Vlissinosole Courant
DERDE BLAD
Ons leuk
Haadselhoekje
I Voor de klein-tjes, die pas lee-ren le-zen.
van de
van
Zaterdag 8 April 1933. No. 84.
Ete helpers.
„Jongens," zei moeder aan de koffietafel,
„Jullie weten, dat we druk in de schoonmaak
zitten. Voelen jullie er iets voor om me na
vieren te helpen Ik heb een mooi werkje
voor jullie."
„Wat is dat dan vroeg Jaap voorzichtig.
Hij was vast besloten om, als het iets van
boenen of zeepen zou zijn, er voor te bedan
ken. Die werkjes moesten de dames maar op
knappen, vond hij, waarmee hij Mientje en
Eefje, de twee zusjes bedoelde.
„Den zolder eens opruimen," zei moed r.
„Dan behoef ik morgen alleen maar te ragen,
het houtwerk af te nemen en te schrobben."
„Ja 1" juichten ze. „Hè jaDat doen we,
moeder 1"
's Middags waren ze ongewoon vroeg thuis.
Ze waren regelrecht van school doorgeloopen
en hadden elk voorstel om nog wat te spelen,
afgeslagen. Ze waren veel te verlangend om
goed tot haar recht komt. Marine-rose doet
aan het opruimen van den zolder t- beginnen.
„De turven netjes in het brandstoffen-
hoekje stapelen, de houtjes en vuurmakers er
naast, zwervende spijkers in het gereed-
schappenkistje bergen, oude kranten en tijd
schriften in pakjes bijeen binden...." somde
moeder op, „en de dingen, waarvan je denkt,
dat ze geen waarde meer hebben, die doe je
maar in een mand, dan-gaan we straks met
ons allen nazien."
Het viertal stormde naar boven Jaap, Ben,
Mientje en Eefje. Jaap, als oudste, deelde de
lakens u:";. Ben en Mien moesten het brand
stof fenhoek je in orde maken, Eefje moest de
kranten bijeen zoeken en hij zelf zou den
rommelhoek voor zijn rekening nemen, een
hoekje, dicht bij de trap, dat vol lag met
allerlei dingen, die men daar maar neergelegd
had om ze voor het oogenblik kwijt te wezen.
Een poosje werd er ijverig gewerkt onder
het zingen van allerlei schoolliedjes. Opeens
gaf Jaap een schreeuw. „Jongens, daar heb
je nog den auto, dien vader eens voor ons
gemaakt heeften meteen kwam er een
kist op vier wielen, die aan een kinderwagen
schenen té hebben toebehoord, den zolder
ever rollen.
Ben juichte en liet de turven in den steek.
,,'b Was toch altijd een fijn karretje Zou ik
er nog in kunnen
't Kon wel. Maar Ben zat dan ook als in
geperst tusschen de wanden zan het kistje,
wat hem echter niet kon schelen. „Jaap, geef
me eens een zetje riep hij.
Jaap gaf geen zetje, maar een zet. De wa-
geen stoof den zolder over en botste tegen
den door Mien zoo keurig opgestapelden berg
brandhoutjes, waardoor deze natuurlijk jam
merlijk ineen stortte. Aan lachen geen gebrek.
Gelukkig deed Mientje er zelf ook aan mee.
„Ik ben een wereldreizigerschreeuwde
Ben. „Ik rijd met m'n fordje de heele wereld
door Jaap, geef me nog eens een zetje Uit
den weg, menschen Wie niet voor me opzij
vliegt, rijd ik aan l"
„Daar gaat-ie weerriep Jaap. „Naar de
binnenste binnenlanden van Afrika I"
De meisjes stoven gierend naar den kant
en 3en vloog weer met zijn wagen den zol
der over. Een oude vulkachel stuitte zijn
vaart. „Jó, de Mont Blanclachte Jaap.
i.Kun je niet uitkijken waar je rijdt
„Ik weet watIk weet watriep Eefje
opeens. „Laten wij inlanders zijn, dan is Ben
een blanke wereldreiziger, die we verwelko
men
„Zeker pas zooiets gelezen, hè grinnikte
Jaap. Maar hij had er wel ooren naar. Hij
begon zich verschrikkelijk toe te takelen met
oude, smerige turfzakken, stak een hamer
tusschen zijn broekriem en alsof dit nog niet
genoeg was, ging hij zijn gezicht zwart ma
ken met kolengruis, dat volop in het brand-
stoffenhoekje was te vinden. De meisjes
volgden zijn voorbeeld en in minder dan geen
tijd was er een zwarte volksstam ontstaan,
die met allerlei rare geluiden, welke Afri-
kaansch moesten verbeelden, den blanken
wereldreiziger in zijn auto verwelkomden.
Jaap, als hoofd van den volksstam, sprak
zelfs een heele rede uit en de Afrikaansche
meisjes dansten en boden den reiziger ver-
verschingen aan, die bestonden uit houtjes
en vuurmakers, gestapeld op een roestig
blik. 't Werd een pret van belang. Van een
paar oude doeken werd zoo goed en zoo
kwaad als het ging een tent gemaaktmen
doolde door de uitgestrekte oerwouden, strij
dend op leven en dood met griezelige bees
ten, en hét hoogtepunt werd bereikt toen de
blanke wereldreiziger zich bij den Afrikaan-
schen volksstam liet ilijven. Onder zang en
gejuich werd hij in zakken en allerlei anderen
rommel uitgedost en als teeken van zijn
nieuwe nationaliteit werd hij met kolengruis
ingesmeerd.
„En na dit grootsche feest," sprak Jaap
plechtig, „zullen wij ons te rusten leggen.
Ziet, de sterren ^taan reeds aan den hemel.
Goeia nachta slapia I" besloot hij op z'n
Afrikaansch en met een zucht strekte hij zich
uit op den vloer, zijn hoofd steunend op een
paar turven. De anderen, volgden zijn voor
beeld en weldra heerschte er diepe rust in
't Afrikaansche kamp. Kwam het van ver
moeienis of door de warmte, die er dien
Lentemiddag onder het zonbaschenen dak
hing De heele Afrikaansche volksstam viel
in slaap, echt in slaap Zelfs een paar kwet
terende spreeuwen in de goot, vlak by het
open dakraam, konden hen niet wekken.
Moeder kwam toen eens kijken. Een ->o
diepe stilte vond ze heel verdacht. Maar hoe
verbaasd was ze toen ze op den zolder haar
Onder redactie van TRUUS EYGENHUYSEN.
viertal slapend aantrof en niet alleen slapend,
maar zóó toegetakeld, dat ze nog eens extra
goed moest kijken om zich te vergewissen,
dat het werkelijk haar troepje was. Jaap werd
er wakker van. Hy voelde, „dat een zwart oog
hem bespiedde", vertelde hij later. Hy stootte
nu ook de anderen aan en daarop kreeg moe
der het heele verhaal te hooren. Hy vroeg
haar of zy ook by den Afrikaanschen volks
stam wilde ingelijfd worden. Maar daar be
dankte moeder voor. Ze kon niet uit haar
schoonmaak weg, zei ze.
Ze schrokken opeens van dat woord
„schoonmaak". Ze zouden moeder immers
helpenEn zoo wonderlijk en zwart als ze
er uitzagen, gingen ze met stormachtige haast
aan 't werk. Moeder lachte, dat haar de tra
nen over de wangen rólden. Zoo'n ijverige
volksstam had ze nog nooit gezien
Het prentje in mijn kamer.
In mijn kamer hangt een prentje.
'k Kreeg het eens van tante Jet.
Vader hing het met een spijker
Aan den muur, vlak boven 't bed.
't Stelt een ouderwetsche kamer
Uit heel vroeger jaren voor.
Maar dat klein en oud vertrekje
Is toch heel gezellig, hoor
In een hoekje staat een kastje
Van heel donker, glimmend hout.
Bovenop, daar staat een klokje,
't Lykt wel haast van zuiver goud
Over 't klokje staat een stolpje
Van heel dun, doorschijnend glas.
Moes zegt, dat men op zoo'n klokje
Vroeger o zoo zuinig was.
Aan de muren hangen plaatjes
Van meneeren met een pruik.
Moes zegt heel, héél lang geleden
Wat dit algemeen gebruik.
Ook zie ik nog vele plaatjes
Waar een dametje op staat
Met een wit gepoederd kapsel
En een rozig, lief gelaat.
Tusschen al die prentjes hangt ook
Nog een rekje aan een koord,
't Is een étagère wellicht
Heb j'er al eens van gehoord.
Daarop staan heel kleine dingen
Van fyn zilver en ivoor
Boeltjes, stoeltjes, stoofjes, lampjes...,
'k Zou er graag mee spelen, hoor
Op den voorgrond, bij een tafel,
Zie je nog een stoeltje staan.
Daarin zit een oude dame
Met een hoepelrokje aan.
O zy heeft zoo'n lief gezichtje
En zoo'n vriencL'lyL oogenpaar
En zy draagt een kanten mutsje
Op haar zilverwitte haar.
Na het kijken, als ik inslaap,
Droom ik dikwijls, dat ik zit
By die lieve, oude dame
Met haar haren zilverwit.
'k Ben by haar dan op v' ite
En krüg thee met een beschuit,
En het dametje vertelt me
Een verhaaltje tot besluit 1
Voor de Paaschtafel.
Zaag dit aardige kuikentje uit een dun
plankje hout, waarop je het eerst gecalqueerd
hebt. Hetzelfde doe je met het „voetje",
waarvan de opening in het midden juist zóó
groot moet zyn, dat de pootjes van het kui
kentje er precies in passen. Is het openingetje
wat te groot uitgevallen, dan kun je de
pootjes met een beetje Ujm vastzetten.
Schilder daarna het kuikentje geel en
breng met wat zwarte verf of met Oost-In
dische inkt de scheidingsiyntjes aan.
Enkele van deze kuikentjes zullen met
Pasuhen heel gezellig staan op de gedekte
ontbijttafel.
„Zou Ik weer alle oplossingen goed heb
ben heb je natuurlijk, sinds je vanmorgen
uit je mandje bent gestapt, je afgevraagd.
Ga maar eens gauw kyken. Hier komt het
lijstje
5 goede antwoorden stuurdenNeeltje k
Meijers Nelly Geschiere Willy Schout
Adriana Koole Janneke de Visser Apolonia
van BoekhoutTonny Blanken Anna Goo-
zen Andries BreelPiet de MuijnckAnnie
MullerMarie de WolfC. MercyMarie
Marijs Annie den Burger Jopie Versluijs
Marietje CastelPiet Aarnoutse Jopie Bon-
neveld Een meisje zonder naamNog zoo'n
domoortjeSaartje van der PijlStientje
EondelCato RondelRutgera de Vroom
Jeannette Wijkhuisen Johanna Wijkhuisen
Annie StapelElly MeijndertsFrans van
de Velde Corrie en Louwerina Louws Annie
de Kok Jettie Aspeslagh Jan Wijtenburg
Afke Adema Mattie Nieuwdorp Jozina de
ZwartLevina van Leeuwen Paulien Vroon
land Lous de Bree Jacoba Berg Marietje
van de Velde Koosje CorbynWieza Bek
Gretha de Vries Gretha en Annie Bek Lies
BodbijlGretha Heinsen Annie van Vlaan
deren.
4 goede oplossingen stuurdenFrits Som-
meling Jo van SplunderMientje van
SplunderAdrie en Jo MeermanNelly
Nonnekes Willy Haaze Sjef Óaaze Gerda
Gravers.
3 goede oplossingen stuurdenCorry Ba-
rentsenElza Barentsen.
De oplossingen zyn
1.
w
I
M
I
N
A
M
A
T
2. Theeserviesje.
3. De mond van een rivier.
4. Beer
Raam
Anna
Mouw
Eend
Neen Bramen.
5. Eigen haard is goud waard.
Nieuwe raadsels. De oplossingen moeten
weer uiterlijk Dinsdagavond aan het bureau
van de krant zijn. Op de enveloppe of het
netjes dicht gevouwen briefje moet staan
Aan ons leuk Raadselhoekje, de Vlissingsche
Courant te Vlissingen.
In verband met het Paaschfeest komt er de
volgende week geen „Ons gezellig Brieven-
hoekje", maar in de plaats daarvoor wat
extra Paaschlectuur. Niettemin zal tante
Truus het toch erg plezierig vinden als ze
onder de oplossingen van de nieuwe raad
seltjes een leuk babbeltje aantreft. Zullen we
afspreken, dat ze daarnaar niet vergeefs be
hoeft te zoeken
En nu aan 't werk, waarby natuurlijk het
beste beentje wordt voorgezet
1. Het geheel bestaat uit 7 letters en is een
stad in ons land.
1-4-6-7 is een ontkenning.
3-2-7 levert ons kolen.
5-4-3-6-4-1 is een ander woord voor laag of
leelijk.
2. Zet de létters van ieder groepje afzon
derlijk in de juiste volgorde. De aldus ver
kregen woorden vormen tezamen een spreek
woord.
eWi - takast - etmo - edn - Iba - newacthvre
(Beide ingezonden door Boschviooltje)
3. Welke plaats in ons land kun je ma
ken uit
V-Mo?
(Ingezonden door Jopie Versluys)
4. Vul dit figuur zoo in, dat van links naar
rechts en van boven naar beneden dezelfde
woorden komen te staan.
Ons gezellig
litieoenhoekie
In de le rij een jongensnaam.
In de 2e rij een familielid.
In de 3e ry een speelgoed.
(Ingezonden door Annie Muller)
5. X... is een stad in Duitschland,
is een hemellichaam.
X... is een ander hemellichaam.
X«.« is een vervoermiddel.
X... is een watervogel
X... vindt men aan elk huis.
X-«. is een bergplaats van carton
X... is een meisjesnaam.
X-.. is een groote rivier.
Op de kruisjeslijn komt, van boven naar
beneden gelezen, een stad in ons land te
staan.
(Ingezonden door Fuchslatje.)
Pinksterbloemetje. Heb je soms een een
nieuw jurkje of een nieuw manteltje gekre
gen, dat je nu opeens dit naampje liever
hebt Maar 't is waar, 't is nog niet eens Pink
steren, dus al zou je nieuwe kleertjes hebben,
je zou dan toch nog geen Pinksterbloemetje
zijn. Overigens vind ik het best, hoor, dat je
je herdoopt hebt. Zitten de drie liedjes er al
goed in Want den 28sten April moeten
jullie natuurlijk een goed figuur slaan.
Magda Schneider. Wat zullen jullie ge
noten hebben van dat tochtje Als het mooie
weer blijft aanhouden, zal het vast en zeker
een heerlijke Paaschvacantie worden. Dan
ook nog een mooi rapport er by en het zul
len dagen worden, die je niet licht vergeet.
Zul je me eens schrijven wat voor cyfers je
hebt gekregen?
Hertha Tiele. Hartelijk welkom
Boekhoudstertje. O wat ben ik in myn
schik met dat leuke kiekje 1 Vanavond ga ik
er een mooi plaatsje in mijn album voor
zoeken en ik schrijf er netjes den naam van
ons Boekhoudstertje onder. Staat jullie huis
je er ook op of niet Wat zal dat een lange
tafel zyn geweest toen jullie daar met z'n
veertienen aan zatenEn wat zal moeder
een stapel boterhammen hebben moeten snij
den Maar die zal wel in een ommezientje
verdwenen zyn geweest. Krentenbrood vindt
altijd grage mondjes. Dag Groeten aan
Corrie, Piet en de dikke Jaantje.
Rinaldo. Maar van zoo'n film leer je
toch maar hoe de dieren in de wildernis
leven en dat is heel belangrijk. Ik houd daar
veel meer van dan van films, waarin op de
dieren jacht wordt gemaakt. Dat er één
neushoorn werd doodgeschoten vind ik al
meer dan genoeg. Wat zal dat een aardig
silhouetje zijn geworden Ik denk, dat er
heel wat kinderen blijven staan om er naar te
kijken. „Lijkt het hondje soms op mij
vraagt Prins.
Dineke Beun. Je bent hartelyk welkom
en tante Truus is heel nieuwsgierig naar je
knapheid. Volgende week krijg ik dus zeker
ook de oplossingen van de raadsels van je te
zien, is 't niet O wat een leelyke vallerij
Hoe kwam dat nu 'k Hoop dat je lip weer
een gewone lip is en geen neiging meer heeft
om op een kaatsballetje te lyken.
Zangeresje. Weineen, hoe kort. je er bij
Ook met regen kan het nu buiten prachtig
zijn. Let maar eens op, 't is alsof het de
boomknopjes wakker maakt en de plantjes
uit de aarde trekt. Zonder regen krijgen we
geen zomerweelde. De zon alleen is heusch
niet by machte ons een overvloed van bloe
men en groen te schenken. Veel plezier
15den AprilDan is Zangeresje natuurlijk in
haar element.
Carole Lombard. Van harte welkom
Fijn, dat je meteen de oplossingen hebt in
gestuurd. Als je je best hebt gedaan om ook
nummer 4 en 5 op te lossen, vind ik het
heelemaal niet erg, dat je er de antwoorden
niet van hebt gestuurd. Méér dan je uiterste
best kun je niet doen. Maar zul je nu de op
lossingen in de krant eens bestudeeren
Want daar leer je ook van. En samen met
zus lykt me dat wel een prettig werkje. Dag
Corry Barentsen. Hartelyk welkom
Een Annie Ondra hebben we al. Ze doet wel
niet geregeld mee, maar 't lijkt me toch aar
diger wanneer we niet dadelyk haar naampje
in beslag nemen. Probeer eens een ander te
vinden. Er is nog keuze genoeg. Je hebt ge
lijk, Amsterdam is een heel drukke stad,
maar ze is daarom toch wel mooi, hoor.
Vooral de oude gedeelten zijn prachtig. Som
migen vinden juist de nieuwe buurten het
mooist, maar ik zwerf liever een beetje over
de grachten met hun statige boomen en hun
huizen met oude geveltjes. Prins geeft je een
pootje. Hij vindt 't leuk, dat je zoo veel van
hem. en zijn soortgenootjes houdt.
Dolly Haas. Veel plezier vanavond en
nemen jullie je nu allebei voor, dat jullie niet
zullen lachen als daartoe geen reden is. Dat
hindert anderen en 't staat bovendien niet
behoorlyk. Dus als jullie de zaal instappen,
dan zeggen jullie „Weg lach 1". Maar als er
iets leuks op het tooneel gebeurt en als er
grapjes worden gemaakt, die voor alle be
zoekers zijn bestemd, dan zeggen jullie gauw
„Kom maar weer terug lachFijn, dat ;'e
bent overgegaanWel gefeliciteerd.
Lijstertje. Wat vertel je me daar Komt
moeder nooit buiten Hè, is dat schrikken
Dan is moeder bepaald niet heelemaal ge
zond. Nu zal Lystertje wel vaak bloemetjes
voor haar meebrengen, die ze op de wande
ling heeft geplukt, en haar heelt verhalen
doen over wat ze heeft gezien, over de boo
men die al blaadjes krygen, over het gras dat
al groen wordt en over de lammetjes die van
die grappige sprongen en buitelingen maken.
Is het zoo niet Dag LijstertjeDag lieve
moeder
Professor. Na Paschen komt er weer een
vervolgverhaal. Is Professor nu tevreden
Waarover het gaat, verklap ik nog niet, hoor.
Dat zou, dunkt me, ook niet aardig voor je
zijn. Fons kan nog een mooi tijdje bij
jullie blyven en ik denk, dat je nog wel
heel wat wandelingetjes met hem zult ma
ken. Mag de kleine Nettie ook mee of zijn
voor die tochten haar beentjes nog niet flink
genoeg Ja zeker, we hebben Zondag een
prettig dagje gehad. Erg druk, maar dat hoort
er zoo by, hè
^llllll!!flHIIIIII]|||||||||lllllllll!lllllll||||||[II|[|||!||||||||||||||[||||||||||]|||||l|||||||||||||[||||[[i[|||||||||i||||||||||||||i|||i|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||iii|||||||||||||i||i[i!||||||||||||||!||i'
Prins Pe-ter.
Er was eens een prins. Hij heet-te Pe-ter. Zijn va-'der en
moe-der hiel-den veel van hem. Maar al-len die hem ver-der
ken-den niet. Dat lie-ten zij niet mer-ken. Maar de prins voel-de
1 het wel. Hij vond dit niet pret-tig. Daar-om ging hij naar de elf-jes.
Elf-jes wis-ten voor al-le din-gen raad vond hij.
„Lief elf-je, waar-om houdt nie-mand an-ders van mij dan mijn
va-der en mijn moe-der vroeg hij.
Het elf-je keek hem aan. „Het is om-dat je iets mist," sprak zij.
„Zeg mij dan wat het is. Ik zal het mijn va-der vra-gen. Hij is
ko-ning en kan mij al-les ge-ven."
„Nie-mand kan het je ge-ven. Je moet het zelf zoe-ken."
„Waar moet ik het dan zoe-ken
„Trek de wereld in," zei het elf-je. „Daar kun je het vin-den."
Prins Pe-ter trok de we-reld in. Daar merk-te hij dat ie-der veel
1 van de bloe-men hield. En op een dag vroeg hij aan een roos
„Waar-om houd ie-der zoo van je
„Om-dat ik vreug-de breng met mijn geur en kleur," zei de roos.
1 Toen vroeg de prins aan een vo-gel: „Waar-om houdt ie-der
zoo van je
„Om-dat ik vreug-de breng met mijn ge-zang," zei de vo-gel.
Toen vroeg de prins aan de zon „Waar-om houdt ie-der zoo
van je
„Om-dat ik warm-te en vreug-de breng met mijn gloed,"
zei de zon.
De prins ging zit-ten pein-zen. De bloe-men en de vo-gels en
de zon ga-ven vreug-de. Daar-om hield ie-der zoo van ze. En
1 wat gaf hij
Niets
Niets
Neen niets. Hij vroeg al-les. Maar zelf iets ge-ven deed hij nooit.
Nooit hielp hij ie-mand. Nooit zong hij voor ie-mand een lied-je.
Nooit was hij eens lief. Nooit gaf hij eens vreug-de. Bij al-le din-
I gen zei hij„Neen ik doe het nietof „Neen ik wil het niet
1 Nu wist hij wat hij mis-te. Nu wist hij waar-om men niet van
hem hield.
Maar van nu af aan werd dit an-ders. Hij zou nu niet al-leen
meer vra-gen. Hij zou ook ge-ven. Hij zou lief zijn. Hij zou vreug-
de bren-gen. Hij zou hei-pen waar hij kon.
Nu ook vlug naar huis te-rug
Wat was ie-der ver-baasd die den prins zagZoo lief had
nie-mand hem nog ge-zien. En het was maar niet voor e-ven.
I Neen, de prins bleef al-tijd aar-dig en be-reid tot hei-pen,
I Zoo ging toen ie-der van prins Pe ter hou-den.