Vlissingsche Courant
TWEEDE BLAD
FEUILLETON
DE BEKER VAN KONINGIN
ELIZABETH.
BINNENLAND
HET UITZICHT
IS BEPERKT
van de
van
Donderdag 30 Maart 1933. No. 76.
Het vraagstuk van partieuliere
wapenfabricatie en handel.
De „Vereenigingvoor Volkenbond en Vre
de" Is er, in verband met besluiten van hare
laatste algemeene vergadering toe overge
gaan om eene commissie te benoemen, die
tot taak heeft het vraagstuk van de particu
liere wapenfabricatie en -handel te onder
zoeken en rapport uit te brengen omtrent
het standpunt, dat tegenover dit internatio
nale vraagstuk door deze vereeniging dient
te worden ingenomen Voorzitter van deze
commissie is het Tweede Kamerlid mr. A. M
Joekes; leden ervan zijn mevrouw C. A.
Kluyver, verbonden aan het departement van
buitenlandsche zaken It. gen. b. d. P. J. van
Munnekrede en F. J. H. van Zadelhof, lid
van de Tweede Kamer, terwijl mr. H. E.
Scheffer te 's-Gravenhage als secretaris
optreedt.
Over het vraagstuk van de wapenfabrica
tie en den invloed, dien deze uitoefent, is
zoowel voor, tijdens als na den oorlog veel
gezegd en geschreven. Vooral in den laatsten
tijd zijn belangrijke gegevens dienaangaande
verzameld. Dat er een internationale samen
werking tusschen de fabrikanten van oor
logsmateriaal bestaat en dat deze een be-
denkelijken invloed oefent, althans gemak
kelijk kan oefenen, blijkt nog eens duidelijk
uit de bijdrage, die de bekende Fransche
journalist Delaisi heeft geleverd voor het
boek van de Interparlementaire Unie gewijd
aan den oorlog der toekomst. Delaisi ziet in
dezen internationale wapenhandel een zon
derlinge paradox. Want indien er een tak
van de productie moest zijn, die op de méést
naijverige wijze door den eigen staat werd
gecontroleerd, dan deze die immers in de ge
legenheid is aan andere landen aanvallende
kracht toe te voegen. Aan de gegevens door
hem verzameld, ontleent Delaisi, dat het nog
niet zoolang geleden is, dat de wapenhandel
een bedrag van 48 millioen dollar, dus V/2
honderd millioen gulden bedroeg. Engeland
en de Vereenige Staten speelden daarbij met
tezamen bijkans 60 de hoofdrolDuitsch-
land, dat door het tractaat van Versailles
beperkt is in eigen bewapening, toonde een
hooger cijfer dan Frankrijk. Het eigenaardi
ge is echter wel, dat de invoercijfers van
wapenmateriaal niet meer dan 27 millioen
dollar van den vermelden handel terugbren
gen de rest is -,,zoek", omdat blijkbaar niet
alle landen den w&peninvoer gaarne vermel
den. Delaisi geeft trouwens toe, dat het bij
den tegenwoordigen stand van zaken uiter
mate moeilijk, zoo niet geheel onmogelijk Is
cm vast te stellen of bepaalde onderdeelen,
grondstoffen en wat dies meer zij, ter ver
sterking van vredes- of oorlogsdoeleinden
worden ingevoerd.
Het ergste echter is, naar zijn oordeel, dat
deze partieuliere bewapeningsindustrie en
-handel een diploma terzijde van de offi-
cieele diplomatie doen geboren worden. Hij
herinnert er aan, hoe Frankrijk in Syrië en
elders met eigen kanonnen werd beschoten
bij herinnert aan onderhandelingen tusschen
de landen, die het mogelijk hebben gemaakt,
ciat, terwijl de oorlog woedde, en niet slechts
met medeweten, maar zelfs op instigatie van
de wederzijdsche regeeringen, directe of indi
recte oorlogswapenen over en weer werden
geleverd. De handel in oorlogswapenen vindt
zoowel in oorlogs- als in vredestijd in de
kleine landen, die tusschen de groote liggen
ingesloten, steunpunten, en deze handel is
bij den tegenwoordigen toestand niet te ver
mijden. Het allerergste echter acht Delaisi,
dat de internationale organisatie van die
particuliere wapenfabrikanten gericht is en
wel gericht moet zijn tegen elke ontwape
ning, die immers aan deze industrieën het
Naar het Engelsch van FERGUS HUME.
27)
In de eetkamer vond ze dr. Dawson in
gezelschap van Lionel Fanshaw, die ook de
vroege godsdienstoefening, welke rthans door
de plotselinge en algemeene verwarring niet
kon doorgaan, had willen bijwonen.
„Het is verschrikkelijk, juffrouw Baxter",
begon de heer des huizes bedrukt. „U hebt
het natuurlijk al van Aimer gehoordde
oude Tollhurst geworgd en de beker ver
dwenen.... Het lijkt wel...."
„Praat u er alstublieft niet verder over,
meneer Dawson", viel de jonker hem in de
rede, bezorgd naar Anita's bleek, ontsteld
gezicht kijkend. „Juffrouw Baxter i s al
heelemaal van streek. We moeten haar en
juffrouw Pamela er zooveel mogelijk buiten
houden."
„Neen, dat is absoluut niet noodigik kan
er wel tegen", verklaarde Anita snel, „en
juffrouw. Pamela ook. Ze is zich op het
oogenblik aan het kleeden. Maar de kinde
ren moeten uit de buurt van het huisje
blijven.'
Meneer Dawson, geheel vervuld van de
vreeselijk misdaad, die hem zoo wreed uit
zijn rustig wereldje van studie en geleerden
arbeid had gerukt, keek verstrooid o&.
leven zou ontnemen. Hij wijst dan ook op
het eigenaardige verschijnsel dat, zoodra
toenadering tusschen landen, die niet
vriendschappelijk tegenover elkaar stonden,
merkbaar is, eenige compromitteerende
stukken ontdekt en gepubliceerd worden.
Niet voldoende kan de openbare meening
nadenken over de dingen, die door Delaisi
zijn gezegd en die bevestigen wat reeds van
andere zijde is verzameld en geschreven.
Echter, het vraagstuk is niet uitgeput mot
het constateeren van deze dingen. Zoolang
de oorlog niet voldoende is uitgebannen, zal
er voor de regeeringen behoefte bestaan
aan oorlogsmateriaal. En kleine landen ne
men in dat opzicht weer een andere positie
in dan de groote. Dat maakt het vraagstuk
niet op zichzelf, maar in verband met de
oplossing, die men er aan wenscht te geven
totdat de oorlog is uitgebannen, ingewik
keld. Vandaar, dat een rapport van een
commissie als deze, die op dit stuk in elk
opzicht deskundig mag worden geheeten,
met veel belangstelling ook buiten den kring
van de bovengenoemde vereeniging zal
worden tegemoet gezien.
Minister Beelaerts van Blokland.
Jhr. mr. F. Beelaerts van Blokland, die als
opvolger van nu wijlen mr. dr. F. A. C. graaf
Van Lynden van Sandenburg, die op Eersten
Kerstdag van het vorig jaar overleed, be
noemd is tot vice-president van den Raad
van State, is 61 jaar oud.
De heer Beelaerts van Blokland werd 21
Januari 1872 te 's-Gravenhage geboren. Hij
bezocht het Haagsche gymnasium, studeerde
vervolgens aan de rijks-universiteit te Lei
den in de rechtswetenschap en promoveerde
aldaar in 1895. Twee jaar later werd hij
ambtenaar bij het hoofdbestuur der poste
rijen, telegrafie en telefonie, totdat hij met
ingang van 1 Januari 1901 zich benoemd zag
tot commies-griffier van de Tweede Kamer.
Dit ambt bekleedde hij tot 1909, in welk jaar
hij, naar aanleiding van een tot hem gericht
verzoek, overging in den diplomatieken
dienst. Hij werd toen onze gezant in China
en bleef daar in dien rang gedurende negen
jaren. Tijdens den wereldoorlóg behartigde
de heer Beelaerts tevens de belangen van
Duitschland en Oostenrijk-Hongarije. In 1918
gerepatrieerd, werd hij in actieven dienst
hersteld en chef der afdeeling diplomatieke
zaken van het departement van buitenland
sche zaken. Als zoodanig was hij tweede ge
delegeerde van ons land ter conferentie te
Washington (November 1921Fegruari 1922»
en nam hij in 1924 deel aan de besprekingen
over het verdrag met België.
Begin 1927 werd jhr. mr. Beelaerts van
Blokland benoemd tot gezant te Brussel,
doch nog voor hij dit ambt had kunnen
aanvaarden, werd de verwerping van het
-Belgisch verdrag door de Eerste Kamer
oorzaak, dat minister Van Karnebeek heen
ging. 'In diens plaats werd toen met ingang
van 31 Maart 1927 aan jhr. Beelaerts als
minister van buitenlandsche zaken zitting
gegeven in het toenmalige ministerieDe
Geer en de portefeuille van buitenlandsche
zaken behield hij in het tegenwoordige derde
ministerie—Ruys de Beerenbrouck, dat 10
Augustus 1929 aan het bewind is gekomen.
De verdienste van den nieuw benoemden
vice-president van den Raad van State je
gens den lande zijn indertijd beloond met
het ridderkruis van de Orde van den Ne-
derlandschen Leeuw, dat hem reeds in
Augustus 1910 werd toegekend, terwijl hij in
Augustus 1926 werd benoemd tot groot-offi
cier in de Orde van Oranje-Nassau. Boven
dien zijn aan jhr. Beelaerts van Blokland in
den loop der jaren tal van de hoogste bui
tenlandsche onderscheidingen ten deel ge
vallen.
Prof. Goudriaan en de S.D.A.P.
Indertijd heeft prof. J. Goudriaan Jr. in de
„Groene Amsterdammer" een artikel ge
schreven, waarin de hoogleeraar zijn ergernis
uitsprak over de houding van de S.D.A.P.
ten aanzien van het voorgevallene met „de
Zeven Provinciën", en de opvatting, die de
„Waar zijn ze eigenlijk Wacht eens, nu
herinner ik me, dat ik ze het grasveld zag
oversteken, toen
„Dan zijn ze naar het huisje gegaan",
onderbrak de gouvernante hem verschrikt,
terwijl ze snel naar de deur liep. „Ik moet
ze dadelijk achterna Ze mogen het lijk
niet zien...."
„Julius hééft het al gezien", merkte de
jonker droog op. „Hij is met zijn vader
meegeloopen, toen Almer kwam vertellen,
dat de oude vermoord was."
„I s het werkelijk moord vroeg Anita,
terwijl ze een oogenblik bij de deur bleef
staan.
„Wat kan het anders zijn meende dr.
Dawson. „Tollhurst is in zijn slaap geworgd
met een zakdoek. De beker is verdwenen
„Hetgeen bewijst, dat diefstal het motief
van den moord is", vulde Fanshaw aan. „Ik
heb het huisje altijd een onveilige bewaar
plaats gevonden, vooral nu de oude man
zich den laatsten tijd aan opium is te buiten
gegaan. Ik voor mij ben overtuigd, dat hij
vannacht weer in een diepen roes is ge
weest en in zijn verdooving geworgd werd
door eei. of anderen landlooper, die wist,
dat de beker in de eikenhouten kast was
geborgen."
„Iedereen wist, dat hij zich daar bevond
en toch is nooit te voren een poging gedaan
om hem te stelen", bracht de geleerde op
peinzenden toon in het midden. En daarop
„Ga je even met me mee naar mijn kamer,
Lionel Ik wilde een brief schrijven aan dei'
inspecteur van politite te 4 "'haven mis
leiders van die partij blijk gaven te bezitten
over dit geval, afkeurde.
In „het Volk" heeft daarop dr. Henri Polak
den intusschen uit de S.D.A.P. getreden hoog
leeraar over dit artikel aangevallen, en
noemde het schrijven daarvan „een vergrijp,
zoo grof, zoo laakbaar; zoo onvergeeflijk"
dat den heer PoSk woorden te kort schoten
om het te identificeeren. Zijn standpunt ba
seerde dr. Polak op de leus der Jingo's
„Right or wrong my country" en zeide dat
hij, al zou hij in duizend opzichten andere
meeningen huldigen dan de bij zijn- partij
gangbare, hij toch naast zijn partij staat,
wanneer bij wordt aangevaren.
Thans antwoordt prof. Goudriaan in „de
Groene" den heer Polak. Prof. Goudriaan, die
dit beginsel lijnrecht tegenover gesteld acht
aan de democratie, „onderwijst" dan verder
dr. Polak.
De democratie berust niet op de heerschap
pij van de helft plus één. De democratie gaat
uit van den innerlijken sainenhang van het
géheele volk en zij berust op het vertrouwen,
dat de groote massa des volks bij voortduring
geleid wordt door een juist inzicht in hetgeen
tot heil van het gehee&e volk zal strekken.
De democratie berust zeer essentieel op her,
vertrouwen in de kracht van de waarheid,
die zich door vrijwillige overtuiging, door een
voortdurend beroep op ieders individueel be
sef voor rede en redelijklieid een weg moet
banen.
Daarom heeft de democratie tot voorwaar
de de vorming van een gezonde publieke
opinie vrijheid van drukpers, vrijheid van
vereeniging en vergadering zijn daarbij haar
voornaamste hulpmiddelen.
Maar deze hulpmiddelen zijn vaten zonder
inhoud, indien zij niet gevuld worden met
het resultaat van zelfstandig nadenken.
Daarom legt de democratie aan ieder staats
burger den plicht op zich ëen eigen oordeel
te vormen over de publieke zaak en daarvan
te getuigen, duidelijk en klaar op het oogen
blik dat het noodig is.
Prof, Goudriaan zegt verder o.m.
„Gij zult u zonde:' twijfel de vraag gesteld
hebben hoe het komt, dat de „burgerpers" als
„een losbarsting van de hel" op de S.D.A.P.
is aangevallen.
Gy ziflt in uw verzameling dagbladen
de gebeurtenissen op den voet volgend be
merkt hebben, dat het eerste, symptoom van
deze losbarting lag in een vergadering van
de S.D.A.P. op den Zondag, toen het eerste
telegftm over de muiterij ons land bereikte.
Gij zult u herinneren,-dat op die vergade
ring het ongehoorde schandaal plaats vond,
dat de mededeeling, dat e.en schip der Ne-
deriandsche marine, door muiters overmees
terd Jiet ruime sop had gekozen, met applaus
wérd begroet.
Gij zult u herinneren, dat op die vergade
ring ir. Cramer zijn beruchte woorden sprak.
Gij zult u herinneren, dat „het Volk" in
haar Maandagnummer over deze gebeurte
nissen eenige pakkende kopjes vertoonde en
een fijn gestyleerd stemmingsjstukje uit Den
Helder opnam. -
Gij zag voor uw oogen, hoe deze partij ge
compromitteerd werd. Gij Ijadt met uw En-
gelsche traditie een voorbeeld bij de hand,
hoe een, andere arbeiderspartij zich in een
soortgelijk geval gedroeg. Gij moet u zeer
geërgerd hebben ik kan en ik wil van u niet
aannemen, dat gij de uitingen uit de Neder
landsche arbeiderspartij goedkeurdet.
En w?' deedt gij Wat deedt gij met uw
partij voor een „losbarsting van de hel" te
vrijwaren
Gij deedt niets. Heelemaal mets. Men hoor
de of zag niets van u.
En omdat gij en de talrijke met u gelijk
gezinden dit alles verdragen hebben en erbij
gezwegen hebben daarom heb ik wat hard
gesproken en daarom heb ik u verlaten".
Dr. Bendien's kanker-onderzoek.
De „British Medical Journal" bevat een
belangrijk rapport van dr. E. Cronin Lowe,
te Liverpool, betreffende resultaten, verkre
gen met de methode van kankeronderzoek
van onzen landgenoot, dr. S. G. Bendien.
In totaal werden 600 patiënten met en
zonder kankerachtige uitwassen onderzocht,
en in meer dan 95 der gevallen bleek er
verband te bestaan tusschen den klinischen
toestand en de resultaten van dr. Bendien's
bloedonderzoek. Van de 25 gevallen, waarin
schien' kun je me op enkele punten advies
geven. Veldwachter Dorkins staat bij het
huisje op post, maar het is toch beter zijn
chef er direct bij te halen.
„Dan hoop ik maar, dat Dorkins de kin
deren niet naar binnen heeft laten gaan",
zei Anita Ze verliet de kamer en spoedde
zich door de laan, die ze den eersten avond
van haar verblijf op „de Olmen" reeds met
meneer Dawson en de kinderen was gegaan,
naar het huisje van Tollhurst.
Haar geest hield zich onafgebroken bezig
met de raadselachtige misdaad; haar ver
denkingen tegen den kolonel waren nog niet
geheel verdwenen, ofschoon Fanshaw's mee
ning, dat een landlooper de moordenaar zijn
moest, haar wel wat geruststelde. En terwijl
ze steeds peinsde over dit probleem, stond ze
plotseling van aangezicht tot aangezicht met
haar vader, die door het laantje in de rich
ting van het dorp wandelde.
Anita slaakte een kreet, bleef toen plotse
ling met een ruk stilstaan en keek den ko
lonel scherp aan. Maar hij zag er even kalm
en opgewekt uit als altijd.
„Zoo", begroette Baxter haar met een
knikje, „dus je bent ook op weg naar het
tooneel van het drama Het heele dorp is
er. Als die boerenkinkels evenveel moorden
hadden gezien als ik in Guatemala, zouden
ze zich niet zoo opwinden
„De beker is weg en de oude man is ge
worgd", merkte Anita veelbeteekenend op,
hem tegelykertyd doordringend aanziende.
-- Vnr iS weg en de oude man is ge-
^xuudlde haar vader achend, „Wat
het experiment niet tot resultaat scheen te
voeren, waren er eenige, waarin kanker ge
compliceerd was door een enstigen septischen
toestand. Het onderzoek was dan negatief. In
de overige gevallen was het gedeeltelijk posi
tief voor zoover geen kanker geconstateerd
kon worden-of wel het wees niet op een wer
kelijk kankerachtig gezwel en het feit dat eën
positief resultaat verkregen werd kan, vol
gens dr. Cronin Lowe, een bewijs zijn van
ontvankelijkheid voor kanker.
Worden andere omstandigheden, gegrond
op nauwkeurige bijzonderheden omtrent de
verschillende ziekten der onderzochte pa
tiënten, dan leverde de proef in niet minder
dan 98 der gevallen een juiste diagnose op
Dit treffende resultaat doet opnieuw de
vraag rijzen wa&rom andere onderzoekers
geen succes gehad hebben, en waarom de
proef in de beslissende reeks experimenten
niet bevestigd werd, hetgeen ernstige cri-
tiek op het geheele beginsel met zich brengt.
Evenals dr. Bendien meent diens collega
te Liverpool dat de aangewende chemicaliën
nauwkeurig genormaliseerd moeten worden,
daar de samenstelling van verschillende zen
dingen sadium vanadate schijnt te varieeren.
Ook moeten de bij de proef gebruikte glazen
buizen genormaliseerd worden wat de grootte
betreft en de grootste nauwgezetheid moet
in acht genomen worden bij het afmeten
van de kleine hoeveelheden van het gebruikte
bloed serum en van reagentia. Verder heeft
dr. Cronin Lowe een wijziging ingevoerd,
hierin bestaande dat de proef uitgevoerd
wordt in drie afzonderlijke series van buizen.
In een daarvan is het serum onverwarmd, in
een ander is het een half uur lang verwarmd,
en in een derde is het behandeld met ether.
Dr. 'Lowe legt er den nadruk op, dat een vol -
maakte diagnose alleen kan worden gesteld
indien de reactie in elk dezer drie series'be
studeerd. wordt.
Een ander punt van eenig belang met be
trekking tot het aldus aangewende Bendien-
experiment, is dat de graad van kwaadaar
digheid der tumors op deze wijze kan worden
bepaald, zoodat de waarschijnlijke resultaten
der behandeling nauwkeurig voorspeld kun
nen worden. Waar een bevredigende er.
klaarblijkelijke genezing plaats gehad heeft,
blijkt de bloedreactie weer normaal en in
eenige gevallen heeft de weder-verschijning
eener positieve serum-reactie een terugkeer
van den kanker aangekondigd eenige maan
den vóór deze door de gewone onderzoekings
middelen geconstateerd kon worden. Na een
operatie zou het wenschelyk zyn kankerge
vallen door deze proef te doen volgen met
het oog op verdere behandeling.
Deze treffende bevestiging van dr. Ben
dien's werk maakt het mogelijk te begrijpen,
waarom het zonder meer door de autoriteiten
verworpen is, besluit het blad. Wellicht zal
het succes van dr. Gronin Lowe oorzaak zijn
dat de heele kwestie opnieuw aan de orde
gesteld wordt.
De werkloozensteun.
Blijkens gegevens van het departement van
binnenlandsche zaken is van 1 tot 28 Januari
uitgegeven door de gemeenten zonder aftrek
van subsidie aan werkloozensteun ƒ6.348.147
en aan werkverschaffing 1.830.837. De
werkloozenkassen hebben in deze periode uit
betaald ƒ6.307.909 en het rijk ƒ726.649. Ge
gevens verstrekten 1067 gemeenten met
7.984.682 inwoners. Van 29 Januari tot en met
25 Februari is uitgegeven door de gemeente
aan werkloozensteun 7.669.259 en aan werk
verschaffing 1.989.908. In deze periode heb
ben de werkloozenkassen uitbetaald de som
van 3.556.209 en heeft het Rijk betaald
157.444. Gegevens verstrekken 1025 gemeen
ten met 7.689.102 inwoners.
Verlaging telegramkosten.
Ter tegemoetkoming aan een reeks meer
malen door belanghebbenden geuiten wensch
wordt met ingang van 1 April a.s. het recht
van 5, resp. 10 cent voor het aanbieden van
telegrammen in giro, resp. per telefoon of
verresohrijver afgeschaft.
Hoewel deze afschaffing in de huidige om
standigheden een belangrijk offer beteekent,
is de rijkstelegraaf niettemin tot dezen maat
regel overgegaan op grond van de overweging
diat de heffing van genoemde rechten een
onbelemmerd gebruik van de moderne wijzen
zeg je dat spookachtig Wil je mij er mis
schien van beschuldigen informeerde hij
welgemoed.
„U u maakte er een toespeling op,
dat de beker groote waarde had."
„En ik had het bij het rechte eind ook"
verklaarde Baxter schouderophalend. „Ik wil
zelfs niet ontkennen, dat ik dien beker graag
zou hebben gehad duizend pond is wa
rempel geen kleinigheid. Maar ik geloof toch
niet, dat ik zelfs voor duizend pond een
ouden man in zyn opiumroes zou vermoor
den."
„Hoe weet u, dat hij opium rookte
vroeg Anita plotseling.
Baxter maakte een hoofdbeweging in de
richting van het huisje. „Daar hebben ze
het allemaal overhet schijnt algemeen be
kend te zyn, dat de oude man op Chinee-
sche manier opium schoof. Het verbaast me
overigens niet, dat iemand in dit suffe nest
daartoe komt", voegde hij er spottend bij
„Maar ik zie", vervolgde hij, ernstiger weer,
„dat je je inpraat, dat ik iets met die ge
schiedenis te maken heb. Dat kun je gerust
uit je hoofd zetten, meisjelief ik heb je al
gezegd, dat ik niet zoo laf ben om een weer-
loozen, ouden man in zijn slaap te dooden.
Kort nadat je wegging, lag ik in bed en
sliep. Juffrouw Maynard was vrijwel den
geheelen nacht op om op haar zieke dochter
te passen, dus ik had niet eens kunnen weg
komen, zonder dat zy het merkte. En vóór
dat jy in het logement kwam, héb ik met
Ricky Gould gedineerd en kaart gespeeld."
„En meneer Gould
Op hooge bruggen Is
SCHERP RECHTS HOUDEN
het wachtwoord 1 U kunt
immers niet zien, of van de
andere zijde verkeer nadert!
11
van aanbieding van telegrammen in den weg
stond.
De opgelegde schepen.
Op de dezer dagen gehouden jaarvergade
ring van de Nederlandsche Reedersvereeni-
ging heeft de voorzitter, de heer H. A. Crom-
melin, er op gewezen, dat de maatregelen,
door verschillende landen genomen ter bevei
liging der, binnenlandsche economische toe
standen, wederom tot verdere vermindering
van het verkeer hebben geleid.
De toestand van de Nederlandsche scheep
vaart blijkt duidelijk uit het feit, dat over
1932 gemiddeld 57 van de schepen be
stemd vcor de algemeene vrachtvaart opge
legd waren, 36 van de groote lijnvaart;
25 van de korte vaart en 6 van de tank
vaart. Het cijfer voor de algemeene vracht
vaart bedroeg in Januari 1933 59.6
Nu men érnstig moet vreezen dat voorloo-
pig niet op een aanzienlijke vermeerdering
van het wereldverkeer gerekend mag worden,
is dit- te veel aan tonnage tenslotte het alles
beheerschende punt, dat een stijging der
vrachten belet.
Een oplossing van dit vraagstuk is neg niet
gevonden.
Slachtoffers van influenza en bronchitis.
Het sterftecijfer tengevolge van influenza,
bronchitis en longontsteking begint met het
goede weer aanmerkelijk te dalen. Het aan
tal sterfgevallen in de 46 gemeenten met
meer dan 20.000 zielen, omvattende op l
Januari 1933 een bevolking van 3.985.000 in
woners, voorgekomen gedurende de week van
19 tot en met 25 Maart 1933, bedroeg aan
influenza 22, aan bronchitis (acuta, chro
nica) 10, aan bronchopneumonie (capillaire
bronchitis) 26, aan Iobaire pneumonie
(croupeuze pneumonie) li en aan pneumonie
zonder meer 20 totaal 89.
Toelatingsleeftijd Ny verheidsschol en.
Het hoofdbestuur van den Nederl. Bond
van leeraren en 'leeraressen by het nijver
heidsonderwijs heeft een telegram gezonden.
,aan den minister van onderwijs, waarin het
den minister beleefd verzoekt, mede in ver
band met de toezegging in de Memorie van
Antwoord aan de Eerste Kamer, ook met de
organisaties van leerkrachten bij hét nijver
heidsonderwijs overleg te plegen inzake de
Voorbereiding van de wijziging van het Kon.
besluit betreffende verhooging van den toe-
latingsleeftyd voor nijverheidsscholen.
Natuurschoon vernietigd door ergerlijke
onachtzaamheid bij werkverschaffing.
Door verregaande onachtzaamheid van den
opzichter der ontginning in werkverschaf
fing van het Staatsboschbeheer onder de ge
meente Aalst-Waalre, die ondanks de na
drukkelijke waarschuwing van den plaatse
lijken veldwachter overging tot het afbran
den van heide ter vergemakkelijking van het
omwerken van den grond, is gisteren een
oppervlak van acht hectaren heide en bosch,
toebehoorende aan de N.V. Philips Grond-
maatschappij tot behoud van Natuurschoon,
afgebrand. Van de ter plaatse tewerkgestelde
zeventig werkloozen stak slechts een enkele
de helpende hand uit. Deze omstandigheden
zijn van dr. A. F. Philips aanleiding geweest
om tot den minister van binnenlandsche za
ken een telegram te richten, waarin met klem
wordt verzocht maatregelen te willen nemen
ter voorkoming van een dergelijk vandalisme.
„Die is weggegaan, terwijl ik met jou aan
net praten was, en is toen waarschijnlijk
naar het huis van zijn neef gegaan Verdenk
je hem soms ook eindigde de kolonel
schamper.
„Ik verdenk niemand", klonk het scherp,
„en hoewel ik meneer Gould niet erg sym
pathiek vind, geloof ik toch niet, dat hij tot
een dergelijke laagheid in staat is."
„Maar my verdacht je er toch half en half
van", protesteerde Baxter. „Enfin, mijn rug
is breed genoeg om zelfs zóó'n onredelijke
beschuldiging te dragen."
„Ik beschuldig u niet."
„Nu, het doet er ook niets toe", antwoord
de haar vader koel, terwijl hij zijn overjas
dichtknoopte. „Ik ga met den middagtrein
weger is niets, dat me hier houdt."
„Zou u niet liever blijven, totdat het ge
rechtelijk onderzoek heeft plaats gehad
stelde Anita bezorgd voor. „Er is een moord
gepleegdu bent een vreemde hier in het
dorp en.
„En daarom ben ik dus schuldig. Dank je
welIk heb geen enkele reden om bang te
zijn ik zal onder een of ander voorwendsel
mijn adres bij Maynard achterlaten, en als
er vragen gedaan worden, kan ik die tot
ieders genoegen beantwoorden, ik ga op zijn
vroegst over een week naar Guatemala en in
dien tijd zal het inquest zeker gehouden zyn.
Maar één ding wil ik je wel zeggen, Anita",
voegde de kolonel er met onbeschaamde
openhartigheid aan toe, „als ik dien beker te
pakken had kunnen krijgen, zou ik hem niet
hebben laten staan." (Wordt vervolgd.)