. de Waard)
2. Een meneer heeft op zijn naamkaartje
staan
I. N. LIEWERK.
Als je de letters in een andere volgorde
plaatst, kom je het beroep van dezen meneer
te weten.
(Ingezonden door Theeroosje)
3. 2 maal A en 2 maal B,
2 maal N, een D en T,
2 maal R en 2 maal O,
WJke landstreek noemt men zoo
(Ingezonden door Jeanette Wijkhuisen>
4 Annie was jarig en kreeg vriendinnetjes
op bezoek. Het waren Nanda, Rosa, Ella
Martha, Alle, Dora, Bertha, Jopie en Ansje.
Als je hun na.nen in de juiste volgorde
plaatst, vormen de beginletters den naam van
het cadeautje, dat zij Annie gaven.
(Ingezonden door Marietj de Wolf)
5. Welke steenen kunnen niet gebruikt wor
den om te bouwen
(Ingezonden door Baby)
Ons gezellig
"Briewenfioekje
Jackie Cooper. Dan mag j'i
April natuurlijk ook kernen luisteren, is 't
niet Denk er om, de zusjes niet aan 't
lachen maken, hoor Ja zeker, Prins heeft
ook een extraatje gehad omdat het Paschen
was. Wat denk je wel Een kluifje Mis
Een koekje Ook r.l mis Weec je 't heuscb
niet Dan zal ik het maar zeggen. Een heel
eitje, lekker zacht gekookt. O wat heeft
hij gesmuld Hij is 't nu nog niet met zich
zelf eens of hij alle dagen jarig zou willen
zijn of dat hij alle dagen tot paaschdagen
wenscht.
Goudvischje. Is me dat schrikken? 5/2
punt achteruitDat is me nogal zoo eventjes
iets. Verdien je nu .vel den naam van Goud-
vischje of moeten we je een rangetje terug
zetten en er Zilvervischje van maken Weet
je wat, dat zullen we voorloopig maar uit
stellen, want ik ben er haast zeker van, dat
je je plechtig hebt voorgenomen dadelijk na
de aaschvacantie extra je best te doen. zoo
dat je vóór de zomervacantie die 5'/2 punt
weer hebt ingehaald en er misschien nog wel
een puntje bij op den koop toe hebt gewon
nen. Zeg eens of tante Truus gelijk heeft of
niet.
Schoonheidskoninginnetje. Schoonheids
koninginnetje, steek me een van je beide
oortjes eens toe, zoodat ik er zachtjes aan
kan trekken Ja, want dat heb je verdiend
Je hebt je naam vergeten. Op net envelopje.
dat nu op het bureau van de krant op je ligt
te wachten, heb ik daarom niet anders dan
Schoonheidskoninginnetje kunnen schrijven.
Zal Hare Majesteit het afhalen of er een
page heen sturen om dit te doen
Marietje Stoutjesdijk. Daar begrijp ik
geen sikkepitje van, Marietje. Je hebt toch al
veel eerder meegedaan en de vorige week
schreef je, dat je voor 't eerst naar school
gaat. Ben je dan een wonderkindje, dat al
zoo /roeg kr.n schrijven en raadseltjes oplos
sen of laat je deze werkjes door iemand an
ders opknappen Dag Ik zie, dat je nog al
tijd dat mooie postpapier bezit, dat ik vroeger
al zoo bewonderd heb.
Verkoopstertje. Zul je in 't vervolg een
beetje zuiniger omspringen met papier Je
raadseloplossingen en je briefje kunnen best
samen op één velletje, hoor Denk aan het
spreekwoord „Zuinigheid en vlijt, bouwt hui
zen als kasteelen Wat zal Dineke veel te
vertellen hebben als ze weer in Vlissingen
terug is I Ik weet wel wie er dan heel blij zal
zijn. Zal ik het eens zeggen Een zeker
meisje, dat zich achter den naam Verkoop
stertje verschuilt.
Professor. Zie je wel, dat je je schuil
naam eer aandoetFijn om met maar even
tjes zeven nieuwe punten thuis te kunnen
komen. Zoopas heeft een meisje me geschre
ven, dat ze 51/2 punt achteruit was gegaan.
Dat heeft toen een stelletje rimpels in mijn
voorhoofd gebracht. Maar door jouw briefje
zijn ze weer verdwenen. Je bent aardig met
presentjes verwend. Maar dat mocht ook wel
na je ijver. Of we prettige Paaschdagen heb
ben gehad En of Tante Truus had twee
logeetjes, die nu weer vertrokken zijn, zeer
tot spijt van Prins, omdat hij door die twee
steeds allerlei lekkere hapjes kreeg toege
stopt.
Anita Page. Wat vertel je daar nou
Kon je het vierde raadsel niet oplossen En
je hebt de oplossing, de juiste nog wel, op
geschreven Ra, ra, hoe kan da« Ik ver
moed, dat je haar nog op 't laatste nippertje
hebt gevonden. Die arme Max Dat is geen
prettige tijding, 'k Hoop dat alles zoo rustig
als maar mogelijk was, gegaan is en dat hij
geen pijn heeft gehyd.
Famke. Wat een heerlijk ritje Maar t
was wel een beetje koud. Of geeft ons Frie
zinnetje daar niet om
Boy. Dus dan krijgt tante Truus eerst
daags een gedrukt briefje Ik kijk er al met
verlangen naar uit.
Mi;a Hari. Vader stuurt je de krant
misschien wel op, er als vader er geen tijd
voor heeft, wil vast Goudvinkje je briefje wel
uitknippen en het naar je toe sturen. In elk
geval ben ik er zeker van, dat je het onder je
kijkers krijgt. Ben je al een beetje gewend
en is er al een boterhammetje bij geko
men sinds je den eersten dag aan tafel zat
'k Hoop spoedig weer wat van je te vernemen
en ik reken er op, dat je al je best doet om
straks weer als een gezond en sterk meisje
naar Vlissingen terug te kunnen gaan. Dag
Een knuffeltje voor Truusje.
Greta Garbo. Neen, dat nieuwe raad
seltje is niet goed. want alle woordjes, ga
maar eens na, bestaan uit een verschillend
aantal letters.. En dat is bij raadseltjes van
die soort nooit het geval. Let maar op. Maak
je het nu over Je kunt toch wel dezelfde
uitkomst gebruiken. Maar nog liever heb ik
dat je, in plaats van een kruisjesraa.dsel, er
een cijferraadsel van maakt. Want daarvan
bezit ik niets meer en van kruisjesraadsels
nog een pakhuis vol.
Goudvinkje. Wat hebben jullie een heer
lijk uitstapje gemaakt. Fijn hoor Weet je
wie er ook in hun nopjes zijn omdat jullie
dat uitstapje gemaakt hebl en Wel, de
eendjes, die jullie lekkere hapjes hebben ge
bracht. Wat zullen ze gesmuld hebben. Daar
merk wel niet veel van, want „Hap
ze vangen het op en „Slok Slok en t is
in hun maag verdwenen, t Lijkt zoowaar
op een hokus-pokus-spelletje Maar gelóóf
toch maar gerust, dat /.3 zich fijn te goed
hebben gedaan. Jopie is dus nu weg, hè
Heb 'e haar al een opgewekt briefje geschre
ven DagGroeten aan broer, die zeker
druk met zijn aquarium bezig is.
Bloemenliefhebstertje. Heb je nu al
Pinksterbloemen geplukt Dat is heel vroeg.
Maar t is waar, ik heb ze al bij den bloe
mist gezien. Wat zijn ze mooi met hun grillig
omgebogen blaadjes, hl
Magda Schneider. Je rapport is best om
er tevreden over te zijn, maar toch kan 1 et
nog wel beter. Probeer vooral dat cijfertje
voor taal wat op te voeren. Taal is een heel
belangrijk vak en als je van het begin af
JIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIINIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIig^
Als het klok-je ze-ven slaat,
Dan moet Zus naar bed.
Moes zegt„Mor-gen komt er wel
Weer een dag vol pret
Zus ruimt eerst haar speel-goed op.
Niets mag blij-ven staan.
Moes kijkt eerst of al-les wel
Net-jes is ge-daan.
Als het dan in or-de is,
Kleedt Moes Zus-je uit.
Tan-den poet-sen, in het bad
Klaar is on-ze guit
Dra ligt on-ze Zus in bed.
0 wat is zij moe 1
Lang zaam, lang zaain val len dan
Bei haar oog jes toe