Vlissingsche Courant TWEEDE BLAD FEUILLETON DE BEKER VAN KONINGIN ELIZABETH. BINNENLAND HET UITZICHT IS BEPERKT van de van Donderdag 30 Maart 1933. No. 76. Het vraagstuk van partieuliere wapenfabricatie en handel. De „Vereenigingvoor Volkenbond en Vre de" Is er, in verband met besluiten van hare laatste algemeene vergadering toe overge gaan om eene commissie te benoemen, die tot taak heeft het vraagstuk van de particu liere wapenfabricatie en -handel te onder zoeken en rapport uit te brengen omtrent het standpunt, dat tegenover dit internatio nale vraagstuk door deze vereeniging dient te worden ingenomen Voorzitter van deze commissie is het Tweede Kamerlid mr. A. M Joekes; leden ervan zijn mevrouw C. A. Kluyver, verbonden aan het departement van buitenlandsche zaken It. gen. b. d. P. J. van Munnekrede en F. J. H. van Zadelhof, lid van de Tweede Kamer, terwijl mr. H. E. Scheffer te 's-Gravenhage als secretaris optreedt. Over het vraagstuk van de wapenfabrica tie en den invloed, dien deze uitoefent, is zoowel voor, tijdens als na den oorlog veel gezegd en geschreven. Vooral in den laatsten tijd zijn belangrijke gegevens dienaangaande verzameld. Dat er een internationale samen werking tusschen de fabrikanten van oor logsmateriaal bestaat en dat deze een be- denkelijken invloed oefent, althans gemak kelijk kan oefenen, blijkt nog eens duidelijk uit de bijdrage, die de bekende Fransche journalist Delaisi heeft geleverd voor het boek van de Interparlementaire Unie gewijd aan den oorlog der toekomst. Delaisi ziet in dezen internationale wapenhandel een zon derlinge paradox. Want indien er een tak van de productie moest zijn, die op de méést naijverige wijze door den eigen staat werd gecontroleerd, dan deze die immers in de ge legenheid is aan andere landen aanvallende kracht toe te voegen. Aan de gegevens door hem verzameld, ontleent Delaisi, dat het nog niet zoolang geleden is, dat de wapenhandel een bedrag van 48 millioen dollar, dus V/2 honderd millioen gulden bedroeg. Engeland en de Vereenige Staten speelden daarbij met tezamen bijkans 60 de hoofdrolDuitsch- land, dat door het tractaat van Versailles beperkt is in eigen bewapening, toonde een hooger cijfer dan Frankrijk. Het eigenaardi ge is echter wel, dat de invoercijfers van wapenmateriaal niet meer dan 27 millioen dollar van den vermelden handel terugbren gen de rest is -,,zoek", omdat blijkbaar niet alle landen den w&peninvoer gaarne vermel den. Delaisi geeft trouwens toe, dat het bij den tegenwoordigen stand van zaken uiter mate moeilijk, zoo niet geheel onmogelijk Is cm vast te stellen of bepaalde onderdeelen, grondstoffen en wat dies meer zij, ter ver sterking van vredes- of oorlogsdoeleinden worden ingevoerd. Het ergste echter is, naar zijn oordeel, dat deze partieuliere bewapeningsindustrie en -handel een diploma terzijde van de offi- cieele diplomatie doen geboren worden. Hij herinnert er aan, hoe Frankrijk in Syrië en elders met eigen kanonnen werd beschoten bij herinnert aan onderhandelingen tusschen de landen, die het mogelijk hebben gemaakt, ciat, terwijl de oorlog woedde, en niet slechts met medeweten, maar zelfs op instigatie van de wederzijdsche regeeringen, directe of indi recte oorlogswapenen over en weer werden geleverd. De handel in oorlogswapenen vindt zoowel in oorlogs- als in vredestijd in de kleine landen, die tusschen de groote liggen ingesloten, steunpunten, en deze handel is bij den tegenwoordigen toestand niet te ver mijden. Het allerergste echter acht Delaisi, dat de internationale organisatie van die particuliere wapenfabrikanten gericht is en wel gericht moet zijn tegen elke ontwape ning, die immers aan deze industrieën het Naar het Engelsch van FERGUS HUME. 27) In de eetkamer vond ze dr. Dawson in gezelschap van Lionel Fanshaw, die ook de vroege godsdienstoefening, welke rthans door de plotselinge en algemeene verwarring niet kon doorgaan, had willen bijwonen. „Het is verschrikkelijk, juffrouw Baxter", begon de heer des huizes bedrukt. „U hebt het natuurlijk al van Aimer gehoordde oude Tollhurst geworgd en de beker ver dwenen.... Het lijkt wel...." „Praat u er alstublieft niet verder over, meneer Dawson", viel de jonker hem in de rede, bezorgd naar Anita's bleek, ontsteld gezicht kijkend. „Juffrouw Baxter i s al heelemaal van streek. We moeten haar en juffrouw Pamela er zooveel mogelijk buiten houden." „Neen, dat is absoluut niet noodigik kan er wel tegen", verklaarde Anita snel, „en juffrouw. Pamela ook. Ze is zich op het oogenblik aan het kleeden. Maar de kinde ren moeten uit de buurt van het huisje blijven.' Meneer Dawson, geheel vervuld van de vreeselijk misdaad, die hem zoo wreed uit zijn rustig wereldje van studie en geleerden arbeid had gerukt, keek verstrooid o&. leven zou ontnemen. Hij wijst dan ook op het eigenaardige verschijnsel dat, zoodra toenadering tusschen landen, die niet vriendschappelijk tegenover elkaar stonden, merkbaar is, eenige compromitteerende stukken ontdekt en gepubliceerd worden. Niet voldoende kan de openbare meening nadenken over de dingen, die door Delaisi zijn gezegd en die bevestigen wat reeds van andere zijde is verzameld en geschreven. Echter, het vraagstuk is niet uitgeput mot het constateeren van deze dingen. Zoolang de oorlog niet voldoende is uitgebannen, zal er voor de regeeringen behoefte bestaan aan oorlogsmateriaal. En kleine landen ne men in dat opzicht weer een andere positie in dan de groote. Dat maakt het vraagstuk niet op zichzelf, maar in verband met de oplossing, die men er aan wenscht te geven totdat de oorlog is uitgebannen, ingewik keld. Vandaar, dat een rapport van een commissie als deze, die op dit stuk in elk opzicht deskundig mag worden geheeten, met veel belangstelling ook buiten den kring van de bovengenoemde vereeniging zal worden tegemoet gezien. Minister Beelaerts van Blokland. Jhr. mr. F. Beelaerts van Blokland, die als opvolger van nu wijlen mr. dr. F. A. C. graaf Van Lynden van Sandenburg, die op Eersten Kerstdag van het vorig jaar overleed, be noemd is tot vice-president van den Raad van State, is 61 jaar oud. De heer Beelaerts van Blokland werd 21 Januari 1872 te 's-Gravenhage geboren. Hij bezocht het Haagsche gymnasium, studeerde vervolgens aan de rijks-universiteit te Lei den in de rechtswetenschap en promoveerde aldaar in 1895. Twee jaar later werd hij ambtenaar bij het hoofdbestuur der poste rijen, telegrafie en telefonie, totdat hij met ingang van 1 Januari 1901 zich benoemd zag tot commies-griffier van de Tweede Kamer. Dit ambt bekleedde hij tot 1909, in welk jaar hij, naar aanleiding van een tot hem gericht verzoek, overging in den diplomatieken dienst. Hij werd toen onze gezant in China en bleef daar in dien rang gedurende negen jaren. Tijdens den wereldoorlóg behartigde de heer Beelaerts tevens de belangen van Duitschland en Oostenrijk-Hongarije. In 1918 gerepatrieerd, werd hij in actieven dienst hersteld en chef der afdeeling diplomatieke zaken van het departement van buitenland sche zaken. Als zoodanig was hij tweede ge delegeerde van ons land ter conferentie te Washington (November 1921Fegruari 1922» en nam hij in 1924 deel aan de besprekingen over het verdrag met België. Begin 1927 werd jhr. mr. Beelaerts van Blokland benoemd tot gezant te Brussel, doch nog voor hij dit ambt had kunnen aanvaarden, werd de verwerping van het -Belgisch verdrag door de Eerste Kamer oorzaak, dat minister Van Karnebeek heen ging. 'In diens plaats werd toen met ingang van 31 Maart 1927 aan jhr. Beelaerts als minister van buitenlandsche zaken zitting gegeven in het toenmalige ministerieDe Geer en de portefeuille van buitenlandsche zaken behield hij in het tegenwoordige derde ministerie—Ruys de Beerenbrouck, dat 10 Augustus 1929 aan het bewind is gekomen. De verdienste van den nieuw benoemden vice-president van den Raad van State je gens den lande zijn indertijd beloond met het ridderkruis van de Orde van den Ne- derlandschen Leeuw, dat hem reeds in Augustus 1910 werd toegekend, terwijl hij in Augustus 1926 werd benoemd tot groot-offi cier in de Orde van Oranje-Nassau. Boven dien zijn aan jhr. Beelaerts van Blokland in den loop der jaren tal van de hoogste bui tenlandsche onderscheidingen ten deel ge vallen. Prof. Goudriaan en de S.D.A.P. Indertijd heeft prof. J. Goudriaan Jr. in de „Groene Amsterdammer" een artikel ge schreven, waarin de hoogleeraar zijn ergernis uitsprak over de houding van de S.D.A.P. ten aanzien van het voorgevallene met „de Zeven Provinciën", en de opvatting, die de „Waar zijn ze eigenlijk Wacht eens, nu herinner ik me, dat ik ze het grasveld zag oversteken, toen „Dan zijn ze naar het huisje gegaan", onderbrak de gouvernante hem verschrikt, terwijl ze snel naar de deur liep. „Ik moet ze dadelijk achterna Ze mogen het lijk niet zien...." „Julius hééft het al gezien", merkte de jonker droog op. „Hij is met zijn vader meegeloopen, toen Almer kwam vertellen, dat de oude vermoord was." „I s het werkelijk moord vroeg Anita, terwijl ze een oogenblik bij de deur bleef staan. „Wat kan het anders zijn meende dr. Dawson. „Tollhurst is in zijn slaap geworgd met een zakdoek. De beker is verdwenen „Hetgeen bewijst, dat diefstal het motief van den moord is", vulde Fanshaw aan. „Ik heb het huisje altijd een onveilige bewaar plaats gevonden, vooral nu de oude man zich den laatsten tijd aan opium is te buiten gegaan. Ik voor mij ben overtuigd, dat hij vannacht weer in een diepen roes is ge weest en in zijn verdooving geworgd werd door eei. of anderen landlooper, die wist, dat de beker in de eikenhouten kast was geborgen." „Iedereen wist, dat hij zich daar bevond en toch is nooit te voren een poging gedaan om hem te stelen", bracht de geleerde op peinzenden toon in het midden. En daarop „Ga je even met me mee naar mijn kamer, Lionel Ik wilde een brief schrijven aan dei' inspecteur van politite te 4 "'haven mis leiders van die partij blijk gaven te bezitten over dit geval, afkeurde. In „het Volk" heeft daarop dr. Henri Polak den intusschen uit de S.D.A.P. getreden hoog leeraar over dit artikel aangevallen, en noemde het schrijven daarvan „een vergrijp, zoo grof, zoo laakbaar; zoo onvergeeflijk" dat den heer PoSk woorden te kort schoten om het te identificeeren. Zijn standpunt ba seerde dr. Polak op de leus der Jingo's „Right or wrong my country" en zeide dat hij, al zou hij in duizend opzichten andere meeningen huldigen dan de bij zijn- partij gangbare, hij toch naast zijn partij staat, wanneer bij wordt aangevaren. Thans antwoordt prof. Goudriaan in „de Groene" den heer Polak. Prof. Goudriaan, die dit beginsel lijnrecht tegenover gesteld acht aan de democratie, „onderwijst" dan verder dr. Polak. De democratie berust niet op de heerschap pij van de helft plus één. De democratie gaat uit van den innerlijken sainenhang van het géheele volk en zij berust op het vertrouwen, dat de groote massa des volks bij voortduring geleid wordt door een juist inzicht in hetgeen tot heil van het gehee&e volk zal strekken. De democratie berust zeer essentieel op her, vertrouwen in de kracht van de waarheid, die zich door vrijwillige overtuiging, door een voortdurend beroep op ieders individueel be sef voor rede en redelijklieid een weg moet banen. Daarom heeft de democratie tot voorwaar de de vorming van een gezonde publieke opinie vrijheid van drukpers, vrijheid van vereeniging en vergadering zijn daarbij haar voornaamste hulpmiddelen. Maar deze hulpmiddelen zijn vaten zonder inhoud, indien zij niet gevuld worden met het resultaat van zelfstandig nadenken. Daarom legt de democratie aan ieder staats burger den plicht op zich ëen eigen oordeel te vormen over de publieke zaak en daarvan te getuigen, duidelijk en klaar op het oogen blik dat het noodig is. Prof, Goudriaan zegt verder o.m. „Gij zult u zonde:' twijfel de vraag gesteld hebben hoe het komt, dat de „burgerpers" als „een losbarsting van de hel" op de S.D.A.P. is aangevallen. Gy ziflt in uw verzameling dagbladen de gebeurtenissen op den voet volgend be merkt hebben, dat het eerste, symptoom van deze losbarting lag in een vergadering van de S.D.A.P. op den Zondag, toen het eerste telegftm over de muiterij ons land bereikte. Gij zult u herinneren,-dat op die vergade ring het ongehoorde schandaal plaats vond, dat de mededeeling, dat e.en schip der Ne- deriandsche marine, door muiters overmees terd Jiet ruime sop had gekozen, met applaus wérd begroet. Gij zult u herinneren, dat op die vergade ring ir. Cramer zijn beruchte woorden sprak. Gij zult u herinneren, dat „het Volk" in haar Maandagnummer over deze gebeurte nissen eenige pakkende kopjes vertoonde en een fijn gestyleerd stemmingsjstukje uit Den Helder opnam. - Gij zag voor uw oogen, hoe deze partij ge compromitteerd werd. Gij Ijadt met uw En- gelsche traditie een voorbeeld bij de hand, hoe een, andere arbeiderspartij zich in een soortgelijk geval gedroeg. Gij moet u zeer geërgerd hebben ik kan en ik wil van u niet aannemen, dat gij de uitingen uit de Neder landsche arbeiderspartij goedkeurdet. En w?' deedt gij Wat deedt gij met uw partij voor een „losbarsting van de hel" te vrijwaren Gij deedt niets. Heelemaal mets. Men hoor de of zag niets van u. En omdat gij en de talrijke met u gelijk gezinden dit alles verdragen hebben en erbij gezwegen hebben daarom heb ik wat hard gesproken en daarom heb ik u verlaten". Dr. Bendien's kanker-onderzoek. De „British Medical Journal" bevat een belangrijk rapport van dr. E. Cronin Lowe, te Liverpool, betreffende resultaten, verkre gen met de methode van kankeronderzoek van onzen landgenoot, dr. S. G. Bendien. In totaal werden 600 patiënten met en zonder kankerachtige uitwassen onderzocht, en in meer dan 95 der gevallen bleek er verband te bestaan tusschen den klinischen toestand en de resultaten van dr. Bendien's bloedonderzoek. Van de 25 gevallen, waarin schien' kun je me op enkele punten advies geven. Veldwachter Dorkins staat bij het huisje op post, maar het is toch beter zijn chef er direct bij te halen. „Dan hoop ik maar, dat Dorkins de kin deren niet naar binnen heeft laten gaan", zei Anita Ze verliet de kamer en spoedde zich door de laan, die ze den eersten avond van haar verblijf op „de Olmen" reeds met meneer Dawson en de kinderen was gegaan, naar het huisje van Tollhurst. Haar geest hield zich onafgebroken bezig met de raadselachtige misdaad; haar ver denkingen tegen den kolonel waren nog niet geheel verdwenen, ofschoon Fanshaw's mee ning, dat een landlooper de moordenaar zijn moest, haar wel wat geruststelde. En terwijl ze steeds peinsde over dit probleem, stond ze plotseling van aangezicht tot aangezicht met haar vader, die door het laantje in de rich ting van het dorp wandelde. Anita slaakte een kreet, bleef toen plotse ling met een ruk stilstaan en keek den ko lonel scherp aan. Maar hij zag er even kalm en opgewekt uit als altijd. „Zoo", begroette Baxter haar met een knikje, „dus je bent ook op weg naar het tooneel van het drama Het heele dorp is er. Als die boerenkinkels evenveel moorden hadden gezien als ik in Guatemala, zouden ze zich niet zoo opwinden „De beker is weg en de oude man is ge worgd", merkte Anita veelbeteekenend op, hem tegelykertyd doordringend aanziende. -- Vnr iS weg en de oude man is ge- ^xuudlde haar vader achend, „Wat het experiment niet tot resultaat scheen te voeren, waren er eenige, waarin kanker ge compliceerd was door een enstigen septischen toestand. Het onderzoek was dan negatief. In de overige gevallen was het gedeeltelijk posi tief voor zoover geen kanker geconstateerd kon worden-of wel het wees niet op een wer kelijk kankerachtig gezwel en het feit dat eën positief resultaat verkregen werd kan, vol gens dr. Cronin Lowe, een bewijs zijn van ontvankelijkheid voor kanker. Worden andere omstandigheden, gegrond op nauwkeurige bijzonderheden omtrent de verschillende ziekten der onderzochte pa tiënten, dan leverde de proef in niet minder dan 98 der gevallen een juiste diagnose op Dit treffende resultaat doet opnieuw de vraag rijzen wa&rom andere onderzoekers geen succes gehad hebben, en waarom de proef in de beslissende reeks experimenten niet bevestigd werd, hetgeen ernstige cri- tiek op het geheele beginsel met zich brengt. Evenals dr. Bendien meent diens collega te Liverpool dat de aangewende chemicaliën nauwkeurig genormaliseerd moeten worden, daar de samenstelling van verschillende zen dingen sadium vanadate schijnt te varieeren. Ook moeten de bij de proef gebruikte glazen buizen genormaliseerd worden wat de grootte betreft en de grootste nauwgezetheid moet in acht genomen worden bij het afmeten van de kleine hoeveelheden van het gebruikte bloed serum en van reagentia. Verder heeft dr. Cronin Lowe een wijziging ingevoerd, hierin bestaande dat de proef uitgevoerd wordt in drie afzonderlijke series van buizen. In een daarvan is het serum onverwarmd, in een ander is het een half uur lang verwarmd, en in een derde is het behandeld met ether. Dr. 'Lowe legt er den nadruk op, dat een vol - maakte diagnose alleen kan worden gesteld indien de reactie in elk dezer drie series'be studeerd. wordt. Een ander punt van eenig belang met be trekking tot het aldus aangewende Bendien- experiment, is dat de graad van kwaadaar digheid der tumors op deze wijze kan worden bepaald, zoodat de waarschijnlijke resultaten der behandeling nauwkeurig voorspeld kun nen worden. Waar een bevredigende er. klaarblijkelijke genezing plaats gehad heeft, blijkt de bloedreactie weer normaal en in eenige gevallen heeft de weder-verschijning eener positieve serum-reactie een terugkeer van den kanker aangekondigd eenige maan den vóór deze door de gewone onderzoekings middelen geconstateerd kon worden. Na een operatie zou het wenschelyk zyn kankerge vallen door deze proef te doen volgen met het oog op verdere behandeling. Deze treffende bevestiging van dr. Ben dien's werk maakt het mogelijk te begrijpen, waarom het zonder meer door de autoriteiten verworpen is, besluit het blad. Wellicht zal het succes van dr. Gronin Lowe oorzaak zijn dat de heele kwestie opnieuw aan de orde gesteld wordt. De werkloozensteun. Blijkens gegevens van het departement van binnenlandsche zaken is van 1 tot 28 Januari uitgegeven door de gemeenten zonder aftrek van subsidie aan werkloozensteun ƒ6.348.147 en aan werkverschaffing 1.830.837. De werkloozenkassen hebben in deze periode uit betaald ƒ6.307.909 en het rijk ƒ726.649. Ge gevens verstrekten 1067 gemeenten met 7.984.682 inwoners. Van 29 Januari tot en met 25 Februari is uitgegeven door de gemeente aan werkloozensteun 7.669.259 en aan werk verschaffing 1.989.908. In deze periode heb ben de werkloozenkassen uitbetaald de som van 3.556.209 en heeft het Rijk betaald 157.444. Gegevens verstrekken 1025 gemeen ten met 7.689.102 inwoners. Verlaging telegramkosten. Ter tegemoetkoming aan een reeks meer malen door belanghebbenden geuiten wensch wordt met ingang van 1 April a.s. het recht van 5, resp. 10 cent voor het aanbieden van telegrammen in giro, resp. per telefoon of verresohrijver afgeschaft. Hoewel deze afschaffing in de huidige om standigheden een belangrijk offer beteekent, is de rijkstelegraaf niettemin tot dezen maat regel overgegaan op grond van de overweging diat de heffing van genoemde rechten een onbelemmerd gebruik van de moderne wijzen zeg je dat spookachtig Wil je mij er mis schien van beschuldigen informeerde hij welgemoed. „U u maakte er een toespeling op, dat de beker groote waarde had." „En ik had het bij het rechte eind ook" verklaarde Baxter schouderophalend. „Ik wil zelfs niet ontkennen, dat ik dien beker graag zou hebben gehad duizend pond is wa rempel geen kleinigheid. Maar ik geloof toch niet, dat ik zelfs voor duizend pond een ouden man in zyn opiumroes zou vermoor den." „Hoe weet u, dat hij opium rookte vroeg Anita plotseling. Baxter maakte een hoofdbeweging in de richting van het huisje. „Daar hebben ze het allemaal overhet schijnt algemeen be kend te zyn, dat de oude man op Chinee- sche manier opium schoof. Het verbaast me overigens niet, dat iemand in dit suffe nest daartoe komt", voegde hij er spottend bij „Maar ik zie", vervolgde hij, ernstiger weer, „dat je je inpraat, dat ik iets met die ge schiedenis te maken heb. Dat kun je gerust uit je hoofd zetten, meisjelief ik heb je al gezegd, dat ik niet zoo laf ben om een weer- loozen, ouden man in zijn slaap te dooden. Kort nadat je wegging, lag ik in bed en sliep. Juffrouw Maynard was vrijwel den geheelen nacht op om op haar zieke dochter te passen, dus ik had niet eens kunnen weg komen, zonder dat zy het merkte. En vóór dat jy in het logement kwam, héb ik met Ricky Gould gedineerd en kaart gespeeld." „En meneer Gould Op hooge bruggen Is SCHERP RECHTS HOUDEN het wachtwoord 1 U kunt immers niet zien, of van de andere zijde verkeer nadert! 11 van aanbieding van telegrammen in den weg stond. De opgelegde schepen. Op de dezer dagen gehouden jaarvergade ring van de Nederlandsche Reedersvereeni- ging heeft de voorzitter, de heer H. A. Crom- melin, er op gewezen, dat de maatregelen, door verschillende landen genomen ter bevei liging der, binnenlandsche economische toe standen, wederom tot verdere vermindering van het verkeer hebben geleid. De toestand van de Nederlandsche scheep vaart blijkt duidelijk uit het feit, dat over 1932 gemiddeld 57 van de schepen be stemd vcor de algemeene vrachtvaart opge legd waren, 36 van de groote lijnvaart; 25 van de korte vaart en 6 van de tank vaart. Het cijfer voor de algemeene vracht vaart bedroeg in Januari 1933 59.6 Nu men érnstig moet vreezen dat voorloo- pig niet op een aanzienlijke vermeerdering van het wereldverkeer gerekend mag worden, is dit- te veel aan tonnage tenslotte het alles beheerschende punt, dat een stijging der vrachten belet. Een oplossing van dit vraagstuk is neg niet gevonden. Slachtoffers van influenza en bronchitis. Het sterftecijfer tengevolge van influenza, bronchitis en longontsteking begint met het goede weer aanmerkelijk te dalen. Het aan tal sterfgevallen in de 46 gemeenten met meer dan 20.000 zielen, omvattende op l Januari 1933 een bevolking van 3.985.000 in woners, voorgekomen gedurende de week van 19 tot en met 25 Maart 1933, bedroeg aan influenza 22, aan bronchitis (acuta, chro nica) 10, aan bronchopneumonie (capillaire bronchitis) 26, aan Iobaire pneumonie (croupeuze pneumonie) li en aan pneumonie zonder meer 20 totaal 89. Toelatingsleeftijd Ny verheidsschol en. Het hoofdbestuur van den Nederl. Bond van leeraren en 'leeraressen by het nijver heidsonderwijs heeft een telegram gezonden. ,aan den minister van onderwijs, waarin het den minister beleefd verzoekt, mede in ver band met de toezegging in de Memorie van Antwoord aan de Eerste Kamer, ook met de organisaties van leerkrachten bij hét nijver heidsonderwijs overleg te plegen inzake de Voorbereiding van de wijziging van het Kon. besluit betreffende verhooging van den toe- latingsleeftyd voor nijverheidsscholen. Natuurschoon vernietigd door ergerlijke onachtzaamheid bij werkverschaffing. Door verregaande onachtzaamheid van den opzichter der ontginning in werkverschaf fing van het Staatsboschbeheer onder de ge meente Aalst-Waalre, die ondanks de na drukkelijke waarschuwing van den plaatse lijken veldwachter overging tot het afbran den van heide ter vergemakkelijking van het omwerken van den grond, is gisteren een oppervlak van acht hectaren heide en bosch, toebehoorende aan de N.V. Philips Grond- maatschappij tot behoud van Natuurschoon, afgebrand. Van de ter plaatse tewerkgestelde zeventig werkloozen stak slechts een enkele de helpende hand uit. Deze omstandigheden zijn van dr. A. F. Philips aanleiding geweest om tot den minister van binnenlandsche za ken een telegram te richten, waarin met klem wordt verzocht maatregelen te willen nemen ter voorkoming van een dergelijk vandalisme. „Die is weggegaan, terwijl ik met jou aan net praten was, en is toen waarschijnlijk naar het huis van zijn neef gegaan Verdenk je hem soms ook eindigde de kolonel schamper. „Ik verdenk niemand", klonk het scherp, „en hoewel ik meneer Gould niet erg sym pathiek vind, geloof ik toch niet, dat hij tot een dergelijke laagheid in staat is." „Maar my verdacht je er toch half en half van", protesteerde Baxter. „Enfin, mijn rug is breed genoeg om zelfs zóó'n onredelijke beschuldiging te dragen." „Ik beschuldig u niet." „Nu, het doet er ook niets toe", antwoord de haar vader koel, terwijl hij zijn overjas dichtknoopte. „Ik ga met den middagtrein weger is niets, dat me hier houdt." „Zou u niet liever blijven, totdat het ge rechtelijk onderzoek heeft plaats gehad stelde Anita bezorgd voor. „Er is een moord gepleegdu bent een vreemde hier in het dorp en. „En daarom ben ik dus schuldig. Dank je welIk heb geen enkele reden om bang te zijn ik zal onder een of ander voorwendsel mijn adres bij Maynard achterlaten, en als er vragen gedaan worden, kan ik die tot ieders genoegen beantwoorden, ik ga op zijn vroegst over een week naar Guatemala en in dien tijd zal het inquest zeker gehouden zyn. Maar één ding wil ik je wel zeggen, Anita", voegde de kolonel er met onbeschaamde openhartigheid aan toe, „als ik dien beker te pakken had kunnen krijgen, zou ik hem niet hebben laten staan." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1933 | | pagina 5