Vlissingsche Courant VIERDE BLAD "gemeentebestuur brïeven uit belg1e De organisatie m de spionnage. „Zij" Crème Hf if m van de van Zaterdag 1 April 1933. No. 78. KIEZERSLIJST. Burgemeester en Wethouders van Vlissin- gen maken bekend, dat de op 22 Februari jl. vastgestelde kiezerslijst, zooals deze thans luidt, tot 1 April van het volgende jaar van kracht blijft, behoudens de wijzigingen daar in tengevolge van rechterlijke uitspraken, welke wijziging der lijst bevelen, te brengen. De kiezerslijst blijft voor een ieder op de secretarie der gemeente ter inzage nederge- legd en in afschrift, tegen betaling der kos ten, verkrijgbaar. Vlissingen, 1 April 1933. Burg. en Weth. voornoemd, VAN WOELDEREN. De Secretaris, F. BISSCHOP. Een interview met Prof. Einstein. Het Vlaamsche „Davidsfonds". Een Verkeers-tentoonstelling te Brus sel. „De Belgenland komt !H Dekreet klonk over de Brouwersvest, waar, voor het gebouw van het zeelieden-Syndicaat, werklooze doc kers samenschoolden. Als een roep van vreugde ging het door de rumoerige Been houwersstraat en verder in de steegjes van liet havenkwartier, waar lachende en zwaar met klatergoud behangen café-meiden het verheugende nieuws elkaar toeriepen Awel Céline, die van den „Belgenland" gon komme mee tien monde (maanden) gage in d'r'tesch. Ge goat de bockskes over den toog zien vliegen zunne De geheele wijk scheen in kermisstemming en bij de Schelde wemelde het van nieuws gierigen. Achtereenvolgens liepen vier groote Eeestoomers binnen, de reusachtige Congo- Ixjoten „Thysville" en „Elisabethville", de New-York-steamer „Pennland" en het grootste schip dat Antwerpen als thuishaven heeft, de „Belgenland", die niet minder dan 27000 ton meet. Dat de .Belgenland" van daag met bijzondere belangstelling verwacht werd had zijn dubbele reden. Het schip heeft geen vaste lijn en is een „round the world" kruiser, gelijk de Engelsche „Empress of Bri tain" (40.000 ton). De bemanning der .Bel genland", voornamelijk uit Antwerpen af komstig, is bij iedere reis een jaar of wat VIII. Spionnage in dienst van den vijand verricht door den chef van den staf van het OostenrijkHon- gaarsche leger. Met de spionnage is het als met de mis daad; wie daarin doordringt, beseft over niets meer te moeten verwonderd zijn en voor niets meer te moeten staan. Dat neemt in- tusschen niet weg, dat gevallen, waarin per sonen van hoogen rang actief bij de spion nage zijn betrokken, tot de betrekkelijke zeld zaamheden behooren. Geen geval heeft zoo danige opschudding verwekt als dat van den kolonel Redl, die chef van den staf van een der Oostenryk-Hongaarsche legercorpsen was op het cogenblik, dat men zijn spionnage ten bate van den Russischen vijand ontdekte. Het is zelfs de vraag of geheel dit geval wel coit tot de buitenwereld zou zijn doorgedron gen, wanneer niet het tcaval had gewild, dat de redacteur van het Czechisch blad te Praag, die het eerste van dit nieuws de lucht kreeg, zoo verstandig was geweest om in zijn functie tegelijkertijd van correspondent van de „Berliner Zeitung am Mittag", dit nieuws daarheen te seinen. Tet Czechische blad zou ongetwijfeld onmiddellijk in beslag zijn ge nomen te Berlijn kon de Oostenrijksche po litie geen macht uitoefenen dan toen het reeds veel te laat was. Dat de slag goed was geplaatst, bleek uit het feit, dat reeds den volgenden dag de generale staf van het Duitsche leger te Weenen inlichtingen vroeg. De berichten waren ook inderdaad ontstel lend genoeg, want zij behelsden niet meer of minder dan dat Redl vrijwel alle belangrijke Oostenrijksche militaire geheimen aan den Russischen vijand had uitgeleverd. Tot de directe bezigheden van. de vaste spionnen, die de landen wederzijds hebben, bcnocrt deze minder fraaiezwakheden te ontdekken in de personen, die in staat zou den zijn belangrijke geheimen te leyèren. Het Oostenrijk—Hongaarsche leger hód zijn ge heimen inlichtingendienst, welke door Redl werd geleid. Officier van "burgerlijke familie, was hij door zijn bekwaamheden, en ondanks den ondervonden tegenstand, snel opgeklom men. Zijn bureau was voortreffelijk ingericht, want iedere bezoeker werd er zonder het te weten gefotografeerd en face en en profil. Ook kon men, zonder dat de bezoeker het bemerkte vingerafdrukken van hem nemen dit geschiedde op zeer ingenleuse wijze bij de aanbieding van een sigaret of een lucifer. In dat bureau is op een voor Redl kwaden onderweg. Ditmaal had zij bijna tien maan den op zee gezwalkt. Doch heden bevond zich, tusschen de me nigte familie-leden, vrienden en vriendinnen, vooral der bemanning van de „Belgenland", een groote schare artisten, geleerden en nieuwsgierige journalisten, gekomen van heinde en verre. Prof. Einstein was aan toord. De heeren Lewis en De Lombaert, van de maatschappij aan welke het schip be hoort, waren ter begroeting van den Duit- schen geleerde naar Southampton gereisd en daar bij hem aan boord gegaan. Te Antwer pen waren ter be. roeting aanwezig vele Bel gische autoriteiten en professoren van de universiteiten te Leiden, Brussel, Gent, Luik, Parijs en Weenen. In zy'n welkomstwoord huldigde Kamiel Huysmans, burgemeester van Antwerpen, prof. Einstein als een wel doener der menschheid en een der grootste figuren uit de hedendaagsche wetenschappe lijke wereld. Dank aan den heer De Lombaert, directeur der „Red Star Line", die ons toestond aan boord te komen en aan de gewaardeerde tusschenkomst van den heer Nico Gunzberg, professor aan de Gentsche universiteit, was het ons gegeven met prof. Einstein een kort onderhoud te hebben. Ziehier de vragen in volgorde zooals zij prof. Einstein gesteld en door hem beantwoord werden Wat is Uwe meening over het huidige Duitschland De toestand gelijkt in vele opzichten op het debuut van het fascisme in Italië, doch do omstandigheden waaronder in Duitsch land de fascistische machtsverovering plaats heeft, verschillen veel met die in Italië toen tertijd. Daarom is het zeer gewaagd, afgaan de op die oogenschijnlijke gelijkenis, reeds thans voorspellingen te doen. Ik moet hier bij opmerken dat de Europeesche pers de pacifistische rede, die ik voor mijn vertrek te New-York hield gedeeltelijk onjuist heeft weergegeven. Ik heb niets ten nadeele van Duitschland gezegd en blijf het als mijn va derland beschouwen. Wel hel: ik het huidig gebeuren in Duitschland afgeschilderd als een psychisch pathologisch verschijnsel en ik heb daaraan toegevoegd dat, zoolang de be perkingen ten opzichte der vrije meenings- uiting er bestendigd blijven, ik niet naar Duitschland terug zal keeren. Hoe lang denkt U in België te blijven Voorloopig een maand of vijf- Ik zal me in een der Vlaamsche kustdorpen vestigen er. daar mijn onderzoekingen voortzetten. Mijn tijdelijke vestiging in België zal gedeeld worden door mijn medewerker, prof. Mayer, uit Weenen. Meent U dat de huidige gebeurtenissen in Duitschland het oorlogsgevaar vermeerde ren Ik ben overtuigd dat het allerminst in de bedoeling der Duitsche regeering ligt om een oorlog uit te lokken. Is er, volgens U, aanleiding om te spre ken van een „Jodenvervolging" in Duitsch land Het gevaar schuilt niet in de alleen staande aanslagen op Duitsche joden, doch in de stelselmatige voorbereiding van een dag een Russisch agent binnengekomen, maar nog voordat de kolonel gelegenheid had gehad de geheime toestellen in werking te stellen, had deze agent hem overtuigd, dat hij beter deed zich zonder meer aan hem toe te vertrouwen. Deze agent toch wist uit Redl's leven en levensloop dingen, die, wer den zij bekend, hem onherstelbaar hadden vernietigd. Daartegenover bood de Russische agent hem groote sommen gelds, indien hij behulpzaam wilde zyn aan de doeleinden, hem voor oogen gesteld. Natuurlijk is Redl te laken officier voor alles had hij op dat oogenblik moeten begrijpen, dat hem niet anders te doen stond dan zijn oppersten chef van alles in kennis te stellen, nadat de Russische agent door zijn bemiddeling was gegrepen. Maar Redl deed wat velen in zijn plaats zouden gedaan hebben hij aanvaard de den uitweg, en verviel van kwaad tot er ger. Dat bleek hem, toen men van hem, reeds in 1903, eischte de uitlevering van het veldtocht plan van Oostenryk-Hongarije. Redl wist het in het geheim te fotografeeren en bracht op deze wijze aan het Oostenrijksche leger een slag toe, die zich zelfs in 1914 en 1915 nog deed gevoelen. Maar Redl verried ook den voornaamsten Oostenrijkschen agent in Rus land. Deze, een Russische officier, bracht aan den Oostenrijkschen staf het nieuws, dat de Russen het Oostenrijksche veldtochtplan hadden. Redl was de door zijn functie aan gewezen man om uit te vinden wie de schul digen warenhij wist, dat liet er maar een was, maar dezen kon hij juist niet noemen. Zoo bracht hij een drietal schuldigen voor, die allen in dienst van Rusland hadden ge- spionneerd, maar die aan den grooten slag, door Rusland geslagen, onschuldig waren. Hij kon deze Oostenrijkers uitleveren, omdat men van Russische zijde begreep, dat men. om hem in zijn positie te handhaven, hem in staat moest stellen een werkelijke ontdekking te doen. Maar nog ingenieuser ging hij te werk, want de Russische officier, die ten bate van Oostenrijk spionneerde, was nog steeds op zijn post. Redl ontdekte een leemte in de bewijzen tegen de bevelvoerende officieren en had alleszins reden om zijn Russischen spion, die te Warschau woonachtig was, te belasten met het aanvullen van die leemte. Deze moest zich daartoe op geheime wijze stukken uit een der militaire bureaux be zorgen op hetzelfde oogenblik, dat hij dit des nachts binnentrad, knetterden de lich ten aan en zag hij zich gegrepen door drie wachthoudende officieren, die hem als uiter ste gunst den revolver aanboden om zelf aan zijn leven een einde maken. Redl was van den omgewenschten toezienden voogd verlost. Wanneer men in een man als Redl niet iemand ziet, die reeds tevoren van alle eer gevoel is ontbloot, kan men zich n^uiiyeJijks psychische toestand die het bestaan voor de Joden in Duitschland economisch en sociaal geheel onmogelijk zou maken. Ziet U in hetgeen zich, bijvoorbeeld nog pas in Brunswijk, heeft voorgedaan, geen na derende reactie van sommige volksgroepen - Ik ben geep profeet De Algemeene Duitsche Jodenvereeni- ging en het Duitsch Zionistenverbond heb ben de berichten over de Jodenvervolging in Duitschland overdreven genoemd en dit offi cieel in de pers bekend laten maken. Waren hierbij wellicht regeeringsinvloeden in het spel of anderszins Het is mogelijk dat genoemde vereeni- gingen zich by deze verklaring, in het be lang hunner geloofsgenooten, hebben laten leiden door politieke overwegingen. Hoe verklaart U de houding van Hitier tegenover de Joden Onder dergelijke omstandigheden heèrseht dikwijls hartstocht .(leidenschaftli- che gemütsbewegung) over het gezond ver stand. Zal het Hitler-bewind van invloed zijn op de kunst We moeten afwachten Hoe kunnen de Duitsche Joden zich te gen gewelddaden der Nazi's verdedigen Hoe zich verdedigen tegen willekeur en machtsmisbruik Met deze woorden, meer een vraag dan een antwoord, nam het onderhoud een einde. De politie was er in geslaagd, voor den beroem den geleerde, vanaf de loopplank, een weg te banen naar de voor hem gereedstaande auto. Toegejuicht door een geestdriftige me nigte, onder welke talrijke vereenigingen op wetenschappelijk en pacifistisch gebied uit Vlaanderen en Wallonië, vertrok prof. Ein stein, in gezelschap van zijn vriend prof. De Groot van de Gentsche Universiteit, op wiens landgoed, het kasteel „Cantecroy", te Mort- sel, bij Antwerpen,- hij cenige dagen zijn in trek zal nemen. Meester-schrijver? Onwillekeurig denk ik aan titels uit de gildetijden en in sommige dorpen van Belgisch Brabant nog in zwang Mr. Schrijnwerker, Mr. Schoenmaker, Mr. Timmerman, enz. Wij hebben de XXste eeuw moeten beleven om in de moderne re clame de waardigheid van het meesterschap ook uitgebreid te zien tot de romanschrij vers. In België wordt het gewoonte, in de ge bruikelijke bombast-publiciteit waarmede nieuwe werken worden aangekondigd, te ver melden „het boek is van den meestersohry- ver die en die". En naar gelang de noodige reclame gaan er de uitgevers toe over de schrijvers te rangschikken in drie klassen grootmeesters, meesters en schrijvers zonder meer. De uitgevers hebben het werk der kunstcritici overgenomen, de reclame is in de plaats gekomen der onpartijdige beoordee ling. Hetgeen voor., de toekomst dor letter kunde bedenkelijk is Een lofwaardige ..uitsondering op dezen nieuwen regel maken, de groote uitgeversge nootschappen en de instellingen als het „Davindsfonds" en het „Willemsfonds". Het katholieke „Davidsfonds", een Vlaamsche een denkbeeld vormen van het leven, dat hij in den loop van deze jaren moet hebben ge leid. Niet slechts de angst voor ontdekking, die door een toeval kon volgen, maar ook hes besef van wat hij jegens eigen land en ka meraden misdeed, moet hem elke minuut hebben benauwd. Men denke er niet licht over, dat Redl door zijn Russische principalen gedwongen werd om eiken Oostenrijkschen spion, die met eenig succes in Rusland werk zaam was, onmiddellijk te ontmaskeren Dientengevolge bleven slechts die spionnen in dienst, die of als ledepoppen door Redl waren aan gesteld of hun werk zoodanig slecht deden, dat zij den Russen geen kwaad toebrachten. Daaruit is te verklaren, dat, toen in 1914 de oorlog uitbrak, Rusland over 74 actieve divisies meer beschikte dan men in Oostenrijk wist. Een toeval, zooals er zoovele zijn, bracht Redl ten val. Als alle officieren van den staf moest hij eenigen tijd bij de troepen te velde dienst doen teneinde het contact met he: militaire leven niet geheel te verliezen. Als chef van den staf van een der divisiën kwam hij te Praag in garnizoenna een jaar zou hij opnieuw bij den generalen staf worden ge plaatst in een hoogeren rang. Gedurende zijn verblijf in Praag, stelde zijn opvolger, die den geheimen dienst leidde, een zoogenaamd zwaart kabinet in, dat zonder eenige gewe tensbezwaar aan het geheim der correspon dentie, voor zooverre dit noodig was, een einde maakte. Dit kabinet ontdekte op een dag twee brieven, geadresseerd poste restant te Opernbal 13 van het groote postkantoor te Weenenbij opening bleken deze brieven wissels van 6000 en 8000 kroon te bevatten. Wat opviel was, dat zij niet waren aange- teekend, geen aanwijzing hadden en van het Russische grensstation Eydtkühnen waren verzonden. Aan twee inspecteurs van politie werd nu opgedragen het oog op het postkan toor te houden en te ontdekken, die deze brieven kwam afhalen. Dagen achtereen, ja weken brachten de beide inspecteurs aan de overzijde van het postkantoor door, totdat op een gegeven oogenblik het eleotrische bel letje ging, dat hun volgens afspraak waar schuwde. Hoe zij zich haastten, zij kwamen te laatde man, die de brieven had meege nomen, verliet het kantoor reeds. Zij zagen hem echter in de verte in een taxi stijgen namen een taxi achter hem, en konden zoo doende het nummer van den auto te weten komen, zy bezochten het café, waar hy ge weest wasnamen de taxi, die hem er had gebracht en vonden op het kussen van deze taxi een zakmes. Aan het café gekomen, heb ben zy het geluk, dat de portier hun weet uit te duiden, waarheen de bewuste man gegaan waszoo komen zy aan het Hotel Klomser. Zij doorbladeren het register, vinden er den naajn van kolonel Redl, tijdelijk uit Praag uitgevers-coöperatie, telt 78.000 leden en kan haar schrijvers derhalve een verzekerd af zetgebied bezorgen van by na tachtig duizend exemplaren. Ieder lid betaalt een jaarlijksche contributie van slechts vijftien francs en ontvangt daarvoor per jaar drie romans of andere boeken, die in Nederland, in den ge wonen boekhandel, per stuk reeds een paar gulden of meer zouden kosten. De instelling dezer uitgevers- en lezers-coöperatie is een zuiver cultureele, geheel werkend zonder winstbejag en met het verheven doelbe vordering der vaderlandsche letterkunde en vorming van Vlaamsche schrijvers, zy opent aan beginnelingen den weg en heeft, door haar machtig ledental, geen snorkende re clame van noode om schryvers van naam aan te dienen met de soms twyfelaehtige ti tels van meester of grootmeesters. Naast het katholieke „Davidsfonds" werkt het Vlaam sche liberale „Willemsfonds" op hetzelfde gebied, doch met minder succes. Nochtans hebben de uitgaven van het „Willemsfonds" een gewaarborgde oplaag van 22.000 exem plaren, gelijk aan het ledental der veree- niging. Dit Vlaamsche voorbeeld is onlangs door Wallonië opgevolgd met de stichting van het „Maison du Livre Beige", beheerd door de schrijvers Georges Reney en Pierre Bour geois. Of dit „Huis van het Belgische Boek" door ledenwinst ooit een oplaag zal bereiken als het katholieke „Davindsfonds" of zelfs maar als het liberale „Willemsfonds", be- twyfelen wy sterk. De Walen lezen hun schrijvers niet. Zij geven de voorkeur aan de auteurs van Fransch origine en eerst als een Waalsch schrijver te Parijs beroemd is, heeft hij kans ook in zyn eigen land gelezen te worden. De Fransch genaturaliseerde Waal- sche en Brusselsche schryvers, o.w. Francis de Croisset, Kistemaekers en S'Tserstevens, zyn er voorbeelden van. Zelfs de Fransch schrijvende Vlamingen, figuren als Maeter linck, Verhaeren en Eeckhoud, moesten te Parijs hun roem maken om in hun eigenland erkend te worden. Ook in het Parysche he dendaagsche journalisme ontmoeten we eenige Walen van beteekenis, schrijvers als Clément Vautel, Dumont-Wilden, Roland de Marès en de Gobart. Van 10 tot 21 Mei a.s. wordt te Brussel, in het Paleis van Schoone Kunsten, een inter nationale tentoonstelling gehouden voor het wegverkeer. Wereldsteden als New-York, Londen, Berlijn, Parijs en Weenen zullen er aan deelnemen. Wijl steden als Amsterdam, Rotterdam en Den Haag, nog buiten de of- ficieele mededinging ingeschreven hebben, mag verwacht worden dat Nederland een der voornaamste onder de aan deze ten toonstelling deelnemende landen zal zyn. De tentoonstelling beoogtopvoeding en voor lichting op verkeersgebied, door. het aan schouwelijk voorstellen van de pogingen, welke de laatste jaren in België en in het buitenland werden aangewend ter verbete ring en beveiliging van het verkeer*. Behalve hetgeen er te zien zal zyn op het gebied van ringbaanverkeer, eenrichtings verkeer, afwisselend stationneeren, wegsig- over, en zijn reeds van plan dezen te waar schuwen, als zy ziel: bedenken, dat hy niet actief aan den geheimen dienst is verbon den. Zij geven het zakmes aan den portier en verzoeken hem uit te vinden aan welken hotelgast het toebehoort. Juist op dat oogen blik komt Redl naar benedende inspec teurs zien hem en willen hem eerbiedig tege moet gaan, doch kunnen tot hun aan- vankelijken schrik niet verhinderen, da- de portier hem het mes toont en vraagt of het ook van hem is. Waarop onmiddellyk hun verwondering in ontzetting omslaat als de kolonel het mes als het zyne herkent en, het in zyn zak stekende, naar buiten gaat. Slechts een oogenblik zyn de inspecteurs verbluftzij zien elkander aan zij moeten handelen. Redl bemerkt al spoedig, dat hy gevolgd wordt. Reeds is het als een bliksem straal door hem heengegaan, dat hij onvoor zichtig was door het mes te herkennen, want hij lierinnert zich nu waar hy het verloren moet hebben in de taxi, toen hij met dat mes de brieven opende. De beide mannen, die achter den portier stonden, komen hem plotseling in het ge heugen zijn instinct van jarenlange routine zegt hem, dat het rechercheurs moeten zijn geweest. Vandaar, dat hy het plan maakt naar de garage te gaan waar zyn auto was ondergebracht en aldus te trachten te ont vluchten. Een winkel met spiegelglas voorby komend, ziet hy de beide mannen vlak ach ter zich hy weet nu, dat het te laat is. Hij gaat straat in straat uitop een gegeven oogenblik treedt hy een winkelgalery binnen en. scheurt er de brieven, die hy bij zich droeg en die hem konden ven-aden, aan stukken. Hy hoopt, dat de inspecteurs zich zullen ophouden door deze snippers te ver zamelen, maar hy vergist zich, want een dezer twee geroutineerden slechts blijft ach ter de andere volgt hem. En zoo dwaalt Redl rond, totdat hy, laat op den avond, niet beter weet te doen dan zijn hotel op te zoeken. De andere inspecteur intusschen heeft niet slechts de snippers verzameld, maar heeft gehandeld. Hy belde het nummer van de ge heime politie van den Staat op, en verzocht aan den chef van den geheimen dienst van het ministerie van oorlog de boodschap mede te geven, dat het kolonel Redl was, die de brieven was komen halen. Dat de directeur van politie zich aanvankelyk afvroeg of zijn beide rechercheurs gek waren geworden wien zal het verwonderen Maar toch zond hy onmiddellyk een beambte naar het post- kantoor om de ontvangstbewyzen op te eischenhij verzekerde zich een handteeke- ning van kolonel Redl in het ministerie van oorlog en zag de noodlottige gelykenis. Nog dacht hy aan de ontdekking slechts van een werkt zacht en weldadig Uw huid ontwaakt tot nieuwe schoonheid onder haar aanraking. In prijzen van 203045 en 75 cent. nalisatie, maquetten van autostrades, van tunnels, ondergrondsche garages e.a., zal er een groote maquette tentoongesteld worden van het stadsplanLecorbusier, met wegen aanleg tot in de buitenwyken, volgens een geheel nieuw systeem. De hyper-moderne Parysche architect Lecorbusier, stelt zich de stad der toekomst aldus voorDe huizen zyn uitsluitend reusachtige wolkenkrabbers, in elk waarvan 20.000 menschen kunnen wonen. Twee honderd van deze huizen zyn dus voldoende voor een wereldstad van vier millioen inwoners. Het is de zgn. „open be bouwing", die bij een oppervlakte als de stad Parijs, slechts 5 bebouwd zou zijn en 95 open terrein voor parken, autowegen en vliegvelden in de stad. Ja, open terrein is er dan genoeg, maar die arme toekomst- menschen bij twintig duizend in één huis. Wy hopen dat mierentydperk niet meer te beleven W. v. M. DE ZEEÜWSCHE ZEEROOVERS. VI. Hebben wij reeds er op gewezen, dat te Vlissingen in het midden der 17e eeuw de gebr. Lampsins door hun handel en kaap vaart veel rykdom hebben verworven, ook Middelburg had op het einde der 17e eeuw een tweetal broeders, die zich op geiyke wijze naam en fortuin hebben gemaakt, nl. Jacob en Johan Sautyn. Al is deze naam niet zoo bekend als Lampsins, hun beteeke nis was niet minder. Het was in den negen jarigen oorlog en in den Spaanschen Succes sie-oorlog, dat zij groote diensten bewezen hebben aan de Republiek. Zy behoorden toen tot de eerste kaapvaarders van ons land. Zy rustten voor eigen rekening 36 commissie- vaarders uit, bewapend met 1206 stukken geschut en bemand met 8520 koppen. Zij hebben tal van Hollandsche koopvaarders beschermd en den vyand (Frankrijk) veel schade toegebracht. Meer dan 500 kruis tochten zijn voor him rekening ondernomen. Uit eigen middelen hebben de gebr. Sautyn hieraan 31.111.000 ten koste gelegd. Maar nog grooter waren natuurlijk de winsten. Gerrit Hendriks en Benjamin le Sage wa ren hun meest beroemde kapiteins. Als derde stad in Zeeland, die zeeroovers uitzond, al was het niet in zoo'n groot aan tal i.ls Vlissingen en Middelburg, was Veere. Het waren vooral de kaperkapiteins Cornells Dankers en Jacob de Mauregnault, die veel succes hadden. Dit succes hadden zy niet alleen te danken aan hun onverschrokken heid, ïftaar ook aan' "de shelzeilende sche pen, die ze gebruikten en welke schepen gemaakt waren naar het model van een gestranden Duinkerker kaper. Dankers is in 1697 gestorven aan de gevol- klein en weinig beteekenend geheim van privaten aard, maar al spoedig daarna kwam de inspecteur hem opzoeken en bracht hem de snippers papier, die, byeengelymd, on aantastbare bewijzen voor Redl's schuld vormden. Het oogenblik om kolonel Von Urbansky, den opvolger van Redl, te waar schuwen was gekomen. Niet met opgewekt heid volbracht de directeur deze taak, maar het moest. Dienzelfden tijd was Redl eenigszins tot zichzelf gekomen. Hy zou dien dag dineeren met een oud vriend van hem, een magistraat van hooge positie te Weenen. Met dezen ge zeten in de eetzaal van het hotel, zich be spied wetende, deed Redl gedurende het dessert een soort bekentenis zondei intusschen het misdrijf te noemen, waaraan hy zich heeft schuldig gemaakt. Met aandrang ver zoekt hij zyn vriend voor hem verlof tever- krygen om zich naar Praag te begeven, waar hy zich ter beschikking van zijn meerderen zal houden. De magistraat weet niet anders te doen dan aan dit verzoek gevolg te ge ven, maar hy ontvangt van de betrokken autoriteiten een vage uitvlucht, die hem met angst vervult. In dienzelfden tyd heeft Ur bansky den opperbevelhebber van het leger, den zoo bekenden Hötzendorff weten te vin den. De oude maarschalk ontstelt by het hooren van het slechte nieuws, dat men hem vertelt in een zijkamer van het hotel, waar hy in een vriendenkring dineerde. Slechts één bevel kan hij Urbansky geven dien zelfden nacht nog moet de zaak teneinde komen zoo mogelyk zonder, maar anders met schandaal. Urbansky moet het noodige doen. En deze handelt met groote doortastend heid. Hij bereikt een viertal officieren van zyn bureau, die zich op zyn bevel naar de kamer van kolonel Redl in het hotel Klomser begeven. Zij vinden er Redl, in burger ge kleed, bezig zijn afscheidsbrieven van lak te voorzien. Als Urbansky hem een vraag wil stellen, wysfc Redl hem met de hand terug Ik kan geen vragen beantwoorden, ik heb geen medeplichtigen, al wat ge weten wilt, zullen myn papieren, die ge ongetwyfeld in beslag zult nemen, U leeren. Urbansky buigt het hoofd, en een der ver ft zeilende officieren vraagt yskoud Hebt <e een revolver by u, mijnheer Redl De kolonel schudt ontkennend het hoofd. De officier haalt zijn revolver uit zyn tasch en legt deze op de hoteltafel neer. Waarop de officieren zich terugtrekken en zich in- stalleeren in de hall van het hotel, waar zy /erblyven totdat de dageraad aanbreekt. Zy ïebben het schot niet gehoord, dat kort na middernacht in Redl's kamer heeft weer klonken. Het was het eenig mogelijke ':uit- nnde voor cL/en te hoog geplaatsten spion

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1933 | | pagina 11