Vlissingsche Courant VIERDE BLAD Ruwe Handen De organisatie van de spionnage. BRIEVEN UIT BELGIE VAN AMSTEL EN IJ. van de van Za'erdag 25 Februari 1933. No. 48 14.53 15.25 15.58 v. Tegenwoordigheid van geest in de spionnage Hij of zij, die zenuwachtig is aangelegd moet nooit bij den Spionnagedienst gaan. Want, al gaat het daarbij geenszins toe. zooals romans van Oppenhelm, van Wallace en anderen ons willen doen gelooven, het onverwachte gebeurt toch bij voorkeur en wat men verwacht gebeurt zelden of niet. Een groote tegenwoordigheid van geest is noodig om aan allen, ook de meest onver wachte gebeurtenissen het hoofd te bieden een bijkans onverstoorbaar gelaat is noodig teneinde datgene wat innerlijk in den spion omgaat, niet naar buiten te doen vermoe den. Ook niet, wanneer het humoristisch is. Wanneer Bywather en Ferraby uit eigen ervaring spreken over hun herinneringen aan den geheimen dienst van de Britsche Admiraliteit, brengen zij zich het geval te binnen van den amateur-jager op spionnen, die by voorkeur de zgn. kleine advertenties in de groote Engelsche bladen bestudeerde. En nu staat wel vast, dat verschillende ad vertentierubrieken niet alleen bij de mis daad, maar ook bij de spionnage dikwerf van dienst zijn geweest. Het is natuurlijk niet zoo moeilijk om een enkelen keer in den vorm eener advertentie een boodschap over te brengen, die in geheime taal is vervat en dus slechts voor den ontvanger de juiste beteekenis heeft. Zou dit echter veel gebeu ren, dan zou de code allicht worden door zien, en dan zou bovendien eenzelfde per soon zich te veel bij de bureaux van dezelfde bladen dienen aan te melden. Vandaar, dat de geheime dienst van de Admiraliteit dan ook eenigszins sceptisch stond tegenover de brieven, die men geregeld ontving van den amateur-jager op spionnen, die met een rimmer ophoudende woede de advertentie rubrieken doorworstelde. Aanvankelijk werden deze brieven stuk voor stuk, daarna bij een aantal tegelijk en op het laatst in het ge heel niet meer beantwoord. Totdat de stroom zoo groot werd, dat de betreffende ambte naar toch niet anders kon besluiten dan om den schrijver dezer brieven tot een onder houd uit te noodigen. Dat geschiedde, en toen toonde deze een advertentie, aldus lui dende Marie, ik ben bedroefd je niet bi] den eikeboom te hebben getroffen, Martha. De amateur-jager op spionnen had het ge heimschrift reeds uitgevonden, want hy wist, dat deze advertentie beteekende, dat elke Duitsche onderzeeër in het Kanaal werd ge waarschuwd, dat twee transportschepen dienzelfden avond Southampton om 8 uur zouden verlaten. De ambtenaar hoorde met den grootsten ernst deze uiteenzetting aan, en noemde het geval zeer belangwekkend. Wat den amateur-jager op spionnen in groote verrukking brachtdie daalde, toen de amotenaar hem kalm mededeelde, dat deze advertentie als een soort proef konijn door hem zelf was geplaatst. Daarop is de man, die in elke advertentie het bedrijf van spi onnen zag, boos weggeloopen en vermoede- lyk denkt hy heden ten dage nog, dat de ambtenaren van den geheimen dienst licht zinnige lieden waren. Een ander geval, dat denzelfden dienst gebeurde, is niet minder vermakelyk. Aan dfi Duitsche legatie te Washington, die in de jaren, dat Amerika onzijdig in den oorlog bleef, zooveel van zich heeft doen spreken op het gebied van spionnage en vernietiging van fabrieken, die ten bate van de geallieer den werkten, werd een nieuw persoon ver bonden. Men volgde zyn gangen gelyk die van de anderen, doch merkte op, dat de man veel sprak, doch weinig deed, dus ook weinig gevaarlyk was. Op een gegeven oogenblik echter was hy verdwenen, en hy was een voudig niet meer terug te vinden. Korten tyd daarna landde in een der Engelsche havens een onzydig koopvaardyschip. De passagiers werden op de gebruikelyke wyze ondervraagd, en onder hen ook de Ameri kaan, wiens papieren even Amerikaansch waren als zyn kleeding en aan wiens uiter- lUk niets byzonders op te merken viel. Toch meende de dienstdoende officier te bemer ken, dat de man, getooid met een groote uilenbril, moeite had met de glazen van die bril. Gedeelteiyk uit wantrouwen, gedeelteiyk ook uit gewone beleefheid, begon hy een praatje over 'smans oogen, over de scherpte van zyn bril en wat dies meer zy, hetgeen den reiziger al meer en meer in verwarring bracht. Er was toen aanleiding om hem mede naar het bureau van den chef te ne men, en daar kwam, na een kort onderzoêk, uit, dat hy de gezochte Duitsche ambtenaar van het gezantschap te Washington was. Spionnage kon hem niet ten laste worden gelegd, want hy had nauwelyks den Engel- schen bodem betreden, en zelfs spionnage In Amerika viel tegen hem niet te bewyzen dus werd hy in een concentratiekamp ge bracht tot aan het einde van den oorlog. Maar reeds lang voor dien tyd waren de Engelsche autoriteiten er acnter gekomen, to^n papieren van graaf Bernstorff in hun handen vielen, dat deze man daarom op de terugreis was, wyi hy als ongeschikt voor zyn dienst door de legatie zelve was terug gezonden 1 En vermakelyk om de psychologie van het geval is zeker de wyze, waarop een zoo ge zegd neutraal in de Engelsche val liep. Het was een persoon, die zich neutraal noemde, maar tegen den, zonder dat men het bewy- - zen kon, het vermoeden bestond, dat hy van Duitschen oorsprong en wellicht van Duit sche nationaliteit was. Hy had zich in een neutraal land gevestigd, oefende daar voor het uiterlyk een zeer onschuldige broodwin ning uit, doch liet zich tal van malen in met lieden, die men niet nader kon identificee- ren, maar waartegen ook alweer verdenking bestond. Dat deed alles weinig ter zake, tot dat men op een goeden dag vernam, dat de man het voornemen had Engeland te bezoe ken. Hy meldde zich by het Engelsch con sulaat met een paspoort aan dat in orde washy verkreeg zyn visum, en de inlich tingen van den geheimen dienst stelden den chef precies in staat om precies te vernemen wanneer en met welken trein hy zou aan komen. De chef posteert zich in een wacht kamer in het station, en alle reizigers moes ten langzaam gaan om een, anders niet ver- eischte, maar voor ditmaal ingestelde con trole op hun paspoorten te ondergaan. Ook ce zoogezegde neutraal kwam binnen. Ter- wyl de ondergeschikten van den chef zyn paspoort nazagen, stond de neutraal er met de handen in de zakken by. Dit bracht den chef eensklaps op den psychologischen inval om dezen zoogenaamden neutraal in het Duitsch toe te snauwen, of hy niet, wanneer hy voor zijn meerdere stond, de houding kon aannemen En toen was er de ongewilde reflex, die door het onverwachte kon worden opgewektde man nam de handen uit ie zakken, stond een ondeelbaar oogenblik in de houding om toen te begrypen hoezeer hy zich in de kaart had laten zien. Maar het was te laat, want daarna was het onderzoek tegen hem gemakkelijk. Hy mocht van geluk spieken, dat geen enkel bezwarend papier op hem werd gevonden dat hy gesnapt was reeds by het betreden van het grondgebied, want daardoor kon hy niet als spion, doch slechts als ongewenscht vreemdeling worden behandeld en bracht hy der verderen tijd van den oorlog in een concentratiekamp door. Het Zwitsersch grondgebied was in den oorlogstijd bewoond door velen, wier werk zaamheden van twyfelachtigen aard waren. Er hielden zich in Zwitserland tal van spi onnen van de verschillende oorlogvoerende landen op in den regel waren zy bekend by de leden van de contra-spionnage van de andere zydehun gangen werden weder zijds nagegaan, en er behoorde groote ge slepenheid en listigheid toe om iets tè vol brengen wat aan de andere zyde niet reeds werd geweten. Er waren er ook in Zwitser- Ie nd, die de pacifistische gedachte waren toegedaan, en die zich daar hadden gevestigd teneinde in verbinding te kunnen treden met ae beide partyen, rechtstreeks vanuit het Zwitsersch grondgebied te bereiken. Maar er waren ook vreemdelingen, die men niet thuis kon brengen, en dat waren in den regel de meest verdachte. Zelfs, en wellicht in de eerste plaats verdacht voor de Zwitsersche politie. Niet ieder was zoo openhartig als een Engelschman, die op een vraag van zy.n buurdame aan de table d'höte in een hotel te Luzern kalm opmerkte Maar ik ben een spion. Velen daarentegen waren er, die naar verschillende zijden hun diensten verleen den. Er waren zgn. vaderlandsloozen, zy die tengevolge van politieke omstandigheden geen eigeniyk gezegd vaderland hadden. Dat had in normale14 tyden weinig te beteeke- nen, maar toen de oorlog kwam en toen paspoorten e.d. papieren moesten worden verleend, kwamen deze lieden in moeilyke gevallen te verkeeren. Reeds uit dien hoofde gaven zy er menigmaal de voorkeur aan om in dienst van een der oorlogvoerende par- tyen te treden, die zy dan zoo goed mogelyk dienden, om intusschen zonder eenig gewe tensbezwaar den volgenden keer de andere zyde op gelyke wiize van dienst te zyn. Tragisch is het geval met het schynbaar vredige echtpaar, dat te Luzern in een klein hotel vertoefde. De man was Engelschman van geboorte de vrouw Duitsche, en haar wil zegevierde in alle gevallen, waarin het echtpaar het niet volkomen eens was. Zoo had de man zich ertoe laten brengen om agent te worden in dienst van de Duitschers. Van voormalige vrienden in Engeland kreeg hy dikwerf belangryke berichten, die hij op kundige wyze naar Duitschland overbracht, zonder dat de geallieerde contra-spionnage er in kon slagen te weten op welke wyze Totdat een byzondere agent vanuit Londen werd gezonden om het vertrouwen van het echtpaar te winnen en zoodoende te berei ken wat tot dusver niet bereikt had kunnen worden. Deze slaagdelange wandelingen maakte hij met het echtpaar in de omstreken van Luzern, en ongewild was hy er oorzaak van, dat de man de noodzakelykheid ge voelde zich naar Engeland te begeven. Dat was zyn laatste reis, want daar was men gewaarschuwd, en onmiddellijk na zyn aan komst werd hy in hechtenis genomen. De beschryving van de vrouw, die eiken dag ging naar het postkantoor om nieuws van haar man te. vernemennieuws dat uitbleef en dat uitblyven moest, is een stukje oor logstragiek op zichzelf. Merkwaardig is het ook te vernemen hoe somwyien de diensten van eenzelfde land elkander tegenwerkten. Er was geen al te groote overeenstemming tusschen den gehei men dienst van het Engelsche leger en van de Engelsche» vloot. Nu gebeurde het op een tijdstip, dat de geheime maritieme dienst er voordeel in zag om in Duitschland op ge schikte wyze het bericht te verspreiden, dat een aanval van de Engelsche vloot op de Duitsche kusten in het voornemen lag. De Engelsche spionnen in neutrale en vyande- lijke landen werden belast met de taak om dit bericht zgn. tegen te spreken, terwyi te- zelfder tyd in Portsmouth, Dover en andere maritieme basis zgn. oefeningen werden ge- Ruwe Huid-Schrale Lippen houden, die het bericht bevestigden. In deze omstandigheden valt het niet te verwon deren, dat de goed georganiseerde Duitsche spionnagedienst in de val liep, en dat, ten einde de Duitsche kusten te beschermen, aan het Vlaamsche front troepen werden ont trokken, die men daar eigeniyk hard noodig had. Zoodoende bereikte de geheime dienst eter Admiraliteit zyn doel, maar hoe groot was niet de verwondering toen men vernam, dat dit aan de Engelsche troepenmacht wei-' nig tot voordeel was gekomen, wyl deze te- zelfder tyd was verzwakt. De geheime diénst van het Engelsche leger toch, die zyn eigen agenten In Duitschland had, was evenals de Duitsche spionnagedienst in de val geloo- pen. De agenten hadden de Duitsche voor bereidingen in de havens en elders gezien, en waren op de gedachte gekomen, die van Duitsche zyde niet werd tegengesproken, omdat daarvoor geen reden was, dat wellicht de Duitsche vloot, hoezeer ook in de min derheid, een wanhoopspoging zou wagen te gen de Engelsche kusten. Daardoor werden Engelsche contingenten naar Engeland terug geroepen, waardoor vanzelfsprekend de Duitschers zich weer in de handen konden wrijven. Zoo kostte deze, door gebrek aan samenwerking slecht uitgewerkte mystifi catie slechts aan de belastingbetalers een deel hunner goede penningen. De „Neuzen" van Carnaval. Don kere tijden, De verovering der snelheid. Maak er een film van l Wat was dat voor een betooging Een stoet van crisis-slachtoffers Een demonstra tie van wanhopigen In ieder geval een op tocht van duizenden die leelyk „op hun neus keken". Want een lange stoet trok over de boulevards in de richting der Noord-Statie in ae richting van CarnavalEn alle betco- gers, zoo mannen als vrouwen, droegen op hun neus nog een valsche dito van wel dertig centimeters lengte. Neen, deze menschen ke ken niet op hun neus om de crisis. Het waren betoogers der vroolijkheid, zorgelcozen die reeds een dag voor Carnaval er op uit trok ken, om zich te gaan mengen in den Carna valsstoet der „Neuzen" van Malmédy. Na Binche, het oolijk Waalsch stadje met zijn onsterfelyke „Gilles", allen getooid met den struisvederhoed een meter hoog, de „Gil les", die van Vastenavond tot Aschwoensdag alleen dansend, althans huppelend, op straat mogen verschynen, niet stil mogen staan, doch daarentegen het recht hebben om alle nieuwsgierige droogpruimers, die niet aan de maskerade meedoen en in hun styf burger pakje rondlcopen als was er niets dan wee dom en crisisleed op dit ondermaansche, het recht hebben enfin alle dood-ernstige en al te verstandige menschen te bekogelen met rotte sinaasappelen en dies meer na Binehe is er in geheel België geen carnavalsstadje zoo bekend om zyn vastenavondpret als Mal médy. Ook daar mogen de Carnavalszotten die drie dagen niet op straat verschynen dan getooid met pimperpaarse of rozeroode val sche neuzen van voorgeschreven lengte. En de maat wordt elk jaar al langer. Het zal wel de schuld zyn der fabrikanten van „papier-maché". Die menschen moeten toch ook leven en met tien carnavals per jaar zouden zij al een heel eind uit de crisis zijn. Wellicht ook zyn zy de uitvinders van het „Neuzen-Carnaval" te Malmédy, dat na den oorlog een bekendheid gekregen heeft als het „Gilles-Carnaval" van Binche. Aan den vooravond van Carnaval trekt Malmédy uit alle hoeken van België „neuzen" tot zich, ge lyk daar gingen vanuit Brussel-Noord drie extra-treinen, waarby er nog een uit Ant werpen aansloot. De vriendelijke directie der Belgische spoorwegen was zoo welwillend ge weest alle plezierreizigers, by hun kaartje, een stevige neus „en papier-maché" te verstrek ken. Zoo was het dus geen wonder dat de vier extra-treinen uitsluitend met neuzen-passa- giers gevuld waren, hetgeen trouwens "-tot den ritus der Malmédysche Carnavals-leute be hoort Als men naar Malmédy gaat kykt men op zyn neus. Met Carnaval komt men zonder valsche neus Malmédy niet binnen, tenzy men den losprijs van een rondje betaalt. Doch een pa pieren neus is goedkooper, hetgeen wellicht ook de meening was van het treinpersoneel. Machinisten en stokers stonden schater lachend en druk gebarend op hun locomotie ven, getooid met lange valsche neuzen, die onophoudelyk met de manometers en de handle der westinghouse in aanraking kwa men en een vroolijke reis beloofden. En de conducteurs, eveneens valsch geneusd, sme ten, als waarschuwing voor het vertrek, luid ruchtiger dan ooit de coupé-deuren dicht on der den roep „Attention vur a-nen neus, as ik-kik em er af klap kost et-a in Malmédy 'ne tournée „Heden vanaf 19 uren en volgende avonden alles in het donker", aldus het slotwoord van een geheimzinnig affiche „uitgave van den neringdoeners van het Verweerskomiteit", ge- iyk het gebrekkig Nederlandseh onderschrift meldde. Het „heden' was Woensdagavond 7 uur. Uit de lichtweelde der Keyzerlei kwam ki in een donker restaurant. Men at er zonder licht, nu ja, met behulp van een middel- eeuwsche flikkerkaars, als mc dat nog licht noemt. Nochtans was er geen „panne" en electriclteit genoeg. Doch het stroomverbruik is te duur, meenen de Sinjoren der Schelde- stad. Daarom hebben zij deze „lichtstaking" op touw gezet. Waarom ook niet De tyd is verre dat de dokwerkers en de industrie-ar beiders kenden staken. Er is geen werk en geen gelegenheid tot staking meer, dus staakt men met het licht. Men zou slechts op een knop behoeven te drukken om de duisternis in een lichtgloed te doen veranderen, doch men vindt het leuker zoo en staakt, tastend in het donker, heden en de volgende avonden, zoo lang de protest-voorraad strekt, zoolang het gemeentebestuur blyft weigeren de electrici- teitstarieven te verlagen. Om die verlaging af te dwingen houden de „neringdoeners van het Verweerskomiteit", naast de lichtstaking avond op avond een be tooging in optocht naar het stadhuis, want zelfs de ontevredenheid moet zich te Antwer pen uiten in een stoet. En wyl de Sinjoren groot en klein nu eenmaal van optochten houden, sluiten de vrouwen van den straat hoek, de Jantjes uit de matrozenkroeg, de kaaischuimers op zoek naar buit, de dakloo- zen uit het nachtasyl, de loopjongens in hun folterschoenen, sluiten alle lanterfanters en op relletjes beluste slenteraars aan by den donkeren stoet, die lederen avond al grooter en luidruchtiger wordt. Het nieuwe gemeentebestuur van Antwer pen laat zich echter door die betoogingen weinig beïnvloeden, eenerzyds wyl zy by avond plaats hebben en nieuwe gemeentebe sturen, vooral als zij roze-rood van samen stelling zyn gelyk het Antwerpsche, niet de gewoonte hebben 's avonds te werken, anders- zijds wijl het besluit tot verhooging der elec- triciteits-tarieven een der eerste maatregelen was van het nieuwe bestuur van Kamiel, burgemeester van Antwerpen, zijn prestige op moet houden. Overigens zyn de thans ver hoogde tarieven te Antwerpen nog altyd be duidend lager dan by voorbeeld te Amsterdam of waar ook in het buitenland, gelyk uit de volgende tabel biykt (pryzen in Belgische francs) Antwerpen 1.60 francs per K.W.U., Amsterdam 2.60 francs, Bazel 2.45 francs, Pa rijs 2.40 francs, Berlyn 3.00 francs, Leipzig 3.90 francs. De snelheid van een ziekte der twintigste eeuw. Nog zyn de jammerklachten der „aap jeskoetsiers", door de nieuwere verkeersmid delen zonder bestaan geraakt, niet geheel ver klonken of onze ooren tuiten van een andere langgerekte weeklacht, schril-fluitend uitge- stooten door een nieuw slachtoffer van den vooruitgang de locomotief. De stoom, sym bool har er kracht, overwonnen door de ben zine en de electriciteit, is ten doode gedoemd. De rails zelf, ontrouwe bondgenoote der miskende locomotief in den strijd tegen de hyper-moderne techniek, pleegt thans open lijk verraad en stelt zich ten dienste der nieuwe vindingen de motortreinen, de rails autobussen en de electrische treinen. Alleen de snelle „express", de groote inter nationale treinen, gedoopt met dichterlyke namen als de „Noordster", de „Blauwe Vogel" en de „Edelweiss-Pullman", de „heerschers" der rails, rydende toevluchtsoorden der mil- lionnairs en van de madonna's der sleepings, zyn nog by een geringe categorie in de mode. Doch ook de dagen der luxe treinen zijn ge teld. Zij worden bedreigd vanuit de lucht. Als de groote vliegtuigen, hoog in de stratosfeer, 600 K.M. halen, zal men reizen in luchttrei nen met even poëtische namen als de tremen van weleer, waarvan men dan de voor dien tyd voorwereldlyke fossielen zal kunnen vin den in de technische musea en dergelyke in stellingen der toekomst. Reeds zyn de locaal-treintjes stervend en liggen de stoomtrams te zieltoogen. Wee de ondernemingen, die verzuimen met him tyd mee te gaan, de tram-directies die het in nieuwe subsidies zoeken, zonder hun mate riaal te willen moderniseeren. In België, waar als overal elders, de buurtspoorwegen dreigen te verdwynen onder de overrompeling der moderne techniek, hebben de belanghebben den zich nog tydig weten te redden door hun belagers met hun eigen wapenen te bestry- den, de stoomtram op te heffen en te ver vangen door electrische trams of rail-auto bussen. Met de hulp der regeering die, alleen voor de invoering der rail-autobussen, met 47 millioen francs aan de nieuwe exploitaties deelnam, hebben de maatschappyen een groot aantal i*ail-autobussen op verschillende lynen in dienst gesteld. Tevens is de algeheele elec- trificatie van het Belgische stoomtramnet in voorbereiding of in uitvoering en op tal van baanvakken reeds gereed. Voor ons was het een verrassing, reizend van Luik naar Tongeren, een traject van 20 K.M., dat we verleden jaar een uur lang in een hobbelend stoomtrammetje deden, de route thans in minder dan een half uur af te kunnen leggen in een electrische trein met groote moderne boggie-rijtuigen als van den bloc Brussel-Antwerpen. En nog grooter was onze verrassing toen we, in een onderhoud met de directie der Belgische Buurtspoorwe gen, vernamen, dat in België reeds 82 baan vakken geheel van electrificatie voorzien zyn, op twaalf vaste trajecten reeds-rail-autobus sen in dienst werden gesteld en nog dit jaar voor Paschen de stoomtrams op de baanvak ken Lier-Rumst, Rixensart-Waver, Doornik- Toufflers, Mosskroen-Montaleur en Mons- Jemeppe, uit den dienst zullen worden ge nomen om te worden vervangen door rail autobussen en electrische trams. Om het repertoire eener opera te kunnen waardeeren moet men beschikken over een smaak en een mentaliteit die de na-oorlog- sche generatie mist. De klassieke muziek is dikwyls van een aangrijpende schoonheid, doch het opkomend geslacht wordt er niet meer door aangegrepen en valt er by in slaap En dit is geen overdryving. De uitslagen eener enquête, onlangs ingesteld door een Anweipsohè courant onder haar lezers, in verband met de noodzakelykheid der verdwij ning van een der Antwerpsche opera's, de Vlaamsche of de Fransche, zeggen het duide- lyk. Van-tien antwoorden op de vraag „Wat denkt u van de opera", waren er vyf waarin onomwonden gezegd werd „Te vervelend om te zien en aan te hooren". Drie spraken waardeerend van de opera doch bekenden dat zy er nog nooit een gezien hadden en twee op de tien slechts beschouwden opera-voor stellingen als de hoogste kunstuitingen op theater-gebied. By de verdere stemming naar de meening over het tooneel werd wijse- lyk niet gevraagd won het de operette met 80 van de opera, de revue met 92 en de film.... met algemeene stemmen. Bericht aan alle opera-directiesMaak er een film van en gij zult gezond blijven W. v. M. parasiteeren o% de liefdadigheid. Heilsleger-imitaties. De Broeder schap des Levens. Doktoren moe ten verdwijnen. Formules als me dicijn. Nieuwe fase liuurstaking. - Winkeliershoycot. Gemeentetram zonder directeur. De moeilyke, voor velen zelfs zorgvolle tij den, waarin vooral de bestaansonzekerheid in het beroeps- en zakenleven een voorname rol speelt, leiden meer dan onder normale om standigheden tot excessen. Men behoeft niet juist de kunst te verstaan in de hoofdstedelijke dag- en weekbladen tus schen de regels door te lezen, om in tal van annonces den toeleg te ontdekken goedgeloo- vige reflectanten er op een door de wet niet te achterhalen manier te laten inloopen. Als lokaas gelden in den regel deelgenootschap pen. levensposities, directeurfuncties, goud mijnen, zeeschatgravery e.d. Zelfs lazen we deze week in een Duitsche annonce, waarin door middel van adoptie den baronnentitel werd aangeboden. Voor matig- en welgevulde beurzen liggen op dit terrein honderden voetangels en klem men. Connecties van dien aard dient men dan ook niet zonder de noodige reserve en voor afgaand grendig onderzoek met behulp van een rechtsgeleerde of accountant, aan te gaan. Eigeniyk is er in deze crisisdagen geen ter rein dat voor het sluw-parasitisme van per sonen en combinaties veilig blijkt en waarte gen men zich niet dan met de grootst moge lijke voorzichtigheid zal hebben te wapenen. Zoo wordt hier ter stede om slechts een enkel voorbeeld te noemen sinds jaar en dag- de blindenzorg uitgebuit dcor een groep personen, waartegen met vermelding van na men en adressen reeds herhaaldelijk door den Armenraad gewaarschuwd is, zonder dat het mogelijk blijkt politioneel tegen haar op te treden. Ook diverse Heilsleger-imitaties, we tellen er nu reeds vier„heilsbrigade", „heilsarmee", „nationaal heilsleger" en „Am- sterdamsch reddingsleger", werpen zich op als serieuze instellingen, doch blyken zonder uit zondering particuliere ondernemingen, waar van de filantropie middel en persoonlijk winstbejag doel is. Er schuilt ontegenzeggelijk eenige humor in het geval dat zelfs de Armenraad met zyn scherpzinnigen secretaris mr. Everts, immer paraat om de pseudo-liefdadigheid in de pers te signaleeren, onlangs tot de verrassende ontdekking is gekomen, dat zich onder de op zyn „lyst van erkende instellingen" voorko mende vereenlglngen eenige bevonden, die in praktyk alles behalve safe bleken, terwijl an deren alleen gehandhaafd konden blijven na correctie op gezonder basis.. Doch niet alleen de bescheiden beurzen loo_ pen gevaar, go'* onze gezondheid wordt ern stig bedreigd door het crisisparasitisme. Na de invasie met zgn. bestralings-appara- ten, van welke zelfgeneesmethode velen reeds het slachtoffer werden en dat ondanks de waarschuwingen van den gezondheidsdienst zijn we weder een nieuwe instelling op dit gebied „rijker" geworden. Dezer dage nl. is hier opgericht de protes- tantsch-religieuze „Broederschap des Le vens", waarvan o.m. de broeders Leo en Peter de intellecfcueele leiders zijn. De Broederschap beoogt, volgens zijn beweren, de geestelijke en lichamelyke gezondheid der menschen door het streven naar volmaaktheid zoowel van ziel en lichaam. Geest en lichaam hangen zoo nauw samen, zegt de Broedérschap, dat gezondheid van den een zonder den ander onmogelyk is. Dit moet men goed begrijpen om den weg der volmaking in te gaan. Derhalve wil de Broederschap zyn arbeid hieraan dienstig maken. Het vereenigings- orgaan met den ietwat arroganten titel „Ik ben goud waard" bevat allerlei formules voor genezing. Om zich op te bouwen naar de wetten van 't heelal en het leven moet men zyn wenschen duidelijk en zuiver uitspreken. Het „dokteren" moet men opgeven. Byv. iemand wordt oud en zwak en gaat daarover klagen. Dat mag niet zegt de Broederschap. Dan moet hy ^ogenblikkelijk de formule uitspreken „Ik wordt met den dag gezonder, sterker en mijn eetlust wordt beter". Iemand's oogen verzwakken, het lezen van de krant valt hem moeilyk. „Ik ga naar den oogarts en vraag een bril" zegt hy. Non sens beweert de Broederschap. Spreek een voudig de volgende formule uitMyn oogen worden me.tden dag helderder, sterker, beter, ik kan véél beter zien" en de zaak komt in orde. Met zwakke longen, bronchitis enz. doet men evenzoo. Men moet dat niet eenmaal zeggen maar minstens lederen dag 40 maal met heldere, zuiver klinkende stem. De genezing blyft niet uit, maar men moet geduld hebben. Intusschen blyft er ondanks deze auto suggestie nog een andere mogelijkheid tot genezing, nl. door het gebruik van kruiden uit den .kruidenwinkel der Broederschap, waai van in een manifest een ongekend groot

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1933 | | pagina 11