Vlissingsche Courant
ir
VIERDE BLAD
BRIEVEN UIT BELG1E
van de
van
Zaterdag 8 April 1933. No. 84.
vervolg
I,
EEN OPENBARE MEENING
INZAKE VOLKENBONDS
VRAAGSTUKKEN.
Men kan terzake van den Volkenbond,
Nederland splitsen in twee deelen. Het eene
,.weet het allang" van den Volkenbond is
niets te verwachten, nooit iets te verwachten
geweestvandaar, dat dit deel zich nooit de
moeite heeft getroost om eenig geschrift te
raadplegen, waardoor wezen, beteekenis en
arbeid van den Volkenbond naderbij worden
gebracht. Het andere deel heeft van den
Volkenbond grooter of kleiner verwachtin
gen gehad de beteekenis van zijne oprich
ting beseft. Sommigen van dit deel zijn
hoopvoller gestemd dan anderensommigen
gelooven volkomen in de mogelijkheid van
het bereiken van het doelanderen zien de
verrichtingen van den Volkenbond met het
cog slechts van den tijdgenoot en meten
daarnaar hunne teleurstellingen.
Ten aanzien van den Volkenbond geldt,
gelijk van alle dingen, dat men, om hem te
begrijpen, hem moet kennen. En, als hier
boven gezegd, het niet wetende deel ook in
ons land is zooveel grooter dan het wel,
althans ten deele wetende deel. Velen van
ae eerste groep verschuilen zich achter het
motief, dat voor den Volkenbond slechts de
groote landen van beteekenis zijn, en dat de
kleine toch het toekijken hebben. Dat Js
niet juist. In de aangelegenheid tusschen
China en Japan, die geëindigd is met de
vcroordeeling, kort en goed, van het Japan-
sche standpunt, is gebleken, dat de kleine
staten wel degelijk invloed ten goede kunnen
ontwikkelen. Afgescheiden daarvan is inden
Volkenbond, waar de gelijkheid der staten
langzame vorderingen maakt, voldoende
plaats voor argument en overtuiging. Neen,
er is wel degelijk werk voor de kleine staten,
maar slechts dan, wanneer hunne vertegen
woordigers zich gedragen gevoelen door een
overtuiging. En nu heeft geen enkele Neder
landsche delegatie, die op een assemblée of
eenige conferentie van den Volkenbond aan
wezig is geweest, over scherpe critiek van de
eigen landgenooten te klagen gehad, maar
dit spruit misschien minder uit instemming
dan wel uit onverschilligheid voort.
Vorming van een openbare meening om
trent de voornaamste Volkenbondsvraagstuk
ken is daarom zoozeer noodig. Het groote
publiek hoort van problemen als liggen op
gesloten in het sanctie-vraagstukin wijzi
ging van art. 19 in dien zin, dat herziening
van verdragen niet door den tegenstand van
één land kan worden gebroken aanpassing
van het Grondverdrag van den Volkenbond
bij het Kellogg-pact en wat dies meer zij
Soms leest men er een artikel over. Maar
een eigenlijk openbare meening op dit stuk
i? er niet. Niet bij de groote massa, niet bij
de politieke partijenniet bij eenige orga
nisatie. geroepen om in dit opzicht van voor
lichting te dienen.
Daarom lijkt het juist gezien van de „Ver-
eeniging voor Volkenbond en Vrede", die
zich ook hier voor alles een Volkenbonds-
vereeniging toont, dat zij hare afdeelingen,
en door middel van deze afdeelingen hare
leden tracht te' „documenteeren". Van den
arbeid te Genève worden objectieve overzich
ten, die rechtstreeks uit Genève komen,
rondgezondencommissiën werden ingesteld
teneinde tal van vraagstukken op Volken-
bondsgebied te bestudeeren en de rapporten
daarvan worden in den kring der Vereeni-
ging verspreid. De verslagen, die de Neder-
landsche delegaties op de Assemblée en op
belangrijke conferenties uitbrengen, worden
onder de oogen van de afdeelingen der ver-
eeniging gebracht. En deze beginnen den
juisten weg te leeren kennen teneinde den
inhoud van die stukken met de leden te be
spreken. Natuurlijk mag niet worden ver
wacht, dat alle leden zich daarvoor interes
seeren. Maar, indien er in de verschillende
groote en kleine plaatsen een kern is, die
zulk een documentatie-arbeid ter hand
neemt, dan wordt er reeds veel bereikt. Een
cursus, waarin een klein aantal wel-onder
legden wordt gevormd, kan soms meer ten
goede uitwerken dan een enkele lezing,
waarbij honderden zijn aanwezig geweest.
VAN AMSTEL EN IJ.
Joodsche vluchtelingen. Gast
vrijheid traditioneel. De hul-p-actie.
Prof. D. Cohen. Onzuivere
stemming inzake kalkverbod.
Operaplannen en sportpaleis.
Duitsch-Nederlandsche militairen te
Amersfoort.
„Nederland blijft zijn reputatie als klassiek
land der vrijheid en gastvrijheid nog altijd
hoog te houden" zei ons in het tijdelijk
asyl waar hij een bezoek bracht een
voornaam Joodsch industrieel uit Duitsch-
land, en de dankbare blikken om ons heen
waren een bevestiging van dit vleiend ge
tuigenis.
Na de neger-invasie te Amsterdam, die se
dert Januari geleidelijk verloopt, en de komst
der duizenden pinda-Chineezen, die hier al
aardig ingeburgerd zijn en aan geen heen
gaan denken, volgt thans de stroom van Jood
sche vluchtelingen, beducht voor de „conse
quenties" nieman 1 spreekt meer van gru
welen van het Hitler-systeem.
Er wordt hier van Joodsche zijde, met den
krachtigen steun van niet-Joden, al het mo
gelijke gedaan om deze menschen tijdelijk
onder dak te brengen en eenige afleiding te-
bezorgen na doorstanen angst en ontbering.
Mannen en vrouwen toonden ons hun
doorgelcopen voeten, na 10 uren en zelfs véél
langer geloopen te hebben om de Duitsche
grens op minder streng bewaakte punten te
bereiken.
Zij bleken ons van den economischen toe
stand hier te lande voldoende op de hoogte-
om te beseffen, dat hun verblijf in Neder
land slechts zeer tijdelijk kan zijn. Trouwens,
ook hün belang brengt het mee, de steden of
dorpen in Duitschland die ze verlieten en
waar ze een bestaan vonden, weer op te zoe
ken. Zoodra nl. de vervolgingswaanzin, die
gelukkig niet de algemeene sympathie heeft,
heeft opgehouden.
't Is zeker opmerkelijk, dat oudtijds een
soortgelijke invasie van Portugeesche Joden
te Amsterdam heeft plaats gehad. Ook toen
bevonden zich onder deze vluchtelingen in-
tellectueelen en gefortuneerden. Zij bleven
hier pertinent gevestigd, stichtten him eigen
fraaie synagoge het thans nog bestaande
bedehuis aan het Waterlooplein hun
oudelieden- en weezentehuizen en andere
nuttige instellingen. Deze Portugeesche Joden
hebben onnoemelijk veel bijgedragen tot den
bloei en de welvaart van Amsterdam, Naast
den bekenden heer Assoher, eigenaar van da
beroemde diamantfabriek, beijvert zich in
het bijzonder voor de Joodsche vluchtelingen
professor dr. D. Oohen, secretaris van het
Amsterdamsche hulpcomité.
De heer Cohen heeft op dit terrein zyn
sporen reeds lang verdiend.
Wij herinneren ons nog uit onzen jongens
tijd, wanneer we in het vriendelijke Deventer
de door Cohen geboden ververschingen ach
terdochtig afwijzen. Ze begeerde alleen maar
„wasser". In minder dan geen tijd kwam Co-
hen met een vollen beker aandragen. Op
nieuw weigerde het oudje. „Es 1st Kauscher"
geruststelde Cohen. Toen dronk het de
vote moedertje den beker geheel leeg.
Bij het vertrek van den trein werden me
nigmaal verschrompelde handen zegenend
opgeheven en gebeden gestameld in de rich
ting van Oohen en zijn helpsters, die we altijd
maar weer present vonden wanneer 's avonds
een landverhuizerstrein de koekstad aan
deed.
Het kan zulke menschen niet slecht ver
gaan.
Professor Cohen is een hooggeacht en zeer
gewaardeerd man in ons midden.
Ongetwijfeld zal hij bij zijn oproep om
steun voor de tijdelijk asyleerende vluchte
lingen, ook een sympathiek onthaal vinden
in niet-Joodsche kringen.
En waar blijft met betrekking tot deze
van huis en haard verjaagde menschen, de
zoozeer gewaardeerde medewerking van ons
Nederlandsche Roods Kruis
Het eerste en belangrijke conflict sedert
jaren tusschen burgemeester en raad heeft
zich voorgedaan naar aanleiding van het
niet-verbieden van de nationalistische pro-
paganda-film „Morgenrot". De burgemeester
weigerde zich over de redenen hiervoor uit te
laten de raad besloot echter bij meerder
heid van stemmen, dat het hoofd der ge
meente hiertoe wettelijk verplicht is.
Welk besluit thans ter vernietiging aan de
Kroon heeft voorgedragen.
Reeds meermalen verzekerde de burge
meester, dat hij ook op interpellaties, het
politiebeleid betreffende, niet meer zal ant
woorden.
Er moet bij den burgemeester o.m. groote
ontstemming bestaan over het verwerpen der
voorgestelde verordening tegen het kalken,
hetgeen ieder weldenkend mensch zal bil
lijken. Dit besmeuren van den publieken weg.
van gemeente-eigendommen en particuliere
woningen is een schande voor de hoofdstad,
door de toenemende reclame voor verkapte
bordeelen ook hl strijd met de goede zeden.
Een raadslid verzekerde ons echter, dat de
stemming over het voorstel niet zuiver is ge
weest. Onder de tegenstemmers (2120) wa
ren er die wel het kalken veroordeelden,
maar niet wilden medewerken aan een ver
bod, waardoor de financieel minder krach
tige partijen bij hun verkiezings-propaganda
gehandicapt zouden worden.
Zou er onmiddellijk na de verwerping een
voorstel uit den raad zijn ingediend om het
kalken uitsluitend toe' te staan vóór en tij
dens verkiezingen, dan zou dit ongetwijfeld
met een kleine meerderheid zijn aangenomen.
Hieraan heeft na de heftige discussies
blijkbaar niemand gedacht. Men hoopt nu na
de verkiezingen op deze aangelegenheid te
rug te komen.
Onlangs schreven we reeds over de plannen
voor den bouw van het stadion-sportpaleis,
met haar spannende U.D.-wedstrijden, gelo
geerd waren, hoe hoog we altijd opzagen te
gen den Joodschen student, die met zijn staf
van Joodsche dames avond aan avond den
landverhuizerstrein opwachtte om de ver
moeide Joodsche emigranten van dienst te
zijn. Daar hep dan de toen maar matig
grooten Cohen met vlugge pasjes van links
naar rechts langs de vele compartimenten,
brood, melk of water aanbiedend, velen in
landtaal moed insprekend en versomberde
ouden van dagen hartelijk de hand druk
kend.
Eens zagen we een oud, afgeleefd moedertje
waarvoor men bezig was gelden bijeen te
brengen.
Hoewel het benoodigde kapitaal nog niet
voor 1/3 bijeen is, hoopt men toch reeds dezen
zomer met den bouw te kunnen aanvangen.
Het sportpaleis zal blijkens een circulaire
verrijzen nabij het Olympisch stadion, op het
terrein waar zich thans nog het weinig ge
bruikte tennis-stadion bevindt.
Ook voor het winterseizoen, vernamen we,
zijn diverse plannen in voorbereiding, w.o
de stichting alhier van een Nederlandsche
Operagezelschap. Een Haagsch opera-dirigent
zou met de leiding worden belast.
De ondernemers hopen, zoodra het kapitaai
bijeen is, beslag te kunnen leggen op de
speelavonden in de schouwburgen die tot
dusver door de Italiaansche Opera bezet wa
ren. Men acht thans den tijd gekomen deze
buitenlandsche instelling door een nationale
te vervangen.
Wij twijfelen echter of de ondernemende
heer Borin en diens vennootschap, waarin
Hollandsch kapitaal, zich zoo gemakkelijk
zullen laten verdringen.
En evenmin zullen de drie subsidieerende
steden geneigd zijn een tot dusver op zoo
hoog artistiek peil staande instelling steun
te onthouden. Tenzij de nieuwe onderneming
haar bestaansrecht zal kunnen bewijzen. Ge-
wenscht blijft een nationale opera voorzeker.
Even voor het verzenden van deze corres
pondentie kregen we nog inzage van een
aantal brieven uit Duitschland, gericht aan
Amsterdamsche ingezetenen, waaruit ons
blijkt, dat zelfs op de aldaar 30 en 40 jaar
gevestigde Nederlanders, niet-Joden een
scherpe controle wordt uitgeoefend. In het
Rijnlandsehe en Westfaalsche gebied kregen
zij bezoek van politie en S.S.-mannen, die
inzage van hun verblijfpassen eischten. Deze
passen moeten in Duitschland ieder jaar ver
nieuwd worden. Den hoofden van gezinnen
werden allerlei vragen gesteld betreffende
hun gezindheid, levensonderhoud, financiën
enz. Ook zei men dat het allerminst zeker
was of alle Nederlanders in Duitschland ge
vestigd zouden mogen blijven. Vermoedelijk
wèl zij dieDuitsche namen droegen.
(Bedoeld zal zijn de gezinsleden in Duitsch
land geboren).
Inmiddels hebben reeds vele jonge Neder
landers in Duitschland, gezien de onzekere
toestanden aldaar, voor detacheering bij
Nederlandsche legercorpsen geteekend, w.o.
die hier nog dienstplichtig zijn, doch dit on
der gunstiger omstandigheden wellicht zou
den hebben vergeten
In het garnizoen te Amersfoort moeten zich
Nederlandsche militairen bevinden, die de
grenzen van hun vaderland kortelings voor
het eerst betraden en hun moedertaal noch
verstaan noch spreken.
Men verzekerde ons, dat dit tijdens instruc
ties en commando's nog al eens tot min of
meer komische scènes aanleiding geeft, hoe
wel de Duitsch-Nederlanders zich overigens
uinemend „gedisciplineerd" toonen.
Hetgeen zich wel denken laat na alles wat
zich in de laatste jaren op disciplinair ge
bied in Duitschland heeft afgespeeld.
Corres Pondent.
Jn de Belgische Ardennen.
Jacques Urlus gehuldigd. De terug
gang der „Frontpartij". Het fiasco
der Alcoliolwet.
Zondag, te Marlois, in de Ardennen Een
auto-karavaan wacht hooge oomes uit Brus
sel, gemeenteraadsleden uit la Roche en Ar-
lon, bestuurderen der Touring-Club en dag
bladschrijvers. Het is een „wegendag" van
het Ardenneesch toerisme. Orban de Xivry
is de leider, Dantine Elias zijn profeet en mi
nister Lippens de „grand seigneur" der be
zoekers.
Het gezelschap, aan boord van een dertig
tal auto's, belandt in een vriendelijk en voor
ce gelegenheid kleurig versierd dorpia
Roche, parel der Ardennen. Origineele ont
vangst, geen hotelbezoek, wij zijn de gasten
\an de goedgezinde bevolking. Wat dat be-
teekent zien wij bij het ontvangen van „une
petite tasse de café", die opgediend wordt
niet schalen vol lekkernijen ter versiering
van het ouderwetsche masteluinenbrood der
streek.
Van la Roche gaat de vroolijke karavaan
naar de „Baraque Fraiture", over Hérou en
Houffalize, steeds veranderlijke gezichts
punten van een varieerend landschap, van
zon op de heuvels en zilverschijn van late
dauwdraden in de dalen. Te Houffalize, op
het Gemeentehuis, begroeting door den gou
verneur der Belgische provincie Luxemburg,
redevoeringen van de Xivry en Elias, toast
van minister Lippens. En weer „une petite
tasse de café". Doch het in Holland meer be
kende „kleintje koffie" is hier een rijk de
jeuner, aangeboden door de gemeente aan de
125 gasten.
Tenslotte de oplossing, het doel van dezen
dag een door de bevolking aangeboden ver
zoek om nieuwe wegen „om de toeristen be
ter te kunnen ontvangen". De omschrijving
lijkt ons minder juistde toeristen kunnen
ci niet beter ontvangen worden als wij het
ondervonden hebben. Dat de wegen er slecht
zijn, willen wij overigens gaarne erkennen,
doch ze zijn er even pittoresk dan middel-
eeuwsch hobbelig. Wij hebben het gevoeld
ondanks de beste schokbrekers. Het staat
echter te bezien of de Ardennen, indien ze
door deze wellicht doelmatige propaganda al
nieuwe wegen zouden krijgen, er ook mooier
op zullen worden. Nieuwe wegen zullen het
aspect der streek veel veranderen, zoo niet
geheel moderniseeren, hetgeen allerminst bij
kan dragen tot bevordering van het plaatse
lijk toerisme.
Aan den oudsten Wagner-zanger ter we
reld, Jacques Urlus, nog steeds onovertroffen
op zijn gebied, werd gisteren, by ztfn aan
komst te Antwerpen, waar hij eenige con
certen zou geven, een spontane en welver
diende hulde gebracht. Het initiatief daar
toe ging uit van den heer Judels, oud-direc
teur van de Kon. viaamsche Opera te Ant
werpen. Aan diens introductie danken wij
NIEUWE CENSUURBLOEMPJES.
Onder bovenstaanden titel vinden wij in het
laatste blad „Filmliga", no. 5, een interes
sant artikel over filmcensuur, waaraan wij
het volgende ontleenen.
„Politieke stormen hebben de laatste we
ken de filmwereld erger geteisterd dan de
aardbeving samen met de financieele crisis
Hollywood. Het meest absurde censuurverbod
is wel dat in Duitschland van Raymond
Bernard's „Les Croix de Bois", de Fransche
anti-oorlogs-film, waarover wij reeds in ons
Filmnieuws hebben geschreven.
De film heeft aanvankelijk zes maanden
ongestoord in Duitschland geloopen en werd
in ons land, o.a. in Den Haag vertoont. Zij
werd bovendien in een enquête van het dag
blad „Der Deutsche" door 300 filmcritici,
vertegenwoordigend ongeveer 30 millioen
Duitsche lezers, als op één na de beste film
van 1932 beschouwdMen heeft moeite ge
had met dit verbod.
De deskundige van het rijksweerministerle
durfde er zich niet over uitspreken, een
katholiek prelaat had haar willen verbieden,
dan echter omdat de heilige hostie er in
werd vertoond. Ten slotte verklaarde de
deskundige Van het ministerie van binnen-
landsche zaken de film onvewenscht met
het oog op de huidige tijdsomstandigheden.
Het is wel wat veel gevergd, een kunstenaar
te dwingen, werk te maken, dat rekening
houdt met het humeur van een toeschouwer
in een ongewisse toekomst. De officieele
motiveering zegt het trouwens wat eerlijker
en directer„Mit keinem Bild und keinem
Wort geht der Bildstreifen auf die Ursache
des Krieges ein. Er laszt die höheren
Zwecke und Ziele des Krieges, wie die ideale
Seite des Kriegsopfers völlig ungewürdigt. Er
enthüllt ein übertrieben realistisches einseiti-
ges, tendenziöses und fest defaitisches, Bild des
Krieges. Das hat zu Folge, dass durch den
Bildstreifen der Verteitigungswillen des Vol-
kes untergraben, der Ertiichtigung der Ju-
gend und der Wehrhaftmachung des Volkes
entgegenwirkt und des nationale Empfinden
weistester Volkskreise verletz wird".
Na dezen schoonen woordenvloed leze de
lezer eens over de nieuwste moordpassen en
derzelver gruwelijke verdelgings-capaciteit
jn geraffineerden sluipmoord.
Ergo draait men thans in Duitschland
alom Uciky's „Morgenrot", die weer een
goede kans maakt om in Engeland verboden
te worden, het pathos van „Der Rebel, Die
Schlacht bei Tannenberg", „Es gibt nur
einen Deutschen Rhein" en „Der Choral voa
Leuthen", waar Otto Gabühr's masker als
Frederik de Groote weer eens dienst doet
voir een charmante oorlogs-operette, waar
van zelfs de slapste Duitsche filmcritici, die
thans Hitier naar de oogen zien, verklaren,
dat zij ergerlijk en onhandig geparfumeerd
is, en spoedig „Blutendes Deutschland" met
een gesproken dialoog van den beroemden
moralist Hanns Heinz Ewers. Verboden is in
Duitschland daarentegen „Poil de Carotte"
wegens „Einseitigheit in der Charakteristi-
eerung einer Ehe". Arme Jules Renard, die
dat 40 jaar geleden in zijn eenacter niet
voorzien had I Verboden zijn voorts alle
Russische films, „Kuhle Vampe", „lm Wes
ten nichts Neues" en zelfsWestfront
1918" van Pabst.
In Amerika heeft men op zijn beurt thans
verboden de Ufa-film „Was wissen denn die
Manner", want wat in Duitschland de na
tionale censuur passeert, is voor de U.S.A.
hnmoreele contrabande. Omgekeerd stuit
thans het moreele kunstwerk van het hui
dige Amerika, Cecil B. de Mille's „Sign of
the Cross", weer in Duitschland op moeilijk
heden. Italië heeft in uiterste bezorgdheid
voor de moraal Erick Washneck's „Acht
Madchen im Boot" verboden wat echter
wel geen internationale verwikkelingen met
het huidige Duitschland (dat trouwens zoo'n
film niet meer zou maken) zal geven. En
bovendien kan men elkaar spoedig de hand
reiken ten aanzien van het pacifistische en
naar men zegt fel anti-Italiaansche „Fare
well to Arms", waarover ook onze censuur
zal moeten oordeelen.
Ons eigen land blijft allerminst ten ach
ter. Verboden is de film „Scarface", omdat
men voor een prachtig natuurtalent als Paul
Muni de onderwereld tot onderwerp gekozen
heeft, terwijl Mamoulian's „Dr. Jekyll en
Mr. Hide" zoo gekneed en in het moreele
dwangbuis geperst werd, dat thans de brui
loft aan het begin, waaruit dr. Jekyll juist
zijn afschuw voor dit leven putte, aan het
slot geplaatst is, en Stevenson's novelle, die
vijftig jaar lang publiek bezit was, op hoog
gezag verloopt als een ordentelijke, saai-
Hollandsche burgermanshistorie. Indien de
ze film cru was in haar eersten vorm
hetgeen allerminst ontkend kan worden
zij is valsch in den vorm, waarin de keuring
haar eindelijk sanctionn,eert.
Het allerdwaast is echter het verbod
een herhaald verbod na zes jaar van vrijheid
van Eisenstein's „Potemkin", een der
fundamenteele meesterwerken van de Rus
sische filmkunst. Ook al met het oog op de
tijdsomstandighedenDe perfiditeit schuilt
hier echter in het feit, dat het geen regee-
rings- of overheidsverbod betreft, maar een
officieus verbod van den Nederlandschen
Bioscoopbond, die een importeur verbood, deze
film zelfs voor een besloten voorstelling af
te staan. Er is hier maar één lichtpunt
verondersteld mag worden, dat elke film
liefhebber deze film reeds kent en haar
heeft weten te waardeeren, onafhankelijk
van de „huidige tijdsomstandigheden',
waarin blijkbaar elke film ook zelfs de idee
van een positief standpunt ontnomen wordt.
Censuur Wie zijn de menschen, die zich
dit aanmatigen en is het duldbaar, dat men
deze vrijheidsbeperking van zijn zeker niet
ruimer blikkenden medemensch zou verdra
gen Voor dit uiterlijk gedoe en deze aan
matiging der klein-burgerlijke bekrompen
heid en leiding passen wij Nederlanders.
Hier geen stilstaand, stinkend water l
GARY COOPER ALS REGISSEUR.
Gary Cooper, bekend door zijn rollen in
„Marocco" en in „City Streets", zegt den
Kollywoodschen ateliers voorloopig vaarwel.
Hij onderneemt een film-expeditie naar
China. Fotografen en technische assistenten
vergezellen hem. In China wil hy een film
opnemen, waarin hy zelf de eenige beroeps
speler zal zyn. Het manuscript zal pas tij
dens het opnemen ontstaan, waarbü ook van
alle onvoorziene omstandigheden zal worden
geprofiteerd.
JANNINGS.
Emil Jannings zal, na Cranofski's „Roi
Paulle", de hoofdrol spelen in een film
„Channel crossing", die door de Gaumont
British te Londen wordt opgenomen.
NOG EEN OUDE OPERETTE VERFILMD.
In Frankryk heeft men een heel oude
operette op het witte doek gebracht, n.l. De
acht en twintig dagen van Clairette. Onze
ouders en grootouders zullen zich dit beestje
nog wel herinneren, het heeft tenminste in
die jaren veel succes in de Amsterdamsche
theaters gehad. Of de makers plezier van
hun werk zullen beleven. Och, Mam'zelle
Nitouche, Die Fledermaus en zoovele andere
hebben het ook by het hedendaagsche pu
bliek gedaan, waarom zou „Clairette met
haar acht en twintig dagen" het dan ook
niet eens probeeren
ANNY ONDRA.
De nieuwste Anny Ondra Film „Baby"
oogst in Oostenrijk een enorm succes. De
première te Weenen vond plaats in het Apo-
lo-Theater in tegenwoordigheid van de be
kende star en haar regisseur Karl Lamac
Ook in Duitschland is het succes.van „Baby"
buitengewoon»
PREMIÈRES MET KONINKLIJKE
TOESCHOUWERS.
Het wordt meer en meer mode, dat Ko-
ninkiyke families belangryke filmpremières
gaan bijwonen. Onlangs was het Engelsche
koningspaar aanwezig tydens de première
van The Good Companions, een groot Bri
tish filmwerk, en nu lezen wy in de buiten
landsche bladen, dat de Belgische Koning de
gala-voorstelling heeft bijgewoond van de
nieuwe Pabstfilm Don Quichot met Chalia-
pin. Voorwaar een mooie reclame voor de
cinematografie, deze belangstelling van hoo-
gerhand.
MORGENROT.
Deze film van de Ufa waar al zooveel oveij
is geschreven heeft het hard op haar le
vensweg, vanwege haar mentaliteit en on
loochenbare tendenz. Men is nu eenmaal
niet overal even feestelijk gestemd ten aan
zien van het Hitler-regime en speciaal teni
onzent, en daar komt nog bij de aan zeker
heid grenzende waarschijnlijkheid, dat dit
nog maar een allereerste voorlooper is.
Laat ons intusschen billijk wezen ook de
Russische films werden indertyd, politiek
gesproken, met uiterst gemengde gevoelens
ontvangen. De Filmliga, die aan haar er
kenning van hun artistieke waarde het dwa
ze epitheton „communistisch" dankte, weet
er van mee te praten. Er is dus alle aanlei
ding persooniyke reacties op het Hugen-
fcerg-thema van de film „Morgenrot" tyde-
lijk uit te schakelen, teneinde tot een recht
vaardig oordeel te komen.
Niet echter de kwestie in hoeverre dl/t een
„nationalistische" film is. wy hebben inder
tijd meermalen verklaard, by de vertooning
der Russische films, een fascistisch of nati
onalistisch werk van dezelfde waarde met
geiy.fce onpartydigheid te zullen ontvangen,
schrijft de Filmliga. Maar met deze film zijn
wy nog op geen stukken na zoo ver. De
geestdrift en het élan, de verontwaardiging
en het fanatisme zelfs, ontbreken hier. Mor
genrot werd kennelijk nog gemaakt in een
tijdperk, dat tot voorzichtigheid en slagen-
om-den-arm noopte. Maar een nationalisti
sche propagandafilm met al haar goede en
kwade eigenschappen kan dit vóór-kind van
het Hitler-regiem niet genoemd worden.