EMA
NEMER
avond
TWEEDE BLAD
KRUISES".
srband" (U.AJ
NEVER
BRIEVEN UIT DE HOFSTAD
FEUILLETON
DE BEKER VAN KONINGIN
ELIZABETH.
STADS- EN PROVINCIENIEUWS
Uit de Vlissingsche Courant
van vóór 50 jaar.
Firma j. I VAN DER LINDE ZONEN
uur in de Oioote
i vormde Gemeente.
OP ZEGEN",
van de
Weg.
/aarheid.
worden voor de
lamenkomst belegt.
15
N,
>0
>0
O
SSINGEN
JELBURG
JDIGE M. T. S.
/ENDIJK 5a
NEWOU D 5
per pakje
rk.
glaasje.
4 If) (excl.
u kruik)
11 e slijterijen.
lekend merk
alle café's
K-
Zaterdag 8 April 1933. No. 84.
Een musicus op reis. Winkel-
sluiting. Spoorwegen.
Het is geen alledaagsche gebeurtenis, dat
een geheel museum eens elders ten toon
gesteld wordt. Dat zal eens geschieden met
het beroemde muziek-museum dat door dr.
Scheurleer is bijeengebracht. Men herinnert
zich, dat alle moeite wordt gedaan een ver
koop en dus ongetwijfeld ineenstorting van
deze kostbare verzamelingen te voorkomen
nu die verkoop ten gevolge van de krach der
financieele zaken van de eigenaars noodig zou
kunnen worden.
Er is toen een speciale 'Commissie uit zeer
vele belangrijke personen bestaande, bijeen
gekomen om over het behoud te beraadsla
gen. Het is natuurlijk voor alles een geld
kwestie en het treft natuurlijk in dezen tijd
heel moeilijk om voor een doel als dit geld
los te krijgen. Echter heeft men de zaak met
alle kracht aangepakt en het is een daad van
beteekenis dat men niet geaarzeld heeft het
geheele museum voor eenigen tijd naar
Amsterdam over te brengen, ten einde daar
de belangstelling ervoor en naar men hoopt
meer geld te winnen. Het kan niet anders of
dit moet baten.
Het is alleszins te hopen, dat het gelukt
om dit museum te behouden. Het zou een
onherstelbaar verlies zijn indien het ver
dween uit ons land of weer uiteen viel. Mae-
cenissen zijn er niet veel meer, maar als er
nog eens één te vinden ware, die dit mu
seum redde, dan zou hij daarmede een zeer
goed werk doen.
Het eerste tornen aan de winkelsluiting is
begonnen. Den Haag wacht niet eens op een
algemeene herziening der rijkswet, maar zal
haar verordening, die daarop gebaseerd is,
uit zetten voornamelijk met het oog op
Scheveningen. Het was ook door het dolle
heen, dat in de badplaats 's avonds de win
kels juist op dat uur gesloten moeten wor
den wanneer de drukte begon.
Natuurlijk had men daar motieven voor,
want de makers der verordeningen hebben
altijd motieven, al zijn ze gefantaseerd en
juist daarom voor bestrijding niet vatbaar.
Aan den boulevard zijn een aantal winkel
tjes, die alleen gedurende de zomermaanden
geopend zijn. Laat men deze 's avonds om
acht uur, als alle andere winkels gesloten
zijn, open, dan concurreeren zij tegen die
winkels, die dicht zijn. Aldus de redenatie
van den winkelsluitenden wetten-fabrikant.
Dat lijkt .aardig, maar consequent zou zijn
dan heelemaal geen winkels toe te laten die
van de omstandigheid profiteeren dat daar
aan de boulevard's zomers veel menschen
flaneeren-
Het zijn voor het overgroote deel Hage
naars, zegt de wettenfabrikant, die daar
wandelen en dus zouden die dé,ar kunnen
koopen, terwijl de Haagsche winkels dicht
zijn. Maar dat zelfde geldt voor iedere ver-
koop-gelegenheid, die zich aanpast bij het
publiek.
Als deze winkels mogen open blijven, dan
moet heel Scheveningen in dat voorrecht
deelen, aldus is men plotseling gaan rede
neeren, een betoog dat alweer niet logisch is,
want een groot deel van die Scheveningsche
winkels hebben van het op den boulevard
flaneerend publiek niets te wachten. Thans
wordt plotseling voorgesteld voor heel Sche
veningen gedurende het badseizoen het slui
tingsuur op tien uur te stellen. Dat geeft
natuurlijk straks weer last met andere za
ken, die zich daardoor benadeeld gevoelen.
Hiermede wordt alleen maar geïllustreerd,
dat het ingrijpen der overheid hier altijd
onbillijkheden moet scheppen.
Zoolang het winkel-bedrijf onbeperkt zijn
gang kan gaan en ieder mensch een winkel
Naar het Engelsch van FERGUS HUME,
34)
„Niet zoo scherp, als u denkt' Maar toen
ik Julia vroeg, waarom ze het armbandje
niet droeg, vertelde ze me, dat ze het aan
iu gegeven had."
„Ik wilde het heusch niet hebben, her
nam juffrouw Baxter op verontschuldigenden
toon, „en ik heb uitdrukkelijk gezegd, dat
ze een cadeau niet mocht weg geven. Maar
ze was zóó teleurgesteld door mijn weigering
ciat ik beloofde, hem een tijdje te zullen
«ragen Arme Julia", voegde ze er aan toe,
terwijl ze het sieraad omdraaide, „ze krijgt
hem geschonden terug. Ik heb er een steen
van verloren."
Het was, zooals ze zei. Aan den armband
hingen drie dunne, gouden kettinkjesaan
twee ervan hing een turkoois, aan het derde
mankeerde de steen.
„Hoe hebt u hem verloren?" vroeg Fan-
shaw, terwijl hij zich met kloppend hart
vooroverboog, want als de gouvernante haar
verlies zoo rustig bekende, was het niet
waarschijnlijk, dat ze iets van de misdaad
wist. Anders zou ze toch wel een middel
hebben gezocht om het zoekraken van den
steen verborgen te doen blijven, overwoog
fry sn_eL
Oud-Vlissingen
De achterzijde van eenige straten onzer oude binnenstadgezien vanuit een der vensters van de Avondschool voor Nijverheidsonderwijs.
kan opzetten, noodig of niet noodig, is het
een ongeordende boel en kan de overheid er
heusch geen orde in brengen. Men wil
eenerzijds het particulier initiatief in niets
tegen werken, maar anderzijds legt men hec
moeilijkheden in den weg. Alleen zoodra de
Staat zelf gaat exploiteeren, dan trapt z\j
alle particulier initiatief in den hoek, omdat
hij nooit in staat is concurrentie vol te
houden.
Dezer dagen reed door Den Haag een
reclame-wagen van de Nederlandsche Spoor
wegen om de aandacht van het publiek te
vestigen op de met ingang van 1 April in
werking getreden tariefsverlaging. Het is
inderdaad heel ver gekomen met onze spoor
wegen dat zij op die wijze reclame moeten
maken. Waar zijn de groote allures gebleven,
ae tijden van oppermacht der spoorwegen
Met een lawaaierig reclame-bord reed een
auto door de straten. Denkt men, dat het
publiek meer gaat reizen omdat het iets
goedkooper is? Wij gelooven er niets van.
Hier en daar zal het misschien een vleugje
geven, maar de oorzaak van den achteruit
gang ligt elders dan in de prijzen.
Wat die prijzen betreft is het voor ons al
tijd onbegrijpelijk dat men het buurt-ver-
keer-stelsel niet uitbreidt tot een algemeen
één- of tweedaagsstelsel. Wie een week langs
wegbiyft heeft meer profijt van het vervoer
dan iemand die één of twee dagen uit is.
Juist tegen de kosten ziet men het meest op
als het slechts een uitstapje van korten duur
is. Zoo'n dagje wordt zoo duur door de reis.
Het eigenaardige psychologische is, dat men
de reiskosten altijd berekend over het aan
tal dagen, dat men uitblijft. Om een weekje
te logeeren daar heeft men wel vijf of zes
gulden voor over aan reiskosten, maar om nu
eens een Zaterdag en een Zondag uit te
gaan, daarvoor wordt het te duur.
Overal in het buitenland heeft men dit
begrepen en zijn er week-end-tarieven. In
Nederland staan ethische motieven een der
gelijk commercieel belang in den weg. Dan
moet men ook maar hebben wat er by staat.
Het is ongelooflijk zooals het auto-verkeer
toeneemt ten nadeele van het spoor-vervoer.
Dagelijks ziet men nu al de reuzen-bussen
„Dat weet ik werkelijk niet. Hy moet er
op de een of andere manier afgevallen zijn
de steenen zitten tamelijk los. Ik wilde, dat
ik er maar een andere voor in de plaats kon
krygen; ik vind het vervelend om het kind
den armband geschonden terug te geven."
„Misschien kan ik u wel een turkoois be
zorgen", zei Fanshaw met voorgewende
luchthartigheid. „Ik geloof, dat ik er een
paar heb met diezelfde gouden Arabische
letterteekens. Wanneer merkte u, dat u den
steen kwyt was, juffrouw Baxter?"
„Julia maakte my er opmerkzaam op, toen
ik haai' en Julius weghaalde van Tollhurst's
huisje op den morgen na den moord.
„O", kwam het over de lippen van den
jonker en hy leunde met een voldane uit
drukking op het gezicht achterover in zyn
stoel. Enkele oogenblikken zei hy niets, ter
wijl Anita, die blijkbaar weinig lust tot
praten had, weer in het vuur staarde. Hij
was er nu zeker van, dat juffrouw Baxter
persoonlijk niets te maken had met het ver
dwijnen van den beker of met den moord,
daar ze niet alleen met absolute onbevan
genheid over het verlies van den turkoois
sprak, maar ook den ochtend na het plegen
van het misdrijf zonder de minste aarze
ling den tijd opgaf, dat ze de vermissing
bemerkt had. Toch zette hij zyn ondervra
ging voort, nieuwsgierig als hy nog steeds
was, waarom ze er zoo bedrukt uitzag en zoo
stil was.
Behoedzaam trachtte hy haar aan het
spreken te krygen,
„Ik vermoed, dat deze moord het onheil
door Den Haag rijden, die van heinde en ver
voor het een of ander doel een tocht naar
Den Haag maken. Als straks de bollen
velden weer aan de beurt komen, dan is er
weer een optocht van bussen en de spoor
wegen kunnen toekijken. Waar het op den
duur heen moet kan niemand voorspellen,
maar dat het naar een oplossing moet is
onvermijdelijk, want anders legt de spoor
trein het even goed af als de vele tramme
tjes, die thans reeds zieltogen en op ape
gapen liggen.
Het gaat bij deze concurrentie niet in de
eerste plaats om een paar dubbeltjes, het
gaat om het gemakkelijke en zelfs al zyn de
Lussen verre van comfortabel, zij krygen om
vele andere redenen van gemak toch de
voorkeur.
Daar helpt geen reclame-wagentje aan
EIBER.
Jaarverslag der V.R.W., afdeeling Vlissingen,
over 1932.
Woensdag 11. hield d« Vereeniging Rywiel-
pad „Walcheren" afdeeling Vlissingen, haar
algemeene jaarvergadering in Grand Hotel
Britannia.
Na opening der vergadering door den
voorzitter, wei-den de notulen van de vorige
jaarvergadering voorgelezen en onveranderd
goedgekeurd.
Hierna bracht de secretaris verslag uit over
het jaar 1932, waaraan het volgende is ont
leend
Een loterij, gehouden ten bate van het
rijwielpad, werd een groot succes en kon
hiervan nëtto f 256.85 afgedragen worden
aan den secretaris-penningmeester van het
hoofdbestuur. Dank werd gebracht aan allen
die deze loterij mogelijk hebben gemaakt.
Een feestavond, georganiseerd met het
doel de leden ook in de wintermaanden niet
van de vereeniging te doen vervreemden,
slaagde in alle opzichten.
Dankbaar was het bestuur voor het succes,
is, dat u voorvoelde, toen we samen uit de
kerk kwamen, nèt vóór de ruzie tusschen
mijn neef Richard en Thomas. Weet u nog
wel?" vraagde hij.
„Ja", antwoordde Anita, een zijdelingschen
blik op hem werpend om daarna weer in het
vuur te staren„we zyn nu midden in dik
ke, zware wolken. Ik voel ze aan alle kan
ten. Merkt er niets van
„Neen", verklaarde de jonge man naar
waarheid. „Ik heb geen Schotsch bloed in
mijn aderen, zooals u en mis dus het zintuig
voor dergelijke bovennatuurlijke waarne
mingen, dat vele Schotten bezitten, zooals
men zegt. Het eenige, dat ik u zeggen kan,
is, dat u w leed myn leed is."
Wéér liet Anita even haar oogen op zyn
ernstig gelaat rusten en haar eigen gezicht
verried een emotie, die ze slechts met moeite
kon beheerschen.
„Maar zegt u my", vervolgde Lionel, na
een nieuw moment van stilte, „ziet u geen
gouden schijnsel in die dichte duisternis?"
„Neen", klonk het met een diepen zucht,
„alles is pikzwart, dreigend".
„Dan moet er een rozig licht door het
donker gaan schijnen."
„Waarom
„Omdat het de kleur van de liefde is."
„Van de liefde, meneer Fanshaw?"
„Anita I" Zacht nam hy haar hand en
glipte van zijn stoel op het lage bankje
naast haar. „Je wéét het immers.... I"
„Meneer Fanshaw". stamelde het meisje,
„ik begrijp heusch niet...."
Jawel, Anita, je begrijpt het wel. Al we»
dat de avond, gegeven ten bate van het
plaatselijk crisis-comité, bracht. Aan den
penningmeester van genoemd comité kon
f 211.08 ter hand gesteld worden. Alle mede
werkers (stens) aan dien avond zegt het be
stuur dank.
Namens de afdeeling Vlissingen wend op de
algemeene vergadering van het hoofdbestuur
het verzoek gedaan, of het in de toekomst
niet mogelijk is, bakfietsen en meer derge
lijke verkeersbelemmerende voertuigen van
het pad te weren, althans strenger hiertegen
op te treden. Tevens bleek ons, dat eenige
bestuurders van deze vervoermiddelen zelfs
niet eens lid zijn van onze vereeniging. Hoe
wel nog niet wettelijk geregeld, werd de toe
zegging gedaan, dat hierop zoo streng moge
lijk zal worden gelet. Verder zal speciaal toe
zicht gehouden worden op de regels van den
weg, teneinde geen wantoestanden op het rij
wielpad te krijgen.
Het is natuurlijk een eerste vereischte, dat
alle leden en gebruikers van het pad zooveel
mogelijk hun medewerking hiertoe verleenen.
In Mei viel ons de eer te beurt, als ont
vangende afdeeling op te mogen treden tij
dens het congres van rijwielpadvereenigingen
in Nederland, hetwelk gehouden werd op 19,
20 en 21 Mei in het Grand Hotel Britannia.
Het deed ons genoegen, dat alle deelne
mers unaniem verklaarden, dat het rywiel-
pad „Walcheren" een van de mooist gelegen
paden in Nederland is.
Een door ons georganiseerde wegwedstrijd
kon door diverse omstandigheden geen door
gang vinden.
Als slot van het seizoen 1932 hebben wij
den leden nog een Beierschen avond aange
boden, welke, gezien de groote belangstelling,
zeer in den smaak is gevallen.
Tijdens de zomermaanden had weder een
geregelde controle op het pad plaats, met het
doel nieuwe leden te verkrijgen.
Het aantal leden der afdeeling bedroeg op
31 December 1932 1720, tegen 1868 leden op
31 December 1931. Deze kleine teruggang
moet gezocht worden in de tijdsomstandighe
den, daar by een dergelijk groot aantal leden
het niet anders kan, of een groot deel hier
van is min of meer door do huidige crisis ge-
kenlang heb ik myn gevoelens niet kunnen
verbergen. Je moet het weten. Kijk my
recht in de oogen en ontken dan, dat je het
weet.
Anita trachtte zijn blik uitdagend te ont
moeten, maar wat ze in zijn oogen zag, ont
roerde haar tot in het diepst van haar ziel
en ze bedekte haar gezicht met de handen.
„Het is onmogelijk, onmogelijk
„Dat dacht ik ook, totdat ik jou zag", zei
Fanshaw zacht.
„Wat dacht u vroeg Anita met ver
stikte stem.
„Dat liefde op het eerste gezicht onmoge
lijk was. Dat bedoelde je toch ook niet
„Neen", zei ze met trillende stem, ,4k
bedoel, dat liefde tusschen óns onmogelijk is."
De jonker lachte.
„Nonsens", weerde hy af, op den gerusten
toon van een man, die de eerste weigering
van een meisje allerminst als haar definitief
antwoord beschouwt. „De stem van myn
hart zegt mij, dat wij voor elkander bestemd
zyn, en even zeker, als ik dat weet, weet ik
ook, dat jy voor my hetzelfde moet voelen
als ik voor jou. Is het niet zoo, liefste
„Ik mag u heel graag", bekende Anita
fluisterend.
„Je houdt van me, bedoel je. Dat kun je
toch niet ontkennen
„Ik.... o, neen, och, het is allemaal onzin.
Als ik nu eens „neen" zeg?"
Echte vrouw, als ze was, was Anita een
beetje geprikkeld door zyn triumfantelijke
zelfverzekerdheid. „U neemt maar by voor
baat als vaststaand aan, dat ik uw gevoelens
14e week 1883.
Met een extra trein zijn hier uit 's-Gra-
venhage aangekomen H.H. M.M. de koning
en de koningin met de jeugdige prinses Wil-
helmina, om met het raderstoomschip „De
Valk" naar Engeland over te steken. De vor
stelijke personen werden verwelkomd door
den Commissaris des Konings, den burge
meester van Vlissingen en den garnizoens
commandant.
Over de pontonbrug werd naar „De Valk"
gewandeld, welken bodem zij onder het slaan
van den parademarsch en onder luide hoera's
van de saamgestroomde menigte, betraden
Herhaalde malen vertoonde zich de koning en
de koningin op de brug. Ook de jeugdige
prinses, door de koningin op de armen ge
nomen, groette op kinderlijke wijze de op
eengepakte massa aan den wal.
Na nog geruimen tijd zich met den com
mandant van „De Valk" onderhouden te
hebben, werd tegen half 6 het sein tot vertrek
gegeven en onder begunstiging van het
schoonste weer en een kalme zee werd de reis
aangevangen. Den volgenden morgen acht
uur werd na een zeer voorspoedige reis
Queenborough bereikt.
Op 7 April is van de werf der Kon. Mij. „de
Schelde" met goed gevolg te water gelaten
het stoomschip „Batavia", voor rekening van
den Rotterdamschen Lloyd. De lengte van
het schip bedraagt niet minder dan 95 M.,
net is 10 M. breed en 8 /4 M. diep.
De laatste beletselen werden weggenomen
door mej. C. J. Buteux.
Onmiddellijk na het afloopen werden aan
stalten gemaakt voor het leggen van de kiel
voor het nieuw te bouwen stoomschip „Soera-
baya".
Bij de uitbetaling van het weekloon werd
aan ieder der werklieden als geschenk van
den heer Buteux een halve flesch wijn en
een keurige koek geschonkende jongens
ontvingen alleen het laatste.
Vanwege de maatschappij werd terwijl
men reeds te 3 uur de werf afluidde het
volle daggeld uitbetaald.
Een inzender, die zich L. teekent, dichtte
in hetzelfde nummer der „Vlissingsche Cou
rant"
Mij dunkt er is reden,
Een stukje te plaatsen in 't nummer van heden,
Want, werd ook al menig gevaarte gebouwd,
Iets, zóó kolossaals werd hier nimmer aanschouwd
Marine liet vroeger ,,de Schelde" liet later
Fregatten en schoeners of stoomers te water,
Maar wat men ook bouwde van ijzer of hout,
Iets zoo kolossaals werd hier nimmer aanschouwd I
Al kent men het schouwspel van vroeger of later,
Nog nimmer ging hier zóó'n kolossus te water.
Als proeve van kunde, volharding,en vlijt,
Gebouwd tot in 't kleinste naar eisch van den tijd,
In lijnen en vormen geheel naar de mode,
Van stapel gegaan naar de nieuwste methode.
Een blijk van waardeering in 't slagen van 't feit,
Zij door deze regels, ,,de Schelde" gewijd.
I
In de jaarlijksche vergadering van heb
Leesmuseum werd in plaats van den heer
Harte tot bestuurslid gekozen de heer J. W.
Stevens, zoodat de directie thans bestaat uit
de heeren Dyserinck, Th. C. Dommisse, J. H.
Geselschap, M. Pot en J. W. Stevens. Sedert de
stichting van het museum, nu twee jaar ge
leden, werden 5000 boeken uitgeleend. Het
aantal leden steeg van 75 tot 88.
Walstr. 98. Vlissingen
Niet wij alleen zeggen dat ons
brood zoo goed is, onze cliënten
zeggen het met ons.
Vraagt U eens eenige PROEFBROODJES.
troffen. Er wordt evenwel op het ingeslagen
pad voortgegaan en hopen wij, indien de tij
den wat veranderen, in het volgend jaarver
slag melding te kunnen maken, dat onze-
afdeeling de 2000 leden heeft overschreden.
Ook dit jaar gaf de heer Louwerse, secre
taris-penningmeester van het hoofdbestuur
beantwoord", riep ze weerbarstig.
„Ik neem als vaststaand aan, dat ik je zal
helpen en met je trouwen."
„Mij helpen herhaalde het meisje ver
schrikt. „Waarmee
„Dat weet ik op het moment nog niet
precies. Ik zou zeggen in de moeilijkheden,
die je op het oogenblik hebt."
„Hoe weet u, dat ik moeilijkheden heb
protesteerde ze.
„Je zei immers, dat er overal om je heen
donkere wolken waren
„Ik sprak in het algemeen."
„Toch komt het me voor, dat die sombere
opmerking van daarnet ook wel op je eigen
omstandigheden betrekking heeft", hield de
jonker vol. „Waarom zie je er anders zoo
betrokken en bleek uit
„Mijn vader gaat naar Guatemala", deelde
Anita aarzelend mede.
„O", mompelde de jonker en zweeg.
„Gelooftu mo niet?" vroeg ze geprikkeld.
„Zeker wel. Je houdt van je vader en het
doet je verdriet, dat hij weggaat. Dat is heel
natuurlijk. Nu, sta mij dan toe, je dan als
echtgenoot het verlies van je vader te ver
goeden. Ik ben toch altijd beter dan niets."
Anita beet zich op de lippen. Ze keek naar
zijn knap gezicht, dat een volmaakt ernstige
uitdrukking had en desondanks vroeg ze zich
af, of hij werkelijk meende, wat hij zei en of
hij er geen vermoeden van had, dat er tus
schen haar vader en haarzelf geen spoor van
genegenheid bestond.
.(Wordt vervolgd.).