Vlissingsche Courant
VIERDE BLAD
"gemeentebestuur
brïeven uit belg1e
De organisatie m de
spionnage.
„Zij" Crème
Hf
if
m
van de
van
Zaterdag 1 April 1933. No. 78.
KIEZERSLIJST.
Burgemeester en Wethouders van Vlissin-
gen maken bekend, dat de op 22 Februari
jl. vastgestelde kiezerslijst, zooals deze thans
luidt, tot 1 April van het volgende jaar van
kracht blijft, behoudens de wijzigingen daar
in tengevolge van rechterlijke uitspraken,
welke wijziging der lijst bevelen, te brengen.
De kiezerslijst blijft voor een ieder op de
secretarie der gemeente ter inzage nederge-
legd en in afschrift, tegen betaling der kos
ten, verkrijgbaar.
Vlissingen, 1 April 1933.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN WOELDEREN.
De Secretaris,
F. BISSCHOP.
Een interview met Prof. Einstein.
Het Vlaamsche „Davidsfonds".
Een Verkeers-tentoonstelling te Brus
sel.
„De Belgenland komt !H Dekreet klonk
over de Brouwersvest, waar, voor het gebouw
van het zeelieden-Syndicaat, werklooze doc
kers samenschoolden. Als een roep van
vreugde ging het door de rumoerige Been
houwersstraat en verder in de steegjes van
liet havenkwartier, waar lachende en zwaar
met klatergoud behangen café-meiden het
verheugende nieuws elkaar toeriepen
Awel Céline, die van den „Belgenland"
gon komme mee tien monde (maanden) gage
in d'r'tesch. Ge goat de bockskes over den
toog zien vliegen zunne
De geheele wijk scheen in kermisstemming
en bij de Schelde wemelde het van nieuws
gierigen. Achtereenvolgens liepen vier groote
Eeestoomers binnen, de reusachtige Congo-
Ixjoten „Thysville" en „Elisabethville", de
New-York-steamer „Pennland" en het
grootste schip dat Antwerpen als thuishaven
heeft, de „Belgenland", die niet minder dan
27000 ton meet. Dat de .Belgenland" van
daag met bijzondere belangstelling verwacht
werd had zijn dubbele reden. Het schip heeft
geen vaste lijn en is een „round the world"
kruiser, gelijk de Engelsche „Empress of Bri
tain" (40.000 ton). De bemanning der .Bel
genland", voornamelijk uit Antwerpen af
komstig, is bij iedere reis een jaar of wat
VIII.
Spionnage in dienst van den
vijand verricht door den chef van
den staf van het OostenrijkHon-
gaarsche leger.
Met de spionnage is het als met de mis
daad; wie daarin doordringt, beseft over
niets meer te moeten verwonderd zijn en voor
niets meer te moeten staan. Dat neemt in-
tusschen niet weg, dat gevallen, waarin per
sonen van hoogen rang actief bij de spion
nage zijn betrokken, tot de betrekkelijke zeld
zaamheden behooren. Geen geval heeft zoo
danige opschudding verwekt als dat van den
kolonel Redl, die chef van den staf van een
der Oostenryk-Hongaarsche legercorpsen was
op het cogenblik, dat men zijn spionnage ten
bate van den Russischen vijand ontdekte.
Het is zelfs de vraag of geheel dit geval wel
coit tot de buitenwereld zou zijn doorgedron
gen, wanneer niet het tcaval had gewild, dat
de redacteur van het Czechisch blad te
Praag, die het eerste van dit nieuws de lucht
kreeg, zoo verstandig was geweest om in zijn
functie tegelijkertijd van correspondent van
de „Berliner Zeitung am Mittag", dit nieuws
daarheen te seinen. Tet Czechische blad zou
ongetwijfeld onmiddellijk in beslag zijn ge
nomen te Berlijn kon de Oostenrijksche po
litie geen macht uitoefenen dan toen het
reeds veel te laat was. Dat de slag goed was
geplaatst, bleek uit het feit, dat reeds den
volgenden dag de generale staf van het
Duitsche leger te Weenen inlichtingen vroeg.
De berichten waren ook inderdaad ontstel
lend genoeg, want zij behelsden niet meer of
minder dan dat Redl vrijwel alle belangrijke
Oostenrijksche militaire geheimen aan den
Russischen vijand had uitgeleverd.
Tot de directe bezigheden van. de vaste
spionnen, die de landen wederzijds hebben,
bcnocrt deze minder fraaiezwakheden te
ontdekken in de personen, die in staat zou
den zijn belangrijke geheimen te leyèren. Het
Oostenrijk—Hongaarsche leger hód zijn ge
heimen inlichtingendienst, welke door Redl
werd geleid. Officier van "burgerlijke familie,
was hij door zijn bekwaamheden, en ondanks
den ondervonden tegenstand, snel opgeklom
men. Zijn bureau was voortreffelijk ingericht,
want iedere bezoeker werd er zonder het te
weten gefotografeerd en face en en profil.
Ook kon men, zonder dat de bezoeker het
bemerkte vingerafdrukken van hem nemen
dit geschiedde op zeer ingenleuse wijze bij
de aanbieding van een sigaret of een lucifer.
In dat bureau is op een voor Redl kwaden
onderweg. Ditmaal had zij bijna tien maan
den op zee gezwalkt.
Doch heden bevond zich, tusschen de me
nigte familie-leden, vrienden en vriendinnen,
vooral der bemanning van de „Belgenland",
een groote schare artisten, geleerden en
nieuwsgierige journalisten, gekomen van
heinde en verre. Prof. Einstein was aan
toord. De heeren Lewis en De Lombaert,
van de maatschappij aan welke het schip be
hoort, waren ter begroeting van den Duit-
schen geleerde naar Southampton gereisd en
daar bij hem aan boord gegaan. Te Antwer
pen waren ter be. roeting aanwezig vele Bel
gische autoriteiten en professoren van de
universiteiten te Leiden, Brussel, Gent, Luik,
Parijs en Weenen. In zy'n welkomstwoord
huldigde Kamiel Huysmans, burgemeester
van Antwerpen, prof. Einstein als een wel
doener der menschheid en een der grootste
figuren uit de hedendaagsche wetenschappe
lijke wereld.
Dank aan den heer De Lombaert, directeur
der „Red Star Line", die ons toestond aan
boord te komen en aan de gewaardeerde
tusschenkomst van den heer Nico Gunzberg,
professor aan de Gentsche universiteit, was
het ons gegeven met prof. Einstein een kort
onderhoud te hebben. Ziehier de vragen in
volgorde zooals zij prof. Einstein gesteld en
door hem beantwoord werden
Wat is Uwe meening over het huidige
Duitschland
De toestand gelijkt in vele opzichten op
het debuut van het fascisme in Italië, doch
do omstandigheden waaronder in Duitsch
land de fascistische machtsverovering plaats
heeft, verschillen veel met die in Italië toen
tertijd. Daarom is het zeer gewaagd, afgaan
de op die oogenschijnlijke gelijkenis, reeds
thans voorspellingen te doen. Ik moet hier
bij opmerken dat de Europeesche pers de
pacifistische rede, die ik voor mijn vertrek
te New-York hield gedeeltelijk onjuist heeft
weergegeven. Ik heb niets ten nadeele van
Duitschland gezegd en blijf het als mijn va
derland beschouwen. Wel hel: ik het huidig
gebeuren in Duitschland afgeschilderd als
een psychisch pathologisch verschijnsel en ik
heb daaraan toegevoegd dat, zoolang de be
perkingen ten opzichte der vrije meenings-
uiting er bestendigd blijven, ik niet naar
Duitschland terug zal keeren.
Hoe lang denkt U in België te blijven
Voorloopig een maand of vijf- Ik zal me
in een der Vlaamsche kustdorpen vestigen
er. daar mijn onderzoekingen voortzetten.
Mijn tijdelijke vestiging in België zal gedeeld
worden door mijn medewerker, prof. Mayer,
uit Weenen.
Meent U dat de huidige gebeurtenissen
in Duitschland het oorlogsgevaar vermeerde
ren
Ik ben overtuigd dat het allerminst in
de bedoeling der Duitsche regeering ligt om
een oorlog uit te lokken.
Is er, volgens U, aanleiding om te spre
ken van een „Jodenvervolging" in Duitsch
land
Het gevaar schuilt niet in de alleen
staande aanslagen op Duitsche joden, doch
in de stelselmatige voorbereiding van een
dag een Russisch agent binnengekomen,
maar nog voordat de kolonel gelegenheid
had gehad de geheime toestellen in werking
te stellen, had deze agent hem overtuigd,
dat hij beter deed zich zonder meer aan hem
toe te vertrouwen. Deze agent toch wist uit
Redl's leven en levensloop dingen, die, wer
den zij bekend, hem onherstelbaar hadden
vernietigd. Daartegenover bood de Russische
agent hem groote sommen gelds, indien hij
behulpzaam wilde zyn aan de doeleinden,
hem voor oogen gesteld. Natuurlijk is Redl te
laken officier voor alles had hij op dat
oogenblik moeten begrijpen, dat hem niet
anders te doen stond dan zijn oppersten
chef van alles in kennis te stellen, nadat de
Russische agent door zijn bemiddeling was
gegrepen. Maar Redl deed wat velen in zijn
plaats zouden gedaan hebben hij aanvaard
de den uitweg, en verviel van kwaad tot er
ger.
Dat bleek hem, toen men van hem, reeds in
1903, eischte de uitlevering van het veldtocht
plan van Oostenryk-Hongarije. Redl wist het
in het geheim te fotografeeren en bracht op
deze wijze aan het Oostenrijksche leger een
slag toe, die zich zelfs in 1914 en 1915 nog
deed gevoelen. Maar Redl verried ook den
voornaamsten Oostenrijkschen agent in Rus
land. Deze, een Russische officier, bracht
aan den Oostenrijkschen staf het nieuws, dat
de Russen het Oostenrijksche veldtochtplan
hadden. Redl was de door zijn functie aan
gewezen man om uit te vinden wie de schul
digen warenhij wist, dat liet er maar een
was, maar dezen kon hij juist niet noemen.
Zoo bracht hij een drietal schuldigen voor,
die allen in dienst van Rusland hadden ge-
spionneerd, maar die aan den grooten slag,
door Rusland geslagen, onschuldig waren.
Hij kon deze Oostenrijkers uitleveren, omdat
men van Russische zijde begreep, dat men.
om hem in zijn positie te handhaven, hem in
staat moest stellen een werkelijke ontdekking
te doen. Maar nog ingenieuser ging hij te
werk, want de Russische officier, die ten bate
van Oostenrijk spionneerde, was nog steeds
op zijn post. Redl ontdekte een leemte in de
bewijzen tegen de bevelvoerende officieren
en had alleszins reden om zijn Russischen
spion, die te Warschau woonachtig was, te
belasten met het aanvullen van die leemte.
Deze moest zich daartoe op geheime wijze
stukken uit een der militaire bureaux be
zorgen op hetzelfde oogenblik, dat hij dit
des nachts binnentrad, knetterden de lich
ten aan en zag hij zich gegrepen door drie
wachthoudende officieren, die hem als uiter
ste gunst den revolver aanboden om zelf aan
zijn leven een einde maken. Redl was van
den omgewenschten toezienden voogd verlost.
Wanneer men in een man als Redl niet
iemand ziet, die reeds tevoren van alle eer
gevoel is ontbloot, kan men zich n^uiiyeJijks
psychische toestand die het bestaan voor de
Joden in Duitschland economisch en sociaal
geheel onmogelijk zou maken.
Ziet U in hetgeen zich, bijvoorbeeld nog
pas in Brunswijk, heeft voorgedaan, geen na
derende reactie van sommige volksgroepen
- Ik ben geep profeet
De Algemeene Duitsche Jodenvereeni-
ging en het Duitsch Zionistenverbond heb
ben de berichten over de Jodenvervolging in
Duitschland overdreven genoemd en dit offi
cieel in de pers bekend laten maken. Waren
hierbij wellicht regeeringsinvloeden in het
spel of anderszins
Het is mogelijk dat genoemde vereeni-
gingen zich by deze verklaring, in het be
lang hunner geloofsgenooten, hebben laten
leiden door politieke overwegingen.
Hoe verklaart U de houding van Hitier
tegenover de Joden
Onder dergelijke omstandigheden
heèrseht dikwijls hartstocht .(leidenschaftli-
che gemütsbewegung) over het gezond ver
stand.
Zal het Hitler-bewind van invloed zijn
op de kunst
We moeten afwachten
Hoe kunnen de Duitsche Joden zich te
gen gewelddaden der Nazi's verdedigen
Hoe zich verdedigen tegen willekeur en
machtsmisbruik
Met deze woorden, meer een vraag dan een
antwoord, nam het onderhoud een einde. De
politie was er in geslaagd, voor den beroem
den geleerde, vanaf de loopplank, een weg
te banen naar de voor hem gereedstaande
auto. Toegejuicht door een geestdriftige me
nigte, onder welke talrijke vereenigingen op
wetenschappelijk en pacifistisch gebied uit
Vlaanderen en Wallonië, vertrok prof. Ein
stein, in gezelschap van zijn vriend prof. De
Groot van de Gentsche Universiteit, op wiens
landgoed, het kasteel „Cantecroy", te Mort-
sel, bij Antwerpen,- hij cenige dagen zijn in
trek zal nemen.
Meester-schrijver? Onwillekeurig denk ik
aan titels uit de gildetijden en in sommige
dorpen van Belgisch Brabant nog in zwang
Mr. Schrijnwerker, Mr. Schoenmaker, Mr.
Timmerman, enz. Wij hebben de XXste
eeuw moeten beleven om in de moderne re
clame de waardigheid van het meesterschap
ook uitgebreid te zien tot de romanschrij
vers. In België wordt het gewoonte, in de ge
bruikelijke bombast-publiciteit waarmede
nieuwe werken worden aangekondigd, te ver
melden „het boek is van den meestersohry-
ver die en die". En naar gelang de noodige
reclame gaan er de uitgevers toe over de
schrijvers te rangschikken in drie klassen
grootmeesters, meesters en schrijvers zonder
meer. De uitgevers hebben het werk der
kunstcritici overgenomen, de reclame is in de
plaats gekomen der onpartijdige beoordee
ling. Hetgeen voor., de toekomst dor letter
kunde bedenkelijk is
Een lofwaardige ..uitsondering op dezen
nieuwen regel maken, de groote uitgeversge
nootschappen en de instellingen als het
„Davindsfonds" en het „Willemsfonds". Het
katholieke „Davidsfonds", een Vlaamsche
een denkbeeld vormen van het leven, dat hij
in den loop van deze jaren moet hebben ge
leid. Niet slechts de angst voor ontdekking,
die door een toeval kon volgen, maar ook hes
besef van wat hij jegens eigen land en ka
meraden misdeed, moet hem elke minuut
hebben benauwd. Men denke er niet licht
over, dat Redl door zijn Russische principalen
gedwongen werd om eiken Oostenrijkschen
spion, die met eenig succes in Rusland werk
zaam was, onmiddellijk te ontmaskeren
Dientengevolge bleven slechts die spionnen
in dienst, die of als ledepoppen door Redl
waren aan gesteld of hun werk zoodanig
slecht deden, dat zij den Russen geen kwaad
toebrachten. Daaruit is te verklaren, dat,
toen in 1914 de oorlog uitbrak, Rusland over
74 actieve divisies meer beschikte dan men in
Oostenrijk wist.
Een toeval, zooals er zoovele zijn, bracht
Redl ten val. Als alle officieren van den staf
moest hij eenigen tijd bij de troepen te velde
dienst doen teneinde het contact met he:
militaire leven niet geheel te verliezen. Als
chef van den staf van een der divisiën kwam
hij te Praag in garnizoenna een jaar zou
hij opnieuw bij den generalen staf worden ge
plaatst in een hoogeren rang. Gedurende zijn
verblijf in Praag, stelde zijn opvolger, die den
geheimen dienst leidde, een zoogenaamd
zwaart kabinet in, dat zonder eenige gewe
tensbezwaar aan het geheim der correspon
dentie, voor zooverre dit noodig was, een
einde maakte. Dit kabinet ontdekte op een
dag twee brieven, geadresseerd poste restant
te Opernbal 13 van het groote postkantoor
te Weenenbij opening bleken deze brieven
wissels van 6000 en 8000 kroon te bevatten.
Wat opviel was, dat zij niet waren aange-
teekend, geen aanwijzing hadden en van het
Russische grensstation Eydtkühnen waren
verzonden. Aan twee inspecteurs van politie
werd nu opgedragen het oog op het postkan
toor te houden en te ontdekken, die deze
brieven kwam afhalen. Dagen achtereen, ja
weken brachten de beide inspecteurs aan de
overzijde van het postkantoor door, totdat
op een gegeven oogenblik het eleotrische bel
letje ging, dat hun volgens afspraak waar
schuwde. Hoe zij zich haastten, zij kwamen
te laatde man, die de brieven had meege
nomen, verliet het kantoor reeds. Zij zagen
hem echter in de verte in een taxi stijgen
namen een taxi achter hem, en konden zoo
doende het nummer van den auto te weten
komen, zy bezochten het café, waar hy ge
weest wasnamen de taxi, die hem er had
gebracht en vonden op het kussen van deze
taxi een zakmes. Aan het café gekomen, heb
ben zy het geluk, dat de portier hun weet uit
te duiden, waarheen de bewuste man gegaan
waszoo komen zy aan het Hotel Klomser.
Zij doorbladeren het register, vinden er den
naajn van kolonel Redl, tijdelijk uit Praag
uitgevers-coöperatie, telt 78.000 leden en kan
haar schrijvers derhalve een verzekerd af
zetgebied bezorgen van by na tachtig duizend
exemplaren. Ieder lid betaalt een jaarlijksche
contributie van slechts vijftien francs en
ontvangt daarvoor per jaar drie romans of
andere boeken, die in Nederland, in den ge
wonen boekhandel, per stuk reeds een paar
gulden of meer zouden kosten. De instelling
dezer uitgevers- en lezers-coöperatie is een
zuiver cultureele, geheel werkend zonder
winstbejag en met het verheven doelbe
vordering der vaderlandsche letterkunde en
vorming van Vlaamsche schrijvers, zy opent
aan beginnelingen den weg en heeft, door
haar machtig ledental, geen snorkende re
clame van noode om schryvers van naam
aan te dienen met de soms twyfelaehtige ti
tels van meester of grootmeesters. Naast het
katholieke „Davidsfonds" werkt het Vlaam
sche liberale „Willemsfonds" op hetzelfde
gebied, doch met minder succes. Nochtans
hebben de uitgaven van het „Willemsfonds"
een gewaarborgde oplaag van 22.000 exem
plaren, gelijk aan het ledental der veree-
niging.
Dit Vlaamsche voorbeeld is onlangs door
Wallonië opgevolgd met de stichting van het
„Maison du Livre Beige", beheerd door de
schrijvers Georges Reney en Pierre Bour
geois. Of dit „Huis van het Belgische Boek"
door ledenwinst ooit een oplaag zal bereiken
als het katholieke „Davindsfonds" of zelfs
maar als het liberale „Willemsfonds", be-
twyfelen wy sterk. De Walen lezen hun
schrijvers niet. Zij geven de voorkeur aan de
auteurs van Fransch origine en eerst als een
Waalsch schrijver te Parijs beroemd is, heeft
hij kans ook in zyn eigen land gelezen te
worden. De Fransch genaturaliseerde Waal-
sche en Brusselsche schryvers, o.w. Francis
de Croisset, Kistemaekers en S'Tserstevens,
zyn er voorbeelden van. Zelfs de Fransch
schrijvende Vlamingen, figuren als Maeter
linck, Verhaeren en Eeckhoud, moesten te
Parijs hun roem maken om in hun eigenland
erkend te worden. Ook in het Parysche he
dendaagsche journalisme ontmoeten we
eenige Walen van beteekenis, schrijvers als
Clément Vautel, Dumont-Wilden, Roland de
Marès en de Gobart.
Van 10 tot 21 Mei a.s. wordt te Brussel, in
het Paleis van Schoone Kunsten, een inter
nationale tentoonstelling gehouden voor het
wegverkeer. Wereldsteden als New-York,
Londen, Berlijn, Parijs en Weenen zullen er
aan deelnemen. Wijl steden als Amsterdam,
Rotterdam en Den Haag, nog buiten de of-
ficieele mededinging ingeschreven hebben,
mag verwacht worden dat Nederland een
der voornaamste onder de aan deze ten
toonstelling deelnemende landen zal zyn. De
tentoonstelling beoogtopvoeding en voor
lichting op verkeersgebied, door. het aan
schouwelijk voorstellen van de pogingen,
welke de laatste jaren in België en in het
buitenland werden aangewend ter verbete
ring en beveiliging van het verkeer*.
Behalve hetgeen er te zien zal zyn op het
gebied van ringbaanverkeer, eenrichtings
verkeer, afwisselend stationneeren, wegsig-
over, en zijn reeds van plan dezen te waar
schuwen, als zy ziel: bedenken, dat hy niet
actief aan den geheimen dienst is verbon
den. Zij geven het zakmes aan den portier en
verzoeken hem uit te vinden aan welken
hotelgast het toebehoort. Juist op dat oogen
blik komt Redl naar benedende inspec
teurs zien hem en willen hem eerbiedig tege
moet gaan, doch kunnen tot hun aan-
vankelijken schrik niet verhinderen, da-
de portier hem het mes toont en vraagt of
het ook van hem is. Waarop onmiddellyk hun
verwondering in ontzetting omslaat als de
kolonel het mes als het zyne herkent en, het
in zyn zak stekende, naar buiten gaat.
Slechts een oogenblik zyn de inspecteurs
verbluftzij zien elkander aan zij moeten
handelen. Redl bemerkt al spoedig, dat hy
gevolgd wordt. Reeds is het als een bliksem
straal door hem heengegaan, dat hij onvoor
zichtig was door het mes te herkennen, want
hij lierinnert zich nu waar hy het verloren
moet hebben in de taxi, toen hij met dat
mes de brieven opende.
De beide mannen, die achter den portier
stonden, komen hem plotseling in het ge
heugen zijn instinct van jarenlange routine
zegt hem, dat het rechercheurs moeten zijn
geweest. Vandaar, dat hy het plan maakt
naar de garage te gaan waar zyn auto was
ondergebracht en aldus te trachten te ont
vluchten. Een winkel met spiegelglas voorby
komend, ziet hy de beide mannen vlak ach
ter zich hy weet nu, dat het te laat is. Hij
gaat straat in straat uitop een gegeven
oogenblik treedt hy een winkelgalery binnen
en. scheurt er de brieven, die hy bij zich
droeg en die hem konden ven-aden, aan
stukken. Hy hoopt, dat de inspecteurs zich
zullen ophouden door deze snippers te ver
zamelen, maar hy vergist zich, want een
dezer twee geroutineerden slechts blijft ach
ter de andere volgt hem. En zoo dwaalt
Redl rond, totdat hy, laat op den avond,
niet beter weet te doen dan zijn hotel op te
zoeken.
De andere inspecteur intusschen heeft niet
slechts de snippers verzameld, maar heeft
gehandeld. Hy belde het nummer van de ge
heime politie van den Staat op, en verzocht
aan den chef van den geheimen dienst van
het ministerie van oorlog de boodschap mede
te geven, dat het kolonel Redl was, die de
brieven was komen halen. Dat de directeur
van politie zich aanvankelyk afvroeg of zijn
beide rechercheurs gek waren geworden
wien zal het verwonderen Maar toch zond
hy onmiddellyk een beambte naar het post-
kantoor om de ontvangstbewyzen op te
eischenhij verzekerde zich een handteeke-
ning van kolonel Redl in het ministerie van
oorlog en zag de noodlottige gelykenis. Nog
dacht hy aan de ontdekking slechts van een
werkt zacht en weldadig Uw huid ontwaakt
tot nieuwe schoonheid onder haar aanraking.
In prijzen van 203045 en 75 cent.
nalisatie, maquetten van autostrades, van
tunnels, ondergrondsche garages e.a., zal er
een groote maquette tentoongesteld worden
van het stadsplanLecorbusier, met wegen
aanleg tot in de buitenwyken, volgens een
geheel nieuw systeem. De hyper-moderne
Parysche architect Lecorbusier, stelt zich de
stad der toekomst aldus voorDe huizen
zyn uitsluitend reusachtige wolkenkrabbers,
in elk waarvan 20.000 menschen kunnen
wonen. Twee honderd van deze huizen zyn
dus voldoende voor een wereldstad van vier
millioen inwoners. Het is de zgn. „open be
bouwing", die bij een oppervlakte als de
stad Parijs, slechts 5 bebouwd zou zijn en
95 open terrein voor parken, autowegen
en vliegvelden in de stad. Ja, open terrein is
er dan genoeg, maar die arme toekomst-
menschen bij twintig duizend in één huis.
Wy hopen dat mierentydperk niet meer te
beleven
W. v. M.
DE ZEEÜWSCHE ZEEROOVERS.
VI.
Hebben wij reeds er op gewezen, dat te
Vlissingen in het midden der 17e eeuw de
gebr. Lampsins door hun handel en kaap
vaart veel rykdom hebben verworven, ook
Middelburg had op het einde der 17e eeuw
een tweetal broeders, die zich op geiyke
wijze naam en fortuin hebben gemaakt, nl.
Jacob en Johan Sautyn. Al is deze naam
niet zoo bekend als Lampsins, hun beteeke
nis was niet minder. Het was in den negen
jarigen oorlog en in den Spaanschen Succes
sie-oorlog, dat zij groote diensten bewezen
hebben aan de Republiek. Zy behoorden toen
tot de eerste kaapvaarders van ons land. Zy
rustten voor eigen rekening 36 commissie-
vaarders uit, bewapend met 1206 stukken
geschut en bemand met 8520 koppen. Zij
hebben tal van Hollandsche koopvaarders
beschermd en den vyand (Frankrijk) veel
schade toegebracht. Meer dan 500 kruis
tochten zijn voor him rekening ondernomen.
Uit eigen middelen hebben de gebr. Sautyn
hieraan 31.111.000 ten koste gelegd. Maar
nog grooter waren natuurlijk de winsten.
Gerrit Hendriks en Benjamin le Sage wa
ren hun meest beroemde kapiteins.
Als derde stad in Zeeland, die zeeroovers
uitzond, al was het niet in zoo'n groot aan
tal i.ls Vlissingen en Middelburg, was Veere.
Het waren vooral de kaperkapiteins Cornells
Dankers en Jacob de Mauregnault, die veel
succes hadden. Dit succes hadden zy niet
alleen te danken aan hun onverschrokken
heid, ïftaar ook aan' "de shelzeilende sche
pen, die ze gebruikten en welke schepen
gemaakt waren naar het model van een
gestranden Duinkerker kaper.
Dankers is in 1697 gestorven aan de gevol-
klein en weinig beteekenend geheim van
privaten aard, maar al spoedig daarna kwam
de inspecteur hem opzoeken en bracht hem
de snippers papier, die, byeengelymd, on
aantastbare bewijzen voor Redl's schuld
vormden. Het oogenblik om kolonel Von
Urbansky, den opvolger van Redl, te waar
schuwen was gekomen. Niet met opgewekt
heid volbracht de directeur deze taak, maar
het moest.
Dienzelfden tijd was Redl eenigszins tot
zichzelf gekomen. Hy zou dien dag dineeren
met een oud vriend van hem, een magistraat
van hooge positie te Weenen. Met dezen ge
zeten in de eetzaal van het hotel, zich be
spied wetende, deed Redl gedurende het
dessert een soort bekentenis zondei intusschen
het misdrijf te noemen, waaraan hy zich
heeft schuldig gemaakt. Met aandrang ver
zoekt hij zyn vriend voor hem verlof tever-
krygen om zich naar Praag te begeven, waar
hy zich ter beschikking van zijn meerderen
zal houden. De magistraat weet niet anders
te doen dan aan dit verzoek gevolg te ge
ven, maar hy ontvangt van de betrokken
autoriteiten een vage uitvlucht, die hem met
angst vervult. In dienzelfden tyd heeft Ur
bansky den opperbevelhebber van het leger,
den zoo bekenden Hötzendorff weten te vin
den. De oude maarschalk ontstelt by het
hooren van het slechte nieuws, dat men hem
vertelt in een zijkamer van het hotel, waar
hy in een vriendenkring dineerde. Slechts
één bevel kan hij Urbansky geven dien
zelfden nacht nog moet de zaak teneinde
komen zoo mogelyk zonder, maar anders
met schandaal. Urbansky moet het noodige
doen.
En deze handelt met groote doortastend
heid. Hij bereikt een viertal officieren van
zyn bureau, die zich op zyn bevel naar de
kamer van kolonel Redl in het hotel Klomser
begeven. Zij vinden er Redl, in burger ge
kleed, bezig zijn afscheidsbrieven van lak te
voorzien. Als Urbansky hem een vraag wil
stellen, wysfc Redl hem met de hand terug
Ik kan geen vragen beantwoorden, ik heb
geen medeplichtigen, al wat ge weten wilt,
zullen myn papieren, die ge ongetwyfeld in
beslag zult nemen, U leeren.
Urbansky buigt het hoofd, en een der ver
ft zeilende officieren vraagt yskoud Hebt
<e een revolver by u, mijnheer Redl
De kolonel schudt ontkennend het hoofd.
De officier haalt zijn revolver uit zyn tasch
en legt deze op de hoteltafel neer. Waarop
de officieren zich terugtrekken en zich in-
stalleeren in de hall van het hotel, waar zy
/erblyven totdat de dageraad aanbreekt. Zy
ïebben het schot niet gehoord, dat kort na
middernacht in Redl's kamer heeft weer
klonken. Het was het eenig mogelijke ':uit-
nnde voor cL/en te hoog geplaatsten spion